Pedagogisch werkplan PSZ SKSG Gruthoes

Transcriptie

1 Pedagogisch werkplan PSZ SKSG Gruthoes

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Pedagogisch beleidsplan SKSG 3. Onze visie 4. Beleid in ons dagelijkse werk 5. Ons team 6. Samenwerking met ouders 7. Bijlage: handige kaart

3 1. Inleiding Pedagogisch beleidsplan Het mooiste wat je kunt worden is jezelf is de titel van ons pedagogisch beleidsplan. In dit beleidsplan staan de uitgangspunten voor onze dagelijkse omgang met de kinderen binnen onze kindercentra en onze gastouderopvang. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven wat wij doen en waarom we dat zo doen. Dit beleidsplan wordt aan u opgestuurd. Pedagogisch werkplan In dit pedagogisch werkplan vertellen we, met in ons achterhoofd de pedagogische uitgangspunten, wat onze specifieke visie is en hoe we werken. We beschrijven hoe we omgaan met kinderen in de dagelijkse praktijk. Dit werkplan biedt dus inzicht in onze werkwijze en is een praktische uitwerking van onze uitgangspunten. Bijwerken Dit pedagogisch werkplan is niet voor eeuwig vastgelegd. Omdat ons werk in ontwikkeling is, de maatschappij verandert en inzichten in de loop van de tijd kunnen veranderen, houden wij ons werkplan regelmatig up-to-date. Een keer per 3 jaar lopen we ons werkplan weer na en wordt de inhoud eventueel aangepast. Naast onze medewerkers hebben ook ouders, die zitting hebben in de oudercommissie, invloed op de inhoud van dit werkplan. SKSG Gruthoes De peuterspeelzaal Gruthoes is gevestigd in het pand aan de Pastorijlaan 3 in Oldehove. Tot slot: de meeste van onze medewerkers zijn vrouw, een enkeling man. We gebruiken in de tekst vooral de vrouwelijke vorm, maar dit kan net zo goed de mannelijke vorm zijn. Daar waar kindercentrum genoemd wordt, bedoelen we ook SKSG Gruthoes. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over onze werkwijze, ons pedagogisch beleidsplan of dit werkplan, dan horen we dat graag! De locatiemanager en pedagogisch medewerkers van SKSG Gruthoes Pedagogisch Werkplan SKSG Gruthoes januari 2013

4 2. Pedagogisch beleidsplan SKSG In ons pedagogisch beleidsplan vertellen we wat wij doen en waarom we dat zo doen. Onze uitgangspunten, het bieden van veilige, veelvormige en verantwoorde kinderopvang is in dit beleid vertaald naar vijf pedagogische doelstellingen. In het kort treft u ze hieronder: 1. Wij ondersteunen uw kind emotioneel: Kijk ik mag er zijn en Kijk we doen het samen Kinderen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen als zij zich veilig en vertrouwd voelen. Onze pedagogisch medewerkers geven de kinderen een gevoel van geborgenheid door lichamelijk contact, door oogcontact door het kind te troosten als het daar behoefte aanheeft en door belangstelling/waardering te tonen voor het kind. 2. We respecteren de autonomie van uw kind: Kijk ik kan het zelf, het lukt me Kinderen hebben uitdagingen nodig om te kunnen groeien en leren. Om zelfredzaam en zelfstandig te worden, leren we kinderen al vroeg op hun eigen niveau keuzes maken. Dat geeft een goede basis voor later. 3. Wij bieden uw kind structuur en continuïteit en stellen grenzen Kinderen hebben behoefte aan houvast en duidelijkheid daarmee hebben zij de zekerheid dat ze zich binnen de geboden structuur en de gestelde grenzen veilig kunnen bewegen. We bieden structuur door o.a. herkenbaarheid in dagritme, inrichting van ruimten, duidelijke regels en vaste rituelen. 4. Wij zeggen wat we doen en benoemen wat we zien. Om de wereld te begrijpen heeft een kind informatie en uitleg nodig die aansluit bij de behoefte, de belevingswereld, de aandacht en het ontwikkelingsniveau van het kind. 5. Wij bieden uw kind de benodigde ruimte, afhankelijk van zijn of haar ontwikkeling; De ruimte neemt toe naarmate uw kind ouder wordt. Uitdaging en spanning zijn belangrijk voor kinderen, mits binnen de grenzen van veiligheid en vertrouwen. Wij nodigen kinderen uit om zelf op verkenning te gaan, zodat zij op zichzelf leren te vertrouwen en zich daardoor verder kunnen ontwikkelen.

