Handhavingsbeleid gemeente Coevorden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handhavingsbeleid gemeente Coevorden 2014-2018"

Transcriptie

1 Handhavingsbeleid gemeente Coevorden

2 INHOUDSOPGAVE Handhavingsbeleid Coevorden M.b.t. toezicht & handhaving voor de fysieke leefomgeving pagina Hoofdstuk 1 Inleiding Reikwijdte van het handhavingsbeleid Bereikbaarheid gemeente Leeswijzer Samenvatting Portefeuilleverdeling 4 Hoofdstuk 2 Doelstellingen Uitwerking doelstellingen Wettelijke kwaliteitseisen 6 Hoofdstuk 3 Prioriteitenmatrix Opzet matrix (toezichtstrategie) Categorieën in de prioriteitenmatrix Risico Naleeftekort Hoge, gemiddelde of lage prioriteit De uitkomsten voor Coevorden 16 Hoofdstuk 4 Handhavingsinstrumenten Preventieve instrumenten Mediation Herstellende instrumenten Waarschuwing Vooraankondiging Last onder bestuursdwang Last onder dwangsom Intrekking begunstigende beschikking Repressieve instrumenten Bestuurlijke strafbeschikking 20 Hoofdstuk 5 handhavings- en gedoogstrategie Uniform en effectief handhaven Afstemming bestuursrecht/strafrecht Handhaving overtredingen door overheden of eigen overheid Karakter van de strategie 23 Hoofdstuk 6 Stroomschema van de strategie Uitgangspunten Handleiding per beslismoment Marginale overtredingen Legalisatie onderzoek Handelen bij afwijkend optreden 29 Hoofdstuk 7 Transparantie hersteltermijnen en zwaarte sancties 7.1 Hersteltermijn en begunstigingstermijn Modaliteit en te van de dwangsom 30 Hoofdstuk 8 Gedoogstrategie Karakter van de gedoogstrategie Begrip gedogen Gedoogwaardige situaties Overmachtsituaties Overgangssituaties Achterliggend belang Zwaarder wegend belang citeertitel beleid 34 Bijlage 1 Prioriteitenmatrix Bijlage 2 Werkafspraken team handhaving 1

3 Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt het Handhavingsbeleid gemeente Coevorden met betrekking op de fysieke leefomgeving. Dit handhavingsbeleid volgt het meerjarenprogramma handhavingsprogramma op en vervangt de handhavingsnota De Vesting versterkt. De actualisatie van het handhavingsbeleid is noodzakelijk omdat er op weten regelgevingsgebied ontwikkelingen zijn doorgevoerd die ook van invloed zijn op de handhaving, zoals: - Introductie van onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op het gebied van handhaving om een geactualiseerde integrale aanpak vraagt; - Het stellen van wettelijke kwaliteitseisen aan toezicht en handhaving om een professioneel niveau te waarborgen (Besluit omgevingsrecht); - Voor steeds meer activiteiten wordt de vergunning- of ontheffingsplicht vervangen door algemene regels, waardoor de toets vooraf plaats maakt voor een toets achteraf, oftewel een verschuiving van vergunningverlening naar toezicht en handhaving; - De komst van de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), die grotendeels gevoed dient te worden door waarnemingen van toezichthouders. - De komst van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Voor een adequate uitvoering van de handhaving is een structurele en integrale aanpak noodzakelijk. Dat betekent het formuleren van doelen en prioriteiten in de beleidsfase, om vervolgens deze doelen uit te werken van de beleidscontext in een uitvoeringsfase. In deze nota wordt het handhavingsbeleid voor de komende jaren vastgelegd. Dit beleid zal vervolgens worden uitgewerkt in jaarlijkse uitvoeringsprogramma's. Elk jaar wordt het uitvoeringsprogramma geëvalueerd en indien nodig worden doelen en prioriteiten bijgesteld. 1.1 Reikwijdte van het handhavingsbeleid Het handhavingsbeleid vloeit voort uit de verplichtingen die worden gesteld in de wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving. Dit toezicht- en handhavingsbeleid omvat de omgevingsgerelateerde beleidsvelden: - Bouwen/slopen; - Monumenten; - Ruimtelijke ordening; - Milieu; - Brandveiligheid; - Drank en horeca; - Afvalstoffen; - APV en bijzondere wetten. Dit handhavingsbeleid creëert als het ware een overkoepelend beleid voor het handhaven van de regelgeving met betrekking tot deze beleidsvelden. Op dit uitgangspunt geldt een uitzondering voor een aantal vakgebieden waarvoor specifiek handhavingsbeleid is vastgesteld. Vanwege de bijzondere aard van deze regels is het niet efficiënt om deze specifieke beleidsregels in dit beleidsstuk te integreren. Het betreft de volgende beleidsstukken: beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven Coevorden; plan van aanpak illegale bouw recreatieterreinen; handhavingsnotitie detailhandel op bedrijventerreinen 2010; beleidsregel handhaving hard- en softdrugs gemeente Coevorden. Brandveilig gebruik maakt weliswaar onderdeel uit van het gemeentelijk takenpakket, maar deze taak wordt voor de gemeente Coevorden vanaf 1 januari 2014 uitgevoerd door de Veiligheidsregio Drenthe (VRD). De gemeente blijft opdrachtgever voor het gemeentelijk takenpakket. Om deze 2

4 reden komen ook brandveiligheidszaken in dit handhavingsbeleid aan de orde. Om de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van VROM-regelgeving door de decentrale overheden duurzaam te waarborgen en de versnippering in de handhaving op het gebied van milieu tegen te gaan is er gekozen om Drenthebreed een samenwerkingsverband voor milieuzaken aan te gaan. De Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) is op 1 januari 2014 van start gegaan. De gemeente blijft bevoegd gezag en daarmee opdrachtgever voor het gemeentelijk takenpakket. Om deze reden komen ook milieuzaken in dit handhavingsbeleid aan de orde. Andere gemeentelijke handhavingstaken zijn in dit handhavingbeleid buiten beschouwing gelaten, omdat het geen toezicht- en handhavingstaken van de fysieke leefomgeving betreft (sociale zaken, Wmo, leerplicht, wet Kinderopvang). 1.2 Bereikbaarheid gemeente Op grond van artikel 7.5 van het Besluit omgevingsrecht dient een bevoegd gezag een calamiteitenregeling te hebben waarvan de bereikbaarheid ook buiten de kantooruren gewaarborgd is. Voor wat betreft het milieuonderdeel is dat ondergebracht bij de RUD. Calamiteiten kunnen buiten kantooruren worden gemeld via de Meldingenlijn buitendienst of digitaal via de gemeentelijke milieuklachten mailbox. Eventuele milieu-incidenten of calamiteiten kunnen 24 uur per dag en 7 dagen per week onderzocht en afgewikkeld worden. Het resultaat van het onderzoek van de calamiteit kan aanleiding geven tot het opstarten van een handhavingstraject. Buiten kantoortijden beoordeelt de dienstdoende piketfunctionaris of de melding aanleiding geeft om direct actie te ondernemen. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de doelstellingen met betrekking tot handhaving nader uitgewerkt. Daarnaast wordt ingegaan op de wettelijke eisen die gesteld zijn en hoe Coevorden deze gewaarborgd heeft. In hoofdstuk 3 wordt een uitgebreide toelichting gegeven op de prioriteitenmatrix die is bijgevoegd als bijlage 1. In de prioriteitenmatrix worden aan de verschillende taakgebieden van handhaving prioriteit gegeven. In de praktijk betekent dit dat team handhaving niet langer alle voorkomende taken op gaat en kan pakken. In hoofdstuk 4 worden alle door Coevorden toegepaste handhavingsinstrumenten nader uitgelegd. In hoofdstuk 5 tot en met 8 is de handhavings- en gedoogstrategie opgenomen. Deze strategie is Drenthebreed gelijk. Hiermee wordt de uniformiteit bevorderd. 1.4 Samenvatting Eén van de belangrijkste aspecten van dit handhavingsbeleid is dat er wordt vastgelegd welke handhavingstaken, gemiddeld of lage prioriteit krijgen. In de bijgevoegde prioriteitenmatrix (bijlage 1) zijn in totaal 57 verschillende handhavingstaken opgenomen. Hieronder (figuur 1) hebben wij weergegeven welke taken hoge prioriteit hebben. Dit zijn de taken waar team handhaving zich primair op zal gaan richten de komende jaren. In het uitvoeringsprogramma dat jaarlijks wordt vastgesteld kunnen de prioriteiten worden bijgesteld. Taak controle bouwbesluit tav constructieve-/(brand)veiligheid: woningen (cluster 1) controle bouwbesluit tav constructieve-/(brand)veiligheid: woongebouwen, appartementen, kamerverhuur (cluster 2) logiesgebouw/restaurant/café/horeca/bedrijf/kantoor/winkel (cluster 3) controle bouwbesluit tav constructieve-/(brand)veiligheid: maatschappelijke gebouwen, (kinder)dagverblijven, scholen, zorg, ziekenhuis, sport (cluster 4) prioriteit 3

5 Controle bouwbesluit, overig (gezondheid, energie, bruikb.): woongebouwen, appartementen, kamerverhuur (cluster 2) opleveringscontrole milieu (nieuwe bedrijven) controle sloop met asbest Brandveiligheid: Gebouwen met risicofactor 1 (veel niet zelfredzamen) Brandveiligheid: Gebouwen met risicofactor 2 (gemiddeld aantal niet zelfredzamen) Milieu: Vuurwerkverkoop Milieu: Bedrijven met risicofactor 4 (zeer milieurisico) Milieu: Bedrijven met risicofactor 3 ( milieurisico) C-evenement (risico evenement) Ruimtelijke ordening: strijd met recreatieve bestemming (permanente bewoning) Ruimtelijke ordening: strijd met detailhandelbestemming op bedrijventerreinen illegale bebouwing op recreatieterreinen illegaal wijzigen monument gezamenlijke projectmatige controles bij onduidelijke/vage bedrijven Handhaving art. 13b opiumwet (sluiting woningen en lokalen e.d.) APV: Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen APV: Openbaar water/voorwerpen op, in of boven openbaar water APV: Gevaarlijke honden Figuur 1 Voor een toelichting wat een taak inhoud wordt kortheidshalve verwezen naar paragraaf 3.2 van dit beleidsstuk. 1.5 Portefeuilleverdeling Met de komst van een nieuw college zijn voor de periode de portefeuilles anders verdeeld dan tijdens de voorgaande collegeperiode. Handhaving valt nu niet meer onder de burgemeester maar wordt behartigd door wethouder Huizing. Dit betekent dat vergunningverlening, toezicht en handhaving bij één wethouder is ondergebracht. Deze wethouder is ook de bestuurlijk verantwoordelijke voor de Regionale Uitvoeringsdienst Dienst Drenthe (RUD). Taken waarvoor de burgemeester door een specifieke wettelijke regeling als het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen, blijven bij de burgemeester. Daarbij gaat om zowel de vergunningverlening maar ook het toezicht en de handhaving. Gedacht kan worden aan de uitvoering van het drugsbeleid op basis van de Opiumwet en de uitvoering van de Drank- en Horecawet. 4

6 Hoofdstuk 2 Doelstellingen Om het gebruik van de leefomgeving te ordenen en de kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid van de bebouwde en onbebouwde ruimte te beschermen is er door de overheid wet- en regelgeving vastgesteld. Het stellen van regels alleen is niet voldoende: wanneer regels niet worden gehandhaafd, zijn ze feitelijk betekenisloos. De gemeente onderkent hiermee het belang van handhaving van wet- en regelgeving. Het integrale toezicht- en handhavingsbeleid richt zich op het toezicht en de handhaving van de fysieke leefomgeving met als doel een bijdrage te leveren aan de naleving van gestelde normen en regels. 2.1 Uitwerkingen doelstellingen Voor het toezicht en handhaving van de fysieke (leef)omgeving hanteert de gemeente de volgende doelstellingen: - Handhaven met verstand. Handhaving is geen doel op zich, maar is een middel om naleving van een gestelde regel te bereiken en/of te verzekeren. Mediation zal waar mogelijk toegepast worden. - Voorkomen is beter dan genezen. Handhaving is een onderdeel van de reguleringsketen: ontwikkeling wet- en regelgeving normstelling vergunningverlening uitvoering toezicht - handhaving. Handhaving staat daarom nooit op zich, maar is effectief als het gecombineerd met ander beleid (ruimtelijke planning, vergunningverlening, enz.) wordt ingezet. Om deze reden vindt er regelmatig vanuit team handhaving afstemming plaats met andere teams binnen de gemeente. - Actieve communicatie. De effectiviteit van toezicht en handhaving kan vergroot worden door actief en gericht te communiceren. Dat begint met voorlichting en informatieverstrekking aan burgers en bedrijven. Maar ook publiceren over acties die ondernomen gaan worden, integrale projecten die worden uitgevoerd. Ook kan gedacht worden aan (het geanonimiseerd) publiceren van resultaten van toezicht en/of handhavingsacties. Dat kan bijdragen aan de kennis bij de burger over wat de overheid doet aan handhaving en een verhoging van het naleefgedrag bevorderen. - Verbeteren van de kwaliteit van de (leef)omgeving. Niet handhaven heeft als gevolg dat de regels minder goed worden nageleefd waardoor de kwaliteit van de leefomgeving snel achteruit gaat. - Rechtsgelijkheid waarborgen. Zonder handhaving hebben mensen die de regels overtreden oneigenlijk voordeel ten opzicht van degenen die zich wel aan de regels houden. Slecht gedrag niet belonen. - Het geven van inzicht in te stellen prioriteiten. Toezicht en handhaving is een wettelijke taak. Vanuit de rechtspraak wordt uitgegaan van een beginselplicht tot handhaving. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan besloten worden niet op te treden tegen een overtreding. De gemeente moet keuzes maken, omdat gezien de middelen en capaciteit niet op alle regels voortdurend toezicht gehouden en gehandhaafd kan worden. Daarom zullen duidelijke keuzes ten aanzien van prioriteiten gemaakt moeten worden. - Voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wabo. In het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) zijn kwaliteitscriteria opgenomen, waaraan het bevoegd gezag moet voldoen. Het handhavingsbeleid is een onderdeel van een cyclisch proces dat na een evaluatie derhalve jaarlijks aangepast kan worden. Het uitgangspunt is echter dat het handhavingsbeleid een 4-jaren handhavingsbeleid is waaraan de gemeente derhalve gedurende langere termijn kan gebruiken als toetingsinstrument/beleidsregel. Door de vaststelling van dit beleidsstuk voldoet de gemeente Coevorden aan de kwaliteitscriteria. 5

