ALS JE T LEUK VOND, VERGEET JE DAN ZEKER NIET TE ABONNEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ALS JE T LEUK VOND, VERGEET JE DAN ZEKER NIET TE ABONNEREN"

Transcriptie

1 ALS JE T LEUK VOND, VERGEET JE DAN ZEKER NIET TE ABONNEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN VAN DE TWEEDE PERSOON BIJ VLAAMSE YOUTUBERS EN VLOGGERS Pieter Coorevits Stamnummer: Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Taal- en Letterkunde: afstudeerrichting Nederlands-Scandinavistiek Academiejaar:

2

3 Dankwoord Toen ik mijn opleiding Taal- en Letterkunde begon had de masterproef nog een mythische status. Ongetwijfeld hebben de vele verhalen van familieleden en vrienden die me voorgingen daaraan bijgedragen. Maar nu ligt ze voor u. Deze masterproef had u wellicht nooit gelezen als ik niet de hulp had gehad van een aantal personen die hierbij wil bedanken. Allereerst wil ik mijn promotor, professor Johan De Caluwe, bedanken. Na de zorgvuldige begeleiding van mijn bachelorproef wilde hij me ook bij deze tweede stap in het onderzoek ondersteunen, waarvoor een oprechte dankuwel. Hij was steeds bereikbaar voor mijn vragen of twijfels en dankzij zijn vakkundige commentaar heeft hij deze masterproef de goede richting uit geholpen. Ten tweede verdienen mijn ouders een dikke dankjewel. Niet alleen voor de grote belangstelling voor mijn thesis en het begrip dat die meer omvatte dan enkel filmkes kijken, maar ook om me vrij te laten in mijn studiekeuze. Ik moet hier ook een speciale vermelding maken voor mijn moeder en mijn zus voor de grafische verwerking. Ten slotte krijgen ook nog mijn familie en vrienden nog een bedanking. Het voelde goed om af en toe eens het hart te kunnen luchten met lotgenoten of om gewoon eens even het thesiswerk te laten rusten. Bedankt allemaal!

4 Lijst van tabellen Tabel 1: De vijf types van dialect-standaardtaalconstellaties volgens Auer (211: 487) 6 Tabel 2: schematisch overzicht van het paradigma van de pronomina van de tweede persoon in Vlaanderen 31 Tabel 3: Overzicht van de onderzochte YV's 34

5 Lijst met figuren Figuur 1: kaart van de dialectgebieden in Vlaanderen 9 Figuur 2: Het persoonlijk voornaamwoord tweede persoon enkelvoud in West- Vlaanderen (preverbaal in positie) Figuur 1: het persoonlijk voornaamwoord eerste en tweede persoon enkelvoud in Limburg (positie) Figuur 4: Verdeling voor de variabele vorm tweede persoon enkelvoud 46 Figuur 5: Verdeling per sekse voor de variabele vorm tweede persoon enkelvoud Figuur 6: Verdeling per regio voor de variabele vorm tweede persoon enkelvoud Figuur 7: Verdeling voor de variabele niet-vorm tweede persoon enkelvoud 51 Figuur 8: Verdeling per sekse voor de variabele niet-vorm tweede persoon enkelvoud Figuur 9: Verdeling per regio voor de variabele niet-vorm tweede persoon enkelvoud Figuur 1: Verdeling voor de variabele vorm tweede persoon meervoud 54 Figuur 11: Verdeling per sekse voor de variabele vorm tweede persoon meervoud Figuur 12: Verdeling per regio voor de variabele vorm tweede persoon meervoud Figuur 13: Verdeling voor de variabele niet-vorm tweede persoon meervoud 56 Figuur 14: Verdeling per sekse voor de variabele niet-vorm tweede persoon meervoud Figuur 15: Verdeling per regio voor de variabele niet-vorm tweede persoon meervoud 57 58

6 Inhoud Inleiding... 1 Hoofdstuk 1 Het paradigma van het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon in Vlaanderen De taalsituatie in Vlaanderen De Vlaamse taalsituatie volgens het model van Auer De drie grote onderdelen in de hedendaagse Vlaamse context Het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon in Vlaanderen Standaardtaal Dialect Tussentaal Paradigmadoorbreking Hoofdstuk 2 Methodologie Dataverzameling Dataverwerking Kwantitatieve gegevensverwerking Kwalitatieve gegevensverwerking Verantwoording Taalgebruik van jongeren op digitale media Een schets van de Youtuber en vlogger als spreker Hoofdstuk 3 Analyse van de resultaten Kwantitatieve analyse De pronomina van de tweede persoon enkelvoud: positie De pronomina van de tweede persoon enkelvoud: niet-positie De pronomina van de tweede persoon meervoud: positie De pronomina van de tweede persoon enkelvoud: niet-positie Kwalitatieve analyse Het gebruik van sverdubbelingen Het gebruik van niet-dominante pronomina Paradigmadoorbreking Algemene bespreking van de kwantitatieve en kwalitatieve analyse Hoofdstuk 4 Conclusie Referentielijst Bijlagen Woordenaantal: 24 39

7 Inleiding YouTube telt maar liefst een miljard gebruikers, goed voor een derde van alle internetgebruikers, die dagelijks miljarden uren aan filmpjes bekijken. In de Verenigde Staten haalt YouTube op mobiele apparaten meer kijkers tussen de 18 en 49 jaar dan alle kabelnetwerken samen (YouTube s.d.). Daarmee is YouTube de grootste site ter wereld waarop iemand audiovisueel materiaal openbaar kan publiceren en zo kan delen met de rest van de wereld. Volgens schattingen krijgt het videoplatform er per minuut zo n vierhonderd uur aan extra videomateriaal bij (Tran 217). Bij degenen die op hun YouTubekanaal uploaden, zitten onder andere televisiekanalen, bedrijven en verenigingen (denk bijvoorbeeld aan de vzw TED met de befaamde TED Talks), maar een groot deel komt ook van privépersonen die het motto van YouTube ( Broadcast Yourself ) in de praktijk omzetten. Sommigen onder hen posten op regelmatige basis video s op hun kanaal en verzamelen zo een grote aanhang aan volgers die zich op hun kanaal abonneren. Zulke personen die regelmatig nieuwe video s op de website plaatsen, krijgen dan ook de vrij toepasselijke benaming youtubers. De meesten zijn trouwens niet ouder dan dertig jaar. Sommige youtubers worden zo populair met hun filmpjes dat ze er zelfs van kunnen leven. Hun inkomsten halen ze dan onder meer uit advertenties, maar ook uit eigen koopwaar en sponsordeals met grote bedrijven. Die laatste beschouwen (populaire) youtubers als zogenaamde influencers die vaak persoonlijker en subtieler een product kunnen promoten dan een traditionele reclamespot (van Leeuwen 215 en Stevens 216). Youtubers zijn er zelfs zo goed in dat ze moeten vermelden wanneer ze gesponsorde producten in beeld brengen, zodat hun vaak jonge publiek niet wordt misleid (Sweney 214). De Zweed Felix Kjellberg, beter bekend onder zijn gebruikersnaam PewDiePie, spant de kroon in de youtuberswereld met meer dan zestig miljoen abonnees en video s die in totaal meer dan achttien miljard keer zijn bekeken. Via zijn kanaal zou hij meerdere miljoenen per jaar verdienen (Herrman 217). Kjellberg werd populair door het maken van gamevideo s, maar de inhoud van de video s die youtubers online zetten, omvat verschillende domeinen. Sommigen recenseren de nieuwste technologische producten, anderen hebben een make-upkanaal of een kanaal waarop ze hun reizen delen en nog anderen uploaden over hun eigen leven en wat hen wakker houdt. Die laatste groep vormt een eigen categorie binnen het hele YouTubegebeuren. Met de gebeurtenissen in hun eigen leven als onderwerp tonen ze een grote overeenkomst met bloggers. Alleen gebruiken zij geen geschreven medium, maar richten ze zich tot hun volgers door middel van de camera. Om die reden worden ze video bloggers of kortweg vloggers genoemd. Het is echter moeilijk om een strikt onderscheid te maken tussen youtubers en vloggers. Veel vloggers hebben ook video s die 1

