Sociaal jaarverslag 2009 Stichting De Kempel

Transcriptie

1 Sociaal jaarverslag 2009 Stichting De Kempel

2 Sociaal jaarverslag 2009 I. Voorwoord II. Algemene instellingsgegevens III. Samenwerkingsverbanden IV. Arbobeleid V. Personeel april

3 3

4 I. VOORWOORD De hogeschool blijft streven naar kwalitatief hoogstaand eigentijds opleidingsonderwijs. Om dit te realiseren zijn goed opgeleide betrokken medewerkers nodig. Dit geldt zowel voor de onderwijsgevende als voor de onderwijsondersteunende functies. Met genoegen kunnen we constateren dat de medewerkers van De Kempel er ook in 2009 weer in geslaagd zijn om onderwijs aan te bieden dat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet. De hogeschool heeft zich in de top van de rankings weten te handhaven. Dankzij de enthousiaste inzet van veel medewerkers is in 2009 een nieuwe intakeprocedure van start kunnen gaan. Hoewel de voorbereidingstijd kort was, is de nieuwe procedure goed verlopen. De eerste ervaringen met de uit genoemde procedure voortvloeiende summercourses en Challenge Program zijn positief. Deze aanpak wordt in 2010 voortgezet. De activiteiten van Kenniscenter de Kempel breiden zich uit. Het vraagt veel inventiviteit en inzet om op de scholings- en trainingsmarkt een plaats te veroveren. Op een beperkt aantal terreinen zijn successen geboekt. Scholen weten op die gebieden de bij De Kempel aanwezige deskundigheden inmiddels te vinden. Een woord van dank aan allen die bijgedragen hebben aan de in 2009 geleverde prestaties is hier op zijn plaats. april 2010 College van Bestuur 4

5 5

6 II. ALGEMENE INSTELLINGSGEGEVENS Pedagogische Hogeschool De Kempel is een monosectorale opleiding voor leraar basisonderwijs en is de enige vorm van hoger onderwijs in het gewest Helmond. Behalve een voltijdopleiding kent de Kempel een deeltijdvariant die beperkt van omvang is. De studenten komen hoofdzakelijk uit de regio's Oost-Brabant en Noord-Limburg. Op 1 oktober 2009 telde de opleiding 877 studenten. Het aantal personeelsleden is 78. De Raad van Toezicht Het Raad van Toezicht van de hogeschool bestaat uit 5 leden die afkomstig zijn uit verschillende geledingen van de samenleving. Specifieke deskundigheid op bestuurlijk gebied, op het terrein van het voortgezet onderwijs, kennis betreffende financiën en bouwzaken en juridische expertise is binnen de Raad van Toezicht aanwezig. Door het vertrek van de voorzitter van de Raad van Toezicht per 31 december 2008 ontstond er een vacature. Per 1 januari 2009 is een van de leden van de Raad van Toezicht benoemd tot voorzitter. De vacature die daardoor ontstond is direct ingevuld. Doordat de zittingstermijn van een van de leden van de RvT eind 2009 afliep en dit lid niet meer herkiesbaar was, ontstond er opnieuw een vacature. Ook deze vacature is inmiddels ingevuld. Het College van Bestuur De Kempel werkt met een College van Bestuur bestaande uit twee personen. De voorzitter is belast met organisatie, financiën & beheer, medezeggenschap, externe contacten en ICT. Het lid van het College van Bestuur heeft externe contacten, onderwijs, personeelsbeleid en kwaliteitszorg in het pakket. Het College van Bestuur voert minimaal 5 maal per jaar overleg met de manager initieel onderwijs, de manager postinitieel onderwijs, de manager facilitaire en financiële diensten en met de lector. Het management initieel onderwijs De manager initieel onderwijs wordt ondersteund door twee teamleiders. Deze teamleiders sturen respectievelijk de eerste en de tweede fase van de opleiding aan. De manager overlegt wekelijks met beide teamleiders. Het onderwijsgevend personeel Docenten ontvangen voor aanvang van elk studiejaar een gespecificeerde invulling van de jaartaak. In deze jaartaak wordt aangegeven welke werkzaamheden verricht dienen te worden en hoeveel tijd dat daarvoor begroot is. Getracht wordt om jaartaken niet op voorhand geheel te vullen om enige inzetbare ruimte te hebben bij incidenten tijdens het studiejaar. De jaartaak is een vast agendapunt tijdens de functioneringsgesprekken die elk jaar met alle medewerkers worden gehouden. Veel docenten maken deel uit van een of meer van de taakgroepen/werkgroepen die de hogeschool kent. Docenten hebben overleg in docentenvergaderingen, tutorenvergaderingen en in werkgroepvergaderingen. Het management ondersteunende diensten De manager facilitaire en financiële diensten is verantwoordelijk voor een goed verloop van de onderwijsondersteuning, voor een adequate administratieve organisatie en voor de interne financiële controle. 6

