Begrotingsrichtlijnen. Regio. Nijmegen

Transcriptie

1 Bijlage 3 bij de vergadering van de Agendacommissie MGR d.d. 19 januari 2015 Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen 2016 Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert Januari 2015

2 Inhoudsopgave Inleiding Algemeen Deelnemende gemeenten MGR Kaderstelling weerstandsvermogen Aanpassing WGR Uitgangspunten voor het opstellen van de begroting Financiële begrotingsuitgangspunten Indexering van de gemeentelijke bijdrage Overige financiering Algemene afspraken ten behoeve van maatwerk en facultatief Uitgangspunten voor het opstellen van de jaarrekening Algemeen Resultaatbestemming BTW compensatiefonds Planning besluitvorming jaarrekeningen De jaarrekening 2014 van de VRGZ De jaarrekening 2014 van de GGD-GZ: De jaarrekening 2014 van de MARN: De jaarrekening 2014 van BREED: De jaarrekening 2014 van ODRN: Planning financiële en beleidsmatige kaders Het financiële kader van de GGD-GZ Het financiële kader van de MGR (Werkbedrijf, Breed en ICT) Planning besluitvorming begrotingen De begroting 2016 van de VRGZ De begroting 2016 van de GGD Gelderland Zuid De begroting 2016 van de MARN: De begroting 2016 van de ODRN: De begrotingswijziging 2015 van BREED: De begroting 2016 van de MGR (werkbedrijf, Breed en ICT)...14 Bijlage 1 Planningstabel Bijlage 2 Planning raadsvergaderingen Bijlage 3 Inwoner aantallen Bijlage 4 Kader weerstandsvermogen bij Gemeenschappelijke Regelingen

3 Inleiding De gemeenten in de Regio Nijmegen hebben besloten dat vanaf 1 juli 2005 de begroting- en verantwoordingsproducten van een aantal gemeenschappelijke regelingen worden beoordeeld door de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen. De Adviesfunctie is gepositioneerd bij de afdeling Financiën van de Gemeente Nijmegen. De adviesfunctie adviseert primair de deelnemende gemeenten en in het verlengde hiervan het Algemeen Bestuur. De begrotingen en jaarrekeningen van de GR worden getoetst aan de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN). Daarnaast worden de financiële meerjarenposities en de risico s van de GR beoordeeld. Deze notitie bevat planning en uitgangspunten die de gemeenschappelijke regelingen kunnen hanteren bij het opstellen van de begroting Het betreft de volgende gemeenschappelijke regelingen: - GGD Gelderland Zuid - Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) - BREED - MARN - ODRN - MGR (nieuw) In de begrotingsrichtlijnen wordt een aantal essentiële uitgangspunten voor het opstellen van de begroting en de jaarrekening van deze GR en gegeven, namelijk: Uitgangspunten voor opstelling van de begroting 2016; - Indexering van de gemeentelijke bijdrage voor 2016; - Overige uitgangspunten. Uitgangspunten voor opstelling jaarrekening 2014: - Resultaatbestemming; - Door gemeenten terug te vorderen BTW op grond van het BTW Compensatie Fonds (BCF). Planning besluitvorming voor de regio ten aanzien van de jaarrekening 2014 en de begroting Kaderstelling weerstandsvermogen De opgenomen kaders in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor de begroting en jaarrekening en de vernieuwde wetgeving inzake Gemeenschappelijke Regelingen ( WGR aangepast 9 juli 2014) zijn vanzelfsprekend van toepassing voor de GR en. Opdrachtgever Het PFO regio Nijmegen is opdrachtgever voor de samenstelling van de begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen. De GR van de VRGZ en de gefuseerde GGD hebben echter een groter bereik dan regio Nijmegen. Hierin zijn ook de gemeenten uit het Rivierenland opgenomen. Aangezien de belanghebbendenkring hiermee groter is geworden dan enkel de gemeenten regio Nijmegen is afgesproken dat de BRN ter beschikking worden gesteld aan de gemeenten in Rivierenland. Door het vaststellen van de begroting en rekening in het AB worden de in deze BRN opgenomen uitgangspunten al dan niet verzilverd. 3

