Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282"

Transcriptie

1 i Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 Edelhoogachtbaar College, De uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 6 december 2012, nr. 11 / 04103, betreft de X in geschil zijnde vraag of belanghebbende, HMHHHHHft* o v e r h e t i a a r 2010 recht heeft op aftrek van 1/10 gedeelte van de ter zake van de integratieheffing verschuldigd geworden omzetbelasting op grond van de herzieningsregels van artikel 15, zesde lid, Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna Wet OB) juncto artikel 13, tweede lid, Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting Uitgangspunten bij procedure 1.1 In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten zoals vermeld in de uitspraak van de rechtbank onder punt 2. Kort samengevat heeft belanghebbende een kantoorpand laten bouwen dat in 2003 is opgeleverd en tot 1 augustus 2008 vrijgesteld van btw is verhuurd. Dientengevolge heeft in 2003 een integratieheffing plaatsgevonden. Van 1 augustus 2008 tot 30 juni 2011 heeft het pand leeggestaan. Gedurende deze periode is het pand te huur aangeboden door een makelaar. In de voor potentiële huurders beschikbare documentatie is aangegeven dat btw-belaste verhuur het uitgangspunt is. Vanaf 1 juli 2011 wordt het pand voor ten minste drie jaar btw-belast verhuurd. 2 Cassatiemiddel 2.1 De uitspraak van de Rechtbank te Arnhem dat belanghebbende over hetjaar 2010 recht heeft op aftrek van 1/10 gedeelte van de ter zake van de integratieheffing verschuldigd geworden omzetbelasting, aangezien belanghebbende in 2010 het onweersproken voornemen had het betreffende kantoorpand btw-belast te gaan verhuren vormt een schending, althans verkeerde toepassing van het recht, met name het neutraliteitsbeginsel en het bepaalde in artikel 15 Wet OB juncto artikel 13, tweede lid, van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968, in samenhang met de artikelen 168 en 187 tot en met 189 btw-richtlijn 2006/112/EC (hierna btw-richtlijn). 2.2 Niet wordt betwist dat belanghebbende niet het voornemen had om het kantoorpand btw-belast te gaan verhuren. Betwist wordt dat een dergelijk voornemen en bewijs daarvan noodzakelijk moet worden geacht om het recht op aftrek van herzienings-btw in de onderhavige zaak te doen gelden. 2.3 Wij motiveren het middel van cassatie als volgt. 3 Toelichting 3.1 Artikel 168 btw-richtlijn (en artikel 15 Wet OB) bepaalt dat een ondernemer de aan hem in rekening gebrachte btw mag aftrekken voor zover de goederen en diensten worden gebruikt voor de belaste handelingen van deze ondernemer.