7 Het ondersteunend personeel Binnen het ondersteunend personeel worden diverse specifieke taken onderscheiden (bv. conciërge, medewerker studentenadministratie, bibliothecaris enz.). Het ondersteunend personeel wordt aangestuurd door de manager facilitaire en financiële diensten. Deze manager voert met regelmaat overleg over lopende zaken met de medewerkers als groep. In kleiner verband worden er incidenteel werkbesprekingen gehouden. Het management postinitieel onderwijs De manager postinitieel onderwijs is verantwoordelijk voor de realisatie van de in het bedrijfsplan vastgelegde doelstellingen. Hij voert met regelmaat overleg met het College van Bestuur en met de manager initieel onderwijs. De studenten Studenten van de hogeschool volgen allen de zelfde opleiding: de opleiding tot leraar basisonderwijs. De inspraak van studenten verloopt via de vertegenwoordigers van deze geleding in de studentenraad, in de hogeschoolraad en in de opleidingscommissie. De voorzitter van de studentenraad heeft met regelmaat overleg met de voorzitter van het College van Bestuur. Medezeggenschap Medezeggenschap krijgt gestalte door de hogeschoolraad, de opleidingscommissie en de studentenraad. De hogeschoolraad bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van medewerkers en studenten. De bemensing van de opleidingscommissie is identiek aan die van de hogeschoolraad. Het College van Bestuur streeft er bij alle gesprekspunten naar om, ook daar waar volgens het reglement slechts een advies nodig is, instemming te verkrijgen van de opleidingscommissie en/of van de hogeschoolraad. De frequentie van besprekingen met de hogeschoolraad en met de opleidingscommissie wordt bepaald door de opgestelde agenda en door de eventuele gesprekspunten die het College van Bestuur of een van de managers indienen. De studentenraad bestaat uit vertegenwoordigers van de jaargroepen. In 2009 is een nieuwe start gemaakt met de studentenraad. De opzet en aanpak zijn sterk verbeterd. De voorzitter zorgt voor een goede voorbereiding en verslaggeving van de vergaderingen. De andere bestuursleden nemen concreet zaken op zich en handelen deze ook naar behoren af. 7