4 1. Algemeen 1.1 Deelnemende gemeenten De gemeenten in de regio Nijmegen die gezamenlijk het PFO vormen, bestonden tot 2015 uit 10 gemeenten: Beuningen, Druten, Millingen aan de Rijn, Ubbergen, Groesbeek, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen. Met ingang van 2015 zijn de gemeenten Millingen een de Rijn, Ubbergen en Groesbeek samengevoegd. In 2015 onder de naam Groesbeek en ingaande 2016 Berg en Dal. Een heroverweging van deelnemers in de besturen van de diverse GR en zal dan ook plaatsvinden. 1.2 MGR In 2014 is de MGR opgericht en in 2014 is de module Werkbedrijf hierin opgenomen. Het werkbedrijf gaat per 1 januari 2015 functioneren. De begroting 2015 is hiervoor op een zelfde wijze als bij andere GR en opgesteld en heeft een gebruikelijk behandeltraject (DB-gemeenteradenadviesfunctie-zienswijze-AB) doorlopen. In 2016 zal Breed toegevoegd worden als module aan de MGR en ook de regionale ICT wordt als module opgenomen in de MGR. Hiermee heeft de MGR een breder werkterrein dan alleen het werkbedrijf en valt de gehele MGR onder de BRN en wordt ook het taakgebied van de adviesfunctie verder uitgebreid tot de gehele MGR. 1.3 Kaderstelling weerstandsvermogen In het portefeuillehouder overleg Financiën (PFO) van 6 oktober 2014 is besloten om een kaderstelling voor het weerstandsvermogen voor de gemeenschappelijke regelingen voor te leggen aan de diverse College s en na akkoordbevinding binnen de diverse gemeenten, aan de GR en te verzoeken een nota weerstandsvermogen te maken met het vastgestelde kader als uitgangspunt. Nagenoeg alle gemeenten hebben inmiddels het kader vastgesteld en bij deze BRN worden de GR en verzocht een notitie te maken. Kernpunt van het kader is dat: -de GR geen eigen weerstandsvermogen nodig heeft omdat de gemeenten op grond van de wet aansprakelijk zijn voor tekorten bij een GR -teneinde een GR niet geheel aan banden te leggen, wel een genormeerde algemene reserve toe te staan, waarmee incidentele negatieve resultaten als gevolg van, met name bedrijfsvoeringsrisico s, opgevangen kunnen worden. -een verrekensystematiek wanneer bovennormse reserves worden afgeroomd en wanneer tekorten worden aangevuld -te benadrukken dat GR én een goede risico-inventarisatie moeten doen, deze risico s en eventuele maatregelen kwantificeren en in een risicoparagraaf opnemen. Dit is voor gemeenten dan input voor de paragraaf weerstandsvermogen. De VRGZ en GGD-GZ hebben inmiddels een notitie voorgelegd aan het AB. Het AB van de VRGZ heeft deze notitie nog niet behandeld. Het AB van de GGD-GZ heeft de notitie wel behandeld. Besluitvorming wordt nog nader uitgewerkt en nogmaals aan het AB voorgelegd. 4

5 In het PFO van 5 januari 2015 is nogmaals bevestigd dat het PFO hecht aan het naleven van het door de deelnemende gemeenten vastgesteld kader. In een bijlage is het kader integraal opgenomen. 1.4 Aanpassing WGR In de WGR is de bestuurlijke relatie tussen gemeente en gemeenschappelijke regeling vastgelegd en nader uitgewerkt. Voor deze BRN wordt hier niet verder op ingegaan en wordt alleen verwezen naar de wetswijziging. Een ander element uit de aanpassingen betreft de termijnen en soorten van P&C documenten. Voor de uitwerking van deze wijziging is onderstaand bij de jaartallen is uitgegaan van begroting 2016 en jaarrekening Financiële en beleidsmatige kaders en jaarrekening -Het Dagelijks Bestuur verstrekt vóór 15 april 2015 de financiële en beleidsmatige kaders voor de begroting 2016, de voorlopige jaarrekening 2014 en het accountantsrapport ter kennisname aan de gemeenteraden. (artikel 34 b.) -Het Dagelijks Bestuur zendt de jaarrekening 2014 binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk 15 juli 2015 naar GS (artikel 34 lid 4) -Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening vast. (artikel 34 lid 3) Begroting en begrotingswijzigingen -Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerp begroting weken voordat deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden toe aan de raden. De raden kunnen hun zienswijze bij het DB kenbaar maken en het DB biedt de begroting met zienswijzen aan, aan het AB. -Na vaststelling van de begroting zendt het AB, zonodig, de begroting aan de gemeenteraden, zodat zij bij GS hun zienswijze naar voren kunnen brengen. (artikel 35) -de procedure voor de begroting geldt op eenzelfde wijze voor begrotingswijzigingen. -Het DB zendt de begroting 2016 binnen 2 weken na vaststelling, doch uiterlijk 1 augustus 2015 naar GS Praktische uitwerking in de regio Nijmegen Provincie In het verleden is er vanuit gegaan dat de Provincie een gedoogbeleid voerde ten aanzien van het later indienen van de begroting. De wettelijke termijn was 15 juli en in de praktijk werd veelal uiterlijk december gehanteerd. Reden hiervoor was, dat de informatiewaarde van de begroting groter is, naarmate het jaar verder gevorderd is. De Provincie heeft aangegeven dat het letten op termijnen bij hen dit jaar wel een punt van aandacht is. De soepelste vorm van tegemoetkoming aan de wensen van een GR is dat de ontwerpbegroting tijdig (voor 1 augustus) bij de provincie is ingediend en de vastgestelde begroting in ieder geval voor 1 januari. Onlangs heeft de provincie, naar aanleiding van mededelingen van het ministerie van BZK, aangegeven dat in 2015 de vermelde coulance toegepast zal worden, maar dat ingaande 2016 de termijnen van 15 juli en 1 augustus strikt gehanteerd zullen gaan worden. 5