7 2.2 Wettelijke kwaliteitseisen In het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) die tegelijkertijd met de Wabo in werking zijn getreden is naast de verplichting om handhavingsbeleid op te stellen een aantal kwaliteitseisen uitgewerkt waaraan een bestuursorgaan dat belast is met de handhaving, moet voldoen. Deze eisen vertonen grote gelijkenis met de kwaliteitscriteria zoals deze voorheen in het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer stonden. De kwaliteitseisen uit het Bor en de Mor zijn gebaseerd op het model van de dubbele regelkring (ook wel beleidscyclus of Big Eight genoemd). De dubbele regelkring bevat zeven duidelijke stappen die samen op beleidsniveau en uitvoerend niveau een cyclus vormen van beleidsvorming, planning, uitvoering, evaluatie en bijstelling. Op grond van de dubbele regelkring komt de handhaving programmatisch tot stand op basis van inzichtelijke keuzes en is de uitvoering gericht op het bereiken van vooraf afgesproken resultaten. In onderstaande tabel staat de dubbele regelkring weergegeven. 6

8 Probleemanalyses, prioriteiten, doelen en strategieën vormen samen een meerjarig hand- havingsbeleid (bovenste kring). Jaarlijks dient het bestuursorgaan het beleid uit te werken in een uitvoeringsprogramma dat in Coevorden Integraal toezicht- en handhavingsprogramma wordt genoemd. In het uitvoeringsprogramma wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het komende jaar uitgevoerd zullen worden (onderste kring). Tevens dient het bestuursorgaan jaarlijkse te evalueren in hoeverre de geplande activiteiten zijn uitgevoerd en deze hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde beleidsdoelen. Dit gebeurt in Coevorden aan de hand van een jaarverslag. Via het jaarverslag vindt zodoende monitoring van de gestelde doelen plaats. Zo nodig dient het beleid te worden aangepast. De kwaliteitseisen voor de handhaving uit het Bor en de Mor zijn enkel van toepassing op de Wabo en de hieraan gerelateerde wet- en regelgeving. Om het integrale karakter van de handhaving in Coevorden te bewaken kiest de gemeente Coevorden er voor om de kwaliteitseisen ook van toepassing te laten zijn op de handhavingstaken die onder andere uit de APV en de bijzondere wetten voortkomen. 7

9 Hoofdstuk 3 Prioriteitenmatrix Het is niet mogelijk en wenselijk om alle regels voor honderd procent te handhaven. Bestuurlijke keuzes zijn, vanwege de omvang van team handhaving, daarom nodig. Deze keuzes zijn gemaakt met behulp van een prioriteitenmatrix (zie bijlage 1). In deze matrix staan de verschillende handhavingstaken/activiteiten opgesomd die onder de Wabo en APV vallen. Per handhavingstaak/activiteit is beoordeeld welke prioriteit de handhaving hiervan heeft. De prioriteit is hierbij primair bepaald door twee factoren: het risico (wat is het risico bij een overtreding) en het naleeftekort (het naleefgedrag en de kans dat een overtreding daadwerkelijk voorkomt). In dit hoofdstuk wordt dit verder uitgelegd. Ook wordt aangegeven welke handhavingstaken uiteindelijk een hoge, gemiddelde of lage prioriteit hebben gekregen. 3.1 Opzet matrix (toezichtstrategie) In de prioriteitenmatrix zijn alle handhavingstaken verdeeld naar vergunnings-, object- en gebiedsgericht toezicht. Vergunningsgericht toezicht is toegespitst op het houden van toezicht op verleende vergunningen. Deze vindt dus plaats voor en/of tijdens bouw-, sloop- of aanlegwerkzaamheden. Objectgericht toezicht richt zich op het toezicht tijdens de gebruiksfase van objecten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het periodiek controleren van café s op het gebied van brandveiligheid/milieu. Gebiedsgericht toezicht gaat over toezicht gerelateerd aan geografische gebieden. Hiermee is het mogelijk om gericht toezicht te houden op die aspecten die voor een bepaald gebied van belang zijn. Hierbij kun je denken aan de aanpak van permanente bewoning op recreatieterreinen. De verschillende vormen van toezicht zijn basis geweest voor het model van de prioriteitenmatrix. Uiteindelijk worden de gegevens na het verloop van het desbetreffende jaar verwerkt in een monitor (jaarverslag). In totaal zijn er 57 verschillende handhavingstaken in de matrix opgenomen. Dit zijn zowel handhavingstaken die voortvloeien uit de Wabo, Algemene plaatselijk verordening (APV), Opiumwet en de Drank- en Horecawet. Met deze 57 handhavingstaken is getracht alle te handhaven aspecten te benoemen. Hierbij zijn keuzes gemaakt. Er is bijvoorbeeld niet gekozen om ieder gebouwtype uit het Bouwbesluit apart te benoemen. Ook is niet gekozen om de verschillende soorten inrichtingen in het kader van de Wet Milieubeheer op te splitsen maar zijn deze per categorie aangegeven. Zou dit gedaan zijn, dan had de matrix uit honderden verschillende handhaaftaken bestaan. Aangezien het belangrijk is dat de prioriteiten jaarlijks kunnen worden bijgesteld, is dit niet wenselijk. De matrix is voornamelijk ingevuld op basis van beschikbare ervaringscijfers, literatuurstudies en kennis en ervaringen van experts welke betrokken zijn bij toezicht en handhaving. De controlefrequentie is gekoppeld aan de prioriteitenstelling. De controlefrequentie zal jaarlijks in het uitvoeringsprogramma nader uitgewerkt worden. De algemene gedachte, waarmee in het uitvoeringsprogramma rekening gehouden moet worden is dat gebouwen/bedrijfsgroepen met een hoge prioriteit frequenter en diepgaander/vaker worden gecontroleerd dan gebouwen/bedrijfsgroepen met een lagere prioriteit. Indien het naleefgedrag van het betreffende (bouw)bedrijf of instelling in voorgaande jaren als goed is beoordeeld, zal het (bouw)bedrijf of instelling minder vaak gecontroleerd worden dan op grond van de controlefrequentie is vastgesteld. 8

10 3.2 Categorieën in de prioriteitenmatrix De gehanteerde prioriteiten en de hieraan gekoppelde controlefrequenties zijn vastgesteld per vakgebied. Hieronder geven wij een toelichting op de vakgebieden die corresponderen met de vakgebieden in de prioriteitenmatrix (zie bijlage 1). Bouwen Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan betrekking hebben op veel verschillende soorten bouwwerken. Om het toezicht op alle bouwwerken programmatisch uit te kunnen voeren, zijn deze op basis van hun overeenkomstige (fysieke) kenmerken geclusterd in een aantal bouwwerkclusters. Omdat het risico en het naleefgedrag/-tekort bij de uitvoering van bouwwerken verschilt, is de clustering ook gebaseerd op de aspecten: aard en omvang van het gebruik van het betreffende bouwwerk/gebouw, het soort gebruiker, aanvrager en/of eigenaar. In het overzicht hieronder zijn de bouwwerkclusters en hun kenmerken weergegeven. Bouwwerkcluster met kenmerken 1. Woningen - Enkelvoudige nieuwbouw (vaak particulier opdrachtgeverschap) of projectmatige nieuwbouw. - Bij enkelvoudige nieuwbouw is de eigenaar/opdrachtgever vaak in beperkte mate op de te van de relevante (bouw)regelgeving. Deze doelgroep heeft zelden te maken met het aanvragen van een vergunning en wordt al dan niet begeleid en ondersteund door een architect en/of aannemer. - Bij projectmatige, meestal grootschaligere, nieuwbouw zijn vaak verschillende soorten aannemers betrokken. De kwaliteit hiervan is wisselend. Vaak worden verschillende onderdelen van de bouw uitgevoerd door onderaannemers. 2. Woongebouwen, appartementen, kamerverhuur - Gebouwen met meerdere bouwlagen en mogelijk met meerdere gebruiksfuncties. - Bouw vindt meestal plaats door grotere aannemers die veelal gebruik maken van onderaannemers. Vaak is een hoofduitvoerder verantwoordelijk voor de uitvoering. Daarnaast zal de opdrachtgever in veel gevallen een vorm van toezicht houden. 3. Logiesgebouwen, restaurant, café, horeca, bedrijf, kantoor, winkel - Gebouwen van verschillende groottes en mogelijk met meerdere gebruiksfuncties. - De eigenaren/opdrachtgevers zijn vaak in mindere mate op de te van de regelgeving. Ook kunnen zij bepaalde regels als belemmerend ervaren. Deze doelgroep heeft doorgaans niet op regelmatige basis te maken met het aanvragen van een vergunning. - Voor de bouw zijn vaak verschillende soorten aannemers betrokken. Hiervan is de kwaliteit sterk wisselend. 4. Maatschappelijke gebouwen, (kinder)dagverblijven, scholen, zorg, ziekenhuis, sport - Meestal is er een beheerorganisatie verantwoordelijk voor de kwaliteit en het gebruik. - De eigenaar/opdrachtgever/gebruiker kent over het algemeen de relevante regels en begrijpt de noodzaak ervan. Bij grote verbouwingen wordt meestal professionele begeleiding ingeschakeld. Gebruikers van deze gebouwen ageren sneller richting eigenaar en gemeente als er zaken niet in orde zijn. - Nieuwbouw vindt veelal plaats door grotere aannemers waarbij er op de bouw projectleiding aanwezig is. 5. Uitbouw, aanbouw, bijgebouw, dakkapel, gevelwijziging - Kleinere bouwwerken al dan niet bij of aan een bestaand gebouw. - Vaak initiatieven van particulieren of bedrijven waarbij de eigenaar/opdrachtgever vaak leek is op het gebied van regelgeving. 9

11 Deze doelgroep heeft slechts een enkele keer te maken met het aanvragen van een vergunning. - De uitvoering gebeurt in de regel door aannemers waarvan de kwaliteit zeer wisselend is. 6. Bouwwerken geen gebouw zijnde - Kleine bouwwerken zoals een carport, erfafscheiding, schotelantenne of pergola. - Vaak initiatieven van particulieren of bedrijven waarbij de eigenaar/opdrachtgever doorgaans een leek is op gebied van regelgeving. Deze doelgroep heeft slechts een enkele keer in zijn leven te maken met het aanvragen van een vergunning. - De uitvoering gebeurt door aannemers of de aanvrager zelf. De kwaliteit is sterk wisselend. Toetsing op voorschriften van het Bouwbesluit beperkt zich tot constructieve veiligheid. - Daarnaast vallen onder dit cluster ook bouwwerken zoals civieltechnische kunstwerken (viaducten, bruggen, etc.) en antenneinstallaties. Monument In de gemeente Coevorden staan 167 rijksmonumenten zoals woonhuizen, boerderijen, kerken, militaire objecten, molens, maar ook hunebedden en een urnenveld. Deze monumenten zijn niet alleen beeldbepalend, ze vormen ook een belangrijk deel van het erfgoed in onze gemeente. Daarom is in de Monumentenwet vastgelegd dat monumenten beschermd moeten worden. Voor wijzigingen/verbouwingen is bijna altijd een omgevingsvergunning nodig. Het toezicht hierop vindt plaats in nauw overleg met team vergunningen. Aanleggen Een aanlegvergunning (omgevingsvergunning) geeft de houder toestemming om een weg aan te leggen, stukken grond op te hogen of juist af te graven, een sleuf te graven of andere activiteiten te verrichten die gevolgen hebben voor het aanzien van het landelijk gebied van de gemeente. In sommige gevallen is ook een aanlegvergunning vereist voor het dempen van een sloot of andere watergang, waarbij ook het Waterschap een rol kan hebben. Voor landschappelijk gevoelige gebieden zoals bosgebied, natuurreservaten en buitengebied, kan in een bestemmingsplan staan dat een aanlegvergunning nodig is, of dat het verlenen van een vergunning niet eens mogelijk is. Gebruik (Wro) Als men een gedeelte van een bedrijfspand, woning, of een (gedeelte van een) schuur wilt wijzigen van gebruik kan het zijn dat hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden omdat dit (afwijkend) gebruik niet past in het bestemmingsplan. Het is dus belangrijk dat goed gekeken wordt naar het bestemmingsplan. Slopen Met betrekking tot het vakgebied slopen hebben alle bouwwerken eenzelfde prioriteit als er geen asbest in de gebouwen aanwezig is. In principe wordt volstaan met een administratieve controle (door middel van het opleveringsrapport) op het moment dat de sloopwerkzaamheden zijn afgerond. In de gevallen waar zowel sprake is van sloop als van bouw worden de controles gecombineerd. Bovendien vindt in het kader van de BAG registratie 1 keer per jaar per object een controle plaats om te controleren of de sloop is afgerond. Slopen met asbest Met betrekking tot het vakgebied slopen, wanneer er sprake is van de mogelijke aanwezigheid van asbest, zullen wij zodra wij hiervoor een werkend softwaresysteem (MP) hebben ook tijdens de werkzaamheden controles worden uitgeoefend. Bovendien vindt in het kader van de BAG 10

