Financiële arbeidsvoorwaarden

Transcriptie

1 Financiële arbeidsvoorwaarden 2007/2009 Primair Onderwijs Uitgave Werkgeversvereniging Primair Onderwijs Productie Myrna Houtman, Dick van Vliet Vormgeving Vormgeving Onbekend, Almere Druk Giethoorn ten Brink, Meppel Uitgave Februari 2008 Prijs E 8,00 Voor nabestellingen zie ook:

2 Inhoud: P5 Voorwoord Financiële arbeidsvoorwaarden Algemeen P6 Diverse premies en franchise 1 januari 2008 P12 Structurele eindejaarsuitkering P13 Inkomenstoeslag P13 Structurele nominale uitkering P16 Was/wordt-tabel Bijlagen decentrale CAO PO 1 augustus 2007 P24 Bijlage A1 Carrièrepatronen directeuren P26 Bijlage A1 Carrièrepatronen meerhoofdige schoolleiding basisschool P27 Bijlage A1 Carrièrepatronen meerhoofdige schoolleiding aan speciale school voor basisonderwijs P28 Bijlage A1 Carrièrepatronen adjunct-directeuren P30 Bijlage A2 Carrièrepatronen Leraren P31 Bijlage A3 Carrièrepatronen Onderwijsondersteunend personeel P33 Bijlage A4 I/D-banen P34 Bijlage A5 Omrekentabel actueel loonpeil P38 Bijlage A6 Herleidingtabellen P41 Bijlage A7 Bindingstoelage P41 Bijlage A7 Inkomenstoelage P41 Bijlage A7 Structurele eindejaarsuitkering P41 Bijlage A7 Eindejaarsuitkering OOP P42 Bijlage A8 Uitlooptoeslag P42 Bijlage A8 Minimumbedrag bij promotie P42 Bijlage A8 Toelage Senior leraar SBO/WEC P43 Bijlage A9 Matrix P47 Bijlage A9 Berekeningswijze P48 Bijlage A10 Tegemoetkoming verhuiskosten P48 Bijlage A10 Tegemoetkoming pensionkosten P48 Bijlage A10 Tegemoetkoming zakelijke reis- en verblijfkosten P48 Bijlage A10 Tegemoetkoming woning-werkverkeer P49 Bijlage A11 Faciliteiten medezeggenschap P50 Bijlage A12 Maximum salarisbedragen (zgn. 15-jaarsuitzichten) Bijlagen decentrale CAO PO 1 januari 2008 P52 Bijlage A3 Carrrierepatronen OOP 2 3

3 Bijlagen decentrale CAO PO 1 augustus 2008 P58 Bijlage A1 Carrièrepatronen directeuren P60 Bijlage A1 Carrièrepatronen meerhoofdige schoolleiding basisschool P61 Bijlage A1 Carrièrepatronen meerhoofdige schoolleiding aan speciale school voor basisonderwijs P62 Bijlage A1 Carrièrepatronen adjunct-directeuren P64 Bijlage A2 Carrièrepatronen Leraren P66 Bijlage A3 Carrièrepatronen Onderwijsondersteunend personeel P68 Bijlage A4 I/D-banen P70 Bijlage A5 Omrekentabel actueel loonpeil P74 Bijlage A6 Herleidingtabellen P77 Bijlage A7 Bindingstoelage P77 Bijlage A7 Inkomenstoelage P77 Bijlage A7 Structurele eindejaarsuitkering P77 Bijlage A7 Eindejaarsuitkering OOP P78 Bijlage A8 Uitlooptoeslag P78 Bijlage A8 Minimumbedrag bij promotie P78 Bijlage A8 Toelage Senior leraar SBO/WEC P79 Bijlage A9 Matrix P83 Bijlage A9 Berekeningswijze P84 Bijlage A10 Tegemoetkoming verhuiskosten P84 Bijlage A10 Tegemoetkoming pensionkosten P84 Bijlage A10 Tegemoetkoming zakelijke reis- en verblijfkosten P84 Bijlage A10 Tegemoetkoming woning-werkverkeer P85 Bijlage A11 Faciliteiten medezeggenschap P86 Bijlage A12 Maximum salarisbedragen (zgn. 15-jaarsuitzichten) Bruto-nettotraject 2008 P87 Overzicht P87 Toelichting Voorwoord De minister van OCW heeft 5 november jl. de CAO onderwijs sector PO afgesloten. De in deze CAO overeengekomen financiële maatregelen zullen worden opgenomen in het Kaderbesluit PO. Het betreft in dit geval de salarisbedragen en enkele toelagen. Tot nu toe gaf het ministerie van OCW een handzaam boekje uit waarin alle financiële bedragen stonden opgenomen die van toepassing waren in het primair onderwijs. Tevens stond daarin een aantal zaken vermeld dat van belang was voor de berekening van het zogenoemde brutonettotraject en de loonkosten. OCW heeft in het financiële boekje 2007 aangegeven verder geen boekjes meer uit te zullen brengen en heeft daarbij aangekondigd dat dit door de Werkgeversvereniging Primair Onderwijs (WvPO) zal worden overgenomen. De WvPO heeft gemeend naar aanleiding van de CAO onderwijs sector PO hier invulling aan te geven. In de CAO onderwijs sector PO zijn verschillende financiële afspraken gemaakt. Een algemene salarismaatregelen (ASM) per 1 augustus 2007 en 1 augustus 2008 van respectievelijk 2,30% en 2,20%; Verhoging van de structurele eindejaarsuitkering met 1,20% per 1 januari 2007 en 1,00% per 1 januari 2008; en Een structurele nominale uitkering van 110 euro bij een normbetrekking die elk jaar in oktober tot uitbetaling moet komen. De ASM werkt in de meeste gevallen door in de overige bedragen die in de bijlagen van decentrale CAO PO staan vermeld, zoals de reiskosten woning/werkverkeer. In dit boekje treft u die bijlagen aan zoals die luiden per 1 augustus 2007 en 1 augustus Naast deze bijlagen treft u de percentages en de bedragen aan zoals die voor de verschillende premies per 1 januari 2008 gelden. Hierbij wordt ingegaan op de afspraak die in de CAO onderwijs sector PO is gemaakt over het niet verhalen van het werknemersdeel van de WGA-premie. Ten slotte wordt een beschrijving gegeven van de bruto-netto berekening van het salaris vanaf 1 januari Met de uitgifte van dit boekje zet de WvPO een goede traditie voort om de arbeidsvoorwaardelijke bedragen die in de sector PO gelden op handzame wijze bijeen te brengen. Ik hoop daarom dat dit boekje net zoals de OCW-uitgave is geweest, een praktisch hulpmiddel zal zijn bij de uitvoering van de financiële werkzaamheden in Aan de inhoud van het boekje kunnen geen rechten worden ontleend. Hans van Willegen WvPO 4 5