6 Het PFO heeft op 5 januari 2015 besloten om voor 2015 de coulance regeling van de provincie ook richting GR en door te voeren en de GR opdracht te geven om zich ingaande 2016 aan de wettelijke termijnen te houden. Zienswijze bij jaarrekening Hoewel het indienen van een zienswijze bij de rekening niet voorgeschreven is, is dit in de regio Nijmegen wel gewoonte. Reden waarom een zienswijze niet nodig zou zijn, is m.i. dat een jaarrekening geschiedschrijven is, waarbij een accountant verklaart dat de verantwoording getrouw en rechtmatig is. Maar bij het vaststellen van een jaarrekening door het Bestuur wordt ook een bestemmingsvoorstel voor het jaarrekeningresultaat gedaan en dat is een goede reden om wel een zienswijze te geven. Naast het gegeven dat het tot nu toe wenselijk werd geacht om niet alleen bij de begroting gedegen kennis te nemen van de financiële positie van de GR, maar ook bij het afleggen van de verantwoording een oordeel te geven over de GR. Om die reden is de zienswijzemogelijkheid bij de rekening dan ook gehandhaafd in de BRN Financiële kaders Nieuw is het afgeven van de financiële en beleidsmatige kaders voor 15 april. Het financiële kader wordt door de gemeenten meegegeven aan de GR door het vaststellen van de BRN. Hiermee is het financiële kader bepaald. Het is echter taak van het DB om een financieel kader ter kennisgeving aan de gemeenteraad te sturen. Daar waar de begroting voor 15 april aangeboden wordt, is een kadernota overbodig. In de overige gevallen is dit wel een vereiste. Het gaat mi dan om het aangeven van het financiële kader (omvang) en een beleidsmatig kader. Welke beleidsmatige wijzigingen zijn er te verwachten in 2016? Dit kader bepaalt dan de inrichting van de begroting. Per Gemeenschappelijke regeling zal worden aangegeven wat dit betekent Door het PFO is op 5 januari 2015 besloten om de GR en opdracht te geven de vastgestelde BRN als financieel kader te beschouwen en de GR en zelf een financieel en beleidsmatig kader vóór 15 april aan de gemeenteraden te laten sturen. Voorwaarde is dus alleen dat past binnen de BRN. Indien de ontwerpbegroting 2016 vóór 15 april aan de gemeenteraden wordt toegezonden, vervalt de noodzaak tot indienen van een kadernota Planningsafspraken In het PFO is gesproken over de planningsproblemen. Door de verscheidenheid aan data waarop gemeenteraden vergaderen, maakt het onmogelijk om een planning te maken waarbij elke gemeenteraad de kans heeft op de geplande raadsvergaderdata de documenten van de GR, voorzien van een advies, te behandelen. In het PFO van 5 januari is afgesproken dat de planning zodanig wordt opgemaakt dat de gemeenten 6 weken vóór de datum van een AB vergadering de beschikking krijgen over het advies van de adviesfunctie. Gemeenten hebben dan een aantal mogelijkheden:- De planning past gewoon binnen de bestaande raadsplanning, -past niet en de gemeente besluit om een extra raadsvergadering in te plannen, -de Raad delegeert de bevoegdheid om een zienswijze in te dienen aan het College, -of de gemeente geeft geen zienswijze af bij de documenten van een GR (en neemt later kennis van de documenten en adviezen) 6

7 2. Uitgangspunten voor het opstellen van de begroting Financiële begrotingsuitgangspunten. Uitgangspunt bij de (financiële) oplading van de Begroting 2016 is de door het Algemeen bestuur (AB) van de GR vastgestelde begroting De gemeenten geven geen nadere richtlijnen ten aanzien van de hoogte of de samenstelling van de kosten in de begroting. In het verlengde hiervan worden ook geen voorschriften ten aanzien van het aantal toegestane fte s verstrekt. Het is aan de directie van de betreffende GR een keuze te maken in de samenstelling van de productiemiddelen, dus ook ten aanzien van de keuze voor eigen personeel, inhuur dan wel uitbesteding. Van het dagelijks bestuur (DB) van de GR wordt verwacht, dat zij een (structureel) financieel sluitende begroting aanbiedt aan de deelnemende gemeenten. De hierbij door de GR gehanteerde begrotingsuitgangspunten dienen in de begroting van de GR inzichtelijk te worden weergegeven. De deelnemende gemeenten geven vervolgens hun zienswijze aan het DB van de GR over de door de GR aangeboden begroting 2016, de hierbij voorgestelde inhoudelijke koers, de gevraagde uniforme gemeentelijke bijdragen c.a.. Tenslotte wordt de begroting 2016 in het Algemeen Bestuur van de desbetreffende GR behandeld en vastgesteld. De in de BRN opgenomen uitgangspunten rond de uniforme gemeentelijke bijdragen 1 zijn daarom nog geen uitgemaakte zaak, maar vormen een onlosmakelijk onderdeel van de (integrale) besluitvorming van de begroting van de GR. In voorgaande jaren is een rekenmethodiek ontwikkelt voor bepaling van het toe te passen indexcijfer. Hierbij is gekozen voor de tabel prijsontwikkeling bruto binnenlands product volgens de septembercirculaire. Het indexcijfer (algemene prijsontwikkeling BBP) uit de septembercirculaire 2014 is dus basis voor het voorstel aan het PFO inzake de toe te passen indexering voor de gemeentelijke bijdragen Bij berekening van de toe te passen index heeft een nacalculatie 2014 en 2015 plaatsgevonden. Gevolg is dat er een negatieve indexering toegepast zou moeten worden. Evenals vorig jaar wordt een positieve afronding geadviseerd, waarbij het voorstel op 0% uitkomt. Aangezien er wel een prijsstijging 2016 verwacht wordt, komt het toepassen van 0% indexering neer op een negatieve bijstelling in 2016, veroorzaakt door een te hoge indexering, en dus bijdragen, in 2014/2015. Als gevolg van het bovenstaande hebben de Portefeuillehouders Financiën uit de regio in het PFO van 5 januari 2015, besloten om: De GR'en te adviseren rekening te houden met 0% loon en prijscompensatie voor de begroting Tevens de GR' en te adviseren om rekening te houden met mogelijk extra taakstellingen en bezuinigingen als gevolg van de doorwerking van de rijks bezuinigingen en maatregelen op de gemeentefinanciën. 1 Uniforme gemeentelijke bijdragen zijn de bijdragen die de deelnemende gemeenten aan de GR, als verlengd lokaal bestuur, verstrekken voor de uitvoering van de wettelijke taken. 7