8 III. SAMENWERKINGSVERBANDEN Samenwerking in Interactum Hogeschool De Kempel maakt deel uit van de Educatieve Federatie Interactum, een samenwerkingsverband van 7 monosectorale opleidingen voor leraar basisonderwijs. Deze federatie is opgericht op 3 december Leden van de federatie zijn: - Ipabo Amsterdam / Alkmaar / Almere - Hogeschool Iselinge te Doetinchem - Hogeschool De Kempel te Helmond - Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente te Hengelo - Hogeschool Domstad te Utrecht - De Marnixacademie te Utrecht - Hogeschool Katholieke Pabo Zwolle Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente zal per 1 januari 2010 uit de federatie treden. Hogeschool Domstad heeft aangegeven verdergaande vormen van samenwerking met de Hogeschool van Utrecht te onderzoeken. Het doel van de federatie De hogescholen willen herkenbare en kwaliteitsbewuste lerarenopleidingen zijn, op grond van een duidelijke signatuur en met behoud van de regionale identiteit. Vanuit een eigen zelfstandigheid en verantwoordelijkheid wordt gezamenlijk gewerkt aan het ontwikkelen en realiseren van eigentijds opleidingsonderwijs. Samenwerking met Vlaanderen Vijf Vlaamse hogescholen hebben een samenwerkingsovereenkomst met Interactum. Interactum Nederland en Interactum Vlaanderen organiseren jaarlijks gezamenlijke studiedagen. Samenwerking regionaal Om de kwaliteit van de opleiding te borgen is betrokkenheid van het regionale werkveld bij de opleiding onontbeerlijk. Structureel overleg en afstemming over vorm en inhoud van de opleiding vindt plaats in de Werkveldevaluatiecommissie (doet Hogeschool de Kempel de dingen goed?) en de Veldcommissie Schoolbesturen (doet Hogeschool de Kempel de goede dingen?). De Werkveldevaluatiescommissie bestaat zowel uit leerkrachten, directieleden, IB ers, RT ers en recent afgestudeerden. In 2009 heeft de Werkveldevaluatie aandacht besteed aan een nieuwe opzet van het Werkveldonderzoek, de peiling onder afstudeerders, nascholing, brede intake, opzet en uitvoering van een summercourse, bevorderen van excellentie in de vorm van het Challenge Program, beoordelen van de ontwikkeling van de student in de opleidingschool m.b.v. de Kempelscan, inzetten van externe assessoren. De Veldcommissie besturen heeft De Kempel met name geadviseerd over uitstroomprofielen in het kader van excellentiebevordering en functiedifferentiatie. In een van deze bijeenkomsten heeft de PO-raad haar beleid in deze aan de commissie voorgelegd. Samenwerkingsrelaties Hogeschool de Kempel onderhoudt een groot aantal regionale samenwerkingrelaties. Daarvan vormen de stagebiedende scholen in het PO, SO en VO de hoofdmoot. In 2009 onderhield De Kempel contact met in totaal 297 stagescholen. In totaal ruim 400 mentoren bezochten de zeven geplande mentorenbijeenkomsten. 8

9 Met een aantal basisscholen worden specifieke relaties onderhouden in het kader van projecten als Samen opleiden, vernieuwend onderwijs, Lectoraat en onderzoek, en techniekeducatie. Samen opleiden Met een vijftal scholen van het bestuur De Eenbes is toegewerkt naar een certificering op het door De Kempel onderscheiden niveau 2 Samen opleiden. De opleiders in de school worden geprofessionaliseerd door De Kempel en gefaciliteerd door het bestuur van De Eenbes. Drie scholen hebben inmiddels de eerste mijlpaal bereikt. Volgens hetzelfde concept zijn in 2009 de scholen onder bestuur van t Nut in Geldrop de samenwerking aangegaan met De Kempel. Overleg met de samenwerkende besturen uit Best heeft eind 2009 geleid tot de afspraak om te gaan samenwerken in het project Best Passend Onderwijs. Het projectplan Iedere leraar speciaal is in samenwerking de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg en de LZK-school De Wijnberg te Venlo in het voorjaar van 2009 tot uitvoering gebracht. De ervaringen hebben geleid tot aanpassingen van het plan. Met stuurgroep SO uit Helmond. e.o. zijn afspraken gemaakt om in het voorjaar van 2010 met een dergelijk traject te starten. Knelpunt is het werven van voldoende studenten uit de minor Speciale Leerlingenzorg voor deze vorm van werkplekleren. Vernieuwend onderwijs Voor Jenaplanscholen heeft De Kempel in 2009 vijf regiobijeenkomsten belegd. Agendapunten betreffen o.a. onderwijsontwikkeling, kwaliteitszorg, professionalisering en samen opleiden van studenten Het aantal deelnemende scholen neemt gestaag toe. De teller staat inmiddels op elf. Daarnaast werkt De Kempel samen in een projectgroep met Hogeschool Utrecht en Hogeschool Edith Stein aan het ontwikkelen van een leerlandschap voor Vernieuwend Onderwijs. Het product 'leef-/werkkwaliteitenspel' is in dat kader ontwikkeld. Kempeldocenten zijn nauw betrokken bij de organisatie, programmering en uitvoering van de tweedaagse Jenaplanconferentie te Papendal. Lectoraat en onderzoek Zowel het eigen Kempellectoraat als het Interactumlectoraat waarin De Kempel participeert, werken met zogenoemde onderzoeksscholen. Met deze scholen en hun besturen zijn samenwerkingscontracten gesloten. In 2009 werkten 21 studenten, 7 kenniskringleden en 7 schoolteams mee aan onderwijs en onderzoek. Met de Radboud Universiteit, de Vrije Universiteit en de Universiteit van Utrecht wordt nauw samengewerkt als het gaat om het begeleiden van studenten bij het doen van onderzoek op De Kempel voor hun masterthesis (3 studenten) dan wel promotieonderzoek (1 hogeschooldocent). Afgeronde onderzoeken in 2009: Het opleiden van talentvolle aanstaande leraren basisonderwijs (cum laude), Van sturing naar zelfsturing in de lerarenopleiding (cum laude). Techniekeducatie In het kader van Techniekeducatie heeft De Kempel als partner in het Kenniscentrum Wetenschap en Techniek in 2009 de professionalisering van 4 schoolteams verzorgd. Voor de Techniekkring Venray zijn 5 bijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn aan individuele inschrijvers 9 studiemiddagen op De Kempel aangeboden. 9