12 registratie 1 keer per jaar een controle plaats om te controleren of de sloop is afgerond. Brandveiligheid De prioriteitenstelling voor het vakgebied brandveiligheid is opgesteld op basis van de PREVAP (Preventieactiviteitenplan). De PREVAP doet voorstellen voor de indeling van prioriteiten, op basis van het verwachte brandrisico van gebruiksfuncties. Bij de indeling van de gebruiksfuncties in prioriteitsklassen zijn criteria gehanteerd als het aantal aanwezigen, de zelfredzaamheid van de aanwezigen, de kans op brand en de frequentie van gebruik van een object. Vier risicofactoren worden onderscheiden: Risicofactor 1: bij de eerste risicofactor gaat het om de volgende bedrijven/gebouwen: Gebouwen met een woonfunctie voor meer dan 10 nietzelfredzame, bedlegerige bewoners (verzorgingstehuizen, etc.); Gebouwen met een gezondheidszorgfunctie voor meer dan 10 niet-zelfredzame, bedlegerige bewoners (ziekenhuizen, etc.); Gebouwen met een bijeenkomstfunctie voor 500 personen of meer (theater, bioscoop, discotheek, etc.); Gebouwen met een industriefunctie waar 500 personen of meer in dienst zijn (fabrieken); Gebouwen met een kantoorfunctie waar 500 personen of meer in dienst zijn; Gebouwen met een logiesfunctie voor 50 personen of meer (hotel, pension, etc.); Gebouwen met een onderwijsfunctie voor 500 personen of meer vanaf 12 jaar (school); Gebouwen met een sportfunctie voor 1000 personen of meer (sporthal); Gebouwen met een winkelfunctie voor 1000 personen of meer (winkelgebouw). Risicofactor 2: bij de tweede risicofactor gaat het om de volgende bedrijven/gebouwen: Gebouwen met een woonfunctie voor meer dan 10 nietzelfredzame bewoners; Kamerverhuur voor meer dan 4 personen; Kinderdagverblijven voor meer dan 10 kinderen; Gebouwen met een bijeenkomstfunctie voor personen; Gebouwen met een industriefunctie waar personen in dienst zijn; Gebouwen met een kantoorfunctie waar personen in dienst zijn; Gebouwen met een logiesfunctie voor personen; Gebouwen met een onderwijsfunctie voor personen vanaf 12 jaar; Gebouwen met een onderwijsfunctie voor 10 personen of meer onder de 12 jaar; Gebouwen met een sportfunctie voor personen (sporthal, zwembad); Gebouwen met een winkelfunctie voor personen. Risicofactor 3: bij de derde risicofactor gaat het om de volgende bedrijven/gebouwen: Gebouwen met een woonfunctie voor vermindert zelfredzame bewoners (woningen met zorg); Peuterspeelzalen voor 10 peuters of meer; Gebouwen met een bijeenkomstfunctie voor personen met een hoge bezetting (theater, bioscoop, aula, etc.); 11

13 Gebouwen met een gezondheidszorgfunctie voor 50 of meer zelfredzame gebruikers (gezondheidsdiensten); Gebouwen met een industriefunctie waar personen in dienst zijn; Gebouwen met een kantoorfunctie waar personen in dienst zijn; Gebouwen met een onderwijsfunctie voor personen vanaf 12 jaar; Gebouwen met een sportfunctie voor personen met een hoge bezetting (sporthal, zwembad); Gebouwen met een winkelfunctie voor personen; Risicofactor 4: bij de laatste risicofactor gaat het om de volgende bedrijven/gebouwen: Gebouwen met een woonfunctie voor zelfredzame bewoners; Gebouwen met een bijeenkomstfunctie voor personen met een lage bezetting (museum, bibliotheek, etc.); Gebouwen met een sportfunctie voor 50 personen of meer met een lage bezetting (gymzaal, etc.); Gebouwen met een winkelfunctie voor personen. Milieu Voor de prioriteiten en de daaraan gekoppelde controlefrequenties voor het vakgebied milieu is aansluiting gezocht bij de indeling op grond van de BUGM/VOGM-methodiek (Bijdrageregeling Uitvoering Gemeentelijk Milieubeleid/Vervolgbijdrageregeling Ontwikkeling Gemeentelijk Milieubeleid). De bedrijven van Coevorden zijn in het softwaresysteem MILLIS ook conform onderstaande indeling ingedeeld. Vier risicofactoren worden onderscheiden: Risicofactor 4: bij risicofactor één gaat het om inrichtingen met een zeer milieurisico. Voornamelijk gaat het hier om de zwaardere industriële inrichtingen, zoals: Forbo, Animal lovers, betoncentrale en Iams. Risicofactor 3: de tweede risicofactor omvat de inrichtingen met een milieurisico. Het gaat hier om tankstations, garages, transportbedrijven, loon- en landbouwbedrijven, metaalbewerking, productie met bulkopslag, opslag van gevaarlijke stoffen, grote horeca en sport recreatie en zwembaden. Risicofactor 2: de derde risicofactor omvat de inrichtingen met een gemiddeld milieurisico. Voornamelijk gaat het hier om agrarische bedrijven, paardenhouderijen, (grote) detailhandel en kleinere horecabedrijven; Risicofactor 1: deze risicofactor omvat inrichtingen die zich kenmerken door een lage milieubelasting, zoals kantoorgebouwen, kleine detailhandel en schoolgebouwen. Voor vuurwerkverkoop is er een aparte categorie opgenomen omdat deze bedrijven vaak ingedeeld zijn in risicofactor 1 of 2 maar er toch grote risico s verbonden zijn aan de overtreding van de veiligheidsregels. Ook vanwege de bijna continue gewijzigde regels worden deze inrichtingen jaarlijks gecontroleerd. Drank & horecawet De uitvoering van toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet is volledig bij de gemeente komen te liggen. Er zijn voor het houden van toezicht echter geen middelen vanuit het rijk beschikbaar gekomen. In de notitie invoering drank- en horecawet in gemeente Coevorden is al opgenomen dat wij er op dit moment voor kiezen om alleen bij incidenten op de naleving van de regels te controleren en indien nodig te handhaven. 12

14 Evenementen Geluid is objectief te meten, in decibels. Geluidhinder is echter veel moeilijker te vast te stellen. Wat voor de één hinderlijk is, vindt de ander normaal. In de beleidsregel geluidsnormen evenementen Coevorden 2008 zijn concrete normen opgenomen om geluid afkomstig van evenementen in de open lucht te kunnen beheersen. Het onderscheiden van categorieën van evenementen is niet alleen van belang voor het reguleren van de organisatie, maar hierdoor weten omwonenden van de evenementenlocatie ook met welke geluids- en publieksbelasting zij te maken krijgen. Voor de indeling van een evenement in een categorie, is niet alleen de omvang of de eindtijd van een evenement van belang, maar spelen meer factoren een rol. Afhankelijk van de gevraagde aandacht en inzet worden evenementen onderscheiden in een A-, B- of C-evenement. De A- evenementen zijn in ieder geval de evenementen die de burgemeester op grond van artikel lid 2 APV heeft ontheven van de vergunningsplicht. Nadere aanduiding A-, B-, C-evenementen: Een A-evenement is veelal gering van omvang, vindt plaats op één dag en veroorzaakt een beperkte geluidsproductie, die gelijk is aan gangbare referentiewaarden voor het geluidsniveau in het landelijk en stedelijk gebied. Een B-evenement is belastend voor haar omgeving en kan ook qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. De vooraf ingeschatte risico s bij een B-evenement zijn echter lager. Het gaat bijvoorbeeld om activiteiten als op een Koninginnedag. Een C-evenement is een risico-evenement en kan qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. In veel gevallen is er extra inzet van hulpverleningsdiensten nodig om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Het betreft hier bijvoorbeeld Horecadagen of het PK-weekend. Met de VRD zijn afspraken gemaakt over het houden van toezicht op C- evenementen door de brandweer. De betreffende APV vergunningen worden doorgestuurd naar de VRD. De afspraken per jaar zullen in het uitvoeringsprogramma nader worden gespecificeerd. Gebiedsgericht toezicht In de prioriteitenlijst zijn er diverse projecten opgenomen waar aan gebiedsgericht wordt gewerkt. Het betreffen alle wettelijke taken uitgewerkt in specifieke beleidsdocumenten. Het gaat om de volgende projecten: aanpak illegale bewoning van recreatieparken (zie beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven aanpak illegale bouw recreatieparken (zie plan van aanpak illegale bouw recreatieterreinen) aanpak detailhandel op bedrijventerreinen (zie: handhavingsnotitie detailhandel op bedrijventerreinen 2010) handhaving artikel 13b Opiumwet (zie: beleidsregel handhaving hard- en softdrugs gemeente Coevorden) gezamenlijke projectmatige controles bij onduidelijke/vage bedrijven. In 2013 zijn deze controles voor het eerst gezamenlijk opgepakt. Het betreft een pilot waarbij onduidelijke bedrijven (die zich niet hebben gemeld) integraal worden gecontroleerd op de gebieden milieu, brandveiligheid en bouw. Bovendien gaat de politie ook mee op controle. Deze aanpak willen wij in de toekomst nader professionaliseren. 3.3 Risico Per handhavingstaak is berekend wat het risico is als, de onder een handhavingstaak liggende regels, worden overtreden. Dit risico is bepaald aan de hand van zes negatieve effecten: veiligheid, volksgezondheid, natuur/milieu, financieel economisch, leefbaarheid en imago. Per 13

15 handhavingstaak is er voor elk negatief effect een score van 1 tot 5 ingevuld. Hierbij geeft een 1 aan dat er nauwelijks of geen negatief effect is en een 5 dat er een ernstig negatief effect is. De optelsom van de zes verschillende effecten bepalen samen het uiteindelijke risico. 3.4 Naleeftekort Naast het risico speelt het naleeftekort een grote rol bij het bepalen van de uiteindelijke prioriteit. Het naleeftekort van een onder een handhavingstaak liggende regel wordt bepaald door het naleefgedrag (spontane en geforceerde naleving) en de overtredingskans. De spontane naleving, de geforceerde naleving en de overtredingskans leveren ieder een getal op. De optelsom van deze drie getallen samen bepalen het naleeftekort. Hoe hoger het getal van het naleeftekort, hoe slechter de onder een handhavingstaak liggende regels worden nageleefd. Uitwerking van een aantal begrippen volgt hierna. Naleefgedrag Het naleefgedrag is bepaald met behulp van de 'Tafel van Elf' (T11). De T11 is een door het Ministerie van Justitie aangedragen analysemodel waarmee aan de hand van elf dimensies wordt verklaard waarom regels al dan niet wordt nageleefd. Door te weten waar de sterke en zwakke kanten zitten op het gebied van de naleving van regels, kan men gericht handhaven. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van voorlichting als blijkt dat de kennis over een bepaalde regel laag is, of meer sanctioneel optreden als blijkt dat men de regels bewust overtreedt. De elf dimensies zijn ondergebracht in twee groepen: dimensies van spontane naleving en dimensies van geforceerde naleving. De T11 analyse levert dan ook twee getallen op. Eén getal voor spontane naleving en één getal voor de geforceerde naleving (meer informatie over de T11 is te vinden op Spontane naleving Met spontane naleving wordt bedoeld in hoeverre een burger of bedrijf zich uit eigen overweging houdt aan de wet- en regelgeving. Spontane naleving kan voortkomen uit kennis en draagvlak, normen en waarden, maatschappelijke controle en een kosten/baten afweging van (niet-) naleving. Spontane naleving is beïnvloedbaar door een aantal aspecten, zoals voorlichting en communicatie. Door mensen goed te informeren over de voor hen geldende regels, zullen zij die regels beter kennen. Hierdoor ontstaat meer draagvlak, waardoor bijvoorbeeld ook de (sociale) omgeving het overtreden van een regel sneller veroordeeld. De gemeente Coevorden vindt het belangrijk dat de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven wordt gestimuleerd. Het is dan ook een doelstelling om een betere spontane naleving te realiseren. Geforceerde naleving Met geforceerde naleving wordt bedoeld in welke mate wet- en regelgeving wordt nageleefd door ingrijpen van de overheid. Het wordt bepaald door de mate waarop de regels in de praktijk worden gecontroleerd, en op welke wijze en met welke sancties het naleven van een regel wordt afgedwongen. De geforceerde naleving is beïnvloedbaar door overheidsoptreden. Door bijvoorbeeld vaker te controleren, en door strenger en zichtbaarder te sanctioneren, zal de score van dit aspect beter worden. De voorkeur binnen de gemeente Coevorden is om vooral het spontane naleefgedrag te verbeteren. Waar nodig zal door het verbeteren van de geforceerde naleving een betere naleving worden gerealiseerd. De overtredingskans De overtredingskans (hoe vaak komt een overtreding daadwerkelijk voor) is voornamelijk bepaald op basis van beschikbare ervaringscijfers en ervaringen van de verschillende handhavers. Los van de ernst van de overtreding, is er gekeken hoe vaak een bepaalde regel in de praktijk wordt overtreden. Praktijkcijfers geven bijvoorbeeld aan dat de kans dat iemand illegaal een schuurtje achter zijn woning bouwt groter is dan de kans dat 14