8 Na de besluitvorming in het PFO op 5 januari wordt de BRN 2016 afzonderlijk in alle colleges ter besluitvorming voorgelegd. Inzet is om de BRN voor eind februari definitief naar de betreffende GR 'en te versturen. Onderstaand is ter informatie een berekening van de toe te passen index opgenomen. index prijsontwikkeling bbp septembercirculaire ,75% 1,75% 1,75% septembercirculaire ,39% 1,27% 0,80% septembercirculaire ,50% 1,25% 0,75% Berekening BRN percentages Basis uit de septembercirculaire 1,75% 1,27% 0,75% nacalculatie uit circulaire september 2013 Over ,39% AF: Rekening gehouden met index ,75% nacalculatie uit circulaire september 2014 Over % AF: rekening gehouden met index ,39% Over ,25% AF: reeds rekening gehouden met index ,27% Basis gecorrigeerd met nacalculatie 1,75% 0,91% -0,16% BRN percentages AFGEROND 1,75% 1% 0% 2.2 Indexering van de gemeentelijke bijdrage. De toe te passen indexering heeft met name betrekking op de gemeentelijke bijdragen. Het vaststellen van een algemeen indexpercentage heeft dus betrekking op de algemene gemeentelijke bijdragen ter dekking van de kosten uitvoering wettelijke taken. Voor deze gemeentelijke bijdragen wordt dus een index van 0% toegepast. 2.3 Overige financiering MARN De MARN kent in tegenstelling tot de andere gemeenschappelijke regelingen geen gemeentelijke bijdrage. De exploitatie van de MARN wordt gedekt met de huren en pachten die de GR MARN ontvangt van de ARN B.V. In de begroting van 2015 heeft de MARN de huren en pachten geïndexeerd met het CBS-cijfer. De PFO verzoekt de GR MARN om de bovengenoemde indexatie als leidraad te hanteren voor de opstelling van de begroting