8 niet over zichzelf gaan en waarin ze dingen doen en tonen die sommigen eerder onder youtuberinhoud zouden rekenen. Langs de andere kant kan een youtuber die het in zijn of haar video s nooit over zichzelf heeft, plots een zeer persoonlijke boodschap op zijn of haar kanaal plaatsen. YouTubesterren genieten vooral bij jongeren de meeste populariteit. Er bestaan verschillende redenen die hun succes bij die groep kunnen verklaren. Jongeren geven namelijk zelf aan dat ze YouTubevideo s appreciëren waarin humor zit en de persoon achter de camera gewoon zichzelf is, maar ook risico s durft te nemen. Traditionele beroemdheden, zoals acteurs en andere televisiesterren, zouden op die domeinen iets terughoudender overkomen. Daar bovenop zouden youtubers en vloggers zich ook toegankelijker en meer toegewijd naar hun volgers toe opstellen (Dredge 216). Ondanks de steeds toenemende populariteit van YouTube en youtubers lijkt de academische belangstelling binnen de menswetenschappen voor het platform pas in het laatste decennium te zijn gewekt. Vooral in de communicatiewetenschappen neemt de belangstelling toe voor YouTube als sociaal medium, bijvoorbeeld hoe het als verbinding werkt binnen bepaalde gemeenschappen (zie bijvoorbeeld Mentoza-Denton 215) of hoe youtubers en vloggers aan zelfpresentatie doen (zie onder meer Griffith & Papacharissi 21). In de taalwetenschap blijven YouTubefilmpjes en het taalgedrag van youtubers echter een eerder marginaal onderzocht domein. Zeker binnen de neerlandistiek staat het onderzoek naar taal op YouTube of taalpraktijken bij youtubers en vloggers, voor zover wij weten, nog in de kinderschoenen. In de Nederlandse taalkunde heerst er meer belangstelling voor het taalgebruik van jongeren op andere online geschreven media, zoals chatsites, Facebook en Twitter (zie onder meer Vandekerckhove & Nobels 21 en De Decker 214). Op zich is dat niet geheel verbazingwekkend aangezien YouTube, opgericht in 25, nog niet zo heel lang bestaat. Youtubers en vloggers hebben in Nederland en België ook pas de laatste jaren een echte opmars gekend, al doken ze in Nederland eerder op dan in België (Kopinga 215). Zo blijft het audiovisueel materiaal op het internetplatform relatief onontgonnen linguïstisch terrein, ondanks het grote aanbod aan opgeslagen gesproken taal. Het Nederlandse taalgebied is ook vrij beperkt en youtubers of vloggers die video s in het Nederlands maken, weten dat het aantal abonnees van hun overwegend Engelstalige collega s buiten hun bereik ligt. De populairste Vlaamse youtuber MojoOnPc haalde als eerste vlogger in Vlaanderen meer dan een miljoen abonnees, maar zijn video s maakt hij in het Engels ( Ik heb een manager 217). Acid, momenteel de grootste Vlaamse youtuber die video s in het Nederlands maakt, houdt het bij iets meer dan driehonderd vijftigduizend abonnees. Die lagere abonneecijfers kunnen er ook voor gezorgd hebben dat Nederlandstalige youtubers en vloggers lang onopgemerkt bleven. Met deze masterscriptie hopen we een eerste stap naar academisch onderzoek te zetten over het taalgebruik van vloggers en youtubers. We zullen ons hier specifiek concentreren op het gebruik 2

9 van de persoonlijke voornaamwoorden van de tweede persoon, zowel in het enkelvoud als in het meervoud. De keuze voor pronominaal onderzoek is ingegeven door twee redenen. Ten eerste krijgt voornamelijk het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud vaak een plaats in het onderzoek naar tussentaal. Het onderzoek naar tussentaal als taalvariëteit van het Nederlands in Vlaanderen kan op veel aandacht rekenen in de Nederlandse taalkunde. Toen taalkundigen dat linguïstische fenomeen vaststelden, lieten velen van hen zich voornamelijk negatief uit over die taal die tussen dialect en Algemeen Nederlands leek te hangen. Dat resulteerde in een reeks pejoratieve benamingen waarvan Van Istendaels (1989) Verkavelingsvlaams en Goossens (2) Schoon Vlaams misschien wel de bekendste zijn. Oorspronkelijk veronderstelden die taalkundigen dat tussentaal slechts een overgangsfase was in het standaardiseringsproces van Vlaanderen. Eenmaal de Vlaming het Standaardnederlands volledig onder de knie kreeg, zou het Verkavelingsvlaams wel verdwijnen. Vandaag hebben de meeste linguïsten die gedachte verlaten en zijn ze tussentaal nader gaan onderzoeken. De taalvariëteit bleek namelijk standvastiger in het Vlaamse taallandschap te zijn dan aanvankelijk gedacht (De Caluwe, Delarue, Ghyselen & Lybaert 213: 5-6). Sommige onderzoekers menen ook dat sommige karakteristieken van de tussentaal zich definitief stabiliseren (zie bijvoorbeeld Taeldeman 28). Een van die karakteristieken zou het pronomen van de tweede persoon enkelvoud ge zijn. Daarom gebruiken taalwetenschappers het pronomen van de tweede persoon enkelvoud vrij vaak als variabele in hun onderzoek om er bijvoorbeeld de tussentaligheid in fictieseries mee te berekenen zoals Van Hoof (21). Met deze masterproef hopen we alvast een inkijk te geven in het taalgebruik van youtubers en vloggers voor deze variabele, aangezien die door de Vlaamse taalsituatie verschillende vormen kan aannemen. Ten tweede kiezen we voor een pronominaal onderzoek net omdat veel van die onderzoeken naar tussentaal enkel het pronomen van het tweede persoon enkelvoud opnemen als een variabele. Vaak is dat pronomen ook maar één van meerdere variabelen. Hier willen we dus de ruimte nemen om een diepgaande analyse van de pronomina van de tweede persoon te bereiken. Verder valt het in tussentaalstudies op dat enkel de tweede persoon enkelvoud bij de persoonlijke voornaamwoorden wordt belicht. Andere pronomina komen soms wel eens voor, maar één soort persoonlijk voornaamwoord lijkt vaak een grote afwezige in het onderzoek: de tweede persoon meervoud. Voor zover wij weten is er geen recente studie gewijd aan het persoonlijk voornaamwoord van de twee persoon meervoud in Vlaanderen en wordt die zelfs amper als variabele in bijvoorbeeld publicaties over tussentaal gebruikt. Daarom nemen we ook de meervoudsprononima van de tweede persoon mee in dit onderzoek. Daarnaast gaat de laatste pronominale studie over enkel en alleen de tweede persoon enkelvoud in Vlaanderen, waar wij weet van hebben, terug tot 24. Toen publiceerde Reinhilde Vandekerckhove (24) een artikel over die pronima bij Vlamingen in informele 3

10 gesprekken. Het leek ons daarom ook interessant om een gelijkaardig onderzoek in een andere context uit te voeren. De aanleiding tot deze scriptie is dus tweeledig. We willen enerzijds een licht werpen op het taalgebruik van youtubers en vloggers, iets wat tot nu toe toch nog amper is gebeurd binnen de neerlandistiek, en anderzijds willen we een diepgaande analyse brengen van de pronomina van de tweede persoon die ze gebruiken. Net door pronominaal gebruik in zo n specifieke context te bestuderen, geloven we tot grondige resultaten te kunnen komen. Als methode kiezen we voor een combinatie van een kwantitatieve en een kwalitatieve analyse om een zo genuanceerd mogelijk beeld te verkrijgen. Concreet willen we daarbij een antwoord kunnen formuleren op de volgende onderzoeksvragen: Welke pronomina gebruiken youtubers en vloggers in hun video s? Hebben ze een duidelijke voorkeur voor een bepaalde vorm? Zijn er vormen die minder of helemaal niet bod komen? Kunnen we de verschillen in het gebruik van de pronominale varianten linken aan de parameters sekse en regionale herkomst? Gebruiken youtubers en vloggers bepaalde varianten in een specifieke context? Zo ja, waarom zouden ze dat kunnen doen? We beginnen in het eerste hoofdstuk met een beschrijving van de Vlaamse taalsituatie en stellen op basis daarvan het paradigma op voor het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon. Vervolgens zullen we het in een tweede hoofdstuk hebben over de methodologie en hoe we de kwantitatieve en kwalitatieve analyse hebben aangepakt. In het derde hoofdstuk worden de resultaten uit het corpus geanalyseerd. Afsluiten doen we in het vierde hoofdstuk waarin alle conclusies van het onderzoek nog eens worden verzameld. 4

11 Hoofdstuk 1 Het paradigma van het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon in Vlaanderen In dit hoofdstuk bekijken we hoe het paradigma van het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon eruitziet. In 1.1 bekijken we de taalsituatie van het Nederlands in Vlaanderen om een duidelijker beeld te krijgen over de verschillende variëteiten. Vanuit die beschrijving gaan we in 1.2 over tot de beschrijving van het pronominale paradigma van de tweede persoon voor het Nederlands in Vlaanderen. 1.1 De taalsituatie in Vlaanderen Het Nederlands is de officiële taal in Vlaanderen, maar daarbij moeten we ons afvragen wat de term het Nederlands precies omvat. Om dat te achterhalen vertrekken we vanuit de taaltypologieën die zijn opgesteld door Auer (25, 211) De Vlaamse taalsituatie volgens het model van Auer Vele Europese talen kennen in hun taalgebieden een groot aantal variëteiten en dat is voor het Nederlands in Vlaanderen niet anders (zie o.a. Bennis 23 en Janssens & Marynissen 28: 177). Een vaak gebruikt model om de taalvariatie in een bepaald taalgebied weer te geven, is dat van de Duitse taalkundige Peter Auer (25, 211). Auer (25: 1) beweert dat in de verschillende sociolinguïstische contexten in Europa, met voldoende veralgemening, enkele overeenkomstige systemen zijn waar te nemen. Vanuit die redenering heeft hij vijf constellaties (zie tabel 1) opgesteld waarin telkens de verhouding dialect-standaardtaal 1 centraal staat. Daarnaast zouden de constellaties ook nog eens chronologisch werken, namelijk van het zogenaamde Type of Type Zero naar Type D. Daarbij geeft Auer (211: 495) wel aan dat de overgang van het ene type naar het andere type (deels) omkeerbaar is. 1 Voor de duidelijkheid vermelden we hier even wat Auer precies bedoelt met standaardtaal en met dialect. Een standaardtaal kenmerkt zich volgens hem door drie kenmerken. Het is een taalvariëteit die ten eerste een gemeenschappelijke taal is die weinig tot geen geografische variatie kent. Ten tweede heeft ze overt prestige en sprekers gebruiken die variëteit in formele situaties en als geschreven taal. Ten derde is die variëteit gecodificeerd en daardoor ook genormeerd (Auer 25:2 & 211: 486). Tegenover de standaardtaal staan de dialecten als regionale taalvariëteiten die niet aan alle drie de kenmerken voldoen maar wel bestaan under the roof ( ) of a standard variety (Auer 25: 2 & 211: 487). De endogene standaardtaal is de dialecten evenwel schatplichtig omdat die haar voorafgingen en een bron waren bij de opbouw van de standaardvariëteit (Auer 211: 487). 5