4 Premiepercentages en franchisebedragen voor werkgevers en werknemers 2008 Verzekering Premie werkgever 2008 OP/NP 13,82% (incl. 0,10% ANW) Premie werknemer ,18% (incl. 0,30% ANW) Franchise Overgangspremie* 1,85% 2,65% n.v.t. AOP** 0,30% 0,10% WAO/WIA - basispremie (Aof) - uniformepremie - WGA gemiddeld totaal 5,65% 0,15% v* 0,57% v* 6,37% n.v.t. n.v.t. n.v.t.***** n.v.t. n.v.t. n.v.t. Pseudo-WW*** n.v.t 3,50% ZVW-bijdrage**** n.v.t. 7,20% n.v.t. UFO*** 1,12% n.v.t. n.v.t. (incl 0,34% bijdrage kinderopvang) Vervangingsfonds 8,31% n.v.t. n.v.t. (VF) 3,50% Participatiefonds (PF) 1,51% n.v.t. n.v.t. * i.p.v. VUT/FPU ** i.p.v. IPbw *** Maximum premiegrens WAO/WIA, WW en UFO: ,80 **** Maximum premiegrens Zvw: E ,00 ***** In de CAO onderwijs is overeengekomen dat er geen verhaal zal plaatsvinden. v* In dit overzicht wordt het gemiddeld percentage aangegeven. Per werkgever kan dit dus afwijken. De vaststelling van het GPLbedrag (Lumpsumbijdrage) geschiedt echter aan de hand van de gemiddelde percentages. Uitleg over de werking van de verschillende premies Inleiding Met ingang van 1 januari 2008 wijzigt een aantal zaken rondom de verschillende premies: In de CAO onderwijs is overeengekomen dat er geen verhaal meer zal plaatsvinden over het deel van WGA dat op de werknemer verhaald kan worden Differentiatie van de IVA-premie. De berekeningswijze van de verschillende premies wordt weergegeven bij onderwerp: Uitleg Bruto-netto traject WIA/WAO-premie De premie bestaat uit de volgende onderdelen: WAO (Wet ArbeidsOngeschiktheid) IVA (Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) WGA (Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) Onder de WIA vallen de IVA en de WGA. In de berichtgeving van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn deze onderdelen niet altijd direct herkenbaar terug te vinden. Allereerst wordt ingegaan bij onderdeel 1.1 op de WAO, bij onderdeel 1.2 op de IVA en bij onderdeel 1.3 op de WGA. In onderdeel 1.4, WAO/ WIA, wordt aangegeven op welke wijze het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid (SZW) de premies van de drie onderdelen bekend heeft gemaakt. 1.1 WAO Sinds 29 december 2005 is de WIA van kracht. De WAO-premie blijft vanwege overgangsrechtelijke WAO-aanspraken gehandhaafd. De premie bestaat uit een basispremie. Vanaf 1 januari 2008 is de gedifferentieerde premie verdwenen en vervangen door de zogenoemde uniforme premie WAO voor de Arbeidsongeschiktheidskas (Aok) die voor elke werkgever geldt. Grote en kleine werkgevers betalen daardoor naast de basispremie WAO/WIA een uniforme premie van 0,15%. Deze premie wordt niet betaald door Eigenrisicodragers WAO. 1.2 IVA De IVA geldt voor betrokkene die 80% of meer arbeidsongeschikt zijn en waarin de verzekeringsarts, eventueel in samenwerking met de arbeidsdeskundige, tot de conclusie komt dat door ziekte er geen mogelijkheid meer is tot loonvormende arbeid en dit oook niet binnen 5 jaar te verwachten is (duurzaam arbeidsongeschikt). De IVApremie bestaat uit een basis- en een gedifferentieerde premie. De basispremie is verplicht en voor iedere werkgever gelijk. De gedifferentieerde premie is vooralsnog niet actief. 6 7