9 ODRN De gemeentelijke bijdrage 2015 is berekend met toepassing van een index voor 2014 van 1,46%. Dit is afwijkend van de 1,00% omdat de ODRN de begroting 2014 heeft opgesteld met de nadere inzichten over de werkelijke indexering. Om die reden is het percentage 2015 zodanig aangepast dat de ODRN vanaf 2016 weer in de pas loopt met de algemene ontwikkelingen. Voor 2016 wordt dan ook een percentage van 0 toegepast. MGR Onderdeel Werkbedrijf De gemeentelijke bijdrage voor de MGR Werkbedrijf 2015 is bepaald aan de hand van de input uit de gemeentelijke begrotingen. Kort gezegd: de participatiebudgetten zijn overgedragen aan het werkbedrijf. Deze zijn gebaseerd op de bekende budgetten bij opmaken van de begroting. In september zijn nieuwe budgetten beschikbaar gekomen en deze zijn ook overgedragen aan het werkbedrijf. Het werkbedrijf zal in 2015 de begroting aanpassen aan de werkelijke budgetten. Voor samenstelling van de begroting 2016 wordt wederom het budget overgedragen aan het werkbedrijf. Zolang deze budgetten nog niet bekend zijn, kan een indexpercentage toegepast worden van 0,75%, zijnde de index 2016 ten opzichte van de actuele cijfers Onderdeel ICT Bij oprichting van de MGR is de regionale samenwerking op ICT gebied aan de orde geweest en is uitgesproken dat hier nog nadere afspraken over gemaakt moeten worden. De kaderstelling voor regionale ICT is nog niet aan de gemeenten. De verwachting is dat in de loop van 2015 duidelijk zal worden met welke afspraken en welke financiering ICT een plaats krijgt binnen de MGR. Onderdeel Breed Zowel in de begroting 2015 van Breed als van de MGR Werkbedrijf is aangekondigd dat 2015 het jaar van de integratie van Breed en wekbedrijf wordt. Hoe dit precies gestalte gaat krijgen is nog niet duidelijk. Aan Breed is bij de zienswijze over de begroting 2015 verzocht om naast een begrotingswijziging, een notitie aan te bieden over de integratie in de MGR. Gevraagd is om dit vóór 1 januari 2015 aan gemeenten aan te bieden. Ten aanzien van de financiering van Breed wordt de door gemeente ontvangen rijkssubsidie per SE, ingaande 2015 onderdeel van het participatiebudget, doorgezet naar Breed. Geadviseerd wordt om de gebruikelijke vaste bijdrage in de bestuurs- en beheerskosten af te laten hangen van de integratieplannen. Daarnaast zijn in het transitieplan (2012) naar een werkbemiddelingsorganisatie reorganisatiekosten opgenomen. Deelnemende gemeenten geven een subsidie ter dekking van deze reorganisatiekosten. VRGZ De Veiligheids Regio Gelderland Zuid, heeft naast de bijdragen van gemeenten ten behoeve van de crisis- en rampenbestrijding een geldstroom afkomstig van zorgverzekeraars ten behoeve van de Regionale Ambulance Voorziening. De hiermee samenhangende uitgaven en bijdragen kennen een eigen normering. Voor het programma C&R wordt de VRGZ verzocht rekening te houden met een indexering van 0% 9

10 GGD-GZ Bij de GGD Gelderland Zuid zijn de bijdragen van gemeenten voor wettelijke taken een belangrijke financieringsbron. Voor deze taken wordt geadviseerd de index van 0% aan te houden. Daarnaast heeft de GGD-GZ ook diverse niet wettelijke taken waarvoor zij subsidies van overheden en derden ontvangen. Deze financieringsbronnen kennen hun eigen normeringen en indexeringen. Ook heeft de GGD-GZ een taak gekregen in het kader van de decentralisatie jeugdzorg, namelijk het Veilig Thuis (meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling Hiervoor wordt in 2015 een bedrag beschikbaar gesteld. In hoeverre deze financiering mee gaat lopen als gemeentelijke bijdrage voor een wettelijke taak, is nog niet geheel duidelijk. 2.4 Algemene afspraken ten behoeve van maatwerk en facultatief De in deze BRN genoemde gemeentelijke bijdragen worden niet verstrekt voor maatwerk of facultatieve afspraken. Hiervoor sluiten de GR zelf op maat gesneden overeenkomsten met de desbetreffende gemeenten. Wij gaan er van uit dat deze overeenkomsten kostendekkend worden afgesloten en dat mogelijke hierbij spelende financiële risico s in deze overeenkomsten worden verdisconteerd dan wel op een andere wijze door de GR zelf worden opgevangen. 10

11 3. Uitgangspunten voor het opstellen van de jaarrekening Algemeen. De jaarrekeningen 2014 worden door de GR en met de volgende documenten opgeleverd: Accountantsverklaringen; Accountantsrapport indien van toepassing; SISA beschikking. 3.2 Resultaatbestemming. De jaarrekening bevat een afzonderlijk, onderbouwd voorstel tot resultaatbestemming. 3.3 BTW compensatiefonds. Met de invoering van het gewijzigde BTW regiem voor gemeenten in 2003, kunnen gemeenten de BTW, welke door gemeenschappelijke regelingen niet kan worden teruggevorderd, terugvorderen bij de Inspecteur van de Omzetbelasting op grond van het BTW Compensatiefonds. Gemeenschappelijke Regelingen dienen hiervoor direct na het verstrijken van het boekjaar - vóór 15 januari - de noodzakelijke informatie te verschaffen. 4. Planning besluitvorming jaarrekeningen De jaarrekening 2014 van de VRGZ De jaarrekening 2014 met accountantsrapport, van de GR VRGZ wordt vóór 23 maart 2015, met in begrip van de door de gemeente benodigde SISA gegevens, door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden; De Adviesfunctie biedt zijn advies over de jaarrekening 2014 van de VRGZ Uiterlijk 24 april 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 10 juni 2015, zo mogelijk eerder, hun bestuurlijke zienswijze over de rekening aan het DB mede te delen Het AB van de VRGZ stelt de jaarrekening 2014 van VRGZ op 11 juni 2015 vast en verzendt deze vóór 15 juli 2015 naar Gedeputeerde Staten (GS); De jaarrekening van de VRGZ valt onder de SISA verantwoordingsplanning en dient tevens vóór 15 juli 2015 door het AB te zijn vastgesteld en ingezonden naar het CBS. 4.2 De jaarrekening 2014 van de GGD-GZ: De jaarrekening 2014 met accountantsrapport van de GR GGD-GZ wordt vóór 9 maart 2015, met in begrip van de door de gemeente benodigde SISA gegevens, door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden De Adviesfunctie biedt zijn advies over de jaarrekening 2014 van de GGD-GZ uiterlijk 1 mei 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 24 juni 2015, zo mogelijk eerder hun bestuurlijke zienswijze over de rekening aan de Bestuurscommissie mede te delen; 11

