Hoge Raad, 8 maart /02061, LJN: ECLI:NL:HR:2013:BZ3574 (Uitleg begrip vervaardiging)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad, 8 maart 2013 12/02061, LJN: ECLI:NL:HR:2013:BZ3574 (Uitleg begrip vervaardiging)"

Transcriptie

1 TBR 2013/151 Hoge Raad, 8 maart /02061, LJN: ECLI:NL:HR:2013:BZ3574 (Uitleg begrip vervaardiging) Mr. J.A.C.A. Overgaauw, mr. D.G. van Vliet, mr. C.B. Bavinck, mr. E.N. Punt en mr. P.M.F, van Loon Wet op de omzetbelasting 1968: art.,11 lid 1, aanhef en letter a, 10, art. 11 lid 3, letter b en art. 15 lid 1, aanhef en letter a Sloopwerkzaamheden. Winkel met^wooneenheden. Vervaardigd goed. Levering van een gedeelte van een gebouw. Appartementsrechten: Met gastnoot M.A. Broekman en D.J.M. Westerhoff', Red. 3. Beoordeling van de middelen 3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan Op 16 mei 2007 verkreeg belanghebbende de eigendom van een winkelruimte te Z (hierna: de winkel). De winkel was in gebruik als supermarkt. Op een deel van de winkel bevonden zich vier appartementen die als woning werden gebruikt. Deze vier wooneenheden en het deel van de winkel dat zich daaronder bevond, waren gesplitst in vijf appartementsrechten Voorafgaand aan de hiervoor in bedoelde verkrijging van de winkel zijn daaraan (sloop) werkzaamheden verricht. Deze hielden in dat van de winkel het dak (voor zover dit niet de vloer van de wooneenheden vormde), de gevels, de binnenmuren, en een deel van zowel de fundering als de vloer zijn verwijderd. Voor zover de fundering, de vloer en een deel van de zijmuren deel uitmaakten van de stabiliteitsconstructie voor de wooneenheden zijn zij gehandhaafd. Na deze werkzaamheden waren alleen de vier wooneenheden en de daarvoor benodigde draagconstructie nog aanwezig. In de aldus ontstane open ruimte is een nieuwe, kleinere winkel gerealiseerd, die in gebruik is genomen als modezaak. Het overige deel van deze ruimte was op het tijdstip van de levering aan belanghebbende onbebouwd Ter zake van de eigendomsverkrijging van de winkel heeft belanghebbende op aangifte een bedrag aan overdrachtsbelasting voldaan. Tegen deze voldoening heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. Zij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de verkrijging is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Daartoe voerde zij aan dat door de hiervoor in vermelde werkzaamheden een vervaardigd goed in de zin van artikel 11, lid 3, letter b, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) is voortgebracht zodat de levering van de winkel ingevolge artikel 11, lid 1, aanhef en letter a, 1, van de Wet was onderworpen aan de heffing van omzetbelasting en de verkrijging daarvan ingevolge artikel 15, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer was vrijgesteld van overdrachtsbelasting Het Hof heeft geoordeeld dat bij de beoordeling of een goed is vervaardigd in een geval als het onderhavige niet uitsluitend kan worden gelet op de hoedanigheid van de winkel vóór en na de werkzaamheden. Aangezien de winkel met de wooneenheden een integrerend onderdeel van een gebouw vormt en ook slechts kan bestaan door de bouwkundige constructie van dat gebouw, moet, aldus het Hof, bij de beoordeling of een goed is vervaardigd in de zin van artikel 11, lid 3, letter b, van de Wet het gebouw in zijn geheel in aanmerking worden genomen Uitgaande van zijn hiervoor in vermelde oordelen heeft het Hof geoordeeld dat de functie van het gebouw niet is gewijzigd en dat de werkzaamheden niet van zodanig ingrijpende aard zijn geweest dat daardoor een gebouw is ontstaan dat tevoren niet bestond. De omstandigheid dat op enig moment op de begane grond een open ruimte ontstond, rechtvaardigt naar het oordeel van het Hof niet de conclusie dat door de werkzaamheden in wezen nieuwbouw heeft plaatsgevonden Het eerste middel richt zich tegen de hiervoor in weergegeven oordelen van het Hof. Het middel betoogt dat voor de toepassing van artikel 11, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet de winkel afzonderlijk in aanmerking moet worden genomen en dat met betrekking tot dit gedeelte van het gebouw beoordeeld moet worden of sprake is van vervaardigd in de zin van artikel 11, lid 3, letter b, van de Wet Voor de heffing van omzetbelasting kan krachtens artikel 11, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet sprake zijn van de levering van een gedeelte van een gebouw. Dat doet zich voor indien een gebouw horizontaal is gesplitst (appartementsrechten) Arianne Broekman en Danielle Westerhoff zijn beide werkzaam als advocaat-belastingkundige bij Van Doorne N.V. te Amsterdam.