5 1.3 WGA De WGA geldt in eerste instantie voor betrokkenen die 35% tot 80% arbeidsongeschikt zijn geworden. Betrokkenen die voor 80% tot 100% AO zijn, maar waarvan de arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is, krijgen ook een WGA-uitkering. neemt na 10 jaar de WGA-uitkering over. De werkgever hoeft geen WGA-gedifferentieerde premie (0,57%) te betalen, maar wel de basispremie. Voor de periode 2007 tot en met 2016 staat deze premie op 0%. De WGA bestaat uit een basis- en een gedifferentieerde premie. Verwarrend was dat vanaf 2007 tot 2016 niet gewerkt zal worden met een basispremie in de zin van een vaste premie. In de berichtgeving in 2007 werd echter voor de WGA wel gesproken over een basispremie. De term basispremie was ongelukkig gekozen omdat die premie als basis dient voor de gedifferentieerde premie. UWV heeft de premies en parameters voor de berekening van de individuele gedifferentieerde premie WGA voor 2008 vastgesteld op 0,57%. Deze gedifferentieerde premie is opgebouwd uit een: gemiddelde lastendekkende opslag van 0,30%. Dit percentage is nodig om de WGA-uitkeringen te financieren die in 2008 uit de Werkhervattingskas betaald worden. In dit percentage zit per saldo een korting van 0,01% voor het afbouwen van het vermogen en het compenseren van de premie-inkomsten verlies door de maximumpremie; vaste opslag van 0,28% (de zogenaamde rentehobbel). De rentehobbel is bedoeld om de concurrentie van de particuliere verzekeringsmaatschappijen met UWV mogelijk te maken (level playing field). Deze gedifferentieerde premie kan voor de werkgever hoger of lager uitvallen door een opslag of een korting die afhankelijk is van de WGA-lasten in de periode in Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een grote of een kleine werkgever. Grote werkgevers zijn werkgevers met een gezamenlijke loonsom in 2006 van meer dan E Voor grote werkgevers bedraagt de premie minimaal 0,00 % en maximaal 2,32% en voor een kleine werkgevers minimaal 0,30% en maximaal 1,74%. In beide gevallen bericht de Belastingdienst de werkgever over de hoogte van de premie. Voor de WGA premie is via artikel 34 van de Wet financiering sociale verzekeringen geregeld dat een gedeelte van de gedifferentieerde premie verhaald kan worden op de werknemer. In de CAO onderwijs PO is overeengekomen dat deze premie niet (langer) op de werknemer kan worden verhaald Eigenrisicodrager WGA Vanaf 2007 kan iedere werkgever eigenrisicodrager worden voor de WGA. De werkgever draagt in dat geval voor een periode van tien jaar de WGA-uitkeringslasten van de werknemers en is verantwoordelijk voor hun re-integratie. De UWV blijft de keuringen doen en Voorzieningen voor het in dienst houden of nemen van een gedeeltelijke AO-werknemer De Belastingdienst kent verschillende voorzieningen: Bij het in dienst houden krijgt de werkgever een maximale premiekorting van 2042 euro voor maximaal één jaar. Bij het in dienst nemen geldt dezelfde maximale premiekorting en duurt zolang de dienstbetrekking duurt, maar hooguit voor 3 jaar. De mogelijkheid tot subsidie als de kosten van het (her)plaatsen van de werknemer, bijvoorbeeld voor de gewijzigde werkplek, hoger zijn dan de premiekorting. Een zogenoemde no-riskpolis die het financiële risico de eerste 5 jaar beperkt van het in dienst nemen of houden van een AOwerknemer. Als deze werknemer binnen vijf jaar na indiensttreding wegens ziekte of AO het werk niet meer kan verrichten, heeft hij recht op ziekengeld (betaling van salaris). Het ziekengeld wordt betaald door de UWV; aan de werkgever of de werknemer. Als de werknemer na de eerste twee ziektejaren recht heeft op een WIAuitkering, wordt deze uitkering niet doorberekend aan de werkgever ook niet als de arbeidsongeschiktheid duurzaam is. De mogelijkheid tot een proefplaatsing voor 3 maanden. De werknemer werkt deze periode onbetaald op proef. Zijn uitkering loopt voor deze periode gewoon door. Zie voor verder informatie over dit onderwerp de site van de Belastingdienst. 1.4 WAO/WIA In de publicatie over de premies sociale verzekeringen 2008 geeft SZW de volgende premies aan: WAO/WIA-basispremie (Aof) werkgevers Uniforme premie WAO WAO-gemiddelde premie (Aok) werkgevers WGA-rekenpremie (werkhervattingskas) werkgevers De WAO/WIA-basispremie is de verzameling (het totaal) van de basispremies die gelden voor de WAO en de IVA (voor de WGA geldt voor de periode 2008 tot 2017 wel een basispremie, maar bedraagt voor de betreffende periode 0%). 8 9