5 3. Onze visie Op SKSG Gruthoes hebben wij een duidelijke visie op hoe we met onze kinderen om willen gaan. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zich welkom voelen. Wij bieden een veilige en vertrouwde opvang in een ontspannen sfeer. Kinderen hebben de ruimte en aandacht nodig om zich zelf hun eigen ik te kunnen ontwikkelen. Dit doen we door te kijken en actief te luisteren naar de behoefte van een kind. We proberen ons in te leven in de gedachte van een kind en de wereld om hem/haar heen, zijn omgeving. Wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont vinden wij het belangrijk om aan het kind uit te leggen waarom het gedrag niet gewenst is. Wij letten erop dat een kind zijn gedrag afgekeurd wordt en niet het kind zelf. We proberen het negatieve gedrag om te zetten in positief gedrag en dit dan extra te belonen. Op deze manier moedig je een kind aan om het volgende keer weer zo te doen. Groepsopvang is goed voor de sociale ontwikkeling, zowel in de relatie tussen kinderen en de pedagogische medewerkers (PM-ers), als bij de relatie tussen kinderen onderling. Ze leren omgaan met elkaar en naar elkaar te luisteren. Maar ook samen spelen, delen, liedjes zingen en eten of andere activiteiten samen doen, draagt een steentje bij aan de sociale ontwikkeling. Kinderen leren wat het effect is van hun eigen gedrag op die van de andere kinderen, leren om voor zichzelf op te komen (en elkaar te corrigeren waar dit nodig is). Kinderen stimuleren elkaar in hun verdere ontwikkeling. Voor de medewerkers komt dit overeen met de vier pedagogische basisdoelen. Bij ons beter bekend als REIS: Respect voor de autonomie van het kind Emotionele ondersteuning bieden Informatie en uitleg geven Structuur en continuïteit bieden In het kort worden hier de vier pedagogische basisdoelen weergegeven: Respect voor autonomie (eigenheid van het kind) We nemen het kind serieus en we geven het de kans om dingen zelf te doen en te ontdekken. We drukken in ons gedrag uit dat wij ons realiseren dat elk kind een uniek persoon is, dat wij met zorg en respect tegemoet treden. We verstoren het gedrag van een kind niet onnodig. Emotionele ondersteuning geven We hebben oog voor de signalen van een kind en we reageren er positief op. We laten merken dat we betrokken zijn bij wat een kind ervaart, voelt en meemaakt. We geven een kind het gevoel dat hij/zij bij ons terecht kan, begrepen wordt en wij hem/haar de moeite waard vinden. Informatie en uitleg geven We maken door te praten ons gedrag en het gedrag van anderen begrijpelijker. We nemen vragen van kinderen serieus en sluiten zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld van een kind. We praten rustig en geven het kind de gelegenheid om te reageren. Structuur bieden en grenzen stellen We stellen regels en geven aan wat mag. Er is een vast dagritme en een overzichtelijke ruimte. We geven houvast door ervoor te zorgen dat situaties duidelijk zijn en blijven.