10 Oplossen arbeidsmarktknelpunten In de SBO-samenwerkingsverbanden Peel en Maas (Noord-Limburg) en Tussen Dommel en Aa (Helmond e.o.) werkt Hogeschool de Kempel samen met de deelnemende besturen aan het oplossen van arbeidsmarktknelpunten. Door dalende leerlingenaantallen in de scholen binnen het samenwerkingsverband Noord- Limburg staat de werkgelegenheid onder druk. Hoe je in een dergelijk scenario toch nog een aantal afstudeerders aan je organisatie kunt verbinden is met het oog op de toekomst een belangrijk thema. In een studiemiddag is met directies van betrokken scholen en besturen dit thema verkend. De resultaten uit een flitsonderzoek onder studenten en zittende leerkrachten over loopbaanperspectief vormden daarvoor het basismateriaal. Andere activiteiten van De Kempel voor het samenwerkingsverband: op locatie uitvoering geven aan de leergang bewegingsonderwijs en een communicatietraining ter ondersteuning van startende en invallende leerkrachten. De activiteiten in het samenwerkingsverband Tussen Dommel en Aa hebben zich in 2009 met name gericht op de uitvoering van het projectplan Leiderschap. Op verzoek van het samenwerkingsverband heeft De Kempel in het voorjaar van 2009 voor een viertal belangstellende derdejaars studenten een minor Oriëntatie op Onderwijskundig Leiderschap uitgevoerd. De ervaringen zijn van dien aard dat de minor ook in 2010 aan studenten zal worden aangeboden. Met het Raaylandcollege, het Strabrechtcollege en ROC ter AA zijn afspraken gemaakt om belangstellende leerlingen voor te bereiden op het maken van de instaptoetsen Rekenen en Nederlands. De voorbereiding vindt plaats op betreffende instellingen en de toetsing op De Kempel. Voor het docententeam van het Strabrechtcollege heeft De Kempel een studiedag rekenen&wiskunde verzorgd. Met ROC ter AA is ook een dergelijk traject afgestemd voor de instaptoetsen Aardrijkskunde en Geschiedenis. 10