6 Basispremie % WAO * IVA * WAO/WIA (Aof) werkgevers totaal 5,65 * Bij navraag SZW is duidelijk geworden dat de exacte premies WAO en IVA niet aan te geven zijn; het zou dan slechts kunnen gaan om een benadering. De gedifferentieerde premie WAO is vanaf 1 januari 2008 afgeschaft. Hiervoor in de plaats is de uniforme premie WAO ter grootte van 0,15% gekomen. Deze premie geldt, met uitzondering van de werkgever die eigenrisicodrager is, voor elke werkgever. Grote en kleine werkgevers betalen daardoor naast de basispremie WAO/WIA een uniforme premie voor de Arbeidsongeschiktheidskas (Aok). De WAO-gemiddelde premie (Aok) werkgevers heeft in deze geen functie voor onderwijs. De WGA-rekenpremie (werkhervattingskas) werkgevers staat voor de gemiddelde gedifferentieerde premie die geldt voor de WGA. Resumé WAO/WIA-basispremie = WAO en IVA 5,65% Uniforme premie WAO = in de plaats gekomen van 0,15% de gedifferentieerde premie WAO WAO-gemiddelde premie = niet van toepassing (Aok) WGA-rekenpremie (werkhervattingskas) werkgevers = gemiddelde gedifferentieerde premie WGA (inclusief vast percentage voor de rentehobbel van 0,28%) 0,57% 3. ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP). Per 1 juli 2006 is het ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen gestart als aanvulling op de wettelijke regelingen van arbeidsongeschiktheid. Op aangeven van het ABP is de invoering vastgesteld op 1 januari 2007 wegens de uitvoering in de salarissystemen. Hierdoor kwam het bestaande invaliditeitspensioen: IPbw hoog, IPbw laag en herplaatsingtoelage per 1 januari 2007 te vervallen. De voorwaarden m.b.t. de vaststelling van de aanspraak voor de AOP is identiek aan het IPbw-hoog. Voor iedere verzekerde (ABP deelnemers) geldt één (collectieve) verzekering AOP. De verzekering houdt in dat de betrokkene die onder WIA valt (WGA of IVA) een aanvulling krijgt op de IVA of WGA uitkering. De hoogte en de duur van de AOP-uitkering is afhankelijk van de IVA/WGA-uitkering. Als een betrokkene bijvoorbeeld op grond van een IVA-uitkering 75% van het maximum dagloon krijgt, dan vult het AOP tot 65 jaar aan tot 75% van het oude inkomen. Het ABP verstrekt jaarlijks de informatie over de premiepercentages afdracht en inhouding werknemer per werkgever/per sector. Evenals bij IPbw is bij het AOP gemoedsbezwaar mogelijk. Premiegrondslag per maand ((jaarinkomen jaarfranchise)/12) * deeltijdfactor) is identiek aan het IPbw hoog. Voor 2008 geldt een percentage van totaal 0,40%, waarbij een kwart voor rekening van de werknemer komt. 4. Vervangingsfonds Het bestuur van het Vervangingsfonds heeft kostendekkendheid gekozen als uitgangspunt voor het vaststellen van de premies van de verplichte en de vrijwillige verzekering. Op het moment van uitgifte van dit boekje zijn de premies nog niet bekend. De premie voor de verplicht verzekerden zal 8,31% bedragen en voor de vrijwillig verzekerden 3,50%. De premie voor de verplichte verzekering is samengesteld uit een premie voor vervanging in verband met ziekte (7,58%) en een premie voor voor vervanging op andere gronden (0,73%). 5. Participatiefonds Het bestuur van het Participatiefonds heeft voor een verlaging van het premiepercentage in 2008 gekozen. De premie bedraagt 1,51%. 2. UFO-premie Met ingang van 1 januari 2008 bedraagt de UFO-premie 1.12%. Dit is inclusief 0,34% bijdrage kinderopvang

7 Structurele Eindejaarsuitkering (SEJU) Doelgroep De SEJU geldt voor al het personeel dat in dienst is bij een instelling die valt onder de sector PO die wordt bekostigd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Algemeen De uitkering wordt uitbetaald in de maand december van het desbetreffende jaar. De opbouw van de uitkering vindt maandelijks plaats via een percentageberekening over de berekeningsgrondslag. Als de dienstbetrekking met een betrokkene wordt beëindigd, wordt de tot dan toe opgebouwde uitkering direct met hem verrekend. De uitkering maakt onderdeel uit van het jaarinkomen ABP dat van toepassing is voor de berekening van de OP/NP, AOP en Overgangspremie. De hoogte van de uitkering Het percentage van de SEJU voor 2007 bedraagt 5,30% structureel (de verhoging van 1,20% werkte niet door in het in 2007 vastgestelde ABP jaarinkomen) en vanaf 1 januari ,30%. De verhoging van 1,00% en de verhoging over 2007 tellen mee bij het jaarinkomen dat vanaf 1 januari 2008 wordt vastgesteld. De berekening De berekeningswijze is als volgt: BG x percentage. BG = De berekeningsgrondslag, waarbij BG = BS BK waarbij: BS = Brutosalaris inclusief de eventuele uitlooptoeslag per maand BK = Bruto-kortingen per maand Onder bruto-korting wordt verstaan een korting wegens: anticumulatie bepaling; schorsing; staking; gedeeltelijk of volledig buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging; fiscale maatregel. Inkomenstoelage Doelgroep De inkomenstoelage geldt voor al het personeel dat in dienst is bij een instelling die valt onder de sector PO en die wordt bekostigd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Uitgangspunten De hoogte van de toelage bedraagt met ingang van 1 augustus 2007 e 31,71 bruto per maand bij een normbetrekking en vanaf 1 augustus 2008 e 32,41. De toelage wordt maandelijks uitbetaald. De berekening De berekeningswijze is als volgt: IT x BG : NS. IT = Inkomenstoelage per maand BG = Berekeningsgrondslag, waarbij BG = BS - BK waarbij BS = Bruto-salaris per maand BK = Bruto-kortingen per maand NS = Normsalaris per maand Onder bruto-korting wordt verstaan een korting van het salaris wegens: anticumulatie bepaling schorsing staking gedeeltelijk of volledig buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging fiscale maatregelen (bv. fietsregeling) Een korting in verband met seniorenbeleid (BAPO) en een korting in verband met ziekte na 12 maanden (artikel 4 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijspersoneel primair onderwijs (BZA)) worden niet beschouwd als een bruto-korting. De uitkomst van de berekening per maand wordt rekenkundig afgerond op 2 cijfers achter de komma en kan hoger zijn dan het vastgestelde bedrag bij normbetrekking. Doorwerking Zie bijlage A9 Matrix en doorwerking Een korting in verband met seniorenbeleid (BAPO) en een korting in verband met ziekte na 12 maanden (artikel 4 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid primair onderwijs (BZA)) worden niet beschouwd als een bruto-korting. De uitkomst van de berekening per maand wordt rekenkundig afgerond op 2 cijfers achter de komma. Structurele nominale uitkering Doelgroep De nominale uitkering geldt voor al het personeel dat in dienst is bij een instelling die valt onder de sector PO en die wordt bekostigd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Maandelijkse opbouw De opbouw van de nominale uitkering vindt maandelijks plaats over 12 13