12 Het AB van de GGD stelt de jaarrekening 2014 van GGD op 25 juni 2015 vast en verzendt deze vóór 15 juli 2015 naar Gedeputeerde Staten (GS); De jaarrekening van de GGD valt onder de SISA verantwoordingsplanning en dient tevens vóór 15 juli 2015 door het AB te zijn vastgesteld en ingezonden naar het CBS. 4.3 De jaarrekening 2014 van de MARN: De jaarrekening 2014 met accountantsrapport van de GR de MARN wordt vóór 30 maart 2015, met in begrip van de door de gemeente benodigde SISA gegevens, door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden; De Adviesfunctie biedt zijn advies over de jaarrekening 2014 van de MARN vóór 5 mei 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 17 juni 2015 zo mogelijk eerder,hun bestuurlijke zienswijze over de jaarrekening 2014 van de MARN aan het DB mede te delen; Het AB van de MARN stelt de jaarrekening 2014 op 18 juni 2015 vast en verzendt deze vóór 15 juli 2015 naar Gedeputeerde Staten (GS); De jaarrekening van MARN valt onder de SISA verantwoordingsplanning en dient tevens vóór 15 juli 2015 door het AB te zijn vastgesteld en ingezonden naar het CBS. 4.4 De jaarrekening 2014 van BREED: De jaarrekening van de GR BREED met accountantsrapport wordt vóór 27 maart 2015, met in begrip van de door de gemeente benodigde SISA gegevens, door het DB van BREED aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden; De Adviesfunctie biedt zijn adviezen over de jaarrekening 2014 van BREED vóór 1 mei 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 23 juni 2015, zo mogelijk eerder, hun bestuurlijke zienswijze over de jaarrekening 2014 van BREED aan het DB mede te delen; Het AB van BREED stelt de jaarrekening op 24 juni 2015 vast en verzendt deze vóór 15 juli 2015 naar Gedeputeerde Staten (GS); De jaarrekening van BREED valt onder de SISA verantwoordingsplanning en dient tevens vóór 15 juli 2015 door het AB te zijn vastgesteld en ingezonden naar het CBS. 4.5 De jaarrekening 2014 van ODRN: De jaarrekening 2014 met accountantsrapport van de GR ODRN wordt 1 april 2015, met in begrip van de door de gemeente benodigde SISA gegevens, door het DB van ODRN aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden; De Adviesfunctie biedt zijn adviezen over de jaarrekening 2014 van ODRN vóór 13 mei 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 1 juli 2015, zo mogelijk eerder,hun bestuurlijke zienswijze over de jaarrekening 2014 van ODRN aan het DB mede te delen; 12

13 Het AB van ODRN stelt de jaarrekening op 2 juli 2015 vast en verzendt deze vóór 15 juli 2015 naar Gedeputeerde Staten (GS); De jaarrekening van ODRN valt onder de SISA verantwoordingsplanning en dient tevens vóór 15 juli 2015 door het AB te zijn vastgesteld en ingezonden naar het CBS. 5. Planning financiële en beleidsmatige kaders In het kader van de wijziging WGR worden gemeenschappelijke regelingen verplicht om voor 15 april financiële kaders voor de begroting op te stellen. Die GR en die hun begroting vóór 15 april opleveren, behoeven m.i. geen kaders op te leveren. 5.1 Het financiële kader van de GGD-GZ Het DB stelt het financiële kader voor 2016 vast op 5 maart 2015 Het DB stuurt de financiële kaders op ter kennisname aan de gemeenten vóór 15 april Het financiële kader van de MGR (Werkbedrijf, Breed en ICT) Het DB stelt het financiële kader voor 2016 vast op 5 maart 2015 Het DB stuurt de financiële kaders op ter kennisname aan de gemeenten vóór 15 april Planning besluitvorming begrotingen De begroting 2016 van de VRGZ De begroting 2016 van VRGZ wordt vóór 23 maart 2015 door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden. De Adviesfunctie biedt zijn advies over de begroting 2016 van VRGZ uiterlijk 24 april 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 10 juni 2015, zo mogelijk eerder, hun bestuurlijke zienswijze over de begroting 2016 van VRGZ aan de DB s mede te delen Het AB van VRGZ stelt de begroting 2015 op 11 juni 2015 vast en verzendt deze tevens vóór 1 augustus 2015 naar Gedeputeerde Staten. 6.2 De begroting 2016 van de GGD Gelderland Zuid De begroting 2016 van GGD Gelderland Zuid wordt 3 juli 2015 door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden en tevens als ontwerpbegroting aan GS aangeboden. De Adviesfunctie biedt zijn advies over de begroting 2016 van GGD Gelderland Zuid uiterlijk 25 september 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 16 december 2015 hun bestuurlijke zienswijze over de begroting 2016 van GGD Gelderland Zuid aan het DB mede te delen; 13