12 Type Zero Exoglossic diaglossia (no endoglossic standard) Type A (Endoglossic) medial diglossia (endoglossic standard only used for writing) Type B (Endoglossic) diglossia (endoglossic standard also used in for speaking) Type C Diaglossia (intermediate forms between standard and dialect, such as regiolects) Type D Dialect loss (gradual levelling or non-transmission) Tabel 2: De vijf types van dialect-standaardtaalconstellaties volgens Auer (211: 487) Volgens Auer (25: 3) is de taalsituatie voor het Nederlands in Vlaanderen grotendeels een voorbeeld van het type C, dat van de diaglossie. In een taalgebied met diaglossie bestaat er naast de standaardtaal en de dialecten een continuüm aan intermediaire vormen 2 die zowel kenmerken van de standaardtaal als van de dialecten bevatten, maar ook eigen kenmerken kunnen ontwikkelen. In Vlaanderen worden die tussenliggende vormen vaak verzameld onder de naam tussentaal (Auer 25: 26 & 211: 491 en Ghyselen 217: 214). Die tussenliggende registers zouden niet noodzakelijk een eigen homogene variëteit vormen, maar hangen af van de spreker en de context waarin die zich bevindt (Auer 211: 491). Over de Brabantse delen in Vlaanderen beweert Auer (25: 34-36) dan weer dat die neigen naar een repertoire van het type D/1, met Antwerpen en Brussel als speerpunt van die ontwikkeling. Dat betekent dat er in die gebieden een diaglossie bestaat waarbij de pool van de dialecten langzamerhand verdwijnt. Door het loslaten van de dialecten komt het dagelijkse taalgebruik steeds dichter bij de standaardtalige variëteit te liggen. Auer (25: 35) nuanceert die ontwikkeling wel enigszins door te zeggen dat ze nog niet zo ver is gevorderd als in andere taalgebieden, zoals de Randstad in Nederland of Denemarken. 3 Hoewel vele wetenschappers in de Nederlandse taalkunde Auers analyse onderschrijven (zie o.a. Gabel (21: ), Grondelaers & Van Hout (211: 27), en Ghyselen (217: 214)), bestaat 2 Door Auer (211: 487) regional dialects, regiolects of regional standards genoemd. 3 Het exacte citaat: This is the stage reached in most of Denmark, the Randstad area (Amsterdam/The Hague) in the Netherlands, and, somewhat lagging behind, some parts of Flanders, particularly the Brabant, with Brussels and Antwerp spearheading the development (Auer 25: 35). 6

13 er over enkele punten wel enige discussie. Het voornaamste discussiepunt is de status van tussentaal, maar die zullen we verder in dit hoofdstuk uitvoeriger bespreken De drie grote onderdelen in de hedendaagse Vlaamse context Uit de vorige paragraaf weten we dat Vlaamse taalsituatie een diaglossie kent met drie belangrijke componenten: de standaardtaal, de dialecten en de tussentaal. In deze paragraaf zullen die drie onderdelen verder worden toegelicht Standaardtaal Als standaardtaal in Vlaanderen geldt het Algemeen Nederlands, maar de status van die standaardtaal is complex. Het Algemeen Nederlands of Standaardnederlands is nog maar relatief recent de standaardvariëteit voor de Vlamingen. Tot 1815 beperkte het Nederlands in Vlaanderen zich tot een verzameling dialecten. Tot dan zagen de opeenvolgende Spaanse, Oostenrijkse en Franse autoriteiten geen toekomst in het Nederlands als taal voor bestuur, recht, cultuur en onderwijs in de Zuidelijke Nederlanden (Grondelaers & Van Hout 211: 22-23). In 1815 veranderde dat door de vereniging van de Zuidelijke Nederlanden en Nederland in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Door de taalpolitiek van koning Willem I werd het Nederlands de officiële taal in de Vlaamse provincies. Daarnaast focuste hij op onderwijs om het gestandaardiseerde Nederlands te kunnen verspreiden onder de Nederlandstalige bevolking in het zuiden. Vanaf 1823 bekleedde het Nederlands de positie van officiële taal in de Vlaamse provincies, terwijl de Waalse het Frans als officiële taal behielden. De Franstalige adel en burgerij vond de taalpolitiek van de Nederlandse koning echter te agressief en voor hen voelde de vernederlandsing van het openbare leven aan als een soort taaldwang (Janssens & Marynissen 28: 141). Bij de onafhankelijkheid van België in 183 heerste weliswaar taalvrijheid, maar het bestuur kwam bijna volledig in Franstalige handen terecht. Om het Nederlands een sterkere positie in België te bezorgen, verenigden Vlaamse middenklasse-intellectuelen zich in de Vlaamse Beweging. Die intellectuelen (o.a. leraren, schrijvers en priesters) kregen hun opleiding in het Nederlands ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. De Vlaamse Beweging streed voor meer rechten voor het Nederlands en pleitte voor een aansluiting van het Belgische Nederlands bij de standaardnorm uit Nederland (Van Hoof & Jaspers 212: 98). De strijd resulteerde in de officiële erkenning van het Nederlands in 1898 naast het Frans in België. Het standaardiseringsproces in Vlaanderen verliep daarna echter moeizaam. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de Vlaming door de opkomst van radio en televisie frequenter in contact met 7

14 de (gesproken) standaardtaal (Grondelaers & Van Hout 211: 23). In de twintigste eeuw werd bij de standaardisering in Vlaanderen op één domein toch een uitzondering gemaakt op de Nederlandse norm, namelijk de uitspraak. In de jaren 3 van de 2 e eeuw veranderde de uitspraak van het Nederlandse Nederlands en toen beslisten de Vlaamse taalijveraars die veranderingen niet over te nemen (Van Hoof & Jaspers 212: 14-15). Vandaag begrijpt vrijwel iedereen in Vlaanderen het Standaardnederlands, maar het gebruik ervan beperkt zich tot enkele specifieke domeinen. Enkele in zeer formele situaties gebruiken sprekers de standaardvariëteit en daarnaast is het vooral te horen op de openbare omroep VRT. Daarom krijgt de standaardtaal ook wel eens de naam VRT-Nederlands of Journaalnederlands, omdat vooral nieuwslezers strikt in de standaardnorm moeten berichten (Lybaert 214: 6-7). Net door dat beperkte gebruik omschrijft De Caluwe (29: 19) het VRT-Nederlands als de grotendeels virtuele informele standaardtaal in Vlaanderen een weliswaar door het beleid gewenste, maar in de praktijk weinig gesproken taal. De meeste Vlamingen beheersen de standaardtaal onvoldoende en voelen zich oncomfortabel wanneer ze die gebruiken. Die houding noemt Geeraerts (21: 243) een zondagspakmentaliteit waarbij het Standaardnederlands aanvoelt als een zondagspak dat weliswaar goed oogt, maar ook ongemakkelijk zit. Grondelaers & Van Hout (211: 219) vermelden het taalgebruik van leerkrachten als the highest nonvirtual stratum of Belgian Dutch. Slechts een minderheid van de leraren voldoet volgens hen aan de strikte VRT-normen en de leerkrachten gebruiken tijdens het lesgeven vaak substandaardtalige kenmerken. Ondanks die onvoldoende beheersing heeft het Vlaamse standaardiseringsproces er wel voor gezorgd dat Vlamingen de standaardtaal als de beste taalvariëteit van het Belgische Nederlands is gaan zien (Van Hoof & Jaspers 212: ) Dialect Het tweede grote onderdeel in het talige continuüm van Vlaanderen bestaat uit de dialecten. Devos beschrijft dialecten als: een variëteit die van alle coëxisterende soorten Nederlands het verst van de standaardtaal afstaat, en nog allerlei plaatsgebonden kenmerken vertoont Devos (21: 1). De dialecten worden in Vlaanderen ingedeeld in vier grote dialectgebieden: het West-Vlaams, het Oost-Vlaams, het Brabants en het Limburgs ( Dialecten in de zuidelijke Nederlanden s.d.). Die benamingen representeren niet dé taalvariëteit van een regio, maar zijn koepeltermen voor 8

15 verschillende lokale taalgebieden met grotendeels gelijklopende kenmerken (Ghyselen 216: 39). De grenzen tussen de grote dialectgebieden zijn niet strak afgebakend, maar bestaan vaak uit overgangszones waarin kenmerken van beide dialectgroepen zich vermengen (grijs gearceerd op de kaart). Verder zien we ook dat de dialectgroepen niet stoppen bij de landsgrenzen. Zo komen sommige West-Vlaamse dialecten voor over de grens met Frankrijk (Frans-Vlaanderen) en bestrijken het Brabants en het Limburgs ook enkele regio s in het zuiden van Nederland (voornamelijk in Noord-Brabant en Nederlands Limburg). De dialecten in Vlaanderen worden vooral gesproken en maar weinig geschreven. Figuur 2: kaart van de dialectgebieden in Vlaanderen (geraadpleegd op 17 maart 218 via Zoals Auer al aangaf wordt Vlaanderen net als vele andere Europese taalregio s geconfronteerd met dialectnivellering 4 en dialectverlies. Dat proces begon al in de twintigste eeuw en heeft zich de afgelopen decennia versneld. In het Brabantse gebied lijken de dialecten het snelst achteruit te gaan, al zouden Antwerpenaren wel nog vrij dialectvast zijn. Daarnaast verliezen de lokale taalvariëteiten ook snel terrein in Oost-Vlaanderen en Limburg. De West-Vlamingen zouden hun dialect nog het meest te beheersen, al is dialectverlies ook daar vastgesteld (Vandekerkhove 29). Van Hoof & Jaspers (212: ) zien de afname van het dialectgebruik als een gevolg van de intensieve standaardiseringsacties van jaren 195 tot 198. Daarbij zouden de dialecten gestigmatiseerd zijn als minder goede vormen van het Nederlands waardoor Vlamingen negatieve 4 Dialectnivellering kent twee vormen: horizontale en verticale nivellering. We spreken van horizontale dialectnivellering als twee of meer dialecten naar elkaar toegroeien. Ghyselen (217: 219) noemt in dat verband de verdwijning van het suffix -i bij verkleinwoorden in het Brugse, Poperingse en Roeselaarse dialect (vb. uzetji huisje ) ten voordele van meer algemene West-Vlaamse vormen op sjwa (uzetje huisje ). Bij verticale nivellering vertoont het dialect aanpassing naar de standaardtaal, bijvoorbeeld wanneer dialectwoorden worden vervangen door hun standaardtalige tegenhanger (Ghyselen 217: 219). 9