8 de periode januari tot en met oktober. Zie voor de rekenformule de berekening. Als de dienstbetrekking met een betrokkene wordt beëindigd, wordt de opgebouwde uitkering direct met hem verrekend. De hoogte van de uitkering De hoogte van de nominale uitkering bedraagt over de betreffende periode E110 bruto bij een normbetrekking. De uitkering kan uiteindelijk hoger uitvallen als betrokkene voor meer dan een normbetrekking werkzaam is (geweest). De berekening De berekeningswijze is als volgt: NU x BG : NS. NU = Nominale uitkering per maand (e 110 : 10 = e 11,00). BG = de berekeningsgrondslag, waarbij BG = BS - BK waarbij: BS = Bruto-salaris per maand BK = Bruto-kortingen per maand NS = Normsalaris per maand Onder bruto-korting wordt verstaan een korting van het salaris wegens: anticumulatie bepaling; schorsing; staking; gedeeltelijk of volledig buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging; fiscale maatregelen (bv. fietsregeling). Een korting in verband met seniorenbeleid (BAPO) en een korting in verband met ziekte na 12 maanden (artikel 4 van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijspersoneel primair onderwijs (BZA)) worden niet beschouwd als een bruto-korting. De uitkomst van de berekening per maand wordt rekenkundig afgerond op 2 cijfers achter de komma. Doorwerking De uitkering: maakt voor het eerst onderdeel uit van het jaarinkomen ABP dat vanaf 1 januari 2008 wordt vastgesteld. werkt niet door in de aanspraken die in de CAO PO staan opgenomen, zoals vakantie-uitkering, SEJU, overlijdensuitkering of ambtsjubileum

9 Was-wordt tabel bedragen in euro s incl. ASM incl. ASM incl. ASM incl. ASM van 2,30% van 2,20% van 2,30% van 2,20%

10 incl. ASM incl. ASM incl. ASM incl. ASM van 2,30% van 2,20% van 2,30% van 2,20%

11 Overzicht salarisbedragen, toelagen en overige arbeidsvoorwaardelijk bedragen in het PO zoals die zijn opgenomen in de bijlagen A1 tot en met A12 bij de CAO PO Salarisschalen bevattende salarisnummers en maandbedragen in euro s bij een normbetrekking zoals opgenomen in de CAO PO Bijlage A1 Carrièrepatronen directies Loonpeil 1 augustus 2007 Maximumschaal normfunctie directeur: 1. De maximumschaal die voor de normfunctie van directeur geldt, wordt afhankelijk van y, zoals aangegeven in artikel 6.22, vastgesteld volgens onderstaand schema: a. maximumschaal normfunctie directeur voor wat betreft basisscholen: y tot en met 199 maximumschaal DA 200 tot en met 399 DB 400 tot en met 899 DC 900 en hoger DC + uitloop b. maximumschaal normfunctie directeur voor speciale school voor basisonderwijs: y tot en met 199 maximumschaal DB 200 tot en met 399 DC 400 en hoger DC + uitloop c. maximumschaal normfunctie meerhoofdige schoolleiding basisschool: y tot en met 199 DA tot en met 399 DA tot en met 899 DB 15 maximumschaal 900 aen hoger DB + uitloop d. maximumschaal normfunctie meerhoofdige schoolleiding speciale school voor basisonderwijs: y tot en met 199 DB tot en met 399 DB tot en met 899 DC en hoger DC U15 maximumschaal e. maximumschaal normfunctie directeur school voor speciaal onderwijs, school voor speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs en/of school voor voortgezet speciaal onderwijs, afhankelijk van q, zoals aangegeven in artikel 6.23 en vastgesteld volgens onderstaand schema: aantal leerlingen (q) maximumschaal directie SO en VSO maximumschaal directie SOVSO Tot 50 DB DB 50 tot 100 DB DB 100 tot 200 DC DC 200 en hoger DC + uitloop DC + uitloop Maximumschaal normfunctie adjunct-directeur: 2. De maximumschaal die voor de normfunctie van adjunct-directeur geldt, wordt afhankelijk van y, zoals aangegeven in de artikel 6.22 vastgesteld volgens onderstaand schema: a. maximumschaal normfunctie adjunct-directeur basisschool: y tot en met 399 maximumschaal AA 400 tot 899 AB 900 en hoger AC b. maximumschaal normfunctie adjunct-directeur speciale school voor basisonderwijs: y tot en met 199 maximumschaal AB 200 en hoger AC 20 21