2 Jurisprudentie of indien een gebouw verticaal is gesplitst. Voor de toepassing van artikel 11, lid 3, aanhef en letter b, van de Wet moet een dergelijk appartement of gedeelte, zoals in dit geval het gedeelte van de winkel op de begane grond dat zich niet onder de wooneenheden bevindt, afzonderlijk van het overige van het gebouw in aanmerking worden genomen. Het Hof is derhalve uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Mitsdien slaagt het eerste middel Gelet op het hiervoor in overwogene kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen. De omstandigheid dat van de winkel als gevolg van de hiervoor in omschreven werkzaamheden niet meer dan de draagconstructie onder de wooneenheden in stand is gebleven, laat geen andere conclusie toe dan dat de winkel, die gelet op hetgeen hiervoor is overwogen voor de toepassing van artikel 11, lid 1, aanhef en letter a, en lid 3, aanhef en letter b, van de Wet als een zelfstandige onroerende zaak moet worden aangemerkt, zodanig is verbouwd dat in wezen sprake is van nieuwbouw en mitsdien van een vervaardigd goed. (Etc., etc, Red.) Noot 1. Inleiding In een aantal recente arresten heeft de Hoge Raad aangegeven wanneer sprake is van een vervaardiging voor de btw. De uitleg van dit begrip is onder meer van belang in het geval een bestaand gebouw wordt getransformeerd of ingrijpend wordt verbouwd. In eerdere publicaties hebben wij al vaker aandacht geschonken aan dit onderwerp. 2 Indien de werkzaamheden er namelijk toe leiden dat in de zin van de btw sprake is van een vervaardiging, wordt voor btw-doeleinden het gebouw aangemerkt als een nieuwe onroerende zaak. Dit heeft tot gevolg dat: I. de ondernemer kan worden geconfronteerd met een integratieheffing (dit doet zich voor als binnen het eigen bedrijf een onroerende zaak wordt vervaardigd die wordt bestemd voor bedrijfsdoeleinden waarvoor geen volledig recht op aftrek bestaat); II. de levering van (een gedeelte van) het gebouw vóór, op of uiterlijk twee jaren na eerste ingebruikneming na de verbouwing van rechtswege is belast met btw; en III. het gebouw tien jaar wordt gevolgd voor de btw (indien in het kader van de aankoop en/of ingebruikneming van het gebouw btw in aftrek is gebracht). 2. Casus In deze zaak werd de eigendom van een winkelruimte verkregen. De helft van deze winkelruimte bevond zich onder vier woonappartementen. Deze appartementen en de daaronder gelegen winkelruimte waren gesplitst in vijf appartementsrechten. Voorafgaand aan de levering van de winkelruimte waren aan de winkelruimte zodanige (sloopwerkzaamheden verricht dat enkel de vier woonappartementen en de daarvoor benodigde draagconstructie nog aanwezig waren. Ten tijde van de levering was een nieuwe, kleinere winkelruimte gerealiseerd. Het vrijgekomen gedeelte achter de winkelruimte was op het tijdstip van de levering onbebouwd. Volgens de verkrijger vormden de winkelruimte en het nog onbebouwde gedeelte op het moment van levering een nieuw vervaardigd goed. De inspecteur stelt dat voor de vraag of in dit geval een goed is vervaardigd, dient te worden gelet op de winkelruimte als onderdeel van het gehele gebouw en is van mening dat in dat licht bezien geen nieuw vervaardigd goed is ontstaan. Oude situatie Na sloop Nieuwe situatie Alvorens inhoudelijk in te gaan op het oordeel van het gerechtshof Amsterdam ('Hof') en de Hoge Raad, gaan wij hierna eerst in op twee belangrijke begrippen in deze zaak, namelijk wat onder het begrip 'gebouw' valt en wanneer sprake is van 'vervaardiging'. 3. Wat is een gebouw voor btw-doeleinden? ' Voor btw-doeleinden wordt communautair bepaald wat dient te worden aangemerkt als een gebouw. De definitie wijkt daarmee af van het civiele begrip onroerende zaak. Het begrip 'gebouw' is in de wet omschreven als: ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden (artikel 11, lid 3 Wet op de omzetbelasting 1968). De Staatssecretaris van Financiën (hierna: 'Staatssecretaris') heeft in beleid het begrip 'gebouw' nader ingevuld; de term omvat iedere door de mens ontworpen constructie. Het begrip 'gebouw' heeft derhalve niet alleen betrekking op woningen en bedrijfspanden, maar ook op constructies zoals bruggen, viaducten, 2 M.A. Broekman en D.J.M. Westerhoff, '(ver)bouwen; het fiscale bestek', TBR 2012/200. ïfii