16 percepties tegenover dialect ontwikkelden. Daarnaast komen andere factoren als toegenomen mobiliteit, scholing, opkomst van massamedia en urbanisatie vaak terug bij de bespreking van dialectverlies. Door die ontwikkelingen komen sprekers vaker in contact met supraregionale taalvormen waardoor de lokale eigenheden vaker achterwege gelaten worden ten voordele van kenmerken met een groter bereik (Ghyselen 217: ). In dat opzicht lijkt het paradoxaal dat Vlaanderen een zekere dialectrenaissance kent. Vooral in de muziek kiezen Nederlandstalige zangers steeds vaker voor dialect als taal voor hun muziekteksten. We kunnen hierbij denken aan zangers als Willem Vermandere of Wannes Van de Velde, of recenter Tourist LeMC, Brihang of de groep Het Zesde Metaal. Daarnaast publiceren uitgeverijen bijvoorbeeld ook strips in het dialect en heeft zoekmachine Google een West-Vlaamse en een Antwerpse versie (De Decker & Vandekerckhove 212: 27-28). Volgens Janssens & Marynissen (28: ) moeten we dat fenomeen zien als een gevolg van de democratiserings- en informaliseringstendens die al sinds de jaren 6 van de vorige eeuw verderzet. De tolerantie voor niet-standaardtalige variëteiten zou daardoor zijn gestegen. Daarnaast beschouwen velen de dialecten ook als cultureel erfgoed (Janssens & Marynissen 28: 186). Ook zou de belangstelling voor de dialecten samenhangen met glokalisering waarbij iemand zijn of haar herkomst gaat heroverwegen of herwaarderen onder invloed van de geglobaliseerde samenleving (Swaneberg 29: 7). De dialectrevival betekent echter niet dat er een rem komt op het proces van dialectverlies in Vlaanderen. Daarvoor hebben de dialecten een te beperkt communicatiebereik en heeft het dialect ook bij jongeren een slechte reputatie (Janssens & Marynissen 28: 186 en De Decker & Vandekerckhove 212: 41-44) Tussentaal Zoals eerder al aangehaald staat de term tussentaal voor alle intermediaire vormen van taalgebruik die tussen dialect en het Algemeen Nederlands in liggen. De naam komt van Taeldeman (1992), maar er bestaan ook andere benamingen. Zo vinden we ook Verkavelingsvlaams, Soapvlaams of Schoon Vlaams 5. Die benamingen zijn het gevolg van enkele scherpe reacties en stigmatiseringen in het wetenschappelijk onderzoek van de jaren 198 tot 2 op het fenomeen tussentaal. Daarbij werd de opkomst van tussentaal gezien als een bedreiging van de taalnorm en vreesde men dat het Vlaamse standaardiseringsproces zou eindigen in een Vlaamse mengtaal die noch dialect noch Standaardnederlands was (Jaspers 21). Ondanks de negatieve bewoordingen gebruiken de meeste Vlamingen wel tussentaal in hun dagelijkse omgang. Daarbij zijn veel jongeren ook opgevoed met (een vorm van) tussentaal. Om 5 De benamingen zijn afkomstig uit respectievelijk Van Istendael (1989), Geeraerts (1999) en Goossens (2). 1

17 die redenen pleit De Caluwe (29) ervoor om tussentaal en alle andere stigmatiserende benamingen te vervangen door de Vlaamse omgangstaal. Daarbij is het ook belangrijk om te benadrukken dat tussentaal voorlopig nog steeds een voornamelijk gesproken taalvariëteit is. Het Standaardnederlands is nog steeds de absolute norm voor het geschreven Nederlands in Vlaanderen, maar tussentaal lijkt wel steeds meer, vooral onder jongeren, een (nietgecodificeerde) geschreven vorm te kennen in sms- of chattaal (zie o.a. De Decker 213). Beschrijvingen van het intermediaire Vlaamse taalgebruik lopen gelijk met Auers beschrijving van intermediaire vormen bij een diaglossie. In dat taalrepertorium vormt het intermediaire taalgebruik niet noodzakelijk een eigen variëteit, maar is het afhankelijk van de spreker en de context waarin die zich bevindt (Auer 211: ). Volgens Ghyselen (216: 4) is de heersende consensus in Vlaanderen dat die tussentaal geen homogene variëteit vormt: tussentaal zou variëren van regio tot regio, van situatie tot situatie en van persoon tot persoon. Bij onderzoek naar tussentaal komt steeds naar voren dat ze tegelijk is opgebouwd uit standaardtalige kenmerken en dialectische of regionale kenmerken. Net die dialectische kenmerken zorgen ervoor dat tussentaal niet als een stabiele variëteit wordt aanzien (De Caluwe 29: 8). Ook op het gebied van uitspraak heeft tussentaal weliswaar een standaardtalige basis, maar anderzijds schemeren bij sprekers heel wat dialectische of regiolectische fonologische kenmerken door (De Caluwe & Van Renterghem 211: 63). Tegelijk zien onderzoekers dat enkele kenmerken zich lijken te stabiliseren en zo tussentaal typeren (zie o.a. het overzichtsartikel van Taeldeman 28). Opvallend is dat heel wat Brabantse invloeden hun ingang hebben gevonden en de tussentaal mee vormgeven, al bestaat er ook discussie over hoe diepgaand die invloed is (Plevoets 28: ). Daarnaast heeft de tussentaal ook eigen innovatieve talige elementen, zoals een postverbaal ge of lexicale afwijkingen als noemen dat ook de betekenis van heten draagt en terug met als betekenis opnieuw (Taeldeman 28: 27 en Ghyselen 217: 214). De tussentaal is in Vlaanderen aan een stevige opmars bezig. Plevoets (28) merkt bijvoorbeeld op dat economisch welgestelde hoogopgeleiden (vb. artsen, advocaten, ingenieurs, ) hun taalgebruik hypocorrigeren 6 en steeds tussentaliger spreken. Daarnaast lijken jongeren ook steeds meer de voorkeur te geven aan tussentaal in domeinen waar eerder standaardtaal wordt verwacht (De Caluwe 29: 9). De steeds sterker wordende positie van tussentaal kent 6 Hypocorrectie is het tegenovergestelde van hypercorrectie en betekent dat sprekers lakser omgaan met taal. Terwijl hypercorrectie een kenmerk zou zijn van de middenklasse, zou hypocorrectie een eigenschap van de bovenklasse zijn. Die onzorgvuldigheid ten opzichte van taalregels zou de sociaal verworven positie van die bovenklasse benadrukken (Plevoets 28: 5). 11

18 verschillende verklaringen in het wetenschappelijk onderzoek. Sommigen verwijzen naar de combinatie van het eerder vermelde zondagspaksgevoel van de Vlaming ten opzichte van de standaardtaal met tegelijk de stigmatisering van de dialecten. Daardoor zou tussentaal een soort compromis vormen tussen die twee attitudes. Anderen halen de informalisering en de antiautoritaire instelling van de maatschappij aan die zich sinds de jaren 196 hebben ontwikkeld. Daarnaast zouden de stijging van de materiële welvaart en de steeds autonomere positie van Vlaanderen binnen België eveneens bijdragen aan die verdere verspreiding van tussentaal (zie o.a. Janssens & Marynissen 28: , Lybaert 214: 7-11 en een diepgaander artikel van Jaspers & Brisard 26). Hoe het verder gaat met de opmars van de tussentaal blijft een belangrijke vraag binnen de neerlandistiek in Vlaanderen. Het laatste is met andere woorden nog niet gezegd over de taalvorm. 1.2 Het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon in Vlaanderen Door de beschrijving uit de vorige paragraaf hebben we nu een duidelijker zicht op de verschillende onderdelen van het Vlaamse taalrepertorium. Daardoor kunnen we in deze paragraaf overgaan tot een diepgaandere beschrijving van het paradigma van de pronomina van de tweede persoon enkelvoud en meervoud in Vlaanderen Standaardtaal Volgens de E-ANS 7 (Elektronische Algemene Nederlandse Spraakkunst) kent het Standaardnederlands verschillende varianten voor de persoonlijke voornaamwoorden van de tweede persoon enkelvoud en meervoud. De vormen die sprekers gebruiken, zijn vaak situationeel bepaald en hangen samen met de formaliteit van het gesprek ( Gebruik s.d.) Tweede persoon enkelvoud in het Standaardnederlands De E-ANS onderscheidt volgende enkelvoudsvormen voor de pronomina van de tweede persoon ( Vormen s.d.): 7 De E-ANS is gebaseerd op de tweede druk van de papieren ANS uit 1997 ( Inrichting van de Elektronische ANS (E-ANS) s.d.). 12