12 c. maximumschaal normfunctie adjunct-directeur school voor speciaal onderwijs, school voor speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs of school voor voortgezet speciaal onderwijs: aantal leerlingen (q) maximumschaal SO en VSO maximumschaal SOVSO 50 tot 100 AB AB + AB 100 tot 200 AC AC + AC 200 en hoger AC AC + AC So-, vso of sovso-scholen tot 50 leerlingen met een afdeling voor meervoudig gehandicapten hebben formatieve ruimte voor de benoeming van een adjunct-directeur AB

13 Verklaringen van de afkortingen BO = basisschool SBO = speciale school voor basisonderwijs SO = speciaal en/of voortgezet special onderwijs Y = aantal leerlingen q = aantal leerlingen Carrièrepatronen directeuren bedoeld in artikel 6.23 en 6.24 van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 BO Y < 200 BO Y BO Y SBO Y < 200 SBO Y SO q < 100 SO q DA DB DC nr bedrag nr bedrag nr bedrag BO Y =>900 Niet Niet SBO Y =>400 normfuncties normfuncties SO q =>200 DC + uitloop DD DE nr bedrag nr bedrag nr bedrag U U

14 Carrièrepatronen meerhoofdige schoolleiding basisschool bedoeld in artikel 6.22, vierde lid, van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 Carrièrepatronen meerhoofdige schoolleiding aan speciale school basisonderwijs bedoeld in artikel 6.22, vierde lid, van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 BO Y < 200 BO Y BO Y BO Y => 900 DA DA DB DB + uitloop nr bedrag nr bedrag nr bedrag nr bedrag U U SBO Y <100 SBO Y SBO Y SBO Y 400 of meer DB DB DC DC + uitloop nr bedrag nr bedrag nr bedrag nr bedrag U U

15 Carrièrepatronen adjunct-directeuren bedoeld in artikel 6.22 en 6.23 van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 BO Y < 400 BO Y BO => Y900 SBO Y < 200 SBO =>Y 200 SO q SO q =>100 AA AB AC nr bedrag nr bedrag nr bedrag Niet Niet normfuncties normfuncties AD AE nr bedrag nr bedrag

16 Carrièrepatronen leraren bedoeld in artikel 6.30 van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 Bijlage A2 Schaal LA Schaal LB Schaal LC Schaal LD Schaal LE nr bedrag nr bedrag nr bedrag nr bedrag nr bedrag Carrièrepatronen onderwijsondersteunend personeel (OOP) bedoeld in artikel 6.32 van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 Bijlage A3 Schaal 1 Schaal 2 Schaal 3 nr bedrag nr bedrag nr bedrag J J J J J J J J J J J J Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 nr bedrag nr bedrag nr bedrag J J J J J J J J

17 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 nr bedrag nr bedrag nr bedrag Schaal 13 Schaal 14 nr bedrag nr bedrag Schaal10 Schaal 11 Schaal 12 nr bedrag nr bedrag nr bedrag Bijlage A4 Carrièrepatronen onderwijsondersteunend personeel (OOP) bedoeld in artikel 6.32 van de CAO PO Loonpeil 1 augustus 2007 Instroombaan Doorstroombaan Doorstroombaan Schaal 1 Schaal 2 Schaal 3 sal nr bedrag sal nr bedrag sal nr bedrag a1 1317, a

18 Bijlage A5 Omrekentabel actueel loonpeil behorende bij artikel 6.2, lid 3, van de CAO PO inzake toepassing naar het loonpeil 1 augustus 2007 bij een Laatstgenoten Salaris bij een Normbetrekking (LSN). Als een LSN wordt vastgesteld op basis van gegevens van voor 1 januari 2000 en het bedrag groter is dan het bedrag dat in kolom 9 staat vermeld wordt na de berekening (LSN * factor) de uitkomst verhoogd met 69 euro. Indien het LSN wordt vastgesteld op basis van gegevens van voor 1 januari 2001 dient het LSN in guldens eerst omgerekend te worden naar euro s via de rekensom: LSN : 2, LSN factor LSN factor LSN factor factor =< > =< > =< > 2007 jan/jul , , , , aug/dec , , , , jan/jul , , , , aug/dec , , , , jan/jul , , , , jan/dec , , , , mrt/dec , , , , jan/febr , , , , jul/dec , , , , jan/jun , , , , mrt/dec , , , , jan/feb , , , , mrt/dec , , , , jan/febr , , , , febr/dec , , , , jan , , , , dec , , , , aug/nov , , , , jan/jul , , , , aug/dec , , , , apr/jul , , , , jan/mrt , , , , apr/dec , , , , jan/mrt , , , , okt/dec , , , , jan/okt , , , , jan/dec , , , , okt/dec , , , , jan/sept , , , , apr/dec , , , , jan/mrt , , , , apr/dec , , , , jan/mrt , , , , apr/dec , , , , jan/mrt , , , ,

19 LSN factor LSN factor LSN factor factor =< > =< > =< > 1989 jan/dec , , , , jan/dec , , , , sep/dec , , , , jan/aug , , , , jan/dec , , , , jun/dec , , , , jan/mei , , , , jan/dec , , , , jan/dec , , , , jul/dec , , , , jan/jun , , , , jul/dec , , , , jan/jun , , , , jul/dec , , , , jan/jun , , , , jul/dec , , , , mei/jun , , , , jan/apr , , , , aug/dec , , , , jun/jul , , , , jan/mei , , , , aug/dec , , , , apr/jul , , , , jan/mrt , , , , jul/dec , , , , jan/jun , , , , aug/dec , , , , jan/jul , , , , jul/dec , , , , apr/jun , , , , jan/mrt 972 2, , , , aug/dec 940 2, , , , jan/jul 882 3, , , , apr/dec 806 3, , , , jan/mrt 775 3, , , , jul/dec 754 3, , , , apr/jun 721 3, , , , jan/mrt 714 3, , , , jan/dec 657 4, , , , jul/dec 623 4, , , , jan/jun 612 4, , , , mei/dec 575 4, , , , jan/apr 567 4, , , , jul/dec 548 5, , , , jan/jun 540 5, , , ,