6 4. Beleid in ons dagelijkse werk Activiteiten Door middel van verschillende activiteiten willen we een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen op sociaal-emotioneel, cognitief, motorisch en creatief gebied. Ook aan de natuur(beleving) besteden we aandacht. We doen dit door het verschillende activiteiten aan te bieden, zoals knutselen (tekenen, plakken, verven, kleien, e.d.), rollenspellen, verkleden, zingen, dansen en andere bewegingsspelletjes, puzzelen en spelletjes doen, voorlezen, buiten spelen, vrij spelen (spelen in de huishoek, de bouwhoek, spelen met auto s, blokken, duplo, lego). We geven de kinderen de gelegenheid om te ontdekken, om spelend te leren, om zichzelf en elkaar, spelenderwijs en/of in spelvorm te leren kennen. Uiteraard besteden we aandacht aan de gebruikelijke feesten, zoals een verjaardag, de geboorte van een broertje of zusje, de seizoenen, Moederdag, Vaderdag, Pasen, Pinksteren, Sinterklaas en Kerst. Autonomie Respect voor de autonomie van het kind De pedagogisch medewerkers geven kinderen de gelegenheid om zelf oplossingen te vinden en keuzes te maken. We gaan ervan uit dat het kind bij zijn of haar geboorte competent en uniek is en gericht op het aangaan van sociale contacten. Ieder kind heeft een eigen temperament en laat op zijn of haar manier de behoefte aan autonomie zien. Eerst is een kind nog erg afhankelijk van de volwassene met betrekking tot de basisbehoefte, maar naarmate een kind ouder wordt, zal de afhankelijkheid steeds meer afnemen en de autonomie steeds meer toenemen. Jonge peuters willen veel zelf doen en zijn tegelijkertijd nog erg (emotioneel) afhankelijk van volwassenen. Ze worden een beetje heen en weer geslingerd tussen afstoten en nabijheid zoeken. We gaan hiermee om door de peuters vrij te laten spelen en zelf beschikbaar te blijven via oogcontact. Hierdoor wordt de behoefte aan afhankelijkheid bevredigd en kan de peuter rustig verder spelen. De oudere peuters, bijna kleuters kunnen al wel enige tijd zelfstandig spelen. Ze kunnen ook zelf de pedagogisch medewerker opzoeken, als dat nodig is. Ze ontdekken wel een nieuwe vorm van afhankelijkheid: die van andere kinderen. Ze ontdekken dat andere kinderen soms niet met hen willen spelen als ze geen rekening met hen houden, dat je ze soms ter wille moet zijn of dat soms de wet van de sterkste geldt. Peuters zijn meer autonoom van ons, maar als ze willen samenspelen en afhankelijk zijn van de regels van het kinderspel hebben ze af en toe de hulp van de pedagogisch medewerker nodig om (te leren) samenspelen. Manieren om de autonomie van het kind te respecteren zit in kleine handelingen: In het aanpassen van het dagprogramma en de dagelijkse routine, als een kind doodmoe op de peuterspeelzaal aankomt: laat het kind dan liever rusten op de bank in plaats van dat met moet meedoen aan in kring of aan tafel. We geven kinderen de gelegenheid zelf hun problemen oplossen. We zijn wel betrokken, maar nemen niet direct iets uit handen. We observeren en wachten af. Ook met praktische dingen, zoals het pakken van speelgoed, zijn we gericht op de zelfstandigheid van de kinderen. We laten kinderen een keuze maken, maar uit niet meer dan twee: wil je dit of wil je dat? Meerdere keuzemogelijkheden kunnen ze niet overzien en geeft hen een stuurloos en machteloos gevoel. We volgen de kinderen in de individuele gesprekjes en vullen niet voor het kind in wat het denkt of