19 Onderwerpsvorm Niet-onderwerpsvorm Vol gereduceerd vol gereduceerd Je-vormen Jij je jou je U-vormen U u Ge-vormen Gij ge u De ge-vormen worden vaak als archaïsche vormen bestempeld in de standaardtaal ( Gebruik s.d.) Daardoor beperkt hun gebruik zich enkel tot zeer formele situaties zoals toespraken. Oorspronkelijk waren gij/ge als vorm en u als objectvorm de persoonlijke voornaamwoorden die beleefdheid uitdrukten. Door de jaren heen is u zich ook steeds meer gaan handhaven als onderwerpvorm en heeft uiteindelijk ook ge en gij in die positie verdrongen (Van Bergen, Stoop, Vogels & De Hoop 211: 3-4). In religieus taalgebruik vormen ge-vormen de algemene aanspreekvorm voor het zogenaamde Opperwezen. In het niet-standaardtalige taalgebruik zijn ge-vormen veel frequenter (cf. infra). U- en je-vormen komen dus het vaakst voor in het hedendaagse taalgebruik van het Standaardnederlands. Voor het onderscheid tussen het gebruik van beide vormen formuleert de E-ANS enkele algemene regels die vooral een tendens weergeven en geen strikte regels zijn: men gebruikt je-vormen tegenover jongeren tot ongeveer achttien jaar, familieleden van dezelfde of een jongere generatie, vrienden, (goede) kennissen en leden van bepaalde maatschappelijke groepen waar men zelf toe behoort (bijv. soldaten, studenten); men gebruikt u-vormen tegenover onbekenden (afgezien van jongeren tot ongeveer achttien jaar), bijv. personen die men toevallig ontmoet (op straat, in de trein), of personen met wie men contact heeft in een onpersoonlijke relatie (bijv. in een winkel, op een inlichtingenbureau). ( Gebruik s.d.) Naast die algemene tendensen worden ouderen vaker aangesproken met u-vormen, ook wanneer de sprekers familie van elkaar zijn. In dat laatste geval hanteren de jongere sprekers u naar een 13

20 oudere generatie toe (grootouders, tantes en ooms) ( Gebruik s.d.). Verder geeft de E-ANS nog mee dat je-vormen vaak samengaan met voornamen, familienamen zonder een voorafgaand meneer, mevrouw of aanspreektitel. De vormen op u laten zich vaker voorafgaan door meneer, mevrouw of een aanspreektitel (met eventuele familienaam). Je- en u-vormen worden overigens niet door elkaar gebruikt ( Gebruik s.d.). Daarnaast worden je-vormen soms gebruikt met dezelfde betekenis als men in algemene uitspraken die ook van toepassing kunnen zijn op de spreker en de toehoorder(s) ( Gebruik van men, ze, je, ge en we s.d.). Een voorbeeld hiervan: (1) Soep eet je best met een lepel. (2) Soep eet men best met een lepel. Daarbij komen je in zin (1) en men in zin (2) dus op hetzelfde neer. Vandekerckhove (24: 981 & 987) merkt op dat de standaardtaalsprekende Vlaming vertrouwder is met de u-vormen dan met de je-vormen. De vormen op je zijn eigenlijk geïmporteerd 8 en maken zo pas sinds enkele decennia deel uit van het officiële Nederlands in Vlaanderen zoals dat in de media te horen is. De Nederlandse u als beleefdheidsvorm deed al eerder zijn intrede en wist zich in de standaardtaal van de Vlaming te vestigen. Bijvoorbeeld Peeters schrijft in zijn woordenboek over belgicismen in het jaar 193: Vooral in Antwerpen, doch ook wel in eenige andere Znd. Plaatsen wordt in de laatste jaren gaandeweg meer U als beleefdheidsvorm aangewend, zodat ge en gij er in de spreektaal nog alleen als vertrouwelijkheidsvorm dienstig zijn. (Peeters 193: 195) Tweede persoon meervoud in het Standaardnederlands Voor de tweede persoon meervoud geeft de E-ANS volgende vormen aan ( Vormen s.d.): 8 In het westelijke deel van de West-Vlaamse dialecten is je wel een endogene vorm, maar die geldt als regionaal taalgebruik, omdat de sterke vorm gij is (cf. infra). 14

21 Onderwerpsvorm Niet-onderwerpsvorm vol gereduceerd vol gereduceerd Je-vormen jullie jullie U-vormen u u Ge-vormen gij ge u We zien dat ge- en u-vormen zowel voor de tweede persoon enkelvoud als voor de tweede persoon meervoud kunnen dienen. Ook voor de meervoudsvormen gelden de ge-vormen als archaïsch. De tendensen die van toepassing waren op het gebruik van je- en u-vormen voor de tweede persoon enkelvoud zijn dezelfde voor de tweede persoon meervoud. Soms vervangen sprekers jullie door een meervoudig je (met enkelvoudige persoonsvorm) op plaatsen waar gereduceerde vormen kunnen voorkomen. Daarbij moet wel duidelijk zijn dat de aanspreking met je op meerdere personen slaat ( Gebruik s.d.). De E-ANS geeft volgende voorbeelden ( Gebruik s.d.): (3) Ik weet wel dat jullie graag vroeg vertrekken, maar zou je niet eerst even helpen opruimen? (4) Jullie hebben gehoord wat er gebeurd is en je zult wel begrijpen dat je zo niet langer door kunt gaan. Je moet er rekening mee houden dat je (eventueel: jullie) ernstig in moeilijkheden komt Dialect Aangezien dit onderzoek zich richt op het taalgebruik van Youtubers en vloggers in Vlaanderen, zullen we hieronder enkel het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon bespreken voor de dialecten die geografisch binnen Vlaanderen liggen. 15

22 Enkele algemene kenmerken voor de pronomina van de tweede persoon Voor we overgaan tot de bespreking van de situatie per dialectgroep bekijken we eerst nog een paar kenmerken die (sommige van) de dialectfamilies gemeenschappelijk hebben Enclitisch In de meeste dialecten van Vlaanderen ondergaat het gereduceerde persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon na het werkwoord een enclisis met de persoonsvorm. Zo ontstaan vormen als ga-je ( ga je ), ga-e ( ga je ), komdzje ( kom je ), looptsje ( loop je ), durfde ( durf je ) of weete ( weet je ). Welke variant uiteindelijk gerealiseerd wordt, hangt af van het dialect en de klank waarmee de persoonsvorm eindigt. Zo zal een West-Vlaming uit het oosten van West-Vlaanderen ga-je zeggen, terwijl een Oost-Vlaming uit het westen van Oost-Vlaanderen ga-e zou zeggen (Devos 213: , De Vogelaer 213: & De Schutter 213: 299-3). Het enclitische zou al een vrij lang in omloop zijn binnen de dialecten. De Decker (214: 98-12) geeft daarover een ruime samenvatting met verwijzingen naar verdere literatuur waaruit blijkt dat we het ontstaan van de postverbale enclise in het Middelnederlands moeten zoeken. Het oorspronkelijke pronomen voor de tweede persoon enkelvoud du maakte daarin langzaamaan plaats voor ghi, het oorspronkelijke pronomen voor de tweede persoon meervoud en ook de toenmalige beleefdheidsvorm (De Decker 214: 98). Enkel in enkele oostelijke dialecten is du bewaard gebleven (cf. infra). Vormen waarbij ghi in inversie voorkwam, zoals komt ghi, gaat ghi, loopt ghi, kwamen in het Middelnederlands samen tot komdi, gadi en loopti. Daarna vond waarschijnlijk een klankverandering plaats waardoor de uitspraak van de vormen vermoedelijk [dʒə] en [tʃə] was. Daarna volgde een tweeledige ontwikkeling. De Noord-Nederlandse en West- Vlaamse dialecten ondergingen een mouillering naar komje, gaje en loopje 9. In de Brabantse dialecten zou de oorspronkelijke i-uitgang eerder al verdoft zijn tot een sjwa, waardoor geen mouillering plaatsvond. Zo ontstonden vormen als komde, gade en loopte die nog steeds in die dialecten voorkomen (De Decker 214: 99). De Oost- en West-Vlaamse dialecten hebben ook nog een eigen specifieke vorm van enclise. Na een ontkenning of bevestiging met respectievelijk nee of ja kan een gereduceerd enclitisch onderwerp voorkomen. Deze vormen staan bij taalkundige leken bekend als de zogenaamde 9 De gangbare theorie is dat het standaardtalig informele je/jij-systeem daar zijn oorsprong vindt. Jij zou met andere woorden uit enclisis ontstaan zijn en pas later preverbale posities hebben ingenomen (De Decker 214: 99). 16

23 verbuigingen van ja en nee in de Oost- en West-Vlaamse dialecten. In feite vindt er een ellips van een hele zin plaats, waarbij het enclitisch verwijst naar het onderwerp van de voorgaande zin (Devos & Vandekerckhove 25: en De Vogelaer 213: ). Een voorbeeld ter illustratie van het systeem in de Oost-Vlaamse dialecten: V: Mag ik/mogen we de hond uitlaten? A: Jaag ( ja, je mag/jullie mogen de hond uitlaten ) Neeg ( nee, je mag/jullie mogen de hond niet uitlaten ) (Taeldeman 25: 69) De vormen kunnen dus zowel voor de tweede persoon enkelvoud als meervoud dienen. Het systeem is in de West-Vlaamse dialecten wel uitgebreider dan in de Oost-Vlaamse. Net als in de Oost-Vlaamse dialecten kunnen beide vormen zowel de tweede persoon enkelvoud als meervoud vertegenwoordigen: V: Mag ik/mogen we de hond uitlaten? A: Jaaje ( ja, je mag/jullie mogen de hond uitlaten ) Jaach(t) ( ja, je mag/jullie mogen de hond uitlaten ) Neeje ( nee, je mag/jullie mogen de hond niet uitlaten ) Neech(t) ( nee, je mag/jullie mogen de hond niet uitlaten ) (Devos & Vandekerckhove 25: 94) In het West-Vlaams kennen sommige dialecten ook de versterkte vormen jaache en neeche. In tegenstelling tot de andere vormen spreken de versterkte vormen enkel beweringen tegen (Devos & Vandekerckhove 25: 94) Subjectsverdubbeling Bij alle dialecten in Vlaanderen, met uitzondering van de Limburgse 1, kan het fenomeen sverdubbeling optreden (De Schutter 213: 363 en Ghyselen 216: ). De Vogelaer & Devos (28: 249) definiëren sverdubbeling als the phenomenon that one single clause contains several, non-inflectional markers (be they clitics, pronouns, or lexical elements). Het fenomeen kan op alle persoonlijke voornaamwoorden in svorm worden toegepast (Taeldeman 28: 34). De Vogelaer en Devos (28) onderscheiden een aantal verschillende structurele types die afhankelijk van de woordvolgorde kunnen voorkomen. De verschillende types hebben vaak ook een verschillende geografische spreiding. In hun artikel gebruiken De Vogelaer en Devos voorbeelden met de derde persoon enkelvoud. Aangezien we ons toespitsen 1 In enkele noordelijke gebieden bestaat sverdubbeling wel, anders komt het verder in het Limburgs zeer zelden tot nooit voor (Ghyselen 216: 127). 17

