Hoe? Taal 1. Waar? Tijd? Extra? SPEL DENK

Transcriptie

1 TRICKY TOWER Taal 1 2 Eén leerling heeft het opgavenboekje, één leerling de blokjes. De leerling met het boekje legt zonder iets aan te wijzen uit welke blokjes er nodig zijn voor de opgave. Daarna legt de leerling uit welke blokjes op elkaar gezet moeten worden. Als het blokje niet past legt de leerling uit waarom het niet past, bijvoorbeeld: Het blokje moet op zijn kop erop gezet worden. Samenwerking, stimuleren van taal. Groep 1-2 Kaart #2

2 TRICKY TOWER Gecijferdheid 1 2 Eén legt de blokjes op een rij, de ander bekijkt ze goed. De eerste leerling verandert iets aan de volgorde. Wat is er anders? Laat de leerlingen woorden gebruiken als: de eerste, tweede, laatste in de rij. Kleuren benoemen, aandacht vasthouden, onderscheid maken tussen de ene volgorde en de andere en het trainen van het korte termijngeheugen. Groep 1-2 Kaart #4

3 TRUCKY 3 Geheugen 1 2 Eén leerling legt drie blokjes in een bepaalde volgorde neer. De andere leerling bekijkt ze nauwkeurig. Daarna draait hij zich om. De eerste leerling verandert iets aan de volgorde: kun jij vinden wat er anders is? Nauwkeurig kijken, onderscheid maken, korte termijngeheugen aanspreken. Groep 1-2 Kaart #12

4 TRUCKY 3 Gecijferdheid: Tijd 1 2 Eén leerling lost de opgave op, de andere leerling houdt de tijd bij met een zandloper of een stopwatch. Los een opdracht zo snel mogelijk op. Kijk op de stopwatch/zandloper hoe snel je dit kunt. Heeft de een meer tijd nodig of minder? Hoe komt dat?? Tijdsbesef, moeilijk-makkelijk in relatie tot tijd, doorzetten. Groep 1-2 Kaart #14

5 c o l o u r Rekenen en ordenen 1 code 1 Zoek alle schijfjes met dezelfde kleur bij elkaar. Bij welke schijfjes is het hele oppervlak bedekt? Welke schijfjes met verschillende kleuren zorgen dat het hele oppervlak is bedekt? Ordenen, inschatten van grootte, ruimtelijk inzicht Groep 2-3 Kaart #21

6 c o l o u r Rekenen en ordenen 2 code 1 Geef aan ieder schijfje een cijfer. Maak een opgave en reken uit hoeveel de uitkomst van de opdracht is. (bijvoorbeeld: rood vierkant = 1, geel vierkant = 3, dan is de uitkomst als je ze allebei gebruikt 1+3=4) Rekenen en creativiteit. Door kleuren te koppelen aan cijfers worden verschillende delen in de hersenen geactiveerd. Groep 2-3 Kaart #22

7 GALAXIA Motoriek 1 1 Zoek een aantal touwfiguren op op internet en oefen ze. Of oefen met deze stappen: Motoriek en concentratie, (lange termijn) geheugen trainen. Groep 2-4 Kaart #29

8 GALAXIA Lichamelijke opvoeding Sommige leerlingen zijn planeten, andere besturen het ruimteschip. Eén leerling is het ruimteschip; hij heeft een touw om zijn middel. De bestuurders vertellen waar het ruimteschip naartoe moeten lopen. Kies daarbij een opdracht uit het spel. Motoriek, luistervaardigheid, taalvaardigheid, links-rechts coördinatie. Groep 2-4 Kaart #31

9 BILL & BETTY BRICKS Geheugen 1 2 Eén van jullie legt alle blokjes op een rij. De ander bekijkt ze heel goed en draait zich om. Verander nu iets aan de rij. Wat is er anders? Fijne motoriek, waarnemingsvermogen, ruimtelijk inzicht. Groep 2-4 Kaart #34

10 BILL & BETTY BRICKS Motoriek 1 2 Los eerst een opgave op. Als je klaar bent, teken je het gebouw dat je hebt gemaakt na. Teken ook de blokjes die je hebt gebruikt. Laat een medeleerling met jouw tekening het gebouw nabouwen. Fijne motoriek, waarnemingsvermogen, ruimtelijk inzicht. Groep 2-4 Kaart #35

11 MARBLE MONSTER Spelregels Het groene monstertje wil dat de rode knikker altijd in zijn holletje in het midden van het spelbord ligt. Om daar te komen moet hij altijd één knikker niet meer dan één!- voor zich uit duwen, net zo lang tot de rode knikker weer op zijn plaats is. Tips: Er liggen soms knikkers op het spelbord waar je niets mee hoeft te doen. Waar? Tijd? Extra? 1+ + GROEP 1-4 Groep 3-4 Kaart #37

12 MARBLE MONSTER Natuur en omgeving 1 1 Waarom heeft Marble Monster deze naam? Waarom hebben de spelmakers hem zo genoemd? Wat betekent zijn naam? Schrijf alles netjes op en geef het aan de leerkracht. Informatie zoeken en verwerken. Groep 3-4 Kaart #40

13 CRAZY OFFICE! Logica 1 1+ Bekijk de opdrachten bij twee verschillende niveaus. Beschrijf de verschillen en leg in goede zinnen uit hoe het komt dat het ene niveau moeilijker is dan het andere. Vraag aan een medeleerling of je uitleg hierover duidelijk is. Is het niet duidelijk? Verbeter tot het helemaal duidelijk is. Logisch denken, taalvaardigheid en doorzettingsvermogen. Groep 4-4+ Kaart #48

14 CRAZY OFFICE Geheugen 1 2 Leg alle spelstenen in een zelf gekozen volgorde op het spelbord. De een kijkt goed hoe de verschillende personen en dingen op het spelbord liggen. Draai je om en kijk niet. De ander verandert een of meer spelstenen aan de volgorde, en roept de eerste zodra hij klaar is. De eerste persoon kijkt en benoemt de veranderingen binnen 10 tot 20 seconden. Hoe meer je verandert aan de volgorde, hoe meer tijd je geeft aan de ander! Wissel om na iedere beurt. Taalvaardigheid, doorzettingsvermogen, geheugen en ruimtelijk inzicht. Groep 4-4+ Kaart #51

15 IVANHOE Taal 3 2 Speel het spel samen. Overleg samen welke zet er gedaan zal worden. Schrijf op welke zet jullie denken dat er gedaan moet worden. Als deze zet niet blijkt te kloppen, bedenk dan een andere zet en schrijf die op. Los zo de hele opdracht op. Speel het spel nog een keer aan de hand van je eigen zetten, en kijk of het in één keer klopt. Schrijfvaardigheid, samenwerking, ruimtelijk inzicht. Groep 4-4+ Kaart #56

16 IVANHOE + = - rekenen 2 1+ Bekijk de rekenzeshoek van opgavekaart Rekenen 1. Kun je zelf ook zo n rekenzeshoek bedenken? Maak er één en vraag aan een medeleerling of hij hem op kan lossen. Rekenvaardigheid, logisch denken. Groep 4-4+ Kaart #58

17 Scorekaart Leerling: Spel: Onderdeel... Datum: Beoordeling Doorzettingsvermogen Inzet Fouten maken/leren falen Grenzen verleggen Concentratie Ontwikkelen strategieën Samenwerken Zelfstandig werken Ruimtelijk inzicht Planmatig werken zeer zwak zwak neutraal sterk zeer sterk Opmerkingen leerling: Opmerkingen leerkracht: Schoolsupport bv Alle rechten voorbehouden Groep 1-4