7 voelt. We stellen vragen en wachten rustig op en antwoord; we laten ons leiden door het kind. We laten de kinderen meehelpen op de groep. Het geeft hen een groot en sterk gevoel. De meeste kinderen helpen een ander kind spontaan als het ergens niet bijkan, als het iets laat vallen of als zij huilen. Ze vinden het leuk om ons te helpen met de afwas, tafel dekken of met opruimen. We luisteren naar kinderen, want zij hebben het recht om gehoord te worden. Kinderen kunnen vanaf hun geboorte, eerst door hun gedrag en later in het praten, aangeven wat zij belangrijk vinden. Brengen en Halen Wanneer de ouders hun kinderen brengen, begroeten wij hen vriendelijk. We vinden het prettig en belangrijk als zij even blijven, een praatje maken, vertellen hoe het met hun kind gaat en of er bijzonderheden zijn. Wij attenderen ouders erop dat afscheid nemen belangrijk is. Het kind moet duidelijk weten dat mama of papa weggaat. Het afscheid moet ook niet te lang duren. De pedagogisch medewerker begeleidt het afscheid en vangt het kind op. De ouders mogen eventueel later naar de groep bellen hoe het met het kind gaat. Als de kinderen worden opgehaald vertellen de pedagogisch medewerkers aan de ouders hoe het tijdens de PSZ is verlopen en wat hun kind heeft gedaan, met wie, wat en waarmee hij of zij heeft gespeeld en of er bijzonderheden zijn. Buiten spelen We proberen zo vaak mogelijk met de kinderen buiten te spelen. Voordat de kinderen naar buiten gaan controleren we de tuin op zwerfafval. Als de kinderen buiten spelen mogen ze zelf kiezen wat ze willen gaan doen. We leren de kinderen en spreken met hen af dat zij niet met het rijdend materieel tegen iemand aan rijden geen zand naar elkaar gooien op de billen glijden en niet staan of lopen op de glijbaan (indien glijbaan aanwezig) elkaar op de glijbaan niet duwen (indien glijbaan aanwezig) niet in het schommelgebied spelen (indien schommel aanwezig) Eten en drinken Tijdens de maaltijden zijn we kindvolgend en hanteren we geen strikte regels. De kinderen hebben ook ten aanzien van het eten keuzevrijheid. Wel zorgen we voor voldoende afwisseling in gezonde voeding. We stimuleren kinderen om gezond en verantwoord te eten en te drinken. We hanteren de volgende afspraken en aandachtspunten rondom dit moment: we eten en drinken aan tafel voor het eten wassen de pedagogisch medewerkers hun eigen handen en die van de kinderen we eten eerst hartig, dan zoet we laten de kinderen het broodbeleg zelf kiezen we zorgen voor een gezellige sfeer Groepsactiviteiten Wanneer de kinderen bij ons komen spelen, kiezen zij meestal zelf de activiteit uit waaraan zij willen meedoen en/of het kind of de kinderen waarmee ze willen spelen. We bieden een zo afwisselend mogelijk activiteitenaanbod aan, zodat een kind ook andere interesses leert ontwikkelen. Activiteiten met de hele groep organiseren we op feestelijke momenten, bijvoorbeeld op een verjaardag, het sinterklaasfeest of andere grote feesten.

8 Pesten Op de peuterspeelzaal is er nog niet echt sprake van pesten; kinderen tot 4 jaar zijn nog niet zo ver in hun ontwikkeling. Het gedrag wat wij pesten noemen, zoals afpakken, jennen, slaan, bijten, negeren, is meer een vorm van grenzen verkennen, onderzoeken hoe ver je kunt gaan. Het kind leert hoe het met zijn of haar gedrag de omgeving kan beïnvloeden. In feite kun je zeggen dat het andere kind als proefkonijn wordt gebruikt. Uiteraard sturen wij de kinderen wel in positief gedrag en leggen uit dat pesten niet leuk is voor het andere kind. Daarnaast leren we het kind dat proefkonijn is, zich weerbaar op te stellen. Piramide Bij SKSG werken de pedagogisch medewerkers met het ontwikkelings- en educatieprogramma van Piramide. Piramide stimuleert jonge kinderen op een speelse manier in hun ontwikkeling. Met behulp van diverse thema s met daarin verschillende activiteiten leren de kinderen grip krijgen op de wereld. Piramide is geschikt voor kinderen van 0 tot 7 jaar. Veel basisscholen werken tot en met groep 3 verder met Piramide. Pravoo Pravoo is een peutervolg- en stimuleringssysteem om, in het kader van de doorgaande lijn in opvoeding en ontwikkeling, de overgang van PSZ of KDV naar de basisschool zo soepel mogelijk te laten verlopen. Pravoo kent de volgende categorieën in het ontwikkelingsverloop: afscheid nemen, spelen, werken, sociaal emotioneel gedrag, taal, motoriek, zintuiglijke ontwikkeling en redzaamheid. Van elk kind wordt een persoonlijk ontwikkelingsboekje bijgehouden met peilmomenten op de leeftijd van 3 jaar en 2 maanden en 3 jaar en 11 maanden. De gegevens worden gebruikt, na en in overleg met de ouders, voor de overdracht naar de basisschool. Sensitieve responsiviteit De pedagogisch medewerkers hebben individuele aandacht voor alle kinderen. We luisteren naar de kinderen en gaan met hen in gesprek. De pedagogisch medewerkers zijn gevoelig voor wat een kind bezig houdt, letten op signalen van het kind en reageren daarop. We laten merken dat we de kinderen zien, hen waarderen, rekening met hen houden en helpen als dat nodig is. We zijn enthousiast, warm en hartelijk naar de kinderen (en de ouders) en vol belangstelling voor een werkstuk of nieuwe kleren. Kortom: we leven mee met een nieuwe prestatie of belevenis van het kind. We heten de kinderen welkom bij hun aankomst. We zorgen ervoor dat we, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen, in de buurt zijn of er zijn. We storen kinderen niet in hun spel, maar helpen als het nodig is. Als we boos zijn op een kind, zorgen we ervoor de relatie niet te schaden door alleen het gedrag af te keuren en niet het kind. Na een dergelijke aanvaring maken we het weer goed met het kind en laten we zien dat we weer vrienden zijn. We zijn niet gehaast en jagen de kinderen niet op. We geven hen de ruimte hun eigen tempo te volgen. Doordat we de kinderen goed leren kennen, weten we hoe we kinderen positief kunnen beïnvloeden. We zijn er voor alle kinderen en zorgen ervoor dat we alle kinderen gedurende de (mid)dag aandacht geven, ook de kinderen die minder aandacht vragen. Ook voor de contacten van de kinderen onderling, vinden we het belangrijk om te laten zien dat we er voor alle kinderen zijn. Het KinderKwartier vindt het belangrijk dat de pedagogisch medewerkers in hun basishouding laten zien dat hij/zij plezier heeft in zijn/haar werk enthousiasme uitstraalt de kinderen serieus neemt gestructureerd werkt