2 2 3.2 De rechtbank is van oordeel dat leegstand geen gebruik behelst voor belaste handelingen omdat er bij leegstand überhaupt geen sprake is van daadwerkelijk of feitelijk gebruik (rechtsoverweging 4.2). Hiermee lijkt de rechtbank van mening te zijn dat leegstand geen economisch gebruik van het pand behelst. Een dergelijke conclusie moet naar onze mening als onjuist worden bestempeld. 3.3 In eerdere rechtspraak heeft het Europese Hof van Justitie (hierna EHvJ) verduidelijkt dat het begrip economische activiteit in de zin van de btw-richtlijn niet noodzakelijk in één enkele handeling bestaat, maar kan bestaan in een reeks van opeenvolgende handelingen (zie onder meer Rompelman, 14 februari 1985, 268/83, punt 22). Deze handelingen moeten onder omstandigheden worden beschouwd als verbonden, waardoor een rechtstreeks en onmiddellijk verband ontstaat met de toekomstige economische activiteit. Zo blijkt ook uit het EHvJ arrest Tets Haskovo (van 18 oktober 2012, C-243/11). In deze zaak zijn onroerende goederen gesloopt in het kader van modernisering en met het oog op de voortzetting van economische activiteiten. Het EHvJ oordeelt (met nadruk van onze hand): 34. In een situatie als in het hoofdgeding aan de orde verbreekt de vervanging van verouderde structuren door modernere gebouwen met dezelfde functie en derhalve het gebruik daarvan voor belastbare handelingen geenszins het rechtstreekse verband tussen de verwerving van de betrokken gebouwen enerzijds en de economische activiteiten die de belastingplichtige naderhand verricht anderzijds. De verwerving van de litigieuze onroerende goederen en de daaropvolgende sloop met het oog op hun modernisering kunnen derhalve worden beschouwd als een reeks met elkaar verbonden handelingen met als doel het verrichten van belastbare handelingen, op dezelfde voet als de aankoop van nieuwe onroerende goederen en het rechtstreekse gebruik daarvan. 3.4 Leegstand moet in dit licht worden aangemerkt als rechtstreeks en onmiddellijk verbonden met de beoogde toekomstige economische handelingen van belanghebbende, verhuur. Dit leidt er toe dat leegstand het economisch gebruik van een pand betreft dat binnen de reikwijdte van de btw valt. 3.5 Wellicht ten overvloede merken wij nog op dat indien leegstand als niet-economische activiteit zou worden aangemerkt dit, theoretisch bezien, tot uitzonderlijke situaties kan leiden. Bijvoorbeeld doordat een vastgoedexploitant in dat geval door leegstand van zijn pand niet langer wordt aangemerkt als ondernemer voor de btw. Hij heeft immers geen economische activiteiten meer. Op basis van zijn intentie om het pand te gaan verhuren moet de vastgoedexploitant echter reeds (weer) als ondernemer worden aangemerkt (EHvJ arrest Rompelman, 14 februari 1985, 268/83). Het betreffende pand van de vastgoed exploitant is evenwel door leegstand buiten de reikwijdte van de btw terecht komen en kan daarna (bij het hernieuwd ondernemerschap) niet meer binnen de reikwijdte van de btw terecht komen, met alle gevolgen van dien. Zulks volgt immers uit het arrest Waterschap Zeeuws Vlaanderen (van 2 juni 2005, C-378/02). Het aanmerken van leegstand als economische handeling is vanuit deze optiek niet alleen juist maar ook wenselijk. 3.6 Onder andere in punt 24 van het EHvJ arrest Uudenkaupungin kaupunki (van 30 maart 2006, C-184/04) is verduidelijkt dat de btw-richtlijn enkel voorziet in uitsluiting van het aftrekrecht bij niet-economische activiteiten en van btw-vrijgestelde activiteiten (uitzonderingen zoals voorzien in artikel 169 sub c btw-richtlijn daargelaten).