11 IV. ARBOBELEID De hogeschool heeft vanaf 1 januari 2009 een contract met PreAct voor ziekte- en verzuimbegeleiding. Medewerkers zijn tevreden over de directe dienstverlening van PreAct. Minder tevreden is men over de bereikbaarheid van de bedrijfsarts. Na een evaluatiegesprek over de dienstverlening in 2009 is besloten om het contract met één jaar te verlengen. Ziekteverzuim per jaar vanaf 2005: Kalenderjaar Percentage , , , , ,6 De ziekteverzuimgegevens naar verzuimpercentage, duur en frequentie per categorie: Categorie 2009 verzuim M V percentage OBP/CvB % 0,35 0,85 0,55 OP % 0,81 6,02 3,50 totaal % 0,63 4,85 2,62 Het verzuimpercentage wordt berekend door de som van het aantal verzuimde kalenderdagen per werknemer gerelateerd aan de betrekkingsomvang (en eventueel aan het arbeidsongeschiktheidspercentage) te delen door de som van het totaal aantal kalenderdagen van alle werknemers in het kalenderjaar (uiteraard rekening houdend met de betrekkingsomvang). Het gemiddelde percentage ziekteverzuim van de 38 hogescholen in Nederland bedroeg over ,27%. Zwangerschapsverlof is niet bij dit percentage inbegrepen. Categorie 2009 verzuim M V duur OBP/CvB duur 2,8 3,50 3,27 OP duur 4,25 20,43 15,55 totaal duur 3,90 16,83 12,84 De gemiddelde verzuimduur is gebaseerd op de beëindigde gevallen binnen de verslagperiode. De duur van een verzuimgeval bedraagt het aantal kalenderdagen vanaf de aanvangsdatum van het ziekteverzuim tot de hersteldatum. De gemiddelde verzuimduur van hogescholen in Nederland was gemiddeld 14,68 dagen. Categorie 2009 melding M V frequentie OBP/CvB frequentie 0,38 0,95 0,64 OP frequentie 0,67 1,18 0,95 totaal frequentie 0,54 1,12 0,84 De frequentie van ziekmelding geeft het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in het kalenderjaar berekend op basis van het aantal personeelsleden (geen FTE). In 2009 was de gemiddelde verzuimfrequentie van hogescholen 1,08. 11

12 Livvit Door gebruik te maken de vervoersvoorziening van Livvit heeft de hogeschool in 2009 zeven verzuimdagen voorkomen. Medewerkers van Hogeschool de Kempel konden ondanks fysieke ongemakken door de vervoersvoorziening toch naar de werkplek komen. Gebouw De temperatuur in de nieuwbouw blijft problemen geven. In de zomer wordt het te warm. Inmiddels is een bedrijf gevonden dat aangeeft door middel van speciale zonwering en het toepassing van natuurlijke nachtkoeling de temperatuur in de zomermaanden binnen redelijke grenzen te kunnen houden. Er is opdracht verleend om deze voorzieningen aan te brengen. Voor de luchtkwaliteit in de kleine spreekkamers is nog geen oplossing gevonden. Met verschillende bedrijven wordt hierover contact onderhouden maar dit heeft nog niet geleid tot een bruikbaar advies. Het zoeken naar een oplossing duurt voort. Voor de hinderlijke lichtval op de active boards is een oplossing gevonden. Inmiddels is dit probleem verholpen. Interne arbocommissie De hogeschool werkt met een interne arbocommissie. De taak van deze commissie is het toezien op een juiste toepassing van wetgeving op het terrein van de arbeidsomstandigheden. In 2009 heeft de commissie de vluchtroutes gecontroleerd op toegankelijkheid en onveiligheden en de vluchtwegen gepubliceerd. Daarnaast heeft de commissie arborondes gehouden waarin gekeken werd naar de werkhouding van medewerkers aan bureau en naar onveilige situaties in de gebouwen. In 2009 is een (loos)alarmmelding geweest. Hierop is door de aanwezige BHV-ers adequaat gereageerd en is gestart met de ontruiming van het gebouw. Het incident is geëvalueerd en aanpassingen in procedures zijn doorgevoerd. In de maand september heeft de hogeschool bezoek ontvangen van de arbeidsinspectie in het kader van arbo in bedrijf. De conclusie van de inspectie luidt dat er bij de opleiding / instelling geen sprake is van grote risico s en werken met gevaarlijke stoffen. Wel zal bekeken worden of de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) te vernieuwen is. 12