9 kinderen aanspreken op hun gedrag, passend bij hun leeftijd ernaar streeft dat de kinderen het naar hun zin hebben, zich geborgen voelen zich zelf openstelt voor zowel kinderen, ouders als collega s anderen niet oordeelt en veroordeelt op gedrag, uiterlijk, leeftijd, geloof of geslacht Straffen en belonen Liever dan straffen, belonen we kinderen door positieve aandacht, zoals een compliment, een duim omhoog, een applaus of een knuffel. Door positief gedrag te belonen, wordt het gevoel van veiligheid en geborgenheid vergroot, het zelfvertrouwen gesterkt en de kans op negatief gedrag kleiner. Iets doen wat niet mag, heeft over het algemeen te maken met uitproberen, ontdekken, grenzen leren kennen. Wij leggen niet de nadruk op het woord straffen, maar benoemen het liever bewust worden van regels, normen en waarden. Als een kind iets doet wat niet mag, leggen wij uit waarom iets niet mag en vertellen wij wat er wel mag. Hoe wij een kind benaderen is mede afhankelijk van de leeftijd van het kind. Als een kind na drie waarschuwingen nog steeds datgene doet wat niet mag, zetten wij het kind even apart. Wij vragen het kind dan om erover na te denken waarom het datgene doet wat niet mag. Een kind wordt nooit als straf alleen buiten de groep geplaatst. Om op een eenduidige manier om te kunnen gaan met straffen en belonen, is het belangrijk dat alle regels (omgangsregels, gedragsregels, groepsregels, huisregels) en de daaraan verbonden consequenties, voor alle pedagogisch medewerkers (en de kinderen) duidelijk zijn. En: als wij gewaarschuwd hebben, doen wij vervolgens ook wat wij gezegd hebben. Structuur, rituelen, grenzen en regels Het bieden van structuur, rituelen, grenzen en regels geven de kinderen structuur, houvast en veiligheid. We geven positieve gedragsaanwijzingen en leren de kinderen wat ze moeten doen door rituelen en door zelf het goede voorbeeld te geven. We weten dat kinderen duidelijke grenzen nodig hebben voor wat mag en niet mag en vinden dat er regels zijn in het belang van de veiligheid van elkaar: om samen prettig in een groep te kunnen functioneren zijn regels nodig, zij bieden structuur en veiligheid. De kinderen weten waar ze aan toe zijn. Door duidelijke en heldere regels en de voorbeeldfunctie die de pedagogisch medewerkers hebben, leren kinderen het belang kennen van normen en waarden en hoe hiermee om te gaan. Daarnaast leren kinderen zich aan de regels houden en leren zij het waarom van de regels. Deze vaardigheden helpen hen ver op de weg naar zelfstandigheid. We leren kinderen regels en omgangsvormen zoals: eerst opruimen voordat je met iets anders begint niet wild rennen in de groep speelgoed is om mee te spelen en niet om mee te gooien (tenzij het hiervoor bedoeld is) of om stuk te maken knutselactiviteiten worden aan tafel gedaan niet klimmen en klauteren op het meubilair tijdens het brood eten blijven we aan tafel tot iedereen klaar is niet afpakken, jennen, slaan, bijten, negeren hand voor je mond bij het hoesten of niezen samen spelen, samen delen Veiligheid Een veilige omgeving stelt eisen aan de materiële omgeving. Deze omgeving moet hygiënisch zijn en kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar van lichamelijk letsel. Daarnaast komt de omgeving tegemoet aan de veelzijdige ontwikkelingsbehoeften van kinderen. De pedagogisch medewerkers