14 Het AB van GGD Gelderland Zuid stelt de begroting 2016 op 17 december 2015 vast en verzendt deze overeenkomstig voorgaande jaren vóór 1 januari 2016 naar Gedeputeerde Staten. 6.3 De begroting 2016 van de MARN: De begroting 2016 van de MARN wordt vóór 30 maart 2015 door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden; De Adviesfunctie biedt zijn advies over de begroting 2016 van de MARN uiterlijk 5 mei 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 17 juni 2015, zo mogelijk eerder, hun bestuurlijke zienswijze over de begroting 2016 van de MARN aan het DB mede te delen; Het AB van de MARN stelt de begroting 2016 op 18 juni 2015 vast en verzendt deze vóór 1 augustus 2015 naar Gedeputeerde Staten. 6.4 De begroting 2016 van de ODRN: De begroting 2016 van de ODRN wordt 1 april 2015 door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden; De Adviesfunctie biedt zijn advies over de begroting 2016 de ODRN uiterlijk 13 mei 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 1 juli 2015, zo mogelijk eerder, hun bestuurlijke zienswijze over de begroting 2016 van de ODRN aan de DB s mede te delen; Het AB van de ODRN stelt de begroting 2015 op 2 juli 2015 vast en verzendt deze vóór 1 augustus 2015 naar Gedeputeerde Staten. 6.5 De begrotingswijziging 2015 van BREED: Aan Breed was gevraagd om vóór 1 januari 2015 Een begrotingswijziging 2015 te maken Een doorkijk te geven over de integratie met het werkbedrijf Eind december 2014 is een brief aan de gemeenteraden gestuurd waarin aangegeven dat hiervoor iets meer tijd nodig is en is de toezegging gedaan dat in het eerste kwartaal 2015 uitvoering zal worden gegeven 6.6 De begroting 2016 van de MGR (werkbedrijf, Breed en ICT) De definitieve planning van de MGR ligt er nog niet. Deze is mede afhankelijk van de voortgang van de integratie Breed en ICT in de MGR. De MGR is voornemens om gebruik te maken van de coulance van de provincie, en daarmee wordt gestreefd naar een begroting die in concept voor 1 augustus gereed is en qua behandeltraject voor 1 januari Door het bestuur van Breed is aangegeven dat zij in hun planning hebben opgenomen dat de begroting 2016 op 24 juni in het DB wordt vastgesteld en op 11 november in het AB. Aangezien ik er vooralsnog van uitga dat de begroting Breed geheel geïntegreerd wordt in de MGR heb ik deze data niet in de planning opgenomen. De begroting 2016 van de MGR wordt vóór 1 augustus 2015 (?) door het DB aan het AB en de deelnemende gemeenten aangeboden en tevens als ontwerpbegroting aan GS aangeboden. 14

15 De Adviesfunctie biedt zijn advies over de begroting 2016 de MGR uiterlijk 16 oktober 2015 aan de colleges/raden van de betreffende gemeenten met een afschrift aan het DB en AB; De deelnemende gemeenten dienen uiterlijk 11 december 2015 hun bestuurlijke zienswijze over de begroting 2016 van de MGR aan het DB mede te delen; Het AB van de MGR stelt de begroting 2016 op xxxx vast en verzendt deze vóór 1 januari 2016 naar Gedeputeerde Staten. 15

16 Bijlage 1 Planningstabel In deze bijlage is de planning van DB en AB vergaderingen opgenomen alsmede de planningen van de gemeenteraadsvergaderingen. Tevens zijn de data van afstemming tussen de GR en de adviesunctie van het concept rapport opgenomen en de data waarop gemeenten het definitieve rapport ontvangen. Planning Jaarrekening 2014 DB* Afstemming GR en adviesfunctie Adviesfunctie Gemeenten** AB GR VRGZ 19 maart april 24 april juni juni 2015 GR GGD GZ 5 maart april 1 mei juni juni 2015 GR BREED 25 maart april 1 mei juni juni 2015 GR ODRN 26 maart mei 13 mei juli juli 2015 GR MARN 26 maart april 5 mei juni juni 2015 Planning Financiële en beleidskaders Verzenden naar DB gemeenten GR MGR 5 maart 2015 < 15 april 2015 GR GGD GZ 5 maart 2015 < 15 april 2015 Planning Begroting 2016 DB* Afstemming GR en adviesfunctie Adviesfunctie Gemeenten** AB GR VRGZ 19 maart april 24 april juni juni 2015 GR GGD GZ 2 juli sep 25 sep december dec 2015 GR MGR Uiterlijk 1 aug? 13 okt 16 okt december 2015 PM GR ODRN 26 maart mei 13 mei juli juli 2015 GR MARN 26 maart april 5 mei juni juni 2015 *DB betreft de vergaderdatum van het DB. Toezenden naar gemeenten volgt z.s.m, maar heeft over het algemeen een doorlooptijd van enkele dagen. **Gemeenten dienen hun zienswijzen uiterlijk één dag voor het AB in, maar liever eerder zodat de GR de zienswijze tijdig kan verspreiden aan de AB leden 16