24 op de pronomina van de tweede persoon, zullen we enkel de types uit het artikel aanhalen die daarop van toepassing zijn met eigen voorbeelden voor de tweede persoon. 1. Clitic doubling Dit structurele type komt enkel voor na inversie met een werkwoord of na een voegwoord en bestaat uit een zwak pronomen gevolgd door een vol pronomen. Vb. (1) Ga-je gie mee? (2) Weet mama dadde gij meegaat? (3) Weete gulle het station zijn? (4) Mama zegt dadde gulder weet waar het station is. Wat de verspreiding betreft, zien we dat clitic doubling voor de pronomina van de tweede persoon in alle West-Vlaamse, Oost-Vlaamse en Brabantse dialecten kan plaatsvinden. Ook in enkele Limburgse dialecten kan het optreden. Bij de Brabantse en de deelnemende Limburgse dialecten valt wel op dat sverdubbeling vaker verschijnt na een werkwoord dan na een voegwoord (De Vogelaer en Devos 28: ). 2. Topic doubling Bij dit type bestaat de sverdubbeling uit twee sterke persoonlijke voornaamwoorden. Vb. (5) Gij gaat gij te laat zijn. (6) Gijle zijt gijle juist op tijd. In welke situaties dit type kan voorkomen is volgens De Vogelaer en Devos (28: ) nog niet helemaal duidelijk. Het zou in elk geval niet gebruikt worden bij tegenstellingen (vb. na maar), al bestaat ook daar geen eenduidigheid over (zie bijvoorbeeld Van Craenenbroeck & Van Koppen 22: ). Op basis van de SAND 11 besluiten De Vogelaer en Devos (28: ) dat het fenomeen enkel kan plaatshebben in de Brabantse dialecten. 3. Zinsinitieel zwak pronomen met sterk pronomen Hierbij start de zin met het zwakke pronomen en volgt daarna pas het sterke pronomen. Vb. (7) Je weet gie dat wel. (8) Ge weet gulder dat wel. 11 Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten 18

25 In hun artikel bespreken De Vogelaer en Devos (28) deze vorm van sverdubbeling als een probleemgeval. Niet alle onderzoekers zijn het eens over de status van dit type. Sommigen (o.a. Hagemans 1992, 24) beschouwen het als een vorm van clitic doubling, terwijl anderen (o.a. Van Craenenbroeck & Van Koppen 22) het onder topic doubling categoriseren. De reden waarom De Vogelaer en Devos (28: 259) toch voor een aparte vermelding hebben gekozen, is omdat dit type een grote geografische verspreiding kent. Het bestaat namelijk ook in gebieden waar geen topic doubling is terug te vinden. Tegelijk is clitic doubling niet in alle gebieden waar het zich voordoet zo systematisch Het West-Vlaams De West-Vlaamse dialecten vertonen vrij veel verschillende varianten voor de persoonlijke voornaamwoorden. De vorm wordt vaak bepaald door de positie van het pronomen (pre- of postverbaal) en door de functie ( of object) (Devos & Vandekerckhove 25: 76-77) Tweede persoon enkelvoud in het West-Vlaams In de hele provincie geldt gij/gie als de dominante sterke vorm voor de tweede persoon enkelvoud vóór het werkwoord. Voor de preverbale zwakke vorm bestaan in het West- Vlaams twee systemen: het je-systeem en het ge-systeem. Je komt voor in het westen en noorden, terwijl ge vooral terug te vinden is in de zuidoostelijke West-Vlaamse dialecten (zie figuur 2) (Devos & Vandekerckhove 25: 77-78). Postverbaal heeft het Kustwestvlaams altijd je. Die je kan soms door klankomzetting veranderen in ej (vb. kom je? kom ej?). Het continentale West-Vlaams (regio s rond Torhout, Roeselare en Menen) heeft de postverbale vormen je en -dje voor het preverbale ge (vb. ge gaat wordt ga-je?/ga-dje?). In de overgangsgebieden naar het Oost-Vlaams (ten zuiden en oosten van de steden Tielt en Kortrijk) verschijnt na een werkwoord met een medeklinker als stam de vorm de (vb. ge komt wordt kom-de?) (Devos & Vandekerckhove 25: 77-78). 19

26 Figuur 3: Het persoonlijk voornaamwoord tweede persoon enkelvoud in West-Vlaanderen (preverbaal in positie) (Devos & Vandekerckhove 25: 77) Voor de sterke objectvormen kunnen we de provincie in twee delen verdelen: een gebied dat joe(n) gebruikt en een gebied dat uuj gebruikt (zie de zwarte doorlopende lijn op figuur 2). Joen is de vorm die typisch is voor het Kustwestvlaams, terwijl joe voorkomt in de zone die loopt vanaf het westen van Tielt, over de streek van Roeselare tot de gebieden rond Ieper en Menen. De uujzone bevindt zich in het zuidoosten van de provincie, met de vormen uij en oij in de diftongerende overgangsdialecten (Devos & Vandekerckhove 25: 79) Tweede persoon meervoud in het West-Vlaams In West-Vlaanderen komen verschillende sterke pronominavormen voor in de tweede persoon meervoud: julder in het westen, gie(n)der in het noorden en in het zuidoosten zegt men gulder, gunder en gudder voor de preverbale varianten. De zwakke vorm je komt in de onderwerpspositie zowel vóór als na het werkwoord voor, samen met preverbaal ge en postverbaal -dje (Devos & Vandekerckhove 25: 78-79). De voorwerpsvormen kennen volgens Devos & Vandekerckhove (25: 79-81) enkel een sterke vorm. In de westelijke dialecten wordt julder gebruikt, net als in het noorden maar daar is de variant junder eigenlijk frequenter. Continentale West-Vlamingen gebruiken de j-loze vorm hunder. 2

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van 118 Overgangsdialecten op de kaart In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van Variaties vzw plaats, met als thema Overgangsdialecten. Onderstaande tekst is een samenvatting van de

Nadere informatie

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. 1 Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. De particularisten pleitten voor een eigen Nederlands pleitten,

Nadere informatie

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Nizozemský jazyk a literatura

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Nizozemský jazyk a literatura Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura Bc. Terézia Orviská Wat wilt ge nu eigenlijk zeggen? Aanspreekvormen in Nederlandse

Nadere informatie

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS LEUVEN, BELGIË

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS LEUVEN, BELGIË KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË do s Waarom hebben we de standaardtaal verstaan? e. (Vandekerckhove, 2014: 104) regiolect en Ook zij gebruiken de term

Nadere informatie

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 29 november 2004 Variatielinguïstiek Wat is variatielinguïstiek? De studie van taalvariatie

Nadere informatie

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst? Ronde 8 Peter Debrabandere Katholieke Hogeschool VIVES Contact: peter.debrabandere@vives.be Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06

Nadere informatie

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1 19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27 De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 27 Kaart 7. Toon wast zich, uit Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten, deel 1 (68b). Kaart 8. Eduard kent zichzelf goed,

Nadere informatie

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons:

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: Lesbrief 54: januari 2019 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@onzetaal.nl. Alarm! 3660 talen worden bedreigd! Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

Ronde 1. Jongeren warm maken voor taalvariatie. 1. Inleiding. 2. Didactische tools taalvariatie

Ronde 1. Jongeren warm maken voor taalvariatie. 1. Inleiding. 2. Didactische tools taalvariatie Ronde 1 Matthias Lefebvre Universiteit Gent Contact: matthias.lefebvre@ugent.be Jongeren warm maken voor taalvariatie 1. Inleiding Vlaamse middelbare scholen contacteren de redactie van het Woordenboek

Nadere informatie

DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN.

DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN. DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN. OVER HET GEBRUIK VAN KOMEN ALS KOPPELWERKWOORD IN VLAANDEREN Amber Van Overbeke Stamnummer: 01306045 Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Copromotor:

Nadere informatie

Taalvariatie in Vlaanderen: attitudes en percepties van West-Vlaamse jongeren

Taalvariatie in Vlaanderen: attitudes en percepties van West-Vlaamse jongeren Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Taalvariatie in Vlaanderen: attitudes en percepties van West-Vlaamse jongeren Lobke Tyberghien Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Taal-

Nadere informatie

Nieuwsmonitor 6 in de media

Nieuwsmonitor 6 in de media Nieuwsmonitor 6 in de media Juni 2011 Nieuws - Europa kent geen watchdog ANTWERPEN/BRUSSEL - Het Europese beleidsniveau krijgt in de Vlaamse TV-journaals gemiddeld een half uur aandacht per maand. Dat

Nadere informatie

Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon

Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon 100520-de_tweede_persoon.doc page 1 / 5 Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon "Waarom lukt het Nederlandse dialectsprekers binnen de Nederlandse rijksgrenzen wel

Nadere informatie

Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes

Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes Geeraerts, Dirk. 2001. "Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes". Ons Erfdeel 44: 337-344. Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes Dirk Geeraerts

Nadere informatie

Taalattitude in de periferie

Taalattitude in de periferie Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Taalattitude in de periferie De perceptie en attitude van West- Vlamingen tegenover standaardtaal en dialect. Masterscriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Nadere informatie

Ronde 3. Voer je eigen taalonderzoek! 2. Onderzoek is hot. 1. Inleiding

Ronde 3. Voer je eigen taalonderzoek! 2. Onderzoek is hot. 1. Inleiding Ronde 3 Matthias Lefebvre Katholieke Hogeschool VIVES, campus Tielt Contact: matthias.lefebvre@vives.be Voer je eigen taalonderzoek! 1. Inleiding In 2010 heb ik voor het programmaboek van deze conferentie

Nadere informatie

IK DENK ZO ALTIJD EEN BEETJE AAN DA TUSSENTAALTJE OP TV!

IK DENK ZO ALTIJD EEN BEETJE AAN DA TUSSENTAALTJE OP TV! FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Academiejaar 2011-2012 IK DENK ZO ALTIJD EEN BEETJE AAN DA TUSSENTAALTJE OP TV! EEN ONDERZOEK NAAR PERCEPTIE VAN TAALVARIATIE BIJ LEERKRACHTEN NEDERLANDS IN WEST- VLAANDEREN

Nadere informatie

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,

Nadere informatie

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid.

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid. VAN KLEIN NAAR GROOT België is verdeeld in meerdere kleine plaatsen. Er zijn gehuchten, dorpen, deelgemeenten, gemeenten, steden, provincies en gewesten. België behoort tot werelddeel Europa. Op een provinciekaart

Nadere informatie

Algemeen Nederlands? k Weet kik nie of dak da wel kan

Algemeen Nederlands? k Weet kik nie of dak da wel kan Algemeen Nederlands? k Weet kik nie of dak da wel kan Een correlationeel sociolinguïstisch onderzoek naar de standaardtaalcompetentie en -productie van Ieperlingen Elyn Louagie Promotor: Prof. dr. Jacques

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Standaardtaal of tussentaal op televisie

Standaardtaal of tussentaal op televisie Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nederlandse Taalkunde Academiejaar 2011 2012 Standaardtaal of tussentaal op televisie Een onderzoek naar het taalgebruik van presentatoren in tv-magazines Verhandeling

Nadere informatie

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit Tellen met Taal Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten Marco René Spruit Taalkundige afstand Iedereen weet dat de afstand tussen Amsterdam en Utrecht kleiner is dan de afstand tussen

Nadere informatie

TUSSENTAAL OP DE VLAAMSE RADIO

TUSSENTAAL OP DE VLAAMSE RADIO TUSSENTAAL OP DE VLAAMSE RADIO EEN ONDERZOEK NAAR CODE-SWITCHING EN TAALATTITUDES BIJ VLAAMSE RADIOPRESENTATOREN Robbe Schepens Stamnummer: 01302724 Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 3 NOVEMBER 2013. Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 3 NOVEMBER 2013. Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 3 NOVEMBER 2013 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Verwarrende werkwoorden Schrijfster Joke van Leeuwen heeft met haar boek Feest van het begin de AKO Literatuurprijs gewonnen.

Nadere informatie

TAALACCOMMODATIE IN VLAANDEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET TAALGEBRUIK VAN

TAALACCOMMODATIE IN VLAANDEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET TAALGEBRUIK VAN HEIDI GABEL TAALACCOMMODATIE IN VLAANDEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET TAALGEBRUIK VAN JONGEREN BINNEN DE PEER GROUP EN IN CONTACT MET NIET-STREEKGENOTEN Abstract 1 The language situation in Flanders is and

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Kate Brunton van ESI LIVE noemt zich > Chief Business Development Officer

Kate Brunton van ESI LIVE noemt zich > Chief Business Development Officer 1 2 Kate Brunton van ESI LIVE noemt zich > Chief Business Development Officer 3 Indelen in groepjes van 3 Het is maandagmorgen 30 oktober 2017.gisteren was de closingparty van DDW 2017, staan kan je amper

Nadere informatie

Social Mediaprotocol

Social Mediaprotocol Social Mediaprotocol Versie: februari 2014 Voorgenomen besluit : maart 2014 Behandeld in MR : juni 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Social media... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Inzet social media op het

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Een analyse van de ondertitelingswijze van tussentaal in Vlaamse realityseries

Een analyse van de ondertitelingswijze van tussentaal in Vlaamse realityseries Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Taalkunde, afdeling Nederlands Academiejaar 2013-2014 Intralinguale ondertiteling van tussentaal Een analyse van de ondertitelingswijze van tussentaal in Vlaamse

Nadere informatie

Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren

Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE VAKGROEP NEDERLANDSE TAALKUNDE ACADEMIEJAAR 2009-2010 Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren Verhandeling voorgelegd tot het behalen van

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

Nederlands havo 2019-II

Nederlands havo 2019-II Tekst 3 De onderstaande tekst is een column op Neerlandistiek, een online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek. WhatsAppachtig taalgebruik (1) Onlangs kreeg ik een mailtje doorgestuurd waarin

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Module Het gebruik van social media in de sector veehouderij

Module Het gebruik van social media in de sector veehouderij Module Het gebruik van social media in de sector veehouderij De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL

Nadere informatie

7,5. Boekverslag door Roos 1772 woorden 21 mei keer beoordeeld. Eerste uitgave 1987 Nederlands. Boekverslag.

7,5. Boekverslag door Roos 1772 woorden 21 mei keer beoordeeld. Eerste uitgave 1987 Nederlands. Boekverslag. Boekverslag door Roos 1772 woorden 21 mei 2018 7,5 1 keer beoordeeld Auteur Jakob Arjouni Eerste uitgave 1987 Vak Nederlands Methode Op niveau Boekverslag Happy love life https://www.scholieren.com/verslag/118189

Nadere informatie

Mense va mijne leeftijd

Mense va mijne leeftijd Aanpak Design Resultaten Mense va mijne leeftijd Generatiegebonden tussentaalgebruik in Expeditie Robinson Eline Zenner en Dirk Geeraerts Conclusie Onderzoeksvraag Is er een verschil in de manier waarop

Nadere informatie

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Kan ik het wel of kan ik het niet? 1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

DIALECT EN TAALVERWERVING

DIALECT EN TAALVERWERVING DIALECT EN TAALVERWERVING In diverse regio s in Nederland spreken kinderen, naast het algemeen beschaafd Nederlands, een streektaal of dialect. In de oostelijke mijnstreek is dit ook het geval. Vaak wordt

Nadere informatie

Taalaccommodatie in Vlaanderen

Taalaccommodatie in Vlaanderen Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Marjon Van den Bussche Taalaccommodatie in Vlaanderen Onderzoek naar het taalgebruik van Oostendse jongeren in verschillende contactsituaties Masterproef, voorgedragen

Nadere informatie

Module Het gebruik van social media in de sector bloem

Module Het gebruik van social media in de sector bloem Module Het gebruik van social media in de sector bloem De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon

Nadere informatie

Rob van Stuivenberg. 23 januari 2005

Rob van Stuivenberg. 23 januari 2005 Young Votes KLO Informatie & advies Rob van Stuivenberg 23 januari 2005 Onderzoeksverantwoording Young Votes uitgevoerd door De Vos en Jansen uit Nijmegen Online onderzoek onder 520 jongeren van 15-34

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN

Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN Het gaat goed met onze taal. Het aantal sprekers groeit elke dag: steeds meer immigranten voeden hun kinderen in het Nederlands op en ook het

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Slachten in Vlaanderen, rapportenboek

Slachten in Vlaanderen, rapportenboek Slachten in Vlaanderen, rapportenboek 1 INLEIDING Er is de laatste jaren een maatschappelijke discussie op gang gekomen rond de slachtindustrie. Tijdens het islamitisch offerfeest bereikt deze discussie

Nadere informatie

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4.1 Het prestige van de kerken De kerken zijn niet meer de gezaghebbende instanties van vroeger. Dat is niet alleen zo in Nederland. Zelfs in uitgesproken godsdienstige

Nadere informatie

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 October 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82637 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Maken van een woordenboek:4 hoofdfasen

Maken van een woordenboek:4 hoofdfasen Maken van een woordenboek:4 hoofdfasen 1. het maken van een concept + het testen van het concept door middel van proefartikelen hoe moet je woordenboek er inhoudelijk uitzien? 2. opbouw van een materiaalverzameling

Nadere informatie

OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES

OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES Intensief gebruik van Facebook is voor veel Nederlanders verleden tijd, vooral voor de jongste generaties. Toch zijn we social media nog lang niet

Nadere informatie

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAK: GESCHIEDENIS Dit is een vakfiche voor alle studierichtingen 3 de graad bso. Let op: de inhoud van een vakfiche wordt jaarlijks aangepast. Deze vakfiche

Nadere informatie

Het gesproken Nederlands in Vlaanderen

Het gesproken Nederlands in Vlaanderen Het gesproken Nederlands in Vlaanderen Percepties en attitudes tegenover standaardtaal en tussentaal van Oost- en West-Vlaamse studenten. Promotor: Prof. Dr. Johan De Caluwe Academiejaar 2008-2009 Masterproef,

Nadere informatie

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 6 GEBRUIK VAN INTERNET EN SOCIAL MEDIA De gemeente is benieuwd of alle bewoners beschikking hebben over en gebruik maken van internet en van social media en of men belemmerd wordt als het gaat om informatie

Nadere informatie

IS ONLINE VIDEO IETS VOOR MIJ? CHECK IT OUT!