10 zorgen voor een gezonde balans tussen lichamelijk veiligheid en de behoefte van kinderen aan bewegen en onderzoeken. Een opgroeiend kind is een kind met af en toe een blauwe plek en/of een pleister op de knie. Verschonen en zindelijk worden Op de PSZ wordt alleen een verschoning gedaan als een kind een poepbroek heeft. De ouders moeten de luier(s) meegeven. Kinderen die bezig zijn om zindelijk te worden, worden hierin begeleid en gaan naar het (kinder)toilet of op het potje. Het zindelijk worden van kinderen is vooral een kwestie van geestelijke en lichamelijke rijping. Dit proces begint rond twee jaar. In het derde levensjaar worden de meeste peuters zindelijk en met vier jaar zijn ze vrijwel allemaal zover. Op aangeven van de ouder dat haar/zijn kind bezig is met zindelijk worden, helpen de pedagogisch medewerkers mee. Zij ondersteunen en stimuleren de kinderen in het proces van zindelijk worden. Zij ondersteunen door wat vaker te vragen of een kind naar de wc moet. Het stimuleren van kinderen gebeurt onder andere doordat zij andere kinderen naar de wc zien gaan. Wennen Voor elk kind wordt met de ouder(s)/verzorger(s) overlegd wat de beste manier is om te wennen. Sommige ouders blijven de eerste keer wat langer en komen het kind eerder ophalen. Soms hoeft een ouder helemaal niet te blijven.