3 wegen, atletiekbanen en kunstgrasvelden. 3 Ook constructies die zich (gedeeltelijk) onder de grond of het water bevinden, zoals tunnels, sluizen, parkeergarages, leidingen voor gas, elektra, water en kabelnetwerken, vormen een 'gebouw'. 4 Ook een bouwwerk dat nog niet is voltooid vormt voor de belastingheffing al een gebouw. Te denken valt aan een half afgebouwd gebouw of een constructie die onderdeel vormt van een nog te bouwen gebouw, zoals de fundering. Een gedeeltelijk gesloopt gebouw vormt in belastingtechnisch opzicht (nog) een (oud) gebouw Verbouwing of vervaardiging? Een vervaardiging in de zin van de btw is aan de orde als een goed wordt voortgebracht dat tevoren niet bestond. Met betrekking tot een bestaand gebouw leidt dit ertoe dat door de werkzaamheden aan het gebouw 'in wezen nieuwbouw' moet hebben plaatsgevonden. Of dit het geval is dient te worden bepaald aan de hand van wat 'de man op de straat' zou menen als hij naar het gebouw kijkt. In een eerder artikel concludeerden wij reeds dat bij een ingrijpende verbouwing van de binnenzijde van een gebouw, maar waarbij het uiterlijk van het gebouw niet of nauwelijks wijzigt, niet snel sprake zal zijn van 'in wezen nieuwbouw'. 6 De werkzaamheden zijn dan aan te merken als verbouwingsdiensten. 5. Hof Het Hof oordeelde dat bij de beoordeling of een goed is vervaardigd in een geval als het onderhavige, niet uitsluitend kan worden gelet op de hoedanigheid van de winkelruimte vóór en na de werkzaamheden. Aangezien de winkelruimte met de vier woonappartementen een geïntegreerd onderdeel van een gebouw vormt en ook slechts kan bestaan door de bouwkundige constructie van dat gebouw, moest, aldus het Hof, bij de beoordeling of sprake is van een vervaardigd goed het gebouw in zijn geheel in aanmerking worden genomen. Het Hof oordeelde vervolgens dat de functie van het gebouw niet ingrijpend was gewijzigd en dat de werkzaamheden niet van zodanig ingrijpende aard waren dat daardoor een gebouw was ontstaan dat tevoren niet bestond. De omstandigheid dat op enig moment op de begane grond een open ruimte was ontstaan, rechtvaardigde naar het oordeel van het Hof niet de conclusie dat door de werkzaamheden 'in wezen nieuwbouw' had plaatsgevonden. 6. Hoge Raad In tegenstelling tot het Hof beredeneerde de Hoge Raad dat voor de heffing van btw sprake kan zijn van een levering van een gedeelte van een gebouw. Dat doet zich bijvoorbeeld voor indien een gebouw horizontaal (appartementsrechten) of verticaal is gesplitst. In casu waren de winkelruimte en de vier woonappartementen gesplitst in vijf appartementsrechten. De omstandigheid dat van de winkelruimte als gevolg van de werkzaamheden niet meer dan de draagconstructie onder de woonappartementen in stand was gebleven, liet volgens de Hoge Raad geen andere conclusie toe dan dat de winkelruimte, die als een zelfstandig gebouw moest worden aangemerkt, zodanig was verbouwd dat sprake was van 'in wezen nieuwbouw'. Aldus nam de Hoge Raad bij de beoordeling of sprake was van een vervaardigd goed enkel de winkelruimte in aanmerking. 7. Zelfstandig gedeelte van een gebouw of twee gebouwen? De levering van een zelfstandig gedeelte van een gebouw kan voor de heffing van de btw zijn eigen regime volgen. Hierdoor kan de levering van een zelfstandig gedeelte van een gebouw aangemerkt,; worden als de levering van een gebouw. 7 Door de i splitsing in appartementsrechten, kon de winkeli ruimte bovendien juridisch (zelfstandig) worden geleverd. Voorts is de winkelruimte bouwtechnisch als een zelfstandig gedeelte/zelfstandig gebouw te kwalificeren, omdat de constructie van de woonappartementen los staat van de winkelruimte. Of dit andersom het geval is, blijkt helaas niet uit de feiten. In dit kader is het aardig te vermelden hoe de Staatssecretaris aankijkt tegen over-/onderbebouwing (hierna gezamenlijk aangeduid als: 'overbebouwing') van grond en gebouwen. In een dergelijk geval is sprake van bebouwing in meerdere lagen door het aanbrengen van nieuwe gebouwen in de luchtkolom boven een perceel (on)bebouwde Advocaat-generaal Van Hilten heeft zeer recent in een reeds langlopende procedure de Hoge Raad geadviseerd aan het Europese Hof van Justitie een zogenaamde prejudiciële vraag te stellen (10 juni 2013, zaaknr. 09/03108bis), inhoudende of kunstgrasvelden, zijnde sportvelden, zijn aan te merken als gebouwen in de zin van de btw. In deze procedure had de gemeente Vlaardingen natuurgrasvelden - die als sportvelden btw-vrijgesteld werden verhuurd aan diverse sportverenigingen - laten vervangen door kunstgrasyelden. De gemeente Vlaardingen en de betreffende inspecteur verschillen van mening met betrekking tot de vraag of het laten vervangen van natuurgrasvelden door kunstgrasvelden kan leiden tot een vervaardiging van een gebouw in de zin van de btw. Mocht de Hoge Raad ervoor kiezen voornoemde prejudiciële vraag voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie, zal een antwoord op deze vraag vermoedelijk nog enige tijd op zich laten wachten. Wij houden de status hieromtrent uiteraard nauwlettend in de gaten en zullen hierover nader berichten. Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 14 juli 2009, CPP2008/137M. HR 7 maart 2003, , BNB 2003/193. M.A. Broekman en D.J.M. Westerhoff, '(ver)bouwen; het fiscale bestek', TBR 2012/200. Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 14 juli 2009, CPP2008/137M.