16 iemand dit in zijn voortuin doet. Goede voorlichting, en het strikter handhaven op handhavingstaken met een hoge overtredingskans zullen deze factor positief beïnvloeden. 3.5 Hoge, gemiddelde of lage prioriteit De prioriteit van een bepaalde handhavingstaak/activiteit wordt primair bepaald door het risico en het naleeftekort. Er worden drie prioriteiten onderscheiden:, gemiddeld en laag. Door het stellen van prioriteiten kan aan elke handhavingstaak/activiteit een passende interventie worden gekoppeld. Hoge prioriteit Als het risico van een bepaalde handhavingstaak/activiteit is dan krijgt deze een hoge prioriteit, ongeacht of het naleeftekort of laag is. Dat een risico gelijk staat aan een hoge prioriteit heeft als reden dat de gevolgen van een overtreding groot kunnen zijn, ook al worden de regels in principe wel goed nageleefd. Hierbij kan gedacht worden aan het houden van toezicht op het bedrijfsmatig verkopen van vuurwerk. Ondanks dat de aanbieders van bedrijfsmatig vuurwerk zich goed aan de regels houden, kunnen de gevolgen heel groot zijn als het fout gaat. Daarom is een hoge prioriteit bij taken met een risico gewenst, ongeacht of het naleeftekort of laag is. Bij een hoge prioriteit zal actief worden gehandhaafd. Dit betekent dat er zo snel mogelijk wordt gecontroleerd en waar nodig direct wordt opgetreden. Bij het toezicht houden op (verleende of langlopende) vergunningen met een hoge prioriteit, wordt er meer en diepgaander gecontroleerd. In het uitvoeringsprogramma worden voldoende uren begroot om de geprioriteerde handhavingstaken uit te voeren en er staat in wie het doet en hoe. Voorbeeld: Controle bouwbesluit t.a.v. constructieve (brand)veiligheid van een woongebouw is geprioriteerd. Als een woongebouw instort is het risico groot. Met name de negatieve effecten veiligheid en imago scoren hier. Op het gebied van naleeftekort is de spontane naleving slecht en is de kans dat er regels niet worden nageleefd groot. Deze scores resulteren gezamenlijk in een hoge prioriteit. Actief optreden is noodzakelijk om (verdere) instorting te voorkomen. Gemiddelde prioriteit Als het risico laag is, en het naleeftekort, dan krijgt de betreffende handhavingstaak een gemiddelde prioriteit. Omdat het risico laag is hoeft er niet direct te worden opgetreden. Dit betekent echter niet dat er helemaal niet wordt opgetreden, maar wel zo slim en zuinig mogelijk. De intensiteit van toezicht en handhaving blijven hierbij zo beperkt mogelijk. De wijze van optreden wordt met name bepaald door het naleeftekort. In tegenstelling tot het risico is dit aspect namelijk goed te beïnvloeden. Afhankelijk van de oorzaak van het hoge naleeftekort wordt er op een passende manier opgetreden. Hierbij kan gedacht worden aan voorlichting als blijkt dat de kennis over een bepaalde regel laag is. Het doel is dan ook om zo veel mogelijk door preventieve handhaving het naleeftekort te verbeteren. Hierdoor kunnen handhavingstaken met een gemiddelde prioriteit worden teruggedrongen naar een lage prioriteit. Handhaving van de gemiddelde prioriteiten vindt zowel qua diepgang als intensiteit beperkt plaats. Bij het gebiedgericht toezicht houden verdient een projectmatige aanpak de voorkeur. Dit betekent dat er tijdens een gebiedscontrole, eenmalig of periodiek, gericht wordt gehandhaafd op handhavingstaken met een gemiddelde prioriteit. Bij vergunningsgericht en objectgericht toezicht wordt er een lagere inspectiediepgang gehanteerd dan bij handhavingstaken met een hoge prioriteit (bijvoorbeeld uitsluitend een 15

17 visuele controle). In het uitvoeringsprogramma zijn deze aspecten verder uitgewerkt. Voorbeeld: Brandveiligheid op kleine evenementen, zoals een straatfeest, heeft een laag risico. Als er iets gebeurd dan zijn de negatieve effecten vaak gering, omdat de evenementen vaak buiten zijn. Het naleeftekort is daarentegen wel slecht. Zonder overheidshandelen (voorlichting, toezicht en corrigerend optreden) kan men de grenzen verleggen. Dit heeft tot gevolg dat er een toename zal zijn van overtredingen. Het steekproefsgewijs (projectmatig) controleren op deze handhavingstaak houdt het naleefgedrag op peil. Lage prioriteit Als het risico en het naleeftekort laag zijn dan wordt er een lagere prioriteit aan deze handhavingstaak/activiteit gegeven. Is een handhavingstaak laag geprioriteerd dan zal er op deze handhavingstaak niet actief worden gehandhaafd. Er wordt alleen opgetreden op basis van externe signalen verzoeken om handhaving of op een projectmatige manier (zie hierna). Formele schriftelijke handhavingsverzoeken moeten immers na een (belangen)afweging worden opgepakt, ook al heeft de betreffende handhavingstaak een lage prioriteit. Afhankelijk van waargenomen afnemend naleefgedrag kunnen er een beperkt aantal projectmatige controles op laag geprioriteerde handhavingstaken plaatsvinden. Voorbeeld: Het is verboden zonder toestemming een standplaats in te nemen. Over het algemeen weet een standplaatshouder dit. Een kaasboer zal niet zomaar op de hoek van een straat zijn wagen neerzetten om zijn waar te verkopen. Het naleefgedrag van deze regel is dan ook relatief. Ook blijkt uit ervaringscijfers dat de overtredingskans laag is. Het risico van een illegale standplaats is ook niet erg. Handhaving of optreden tegen deze overtreding heeft dan ook een lage prioriteit. In dit geval wordt er alleen op basis van een verzoek om handhaving opgetreden. 3.6 De uitkomsten voor Coevorden Het toezicht en handhaving gebeurt op basis van risico s en naleefgedrag. Zo komt de beschikbare personele capaciteit te liggen bij situaties met de grootste risico s én waarbij de regels slecht worden nageleefd. De huidige personele capaciteit van team handhaving van de gemeente Coevorden is krap. Er is één toezichthouder bouw en ruimtelijke ordening, twee juridisch medewerkers handhaving en een teamleider. Voor het opleggen van een strafbeschikking wordt een bijzonder opsporingsambtenaar ingehuurd bij Stichting Veiligheidszorg Drenthe. De juridisch medewerkers houden zich voornamelijk bezig met het behandelen van verzoeken om handhaving en lopende projecten. De toezichthouder zal voor deze projecten ook in ingeschakeld worden. Daarnaast komt het voor dat voor deze projecten tijdelijk een extra toezichthouder ingehuurd wordt. Naast deze projecten heeft de vaste toezichthouder de taak om de naleving omgevingsvergunningen voor het onderdeel bouw en sloop te controleren, klachten af te handelen en de juridisch medewerkers te ondersteunen bij verzoeken om handhaving. Binnen de taakvelden toezicht op omgevingsvergunningen en afhandeling van klachten kunnen keuzes gemaakt worden (wat doe je wel en wat doe je niet, hoe vaak controleer je). Deze keuzes worden op basis van de prioriteitenmatrix afgewogen. 16

18 Waar controleert/handhaaft de gemeente op in de jaren 2014 tot en met 2018? 1) binnen het taakveld vergunningsgericht toezicht (de uitvoeringsfase) alleen de (rood weergeven) geprioriteerde taken. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat wij geen controles zullen uitvoeren naar een verleende omgevingsvergunning voor een bijgebouw. Ook zullen wij niet meer controleren of de wapening, voor het storten van beton, voldoende sterk is bij gebouwen die geen hoge prioriteit hebben. De controlefrequentie van de rood weergeven taken zullen worden vastgelegd in het uitvoeringsprogramma. 2) binnen het taakveld objectgericht toezicht (de gebruiksfase) maken wij afspraken met de RUD en de VRD omtrent de hoeveelheid controles. Uitgangspunt hierbij is dat de door ons gestelde prioriteiten leidende zijn voor welke bedrijven/instelllingen gecontroleerd worden. In het uitvoeringsprogramma wordt de controlefrequentie nader gespecificeerd. 3) binnen het taakveld gebiedsgericht toezicht vindt alleen toezicht plaats als de prioriteit is (rood weergegeven). Voor de rood weergegeven onderwerpen binnen het taakveld gebiedsgericht toezicht is, in de meeste gevallen, specifiek beleid opgesteld. Conform dat beleid vindt gebiedsgericht toezicht plaats. Daarnaast vindt gebiedsgericht toezicht plaats door een BOA die ingehuurd wordt van Stichting veiligheidszorg Drenthe. Deze BOA heeft tot taak te handhaven op overtredingen van de ingevoerde blauwe zone en voor op andere overtredingen van de APV. 4) binnen gekomen klachten zullen alleen nog inhoudelijk behandeld worden als het onderwerp van de klacht (rood weergegeven) of gemiddeld (geel weergegeven) weergegeven geprioriteerde taken betreft. Als het een klacht betreft dat gaat over een laag geprioriteerde taak zullen wij de klacht afwijzen vanwege gebrek aan prioriteit. 5) Laag geprioriteerde taken (groen weergegeven) pakken wij alleen op als wij hieromtrent een verzoek om handhaving ontvangen. Omdat wetgeving zich vernieuwd en de twee factoren (risico en naleeftekort) kunnen veranderen zal jaarlijks, in samenhang met de begrotingscyclus, de prioriteitenmatrix opnieuw ingevuld worden. Gevolgen voor de praktijk Wij hebben geconstateerd dat het aantal bouwvergunningen (omgevingsvergunning) door de invoering van de Wabo en de financiële crisis afgenomen is. Hieronder is in een overzicht weergegeven wat de afname is geweest: 2010: 382 bouwvergunningen en 106 sloopvergunningen 2011: 254 bouwvergunningen en 51 sloopvergunningen 2012: 101 bouwvergunningen en 14 sloopvergunningen 2013: 125 bouwvergunningen en 0 sloopvergunningen Naast de verschuiving van prioriteiten heeft de vermindering van het aantal vergunningen tot gevolg dat de toezichthouder bouw minder op een bouwplaats zal staan en zich meer bezig zal houden met het behandelen van klachten en verzoeken om handhaving. Het aantal geprioriteerde taken blijft nog veel voor één toezichthouder. Om deze reden zullen wij gebruik (blijven) maken van stagairs en in voorkomende gevallen tijdelijke projecten onderbrengen bij starters tegen gereduceerd tarief. 17

19 Hoofdstuk 4 Handhavingsinstrumenten Wanneer wet- en regelgeving wordt overtreden is de gemeente Coevorden in beginsel verplicht om handhavend op te treden. De uitvoering van de handhaving kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Afhankelijk van het te bereiken doel kunnen er preventieve, herstellende of repressieve instrumenten worden ingezet. In dit hoofdstuk worden de verschillende instrumenten voor handhaving besproken Preventieve instrumenten Door goede voorlichting kunnen onwenselijke situaties worden voorkomen en gedrag van burgers en bedrijven positief worden beïnvloed (voorkomen is beter dan genezen). Hierdoor is de verwachting dat er minder tijdrovende en kostbare repressiemiddelen hoeven te worden ingezet. Het laten zien dat een overtreder wordt aangepakt is ook een vorm van preventieve handhaving. De communicatie vindt zo gericht mogelijk plaats aan de hand van de volgende communicatievormen: - Massa communicatie: via websites en/of via persberichten zo veel mogelijk mensen informeren over de regels en de handhaving ervan. - Doelgroepgerichte/gebiedsgerichte communicatie: een doelgroep of gebied informeren over de specifieke regels en handhaving dit voor hun/dat gebied van toepassing zijn (bijvoorbeeld informatieavond organiseren voor een specifieke branche) Mediation Mediation is een vorm van conflictbemiddeling. Een onafhankelijke bemiddelaar gaat samen met de parijen op zoek naar een oplossing voor een probleem. De oplossing moet voor alle partijen aanvaardbaar zijn. De toepassing van mediation kan tijd en geld besparen. Omdat partijen, onder leiding van een mediator, zelf op zoek gaan naar de oplossing is de oplossing vaak beter dan een gang naar de rechter. De rechter oordeelt slechts over een juridische geschil terwijl het onderliggende conflict vaak groter is en zodoende niet aan bod komt bij de rechter. Mediation kan zodoende ook voor handhavingskwesities (in veel gevallen burenruzies) een goed alternatief zijn. Mediation zal toegepast worden in de gevallen die hiervoor geschikt zijn en als alle partijen hiertoe bereid zijn. 4.2 Herstellende instrumenten Wanneer en welke herstellende instrumenten wij bij een geconstateerde overtreding gebruiken komt in hoofdstuk 5 aan de orde. Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de instrumenten Waarschuwing In de meeste gevallen zal na het constateren van de overtreding de overtreder schriftelijk worden gewaarschuwd door de gemeente Coevorden. In deze waarschuwing wordt vermeldt welke maatregelen worden verwacht van de overtreder en binnen welke termijn deze maatregelen genomen moeten worden. Na het verlopen van deze termijn, zal de gemeente een hercontrole uitvoeren om vast te stellen of de overtreding is beëindigd Vooraankondiging De vooraankondiging is een brief waarin wordt aangekondigd dat er een voornemen is om handhavend op te treden tegen de illegale situatie. In de meeste gevallen wordt een hersteltermijn opgenomen in de vooraankondiging waarbinnen de overtreder de illegale situatie kan beëindigen. Ook kan de overtreder mondeling of schriftelijk reageren op de vooraankondiging (indienen van een zienswijze op grond van artikel 4:8 Awb). De gemeente neemt deze zienswijze mee bij de uiteindelijke besluitvorming. Bij spoedeisende situaties kan de vooraankondiging en het indienen van een zienswijze achterwege worden gelaten. 18