3 3 24. (...) volgens de logica van het bij de Zesde richtlijn ingevoerde stelsel [kunnen] de belastingen die in een eerder stadium zijn geheven over de goederen of diensten die een belastingplichtige in het kader van zijn belaste handelingen gebruikt, (...) worden afgetrokken. De aftrek van de voorbelasting hangt samen met de inning van belasting in een later stadium. Wanneer door een belastingplichtigexntvangeji_goede of handelingen die niet binnen de werkingssfeer van de BTW vallen, kan er geen sprake zijn van heffing van belasting in een later stadium noch van aftrek van voorbelasting. Worden goederen of diensten daarentegen gebruikt voor in een later stadium belaste handelingen, dan is aftrek van de hierover in een eerder stadium geheven belasting noodzakelijk om dubbele belasting te vermijden. 3.7 Op zichzelf bezien kan leegstand niet worden aangemerkt als het van btw-vrijgesteld gebruik van een pand. In het door de inspecteur bij de rechtbank ingediende verweerschrift, d.d. 24 november 2011, wordt het Besluit inzake de aftrek van omzetbelasting van 25 november 2011 (nr. BLKB 2011/641M, Stcrt. nr ) aangehaald, waarin overigens (ook) uitdrukkelijk is vermeld dat leegstand niet is aan te merken als vrijgesteld gebruik. 3.8 Nu vaststaat dat bij leegstand de aftrek niet toe te rekenen is aan btw-vrijgesteld ofwel het niet-economisch gebruik van een pand, ligt aftrek van btw ten tijde van leegstand voor de hand. Uit punt 35 van het EHvJ arrest Portugal Telecom (van 6 september 2012, C-496/11) moet worden opgemaakt dat een beperking van het btw-aftrekrecht ook niet is toegestaan. 35. In de tweede plaats zij eraan herinnerd dat het recht op aftrek waarin de artikelen 17 en volgende van Zesde richtlijn voorzien, een integrerend deel van de btw-regeling is en in beginsel niet kan worden beperkt. Dit recht wordt onmiddellijk uitgeoefend voor alle belastingen die op in eerdere stadia verrichte handelingen hebben gedrukt (...). Elke beperking van het recht op aftrek heeft gevolgen voor de hoogte van de belastingdruk en moet in alle lidstaten op dezelfde wijze worden toegepast. Afwijkingen zijn dus slechts toegestaan in de gevallen die de Zesde richtlijn uitdrukkelijk vermeldt (...). 3.9 Dat de btw-richtlijn de aftrek van btw toestaat voor zover de goederen en diensten worden gebruikt voor cfe belaste handelingen van de ondernemer (artikel 168 btwrichtlijn) doet aan het gestelde in 3.8 niet af. In onder andere het EHvJ arrest Klub is op dit punt verduidelijkt dat (met nadruk van onze hand): 35. (...) de aftrekregeling van de btw-richtlijn tot doel heeft, de ondernemer geheel te ontlasten van de in het kader van al ziin economische activiteiten verschuldigde of betaalde btw. Het gemeenschappelijke btw-stelsel waarborgt derhalve een volstrekt neutrale fiscale belasting van alle economische activiteiten, ongeacht het oogmerk of het resultaat ervan, mits die activiteiten in beginsel zelf aan de heffing van btw zijn onderworpen De in deze rechtsoverweging gebruikte bewoording 'in beginsel' laat enige ruimte toe. Het komt ons voor dat deze ruimte samenhangt met het inherente verloop van tijd die plaatsvindt tussen het moment van aankoop van goederen en diensten en het gebruik daarvan voor (toekomstige) belaste handelingen. Daarbij ontstaat het recht op aftrek van de aan een ondernemer in rekening gebrachte btw in principe al op het tijdstip waarop de aftrekbare belasting verschuldigd wordt (artikel 167 btw-richtlijn).