11 5. Ons team SKSG Gruthoes heeft één peuterspeelzaalgroep met een pedagogisch medewerker, een vrijwilliger en soms een (hulp)ouder en/of een stagiaire. Peuterspeelzaal Gruthoes De peuterspeelzaalgroep is ingedeeld in een vaste combinatie van dagdelen. De groep is er op maandag- en donderdagochtend, op beide ochtenden van uur. Dagritme Onderstaande tijden zijn richtlijnen voor de structuur van de dag. Als de kinderen nog erg leuk spelen, dan wordt er vaak voor gekozen om dat nog even voorrang te geven. Hoeveel aandacht aan toiletbezoek wordt gegeven, is afhankelijk van de behoefte van de kinderen. Taal vinden wij belangrijk en daarom besteden we hier iedere dag opnieuw aandacht aan, in de vorm van gesprekjes, boekjes lezen en liedjes zingen uur Kunnen de kinderen worden gebracht uur Begeleid vrij spel, in de groepsruimte en soms in de speelhal uur Plasronde, luiers worden de hele ochtend in de gaten gehouden, de kinderen die zindelijk zijn, kunnen zelf aangeven wanneer ze naar de wc moeten uur Het meegebrachte fruit opeten en drinken opdrinken uur (Knutsel) Activiteit uur Afsluiting, beweging, begeleid vrij spel binnen of buiten. Feestvieringen Sinterklaas: Sinterklaas is een leuke maar ook spannende tijd. Er zal veel aandacht geschonken worden aan de aankomst van Sinterklaas, de schoen zetten, sinterklaasliedjes zingen en cadeautjes krijgen. Rond 5 december wordt er met alle kinderen op een afgesproken dagdeel Sinterklaas gevierd. De invulling wisselt per jaar. Soms zijn er ouders bij; soms wordt een ouder aangekleed als Sinterkaas waar de kinderen bij zijn. Alle kinderen krijgen een cadeautje en iets lekkers. Het is vooral een gezellige ochtend met gesprekjes, voorlezen en veel liedjes. Pasen: Tijdens Pasen wordt er veel geknutseld, maar ook gepraat over de paashaas en in boekjes (voor)gelezen. De kinderen maken allemaal een paasknutselwerkje. Kerst: Kerst is een gezellige tijd met aandacht voor alle facetten van kerst en het daaropvolgende oud en nieuw. De kerstboom wordt opgetuigd en er worden veel liedjes gezongen. Pleinfeest: Als afronding van het jaar is er voor ze zomervakantie op een zaterdag een pleinfeest met een leuk thema. Er worden verschillende soorten spelletjes gedaan en van alles gemaakt. Alle ouders en kinderen zijn van harte uitgenodigd; er is koffie en iets lekker voor zowel de ouders als de kinderen.

12 Pedagogisch medewerker De groep word begeleid door een pedagogisch medewerker. Zij heeft de verantwoordelijkheid voor de groep kinderen die aan haar zorg is toevertrouwd. Zij zorgt voor een goede sfeer. Zij observeert en begeleidt de kinderen op hun eigen niveau en verzorgt hen afhankelijk van de zorg die zij nodig hebben. Zij heeft aandacht voor de groep als geheel, maar ziet ook het individuele kind in de groep. De pedagogisch medewerker is een belangrijk dagelijks aanspreekpunt voor ouders. Samen met de ouders stemt zij de zorg voor het kind af. Uiteraard binnen de mogelijkheden die ons kindercentrum te bieden heeft. Locatiemanager De locatiemanager van SKSG Gruthoes is leidinggevende van alle peuterspeelzalen in het Westerkwartier. De locatiemanager is de vraagbaak voor ouders wanneer het gaat om algemene zaken en bij problemen, die de opvang en hun kind betreffen. De locatiemanager heeft de eindverantwoordelijkheid over de dagelijkse gang van zaken en begeleidt de medewerkers in het uitoefenen van hun functies. Op de handige kaart staat hoe de LM-er bereikbaar is. Invalkrachten Tijdens vrije dagen en ziekte van onze pedagogisch medewerkers wordt in de meeste gevallen de vervanging gedaan een van de andere PM-ers van de PSZ. We streven naar zoveel mogelijk vaste gezichten op de groep. Als dit niet mogelijk is, maken we gebruik van de invalkrachten, gekwalificeerde medewerkers die zijn verbonden aan de Flexpool van SKSG. Hulpouder Als het nodig en/of gewenst is zullen de ouders van de kinderen op de groep per toerbeurt een dagdeel meehelpen op de groep. De ouder heeft een ondersteunende functie voor de PM-er en draagt geen eindverantwoordelijkheid. De hulpouder helpt o.a. bij de ontvangst van de kinderen, hulp bij het fruit eten ondersteuning bij activiteiten, spelen met de kinderen (spelletjes doen, puzzels maken, voorlezen e.d.) en helpen bij het verschonen en/of toiletbezoek van de kinderen. Ten slotte vragen we, als alle peuters weg zijn, om samen met de PM-er de laatste dingen in de groep op te ruimen (eventueel natte doek, vegen, stofzuigen). De vaste vrijwilliger en/of de hulpouder fungeert ook als achterwacht. Stagiaires De SKSG is een erkend leerbedrijf. Wij vinden het belangrijk dat aankomend pedagogisch medewerkers ervaring bij ons op kunnen doen. Gezien het aantal openingsuren de peuterspeelzaal lukt het niet altijd om stage bij ons te lopen. Soms kan het wel in combinatie met andere opvang. Pedagoog en orthopedagoog In sommige situaties wordt door de medewerkers een beroep gedaan op de pedagogen, die aan SKSG verbonden zijn. De pedagogen zijn geschoold in het opnemen en analyseren van de interacties en communicatie tussen medewerkers en kinderen. Zij kunnen tijdens hun werkzaamheden gebruik maken van video-opnames. De beelden worden gebruikt om de pedagogisch medewerkers te ondersteunen bij hun werkontwikkeling. Daarnaast kan in voorkomende gevallen een beroep worden gedaan op een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen in en na overleg met ouders.