4 TSJdscSi Bouwrecht Jurisprudentie grond, dan wel onder maaiveldniveau van een perceel (on)bebouwde grond. Teneinde vast te stellen welk belastingregime geldt voor de overbebouwing is allereerst van belang of de overbebouwing zelfstandig is ten opzichte van het overbebouwde perceel grond of gebouw. Uit een besluit van de Staatssecretaris volgt dat bij het bepalen van de (on)zelfstandigheid van onroerende zaken geldt dat fysiek gescheiden onroerende zaken in beginsel steeds als afzonderlijke zaken in aanmerking moeten worden genomen, tenzij deze zaken zich niet lenen voor zelfstandig gebruik. 8 Met 'fysiek gescheiden' wordt bedoeld dat de onroerende zaak voldoende fysiek is afgescheiden van een andere onroerende zaak; met 'zelfstandig gebruik' wordt bedoeld dat de onroerende zaak in economisch opzicht zelfstandig te gebruiken ofte exploiteren is. In hetzelfde besluit wordt aangegeven dat bijvoorbeeld sprake is van twee zelfstandig te gebruiken onroerende zaken bij een pand met twee verdiepingen met elk een zelfstandige toegang (in- of uitpandig), waarvan de benedenverdieping in gebruik is als kantoorruimte en de bovenverdieping als woonruimte. 8. De complexbenadering van een gebouw Vorenstaand onderscheid tussen één gebouw of een zelfstandig gedeelte van één gebouw is om meerdere redenen van belang. Zelfstandige gedeelten vormen namelijk gezamenlijk één gebouw voor btw-doeleinden. Naast de al aangehaalde vervaardiging, speelt dit ook een rol bij de ingebruikname van het gebouw voor btw-doeleinden, hetgeen bepaalt of een levering van een gebouw van rechtswege is onderworpen aan de heffing van btw 9 en wanneer de herzieningstermijn 10 afloopt. Uit eerdere jurisprudentie volgt dat bij een onroerende zaak (kantoorpand met meerdere verdiepingen) die gefaseerd in gebruik wordt genomen, het in gebruik nemen van een deel van een onroerende zaak wordt aangemerkt als een ingebruikneming van het gehele pand (hierna: 'complexbenadering')." Indien een gebouw gefaseerd in gebruik wordt genomen vangt derhalve, door toepassing van de complexbenadering, slechts één herzieningstermijn aan voor het gehele pand. De gedeelten van het gebouw die later in gebruik worden genomen worden aldus meegetrokken in de reeds aangevangen herzieningstermijn.' 2 Indien de winkelruimte en de woonappartementen als één gebouw zouden worden aangemerkt, zou de complexbenadering ertoe leiden dat bij de beoordeling of een goed is vervaardigd het gehele gebouw in aanmerking moet worden genomen. Wij vermoeden dat de Hoge Raad alsdan niet zou hebben geoordeeld dat sprake zou zijn van een vervaarding. Hieruit leiden wij af dat de kwalificatie gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw doorslaggevend moet zijn geweest. 9. Verdere invulling van vervaardiging Dat bij de beoordeling of door een (ingrijpende) verbouwing van een gedeelte van een gebouw sprake is van een vervaardiging in de zin van de btw, doorslaggevend is of het betreffende gedeelte van het gebouw bouwtechnisch als een zelfstandig gedeelte/zelfstandig gebouw kwalificeert, wordt voorts ondersteund door een ander arrest van de Hoge Raad. Hierin oordeelde de Hoge Raad (eveneens op 8 maart 2013) namelijk dat de vraag of al dan niet sprake was van een vervaardiging van een gebouw beoordeeld dient te worden aan de hand van de situatie voor én na de verbouwing van het gebouw in zijn geheel en vóór splitsing in appartementsrechten. De splitsing in appartementsrechten die na de verbouwing plaatsvond woog derhalve niet mee in het oordeel van het Hoge Raad. De Hoge Raad kwam in deze zaak tot de conclusie dat (i) een gedeeltelijke functiewijziging, (ii) het fysiek splitsen van het gebouw in zelfstandig te gebruiken delen; en (iii) de na de verbouwing civielrechtelijke splitsing in appartementsrechten, niet van belang was. 13 Indien de splitsing in appartementsrechten vóór of tijdens de verbouwing had plaatsgevonden, had de Hoge Raad ons inziens tot hetzelfde oordeel moeten komen. Kortvolgend op het hiervoor aangehaalde arrest oordeelde de Hoge Raad dat een verbouwing van een kantoorpand waarbij op de twee bovenste verdiepingen vier woonappartementen werden gerealiseerd, eveneens niet als vervaardiging kon worden aangemerkt.' 4 Door de (sloop)werkzaamheden 8 Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 14 juli 2009, CPP2008/137M, par De levering van (een gedeelte van) het gebouw vóór, op of uiterlijk twee jaren na eerste ingebruikneming na de vervaardiging is van rechtswege belast met btw. 10 Gebouwen worden voor de aftrek van btw voor een periode van tien jaar gevolgd ('herzieningstermijn'). In geval van (op) levering van een nieuw vervaardigd goed vangt een (nieuwe) herzieningstermijn aan. Gedurende de herzieningstermijn moet aan het einde van ieder jaar worden beoordeeld of de verhouding tussen btw-belast, btw-v rij geste ld en/of geen gebruik overeenkomt met het jaar van eerste ingebruikneming. Indien het verschil tussen deze verhoudingen groter is dan 10%, dan moet de in aftrek gebrachte btw worden herzien. Dit betekent dat de teveel in aftrek gebrachte btw moet worden terugbetaald aan de Belastingdienst dan wel dat de te weinig in aftrek gebrachte btw kan worden teruggevraagd. 11 HR 7 oktober 2011, 09/02214, BNB 2012/ HR 7 oktober 2011, 09/02214, BNB 2012/ HR 8 maart 2013, 11/00701, BNB 2013/ HR 15 maart 2013, 11/03987, BNB 2013/112. nr oktober 2013