20 4.2.3 Last onder bestuursdwang Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de gemeente bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Een last onder bestuursdwang is een herstelsanctie die gericht is op herstel van de overtreding. Deze herstelsanctie kan worden opgelegd aan een ieder die het in zijn macht heeft om aan de last te voldoen. Dit kan de overtreder zijn, maar ook de rechthebbende op een bepaald goed. In dit geval moet geadresseerde binnen een bepaalde termijn (de begunstigingstermijn) aan een last voldoen (het beëindigen en beëindigd houden van een illegale situatie). Als dit niet of niet tijdig gebeurt, zal het bestuursorgaan zelf de last ten uitvoer brengen. Te denken valt aan het feitelijk afbreken van een illegaal bouwwerk. Ook bestaat de mogelijkheid voor de gemeente om in spoedeisende gevallen bestuursdwang op te leggen zonder voorafgaande last. Er wordt dan geen termijn gesteld waarbinnen de geadresseerde aan de last kan voldoen. De kosten van bestuursdwang worden op de overtreder verhaald. Een last onder bestuursdwang is een besluit in de zin van de Awb en is vatbaar voor bezwaar en beroep door belanghebbenden Last onder dwangsom Een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang toe te passen, kan in plaats daarvan ook een last onder dwangsom opleggen. De last onder dwangsom is weliswaar een pressiemiddel, maar net als bestuursdwang een herstelsanctie. De overtreder moet binnen een bepaalde termijn aan de last voldoen. Als dit niet of niet tijdig gebeurt, dient de overtreder een geldsom (dwangsom) te betalen aan het bestuursorgaan. Ook een last onder dwangsom is een besluit dat vatbaar is voor bezwaar en beroep door belanghebbenden Intrekking begunstigende beschikking Wanneer een onderneming of particulier een vergunning heeft bestaat de mogelijkheid om deze vergunning of ontheffing in te trekken als reactie op onrechtmatig gedrag van de betrokkene. Deze bevoegdheid tot gehele of gedeeltelijke intrekking van de vergunning of ontheffing bestaat indien: de vergunning of ontheffing ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; niet overeenkomstig de vergunning of ontheffing is of wordt gehandeld; de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd; de voor de houder van de vergunning of ontheffing als zodanig geldende algemene regels niet zijn of worden nageleefd. Bij het intrekken van een vergunning moet rekening worden gehouden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. Het is een zeer zwaar middel die alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden toegepast. Een overheidsorgaan kan op basis van de wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (wet BIBOB) een vergunning of subsidie weigeren maar ook intrekken wanneer er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het plegen van strafbare feiten en/of het benutten van voordelen uit strafbare feiten. 4.3 Repressieve instrumenten Omdat de gemeente Coevorden heeft gekozen voor de bestuurlijke strafbeschikking zullen wij hieronder alleen dit repressieve instrument beschrijven en niet de bestuurlijke boete. De keuze voor de bestuurlijke strafbeschikking is gemaakt omdat deze veel doelmatiger en effectiever is. Hieronder beschrijven wij de bestuurlijke strafbeschikking. 19

21 4.3.1 Bestuurlijke strafbeschikking Het Wetboek van Strafvordering geeft de gemeente de mogelijkheid om gebruik te maken van het uitvaardigen van een bestuurlijke strafbeschikking in de vorm van een (onvoorwaardelijke) geldboete. De bestuurlijke strafbeschikking is gereserveerd voor lichtere overtredingen, de zogenaamde overlastfeiten (alle feiten uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en afvalstoffenverordening). De bestuurlijke strafbeschikking heeft een punitief karakter, waardoor de geldboete onvoorwaardelijk wordt opgelegd. Met de bestuurlijke strafbeschikking kunnen buitengewone opsporingsambtenaren (BOA s) op straat een aankondiging van de bestuurlijke strafbeschikking opleggen. Het Openbaar Ministerie (OM) verstuurt vervolgens de definitieve strafbeschikking aan de overtreder. Indien de overtreder de strafbeschikking niet betaalt en niet in verzet komt, kan het OM executiemaatregelen nemen. Een verdachte kan binnen 14 dagen na ontvangst van de strafbeschikking verzet aantekenen bij het OM. Als men het oneens is met de beslissing van het OM kan men de zaak voorleggen aan de kantonrechter. Deze oordeelt over de zaak zonder daarbij gebonden te zijn aan de eerdere strafbeschikking. Het OM heeft de wettelijke taak toe te zien op de wijze waarop van de strafbeschikkingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) draagt zorg voor de administratieve verwerking en inning van de strafbeschikking (zonder tussenkomst van de politie). Hiervoor moet de gemeente een convenant sluiten met het CJIB. De politie blijft vanuit haar algemene opsporingsbevoegdheid wettelijk bevoegd de overlast strafrechtelijk te handhaven. Zo nodig verleent de politie de BOA bijstand. 20

22 Hoofdstuk 5 handhavings- en gedoogstrategie Drenthebreed is afgesproken dat alle gemeentes en de provincie een uniforme handhavings- en gedoogstrategie vaststellen. Coevorden onderstreept de wens om uniform handhavend op te treden waar mogelijk. Dat heeft uiteraard ook te maken dat een aantal taken, zoals milieu en brandveiligheid, die op grond van gemeenschappelijke regelingen zijn ondergebracht bij respectievelijk de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) en de Veiligheidsregio Drenthe (VRD). Voor deze organisaties is het noodzakelijk dat Drenthebreed één strategie wordt gevolgd. Om deze reden hebben wij de inhoud van de handhavings- en gedoogstrategie in dit hoofdstuk en de volgende twee hoofdstukken overgenomen. Door de opneming en vaststelling van dit handhavingsbeleid zullen wij vanaf het moment van vaststelling van dit beleid gaan werken volgens de vastgestelde strategie. Hierop maken wij echter een aantal uitzonderingen. De uitzonderingen betreffen vakgebieden waarvoor wij specifiek handhavingsbeleid hebben opgesteld. Het betreft de volgende beleidsstukken: beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven Coevorden plan van aanpak illegale bouw recreatieterreinen handhavingsnotitie detailhandel op bedrijventerreinen 2010 beleidsregel handhaving hard- en softdrugs gemeente Coevorden Hieronder beschrijven de kern van de handhavings- en gedoogstrategie. Hierin wordt beschreven wat met de strategie beoogd wordt en wat het karakter van de strategie is. Het stroomschema van de strategie en een handleiding van de beslismomenten is opgenomen in hoofdstuk 6. Hierin staat verder hoe er met handhaving wordt omgegaan en ook hoe er gehandeld wordt bij afwijkingen van de strategie. Hoofdstuk 7 dient als hulpmiddel bij de keuze tussen verschillende sanctiemiddelen, het vaststellen van termijnen en van de te van een dwangsom. Soms is handhaven geen juist middel en is passend gedogen meer op zijn plaats. Hoofdstuk 8 bevat de gedoogstrategie. 5.1 Uniform en effectief handhaven De uniformiteit in handelen krijgt betekenis wanneer de strategie wordt toegepast door alle overheden binnen de provincie Drenthe. Bij het uniform hanteren van de strategie ontstaat immers eenzelfde aanpak van geconstateerde strijdigheden met wet- en regelgeving. Dit betekent duidelijkheid binnen de organisaties en daarbuiten. De effectiviteit bestaat eruit dat een beperkt aantal beslismomenten, als reactie op de waargenomen strijdigheden, mogelijk zijn bij het toepassen van de strategie. De reacties zijn gerelateerd aan het karakter van de waargenomen strijdigheden en de motieven van de overtreders. Het wat, hoe en waarom van de strijdigheid speelt een grote rol bij de beslissing over de wijze van optreden. De Tafel van elf past daar als hulpmiddel bij, vanwege het feit dat daarmee inzicht kan worden verkregen welke factoren meespeelden bij het ontstaan van het geconstateerde normafwijkende gedrag. Het betreft feitelijk 11 vastgestelde gedrag/gevolg variabelen die het naleefgedrag beïnvloeden. Zo krijg je een beeld of een overtreding moedwillig of onbewust wordt begaan. Door bij de beslissing over aanpak van de overtredingen hier op in te spelen kan naleefgedrag positief worden beïnvloed en wordt de effectiviteit van de handhaving groter. Daarnaast blijkt uit ervaringen met strakke handhavingsstrategieën dat een daadkrachtige opstelling van de overheid (een overheid die doorpakt) snel bekend wordt bij de doelgroepen, waardoor meer en meer overtredingen in een vroeg stadium ongedaan worden gemaakt. Ook dit draagt bij aan een effectieve handhaving In hoofdstuk 6 zijn de beslismomenten beschreven en visueel gemaakt. 21

23 5.2 Afstemming bestuursrecht/strafrecht Als gevolg van een herschikking van taken en strategie binnen het Openbaar Ministerie, moet het Functioneel Parket (FP) op een andere wijze invulling geven aan de afstemming tussen bestuur- en strafrecht. Een gevolg hiervan is dat het FP de dienstverleningsovereenkomst niet heeft ondertekend. In handhavingsarrangementen worden specifieke afspraken tussen FP, opsporingsdiensten en de lokale overheden over gezamenlijke bestuurlijkeen strafrechtelijke handhavingsprioriteiten vastgelegd. Bij de uitvoering van deze prioriteiten worden overtredingen afgedaan conform deze handhavingsstrategie. Het FP zegt daarbij toe dat de aangedragen zaken worden opgepakt. Overtredingen die niet te scharen zijn onder de in de handhavingsarrangementen gestelde prioriteiten, worden ook afgedaan conform deze handhavingsstrategie, waarbij elke partij zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. Het strafrechtelijke spoor is daarom in deze strategie minder diepgaand uitgewerkt. Relevante constateringen worden doorgegeven aan de strafrechtelijke partner(s) die, vanuit eigen autonome bevoegdheid, beoordelen wat er met de melding wordt gedaan. Expliciet is in de blokinstructie een definitieve keuze voor een bestuurlijke boete of strafbeschikking achterwege gelaten. Relevante constateringen, waarbij het bestuursorgaan een dwangmaatregel oplegt, worden doorgegeven aan de strafrechtelijke partner(s). Een afschrift van de dwangmaatregelbeschikking wordt aan de Officier van Justitie verzonden 1. De opsporingsambtenaar besluit zelf of een procesverbaal wordt opgemaakt. Het Districtelijk Handhavingsoverleg (DHO) 2 is bij uitstek geschikt om deze meldingen in te brengen en hierover duidelijke afspraken te maken. Alleen al daarom is het DHO een noodzakelijk overleg. 5.3 Handhaving overtredingen door overheden of eigen overheid Handhaving van voorschriften van een andere overheid of een onderdeel van de eigen overheid is niet anders als handhaving van voorschriften bij derden. Hier gelden, meer nog dan bij particulieren en bedrijven, nalevingdoelen in de sfeer van algemeen normbesef en geloofwaardigheid van de normerende overheid. Op overtredingen van overheden of publieke ondernemingen volgt inhoudelijk dezelfde reactie als op overtredingen van burgers en private ondernemingen. In de procedure wordt transparant en openbaar gehandeld. Ook op overtredingen begaan door diensten of gelieerde instellingen van de eigen organisatie wordt conform deze strategie gereageerd. De genoemde transparantie en openbaarheid bestaan uit; 1. een toezichthouder (of zijn leidinggevende) die door het bestuur gemandateerd is om, bij constatering van een overtreding door een eigen overheidsdienst of instelling, deze standaard conform de strategie af te handelen. Dit betekent dat tevens in een brief of memo onverkort de gebruikelijke bestuursrechtelijke handhavingstappen worden aangekondigd èn; 2. deze brief of memo niet slechts aan de beheerder van de dienst of instelling wordt gestuurd, maar tevens in afschrift aan: a. de voor die dienst of instelling verantwoordelijke portefeuillehouder en b. de handhaving of milieu verantwoordelijke portefeuillehouder; 1 In deze strategie worden geen uitspraken gedaan over het gebruik van het middel bestuurlijke strafbeschikking milieu (BSB-M). De BSB-M is, ondanks dat het bestuur beslist over toepassing, een strafrechtelijke sanctie. Bij de toepassing van de BSB-M zal dan ook gekeken worden naar die situaties waarin volgens deze strategie strafrechtelijk optreden overwogen kan worden. 2 Met de komst van de RUD is gekozen voor overleg binnen de 3 Drentse districten. Coevorden neemt deel aan het districtelijk overleg voor Zuid-Oost Drenthe. Dit overleg vormt een voortzetting van de BOCE-afspraken. 22