4 I Voor onroerende goederen moet de aftrek worden herzien op basis van de wijzigingen in het recht op aftrek die zich in de loop van de volgende jaren ten opzichte van het jaar van verkrijging, vervaardiging of, in voorkomend geval, eerste gebruik van de goederen hebben voorgedaan (artikel 187 btw-richtlijn). In Nederland wordt de aftrek in navolging van artikel 15, zesde lid, Wet OB juncto artikel 13, tweede RrJ, Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968, zodoende herzien en definitief bepaald in elk van de negen boekjaren op basis van de voor het boekjaar geldende gegevens bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat boekjaar Zoals blijkt uit de punten 50 tot en met 57 van het EHvJ arrest Centralan Property (van 15 december 2005, C-63/04) hebben de in de btw-richtlijn neergelegde herzieningsregels tot doel de precisie van de aftrek te vergroten om de btw-neutraliteit te waarborgen, zodat de in het vorige stadium verrichte handelingen slechts recht blijven geven op aftrek voorzover zij worden gebruikt voor verrichtingen die zijn onderworpen aan btw. Met genoemde regels beoogt de btw-richtlijn dus een nauw en rechtstreeks verband te vestigen tussen het recht op aftrek van voorbelasting en het gebruik van de betrokken goederen en diensten voor belaste handelingen in een later stadium Ten tijde van de vaststelling van de herziening moet in geval van leegstand het belastbare feit nog plaatsvinden. Dit is vergelijkbaar met een situatie waarbij bijvoorbeeld goederen op voorraad worden gehouden in afwachting van levering. Indien het belastbare feit verhuur betreft is de btw-behandeling van deze activiteit afhankelijk van het feit of het keuzerecht voor de optie belaste verhuur kan worden uitgeoefend zoals vastgelegd in artikel 137, lid 1, sub d btw-richtlijn en artikel 11, lid 1, onderdeel b, 5 Wet OB juncto artikel 6a Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting In het arrest Uudenkaupungin kaupunki (van 30 maart 2006, C-184/04) is evenwel het volgende overwogen. 40. Ten slotte en in tegenstelling tot wat de Italiaanse regering betoogt, is de herziening van de aftrek krachtens artikel 20 van de Zesde richtlijn noodzakelijkerwijs ook van toepassing wanneer de wijziging van het recht op aftrek afhangt van een vrijwillige keuze van de belastingplichtige, zoals de uitoefening van het keuzerecht van artikel 13, C, van de Zesde richtlijn. De uitoefening van dit keuzerecht heeft geen enkele invloed op het ontstaan van het recht op aftrek, dat, zoals zonet in herinnering is gebracht, wordt geregeld door artikel 17, lid 1, van de Zesde richtlijn. Aangezien de verhuur van een onroerend goed wordt belast nadat van de mogelijkheid tot het kiezen voor belastingheffing gebruik is gemaakt, wordt een herziening van de aftrek noodzakelijk om een dubbele belasting van de in een eerder stadium gedane uitgaven te vermijden, en wel onafhankelijk van het feit dat belastingheffing het gevolg is van de vrijwillige keuze van de belastingplichtige." 3.14 Opgemerkt zij dat een lidstaat de procedures mag uitwerken voor de toepassing van het keuzerecht voor belaste verhuur. Uit het EHvJ arrest Uudenkaupungin kaupunki moet evenwel worden opgemaakt dat deze regels niet tot gevolg mogen hebben dat de aan de ondernemer in een eerder stadium in rekening gebrachte btw niet kan worden afgetrokken in het geval de ondernemer de procedureregels nog niet heeft kunnen vervullen. 44. Zoals is vastgesteld in punt 24 van het onderhavige arrest, moeten volgens de logica van het bij de Zesde richtlijn ingevoerde stelsel de belastingen die in een eerder stadium zijn geheven i