IS ONLINE VIDEO IETS VOOR MIJ? CHECK IT OUT! IS ONLINE VIDEO IETS VOOR MIJ? CHECK IT OUT! Checklist Vragen Ja Nee 1. Ben je op zoek naar nieuwe klanten? 2. Vind je het lastig om uit te leggen wat je bedrijf precies doet? 3. Geef je voor jouw gevoel

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo

Nadere informatie

Bevlogen Rentmeesterschap

Bevlogen Rentmeesterschap Bevlogen Rentmeesterschap Lezing ter gelegenheid van de verkrijging van de museale status van Huys Auerhaen van de Stichting Huys Auerhaen Alkmaar, 16 november 2018 Door prof. dr. Theo Schuyt, hoogleraar

Nadere informatie

Mediagroepen: op zoek naar

Mediagroepen: op zoek naar Mediagroepen: op zoek naar publiekcommunities (vervolg) Zoals aangekondigd vervolgen we onze studie naar de (eventuele) gelijkenissen in het publiek van de Belgische mediagroepen. Ter herinnering, de basisvraag

Nadere informatie

VLAAMSE PATIËNTEN PEILING PEDIATRIE- Ouders 0.1

VLAAMSE PATIËNTEN PEILING PEDIATRIE- Ouders 0.1 VLAAMSE PATIËNTEN PEILING PEDIATRIE- Ouders 0.1 In te vullen door een medewerker van het ziekenhuis Naam ziekenhuis: Code vragenlijst: Kenletter: E Kindergeneeskunde N* Niet-intensieve neonatologie NIC

Nadere informatie

Module Het gebruik van social media in de sector plant

Module Het gebruik van social media in de sector plant Module Het gebruik van social media in de sector plant De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon

Nadere informatie

Vacature: volkspartij

Vacature: volkspartij pagina 1 van 5 (/) VACATURE: VOLKSPARTIJ Vacature: volkspartij 16 OKTOBER 2010 OM 00:00 UUR De christen-democraten wilden ooit van het label volkspartij af. EMMANUEL GERARD vraagt zich af waarom het opnieuw

Nadere informatie

De appel valt niet ver van de boom: afstanden berekenen tussen taalvariëteiten

De appel valt niet ver van de boom: afstanden berekenen tussen taalvariëteiten [Taalwerk] De appel valt niet ver van de boom: afstanden berekenen tussen taalvariëteiten Tom Ruette 1. Afstanden en categorieën De appel valt niet ver van de boom,

Nadere informatie

aard zijn. De techniek kan ook gebruikt worden bij het onderzoeken van de taalkundige variatie tussen sociale klassen, sexe, en andere dimensies.

aard zijn. De techniek kan ook gebruikt worden bij het onderzoeken van de taalkundige variatie tussen sociale klassen, sexe, en andere dimensies. Samenvatting Dit proefschrift onderzoekt synchrone en diachrone aspecten van de Engelse fonetiek en fonologie door middel van de eerste systematische toepassing van een uitgebreide set van kwantitatieve

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

E-REPUTATIESCAN. Sharon Van Laere, Charlotte Thyssen, Thomas Seghers

E-REPUTATIESCAN. Sharon Van Laere, Charlotte Thyssen, Thomas Seghers E-REPUTATIESCAN Sharon Van Laere, Charlotte Thyssen, Thomas Seghers 0 Inhoudsopgave 1 Stappenplan reputatiescan en webcare... 1 1.1 Sentimentenanalyse... 1 1.2 Doelgroepcheck... 4 1.2.1 Twitter... 4 1.2.2

Nadere informatie

Welk online videokanaal kan ik het beste gebruiken?

Welk online videokanaal kan ik het beste gebruiken? GGTV Informatie Welk online videokanaal kan ik het beste gebruiken? Gefeliciteerd. Je hebt een mooie video gemaakt of laten maken! Maar hoe zorg je ervoor dat zoveel mogelijk mensen naar je video gaan

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

VRT voelt de polarisatie in het maatschappelijke debat

VRT voelt de polarisatie in het maatschappelijke debat VRT voelt de polarisatie in het maatschappelijke debat Dubbel zo veel klachten in 2018 De vraag naar interactiviteit bij de burger blijft jaar na jaar stijgen. de toenemende digitale aanwezigheid speelt

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Taalvariatie in het secundair onderwijs

Taalvariatie in het secundair onderwijs Taalvariatie in het secundair onderwijs Een vergelijking van luistertestscores van leerlingen uit de tweede graad ASO op fragmenten in de standaardtaal en fragmenten in de tussentaal Anne Geladé Masterproef

Nadere informatie

Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011

Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 1615793 Scriptiebegeleider: dr. H. Mazeland Tweede lezer: prof. dr. C.M. de Glopper Voorwoord Soms

Nadere informatie

CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS

CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS Colloquium An De Moor KU Leuven 06/10/2018 1 NEDERLANDS MOET BEHOUDEN BLIJVEN ALS BELANGRIJKSTE ONDERWIJSTAAL pedagogische redenen: duidelijk

Nadere informatie

IP72 Brabants Dagblad. Analyse

IP72 Brabants Dagblad. Analyse IP72 Brabants Dagblad Analyse 01 Organisatie Bij Brabants Dagblad BV werken ongeveer 400 personen, waarvan bijna de helft bij de redactie, 100 bij advertentie-exploitatie, 70 bij oplage en 30 bij overige

Nadere informatie

Informatieblad: Opvattingen over nieuwsmedia en politiek in Nederland

Informatieblad: Opvattingen over nieuwsmedia en politiek in Nederland VOOR PUBLICATIE 17 MEI 2018 Informatieblad: Opvattingen over nieuwsmedia en politiek in Nederland VOOR MEDIA OF ANDERE VRAGEN: Amy Mitchell, Director, Journalism Research Katie Simmons, Associate Director,

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari 2002 5,2 92 keer beoordeeld Vak Nederlands dialect (v. Gr. dialektos = spreken, gesprek), regionaal gebonden taalvariant die niet als standaardtaal

Nadere informatie

Master in het vertalen

Master in het vertalen BRUSSEL t Master in het vertalen Faculteit Letteren Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit van België. Je kunt hier je studietraject verderzetten en verrijken, ook als je elders een

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

De PVV in het land en in de peiling

De PVV in het land en in de peiling De PVV in het land en in de peiling Zowel in als in is de PVV in de laatste peilingen van Peil.nl lager uitgekomen dan bij de verkiezingen zelf. Een analyse naar de reden hiervan geeft een beter beeld

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Minder nieuws voor hetzelfde geld?

Minder nieuws voor hetzelfde geld? www.nieuwsmonitor.net Minder nieuws voor hetzelfde geld? Van broadsheet naar tabloid Meer weten? Onderzoekers Nieuwsmonitor Carina Jacobi Joep Schaper Kasper Welbers Kim Janssen Maurits Denekamp Nel Ruigrok

Nadere informatie

C. Social Media Beleid in enkele stappen

C. Social Media Beleid in enkele stappen C. Social Media Beleid in enkele stappen 1. Stel doelen op! Je bent nu klaar met het instellen van Facebook en Twitter. Om jezelf een duidelijk beeld te stellen van wat je wilt bereiken met je Social Media

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie 1 Les 1 en 2 Mijn provincie Naam: Klas: 1 Mijn provincie op kaart Voer eerst volgende opdrachten uit op de kaart van je provincie - Kleur de gemeente waarin je school staat rood - Kleur je provinciehoofdplaats

Nadere informatie

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies Enquête Baas over eigen lijf : conclusies Tijdens de zomer van 2016 voerde de Liberale Vereniging van Personen met een Handicap (LVPH) in samenwerking met de Liberale Mutualiteiten en de VZW s VIEF en

Nadere informatie

Een studie van J. Wets & T. de Bruyn (HIVA, KULeuven) in opdracht van de Koning Boudewijnstichting (december 2011)

Een studie van J. Wets & T. de Bruyn (HIVA, KULeuven) in opdracht van de Koning Boudewijnstichting (december 2011) Een studie van J. Wets & T. de Bruyn (HIVA, KULeuven) in opdracht van de Koning Boudewijnstichting (december 2011) Samenvatting van de onderzoeksresultaten door SERR Meetjesland, Leiestreek & Schelde (gebaseerd

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

Tussentaal in Expeditie Robinson. contextgerichte of sprekergerichte variatie?

Tussentaal in Expeditie Robinson. contextgerichte of sprekergerichte variatie? Theoretische achtergrond Design Resultaten Tussentaal in Expeditie Robinson contextgerichte of sprekergerichte variatie? Conclusie Onderzoeksvraag Hoe interageren sprekergerichte features en contextgerichte

Nadere informatie

Marijke van der Wal en Eep Francken, reds Standaardtalen in beweging

Marijke van der Wal en Eep Francken, reds Standaardtalen in beweging Review 107 Marijke van der Wal en Eep Francken, reds Standaardtalen in beweging Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU. 2010. 217 pp. ISBN 978-3-89323-763-0 De titel van het boek Standaardtalen in beweging,

Nadere informatie

Facebook Omarm de open cultuur

Facebook Omarm de open cultuur 1 Facebook Omarm de open cultuur 2 Inhoudsopgave 03 Inleiding 04 Breng je bedrijf naar Facebook 05 Betrek je volgers 06 Maak het persoonlijk 07 Een beeld zegt meer dan 1000 woorden 08 Gebruik emoji 09

Nadere informatie