20 Bijlage A6 Schaal LB (voor 1 maart 2001 maximumschaal 10) Herleidingtabellen behorende bij artikel 6.2, lid 3, van de CAO PO Hiermee wordt het laatstgenoten salaris vastgesteld voor de werknemers (leraren) die voor 1 augustus 2002 voor het laatst in het primair onderwijs werkzaam zijn geweest. Inhoud van de kolommen 1. werkzaam voor Carrièrepatroon in de periode tot Carrièrepatroon in de periode tot Carrièrepatroon in de periode tot Carrièrepatroon in de periode tot Carrièrepatroon in de periode tot Positie laatstgenoten salaris in het vanaf geldende carrièrepatroon (horizontale omzetting) Schaal LA (voor 1 maart 2001 maximumschaal 9) loonpeil 1 augustus loonpeil 1 augustus

21 Schaal LC (voor 1 maart 2001 maximumschaal 11) loonpeil 1 augustus Bijlage A7 Bindingstoelage, inkomenstoelage, structurele eindejaarsuitkering en eindejaarsuitkering OOP Bindingstoelage behorende bij artikel 6.14 van de CAO PO loonpeil 1 augustus 2007 Functie Bedrag Leraar 321,40 Directiefunctie 214,27 Onderwijsondersteunend personeel salarisschaal 9 214,27 Inkomenstoelage behorende bij artikel 6.14a van de CAO PO loonpeil 1 augustus 2007 per maand bij een normbetrekking 31,71 euro Structurele eindejaarsuitkering behorende bij artikel 6.15 van de CAO PO Het percentage van de structurele eindejaarsuitkering (SEJU) bedraagt met ingang van 1 januari ,30% Eindejaarsuitkering OOP behorende bij artikel 6.33 van de CAO PO loonpeil 1 augustus 2007 a. e 820,08 (e 68,34 maandelijks) voor de functieschalen 1 tot en met 5 b. e 775,08 (e 64,59 maandelijks) voor de functieschalen 6 tot en met

22 Bijlage A8 Uitlooptoeslag, minimumbijdrage bij promotie, toelage senior leraar SBO/WEC Loonpeil 1 augustus 2007 Uitlooptoeslag behorende bij artikel 6.13 van de CAO PO per maand bij een normbetrekking in euro s Schaal Bedrag schaal LA 28,61 schaal LB 25,10 schaal LC 45,70 schaal LD 22,60 Bijlage A9 Matrix en berekeningswijze Financieel arbeidsvoorwaardelijke aanspraken: de verschillende aanspraken zoals die in hoofdstuk 6 staan verwoord inclusief de verhuiskostenvergoeding uit hoofdstuk 7. Matrix: onderstaand overzicht waarin wordt aangegeven op welke wijze een arbeidsvoorwaardelijke aanspraak of eventuele inhouding van het salaris doorwerkt in (andere) arbeidsvoorwaardelijke aanspraken Berekeningsgrondslag: het resultaat van de in de matrix aangegeven doorwerking Minimumbedrag bij promotie behorende bij artikel 6.24 van de CAO PO bedraagt e 100,42 bij normbetrekking TOELAGE SENIOR LERAAR SBO/WEC behorende bij de toelichting van artikel 5.4 van de CAO PO 1e jaar e 112,97 2e jaar e 225,

23 werkt door naar grondslag >>>>> VU SEJU JG (6) OU (2) (6) OU (2) (6 BZA JI UL VK (5) Salaris (1) (art. 6.1, 6.8, 6.9, 6.31) ja ja ja ja ja ja ja ja Uitlooptoeslag (art. 6.13) ja ja ja ja ja ja ja ja Bindingstoelage (art. 6.14) nee nee nee nee ja ja nee nee Inkomenstoelage (art. 6.14a) nee nee nee nee ja ja nee nee VU (art. 6.16) nee nee ja ja ja ja nee ja SEJU (art. 6.15) nee nee nee nee ja ja nee nee Ambtsjubileum (art. 6.18) nee nee nee nee nee nee nee nee Gratificatie (art. 6.19) nee nee nee nee nee nee nee nee Maandelijkse toelage (art. 6.19) nee nee nee nee ja ja nee nee Toelage directeurswerkz andere instelling (art. 6.29) nee nee nee nee ja ja nee nee Eindejaarsuitkering OOP (art.6.33) nee nee nee nee ja ja nee nee Overwerkvergoeding (art. 6.38) nee nee nee nee nee ja nee nee Toelage onregelmatige dienst (art. 6.36) ja nee ja (3) ja (3) ja ja nee ja Garantie toelage onregelmatige dienst (art. 6.37) ja nee ja ja ja ja nee nee Uitkering levensloop (art. 8.24) nee nee nee nee ja nee nee nee Korting BAPO-verlof (art. 8.25) nee (*) nee (*) nee(*) nee (*) ja (4) nee(*) nee (*) ja- Inhouding bezoldiging (art 4.16) ja- ja- ja- ja- ja- nee (*) ja- ja- (Ged.) inhouding i.v.m. buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging o.b.v. artikel 8.9, 8.11 of 8.15 ja- ja- ja- ja- ja- nee (*) ja- ja- (Ged.) inhouding i.v.m. buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging o.b.v. artikel 8.12, 8.13 of 8.20 of gedeeltelijke bezoldiging artikel 8.21 ja- ja- nee(*) nee (*) ja- nee (*) ja- ja- Levensloop (8.24). ja- ja- nee (*) nee (*) ja- nee (*) ja- ja- Functiedifferentiatie toelage (LB+) (bijlage A8) ja ja ja ja ja ja ja ja EHBO-toelage (artikel 11.5) (overgangsrechtelijk) ja nee ja ja ja ja nee ja Grondslag totaal totaal totaal totaal totaal totaal totaal totaal Verklaring: BZA = Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijs VU = Vakantie-uitkering personeel primair onderwijs SEJU = Structurele eindejaarsuitkering JI = Jaarinkomen ABP JG = Jubileumgratificatie UL = Uitkering levensloop OU = Overlijdensuitkering VK = Verhuiskostenvergoeding 44 ja: maakt onderdeel uit van de grondslag 45