13 Scholing Ieder jaar is er aanbod van verschillende cursussen en trainingen voor de medewerkers van SKSG. Hier maken wij graag gebruik van om onze deskundigheid te bevorderen.

14 6. Samenwerking met ouders Visie op relatie met ouders Samen met de ouders willen we er voor zorgen dat we het kind op de juiste manier kunnen begeleiden en stimuleren. Een goede communicatie tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers is dus van essentieel belang om elkaar aan te vullen in de opvoeding van het kind. We vinden het belangrijk dat ouders zich begrepen voelen en serieus genomen worden en dat ze een goed en tevreden gevoel hebben over de opvang van hun kind, zodat het kind zich optimaal kan ontplooien. Halen en brengen en dagelijkse overdracht Bij het halen en brengen en de dagelijkse overdracht gaat het om geven en ontvangen van belangrijke informatie die voor de pedagogisch medewerkers van belang is, zodat ze weten waar ze rekening mee moeten houden. We willen weten wat de gesteldheid en gezondheid van het kind is, zodat we hierop in kunnen spelen. Van de ouders verwachten we dat ze de pedagogisch medewerkers serieus nemen en dat ze betrokkenheid tonen bij de gebeurtenissen en activiteiten van hun kinderen. Van de pedagogisch medewerkers kunnen de ouders een duidelijke en eerlijke overdracht verwachten. Verder is het ontvangen en geven van feedback door beide partijen belangrijk. Dit gebeurt met respect t.o.v. de ander. Contactmomenten Er zijn diverse mogelijkheden om met ouders in gesprek te komen. We noemen er een aantal: Kennismakingsgesprek In dit gesprek maken ouders kennis met de locatie. De locatiemanager heeft het eerste contact met de nieuwe ouders, daarna volgt een kennismaking met de pedagogisch medewerkers van de groep. Gesprek n.a.v. observatie Een keer per jaar vindt er een individuele observatie plaats. De uitkomsten van de observatie bespreekt de mentor van het kind met de ouders tijdens het 10 minuten gesprek. Kwartaalberichten Ouders ontvangen vier maal per jaar een Kwartaalbericht vanuit SKSG kinderopvang waarin verschillende zaken aan bod komen. Klachtenregeling Het kan voorkomen dat ouders een klacht hebben. Wij vragen ouders om dit allereerst met de desbetreffende persoon of diens leidinggevende te bespreken. Dit laat niet onverlet dat u zich rechtstreeks kan wenden tot de SKK (Stichting Klachten Kinderopvang). Onze interne klachtenprocedure schrijft voor dat er altijd een klachtformulier ingevuld wordt en dat de klacht in behandeling wordt genomen. Mocht dit niet tot een bevredigende oplossing leiden dan staat de externe klachtenprocedure open. Beide procedures zijn na te lezen op onze website: Privacy reglement Informatie over het kind en zijn thuissituatie blijft binnen SKSG Gruthoes en mag alleen worden uitgewisseld tussen medewerkers onderling als dat in het belang van het kind is. Regels en afspraken rondom privacy gevoelige gegevens zijn vastgelegd in het privacy reglement. Dit reglement is op te vragen bij de locatiemanager. Tijdens het kennismakingsgesprek worden ouders gevraagd of wij beeldmateriaal van uw kind mogen gebruiken, dit wordt vastgelegd in het intakeformulier.

15 7. Bijlage: Handige Kaart - Alle algemene informatie op een rijtje