24 3. indien de verantwoordelijke portefeuillehouder voor de handhaving van het bevoegde gezag naar aanleiding van deze brief of memo contact heeft met de verantwoordelijke portefeuillehouder voor de naleving wordt dit in het dossier vermeld; 4. het bestuur behandelt deze constatering op zodanige wijze dat het resultaat open staat voor democratische controle. 5.4 Karakter van de strategie De handhavingstrategie is een beslissingsondersteunend model. Dit betekent dat de strategie de handhaver stuurt in het proces om te komen tot een besluit over de wijze waarop op een overtreding gereageerd moet worden. Door iedere handhaver dezelfde beslismomenten en instructies te laten volgen komt er meer uniformiteit in de uiteindelijke besluitvorming. Dat betekent niet dat er volledige uniformiteit ontstaat, gemotiveerd afwijken kan immers altijd. Wel moet dit altijd schriftelijk worden vastgelegd in het handhavingsdossier. Hierdoor is de afhandeling reproduceerbaar en kan het duidelijk zijn dat er geen sprake is van willekeur. Een beslissing van de handhaver en het bestuur is echter niet vrijblijvend. Een handhavingsstrategie zal derdenwerking hebben. Dat betekent dat de overtreder of derdebelanghebbenden zich kunnen beroepen op de strategie. Goed onderbouwen van een beslissing met de strategie als uitgangspunt is noodzakelijk, of de strategie nu gevolgd wordt of dat er van wordt afgeweken. Hiermee wordt vermeende willekeur voorkomen en wordt ingezet op rechtsgelijkheid. Dit biedt ondersteuning bij een eventuele rechtsgang. De strategie heeft het karakter van een beleidsregel (in de betekenis die de Algemene wet bestuursrecht daaraan toekent): een algemene regel over de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van de handhavingsbevoegdheid van een bestuursorgaan. Het bevoegde gezag handelt in overeenstemming met deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. 23

25 Hoofdstuk 6 Stroomschema van de strategie Stroomschema van de strategie 6.1 Uitgangspunten De aanduiding binnen de beslismomenten geeft aan welke afwegingen gemaakt moeten worden voor het bepalen van de wijze waarop gehandhaafd wordt bij overtredingen. Binnen de beslismomenten is de bestuursrechtelijke handhaving het uitgangspunt. Sommige overtredingen kunnen echter beter (primair) strafrechtelijk of gezamenlijk gehandhaafd worden. Hier wordt in paragraaf 6.3 verder op ingegaan. In de beslismomenten of instructies is noch voor bestuur noch voor politie een termijn voor actie, in termen van dagen of weken, opgenomen. Het spreekt voor zich dat een daadkrachtig en geloofwaardig optreden van 24

26 bestuur én justitie wordt versterkt door acties zo snel mogelijk op de constatering van een overtreding te laten volgen. In het DHO kunnen bestuurlijke en strafrechtelijke partners elkaar aanspreken op de snelheid van reageren en afspraken maken over concrete termijnen. Het DHO is ook de plek waar afwijkingen van de strategie besproken kunnen/moeten worden. Een goede registratie van de genomen beslissingen met de eventuele afwijkingen en argumenten maakt een transparante uniforme handhaving mogelijk. Vanzelfsprekend kan het aanspreken en afspraken maken ook buiten het DHO om plaatsvinden, indien dit noodzakelijk is. Bij de totstandkoming van de beslismomenten zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd die op de achtergrond altijd mee moeten spelen bij het maken van een keuze: 1. Alle voorschriften zijn belangrijk. Overbodige voorschriften moeten in vergunningprocedures (aan de bron) worden weggenomen. De medewerker toezicht/handhaving hoeft deze afweging niet meer te maken. Als dergelijke voorschriften nog wel zijn opgenomen en handhaving niet gewenst is moet worden teruggegaan naar de bron om dit te veranderen. 2. Degene die verantwoordelijk is voor het naleven van de voorschriften weet of had kunnen weten wat van hem/haar wordt verwacht of weet waar toelichting op de voorschriften te vinden is. Dit houdt in dat veel energie in het voortraject gestopt moet worden met daarna een actieve voorlichting. 3. De gedachte is dat het merendeel van de burgers en/of bedrijven van goede wil is. Het beslismoment begint dan ook met het wegfilteren van deze groep. Deze strategie kent naast de procedure voor spoedeisend optreden geen variant waarin direct een sanctie wordt opgelegd (het twee bezoekblok ). Dat is inherent aan de Awb-procedure. Immers na het aantreffen van een (niet acuut) delict bij een eerste bezoek, volgt conform de Awb dat een overtreder de gelegenheid krijgt gehoord te worden over een voorgenomen sanctie. Omdat dit meestal schriftelijk gebeurd volgt na het bezoek een constateringbrief met daarin opgenomen een hersteltermijn. Na de hersteltermijn volgt het 2e bezoek. Pas dan wordt bij voortdurende strijdigheid de beschikking genomen. Aangezien hier een begunstigingstermijn in is opgenomen volgt altijd nog een 3e bezoek. 6.2 Handleiding per beslismoment De basis van deze strategie wordt gevormd door de beslismomenten. Op basis van de beslismomenten en de in de blokken 1, 2 en 3 opgenomen instructies wordt bepaald welke handhavingreactie wordt toegepast, en welke vervolgactie(s) volgen als een sanctie niet tot het gewenste resultaat leidt. In het stroomschema wordt gesproken van een ambtelijke en een bestuurlijke waarschuwing. Onder een ambtelijke waarschuwing wordt een mondelinge aanzegging van de medewerker toezicht/handhaving bedoeld, danwel een door hem ondertekend bezoekrapport (doorslagformulier) die aan de overtreder overhandigd wordt. Een bestuurlijke waarschuwing is een door of namens het college getekende brief, waarin de overtreder verzocht wordt binnen de gestelde hersteltermijn de overtreding te beëindigen. 25

27 Op het moment dat een overtreding wordt geconstateerd c.q. dreigt te ontstaan dan volgt het eerste beslismoment. Hierbij moet de handhaver zich de vraag stellen of er sprake is van een gevaarlijke situatie of aantoonbaar verwijtbaar handelen. Van aantoonbaar verwijtbaar handelen is in elk geval sprake in de volgende omstandigheden: 1. De betrokkene is in een eerder stadium op de te gebracht van de voorschriften; 2. Er is sprake van herhaling 3 ; 3. Er worden algemeen bekende voorschriften overtreden; 4. Er is sprake van (structureel) doelbewust de regels overtreden; 5. Er is sprake van aantasting geloofwaardigheid van de overheid; 6. De overheidscontrole wordt bewust belemmerd; 7. Er sprake van berekenend en/of onbetrouwbaar gedrag. Bij het vaststellen of hiervan sprake is kan de Tafel van Elf systematiek worden gebruikt als hulpmiddel. De beantwoording van de vraag of er sprake is van een gevaarlijke situatie ligt bij de toezichthouder. Die heeft de kennis om dit in te kunnen schatten. Hiervoor zijn geen richtlijnen uitgewerkt in deze strategie, temeer omdat het onmogelijk is om deze afwegingen voor alle beleidsterreinen uit te werken en vast te stellen. De strategie zou hierdoor ook onnodig star worden. Let wel! Het gaat hierbij niet om acuut gevaar. Dat zit in het volgende beslismoment. Bij een Nee bij het eerste beslismoment volgt de handhavingsstrategie uit blok 1. Mogelijke strafrechtelijke aanpak Bij een bestuurlijke waarschuwing, waarbij sprake is van verwijtbaar handelen en/of mogelijk gevaar bestaat er de mogelijkheid tot direct strafrechtelijk optreden 4. 3 Van hetzelfde of een soortgelijk voorschrift 4 Waaronder ook de bestuurlijke strafbeschikking milieu begrepen wordt 26

28 Bij Ja volgt het tweede beslismoment Bij alle beleidsterreinen kan een overtreding zodanig zijn dat deze leidt tot acuut gevaar. Als hiervan sprake is, is direct optreden noodzakelijk. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om instortingsgevaar, explosiegevaar en brandgevaarlijke situaties, gevaar voor de (volks)gezondheid, veiligheid en openbare orde. Ook het risico van het ontstaan van onomkeerbare schade, bijvoorbeeld aan flora en fauna, wordt beschouwd als acuut gevaar. Bij een Ja is er sprake van acuut gevaar en is onmiddellijk optreden vereist, conform Blok 3. Bij Nee is direct optreden niet noodzakelijk. Maar omdat er al wel sprake was van verwijtbaar handelen en/of aanwezigheid van gevaar wordt er wel krachtiger opgetreden dan in Blok 1. De handhavings-strategie die hierbij past volgt uit blok 2. De ernst van de overtreding bepaalt mede de hersteltermijn die altijd redelijk moet zijn. Ook voor de strategie uit dit blok zijn geen vaste afspraken over het opmaken van een procesverbaal. Deze moeten met de strafrechtelijke partners worden gemaakt. 27

29 Als er sprake is van acuut gevaar en/of onomkeerbaar en/of veiligheidsgevolgen, wordt de procedure van spoedeisendheid toegepast, dan wel moet spoedeisend gehandeld worden. Bijvoorbeeld het stilleggen van de bouw of sloop (bouwstop), of direct ingrijpen door het opruimen van afval of zelf tot sloop overgaan is dan hét instrument. De beschikking volgt dan achteraf. De samenwerking tussen het bestuursrecht en strafrecht is in dit blok uitermate belangrijk. Dit betekent dat onmiddellijk bij de uitvoering van de beschikking het opmaken van een proces-verbaal (eventueel met voorlopige maatregel) plaats dient te vinden. De mogelijkheid voor het toepassen van de bestuurlijke boete is bewust niet opgenomen in Blok 3, omdat de bestuurlijke boete is bedoeld als instrument bij kleine delicten, vooral bij leefbaarheidovertredingen in de openbare ruimte. 6.3 Marginale overtredingen Het is bekend dat de praktijk weerbarstig is en vol verrassingen. Bij vrijwel elke controle wordt wel een afwijking geconstateerd. Daarvoor zijn verschillende redenen te bedenken. Het kan zijn dat de aanvrager geen rekening heeft gehouden met bepaalde zaken of dat bij de uitvoering totaal onvoorziene omstandigheden nopen tot afwijking. Dat hoeft echter niet altijd te leiden tot handhaving. Vaak gaat het namelijk om afwijkingen van ondergeschikte betekenis. In sommige gevallen gaat het over afwijkingen die gelijkwaardig zijn aan de vergunde situatie. Voordat een afwijking van de regels gekwalificeerd kan worden als een overtreding moet eerst nog bekeken worden of er sprake kan zijn van een gelijkwaardige oplossing. Dit houdt in dat degene die bouwt of een inrichting drijft, andere gelijkwaardige maatregelen kan treffen dan de in de vergunning, ontheffing, regeling opgenomen verplichte maatregelen. In dat geval komt de toezichthouder samen met de vergunninghouder dan ook tot de conclusie dat er sprake is van een gelijkwaardige oplossing, waarbij handhaving achterwege kan blijven. Indien dit niet formeel kan via een procedurele gelijkwaardigheidstoets zoals in het ActiviteitenBesluit wordt de afspraak schriftelijk vastgelegd en aan het dossier toegevoegd. 28

Niet wegkijken maar toezien

Niet wegkijken maar toezien Niet wegkijken maar toezien en handhaven beleid toezicht en handhaving gemeente Borger-Odoorn Niet wegkijken Een schuurtje bijbouwen, een dakkapel, een kraam op de markt, een uitstalling voor je winkel.

Nadere informatie

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 Gemeente Hillegom Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding 2 - Leeswijzer 2 2. Wettelijk kader 2 2.1 Vaststelling en bevoegdheden 3 3. Samenwerking en integraal toezicht 3 3.1

Nadere informatie

Handhavingsbeleid omgevingsrecht inclusief monumenten (Wabo en APV) Door M. Snel en R.T. Oost Gemeente Hilversum

Handhavingsbeleid omgevingsrecht inclusief monumenten (Wabo en APV) Door M. Snel en R.T. Oost Gemeente Hilversum Handhavingsbeleid omgevingsrecht inclusief monumenten (Wabo en APV) Door M. Snel en R.T. Oost Gemeente Hilversum Wabo-project Hilversum start 2008 Wabo-project Onderdeel van project: ontwikkelen integraal

Nadere informatie

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016 Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016 1. Inleiding Het vaststellen van een handhavingsbeleid is een wettelijke verplichting (artikel 7.3 van het

Nadere informatie

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen. gemeente Bronckhorst 1/1 Z01CBAAA2C9 Naam portefeuillehouder: M. Besselink Vergaderdatum 20 april 2017 Registratie nr Onderwerp Z91544\Raad- 00215 Naam behandelend Telefoon behandelend E-mail behandelend

Nadere informatie

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal juni 2017 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Wettelijk kader... 3 1.2 Inhoud jaarverslag... 4 2 Vergunningen en meldingen...