5 was de constructie in stand gebleven en was het uiterlijk van het pand slechts marginaal gewijzigd, waardoor het pand van vóór de verbouwing duidelijk herkenbaar was en derhalve niet kon worden gezegd dat sprake was van 'in wezen nieuwbouw'. Een discussie omtrent de vraag of bij de beoordeling of een goed is vervaardigd het gehele gebouw in aanmerking moet worden genomen of dat ook een zelfstandig gedeelte een 'nieuw vervaardigd goed' kan vormen, bleef in deze zaak aldus achterwege. Wij leiden hieruit af dat zolang bestaande buitenmuren, de bouwtechnische draag-/funderingsconstructie en de kern van het uiterlijk van het gebouw niet (ingrijpend) wijzigen, geen sprake kan zijn van een nieuw vervaardigd goed. 10. Conclusie De benadering van de Hoge Raad, dat zelfstandige onroerende zaken hun eigen belastingregime dienen te volgen, komt ons logisch voor, mits zij eveneens kwalificeren als een zelfstandig gebouw. Indien een appartementsrecht wordt geleverd, menen wij dat er twee mogelijkheden kunnen zijn: 1. Het appartement maakt deel uit van één (constructief) gebouw en volgt derhalve het belastingregime dat op het gebouw van toepassing is. Onder verwijzing naar het besluit kan evenwel sprake zijn van een zelfstandig gedeelte van een gebouw; 2. Het appartement is te beschouwen als een zelfstandig gebouw en kent zijn eigen belastingregime. Door deze benadering wordt de bouwtechnische constructie van een gebouw erg van belang, hetgeen wellicht niet de bedoeling is. Teneinde te bepalen hoe een levering of dienst dient te worden gekwalificeerd, wordt in de btw namelijk vaak de modale consument als uitgangspunt genomen. In de door de Staatssecretaris in voornoemd besluit aangehaalde voorbeelden van overbebouwing kunnen wij ons vinden, omdat in deze voorbeelden duidelijk sprake is van twee gebouwen. De constructies staan immers volledig los van elkaar en vormen - voor iedereen kenbare - zelfstandig te gebruiken gebouwen. In een geval als het onderhavige is dit minder duidelijk. Wij vragen ons dan ook af of in casu voor de man op de straat (eerder door de Hoge Raad als uitgangspunt genomen om te bepalen of sprake is van een vervaardiging) herkenbaar is dat sprake is van twee gebouwen. In een geval als het onderhavige lijkt het ons namelijk dat de man op de straat snel zal vinden dat de winkelruimte en de bovengelegen woonappartementen één gebouw vormen. Voorts vragen wij ons af of de winkelruimte in stand kan blijven zonder de woonappartementen erboven. Met andere woorden, de woonappartementen zijn zelfstandig ten opzichte van de winkelruimte, maar is de winkelruimte ook zelfstandig ten opzichte van de woonappartementen? Als dit laatste namelijk niet het geval is, zouden wij menen dat geconstateerd moet worden dat (constructief) sprake is van één gebouw, waarvoor de complexbenadering zou moeten gelden. Dat de winkelruimte juridisch apart kan worden geleverd, zou hierbij geen rol moeten spelen. M.A. Broekman en D.J.M. Westerhoff

Btw, overdrachtsbelasting en onroerend goed

Btw, overdrachtsbelasting en onroerend goed DE ONROERENDGOEDMARKT: AANSPORING TOT VERANDERING Btw, overdrachtsbelasting en onroerend goed Erasmus Universiteit Rotterdam prof. dr. R.N.G. van der Paardt 19 juni 2015 Onderwerpen Bouw en ingrijpende

Nadere informatie

TBR 2014-14: Vaststelling WOZ waarde Page 1 of 5

TBR 2014-14: Vaststelling WOZ waarde Page 1 of 5 TBR 2014-14: Vaststelling WOZ waarde Page 1 of 5 Hoge Raad 9-8-2013, 12/03419, ECLi:NL;HR;23i3;477 (Vaststelling WOZ waarde) Mr. M.W.C. Feteris, mr. N. Punt, mr. C. Schaap, mr. P.M.F, van Loon en mr. R.J.

Nadere informatie

^ 2, 09/00344, inzake WIÊÊIÊÊÊÊÊ te mm^^iêê betreffende de aan hem opgelegde

^ 2, 09/00344, inzake WIÊÊIÊÊÊÊÊ te mm^^iêê betreffende de aan hem opgelegde DenHaag, 2 9 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1010 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/00701) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 december 2010, nr. ^ 2, 09/00344,

Nadere informatie

(Ver)bouwen; het fiscale bestek

(Ver)bouwen; het fiscale bestek ;#B#M*/ IÖs (Ver)bouwen; het fiscale bestek Mr. M.A. Broekman en mr. D.J.M. Westerhoff 1 1. Inleiding Bij de afweging een onroerende zaak te renoveren of geheel te slopen en een nieuwe onroerende zaak

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

EFS 2013/2014 Btw en vastgoed

EFS 2013/2014 Btw en vastgoed EFS 2013/2014 Btw en vastgoed René van der Paardt Erasmus Universiteit Rotterdam Loyens & Loeff N.V. Vervaardiging, levering en btw Hoofdregel: vrijstelling Uitzondering van levering van nieuw vervaardigd

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting.

Overdrachtsbelasting. Overdrachtsbelasting. Vanuit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zijn vragen gesteld over de tijdelijke verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen (zie het besluit

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk: R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Fiscaal bouwrecht. belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht; 2. de invoer van goederen.'

Fiscaal bouwrecht. belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht; 2. de invoer van goederen.' Tijdschrift voor Bouwrecht Fiscaal bouwrecht TBR 2013/150 Hof van Justitie EU, 8 november 2012 C 299/Ï1 (Reikwijdte integratieheffing) A. Tizzano, A. Borg Barthet, M.Ilesic (rapporteur), E. Levits en M.