13 V. PERSONEEL De hogeschool werkt met een College van Bestuur bestaande uit 2 personen. 1. Overzicht personeel vanaf 2005 (datum 01 oktober) OBP vrouwen mannen totaal aantal fte aantal fte aantal fte ,5 10 6, , ,5 10 7, , , , ,7 12 8, , , , ,2 OP vrouwen mannen Totaal aantal fte aantal fte aantal Fte , , , , , , , , , , , , , , ,3 2. Gegevens personeel 2009 A. Mutaties personeel over het kalenderjaar categorie instroom uitstroom Aantal 2009 Fte 2009 Aantal 2009 Fte 2009 OBP 5 2,7 3 0,9 OP 5 4,3 7 4,5 totaal 10 7,0 10 5,4 B. Leeftijdsopbouw (peildatum ). OBP 2009 man vrouw jaar jaar jaar jaar 7 5 De gemiddelde leeftijd OBP, exclusief CvB, is 47 jaar, de gemiddelde diensttijd bij de hogeschool is 8,4 jaar. Beide gemiddeldes zijn ongewogen. 13

14 OP 2009 man vrouw jaar jaar jaar jaar jaar 2 2 De gemiddelde leeftijd OP is 45,3 jaar, de gemiddelde diensttijd bij de hogeschool is 8,4 jaar. Beide gemiddeldes zijn ongewogen. C. Salarisschalen (peildatum ) OBP 2009 aantal Fte Schaal 1 t/m ,7 Schaal 6 t/m ,5 Schaal > OP* 2009 Schaal ,7 Schaal ,7 Schaal ,9 Schaal ,8 Schaal 14 Schaal 15 * exclusief lector en coördinator stagebureau Geen van de medewerkers ontvangt een arbeidsmarkttoelage. D. OP-functies (per ). Functie 2009 Totaal aan fte s Percentage Docent A 5,7 13,8 Docent B 17,7 42,9 Hogeschooldocent 17,9 43,3 Aard van de arbeidsovereenkomsten Op 1 oktober 2009 hebben 67 personeelsleden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en 11 personeelsleden een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Daarnaast maakt de hogeschool nog gebruik van een flexibele formatie met een totale omvang van 2,9 fte. Dit betreft de inzet van leerkrachten uit het basisonderwijs voor de begeleiding van studenten. Er zijn geen flex- of min-max contracten. 14