Nadere informatie

Probleem- en risicoanalyse handhaving fysieke leefomgeving gemeente Ooststellingwerf

Probleem- en risicoanalyse handhaving fysieke leefomgeving gemeente Ooststellingwerf Probleem- en risicoanalyse handhaving fysieke leefomgeving gemeente Ooststellingwerf Ooststellingwerf, 5 november 2013 Gemeente Ooststellingwerf - 1 - gemeente Ooststellingwerf INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 voor de uitvoering van de Beleidsnota integraal toezichts- en handhavingsbeleid 2011 2015 Gemeente Zuidplas Versie 1.0, vastgesteld door het college op 24 juni 2014. Pagina 1 van 8 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal juni 2017 Samenvatting Voorliggend uitvoeringsprogramma is de uitwerking van het Vergunningen, Toezichts- en Handhavingsbeleid

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016 Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016 Inleiding Voor u ligt het uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016 van de unit vergunning-en subsidieverlening. Dit

Nadere informatie

Bijlagen. Gemeente Woensdrecht uitvoeringsprogramma handhaving

Bijlagen. Gemeente Woensdrecht uitvoeringsprogramma handhaving Bijlagen 1 5.2 Milieu Voor de uitvoering van handhavingstaken met betrekking tot milieu zijn 1099 uren beschikbaar welke worden uitgevoerd door de omgevingsdienst (OMWB). Prioriteiten Het waarborgen van

Nadere informatie

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN 2010 In de gemeente Zuidplas Vastgesteld door het college bij besluit d.d. 29 maart 2011 1 Inleiding Dit is het

Nadere informatie

Handhavingsjaarverslag 2006

Handhavingsjaarverslag 2006 Handhavingsjaarverslag 2006 Gemeente Hoogeveen, Afdeling Veiligheid Juni 2007 Jaarverslag 2006 1 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 2 3. Inleiding 3 4. Handhavingsprogramma 2006 3 5. Verantwoording 2006

Nadere informatie

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht j o artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht Gemeente Barneveld maart 2013 Afwijkingenbeleid

Nadere informatie

onderwerp Prioritering handhavingstaken op het gebied van bouwen, gebruik en milieu

onderwerp Prioritering handhavingstaken op het gebied van bouwen, gebruik en milieu gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Portefeuillehouder Onno Hoes Collegevergadering 19 december 2017 inlichtingen H.J. de Jong (+31235676621) Registratienummer 2017.0066507 Inleiding Deze nota

Nadere informatie

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen INLEIDING De meeste mensen willen graag wonen in een gemeente die veilig is en er netjes en verzorgd uitziet. Maar we willen ook wel eens iets aan de omgeving

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL Bestuur, Vergunning en Handhaving Voortgangsrapportage van resultaten van handhaving in 2009 over de periode van 1 januari

Nadere informatie

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht, (1 sept 2009) Artikel Kwaliteitscriteria Artikel Bor art. 2, eerste lid Het bestuursorgaan stelt het handhavingsbeleid

Nadere informatie

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013 Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013 1. - Pagina 1 - Inleiding Algemene doelstelling Deze toelichting is opgesteld om duidelijkheid te geven over deze beleidsnotitie. Ook wordt

Nadere informatie

Bijlage 2 VTH-Uitvoeringsprogramma. Pagina 1

Bijlage 2 VTH-Uitvoeringsprogramma. Pagina 1 Capaciteitsraming 2016,toezicht en handhaving bouwen en ruimtelijke ordening Benodig in Benodig in A. PREVENTIEF / VERGUNNINGGEBONDEN TOEZICHT (controle op naleving van voorschriften tijdens het uitvoeren

Nadere informatie

Handhavingsbeleid omgevingsrecht. (Wabo)

Handhavingsbeleid omgevingsrecht. (Wabo) Handhavingsbeleid omgevingsrecht (Wabo) Gemeente Uitgeest, 19 januari 2010 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleiding...2 1.1 Leeswijzer...2 1.2 De Wabo...3 1.3 Doel en probleemstelling...3 1.4 Voorbereiding...4

Nadere informatie

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie 1. Nalevingstrategie De nalevingstrategie geeft aan op welke wijze en met de inzet van welke instrumenten naleving van de regelgeving en de gestelde doelen wordt bereikt. De nalevingstrategie omvat strategieën

Nadere informatie

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving? 16 april 2009 Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving? Welke eisen worden aan de gemeente gesteld? Wat gaan

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 Gemeente Aalburg Werkendam - Woudrichem Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 Uitvoering van het Omgevingsbeleidsplan

Nadere informatie

Handhavingsbeleid omgevingsrecht

Handhavingsbeleid omgevingsrecht Handhavingsbeleid omgevingsrecht (Wabo) 2013-2014 Gemeente Hilversum, mei 2013 2 INHOUDSOPGAVE Handhavingsbeleid omgevingsrecht Pagina 1 Inleiding 1.1 Leeswijzer 2 1.2 De Wabo 3 1.3 Doel en probleemstelling

Nadere informatie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap Inleiding In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening,

Nadere informatie

Helder Handhaven omgevingsrecht

Helder Handhaven omgevingsrecht Helder Handhaven omgevingsrecht de keuzes 2015-2018 Gemeente Hilversum, mei 2015 INHOUDSOPGAVE Helder Handhaven omgevingsrecht, de keuzes Pagina 1 Inleiding 1.1 Leeswijzer 2 1.2 De Wabo en het Bor 3 1.3

Nadere informatie

Hoogte van dwangsommen lengte van b egunstigingstermijn opgenomen in tabellen

Hoogte van dwangsommen lengte van b egunstigingstermijn opgenomen in tabellen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 77550 14 juni 2016 Uitvoeringsbeleid hoogte dwangsommen en lengte begunstigingstermijnen Wabo, APV, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

Nadere informatie

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie AAN VAN Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP. DATUM 3 februari 2010 KOPIE AAN J. Spijkerman BIJLAGE. REGISTRATIENUMMER 107967 Geachte raadsleden, Burgemeester en

Nadere informatie

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Nieuw beleid 3 2.1 Relevante regelgeving betreffende ruimtelijke ontwikkelingen 3 2.2 Relevante regelgeving

Nadere informatie

Tabel Risicomatrix gemeente Papendrecht

Tabel Risicomatrix gemeente Papendrecht Tabel Risicomatrix gemeente Papendrecht Thema Fysiek Kwaliteit Finec Natuur Volksgezondheid Imago Totale gemiddelde Kans Risico Verkeer 2,6 2,6 2,5 2,1 2,2 2,9 2,5 3 7,5 Milieuvergunning (w.o. risicovolle

Nadere informatie

INTEGRAAL HANDHAVINGUITVOERINGSPROGRAMMA 2010 GEMEENTE ZALTBOMMEL. Bestuur, Vergunning en Handhaving

INTEGRAAL HANDHAVINGUITVOERINGSPROGRAMMA 2010 GEMEENTE ZALTBOMMEL. Bestuur, Vergunning en Handhaving INTEGRAAL HANDHAVINGUITVOERINGSPROGRAMMA 2010 GEMEENTE ZALTBOMMEL Bestuur, Vergunning en Handhaving 23 maart 2010 1 Integraal handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) 2010 Inleiding Op 23 februari 2010 hebben

Nadere informatie

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen? 5 Procescriteria In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we

Nadere informatie

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal 1 nhoudsopgave Samenvatting 3 1 2 3 Inleiding Stand van zaken gemeente Veenendaal 2.1 Bouwen/ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Integraal handhavingsbeleid 2017 tot en met Inleiding. 1.1 Doel integraal handhavingsbeleid

Integraal handhavingsbeleid 2017 tot en met Inleiding. 1.1 Doel integraal handhavingsbeleid Integraal handhavingsbeleid 2017 tot en met 2020 1 Inleiding 1.1 Doel integraal handhavingsbeleid 1.2 Toekomstige ontwikkelingen 2 Prioriteiten van de handhaving 2.1 Risicoanalyse 2.2 Prioriteit naar

Nadere informatie

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15. ADVIESNOTA AAN B&W Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH Postregistratienummer 15.0014435 Vertrouwelijk Nee Sector Grondgebiedzaken Afdeling BWTM Medewerk(st)erZtel

Nadere informatie

Deel 3: Prioritering

Deel 3: Prioritering Deel 3: Prioritering Hoofdstuk 1: INLEIDING... 3 1.1 DOEL PRIORITERING... 3 1.2 LEESWIJZER... 3 Hoofdstuk 2: PRIORITEITEN... 4 2.1 FORMULE... 4 2.2 PRIORITEIT TOTAALSCORE... 4 2.3 PRIORITEIT NEGATIEF EFFECT...

Nadere informatie

Bijlage 1: Jaarplan periode tot

Bijlage 1: Jaarplan periode tot Bijlage 1: Jaarplan periode 1-11- tot 31-12- 1. Algemeen Dit jaarplan is gemaakt voor de periode van 1 november en het jaar. De Omgevingsdienst Groningen neemt op 1-11- de uitvoering van de vth-taken van

Nadere informatie

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN Afdelingen Dienstverlening en Realisatie & Beheer 2012 Daus de Roock Fiona Vorrink 04-07-12 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Algemeen 3 2.1. Wat is handhaven?

Nadere informatie

Handhavingstrategie Bestaande Bouw gemeente Utrecht Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Handhavingstrategie Bestaande Bouw gemeente Utrecht Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Utrecht Nr. 65436 21 april 2017 Handhavingstrategie Bestaande Bouw gemeente Utrecht 2017 Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Nadere informatie

Bevoegdheden en taken geordend (en verbonden)

Bevoegdheden en taken geordend (en verbonden) Bevoegdheden en taken geordend (en verbonden) Burgemeester, college, OM, BOA, toezichthouder, politie, dwangsom, bestuursdwang, Proces-verbaal. Burgemeester Hanselaar (veiligheid) Rechtsgebieden Bestuursrecht

Nadere informatie

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE foto provincie Utrecht Versie: maart 2015 Inhoud Inleiding... 3 Gebruik van de Leidraad... 3 Bestuursrecht... 3 Naamgeving... 3 Stappen... 4 Last onder dwangsom

Nadere informatie

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente 's-gravenhage Nr. 45697 22 maart 2017 Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Portefeuillehouder: mr. R. de Boer. A anbestedingstoets: nee. Onderwerp: Integraal handhavingsplan , incl. meerjarenuitvoeringsprogramma.

Portefeuillehouder: mr. R. de Boer. A anbestedingstoets: nee. Onderwerp: Integraal handhavingsplan , incl. meerjarenuitvoeringsprogramma. Advies aan burgemeester en wethouders gemeente Simpelveld Datum advies: 9 december 2013 Afdeling: Dienstverlening Zaakkenmerk: 5333 Behandelend ambtenaar: 7 ) Financiële consequenties: 10.000,00 ( BOA)

Nadere informatie

Jaarverslag. integraal toezicht en handhaving 2013. Brede School West in aanbouw. Meas locatie, bouw van 60 appartementen in afrondende fase.

Jaarverslag. integraal toezicht en handhaving 2013. Brede School West in aanbouw. Meas locatie, bouw van 60 appartementen in afrondende fase. Jaarverslag integraal toezicht en handhaving 2013 Brede School West in aanbouw. Meas locatie, bouw van 60 appartementen in afrondende fase. Inhoud: 1: inleiding 2: samenwerking met adviserende partijen

Nadere informatie

BRIEFHOOFD uw brief van : uw kenmerk : zaaknummer : contactpersoon : fax : verzonden : Gemeenteraad. Terneuzen, 29 september 2015

BRIEFHOOFD uw brief van : uw kenmerk : zaaknummer : contactpersoon : fax :   verzonden : Gemeenteraad. Terneuzen, 29 september 2015 Gemeenteraad BRIEFHOOFD uw brief van : uw kenmerk : zaaknummer : 165831 contactpersoon : fax : e-mail : verzonden : Terneuzen, 29 september 2015 Betreft: Jaarverslag Handhaving 2014 Geachte raad, Op grond

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas 298634 Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Besluitnummer: 43 5b Onderwerp: Opstellen beleid Nota integraal toezichts- en handhavingsbeleid fysieke leefomgeving Advies: 1. Vast

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 9555 16 januari 2019 Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Burgemeester en wethouders van Gemeente Zaanstad Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

Bevoegdheid burgemeester/college

Bevoegdheid burgemeester/college Vergunning / ontheffing Artikel 1:4, tweede lid, van de Apv - Voorschriften De aan de vergunning/ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen worden niet nagekomen. Exploitatie openbare inrichtingen

Nadere informatie

KCO Uitvoeringsprogramma 2016

KCO Uitvoeringsprogramma 2016 KCO Uitvoeringsprogramma 2016 Opgesteld door: S.M.P. Looijmans Status: Vastgesteld 2 februari 2016 Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Inleiding 3 2. Vergunningen 4 3. Uitvoeringsniveaus 5 4. Toezicht en

Nadere informatie

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen Regels, overtredingen en de gevolgen De overheid heeft regels gemaakt om de omgeving waarin we wonen, werken en recreëren zo schoon, mooi

Nadere informatie

TUSSENBALANS PROGRAMMA TOEZICHT & HANDHAVING LEEFOMGEVING

TUSSENBALANS PROGRAMMA TOEZICHT & HANDHAVING LEEFOMGEVING TUSSENBALANS PROGRAMMA TOEZICHT & HANDHAVING LEEFOMGEVING GEMEENTE COEVORDEN INHOUDSOPGAVE 1 1. INLEIDING 2. INTERNE ORGANISATIE TOEZICHT & HANDHAVING 2.1. Portefeuilleverdeling. 2.2. Organisatie toezicht