Nadere informatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

22-01-2015 30-03-2015 AWB - 13 _ 3431. Belastingrecht. Rechtspraak.nl

22-01-2015 30-03-2015 AWB - 13 _ 3431. Belastingrecht. Rechtspraak.nl ECLI:NL:RBNNE:2015:1474 Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland 22-01-2015 30-03-2015 AWB - 13 _ 3431

Nadere informatie

H. Brouwer. Hoge Raad, 7 juni 2013,10/02888bls, ECLI:NL:HR:2013:CA2222 (Btw of overdrachtsbelasting

H. Brouwer. Hoge Raad, 7 juni 2013,10/02888bls, ECLI:NL:HR:2013:CA2222 (Btw of overdrachtsbelasting Tijdschrift voor B uwrecht Jurisprudentie 7. In zijn noot onder dit vonnis acht JJ. van Hees de door de Rechtbank gekozen oplossing ongelukkig. Als de criteria van ongerechtvaardigde verrijking gaan gelden,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Hoge Raad der Nederla 'Entrée 1 8 MARS 2014 den ------1 Derde Kamer Nr. 09/02220 21 februari 2014 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Nieuwsbrief Vastgoed

Nieuwsbrief Vastgoed Nieuwsbrief Vastgoed 15 juli 2014 Nieuwbouw en verbouwing scholen door gemeente. Recht op btw-aftrek? De Hoge Raad heeft zich in april tweemaal uitgelaten over omzetbelasting (of: btw) bij de bouw/verbouwing

Nadere informatie

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 1

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Levering onroerende zaak (II) Wat is een onroerende zaak? Eén of meer onroerende zaken? Wat is een bouwterrein? Don Bosco-arrest Kinderdagverblijf-arrest Optie belaste levering

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

Date de réception : 29/11/2011

Date de réception : 29/11/2011 Date de réception : 29/11/2011 0-, /._,-", I. i._ I Itnl,." 2 i ';".' 'f ";.~'1! "j~j- lu! i..., ::.:::J Hoge Raad der Nederlanden I Derde Kamer Nr. 09/05101 30 september 2011 Ingeschreven in het register

Nadere informatie

Btw en overdrachtsbelasting

Btw en overdrachtsbelasting Btw en overdrachtsbelasting Btw en overdrachtsbelasting Prof. dr. René N.G. van der Paardt Erasmus Universiteit Rotterdam Loyens & Loeff N.V. Rotterdam Overzicht systeem van de omzetbelasting in het algemeen

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link:

ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link: ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link: http://deeplink. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 29-05-2015 Datum publicatie 29-05-2015 Zaaknummer 14/01134 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:138,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2017:1415. Permanente link:

ECLI:NL:PHR:2017:1415. Permanente link: ECLI:NL:PHR:2017:1415 Permanente link: http://deeplink. Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 12-12-2017 Datum publicatie 12-01-2018 Zaaknummer 16/04577 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 07/663 OB) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 07/663 OB) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. ECLI:NL:HR:2011:BM6699, Hoge Raad, 13-05-2011, 09/03108 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Hoge Raad 13-05-2011 13-05-2011 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BM6699

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

Behandeld door G.J.A. van Kalmthout

Behandeld door G.J.A. van Kalmthout Omzetbelasting Orfeoschouw 66 2726JHZoetermeer U57U2 AC Zoetermeer 79)3465100 ;079) 3465130.delortle.nl Gemeente Dordrecht T.a.v. de heer A. van Prooijen Postbus 8 3 300 AA DORDRECHT Datum Behandeld door

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

16-06-2015 26-06-2015. Belastingrecht. Hoger beroep. Rechtspraak.nl

16-06-2015 26-06-2015. Belastingrecht. Hoger beroep. Rechtspraak.nl ECLI:NL:GHARL:2015:4471 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16-06-2015 26-06-2015 14/00319

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2017:711 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/02004 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 2009 (*)

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 2009 (*) ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 2009 (*) Zesde btw-richtlijn Uitlegging van artikelen 13, B, sub g, en 4, lid 3, sub a Levering van terrein met gedeeltelijk gesloopt gebouw, op plaats waarvan

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland April 2017 Mr. P. Homan Belastingadviseur E-mail: p.homan@edo.nl Internet: www.edo.nl Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland Bij de aankoop van een vakantiewoning in Nederland komt een aantal

Nadere informatie

Belastingnieuws Binnenlands Bestuur

Belastingnieuws Binnenlands Bestuur www.pwc.com/nl Belastingnieuws Binnenlands Bestuur Nieuwsflits Juni 2013 Woningstichting Maasdriel inzake het begrip 'btw-bouwterrein' 1. Algemeen 2. Inleiding de samenloopregeling 3. De casus 4. Procedure

Nadere informatie

HET VERVAARDIGINGSVRAAGSTUK. Een literair onderzoek naar de mogelijke fiscale belemmering van het verbouwen van kantoorpanden naar huurwoningen

HET VERVAARDIGINGSVRAAGSTUK. Een literair onderzoek naar de mogelijke fiscale belemmering van het verbouwen van kantoorpanden naar huurwoningen Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Economische Wetenschappen Bachelor thesis Fiscale Economie Nadruk verboden HET VERVAARDIGINGSVRAAGSTUK Een literair onderzoek naar de mogelijke fiscale belemmering

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 Van : college van burgemeester en wethouders Datum : 27 juni 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Haring Portefeuille(s) : Financiën Contactpersoon : W. Lam Tel.nr. : 8318

Nadere informatie

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 i Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 Edelhoogachtbaar College, De uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 6 december 2012, nr. 11 / 04103, betreft de X in geschil zijnde vraag of belanghebbende,

Nadere informatie

De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij?