17 Wijchen 6 West Maas en Waal Nijmegen Mook en Middelaar Heumen 5 Groesbeek 4 Druten 3 Beuningen 2 Raadsvergaderingen Bijlage 2 Planning raadsvergaderingen Onderstaand zijn de geplande raadsvergaderingen aangegeven. januari 27-jan 22-jan 8-jan 22-jan 14-jan 28-jan 29-jan februari 24-feb 26-feb 12-feb 12-feb 26-feb 11-feb 5-feb maart 24-mrt 26-mrt 26-mrt 26-mrt 4-mrt 18-mrt 5-mrt 26-mrt april 21-apr 23-apr 9-apr 1-apr 15-apr 29-apr mei 21-mei? 7-mei 28-mei 21-mei 27- mei juni 9-jun 25-jun 25-jun 10-jun 24-jun 2-apr 30-apr juli 14-jul 16-jul 9-jul 2-jul 8-jul 16-jul augustus september oktober 3-sep? 24-sep 15-okt? 29-okt 17-sep 24-sep 9-sep 23-sep 22-okt 15-okt 7-okt 21-okt november 26-nov 10-nov 5-nov december 16-dec 17-dec 17-dec 10-dec 9-dec 16-dec 11-jun 24-sep 22-okt 3-dec 18-jun 5-nov 2 Vergaderingen tot en met juli zijn bekend. De doorlooptijd van aanleveren conceptvoorstel bij gemeentesecretaris tot aan raadsvergadering is 6 weken. 3 Van collegebesluit tot raadsvergadering is ca 3 weken 4 Van collegebesluit tot raadsvergadering 4 a 5 weken 5 Aanleverdatum bij griffie tot behandeling in Raad 4 a 5 weken 6 De vergaderdata tot en met maart zijn gepland. Verdere planning volgt na evaluatie 17

18 Bijlage 3 Inwoner aantallen geschat Gemeente Beuningen Druten Groesbeek Heumen Mook* Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Totaal Overzicht aantal inwoners gemeente Regio Rivierenland Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neerijnen Neder-Betuwe Tiel Zaltbommel Subtotaal Druten 1) West Maas en Waal 1) Totaal Rivierenland *Geschat per

19 Bijlage 4 Kader weerstandsvermogen bij Gemeenschappelijke Regelingen Kader geldt voor de gemeenschappelijke regelingen die onderdeel uitmaken van de Begrotings Richtlijnen regio Nijmegen (de BRN) 1. De gemeenschappelijke regeling brengt de risico s in beeld. Ingedeeld naar bedrijfsvoering risico s en politiek/ bestuurlijke risico s. Waar mogelijk worden de risico s gekwantificeerd. De GR neemt de wijze van risicobepaling en beheersing op in hun eigen beleidskader weerstandsvermogen en risicobeheersing en vervolgens worden de uitkomsten hiervan opgenomen in de voorgeschreven paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in begroting en jaarrekening 2. De weerstandscapaciteit is aanwezig bij de deelnemende gemeenten en voor een deel (zie lid 3) bij de gemeenschappelijke regeling. Hiertoe nemen de gemeenten de bij de GR onderkende risico s in hun paragrafen verbonden partijen op, en naar rato van het gemeentelijk aandeel in die risico s in hun eigen paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing 3. Een kleine Algemene reserve is toegestaan om voor- en nadelen in de bedrijfsvoering af te dekken. Het minimum van deze reserve is 0. Het maximum van deze reserve wordt bepaald volgens de berekening genoemd onder 3 a. tot en met 3 d. 3.a Per medewerker van de GR een bedrag van b 0,5% van de opgenomen gelden in verband met renterisico s 3.c 1% van de totale uitgaven 3.d 3% van de inkomsten exclusief inkomsten gemeente-, provinciale- en rijksbijdragen voor wettelijke taken. 4. Rekeningresultaten worden via winstbestemming, ingeval van positief resultaat toegevoegd aan de Algemene reserve en bij een negatief resultaat onttrokken aan de Algemene reserve. 5. Indien de Algemene Reserve onder 0 komt en niet binnen de scope van de meerjarenbegrotingcyclus op niveau gebracht kan worden binnen de eigen begroting, zullen de gemeenten bijstorten tot saldo 0 6. Indien de reserve boven het maximum niveau uitkomt, wordt het meerdere aan de gemeenten uitgekeerd. 7. Voor genoemde Gemeenschappelijke Regelingen gelden de volgende uitzondering of bijzonderheden: 7.a Bij de Veiligheidsregio Gelderland Zuid geldt deze normering alleen voor het programma Crisis en Rampenbestrijding en niet voor het programma Regionale Ambulance Voorziening. Deze laatste voorziening kent een eigen financiering door ziektekostenverzekeraars, met eigen normeringen over toegestaan eigen vermogen. 7.b voor de MARN geldt een gewenst weerstandsvermogen van 0 19