15 3. Personeelsbeleid IPB In het beleidsplan Wegwijzer IPB is voorzien in een tweejarige gesprekscyclus van Ontwikkelgesprekken, Functioneringsgesprekken en Beoordelingsgesprekken. Met alle medewerkers in vaste dienst is in het voorjaar van 2009 een functioneringsgesprek gevoerd. Voor medewerkers met een benoeming voor bepaalde tijd wordt een andere frequentie gehanteerd. In het algemeen waarderen de medewerkers het werken op De Kempel en zijn ze tevreden over hun takenpakket en/of jaarcontract. Er zijn vier beoordelingsgesprekken gevoerd met medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Twee overeenkomsten zijn omgezet in een benoeming voor onbepaalde tijd. Een medewerker is een nieuw jaarcontract aangeboden. Van een medewerker is afscheid genomen. Vier beoordelingsgesprekken hebben geleid tot bevordering naar een naastgelegen hogere functie. De overige medewerkers zijn in 2009 beoordeeld met goed. Er zijn op basis van beoordelingsgesprekken geen extra toelagen toegekend. Ook zijn er geen bonussen uitgekeerd. Met ingang van 1 september 2009 is een nieuw organogram van kracht. Onder het CvB functioneert een manager initieel onderwijs, ondersteund door twee teamleiders. Deze teamleiders sturen respectievelijk de eerste en de tweede fase van de opleiding aan. De functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken voor het onderwijspersoneel zullen in het vervolg gevoerd worden door het lid CvB, de manager initieel en beide teamleiders. Voor het onderwijsondersteunend personeel blijft de manager facilitaire en financiële diensten de gesprekken voeren. De toedeling van onderwijsgevenden aan gespreksleiders is zonder verzoek om wijzigingen door het onderwijspersoneel aanvaard. Met de leidinggevenden is het instrumentarium voor de gesprekscyclus doorgenomen. Daarbij is gebruik gemaakt van het advies van GITP en BDO. De conclusie is getrokken dat de gesprekscyclus en bijbehorend instrumentarium op zich geen bijstelling behoeven. In december is een feedbackbijeenkomst georganiseerd met onderwijsgevenden en de leidinggevenden. Twee dilemma s werden hierin ter bespreking voorgelegd: 1. Hoe krijgt de leidinggevende betrouwbare informatie vanuit de verschillende perspectieven (medewerker, student, collega, werkveld)? 2. Welke criteria kunnen onderscheid laten zien tussen goed en uitstekend functioneren? In het volgende overzicht is een samenvatting van de feedback opgenomen. Dilemma 1 informatie van derden is subjectief, het zijn mijn ervaringen ; de leidinggevende mag dat wegen ; mondeling als referent optreden (collega) i.p.v. schriftelijk; Informatie inwinnen bij collega s / studenten: op basis van generiek beoordelingsformulier of vragen naar specifieke zaken (individueel en situationeel bepaald?); één systeem van aanbodevaluaties; afname niet door uitvoerend docent; Pas op voor overvraging van studenten. Als alle docenten voorafgaand aan de functioneringsgesprekken de studenten gaan bevragen (op eigen initiatief) dan kan dit leiden tot een overkill aan vragenlijsten. Bij lesbezoek de medewerker aan laten geven welke kijk- aandachtspunten centraal staan (creëert veiligheid); Er is behoefte aan meer (informele) overlegmomenten tussen medewerker en direct leidinggevende. Voorstel: sectievoorzitter en jaarcoördinator standaard als referent gebruiken voor beoordelingsgesprekken. Werkveld bevragen 1x in de x jaar via een grote enquête; Werkveld alleen bij duidelijke signalen (eventueel via stagebureau) bevragen. 15

16 Dilemma 2: Om onderscheid te kunnen maken zijn feitelijke harde gegevens nodig: gedacht wordt aan klanttevredenheid (bijvoorbeeld gemiddeld >8 scoren) en rendementen. In alle gevallen gaat het ook om het oordeel een voorbeeld voor anderen. In de docentenvergadering van 5 januari 2010 zal de uitkomst van de feedback gepresenteerd worden. Professionalisering De hogeschool ziet professionalisering als een belangrijk instrument voor ontplooiing van capaciteiten en realisatie van wensen van personeelsleden. Dit levert tevens een bijdrage aan de verdere verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. Veranderende inzichten omtrent leren en substantiële wijzigingen van onderwijsinhouden vragen om scholing om de aanwezige professionaliteit te verbreden en te verdiepen. Door scholing kunnen medewerkers zich ook ontwikkelen in een richting die niet in alle gevallen direct als passend binnen het onderwijsbeleid van de hogeschool te omschrijven is maar die wel ligt in het verlengde van het belangstellingsgebied van betrokken werknemers. Ook in deze richting wenst de hogeschool als een goed werkgever te handelen. De scholingsactiviteiten voor 2009 zijn opgenomen in de scholingsplannen en Enkele karakteristieken: Individuele deskundigheidsbevordering In het kader van individuele deskundigheidsbevordering zijn er 131 deelnames geweest aan een- of meerdaagse congressen/symposia. Ten behoeve van het verkrijgen van het certificaat Trainer Startblokken Basisontwikkeling volgden twee docenten een basis en vervolgcursus. Zeven docenten doorliepen het registratietraject van de Stichting Register Lerarenopleiders. Drie docenten volgen een universitaire master bij de Open Universiteit. Twee docenten zijn bezig met het afronden van een HBO-master. Hiervan maken twee docenten gebruik van de lerarenbeurs. Een hogeschooldocent zit midden in een promotietraject op het gebied van taalwetenschappen. Internationalisering Aan internationale studiereizen hebben in 2009 in totaal zeven personen deelgenomen. Bestemmingen waren: *Verenigde Staten: Silicon Valley en Las Vegas (ICT) *Verenigde Staten: New York en Daytona (PDS-schools, onderzoek)) *Suriname: Sectie Oriëntatie op mens en wereld Collectief leren In BA-teams en turtorenoverleg is veel gewerkt aan het verder verbeteren van de programma s en het verhogen van het studierendement. Toetsing is daarin een belangrijk gegeven. Ook in 2009 is daarom weer gebruik gemaakt van de expertise van professor Filip Dochy en het IOWO van de Radboud Universiteit van Nijmegen. De presentatie van het boek Betekenisvol leren en onderwijzen in de werkplekleeromgeving door het Kempellectoraat heeft geleid tot een geslaagde studiedag voor docenten, collega s uit het scholenveld en onderzoekers uit de wetenschap. 16