Nadere informatie

Programma Toezicht & Handhaving Leefomgeving. Tussenbalans

Programma Toezicht & Handhaving Leefomgeving. Tussenbalans Programma Toezicht & Handhaving Leefomgeving Tussenbalans Inhoudsopgave HOOFDSTUK PAGINA 1. INLEIDING 1 2. INTERNE ORGANISATIE TOEZICHT & HANDHAVING 2 2.1. Portefeuilleverdeling. 2 2.2. Organisatie toezicht

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Gemeente De Bilt Donderdag 9 mei 2019 Stellingen: De gemeente moet op alle meldingen en constateringen handhaven. De gemeente moet er alles aan doen

Nadere informatie

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018 Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018 Afdeling Inwoners & Omgeving Vastgesteld door het college op 21 augustus 2018 Kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad

Nadere informatie

BIJLAGE I Activiteit / onderwerp Wettelijke regeling negatieve effecten (ne) Risico (r) Prioriteit Prioriteit Prioriteit Kans (k) 9,0 = , 6,1 t oog

BIJLAGE I Activiteit / onderwerp Wettelijke regeling negatieve effecten (ne) Risico (r) Prioriteit Prioriteit Prioriteit Kans (k) 9,0 = , 6,1 t oog veiligheid volksgezondheid natuur/milieu/omgevings waarde financieel economisch leefbaarheid imago gemiddelde negatieve effecten (schaal 1 t/m 5) Score Spontane naleving Score Geforceerde naleving Totaalscore

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht

Uitvoeringsprogramma Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Uitvoeringsprogramma Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2017 Afdeling Inwoners en Omgeving Vastgesteld door het college op 29 november 2016 Kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad op 2 december

Nadere informatie

Bijlagen. Bijlage 1: Nalevingsstrategie

Bijlagen. Bijlage 1: Nalevingsstrategie Bijlagen Bijlage 1: Nalevingsstrategie A. Preventiestrategie De preventiestrategie richt zich op de vergroting van bewustwording bij burgers, bedrijven en instellingen dat bepaalde regels gelden en dat

Nadere informatie

HANDHAVEN met BELEID PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING

HANDHAVEN met BELEID PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING HANDHAVEN met BELEID PROGRAMMATISCH HANDHAVEN VAN DE BOUWREGELGEVING HANDHAVINGSPROGRAMMA 1 OKTOBER 2004 T/M 31 DECEMBER 2005 Inhoudsopgave nota Handhaven met Beleid HANDHAVINGSPROGRAMMA 1. Programma...3

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Schriftelijke vragen inzake interbestuurlijk toezicht en permanente bewoning recreatiewoningen van dhr Kap van de onafhankelijke statenfractie

Nadere informatie

Handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang 2015. Volksgezondheid

Handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang 2015. Volksgezondheid Volksgezondheid November 2014 INHOUD 1. Inleiding 3 2. Omgevingsanalyse 4 3. Toezicht en handhaving 2015: prioriteiten 6-2 - 1. Inleiding In 2009 is het programmatisch handhaven ingevoerd in Utrecht. Dit

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Coevorden

Rekenkamercommissie Coevorden Rekenkamercommissie Coevorden Toezicht en handhaving in het ruimtelijk domein Coevorden, maart 2019 Eindrapport colofon Rekenkamercommissie Coevorden: - Derk ten Berge - Roel de Boer, voorzitter - Henk

Nadere informatie

Brede blik Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2015

Brede blik Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2015 Brede blik Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2015 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Uitvoeringsprogramma toezicht en handhaving 2015... 4 3. Milieutoezicht... 5 4. Bouwtoezicht en Ruimtelijke

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inhoud presentatie 1. Impact Wabo o o o Doelstellingen Verplichtingen Kansen 2. Inzicht in de inhoud o o o o Inhoud en reikwijdte Procedures Aandachtspunten Inwerkingtreding

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken BIJLAGEN Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Protocol Controles oplevering bouwwerken Protocol Controles gebruiksvergunning

Nadere informatie

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie AAN VAN Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP DATUM 2 februari 2011 KOPIE AAN J. Spijkerman BIJLAGE. REGISTRATIENUMMER 010588 Geachte raadsleden, Burgemeester en

Nadere informatie

Toetsniveau TB BB Toetsniveau op basis van R-A Brunssum. 3 wordt 4 2 wordt 3

Toetsniveau TB BB Toetsniveau op basis van R-A Brunssum. 3 wordt 4 2 wordt 3 Voorschrift Gebruiksfunctie LTB 01 Hoofdstuk Veiligheid Woonfunctie (woongebouw),.4: Overbrugging van Bijeenkomstfunctie (kinderopvang) en hoogteverschillen Gezondheidszorgfunctie (met bedgebied) Industriefunctie

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Helder Handhaven omgevingsrecht, Gemeente Hilversum, mei Helder Handhaven omgevingsrecht.

GEMEENTEBLAD. Nr Helder Handhaven omgevingsrecht, Gemeente Hilversum, mei Helder Handhaven omgevingsrecht. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 18356 17 februari 2016 Helder Handhaven omgevingsrecht, Gemeente Hilversum, mei 2015 Helder Handhaven omgevingsrecht Helder Handhaven omgevingsrecht

Nadere informatie

Handhavingsplan Openbare Orde en Veiligheid 2013 Wormerland

Handhavingsplan Openbare Orde en Veiligheid 2013 Wormerland splan Openbare Orde en Veiligheid 2013 Wormerland December 2012 Steller: R.Gorter Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Onderdelen openbare orde en veiligheid en openbare ruimte 4 3. Werkzaamheden BOA op grond

Nadere informatie

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017 RIS296472 BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, de burgemeester van Den Haag, ieder voor zover

Nadere informatie

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

Bijlage 9: Begrippenlijst

Bijlage 9: Begrippenlijst Bijlage 9: Begrippenlijst Begrip Ambtelijke waarschuwing of constateringsbrief Beginselplicht tot handhaving Brief naar aanleiding van een controle waarbij wel een overtreding is vastgesteld. In de brief

Nadere informatie

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Aanleiding Op 2 september heeft het college het volgende verzocht: Maak een voorstel betreffende de wijze waarop omwonenden worden geïnformeerd of betrokken

Nadere informatie

Drank- en Horecawet 2013

Drank- en Horecawet 2013 Onderwerp : Bijlage02: Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet 2013 Registratienummer : at13003237 Registratiecode : *at13003237* Auteur : Saskia Wilmink Drank- en Horecawet 2013 Handhavingsprotocol gemeenten

Nadere informatie

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied WAAROM OMGEVINGSVERGUNNING? huidige stelsel is opgebouwd

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478 Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 Onderwerp: Achterstanden met betrekking tot de afgifte van gebruiksvergunningen en -meldingen Verantwoordelijk

Nadere informatie

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) (beleidsregel voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van

Nadere informatie

Bijlage 1. Stappenschema met toelichting: geen vergunning groot evenement SCHEMA:

Bijlage 1. Stappenschema met toelichting: geen vergunning groot evenement SCHEMA: Bijlage 1. Stappenschema met toelichting: geen vergunning groot evenement SCHEMA: 1 TOELICHTING: De gemeentelijk toezichthouder of de gemeentelijke opsporingsambtenaar constateert, veelal naar aanleiding

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BED & BREAKFAST EN VERHUUR (BOVEN)WONINGEN IN CENTRUMGEBIEDEN VOOR RECREATIEF GEBRUIK

BELEIDSREGELS BED & BREAKFAST EN VERHUUR (BOVEN)WONINGEN IN CENTRUMGEBIEDEN VOOR RECREATIEF GEBRUIK BELEIDSREGELS BED & BREAKFAST EN VERHUUR (BOVEN)WONINGEN IN CENTRUMGEBIEDEN VOOR RECREATIEF GEBRUIK en ambtshalve aanpassingen Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand

Nadere informatie

MILIEUJAARVERSLAG 2014-2015

MILIEUJAARVERSLAG 2014-2015 MILIEUJAARVERSLAG 2014-2015 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE & SPAARNWOUDE Vastgesteld: april 2016 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Procedure vaststelling Milieuverslag en programma... - 3 - Uitbesteding aan ODIJmond

Nadere informatie

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregels van de burgemeester van Valkenburg aan de Geul voor de uitvoering van artikel 174a van de Gemeentewet, dat de burgemeester de bevoegdheid

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning De heer J.B. Kamphuis Kloosterallee 3 8167 LT Oene Zaaknummer : 48503 Behandeld door : Team Ontwikkeling Vergunningverlening Telefoonnummer : 14 0578 Onderwerp : Ontwerp omgevingsvergunning uitgebreid

Nadere informatie

Aanvraag huisnummer (nummeraanduiding)

Aanvraag huisnummer (nummeraanduiding) Aanvraag huisnummer (nummeraanduiding) 1 Gegevens van de aanvrager 1a Naam en voorletters man vrouw 1b Correspondentieadres 1c Postcode en woonplaats 1d Telefoonnummer 1e E-mailadres Bent u de eigenaar

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 Burgemeester en wethouders hebben op 14 januari 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van appartementen. De aanvraag

Nadere informatie

Bijlage 4: Gebiedsgerichte inspecties bouw-, milieu- en brandveiligheid

Bijlage 4: Gebiedsgerichte inspecties bouw-, milieu- en brandveiligheid Bijlage 4: Gebiedsgerichte inspecties bouw-, milieu- en brandveiligheid Inspectieprofiel industrieterrein Patrouille (rijden over de hoofdwegen) en diverse bedrijven bezoeken 1 x per jaar rondgang (waarbij

Nadere informatie

Jaarplan Veiligheid 2018 met uitvoeringsprogramma s en verlengen kadernota Integrale Veiligheid (wensen en bedenkingen)

Jaarplan Veiligheid 2018 met uitvoeringsprogramma s en verlengen kadernota Integrale Veiligheid (wensen en bedenkingen) Jaarplan Veiligheid 2018 met uitvoeringsprogramma s en verlengen kadernota Integrale Veiligheid (wensen en bedenkingen) J. de Vegt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367

Nadere informatie

1. Inleiding Inrichtingen Festiviteiten Evenementen Overige geluidhinder

1. Inleiding Inrichtingen Festiviteiten Evenementen Overige geluidhinder Toezichtplan Geluid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Toezicht geluidsnormen... 4 2.1 Aanleiding geluidsmetingen... 4 2.2 Uitvoering geluidsmetingen... 4 2.2.1 Meetmethode... 4 2.2.2 Meetapparatuur...

Nadere informatie

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015 Steller R. Brilhuis De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 12 95 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk

Nadere informatie

MILIEUJAARVERSLAG 2016

MILIEUJAARVERSLAG 2016 MILIEUJAARVERSLAG 2016 GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE & SPAARNWOUDE Vastgesteld: 04 april 2017 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Procedure vaststelling Milieuverslag en programma... - 3 - Dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5 pagina 1 van 1 Rack, MJG, Marjolie `-~ _ ~ -U^~ w-2-~~ ~.~ Van: Rack, MJG, Marjolie Verzonden: donderdag 21 oktober 2010 13:49 Aan: 'info@st-ok.nl' Onderwerp: beantwoording brief uw kenmerk:2010/08/25/003/1

Nadere informatie

K. Kingma Mr. De Jongwei 42 9219 VN DE TIKE. Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september 2015 14-0642/cor Z1170214 Alexander van der Veen

K. Kingma Mr. De Jongwei 42 9219 VN DE TIKE. Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september 2015 14-0642/cor Z1170214 Alexander van der Veen Aan K. Kingma Mr. De Jongwei 42 9219 VN DE TIKE Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 15 september 2015 14-0642/cor Z1170214 Alexander van der Veen D1465184 0512 581234 al.van.der.veen@smallingerland.nl

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Toelichting risicoanalyse

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Toelichting risicoanalyse Bijlage III Toelichting risicoanalyse 62 1. Inleiding De risicomatrix is ontwikkeld door het Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandhaving, onderdeel van het Ministerie van Justitie, in opdracht van

Nadere informatie

Beleidsplan. Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht

Beleidsplan. Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2016 2019 Afdeling Inwoners en Omgeving Cluster Juridische Zaken Vastgesteld door het college op 15 december 2015 Kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Handhavingsbeleidsplan Workshop prioriteiten bepalen

Handhavingsbeleidsplan Workshop prioriteiten bepalen Handhavingsbeleidsplan 2016-2018 Workshop prioriteiten bepalen Opening 2 Beleidsgeschiedenis Door de WABO een samenvoeging van: -Handhavingsbeleidsplan Handhaven is keuzes maken 28-2011 -Handhavingsbeleidsplan

Nadere informatie

VTH-beleid

VTH-beleid VTH-beleid 2017-2020 Inhoudsopgave 1 Aanleiding 2 Waar hebben we het over 3 Waar willen we heen 4 Hoe daar te komen 5 Risicomodule 6 Besturingsmodel 7 Vervolg en planning 2 1 Aanleiding Even terug naar

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; 2011 57 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 29 maart 2011, nr. 2011-13541, tot bekendmaking van de Nalevingstrategie omgevingsrecht 2010-2013. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; maken

Nadere informatie

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg Bijlage 8.6 Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg De in de sanctiematrix Drank- en Horecawet

Nadere informatie