De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij? De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij? Door: mr. A.M. Kruijer 2012/2013 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 De integratieheffing

Nadere informatie

HOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen

HOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde

Nadere informatie

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 14 maart 2013 inzake [X], wonende

Nadere informatie

De schijnbaar oneindige discussie over bouwterreinen

De schijnbaar oneindige discussie over bouwterreinen Begraafplaatsen Recent heeft rechtbank Den Haag een beslissing genomen over de behandeling van gemeentelijke begraafplaatsen voor het BTW-compensatiefonds. De rechtbank hanteert daarvoor een bijzondere

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Gemeente Utrecht mevrouw mr. M.C. Don prof. dr. R.N.G. van der Paardt - belastingadviseur. fiscale aspecten omzetten erfpacht naar vol eigendom

Gemeente Utrecht mevrouw mr. M.C. Don prof. dr. R.N.G. van der Paardt - belastingadviseur. fiscale aspecten omzetten erfpacht naar vol eigendom Memorandum AAN T. A. V. VAN D A T U M 3 juli 2015 Gemeente Utrecht mevrouw mr. M.C. Don prof. dr. R.N.G. van der Paardt - belastingadviseur B E T R E F T fiscale aspecten omzetten erfpacht naar vol eigendom

Nadere informatie

Naar aanleiding van üw brief van 20 november 2018 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van üw brief van 20 november 2018 heb ik de eer het volgende op te merken. t. * * Den Haag, 2 G DÉC. 2018 ) Kenmerk: 2018-0000224190 Motivering van het beroepschrift In cassatie (rolnummer 18/04792) tegen de xz uitspraak van het Gerechtshof Den Haag (het Hof) van 5 oktober 2018,

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 4 oktober 2013 nr. 11/03207 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2011, nr. P10/00221, betreffende

Nadere informatie

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 Datum: 26 juni 2017 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan: wethouder Haring,

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

XXXX. Geachte heer XXXX,

XXXX. Geachte heer XXXX, Retouradres: Postbus 93122, 2509 AC Den Haag XXXX Geachte heer XXXX, Pagina 1/5 U heeft ons geschreven over de beslissing van de Belastingdienst op het namens de heren XXXX en XXXX (hierna: uw cliënten)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/07/2015

Datum van inontvangstneming : 21/07/2015 Datum van inontvangstneming : 21/07/2015 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 13/02651 Ingeschreven in oot register van het Hof van Justitie onder nr.. ~_.~_ Luxemburg 05. 06. 2015 ~Gri~ 29 mei 2015

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie

Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie In deze nieuwsbrief informeren wij u over de laatste ontwikkelingen inzake de procedures over btw en leerlingenvervoer.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Algemene Fiscale Politiek Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus

Nadere informatie

Kunstgrasvelden en de integratielevering: mag de fiscus maar eenmaal heffen?

Kunstgrasvelden en de integratielevering: mag de fiscus maar eenmaal heffen? Kunstgrasvelden en de integratielevering: mag de fiscus maar eenmaal heffen? Recent heeft de Advocaat-Generaal (AG) van het Hof van Justitie zijn conclusie afgegeven in de zaak van de aanleg van nieuwe

Nadere informatie

Nieuwsbrief BTW-ONP. Hoge Raad: inderdaad eerder een (btw-belast) bouwterrein. 12 juni 2013. In deze nieuwsbrief:

Nieuwsbrief BTW-ONP. Hoge Raad: inderdaad eerder een (btw-belast) bouwterrein. 12 juni 2013. In deze nieuwsbrief: Nieuwsbrief BTW-ONP 12 juni 2013 In deze nieuwsbrief: Hoge Raad: inderdaad eerder een (btw-belast) bouwterrein Goed nieuws voor partijen die onbebouwde terreinen graag met btw (vanwege de aftrekmogelijkheden)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

: Reamon Kortooms Adres : Postelse Hoeflaan KJ Tilburg Telefoonnummer : Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer :

: Reamon Kortooms Adres : Postelse Hoeflaan KJ Tilburg Telefoonnummer : Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : Naam : Reamon Kortooms Adres : Postelse Hoeflaan 20 5042 KJ Tilburg Telefoonnummer : 0681998802 Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 253905 Datum : december 2010 Examencommissie : Mr.

Nadere informatie

een uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst te P, de inspecteur.

een uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst te P, de inspecteur. LJN: AR6456, Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak: 18-10-2004 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Nu de geleverde onroerende zaak geen bouwterrein in

Nadere informatie

De levering van een bouwterrein in de btw

De levering van een bouwterrein in de btw De levering van een bouwterrein in de btw Door: mr. drs. B.G.A. (Bart) Heijnen 2011/2012 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen III Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Probleemstelling...

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Bouwterrein of geen bouwterrein? That s the question! : Brian van IJzendoorn. Administratienummer : Datum : november 2010

Bachelor Thesis. Bouwterrein of geen bouwterrein? That s the question! : Brian van IJzendoorn. Administratienummer : Datum : november 2010 Bachelor Thesis Bouwterrein of geen bouwterrein? That s the question! Naam : Brian van IJzendoorn Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 165569 Datum : november 2010 Examencommissie :

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Actualiteiten btw en overdrachtsbelasting

Actualiteiten btw en overdrachtsbelasting Actualiteiten btw en overdrachtsbelasting Mr. Henk de Kat Bouw- en vastgoedcursus Slot Zeist 11 juni 2015 Programma BTW: Leegstand gebouw Verbouwing / btw-aftrek Overdracht gebouw aan derde/ in de plaats

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Het begrip bouwterrein; houdbaar of in strijd met de Btw-richtlijn?

Het begrip bouwterrein; houdbaar of in strijd met de Btw-richtlijn? Het begrip bouwterrein; houdbaar of in strijd met de Btw-richtlijn? Naam: Sander Borremans Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 614630 Datum: 23 november 2010 Scriptiebegeleider: mr. drs.