24 ja-: korting/inhouding verlaagt de grondslag nee: maakt geen onderdeel van de grondslag nee (*): korting/inhouding/verlaging van salaris verlaagt de grondslag niet (1): betreft het salaris dat betrokkene op basis van zijn aanstelling/ benoeming heeft voordat er sprake is van een inhouding of korting op of gedeeltelijke uitbetaling van het salaris. (2): betreft het salaris en overige aanspraken dat betrokkene op basis van de gegevens op de dag van overlijden over een gehele maand zou hebben verdiend. (3): wordt berekend naar wat de werknemer in de drie aan de jubileumdatum/dag van overlijden voorafgaande kalendermaanden gemiddeld aan toelage heeft ontvangen. (4): betreft het eerste jaar van verlof. Vanaf 2 e jaar keuze betrokkene. (5): betreft de grondslag die betrokkene op basis van zijn aanstelling/benoeming heeft in de maand van verhuizing tot ten hoogste de grondslag bij een normbetrekking maal 12. (6): als sprake is van JG of OU en betrokkene tijdens verlof ergens anders werkzaam is en daar ook sprake is van een JG of OU, wordt de JG of OU verlaagd met het bedrag uit die andere betrekking behorend bij de omvang van het verlof. Berekeningswijze Situatie per 1 augustus 2007 (loonpeil 1 augustus 2007) Aanspraak Uitlooptoeslag (overgangsrechtelijk) Moment van uitbetaling maandelijks Bedrag nominaal salarisschaal LA e 28,61 per mnd salarisschaal LB e 25,10 per mnd Bindingstoelage augustus eenmalig jaarbedrag leraar: e 321,40 directiefunctie: e 214,27 OOP salarisschaal 9: e 214,17 Inkomenstoelage maandelijks e 31,71 per mnd Eindejaarsuitkering OOP Minimum vakantieuitkering december mei opbouw per maand salarisschaal 1 t/m 5: e 68,34 (e 820,08 p./j.) salarisschaal 6 t/m 8: e 64,59 (e 775,08 p./j.) 19 jaar of ouder e 137,47 per mnd De berekeningswijze De berekeningswijze is als volgt: NA x FS : NS NA = Nominaal bedrag van de aanspraak FS = Feitelijk salaris (is het verschil tussen het salaris en de toegepaste kortingen)* NS = Norm salarisbedrag per maand *Is het resultaat van: BS BK waarbij: BS = Brutosalaris per maand (= resultaat van het in die maand vastgestelde salaris) BK = Brutokortingen per maand Onder brutokorting wordt verstaan een korting van het brutosalaris wegens: anticumulatiebepaling (Bijlage III, lid 11); schorsing (artikel 4.16.: geldt alleen voor openbaar onderwijs); staking (artikel 11.2, zesde lid); gedeeltelijk of volledig buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging (de artikelen 8.9, 8.11 t/m 8.13, 8.20, 8.21 en 8.24). fiscale maatregelen (artikel 7.8: de fietsregeling). Niet als een brutokorting worden beschouwd een korting in verband met seniorenbeleid (Bapo) en een korting in verband met ziekte na 12 maanden (artikel 4 Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair, BZA). De uitkomst van de berekening per maand wordt rekenkundig afgerond op 2 cijfers achter de komma. Berekeningswijze VU De opbouw van de VU vindt maandelijks plaats over de grondslag zoals in de matrix aangegeven en bedraagt totaal in de betreffende maand 8% over de grondslag. Van deze berekeningswijze wordt echter afgeweken als de uitkomst van 8% van het salarisbedrag waarop het salaris is gebaseerd, lager is dan aangegeven is in het Kaderbesluit rechtspositie PO genoemde bedrag bij de betreffende leeftijd van de werknemer. In dat geval wordt voor de berekening van de VU uitgegaan van het minimumbedrag. Voorbeeld Het salarisbedrag voor een werknemer bedraagt e % van dit bedrag bedraagt e 118,16 en is lager dan het bedrag van e 137,47. Voor de vaststelling van de VU wordt verder uitgegaan van dit bedrag. Als de werknemer niet benoemd of aangesteld is in een volledige betrekking, vindt de vaststelling op dezelfde wijze plaats als aangegeven onder de berekeningswijze: NA x FS : NS