5 over de goederen of diensten die een belastingplichtige in het kader van zijn belaste handelingen gebruikt, kunnen worden afgetrokken. Aangezien de belastingplichtigen krachtens artikel 13, C, eerste alinea, van de Zesde richtlijn de mogelijkheid hebben om te kiezen voor de belastingheffing over de verhuur van een onroerend goed, moet de uitoefening van dit keuzerecht bijgevolg niet alleen leiden, tot de belastingheffing over de verhuur, maar ook tot de aftrek van de desbetreffende belastingen die in een eerder stadium over dit onroerend goed zijn geheven. 45. De lidstaten zijn stellig bevoegd om de procedurele voorwaarden vast te stellen waaronder een keuzerecht kan worden uitgeoefend, wat de mogelijkheid inhoudt om te bepalen dat de belasting enkel wordt geheven na de indiening van het verzoek, en dat het pas na die datum mogelijk is om in eerder stadium betaalde belastingen af te trekken (...). Dergelijke bepalingen mogen echter niet ertoe leiden dat het recht op de met de belaste handelingen verbonden aftrek wordt beperkt wanneer het keuzerecht in overeenstemming met deze bepalingen rechtsgeldig is uitgeoefend. In het bijzonder mag de toepassing van de nationale procedureregels niet ertoe leiden dat de periode waarin aftrek kan plaatsvinden, korter wordt dan die welke de Zesde richtlijn voor de herziening van de aftrek heeft vastgesteld In navolging van het vorenstaande kan het een belastingplichtige niet worden tegengeworpen dat deze het keuzerecht voor belaste verhuur nog niet definitief heeft kunnen doen gelden op het moment dat het aftrekrecht wordt vastgesteld. Daarbij moet worden benadrukt dat indien belanghebbende bij economisch gebruik van het vastgoed geen aftrek van herzienings-btw wordt toegestaan het neutraliteitsbeginsel wordt geschonden. De ondernemer wordt in dat geval immers niet ontheven van de in het kader van al zijn economische activiteiten betaalde btw en er ontstaat een gevaar op dubbele belastingheffing Uit voorgaande moet worden opgemaakt dat een recht op aftrek van herzienings-btw (ook) bestaat in het geval dat een ondernemer zijn intentie om het keuzerecht voor een btw-belaste verhuur van het pand (nog) niet kenbaar heeft gemaakt. Zoals eerder betoogd is leegstand immers rechtstreeks en onmiddellijk verbonden met de beoogde toekomstige economische verhuurhandelingen van belanghebbende. Uit het arrest EHvJ arrest Portugal Telecom (van 6 september 2012, C-496/11) moet worden opgemaakt dat in dat verband niet relevant is of btw-belaste of btw-vrijgestelde verhuur wordt beoogd. 38. Met betrekking tot de regeling inzake het recht op aftrek is voor het in artikel 17, lid 2, van de Zesde richtlijn bedoelde recht op aftrek vereist dat een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de verworven goederen of diensten en de handelingen in een later stadium waarvoor een recht op aftrek bestaat. In dit verband is het doel dat de belastingplichtige uiteindelijk beoogt, niet relevant (...) Wij merken tot slot op dat in het EHvJ arrest Klub (van 22 maart 2012, C-153/11) is geoordeeld dat het recht op aftrek van voorbelasting ten aanzien van een investeringsgoed verworven blijft ook wanneer de ondernemer de goederen of diensten die tot aftrek van voorbelasting hebben geleid, wegens omstandigheden buiten zijn wil niet heeft kunnen gebruiken voor belastbare handelingen. In dat geval bestaat er immers geen gevaar van fraude of misbruik dat een latere terugbetaling van de afgetrokken bedragen kan rechtvaardigen.

6 Samenvattend lichten wij het middel op cassatie als volgt toe: 1. Leegstand moet worden aangemerkt als economisch gebruik van een pand omdat het rechtstreeks en onmiddellijk verbonden is met de toekomstige economische handelingen van belanghebbende! 2. De aftrekregeling van de btw-richtlijn heeft tot doel de ondernemer geheel te ontlasten van de in het kader van al zijn economische activiteiten verschuldigde of betaalde btw mits die activiteiten in beginsel zelf aan de heffing van btw zijn onderworpen. De btwrichtlijn voorziet enkel in uitsluiting van het aftrekrecht bij niet-economische activiteiten en van btw-vrijgestelde activiteiten. Afwijkingen in de beperking van het aftrekrecht zijn niet toegestaan. 3. Op grond van de herzieningsregels wordt de btw aftrek op vastgoed herzien op basis van de voor het boekjaar geldende gegevens bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat boekjaar. 4. Ten tijde van de vaststelling van dè herziening moet in geval van leegstand, vergelijkbaar met de situatie van het houden van voorraad, het belastbaar feit nog plaatsvinden. Nu het beoogde belastbare feit verhuur betreft is de btw-behandeling van deze activiteit afhankelijk van het feit of het keuzerecht voor de optie belaste verhuur kan worden uitgeoefend. 5. Procedurele regels ten behoeve van de uitoefening van het keuzerecht voor btwbelaste verhuur mogen niet tot gevolg hebben dat de aan belanghebbende in een eerder stadium in rekening gebrachte btw niet kan worden afgetrokken. 6. Het mag belanghebbende niet worden tegengeworpen dat deze het keuzerecht voor de optie belaste verhuur nog niet definitief heeft kunnen doen gelden op het moment dat het aftrekrecht wordt vastgesteld conform de herzieningsregels. 7. Het is niet relevant of belanghebbende ten tijde van leegstand beoogde het pand btwbelast dan wel btw-vrijgesteld te verhuren. Leegstand is rechtstreeks en onmiddellijk verbonden met de beoogde toekomstige economische verhuur handelingen van belanghebbende. 8. Indien belanghebbende bij economisch gebruik van het vastgoed geen aftrek van herzienings-btw wordt toegestaan wordt het neutraliteitsbeginsel geschonden. De ondernemer wordt in dat geval immers niet ontheven van de in het kader van al zijn economische activiteiten betaalde btw en er ontstaat een gevaar op dubbele belastingheffing.