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3234, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3234, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Stamrechtovereenkomst tussen oprichter en BV i.o. is mogelijk, mits binnen redelijke termijn BV tot stand komt en overeenkomst bekrachtigd. Gehele aanspraak belast omdat stamrechtovereenkomst gedeeltelijk

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * In zaak 268/83, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Overdrachtsbelasting. Vrijstelling. Diverse onderwerpen Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 21 juni 2013, nr. BLKB/2013/642M. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77877

Nadere informatie

Vervaardiging. In wezen nieuwbouw. Naam: Jelle Schijvenaars. Anr: 135783. Vak: Bachelor Thesis Fiscale Economie

Vervaardiging. In wezen nieuwbouw. Naam: Jelle Schijvenaars. Anr: 135783. Vak: Bachelor Thesis Fiscale Economie Vervaardiging In wezen nieuwbouw Naam: Jelle Schijvenaars Anr: 135783 Vak: Bachelor Thesis Fiscale Economie Instelling: Universiteit van Tilburg, FEB Datum: 21 november 2011 Begeleidster: E.G. Bakker LLM

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte Directoraat-Generaal Belastingdienst De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 25 augustus 2008 17 juni 2008 (2070822910)

Nadere informatie

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543 Titel Bedrijfsopvolgingsvrijstelling van toepassing op de verkrijging van fictieve onroerende zaken I Nummer 49 / 2779 Belastingjaar/tijdvak 2014 Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/04543,

Nadere informatie

Bouwen of afbraak? Het bouwterreinbegrip ter discussie. Anjo Bots

Bouwen of afbraak? Het bouwterreinbegrip ter discussie. Anjo Bots Bouwen of afbraak? Het bouwterreinbegrip ter discussie. Anjo Bots Administratienr.: s996649 Studierichting: Fiscaal economie Datum: april 2012 Begeleiding: Mr. dr. G.J. van Norden Inhoudsopgave I Afkortingenlijst

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

1 De vaststaande feiten

1 De vaststaande feiten \6 (OCAIC^COLS Op 18 februari 2010 ontvingen wij uw brief met de mededeling dat het ingediende beroepschrift niet aan de door de wet gestelde eisen voldoet. Namens WÈÊÊBSSB ^StMMÈÊÊÈÊÉMMm&MMSBTÉêR.V. geven

Nadere informatie

Gang van zaken aftrekbaarheid kosten monumentenpand

Gang van zaken aftrekbaarheid kosten monumentenpand Rapport Gang van zaken aftrekbaarheid kosten monumentenpand Een onderzoek naar de gang van zaken en informatieverstrekking met betrekking tot het wel/niet aftrekbaar zijn van kosten voor een monumentenpand

Nadere informatie

Fiscaliteit en grond- en bouwexploitatie in het kort

Fiscaliteit en grond- en bouwexploitatie in het kort www.pwc.nl Fiscaliteit en grond- en bouwexploitatie in het kort Versie: oktober 2011 W.A. Rouwenhorst FB (088) 792 30 08 Inhoudsopgave 1. Fiscale theorie 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Btw en toepassing Wet OB

Nadere informatie

In strijd met Europese BTW-regelgeving?

In strijd met Europese BTW-regelgeving? De integratielevering In strijd met Europese BTW-regelgeving? Auteur: S. van der Laan ANR: 255894 Begeleider: W.J.C. de Bakker Examencommissie: Prof. Dr. H.W.M. van Kesteren W.J.C. de Bakker De integratielevering

Nadere informatie

Vastgoed: BTW en overdrachtsbelasting 3 juni 2015

Vastgoed: BTW en overdrachtsbelasting 3 juni 2015 Vastgoed: BTW en overdrachtsbelasting 3 juni 2015 mr. R.A.W. Maat RechtStaete vastgoedadvocaten en belastingadviseurs B.V. Tel: 020 573 03 84 E-mail: ram@rechtstaete.nl Programma 1. Verhuur en BTW 2. Aan-

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak

LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak Datum uitspraak: 07-12-2012 Datum publicatie: 07-12-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 13, B,

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur?

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Onlangs heeft de rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak waarbij de Belastingdienst een naheffingsaanslag omzetbelasting heeft opgelegd,

Nadere informatie

Transformatie en belasting

Transformatie en belasting Transformatie en belasting van het Expertteam (kantoor)transformatie in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Wie betaalt de afdracht? Bij transformatie en herbestemming

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85454

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 Permanente link: http://deeplink. Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 5490 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

Titel. Wetsartikelen BUA - art. 1 Auteur. Publicatiedatum NTFR. Rubriek ECLI

Titel. Wetsartikelen BUA - art. 1 Auteur. Publicatiedatum NTFR. Rubriek ECLI Titel Hoge Raad verwijst zaak over toepassing BUA op terbeschikkingstelling van zitplaatsen in stadion aan personeel Nummer 35-36 / 1988 Belastingjaar/tijdvak 2004-2008 Hoge Raad 29 juni 2018, nr. 16/03928,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link: ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele

Nadere informatie

Hoge Raad geeft inzicht over wijze van instelling en heffing antidumpingrechten. Relevante Europese wetgeving

Hoge Raad geeft inzicht over wijze van instelling en heffing antidumpingrechten. Relevante Europese wetgeving Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2018/0326 Aanduiding definitieve antidumpingrechten op het aanslagbiljet is juist HR, 2 februari 2018, 16/00791, ECLI:NL:HR:2018:125 SAMENVATTING De Europese Commissie

Nadere informatie