17 Aan cursusgelden voor deelname aan hiervoor genoemde professionaliseringsactiviteiten in 2009 werd een bedrag van ,- uitgegeven. Dit is exclusief personele inzet. Werving en selectie Bij invulling van vacatures wordt uiteraard gezocht naar kandidaten die voldoen aan de gestelde functie-eisen. Het aanbod op de arbeidsmarkt is beperkt waardoor het streven van de hogeschool om in het personeelsbestand een zeker evenwicht te bereiken voor wat betreft geslacht en leeftijd slechts nog bij uitzondering concreet ingevuld kan worden. Bij benoemingen van nieuwe medewerkers volgt de hogeschool een beleid waarbij de kwaliteit van kandidaten van doorslaggevende betekenis is. In 2009 is geworven voor docenten rekenen / wiskunde en onderwijskunde en in de onderwijsondersteunende functies voor secretariële ondersteuning van het Kenniscenter en medewerker studentenadministratie. In de vacatures kon, met uitzondering van één van de drie vacatures onderwijskunde, worden voorzien. 17

18 Besteding decentrale gelden 2009 en begroting 2010 Budget 2009( cf. begroting) 1.15% v. brutoloonsom Saldo SOP 1,08% -/- uitgaven (= / ) Totaal budget De SOP-uitgaven bedroegen voor 2009 niet maar Besteding 2009 begroot werkelijk Vastliggende uitgaven: Aanvullende reiskostenvergoeding woon- werkverkeer Seniorenregeling Kempel Health Check 0 0 aanvullende afspraken gezondheidsbeleid Totaal besteding Saldo overschrijding budget (scholing ) Bestedingsbudget ,15% van de brutoloonsom SOP 1,08% Uitgaven SOP Saldo SOP Totaal Begrote besteding 2010 Aanvulling reiskostenvergoeding woon- werkverkeer Seniorenregeling Kempel Health Check Aanvullende afspraken gezondheidsbeleid Totaal begrote bestedingen Begrote overschrijding budget Toelichting: Het aantal medewerkers dat gebruik maakt van de SOP-regeling is per acht. In 2010 komen 11 nieuwe deelnemers in aanmerking voor deelname aan de SOP-regeling. 18

19 Realisatie van de functiemix. Schaal Stand Afspraak Gerealiseerd Gevolgen voor werkgeverslast 10 6,7 fte 4,7 fte 4,9 fte ,3 fte 18,3 fte 18,4 fte ,1 fte 17,1 fte 17,0 fte ,0 fte 1,0 fte 0,8 fte TOTAAL 41,1 fte 41,1 fte 41,1 fte Convenantsbijdrage Overbesteding