7 7 4 Conclusie X 4.1 Namens BflflMflHHHHHHI verzoeken wij Uw College dit incidenteel beroep in cassatie gegrond te verklaren. 4.2 Voorts verzoeken wij Uw College de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten van het cassatieberoep.

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * COMMISSIE / FRANKRIJK ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * In zaak 50/87, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. F. Buhl, juridisch adviseur van de Commissie, als gemachtigde,

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Praktijknotitie BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-algemeen. 3. Leegstand vóór ingebruikneming Aftrek investerings-btw

Praktijknotitie BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-algemeen. 3. Leegstand vóór ingebruikneming Aftrek investerings-btw Van: NOAB Adviesgroeplid -INSTITUUT, dhr. Frank Resseler en drs. Daphne van den Heuvel Datum: April 2018 Onderwerp: Btw en leegstand 1. Inleiding Het gebeurt regelmatig dat onroerende zaken leeg staan

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Edelhoogachtbaar College, De gemeente MP heeft bij brief van 21 september 2017 cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen

Nadere informatie

Tussentijdse leegstand en de aftrek van voorbelasting

Tussentijdse leegstand en de aftrek van voorbelasting Tussentijdse leegstand en de aftrek van voorbelasting Bachelor Thesis Naam: Hui Jiang Hu Administratienummer: 920766 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 10 december 2014 Examencommissie: Prof. dr.

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november 2004 1 1. In deze zaak verzoekt de Hoge Raad der Nederlanden het Hof om uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn 2 (hierna: richtlijn") voorzover

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * In zaak 268/83, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

pagina 2 van 9 Arrest 1 Het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 20 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG

pagina 2 van 9 Arrest 1 Het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 20 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG pagina 1 van 9 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 10 oktober 2013 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 13, C, en 20 Levering van onroerend goed Recht om voor belastingheffing te kiezen Recht op aftrek Herziening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 2 juni 2005*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 2 juni 2005* ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 2 juni 2005* In zaak C-378/02, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij beslissing

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 * ARREST VAN 14. 7. 2005 ZAAK C-434/03 ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 * In zaak C-434/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer) 22 juni 2016 (*) Prejudiciële verwijzing Belasting over de toegevoegde waarde Voorbelasting Aftrek

ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer) 22 juni 2016 (*) Prejudiciële verwijzing Belasting over de toegevoegde waarde Voorbelasting Aftrek ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer) 22 juni 2016 (*) Prejudiciële verwijzing Belasting over de toegevoegde waarde Voorbelasting Aftrek In zaak C-267/15, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * INVESTRAND ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * In zaak 0435/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Hoge Raad der Nederla 'Entrée 1 8 MARS 2014 den ------1 Derde Kamer Nr. 09/02220 21 februari 2014 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Date de réception : 09/12/2011

Date de réception : 09/12/2011 Date de réception : 09/12/2011 Vertaling C-563/11-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-563/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing 9 november 2011 Latvijas Republikas Augstākās tiesas Senāta

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 17, lid 5, derde alinea Recht op aftrek van voorbelasting Goederen en diensten die zowel voor belastbare als voor vrijgestelde

Nadere informatie

Fiscaal bouwrecht. belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht; 2. de invoer van goederen.'

Fiscaal bouwrecht. belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht; 2. de invoer van goederen.' Tijdschrift voor Bouwrecht Fiscaal bouwrecht TBR 2013/150 Hof van Justitie EU, 8 november 2012 C 299/Ï1 (Reikwijdte integratieheffing) A. Tizzano, A. Borg Barthet, M.Ilesic (rapporteur), E. Levits en M.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Herziening bij wijziging van niet-economische naar economische activiteiten?

Herziening bij wijziging van niet-economische naar economische activiteiten? Herziening bij wijziging van niet-economische naar economische activiteiten? Door: mr. P.W. Schlechter 2012/2013 Inhoud Hoofdstuk 1: Inleiding... 2 1.1 Motivering en probleemstelling... 2 Hoofdstuk 2:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2018:1190

ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 01-05-2018 Datum publicatie 24-05-2018 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00787

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Herziening en verhuur van onroerende zaken in de btw

Herziening en verhuur van onroerende zaken in de btw Herziening en verhuur van onroerende zaken in de btw Wordt er overeenkomstig het neutraliteitsbeginsel gehandeld? Door Laurens van Drie Nummer: 344531 Begeleider: Prof. dr. R.N.G. van der Paardt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Vertaling C-140/17-1 Zaak C-140/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 maart 2017 Verwijzende rechter: Naczelny Sąd Administracyjny (Polen)

Nadere informatie

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 14 maart 2013 inzake [X], wonende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1) pagina 1 van 5 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 07/663 OB) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 07/663 OB) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. ECLI:NL:HR:2011:BM6699, Hoge Raad, 13-05-2011, 09/03108 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Hoge Raad 13-05-2011 13-05-2011 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BM6699

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur?

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Onlangs heeft de rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak waarbij de Belastingdienst een naheffingsaanslag omzetbelasting heeft opgelegd,

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Justitie Onderwerp Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland. Zesde BTW-richtlijn Artikelen 6, lid2, eerste alinea, suba, en 13, B, subb - Gebruik voor privé-doeleinden

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 2009 (*)

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 2009 (*) ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 2009 (*) Zesde btw-richtlijn Uitlegging van artikelen 13, B, sub g, en 4, lid 3, sub a Levering van terrein met gedeeltelijk gesloopt gebouw, op plaats waarvan

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 *

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 * 1. Het onderhavige prejudiciële verzoek betreft het recht op teruggaaf van BTW krachtens artikel 17 van de Zesde

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Samenvatting C-186/15 1 Zaak C-186/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. MAZÁK van 11 september 2012 (1) Zaak C 299/11. Staatssecretaris van Financiën tegen Gemeente Vlaardingen

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. MAZÁK van 11 september 2012 (1) Zaak C 299/11. Staatssecretaris van Financiën tegen Gemeente Vlaardingen CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. MAZÁK van 11 september 2012 (1) Zaak C 299/11 Staatssecretaris van Financiën tegen Gemeente Vlaardingen (verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden om een prejudiciële

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JUNI 2014 F.12.0082.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0082.N RECREATIE- EN NATUURPARK KEIHEUVEL vzw, met zetel te 2490 Balen, 17 de Esc. Lichtvliegwezenlaan 14, eiseres, met als raadsman

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 april 2017, nummer AWB 16/2734, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 april 2017, nummer AWB 16/2734, in het geding tussen belanghebbende en GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN locatie Arnhem nummer 17/00563 uitspraakdatum: 12 december 2017 Uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van de gemeente [X] te [Z] (hierna:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 27 september 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 27 september 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 27 september 2012 (*) Btw Vrijstelling van verhuur van onroerend goed Verhuur van commerciële ruimten Aan deze verhuur verbonden diensten Kwalificatie van handeling voor

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-aftrek algemeen

PRAKTIJKNOTITIE BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-aftrek algemeen Van: VDF btw-specialisten Datum: Juni 2017 Onderwerp: Btw en herzieningsregels 1. Inleiding Ondernemers die actief zijn in de onroerend goedbranche en ondernemers die zelf een bedrijfspand hebben aangeschaft,

Nadere informatie

HOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen

HOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 4 oktober 2013 nr. 11/03207 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2011, nr. P10/00221, betreffende

Nadere informatie

Het etiket van het gemeentehuis

Het etiket van het gemeentehuis Het etiket van het gemeentehuis Door: drs. Job van der Laan 2007/2008 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Blz 2 Hoofdstuk 2 Waterschap Zeeuws-Vlaanderen Blz 3 2.1 Algemeen Blz 3 2.2 Feiten en uitgangspunten

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Leegstandsuren gemeentelijke sportzalen tellen niet mee bij preprorata

Leegstandsuren gemeentelijke sportzalen tellen niet mee bij preprorata Leegstandsuren gemeentelijke sportzalen tellen niet mee bij preprorata berekening Rechtbank Gelderland oordeelt dat X geen rekening mag houden met de uren dat de sportzalen voor verhuur beschikbaar zijn.

Nadere informatie

Btw; never a dull moment!

Btw; never a dull moment! Btw; never a dull moment! Dr. Redmar Wolf 1 24 De btw (en onze nationale variant: de omzetbelasting) is uw belangstelling meer dan waard. Deze op EU-niveau alle EU-lidstaten een belangrijke - zo niet belangrijkste

Nadere informatie

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep ECLI:NL:GHSHE:2015:3523 http://deeplink. Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 11-09-2015 21-09-2015

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 juni 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 juni 2013 (*) Page 1 of 7 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 juni 2013 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 4, leden 1 en 2 Begrip economische activiteiten Aftrek van voorbelasting Exploitatie van fotovoltaïsche installatie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * KRETZTECHNIK ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * In zaak C-465/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Unabhängige Finanzsenat,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/10/2013

Datum van inontvangstneming : 28/10/2013 Datum van inontvangstneming : 28/10/2013 Vertaling C-500/13-1 Zaak C-500/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 september 2013 Verwijzende rechter: Naczelny Sąd Administracyjny

Nadere informatie

LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak

LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak LJN: BU8847, Hoge Raad, 10/02532 Print uitspraak Datum uitspraak: 07-12-2012 Datum publicatie: 07-12-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 13, B,

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link:

ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link: ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link: http://deeplink. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 29-05-2015 Datum publicatie 29-05-2015 Zaaknummer 14/01134 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:138,

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27636 15 mei 2019 Wijziging van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 (modernisering kleineondernemersregeling)

Nadere informatie

/ Belastingrecht. Hoger beroep. Rechtspraak.nl

/ Belastingrecht. Hoger beroep. Rechtspraak.nl ECLI:NL:GHAMS:2016:3104 Permanente http://deeplink. Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Amsterdam 14-06-2016 03-08-2016

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/11/2014

Datum van inontvangstneming : 14/11/2014 Datum van inontvangstneming : 14/11/2014 Samenvatting C-226/14-1 Zaak C-226/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer AWB - 15 _ 4205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 april 2004 * ARREST VAN 29. 4. 2004 ZAAK C-137/02 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 april 2004 * In zaak C-137/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE Brussel, 11 september 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN DE

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 26 januari 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2258

ECLI:NL:RBGEL:2017:2258 ECLI:NL:RBGEL:2017:2258 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 21-04-2017 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 2734 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Als u een bedrijfspand gaat huren of verhuren

Als u een bedrijfspand gaat huren of verhuren Als u een bedrijfspand gaat huren of verhuren Gevolgen voor de btw Gaat u een bedrijfspand huren of verhuren? Dan hebt u te maken met bepaalde btw-regels. De verhuur van een bedrijfspand is meestal vrijgesteld

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2587

ECLI:NL:GHARL:2015:2587 ECLI:NL:GHARL:2015:2587 Instantie Datum uitspraak 31-03-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/00452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 02.05.2001 COM(2001) 238 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2012 F.11.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0067.N E.V.T., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) Btw Richtlijn 2006/112/EG Artikelen 306-310 Bijzondere regeling voor reisbureaus Vervoerdienst die door reisbureau handelend in eigen naam wordt verricht

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2017:711 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/02004 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie