FISCAAL INFORMATIEF. Jaargang 4 - Nr. 3 - november 2004 Verschijnt maandelijks, niet in juli en augustus Afgiftekantoor 2300 Turnhout 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FISCAAL INFORMATIEF. Jaargang 4 - Nr. 3 - november 2004 Verschijnt maandelijks, niet in juli en augustus Afgiftekantoor 2300 Turnhout 1"

Transcriptie

1 Jaargang 4 - Nr. 3 - november 2004 Verschijnt maandelijks, niet in juli en augustus Afgiftekantoor 2300 Turnhout 1 FISCAAL INFORMATIEF Praktijkgerichte, thematische informatie op fiscaal, vennootschapsrechtelijk, boekhoudrechtelijk en bedrijfseconomisch vlak

2 2 Colofon Inhoud Hoofdredacteur Jurgen Taillieu, belastingconsulent, handelsingenieur Selectie en wetenschappelijk advies Jurgen Taillieu, belastingconsulent, handelsingenieur Luc Taillieu, accountant-belastingconsulent, docent fiscaal recht, auteur Coördinatie Jurgen Taillieu Kernredactie Jurgen Taillieu, Luc Taillieu, Bart Smets Vaste medewerkers Marnix Cornette, RFN sarl, specialist verkeer België-Frankrijk Sven De Wit, jurist Eddy Debruyne, docent Fiscaal Recht, medewerker Project Fiscale Kliniek EHSAL Filip Dergent, accountant Luc Goossens, belastingconsulent Chantal Hendrickx, advocaat Franky Maesen, erkend fiscalist Christoph Mels, jurist Guy Poppe, advocaat Bart Smets, advocaat Hugo Smitt, accountant-belastingconsulent Luc Stolle, advocaat Meritius Advocaten Jurgen Taillieu, belastingconsulent, handelsingenieur Luc Taillieu, accountant-belastingconsulent, docent fiscaal recht, auteur Pierre Vanheuverswyn, belastingconsulent Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen fiscaal vrijgesteld 3 Recente tendensen inzake het belastingregime van VZW s 7 Belastingvermindering op energiebesparende uitgaven: tot en vanaf aanslagjaar Kapitaalsubsidies door een fiscale en boekhoudkundige bril bekeken 27 Eindredactie Jurgen Taillieu, Luc Taillieu Redactie Tel.: 056/ Fax: 056/ info@ocsba.be Verantwoordelijke uitgever Jurgen Taillieu, Nachtegaalstraat 88, 8560 Wevelgem Fiscaal Informatief is een uitgave van Uitgeverij Fiscaal Informatief BVBA, Kortrijkstraat 250, 8560 Wevelgem Abonnementen Fiscaal Informatief verschijnt 10 keer per jaar en omvat 32 blz./nummer. De abonnementsbijdrage bedraagt 225 EUR per jaargang, excl. 6 % BTW. Een opbergmap kan worden besteld tegen 15 EUR, excl. 6 % BTW en verzendingskosten. De abonnementen lopen per kalenderjaar of per academiejaar en worden automatisch verlengd, behoudens opzegging vóór 1 november of 1 juni, naargelang het abonnement. Abonnering Martine Taillieu, tel: 056/ , fax: 056/ , info@ocsba.be De auteurs, de redactie en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrieval systeem en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De auteurs dragen hun intellectuele rechten op de in Fiscaal Informatief gepubliceerde teksten over aan de BVBA Fiscaal Informatief. Bijgevolg is elke reproductie verboden zonder schriftelijke toestemming van de BVBA Fiscaal Informatief. Voor eventuele exploitatie van een licentie kan contact worden opgenomen met de uitgever.

3 3 Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen fiscaal vrijgesteld Wat allemaal begon met een staking van de vrachtwagenchauffeurs, inclusief de nodige wegblokkades, is uitgemond in een nieuw fiscaal stelsel van vrijstelling van gerealiseerde meerwaarden op bedrijfsvoertuigen. Op 14 september 2000 bereikte de regering hieromtrent een akkoord met de werkgeversfederaties en syndicale organisaties van de sector van het wegvervoer. Maar pas in de loop van het jaar 2003 (mede door de verplicht te volgen procedure van voorafgaande adviesaanvraag bij de Europese Commissie dossier Staatssteun 384/2001) werd de reglementering in definitieve teksten gegoten. Het is opnieuw een wetgevend initiatief geworden met heel wat fiscale toeters en bellen zoals omschreven in de Wet van 14 januari 2003, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 februari 2003, en in het Koninklijk Besluit van 3 april 2004, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 april De retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 januari 2000 zorgt voor heel wat praktische problemen waarop de Circulaire Ci.RH.242/ van 5 juli 2004 een antwoord formuleert. Toepassingsgebied Artikel 44bis WIB 1992, ingevoerd door artikel 2, Wet 14 januari , dat de vrijstelling regelt van de meerwaarden op bedrijfsvoertuigen, is van toepassing zowel in de personenbelasting als in de vennootschapsbelasting. Dus ook natuurlijke personen eenmanszaken kunnen van deze fiscale vrijstelling genieten. Via artikel 190 WIB 1992 geldt voor vennootschappen bijkomend de voorwaarde van onaantastbaarheid. Namelijk dat om te kunnen genieten van de vrijstelling, de meerwaarde op één of meerdere afzonderlijke rekeningen van het passief geboekt is en blijft en dat ze niet mag dienen tot grondslag voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning. Artikel 44bis versus artikel 47 WIB 1992 Het vrijstellen van de meerwaarde op bedrijfsvoertuigen (art. 44bis WIB 1992) gaat verder dan het principe van de gespreide taxatie (art. 47 WIB 1992). In het eerste geval gaat het om een volledige vrijstelling van de meerwaarde. In het geval van een gespreide taxatie van meerwaarden op materiële en immateriële vaste activa, wordt de belasting enkel uitgesteld. Taxatie volgt later, gespreid in de tijd, op basis van de afschrijving van de activa die als herbelegging (in een strikt fiscaal kader) werden aangeduid. Voorwaarden voor vrijstelling Art. 44bis WIB 1992 De meerwaarden die in de in het tweede lid bedoelde omstandigheden op bedrijfsvoertuigen zijn verwezenlijkt, worden volledig vrijgesteld wanneer een bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding of de verkoopwaarde wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijn als hierna gesteld. 1 B.S. 5 februari 2003.

4 4 Verwezenlijkte meerwaarde Opdat de meerwaarde voor vrijstelling in aanmerking komt, moet ze zijn verwezenlijkt: ofwel gedwongen naar aanleiding van een schadegeval, een opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis; ofwel vrijwillig voorzover de vervreemde bedrijfsvoertuigen sedert meer dan drie jaar vóór hun vervreemding de aard van vaste activa hadden. De vereiste dat het bedrijfsvoertuig vóór zijn vervreemding meer dan drie jaar de aard van een vast actief moet hebben, is enkel van toepassing in het geval van een vrijwillige vervreemding en dus niet bij een schadegeval of een opeising in eigendom of enige andere gelijkaardige gebeurtenis. vrijgesteld op bedrijfsvoertuigen Onder bedrijfsvoertuigen wordt verstaan: voertuigen aangewend voor bezoldigd personenvervoer. Bedoeld worden autobussen, autocars en alle andere autovoertuigen die uitsluitend worden aangewend hetzij tot een taxidienst, hetzij tot verhuring met bestuurder; voertuigen aangewend voor goederenvervoer. Het gaat om trekkers en vrachtwagens en aanhangwagens en opleggers met een maximum toegelaten massa van minstens vier ton. Hieruit blijkt dus dat de meerwaarde op de verkoop van een taxi niet in aanmerking kan komen voor vrijstelling van belasting als die taxi deels werd gebruikt voor personenvervoer en deels voor privé-doeleinden. Taxi s moeten uitsluitend voor personenvervoer worden ingezet opdat de meerwaarde onbelast kan blijven. De fiscale vrijstelling is niet sectorgebonden. Elk voertuig dat onder de noemer van bedrijfsvoertuig kan worden gecatalogeerd, komt in aanmerking ongeacht de bedrijfssector waarin het werd gebruikt. in geval van wederbelegging in bepaalde activa Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen kunnen enkel van taxatie worden vrijgesteld indien wordt wederbelegd in bedrijfsvoertuigen die voldoen aan de ecologische normen zoals opgesomd in artikel 20 KB/WIB Het volstaat niet dat het bedrag van de meerwaarde wordt herbelegd. Het is de verkoopprijs of de ontvangen schadevergoeding die moet worden herbelegd. Herbelegging in aanhangwagens en opleggers De aanhangwagens en opleggers die bestemd zijn voor goederenvervoer met een maximum toegelaten massa van minstens vier ton, moeten nieuw zijn en uitgerust zijn met een luchtvering of met een als gelijkwaardig erkende vering. De aanhangwagens waarvan de toelaatbare maximummassa meer bedraagt dan 750 kg en die worden getrokken door autobussen en autocars, moeten enkel nieuw zijn. Luchtvering of een gelijkwaardige techniek geldt hier niet als voorwaarde. Herbelegging in trekkers, vrachtauto s, autobussen en autocars Trekkers, vrachtauto s, autobussen en autocars komen enkel in aanmerking als herbelegging indien: ze worden verkregen in nieuwe staat of wanneer ze op het tijdstip van de verwerving niet meer dan drie jaar daarvoor in het verkeer zijn gebracht; ze beantwoorden aan één van de onderstaande ecologische normen: stikstofemissie (Nox-norm) is lager dan 4,9 gr/kwh; uitgerust zijn met een luchtvering of een gelijkwaardig erkende vering; voor minstens 25 procent uit recycleerbare materialen zijn opgebouwd; beschikken over een koetswerk dat gespoten is in een niet-milieubelastende laklaag; rijden met een elektronisch gestuurde versnellingsbak; uitgerust zijn met een dodehoekspiegel, camera- of radarbewaking; veiligheidsgordels voor alle zetels (enkel van toepassing voor autobussen en autocars). Vanaf het moment dat één van de ecologische normen algemeen verplicht wordt, moet het bedrijfsvoertuig voldoen aan één van de andere overblijvende normen om als herbelegging in aanmerking te komen. Zo is de dodehoekspiegel voor vrachtwagens wettelijk verplicht vanaf 1 januari 2003 en dus wordt deze vanaf dat ogenblik niet meer aanvaard als ecologische norm. De constructeur, invoerder of installateur attesteert dat aan minstens één van de voorgeschreven normen is voldaan.

5 5 Herbelegging in taxi s en autovoertuigen bestemd voor verhuur met bestuurder Er kan worden herbelegd in taxi s of autovoertuigen bestemd voor verhuring met bestuurder, maar dan moeten deze voertuigen in nieuwe staat zijn verkregen. binnen een bepaalde termijn De herbelegging moet plaatsvinden uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid of: in geval van gedwongen meerwaarden binnen één jaar te tellen vanaf de aanvang van het belastbaar tijdperk dat volgt op het belastbaar tijdperk waarin de schadeloosstelling werd ontvangen; in geval van vrijwillige meerwaarden binnen een termijn van twee jaar te tellen vanaf de eerste dag van het kalenderjaar waarin de meerwaarden werden verwezenlijkt. Ingeval niet tijdig wordt herbelegd, wordt de meerwaarde aangemerkt als inkomen van het belastbaar tijdperk waarin de herbeleggingstermijn is verstreken. Dan kiezen voor het stelsel van de gespreide taxatie kan niet meer. Nalatigheidsintresten zijn dan verschuldigd vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarin de meerwaarde werd verwezenlijkt. en met indiening van een specifieke opgave Om van dit stelsel van vrijstelling van meerwaarden te kunnen genieten, dient samen met de aangifte in de personenbelasting of de aangifte in de vennootschapsbelasting ook de opgave 276N te worden ingediend. En dit vanaf het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk van de verwezenlijking van de meerwaarde tot het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin de herbeleggingstermijn is verstreken. Retroactiviteit Zoals reeds gezegd, sloten de regering en de betrokken beroepsorganisaties reeds in het jaar 2000 een akkoord over de vrijstelling van de meerwaarde op bedrijfsvoertuigen. Maar het was wachten tot 30 april 2003 toen het Koninklijk Besluit van 3 april 2003 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het principe van de vrijstelling van de meerwaarde op bedrijfsvoertuigen is van toepassing op meerwaarden die zijn verwezenlijkt vanaf 1 januari 2000 en voorzover de datum van de verwezenlijking ten vroegste behoort tot het belastbare tijdperk dat aan aanslagjaar 2001 is verbonden. Praktische problemen dus voor meerwaarden die zijn ontstaan vanaf 1 januari 2000 tot 30 april Doch fiscaal-technisch stellen er zich enkel problemen voor de aanslagjaren 2001 en Wat betreft aanslagjaar 2003 was het Koninklijk Besluit reeds gepubliceerd vóór de opgelegde datum van indiening van de aangifte in de inkomstenbelasting. Derhalve kon de wetgeving inhoudelijk reeds worden toegepast in de aangifte over het aanslagjaar Wat met de meerwaarden verbonden aan de aanslagjaren 2001 en 2002? De Circulaire /1 biedt een oplossing. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen belastingplichtigen die reeds de vrijstelling hebben ingeroepen (op basis van het wetsontwerp) en de belastingplichtigen die gewacht hebben op de definitieve goedkeuring van de wetteksten en de publicatie van het noodzakelijk koninklijke besluit. Belastingplichtigen die de vrijstelling reeds toepasten De fiscus maakt geen problemen van het feit dat de vrijstelling reeds werd toegepast op een moment dat er nog geen wettelijk kader voor was, omdat de wet van 14 januari 2003 zo goed als ongewijzigd werd overgenomen van het voorontwerp van wet. Het indienen van de opgave 276N was uiteraard onmogelijk want het was op dat moment nog niet beschikbaar. Voor de aanslagjaren 2001 en 2002 aanvaardt de fiscus daarom dat er gebruik werd gemaakt van een document opgesteld door de belastingplichtige zelf met daarin alle nuttige gegevens of van een aangepaste opgave 276K die eigenlijk bestemd is voor de toepassing van artikel 47 WIB 1992 (de gespreide taxatie).

6 6 Wat de meerwaarden betreft waarvoor de vrijstelling werd gevraagd en waarvoor alle voorwaarden tot vrijstelling waren vervuld, maar die door de Administratie toch werden belast omdat er op dat moment nog geen wettelijke grondslag voor bestond, stelt de circulaire de betrokken belastingplichtigen voor een bezwaarschrift in te dienen of een ambtshalve ontheffing te vragen. Opletten voor vennootschappen. Voor hen geldt de onaantastbaarheidsvoorwaarde! Of met andere woorden, vennootschappen die voor de aanslagjaren 2001 en 2002 om de toepassing van het vrijstellingsstelsel hebben verzocht doch nagelaten hebben te voldoen aan de voorwaarde van onaantastbaarheid, kunnen in geen geval genieten van de vrijstelling. Zo verduidelijkt de circulaire Belastingplichtigen die niet om de vrijstelling hebben verzocht Twee mogelijkheden kunnen zich voordoen. Ofwel koos de belastingplichtige voor het stelsel van de gespreide taxatie. Ofwel werd de meerwaarde op het moment van realisatie onmiddellijk aan belasting onderworpen. De belastingplichtige natuurlijke persoon Zij die voor de gespreide of de onmiddellijke taxatie kozen, kunnen alsnog terugvallen op de vrijstelling van artikel 44bis WIB Dit door een bezwaarschrift in te dienen (conform art. 366 tot 372 WIB 1992), of wanneer de bezwaartermijn is verstreken op 30 april 2003, te verzoeken tot ambtshalve ontheffing (conform art. 376, 1 WIB 1992). Een ingevulde opgave 276N moet worden meegestuurd. De belastingplichtige vennootschap Voor vennootschappen laat de circulaire weinig ruimte. Weinige zullen nog kunnen terugvallen op de vrijstellingsregel want: voldoen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde is een absolute noodzaak; en behoudens materiële vergissingen zijn wijzigingen aan een jaarrekening die is goedgekeurd door de algemene vergadering, niet tegenstelbaar aan de fiscus. De circulaire biedt enkel soelaas voor de vennootschappen die tijdens de aanslagjaren 2001 en 2002 voor de taxatie van de gerealiseerde meerwaarden op bedrijfsvoertuigen hebben geopteerd voor de toepassing van het stelsel van de gespreide taxatie. Gespreide taxatie houdt in dat in het jaar van realisatie de meerwaarde wordt overgeboekt naar de rekeningen belastingvrije reserves en uitgestelde belastingen. Op basis van de afschrijving van de herbelegging wordt telkens een gedeelte van de meerwaarde overgeboekt van de passiefrekeningen belastingvrije reserves en uitgestelde belastingen naar het resultaat via de opbrengstenrekeningen onttrekking aan de belastingvrije reserves en onttrekking aan de uitgestelde belastingen. In die zin zal, waarschijnlijk voor een gedeelte, nog zijn voldaan aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde. De Administratie aanvaardt dat vanaf het eerstvolgend belastbaar tijdperk waarin het resterende gedeelte van de meerwaarde zich nog op de rekeningen belastingvrije reserves en uitgestelde belastingen bevindt, de belastingplichtige alsnog de vrijstelling kan vragen voor het nog niet belaste gedeelte van de meerwaarde. Dit door het toevoegen van een opgave 276N. Opgelet! De regel dat het volledige bedrag van de verkoopprijs of ontvangen schadevergoeding moet worden herbelegd, blijft bestaan, ook al wordt in dit geval slechts een gedeelte van de meerwaarde vrijgesteld. Opmerking Er is een duidelijke bevoordeling van vennootschappen die in de aanslagjaren 2001 en 2002 hebben geopteerd voor de vrijstelling van de meerwaarden op bedrijfsvoertuigen zonder dat er toen een wettelijk kader was voor voorzien (enkel een wetsontwerp was voorhanden) ten opzichte van vennootschappen die hebben gewacht op het moment dat er in een definitief wettelijk kader werd voorzien. Quid gelijkheidsprincipe? Filip DERGENT Accountant

7 7 Recente tendensen inzake het belastingregime van VZW s Inleiding De doelstelling van deze bijdrage is een overzicht te geven van de voornaamste wetswijzigingen, rechtsleer en rechtspraak inzake de fiscale positie van de verenigingen zonder winstoogmerk. We overlopen hiervoor de wetgeving, de administratieve circulaires, de parlementaire vragen en de jurisprudentie vanaf het jaar 2001 tot Bijzondere aandacht moet natuurlijk besteed worden aan de fiscale implicaties van de wet van 2 mei 2002 betreffende de vereniging en stichtingen 2. Hoewel de belangrijkste bedoeling van de wet was het juridische en boekhoudkundige kader van de verenigingen en de stichtingen aan te passen, zijn er toch fiscale regels die werden aangepast door de wet. Directe belastingen Onderworpenheid aan de vennootschapsbelasting of rechtspersonenbelasting Een basisvraag die steeds aan de orde is, is deze van de onderworpenheid aan de vennootschapsbelasting of de rechtspersonenbelasting. We overlopen hierna enkele relevante wetsartikelen. Artikel 179 WIB 1992 Artikel 179 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen stelt dat aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen om het even welke vennootschappen, verenigingen, inrichtingen of instellingen, die rechtspersoonlijkheid bezitten, in België hun maatschappelijke zetel, hun voornaamste inrichting of hun zetel van bestuur of beheer hebben en zich met een exploitatie en verrichtingen van winstgevende aard bezighouden. In dit artikel zitten drie voorwaarden vervat: het bezitten van rechtspersoonlijkheid; het in België gevestigd zijn; het zich bezighouden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard. Artikel 181 WIB 1992 Vóór de wet van 2 mei 2002 Voor de VZW s stelt artikel 181 dat zij die specifieke 3 activiteiten uitoefenen, niet aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen, hoewel deze VZW s zich bezighouden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard. Aanpassing door de Wet van 2 mei 2002 De wet voegt een bijkomende uitzondering toe aan de instellingen die onder de rechtspersonenbelasting vallen. 1 Voor een grondige studie van het fiscaal statuut van de VZW dienen de volgende werken terzake geraadpleegd te worden (DESCHRIJ- VER, D., VZW & Belastingen, Kalmthout, Biblo, 2000, 526 p.; VAN HECKE, R., e.a., ABC van de non-profit, Wevelgem, Uitgeverij Fiscaal Informatief, 2003, 4 delen). 2 Een bijzonder interessant artikel in dit verband is de bijdrage van Dirk DESCHRIJVER (DESCHRIJVER, D., Enkele fiscaalrechtelijke aspecten van de wet van 2 mei 2002 op de verenigingen en de stichtingen, R.W , nr. 26, 1 maart 2003, ). 3 Het betreft de volgende activiteiten: De vereniging zonder winstoogmerk en de andere groeperingen en verenigingen die geen winstoogmerk nastreven, wanneer die verenigingen uitsluitend of hoofdzakelijk tot doel hebben het bestuderen, het beschermen en het bevorderen van de professionele of interprofessionele belangen van hun leden; de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen en verenigingen die geen winstoogmerk nastreven, wanneer die groeperingen en verenigingen het verlengstuk of de emanatie zijn van verenigingen of groeperingen bedoeld onder punt I, en wanneer ze uitsluitend of hoofdzakelijk tot doel hebben het vervullen, in naam en voor rekening van hun aangeslotenen van alle of van een deel van de verplichtingen of formaliteiten die aan die aangeslotenen zijn opgelegd (wegens het feit dat zij personeel tewerkstellen of ter uitvoering van de fiscale of sociale wetgeving) of het helpen van hun aangeslotenen bij het vervullen van die verplichtingen of formaliteiten; de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen of verenigingen die geen winstoogmerk nastreven, en die, ter uitvoering van de sociale wetgeving, belast worden met het innen, centraliseren, kapitaliseren en verdelen van de fondsen bestemd voor de toekenning van de voordelen bepaald in de wetgeving;

8 8 Er wordt uitdrukkelijk in de wet ingeschreven dat bepaalde instellingen die opgericht zijn met toepassing van de wet van 27 juni 1921 betreffende de vereniging zonder winstoogmerk, de internationale vereniging zonder winstoogmerk en de stichtingen, vallen onder het regime van de rechtspersonenbelasting. Er wordt evenwel één voorwaarde gesteld, met name dat de activiteit van de verenigingen en stichtingen louter bestaat in de certificatie in de zin van de wet van 15 juli 1998 betreffende de certificaten en effecten uitgegeven door handelsvennootschappen, en de door hen uitgegeven certificaten krachtens 13, 1, eerste lid van dezelfde wet voor de toepassing van het WIB gelijkgesteld worden met de effecten waarop ze betrekking hebben. Een kernvraag in deze is wanneer er sprake kan zijn van transparantie. Het lijkt erop dat het belangrijkste criterium ter beoordeling of er sprake is van transparantie, de wijze van uitkering van het dividend door de emittent van de certificaten is. Dus wanneer de emittent niet onmiddellijk (d.w.z. in principe binnen de vijftien dagen) en na aftrek van eventuele kosten, aan de houder van certificaten dividenden betaalbaar stelt, is er niet van een transparante certificering sprake. D. DESCHRIJVER stelt zich tenslotte de vraag of deze instellingen in het geval van transparante certificering uitdrukkelijk van de toepassing van de vennootschapsbelasting dienen te worden uitgesloten. Vallen zij, wegens zulke activiteiten per definitie dan niet onder de rechtspersonenbelasting, daar van exploitatie of verrichtingen van winstgevende aard geen sprake lijkt te zijn? Artikel 182 WIB 1992 Zelfs al valt de VZW niet onder één van deze voorgaande uitzonderingen, dan betekent dit nog niet noodzakelijk dat de betrokken VZW zal worden onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Een volgend wetsartikel voorziet immers nog een drietal uitzonderingen, die ditmaal betrekking hebben op de ontplooide activiteit en niet zozeer op de doelstelling. Artikel 182 WIB 1992 stelt dat niet beschouwd worden als verrichtingen van winstgevende aard ten name van de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen of verenigingen die geen winstoogmerk nastreven: de alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen; de verrichtingen die bestaan uit het beleggen van de fondsen die zij vergaarden bij het volbrengen van hun statutaire opdracht; de verrichtingen die bestaan uit een bedrijvigheid die slechts bijkomstig op nijverheids-, handelsof landbouwverrichtingen betrekking heeft of niet volgens nijverheids- of handelsmethoden wordt uitgevoerd. Indien men onder geen enkele van deze uitzonderingen valt, zal men, om te weten of de betrokken VZW al dan niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen is, een uitspraak moeten doen betreffende de interpretatie van de begrippen het zich bezig houden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard, en dit zal casuïstiek worden. Voorbeelden onderscheid vennootschapsbelasting/ rechtspersonenbelasting In een eerste fase gaan we aan de hand van een aantal algemene voorbeelden na hoe het onderscheid dient gemaakt te worden. Vervolgens updaten we dit aan de hand van recente rechtspraak. de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen of verenigingen die geen winstoogmerk nastreven en die uitsluitend of hoofdzakelijk tot doel hebben het verstrekken of het steunen van onderwijs: de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen of verenigingen die geen winstoogmerk nastreven, die uitsluitend of hoofdzakelijk tot doel hebben het organiseren van handelsbeurzen en tentoonstellingen; de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen en verenigingen die geen winstoogmerk nastreven, die als dienst voor gezins- en bejaardenhulp erkend zijn door de bevoegde minister of staatssecretaris; de verenigingen zonder winstoogmerk en de andere groeperingen of verenigingen die geen winstoogmerk nastreven, die erkend zijn voor de toepassing van artikel 104 eerste lid J, b, d, e en h, en 4 of die het zouden zijn indien ze daartoe een aanvraag indienden of omdat ze alle voorwaarden vervullen waaraan die erkenning is onderworpen behoudens die welke al naargelang van het geval, erin bestaat een activiteit met nationaal karakter te hebben of een invloedsgebied te hebben dat een van de cultuurgemeenschappen of het gehele land zou bestrijken.

9 9 Uitbating van een domein waarop een autocircuit is aangelegd H. PRIMS 4 haalt het voorbeeld aan van de uitbating van een domein waarop een autocircuit is aangelegd. De activiteiten van de VZW bestonden uit het verhuren van het domein, het onderverhuren van de omloop met bijkomstige exploitatie van zwembad, camping, speeltuin, winkel, bar en frituur. Hoewel de Administratie der Belastingen meende dat een winstgevende bezigheid werd beoefend, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen deze argumentatie weerlegd. Als voornaamste argumenten heeft het Hof weerhouden dat het verhuren van het domein en de onderverhuring voornamelijk als doel hadden de toeristische infrastructuur van het domein in stand te houden en te verbeteren. Tevens werd het vermogen bij ontbinding aan de gemeente overgedragen. Tenslotte was een belangrijke overweging dat de exploitatie van speeltuin, camping, bars en frituur slechts een bijkomend karakter hadden ten aanzien van het onbaatzuchtig doel van de VZW. Ook het feit dat de omloop voorheen door een handelsvennootschap werd uitgebaat, verandert niets aan de situatie. Voorbeeld inzake VZW s actief in de sociale en culturele sector Veel verenigingen uit de sociale en culturele sector beschikken over een lokaal waarin ze hun activiteiten uitoefenen. Het komt voor dat in dit lokaal af en toe feestelijkheden worden ingericht ter spijziging van de kas. De minister van Financiën heeft reeds in 1981 bevestigd 5 dat een vereniging die zich beperkt tot het verwezenlijken van verrichtingen van dergelijke aard, onderworpen is aan de rechtspersonenbelasting. Evenwel dient het alleenstaand of uitzonderlijk karakter van de verrichtingen slechts per belastbaar tijdperk beoordeeld te worden. De vraag is of dit standpunt nog eveneens geldig is anno Voorbeeld uit de medische sector Ook in de medische sector kunnen we voorbeelden vinden in verband met de vraag of een bepaalde VZW al dan niet onderworpen is aan de vennootschapsbelasting. H. PRIMS 6 haalt het volgende voorbeeld aan uit de medische sector. Een VZW werd opgericht door een aantal artsen met als statutair doel, door het bijeenbrengen van de nodige middelen, bij te dragen tot een gespecialiseerde kwaliteitsgeneeskunde in het ziekenhuis ten dienste van de bevolking ter plaatse en van alle overige zieken die een beroep mogen doen op deze diensten. De VZW int de erelonen van de geneesheren en herverdeelt deze voor de geneesheren na aftrek van een aantal sommen, zoals een forfaitaire jaarlijkse bijdrage per geneesheer, een procentuele bijdrage ter dekking van de beheerskosten, een bijdrage voor het spijzen van een steunfonds en ter vergoeding van kosten gedragen in het kader van de kosten die niet gedekt zijn door de verpleegdagprijs. De VZW werkt enkel op basis van erelonen conform de nomenclatuur van het RIZIV en sloot haar rekeningen na het eerste boekjaar af met een batig saldo, dat werd verdeeld over enkele reservefondsen. Het Hof te Luik besliste dat deze VZW onderworpen is aan de rechtspersonenbelasting, gezien zij geen winstoogmerk nastreeft, niet van haar ideële doelstelling is afgeweken en noch verrichtingen met winstgevend karakter heeft ondernomen, noch industriële of commerciële methoden heeft gebruikt. Een ander klassiek voorbeeld wordt aangehaald door D. DE- SCHRIJVER 7. Het betreft een arrest van het Hof van Beroep van Luik van 8 februari De feiten die aan de grondslag liggen van het arrest, zijn vrij klassiek. Een VZW int de erelonen van een arts verbonden aan een VZW-ziekenhuis. Deze vormt een pool met alle aangesloten leden. De VZW stort de erelonen door aan de artsen na inhouding van een bedrag voor haar kosten en een bedrag om een reserve aan te leggen, en na toepassing van de statutair bepaalde verdeelsleutel, onder de leden. Het Hof van Beroep te Luik oordeelt in het arrest dat het geheel van de door de VZW geïnde erelonen in principe bij de arts belastbaar is. De statuten voorzien immers niet in een afstand van erelonen aan de VZW. Ze treedt dus volgens het Hof enkel op als mandataris bij de inning en enkel als een tussenpersoon bij de betaling ervan. De ingehouden bedragen worden als aftrekbare beroepskosten bij de arts aangemerkt. Van 4 PRIMS, H., VZW-Zakboekje, Mechelen, Kluwer, 2004, PRIMS, H., o.c., Ibidem, DESCHRIJVER, D., o.c., 114.

10 10 enige belastbaarheid terzake in hoofde van de VZW is terecht geen sprake, daar zij enkel optreedt als een betalingsinstantie en geen inkomsten geniet, ook al is zij, volgens de auteur, in principe wel aan de rechtspersonenbelasting onderworpen. Verkondiging en verspreiding van het evangelie Aan de vennootschapsbelasting is onderworpen, de VZW die de verkondiging en de verspreiding van het evangelie als statutair doel heeft, en die onder meer gewezen delinquenten kosteloos huisvest met het oog op hun maatschappelijke integratie. In feite blijkt de hoofdactiviteit de permanente uitbating van een spijshuis te zijn en dit met aanwending van handelspraktijken 8. Recente tendensen omtrent de onderwerping aan de rechtspersonenbelasting of de vennootschapsbelasting Twee belangrijke tendensen dienen onderscheiden te worden. De eerste tendens is het feit dat in de Programmawet van december 2002 de strijd tegen de zogenaamde valse VZW s werd afgekondigd 9. Een volgende tendens betreft een aantal recente interessante uitspraken van rechters in Rechtbanken van Eerste Aanleg of Hoven van Beroep. Een eerste reeks gerechtelijke uitspraken betreft de klassieke vraag of de rechtspersonen onderworpen zijn aan de bestaande rechtspersonenbelasting of de vennootschapsbelasting. Gebruikelijk betreft het hier VZW s. Een aantal arresten uit 2003 en 2004 worden besproken door E. DE GROOTE en N. DEMEYERE in een recent artikel in het tijdschrift Fiscale Actualiteit 10. Een van de tendensen die zij zien, is het feit dat de hoven en rechtbanken vasthouden aan het objectief criterium (het uitbaten van een exploitatie of van verrichtingen van winstgevende aard met een rationele organisatie en een economisch doel) in plaats van het subjectieve criterium (al dan niet winstoogmerk). In een eerste arrest heeft het Hof van Beroep te Gent 11 geoordeeld dat de vergoeding tot het ter beschikking stellen van lokalen van een clubhuis aan een VZW, waarbij het recht tot uitbating voor eigen rekening van het clubhuis werd geregeld, niet aangezien werd als een verhuur van onroerend goed. Bijgevolg kan men uit de feitelijke omstandigheden afleiden dat het eerder een uitbatingsconcessie betrof. De vergoedingen die worden ontvangen, zijn dan ook belastbaar onder de vennootschapsbelasting. Een volgende zaak betreft een arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen van 10 juni De vraagstelling is klassiek. Alle entiteiten zijn aan de vennootschapsbelasting onderworpen behoudens zij die op basis van specifieke wetsbepalingen vrijgesteld zijn. De wet voorzag op dat moment dat de VZW s die door overheden werden gesubsidieerd, vrijgesteld konden worden van vennootschapsbelasting. De VZW waarvan sprake, had als doelstelling de promotie van de paardensport. De VZW werd volgens de Administratie niet direct doch indirect gesubsidieerd. Het Hof van Beroep stelde eveneens vast dat de subsidie niet rechtstreeks werd toegekend en dat de VZW bijgevolg niet rechtstreeks kon worden vrijgesteld. Principieel dient dus besloten te worden tot de onderwerping aan de vennootschapsbelasting. Het Hof van Beroep oordeelt verder dat verrichtingen van de VZW betrekking hebben op haar activiteiten die slechts bijkomstig zijn aan de verwezenlijking van het doel, zijnde de bevordering van paardenrennen en draverijen in de streek. De VZW heeft als inkomsten: inkomgelden, giften van de eigenaars van de paarden, buffet, percentage op weddenschappen, verkoop van programmabladen, subsidies en milddadigheid. Het Hof besluit dan ook dat de voornaamste activiteit van de VZW bestaat in het organiseren van sportieve manifestaties, zijnde paardenrennen en dat de inkom- 8 Ibidem, Artikel 31 van deze Programmawet. 10 DE GROOTE, E. en DEMEYERE, N., Rechtspersonenbelasting: overzicht van de nieuwigheden, Fiscale Actualiteit 2004, nr. 35, Gent 20 december 2000, T.F.R. 2001, nr. 200, 424 met noot H. BERVOETS. 12 Antwerpen 10 juni 2003, besproken in DE GROOTE, E. en DEMEYERE, N., l.c., 6.

11 11 sten van de diverse nevenactiviteiten (buffet, verkoop programmabladen,...) bijkomstig zijn aan deze manifestaties. De betrokken verrichtingen zijn dan ook geen verrichtingen van winstgevende aard zodat de vennootschapsbelasting niet van toepassing is. In een vonnis van 7 mei 2003 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Bergen 13 geoordeeld dat een rusthuis onderworpen was aan de vennootschapsbelasting. De feiten die aanleiding gegeven hebben tot het vonnis, vatten we hierna samen. Een rusthuis uitgebaat via een VZW heeft als belangrijkste activiteit het ter beschikking stellen van kamers en het verzorgen van bejaarden. Zij dient aangiften in de rechtspersonenbelasting in. De Administratie wenst de VZW aan de vennootschapsbelasting te onderwerpen en roept daarbij in dat: de VZW zich bezighoudt met verrichtingen van winstgevende aard; daarbij handels- of nijverheidsmethoden worden aangewend (publiciteit, externe financiering,...); belangrijke rentegevende voorschotten door de leden werden toegestaan en de leden zich aldus verrijken; onroerende goederen eerst door de VZW werden aangekocht en nadien aan een van de leden werden verkocht aan een lage prijs en de lokalen nadien terug aan de VZW werden verhuurd voor niet-marktconforme huurprijzen en de VZW aldus ook op die wijze voordelen verschafte aan de leden. De VZW betwist het standpunt van de Administratie. Na in bezwaar te zijn afgewezen, legt de VZW de zaak aan de Rechtbank voor. De Rechtbank stelt dat de activiteiten van de VZW geen handelsexploitatie uitmaken. Zij overweegt dat de bijdragen van de bejaarden werden bepaald op grond van criteria die door het RIZIV werden vastgesteld en dat de mogelijke bijkomende vergoedingen, zoals de telefoon en de was, alleen een terugbetaling uitmaakten van de door de VZW gemaakte kosten. Ook de publiciteit die door de VZW werd gemaakt gedurende zijn eerste jaar van bestaan, wordt als normaal aangezien. De substantiële schulden die door de VZW werden aangegaan, zijn bestemd om de gebouwen aan de opvang van bejaarden aan te passen en vormen, volgens de Rechtbank, evenmin winstgevende activiteiten. Nochtans oordeelt de Rechtbank dat de VZW aan de vennootschapsbelasting moet onderworpen worden gelet op het feit dat sommige bestuurders belangrijke leningen aan de VZW hebben verstrekt en de intrest die op deze leningen werd toegekend, niet in overeenstemming was met de op de markt bestaande tarieven (tot 23%). Daarnaast oordeelt de Rechtbank dat belangrijke voordelen aan de leden en/of bestuurders van de VZW werden toegekend zoals de hoge huur voor de gebouwen die ter beschikking werden gesteld, maar die de VZW, gelet op de lamentabele toestand, zelfs niet gebruikte. De Rechtbank gaat echter niet in op de vraag van de Administratie om geen rekening te houden met de verliezen geleden in vorige boekjaren omwille van het feit dat deze niet in een regelmatige aangifte zouden zijn vermeld. Beroepsverliezen kunnen worden bewezen door alle middelen van gemeen recht. De vorige beroepsverliezen kunnen worden in aftrek gebracht ook al was de VZW voor die vorige jaren onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Het boekhoudkundig verlies werd immers veroorzaakt door beroepskosten gemaakt in het raam van de uitoefening van de maatschappelijke activiteit van de VZW. Een ander vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Namen van 28 april 2004 handelt over een soortgelijke vraagstelling. De fiscus vond dat een erkend rusthuis aan de vennootschapsbelasting moest onderworpen worden omdat er sprake was van een hotel en restaurantexploitatie. Maar de Rechtbank vond dat deze exploitatie bijkomstig was aan het ideële hoofddoel. Ook haalt het rusthuis ongeveer de helft van zijn werkingsmiddelen uit subsidies en bijdragen van rusthuisbewoners, dus niet hoofdzakelijk uit het hotel en het restaurant Rb. Bergen 7 mei 2003, Fiscofoon 2004, nr. 258, Rb. Namen 28 april 2004, besproken door DE GROOTE, E. en DEMEYERE, N., l.c., 6.

12 12 In een volgend arrest van het Hof van Beroep te Bergen van 28 juni was de vraagstelling aan de orde of het beheer van een secretariaat en het ter beschikking stellen van een kabinet en medisch materiaal aan geneesheer-specialisten door een VZW tegen een percentage van de honoraria onder de vennootschapsbelasting diende te ressorteren. Het Hof oordeelde dat de VZW niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen was omdat er geen andere elementen dan de voormelde elementen waren om tot een onderwerping te komen. De Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge heeft dan weer geoordeeld dat de VZW die tot doel heeft de bevordering van de tennissport en die een tennisclub exploiteert, niet aan de vennootschapsbelasting is onderworpen 16. De cafetaria werd uitgebaat door een zelfstandige. De tennislessen werden gegeven door onafhankelijke leraars. Uit het loutere feit dat de VZW huur betaalt aan een aantal vennootschappen waarvan bestuurders ook betrokken zouden zijn bij de tennisclub, kan niet worden afgeleid dat de club winst nastreeft. Ook uit het feit dat de huurprijzen bepaald worden uit de te verwachten resultaten van de VZW, kan niet worden afgeleid dat de VZW handels- en nijverheidsmethoden gebruikt. Een Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent heeft geoordeeld dat de werkelijke bedrijvigheid van de VZW bepalend is voor de vraagstelling naar de onderwerping. In casu bleek uit de feiten dat de economische activiteit (de winstgevende verkoop van cd s) veruit de belangrijkste activiteit was in vergelijking met de zogezegde ideële doelstelling van de VZW, met name het behartigen van de professionele belangen van de artiesten in het niet-commerciële muziekcircuit. Het kwantitatieve criterium heeft hier de doorslag gegeven 17. De inkomsten van een VZW bestaan uitsluitend uit vergoedingen voor onderzoekingen en keuringen van elektrische huishoudelijke en industriële installaties. De activiteit van de onderzoekingen en keuringen wordt op een professionele wijze georganiseerd (inzet van personeel, reclame en commerciële uitbating). De activiteit betreft geen bijkomstige activiteit en wordt volgens handelsmethoden uitgevoerd. Volgens de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven 18 is de VZW dan ook aan de vennootschapsbelasting onderworpen. Een VZW met een onbaatzuchtig doel (de bevordering van de katholieke eredienst en van parochiale werken) haalt zijn inkomsten hoofdzakelijk uit het verhuren van lokalen aan verenigingen en het uitbaten van een café. De VZW dient een aangifte in de rechtspersonenbelasting in, maar de Administratie wil de VZW aan de vennootschapsbelasting onderwerpen. De VZW kan niet aantonen dat zij de inkomsten uit de verhuur van lokalen en de uitbating van het café aanwendt voor haar onbaatzuchtig doel. Het café wordt volgens de normale handelsmethoden uitgebaat en de activiteiten kunnen niet als bijkomstig beschouwd worden. De inkomsten uit de winstgevende activiteiten vormen ongeveer 90% van de totale inkomsten van de VZW. De VZW moet bijgevolg aan de vennootschapsbelasting onderworpen worden 19. Een vrije radio die is georganiseerd onder de vorm van een VZW, en die de klok rond uitzendt, verwerft reclame-inkomsten voor een bedrag van BEF in 1984 en BEF in De Administratie is van oordeel dat de VZW moet worden onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Het Hof van Beroep van Gent 20 is het daarmee niet eens. Het is duidelijk dat de reclame-inkomsten ontoereikend zijn om de werkingskosten te dekken. Het uitzenden van reclame wordt door het Hof vergeleken met het ter beschikking stellen van reclameruimte, bijvoorbeeld rondom een voetbalveld. Het heeft een zeer bijkomstig karakter. 15 Bergen 28 juni 2002, F.J.F. 2003, 2003/ Rb. Brugge 13 april 2004, besproken in DE GROOTE, E. en DEMEYERE, N., l.c., Rb. Gent 24 december 2003, besproken in DE GROOTE, E. en DEMEYERE, N., l.c., Rb. Leuven 5 september 2003, Fisc. Act. 2004/4, 9 (geciteerd in OCSBA - Fiscale Club nr. V12 051). 19 Antwerpen 25 november 2003, Fiscoloog 2003, nr. 921, 11 (geciteerd in OCSBA - Fiscale Club nr. V12 052). 20 Gent 10 september 2002, Fiscoloog 2002, nr. 869, 10 (geciteerd in OCSBA - Fiscale Club nr. R03 049).

13 13 Een VZW is niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting wanneer de bedrijvigheid slechts bijkomstig op nijverheids-, handels- of landbouwverrichtingen betrekking heeft of niet volgens nijverheids- of handelsmethoden wordt gevoerd (artikel 182, 3 WIB 1992). In de aan het Brusselse Hof van Beroep 21 voorgelegde casus betrof het een VZW die aan adviesverlening deed op het medisch en juridisch vlak en zich bezighield met socioculturele animatie. Volgens het Hof was de methode van bedrijfsvoering (publiciteit, het vragen van een geringe vergoeding,...) ondergeschikt aan het doel, nl. het iedereen mogelijk maken beroep te doen op een specialist. Een laatste opmerkelijke uitspraak betreft het zogenaamde Oxfamvonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven 22. De discussie handelde over het feit of de VZW die een wereldwinkel uitbaat, aldaar niet onderworpen was aan de vennootschapsbelasting. De rechter geeft de fiscus gelijk die stelt dat het uitbaten van (een keten van) winkels een geheel van verrichtingen van winstgevende aard en een exploitatie uitmaakt. In feite dient de VZW principieel aan de vennootschapsbelasting te worden onderworpen. Aan de andere kant vindt de Rechtbank dat de winkelexploitaties in dit geval niet gevoerd worden overeenkomstig de normale handels- of nijverheidsmethoden. De verkoop van de producten kadert in een actie om de klanten te sensibiliseren omtrent het begrip eerlijke handel, een begrip dat vreemd is aan de normale handel. Er kan geconcludeerd worden dat de Rechtbank te Leuven eerder een kwalitatief criterium hanteert om te besluiten dat deze verrichtingen van winstgevende aard bijkomstig zijn. Het vonnis is aan kritiek onderhevig geweest in de rechtsleer 23. Tenslotte dient men de nodige aandacht te hebben voor een antwoord van de minister van Financiën op een parlementaire vraag omtrent de impact van de wijzigingen op verliesrecuperatie. De vraag betreft de mogelijkheid om verliezen die werden gerealiseerd onder het stelsel van de rechtspersonenbelasting, te recupereren op de winsten behaald onder het stelsel van vennootschapsbelasting. De Minister heeft duidelijk gesteld dat het niet mogelijk is de vroegere gerealiseerde verliezen af te zetten ten opzichte van de winsten in de vennootschapsbelasting. De omgekeerde vraag is tevens aan de orde gekomen. Met name rijst de vraag of alle vennootschappen wel per definitie aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn. Volgens bepaalde Rechtbanken van Eerste Aanleg 24 kan een patrimoniumvennootschap onder de vennootschapsbelasting belast worden als er verschillende winstgevende activiteiten uitgeoefend worden die een gewone bedrijvigheid opleveren. Een patrimoniumvennootschap daarentegen die enkel verhuurt aan particulieren en pacht aan landbouwers, die geen afschrijvingen of personeelskosten aftrekt, en geen dividenden uitkeert, is onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. De Administratie ging daar niet mee akkoord, maar de Rechtbank van Brugge stelde haar in het ongelijk. Zelfs al werd de vennootschap opgericht vanuit het oogpunt van belastingvermijding, de Rechtbank stelt vast dat zij geen verrichtingen van winstgevende aard stelt en dat zij de onroerende goederen enkel beheert zoals een goede huisvader zijn privé-patrimonium zou beheren. Ook de statutaire mogelijkheid dat dividenden worden uitgekeerd, is geen beletsel voor de Rechtbank. Volgende lessen kunnen hieruit getrokken worden: in principe zouden de statuten moeten verbieden dat dividenden worden uitgekeerd, doch dit is niet noodzakelijk; er mag enkel verhuurd worden aan particulieren; afschrijvingen of personeelskosten mogen niet afgetrokken worden; er mogen geen verrichtingen van winstgevende aard gesteld worden; onroerend goed dient louter beheerd te worden. 21 Brussel 23 november 2000, Fiscoloog 2000, nr. 857, 10 (geciteerd in OCSBA - Fiscale Club nr. R03 048). 22 Rb. Leuven 28 november 2003, Fiscoloog 2003, nr. 935, 6; F.J.F. 1 februari DESCHRIJVER, D., De (non-)taxatie van de Oxfam-wereldwinkels, TRV 2004, Rb. Brugge 5 maart 2002, Fiscale Koerier 2002, 4 juni 2002; Gent 29 januari 2002, Fiscaal Informatief 2003, nr. 9; F.J.F. 2002, 1 december 2002; Fiscofoon 2002, nr. 227, 813 met noot D. DE SCHRIJVER.

14 14 Belastbare basis Wat de bepaling van de belastbare basis betreft, werden geen wetswijzigingen aangebracht aan de wetgeving terzake in de periode die het voorwerp uitmaakt van dit artikel. De VZW zal belastbaar zijn op bepaalde onroerende inkomsten, roerende inkomsten en bepaalde meerwaarden 25. Specifiek voor de VZW s voorziet artikel 223 WIB 1992 in de belastbaarheid van bepaalde vergoedingen indien de kosten, zoals vermeld in de artikelen 57 en 195 WIB 1992, niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave. Het gaat hier om lonen, wedden, pensioenen, erelonen gedaan aan personeelsleden en bedrijfsleiders evenals de stortingen voor sociale verzekering en voorzorg en extralegale pensioenbijdragen. Na het kort aangeven van de verschillende inkomstencategorieën uit de rechtspersonenbelasting, gaan we na of er in de betrokken periode interessante rechtspraak, rechtsleer of administratieve standpunten terzake gepubliceerd zijn. De inkomsten uit onroerende goederen Onder de rechtspersonenbelasting is de onroerende voorheffing, die gevestigd wordt op het kadastraal inkomen van haar niet-verhuurd onroerend goed, de eindbelasting 26. Er wordt een belasting geheven tegen een tarief van 39% (of 40,17% inclusief de aanvullende crisisbelasting) voor: de inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende goederen, behalve indien zij vrijgesteld zouden zijn, mochten ze in België gelegen zijn; het gedeelte van het bedrag van de huurprijs en van de huurkosten van in België gelegen onroerende goederen dat hoger ligt dan het kadastraal inkomen 27. Het tarief bedraagt 20,6% voor de bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of van opstal. Ook de inkomsten van onderverhuring of de overdracht van huur van al dan niet gemeubileerde onroerende goederen valt onder voornoemde belasting van 20,6% 28. Meerwaarden De meerwaarden verwezenlijkt door de overdracht van onbebouwde onroerende goederen worden als volgt belast: 33%, wanneer het onbebouwd onroerend goed wordt vervreemd binnen de 5 jaar na verkrijging ervan; 16,5%, wanneer de onbebouwde onroerende goederen worden vervreemd meer dan 5 jaar en minder dan 8 jaar na de verkrijging ervan. De meerwaarden verwezenlijkt door verkoop van belangrijke participaties worden belast met een tarief van 16,5%. 25 Artikelen 221 en 222 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen geven aan waarvoor de VZW s belasting verschuldigd zijn. Zij worden belast op: het kadastraal inkomen van hun in België gelegen onroerende goederen, wanneer dit kadastraal inkomen niet van onroerende voorheffing is vrijgesteld ingevolge artikel 253 of ingevolge bijzondere wettelijke bepalingen; inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen en in artikel 90, 5 tot 7 vermelde diverse inkomsten; de inkomsten van hun in het buitenland gelegen onroerende goederen, behalve indien het onroerende goederen betreft waarvan het kadastraal inkomen zou vrijgesteld zijn van onroerende voorheffing indien die goederen in België gelegen waren; het nettobedrag van de huurprijs en de huurvoordelen van in België gelegen onroerende goederen dat meer bedraagt dan het kadastraal inkomen van die goederen, behoudens indien het betreft: goederen verhuurd aan een natuurlijk persoon die die goederen noch geheel noch gedeeltelijk gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid; goederen verhuurd overeenkomstig de pachtwetgeving en die door de huurder voor land- of tuinbouw worden gebruikt; andere goederen mits de huurder geen winstoogmerken nastreeft en die goederen worden gebruikt voor een van de bestemmingen vermeld in artikel 12; de bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten betreffende in België of in het buitenland gelegen onroerende goederen. Hier zijn ook uitzonderingen op voorzien; de meerwaarden op in België gelegen onbebouwde onroerende goederen of zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen die naar aanleiding van een overdracht onder bezwarende titel worden verwezenlijkt; de meerwaarden op belangrijke deelnemingen die naar aanleiding van een overdracht onder bezwarende titel worden verwezenlijkt. 26 In de praktijk zal de VZW meestal geen belasting betalen daar men vrijgesteld is van het kadastraal inkomen en onroerende voorheffing op basis van specifieke aanwending van het onroerend goed. 27 Deze belasting is niet verschuldigd wanneer de huurder een natuurlijk persoon is die het in huur genomen onroerend goed noch geheel, noch gedeeltelijk gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepsactiviteit en wanneer de huurder het goed gebruikt voor een van de bestemmingen bedoeld in artikel 12 van het WIB. 28 Brussel 13 december 2001, F.J.F. 2002, 2002/133.

15 15 Roerende inkomsten De belasting die de VZW moet betalen op inkomsten uit roerende goederen (kapitalen, obligaties,...) stemt in de regel overeen met de op deze inkomsten ingehouden roerende voorheffing. Deze roerende voorheffing is verschuldigd door de schuldenaar van de inkomsten. Zij bedraagt 25% of 15%, afhankelijk van de aard van het inkomen. Per 30 juni 2001 werd een circulaire gepubliceerd aangaande de verduidelijking van de definitie schuldenaar van de roerende voorheffing wanneer de verkrijger aan de rechtspersonenbelasting onderworpen is 29. Het doel van de circulaire is eraan te herinneren wie de schuldenaar of de verkrijger de roerende voorheffing verschuldigd is wanneer de verkrijger van de inkomsten een aan de rechtspersonenbelasting onderworpen belastingplichtige is. Er werd door de Administratie vastgesteld dat bepaalde schuldenaars of tussenpersonen afzien van de inhouding van de roerende voorheffing onder het voorwendsel dat de roerende voorheffing verschuldigd zou zijn door de verkrijger van de inkomsten, overeenkomstig artikel 262, 1ste lid WIB Artikel 262 WIB 1992 houdt in dat in het buitenland verkregen of geïnde inkomsten dienen aangegeven te worden in de rechtspersonenbelasting. Gebruikelijk wordt op deze inkomsten geen roerende voorheffing betaald daar zij niet in België geïnd of verkregen zijn. Daarnaast heeft de circulaire de aandacht erop gevestigd dat, alhoewel deze inkomsten in België verkregen of geïnd zijn, de schuldenaar of tussenpersoon de nietinhouding heeft verantwoord op basis van bijzondere regimes. Een voorbeeld van een dergelijk bijzonder regime is een pensioenfonds dat houder is van een X rekening in een vereffeningsstelsel dat beheerd wordt door de Nationale Bank. De circulaire heeft er duidelijk de aandacht op gevestigd dat in een dergelijk geval er aangifteplicht is in de rechtspersonenbelasting. Een andere soort van de roerende inkomsten die het voorwerp kunnen uitmaken van een aangifteplicht, zijn de roerende inkomsten die bedoeld worden in artikel 17, 2, 3 WIB Het betreft hier inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen. Dit kan afgeleid worden uit het antwoord op een parlementaire vraag van Volksvertegenwoordigster José LEJEUNE van 27 maart De vraag handelt over het belastingstatuut van de inkomsten die een VZW ontvangt voor het verlenen van het beheer van een cafetaria aan een uitbater. De Minister heeft in deze situatie duidelijk bevestigd dat dient onderzocht te worden of de uitbater een voordeel geniet. Indien er een voordeel is, dient beslist te worden onder welke inkomstencategorie dit voordeel valt. Het betreft hier inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen. Lasten Het betreft hier het ondersteunen van specifieke kosten d.m.v. fiches. Volgens een antwoord op een parlementaire vraag van de heer Yves LETERME van 10 november 2003 door de minister van Financiën 30 zouden de VZW s deze formaliteiten ook moeten vervullen indien ze kosten deden voor rekening van andere VZW s. De Minister bevestigt in zijn antwoord dat de Administratie van mening is dat de doorrekening van kosten beroepsinkomsten vormen in hoofde van de ontvangende VZW, daar volgens artikel 57 WIB 1992 de commissies, makelaarslonen, handels- of andere ristorno s, toevallige of niet toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordeel van alle aard dienen vermeld te worden op deze fiches. Overigens dient, volgens de Minister, de nodige aandacht eraan besteed te worden dat de toekennende rechtspersonen belastbaar zijn ter zake van kosten die niet op deze individuele fiches worden vermeld. 29 Ci.RH. 233/ Bull. V&A Kamer, 12 januari 2004.

16 16 In dit verband dient een artikel uit het Algemeen Fiscaal Tijdschrift van december 2001 aangehaald te worden dat het arrest van het Arbitragehof van 6 april 2000 bespreekt 31. Het Arbitragehof heeft op dat moment de aanslag geheime commissielonen en de rechtspersonenbelasting getoetst aan het gelijkheidsbeginsel. In principe beantwoordt de maatregel aan een objectief criterium maar in bepaalde situaties komt die volgens het Arbitragehof onevenredig zwaar over. De reden van de vraag ligt in het feit dat de aanslag, in tegenstelling tot het regime in de vennootschapsbelasting, niet aftrekbaar is in de rechtspersonenbelasting. In specifieke situaties acht het Hof de aanslag als discriminerend, met name: indien er geen opzet is inkomsten te verbergen; indien de genieters op normale wijze belast worden; indien de aanslag geheime commissielonen niet fiscaal aftrekbaar is. Tarieven Belangrijk om te weten is dat bepaalde onroerende inkomsten aan afzonderlijke tarieven onderworpen kunnen zijn en dat de meeste roerende inkomsten onderhevig zijn aan de bevrijdende roerende voorheffing. Zoniet is er aangifteplicht in de aangifte rechtspersonenbelasting. Artikel 225 WIB 1992 definieert de verschillende soorten van tarieven die van toepassing zijn in de rechtspersonenbelasting. De verschillende mogelijke tarieven zijn 39% (bijdragen, pensioenen, renten en toelagen die niet voldoen om als beroepskosten aftrekbaar te zijn), 33 of 16,5% (meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen voor of na een tijdsspanne van 5 jaar), 16,5% (meerwaarden op belangrijke deelnemingen en meerwaarden op bebouwde onroerende goederen), 300% (niet door individuele fiches en een samenvattende opgave verantwoorde kosten), 39% (onroerende inkomsten uit in België gelegen en verhuurde onroerende goederen 32, onroerende inkomsten uit in het buitenland gelegen en aldaar (niet) verhuurde onroerende goederen), 20% (bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten) en 15% (bepaalde roerende inkomsten). Deze dienen nog verhoogd te worden met een aanvullende crisisbelasting van 3%. Voor bepaalde roerende inkomsten (buitenlandse inkomsten rechtstreeks in het buitenland geïnd, Belgische inkomsten die zonder enige inhouding of storting van de roerende voorheffing zijn toegekend of betaalbaar gesteld, inkomsten waarop ten onrechte geen roerende voorheffing aan de bron werd ingehouden, opbrengsten uit de onderverhuring en huurceelafstand van niet gemeubileerde en gemeubileerde onroerende goederen, concessie van het recht om plakbrieven of andere reclamedragers te plaatsen, jacht-, vis- en vogelvangstrechten) dient de VZW zelf de roerende voorheffing aan te geven en te storten. 31 PEETERS, C., De aanslag geheime commissielonen in de rechtspersonenbelasting getoetst aan het gelijkheidsbeginsel, A.F.T. 2001, december, Behoudens aan private personen verhuurde onroerende goederen.

17 17 Statuut bestuurders Volgens de minister van Financiën zijn bestuurders of vereffenaars van een VZW geen bedrijfsleiders als de VZW niet onderworpen is aan de vennootschapsbelasting, geen onderneming uitbaat en geen handelingen uitvoert die verdergaan dan de toegelaten verrichtingen overeenkomstig artikel 182 WIB De herkwalificatie van huurgelden is hier dan ook niet van toepassing aangezien het niet gaat om bedrijfsleiders. Dit blijkt uit het antwoord op een parlementaire vraag gesteld door de heer ISTASSE 33. De beroepsinkomsten van beheerders uit VZW s die aan de rechtspersonenbelasting onderworpen zijn, worden als baten belast. Hierop is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Zij genieten een gunstiger kostenforfait. Aangifte Overeenkomstig een Koninklijk Besluit van 20 september kan de aangifte rechtspersonenbelasting ook ingediend worden op een computerafdruk die van de website van de FOD Financiën kan gehaald worden. Indirecte belastingen BTW Wat betreft de belasting op de toegevoegde waarde, zijn er geen wettelijke wijzigingen geweest in de onderzochte periode. Evenwel zijn er een aantal parlementaire vragen gesteld omtrent VZW s en de toepassing van de BTW-wetgeving 35. We bespreken hierna de interessantste vragen. Vormingscursus toepassing BTW Senator NYSSENS vroeg aan de Minister of een VZW die bij het geven van een vormingscursus geen examen afnam van de deelnemers maar hen na afloop een attest van deelname bezorgd, onderworpen is aan de BTW. De Minister heeft vooreerst in zijn antwoord verwezen naar Aanschrijving nr. 25 van 24 december In de regel moet de cursus voor beroepsopleiding of herscholing als doel hebben hen een vak aan te leren of permanente educatie bij te brengen. Het onderwijs moet bovendien gegeven worden gedurende een periode die, in de regel, overeenstemt met een school- of academisch jaar, of zich tenminste uitstrekt over een voldoende periode die noodzakelijk is voor het aanleren van een beroep of om een opleiding of herscholing effectief te verwerven, met inachtneming van een pedagogisch programma met het oog op het organiseren van een examen voor het afleveren van een geschrift. Het afnemen van het examen is bijgevolg noodzakelijk voor de BTW-vrijstelling. BTW-vrijstellingen voor erkende instellingen voor jongeren Overeenkomstig artikel 44, 2, 2 van het W.BTW zijn de diensten en de leveringen van goederen door de instellingen, erkend door de overheid, die ingevolge hun statuten in hoofdzaak tot doel hebben het toezicht over jongelui en de zorg voor een onderhoud, opvoeding en vrijetijdsbesteding te verzekeren, vrijgesteld van BTW. Sinds geruime tijd betaalt het gemeenschapsministerie waaronder cultuur ressorteert, geen subsidies meer uit aan deze verenigingen maar stort zij het geld door aan de gemeentebesturen die het op hun beurt doorstorten aan de betrokken jeugdvereniging. Met de term erkend door de bevoegde overheid heeft de BTW-Administratie in het verleden altijd bedoeld een erkende subsidiëring door de federale overheid waaronder de gewesten en de gemeenschappen. De heer LETERME heeft aan de Minister gevraagd of de jeugdhuizen door deze werkwijze vrij zijn van BTW en indien niet, hoe zij ten opzichte van de fiscale administratie hun erkenning kunnen bewijzen. In het verleden was het immers zo dat het ministerie van Cultuur die de verenigingen subsidieerde, hen een erkenningsbrief stuurde en daarnaast de vereniging ook boekhoudkundig kon aantonen dat zij subsidies ontving. De Minister antwoordde hierop dat 33 Vr. nr. 101 van 1 oktober 1999, V & A Senaat , nr van 25 februari B.S. 26 september 2003, ed. 2, p Deze worden in extenso besproken door R. VAN HECKE (VAN HECKE, R., o.c., deel 2 BTW, 310 e.v.).

18 18 inderdaad een overdracht is gebeurd van bevoegdheid inzake de subsidiëring van de jeugdwerken maar bevestigt dat de opname van de jeugdhuizen in het jeugdwerkenbeleidsplan van de bevoegde gemeente of de Vlaamse Gemeenschapscommissie thans als erkenning geldt ten behoeve van artikel 44, 2, 2 W.BTW. BTW-vrijstelling publicitaire sponsoring van VZW s Y. LETERME heeft in een parlementaire vraag de Minister gevraagd wat de behandeling is van de gelden die door een VZW worden ontvangen in het kader van een sponsoring. Heel wat VZW s zouden hun activiteiten niet enkel via subsidies financieren maar ook via sponsoring door ondernemingen. De sponsoring kan inhouden dat de gelden worden ontvangen met of zonder enige tegenprestatie van de VZW. De vraag is drievoudig: kan de verbintenis waarvoor de VZW geld ontvangt, aangezien worden als een ingevolge artikel 44, 2, 12de W.BTW vrijgestelde dienst ter verkrijging van financiële steun die samenhangt met hun van de BTW vrijgestelde werkzaamheid; dient bij de beoordeling van deze vragen een onderscheid gemaakt te worden tussen de publiciteit die bestaat uit het vermelden van een logo of naam van de sponsor op briefpapier, in een programmaboekje, in een tijdschrift of op T-shirts van de leden van de VZW, op lidkaarten, op publiciteitspanelen rondom de terreinen van de VZW, in kranten of op TV ter bekendmaking van de activiteiten, enzovoort; maakt het een verschil of deze publiciteit wordt gemaakt tijdens het jaarlijks bal, een Vlaamse kermis of opendeurdag die wordt georganiseerd ter verkrijging van financiële steun dan wel tijdens of naar aanleiding van de normale van BTW vrijgestelde activiteiten van de VZW? De Minister heeft duidelijk bevestigd dat het door een VZW vermelden van het logo of de naam van de sponsor in het programmaboekje en tijdschriften of op T-shirts van leden, enz. met de bedoeling de onderneming naambekendheid te geven, een vorm van publiciteit is. Deze reclamedienst is, ongeacht de vorm die eraan gegeven is, een belastbare dienst overeenkomstig artikel 18, 1, tweede lid, 1 van het W.BTW. Daarnaast dient erop gewezen te worden dat de VZW als belastingplichtige kan aangezien worden overeenkomstig artikel 4, 1 van het BTW-wetboek. De Minister heeft bevestigd dat artikel 44, 2, 12 W.BTW niet van toepassing is. Dit artikel slaat immers op de financiële steun die verworven is ten bate van de in artikel 44 vrijgestelde activiteiten en betreft specifiek activiteiten zoals Vlaamse kermissen, liefdadigheidsfeesten, jaarlijkse bals en dergelijke. Diensten van reclame dienen hiervan uitgesloten te worden. Registratierechten De volgende tarieven zijn van toepassing voor schenkingen aan VZW s: 7% (Vlaams Gewest) / 8,80% (Waals en Brussels Gewest) voor schenkingen gedaan aan VZW s; 100 EUR voor schenkingen, inclusief inbrengen om niet, aan de VZW s wanneer de schenker zelf een VZW, een private stichting of stichting van openbaar nut is; 1,10% voor schenkingen van gemeenten aan hun pensioenfondsen (onder de vorm van de VZW). Hiernaast dient te worden opgemerkt dat nog steeds schenkingen door alle voorafgaandelijk genoemde rechtspersonen aan een vennootschap met een sociaal oogmerk niet van een bijzonder evenredig registratierecht kunnen genieten. Van belang is het op te merken dat de schenkingen van goederen (andere dan onroerende goederen) via een handgift, zonder notariële akte, niet aan de heffing van registratierecht is onderworpen DESCHRIJVER, D., l.c., 1013.

19 19 Successierechten Inleiding Twee items belichten we hierna. Enerzijds de legaten gedaan aan een VZW. Anderzijds de taks op het vermogen van de VZW, de zogenaamde taks tot vergoeding van successierechten. Fiscale behandeling van een legaat aan een VZW Een onderscheid dient gemaakt te worden in de wetgeving van de drie gewesten. Vlaams Gewest Een VZW die tijdens haar werking een legaat verkrijgt, is op de verkoopwaarde daarvan aan een bijzonder evenredig successierecht van 8,8% onderworpen. Waals Gewest Een VZW die tijdens haar werking een legaat verkrijgt, is op de verkoopwaarde daarvan eveneens aan een bijzonder evenredig successierecht van 8,8% onderworpen. Brussels Gewest Een VZW die tijdens haar werking een legaat verkrijgt, is op de verkoopwaarde daarvan aan een bijzonder evenredig successierecht van 25% onderworpen. Indien de VZW evenwel erkend is om fiscaal aftrekbare giften te ontvangen, bedraagt deze belasting 12,5%. De patrimoniumtaks Korte toelichting De VZW s zijn jaarlijks verplicht een aangifte in te dienen waaruit het bestaan en de waarde blijkt van de goederen die ze op 1 januari van het aanslagjaar in België bezitten. Op basis hiervan zijn ze een jaarlijkse taks van 0,17% verschuldigd. De taks wordt berekend op de brutowaarde van het patrimonium. Liquiditeiten of het bedrijfskapitaal dat normaal bestemd is gedurende het boekjaar verbruikt te worden voor de activiteit van de vereniging, zijn van de belasting vrijgesteld 37. VZW s waarvan de massa der goederen EUR niet overschrijdt, zijn niet aan de taks onderworpen. Wijziging aangebracht door de Wet van 2 mei 2002 De afschaffing van deze taks werd ook bij de Wet van 2 mei 2002 niet kennelijk om budgettaire redenen door de wetgever overwogen. De basisregel is dat er 0,17% wordt geheven op het belastbaar brutovermogen zoals bestaande op 1 januari van een belastingjaar. Aan dit principe is door de Wet van 2 mei 2002 geen wijziging aangebracht. De belasting dient nog steeds vóór 31 maart van het belastingjaar te worden betaald. De uitzonderingen zijn dat de VZW s die een belastbaar vermogen van niet meer dan EUR bezitten, niet onder deze taks vallen. Een aantal bestanddelen van het vermogen zijn vrijgesteld van de belasting. De Wet van 2 mei 2002 heeft twee nieuwe categorieën van uitzonderingen ingevoerd. Zo is er een eerste categorie die de in het buitenland gelegen onroerende goederen betreft. Zo ook de onroerende goederen die zijn gelegen in de EG of in Zwitserland. Een andere categorie heeft betrekking op de effecten uitgegeven door handelsvennootschappen waarvan de vereniging of stichting als bezitter-emittent wordt aangemerkt krachtens artikel 3 van de Wet van 15 juli 1998 betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen, op voorwaarde dat de certificaten krachtens artikel 13, 1, 1ste lid van dezelfde wet voor de toepassing van het WIB worden gelijkgesteld met de effecten waarop ze betrekking hebben. Door artikel 194 van de Programmawet van 24 december 2002 zijn de woorden artikel 3 van evenwel geschrapt. Dus ook de certificering van deelbewijzen van BVBA s is hier bedoeld. De laatste wijziging betreft een wijziging aan de basisregel dat van de basis geen lasten kunnen worden afgetrokken. Er worden nu twee uitzonderingen aangebracht. Een eerste uitzondering slaat op nog niet betaalde termijnen van hypothecaire leningen, mits de hypotheek is gevestigd op de goederen van de vereniging of stichting en minstens 5% van de hoofdsom van de lening gewaarborgd wordt. 37 PRIMS, H., o.c., 157.

20 20 Een tweede uitzondering heeft betrekking op de door de vereniging of stichting als algemeen legataris van de nalatenschap nog uit te voeren legaten van een geldsom. Conclusie De Wet van 5 mei 2002 heeft op fiscaal vlak niet zo veel wijzigingen aangebracht. Toch zullen naar ons aanvoelen ook de VZW s, door een regelmatigere en performantere controle vanwege de fiscus, geconfronteerd worden met discussies met hun fiscale controleur. L. Goossens Acos Berk Accountants en Belastingconsulenten

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door

Nadere informatie

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus William Wils, accountant De vzw en de fiscus Rechtspersonenbelasting Belasting over de toegevoegde waarde Schenkingsrechten Registratierechten Rechtspersonenbelasting

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Identiteit:......... Repertoriumnr.:... Ondernemingsnr. of nationaal nr.:... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN (artikel 47

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst FINANCIEN. (artikel 47 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Federale Overheidsdienst FINANCIEN. (artikel 47 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) Identiteit :......... Repertoriumnr. :... Nationaal nr. :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN (artikel 47

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Aangeboden door Wouter Devloo IAB Accountant Belastingconsulent

Aangeboden door Wouter Devloo IAB Accountant Belastingconsulent Aangeboden door Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden 1. Begrippen Het betreft hier meerwaarden op immateriële of materiële vaste activa (art. 47 W.I.B. 1992) met als voorwaarde dat een bedrag,

Nadere informatie

Hoe bereid ik mij voor op een fiscale controle?

Hoe bereid ik mij voor op een fiscale controle? Hoe bereid ik mij voor op een fiscale controle? Marc Goossens Director Lindner Hotel Antwerpen 22 september 2015 Ken uw fiscale toestand binnen het fiscaal kader Directe belastingen: - Vennootschapsbelasting

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/2 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve (Programmawet van 19 december 2014) en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Advies

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Het model van het aangifteformulier voor aj. 2015 is verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk? Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk? De programmawet van 27 december 2012 heeft een nieuwe belasting op meerwaarden op aandelen ingevoerd. Meer dan één jaar na de inwerkingtreding, blijven

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) De aangifte moet,

Nadere informatie

Ontbinding en vereffening

Ontbinding en vereffening Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Ontwerpadvies van 4 maart 2015 I. Algemeen

Nadere informatie

GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN OP BEPAALDE EFFECTEN

GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN OP BEPAALDE EFFECTEN Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN OP BEPAALDE EFFECTEN (artikel 513 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016 Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen Luc Maes 24/11/2016 1 1. Afbakening van het onderwerp Inkomstenbelastingen bedrijfsleiders van een handelsvennootschap recente rechtspraak:

Nadere informatie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T Rolnummer 4100 Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12, 1, en 253 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW Ruling over herstructurering en omzetting van VZW AddThis Sharing Buttons Share to LinkedInShare to TwitterShare to Facebook Auteur(s): Stefaan Van Crombrugge Editie: 1521 p. 5 Publicatiedatum: 10 mei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2013 F.12.0198.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0198.F SUPER MARCHÉ SOVET nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) De aangifte moet,

Nadere informatie

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd.

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd. De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd. In het Belgische staatsblad van 12 april 2016 werd het Koninklijk Besluit ( 1 ) gepubliceerd dat de formaliteiten

Nadere informatie

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen Fairness Tax lijst van nog hangende problemen De problemen die rijzen door de wet van 30 juli 2013 kunnen in 4 categorieën worden gerangschikt: - gewenste bevestigingen - gewenste verduidelijkingen - gewenste

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 03.12.2008 1 Inleiding INHOUD I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de inbrenggenietende

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 1 ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN INHOUD Inleiding I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden

2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden www.vdvaccountants.be 30 2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden Hiervoor werd reeds aangegeven dat bepaalde activabestanddelen van de éénmanszaak als stopzettingsmeerwaarden worden belast, andere

Nadere informatie

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet! Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet! Vanaf 1 januari 2018 kan elke belastingplichtige een dividenduitkering van 640 vrijstellen van belastingen. Wat zijn de spelregels:

Nadere informatie

Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige Ondernemingsnummer:... Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel. 0257 257 57 (normaal tarief) AFSCHRIFT te bewaren door de belastingplichtige AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Aftrek voor innovatie-inkomsten Ontwerpadvies van 13 september 2017

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Aftrek voor innovatie-inkomsten Ontwerpadvies van 13 september 2017 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Aftrek voor innovatie-inkomsten Ontwerpadvies van 13 september 2017 I. Inleiding 1. Onderhavig advies geeft toelichting over de boekhoudkundige

Nadere informatie

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE

Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE R Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) De aangifte moet, behoorlijk ingevuld,

Nadere informatie

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)... Identiteit: Ondernemingsnr. of nationaal nr.:........ INVESTERINGSAFTREK van toepassing voor NATUURLIJKE PERSONEN AANSLAGJAAR 0 I. Berekening van de investeringsaftrek A. Eenmalige aftrek Percen- Afschrijfbare

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? Op 30 juli 2013 werd de wet houdende diverse bepalingen omtrent de nieuwe fiscale maatregelen in het kader van de begrotingscontrole

Nadere informatie

3.3.1. Het tariefverschil

3.3.1. Het tariefverschil www.vdvaccountants.be 49 3.3. Motieven van fiscale aard Werken met een vennootschap kan in de fiscale context motieven hebben die zowel betrekking hebben op de inkomstenbelasting als op de successierechten.

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting DEEL 1 Inleiding 31 HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting In België onderscheiden we vier belastingstelsels, namelijk: 1 De directe belastingen

Nadere informatie

Kosten eigen aan de werkgever

Kosten eigen aan de werkgever CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Kosten eigen aan de werkgever info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De bedragen die aan

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/567.657 (AOIF 7/2008). BEROEPSINKOMEN. Anciënniteitspremie. Bezoldiging. Sociaal voordeel. Vrijgesteld inkomen.

Nadere informatie

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens Btw-optimalisering en onroerende verhuur Bart Buelens De wettelijke basis Vrijstelling artikel 135, lid 1, l) Vrijstelling onroerende verhuur artikel 44, 3, 2 Omzetting Verplichte uitzonderingen Artikel

Nadere informatie

Fiscale topics terbeschikkingstelling sportinfrastructuur

Fiscale topics terbeschikkingstelling sportinfrastructuur Fiscale topics terbeschikkingstelling sportinfrastructuur Nathalie Wouters Steven Michiels Advocaat GD&A 1 Fiscale topics 2 Onroerende voorheffing Vrijstellingen Procedure Rechtspersonenbelasting KI Huurgelden

Nadere informatie

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS Fiscale aspecten van de vergoeding van officials Jan LAMMENS Vooraf: vrijwilligersvergoedingen Niet het voorwerp van vanavond want beperkte mogelijkheden tot vergoeding Principes - Gelegenheidswerk voor

Nadere informatie

diverse inkomsten BBB info ajr onderhoudsuitkeringen: algemeen: andere soorten diverse inkomsten voorwaarden van aftrekbaarheid

diverse inkomsten BBB info ajr onderhoudsuitkeringen: algemeen: andere soorten diverse inkomsten voorwaarden van aftrekbaarheid 3 onderhoudsuitkeringen: algemeen: 80% van de onderhoudsuitkeringen die een belastingplichtige betaalt aan een persoon: - die geen deel uitmaakt van het gezin - op grond van een wettelijke verplichting

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

Uiteenzetting van de winst

Uiteenzetting van de winst Uiteenzetting van de winst Yves Verdingh September 2018 Uiteenzetting van de winst 03/10/2018 1 Uiteenzetting van de winst Resultaat van het belastbare tijdperk ( Eerste bewerking ) (code 1410 PN) Is de

Nadere informatie

Memo inzake liquidatiereserve

Memo inzake liquidatiereserve Memo inzake liquidatiereserve 1. Algemeen De verhoogde roerende voorheffing van 25 % op liquidatieboni kan vermeden worden in KMO s: de tijdelijke vastklikregeling voor reserves (omzetting in kapitaal

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

Die reserves kan men al dan niet uitkeren (= dividenduitkering) tegen een gunstig tarief (zie tabel hieronder).

Die reserves kan men al dan niet uitkeren (= dividenduitkering) tegen een gunstig tarief (zie tabel hieronder). Beste Vanaf aanslagjaar 2015 (vanaf boekjaar per kalenderjaar 31/12/2014) kunnen liquidatiereserves in de vennootschap worden aangelegd tijdens de resultaatbestemming. Dit betekent dat een kleine vennootschap

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Gent dd. 12 januari 2005

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Gent dd. 12 januari 2005 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Gent dd. 12 januari 2005 Aanslagjaar 2000 Rol nr 03-2097-A Advocaten: Meester Marc DE BOEL - voor de eiseres 3. FEITEN EN GESCHIL. 3.1. De betwisting handelt

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 INVENTARIS VAN DE VRAGEN BETREFFENDE TITEL II, HOOFDSTUK I, AFDELING 4 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER

Nadere informatie

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen Eind 2011 werd het begrotingsakkoord door de regering Di Rupo goedgekeurd. Een aantal van deze maatregelen hebben rechtstreeks

Nadere informatie

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd Page 1 of 6 Home > Addendum dd. 18.11.2014 bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/574.945) dd. 09.10.2008 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst

Nadere informatie

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2011 - Inkomsten van het jaar 2010 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart 2018 1 I. Inleiding 1. Onderhavig advies geeft toelichting over de boekhoudkundige verwerking

Nadere informatie

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap

Nadere informatie

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN 13 mei 2019 - Aanpassing na de wet van 28 april 2019 Tax Shelter voor Groeibedrijven - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Groeibedrijven Deze checklist heeft betrekking op rechtstreekse

Nadere informatie

Bijzondere liquidatiereserve: CBN stelt twee boekingswijzen voor

Bijzondere liquidatiereserve: CBN stelt twee boekingswijzen voor Bijzondere liquidatiereserve: CBN stelt twee boekingswijzen voor Wim Vandenberghe, Derycke & Vandenberghe Advocaten Na het advies over de gewone liquidatiereserve brengt de CBN nu ook een advies over de

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Moore Stephens Verschelden www.moorestephens.be Onderwerp De investeringsreserve: terug van nooit weggeweest Datum 11 mei 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn

Nadere informatie

Trefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen->

Trefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen-> Details Justel Nummer: N-19970220-13 Rolnummer: F950097F Instantie: Hof van Cassatie, België Datum : 20/02/1997 Type van beslissing: Arrest Samenvatting Wanneer een vennootschap anders dan per kalenderjaar

Nadere informatie

Spotlights - juni 2014

Spotlights - juni 2014 Spotlights - juni 2014 De fairness tax, eindelijk (wat) verduidelijking Met ingang van aanslagjaar 2014 zijn de zogenaamde "grote" vennootschappen onderworpen aan een nieuwe belasting, de "fairness tax".

Nadere informatie

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen 13 mei 2019 - update n.a.v. de wijzigingen door de wet van 28 april 2019 Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen Deze checklist heeft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MEI 2005 F.02.0036.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.02.0036.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, wiens kabinet gevestigd is te 1000 Brussel, Wetstraat 12,

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............ Ondernemingsnummer :... Berekening van de aftrek voor risicokapitaal Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider Home > Recente wijzigingen > FAQ Btw Deeleconomie FAQ Btw Deeleconomie Betreft de mogelijkheid tot het ruilen en het delen van ruimtes, goederen of werktuigen tussen particulieren via een elektronisch

Nadere informatie

De bezoldigingstheorie. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten

De bezoldigingstheorie. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten De bezoldigingstheorie Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten 1. Aftrekbaarheid beroepskosten Kosten zijn overeenkomstig art 49 WIB 1992 aftrekbaar indien (cumulatief): - De kosten houden noodzakelijk

Nadere informatie

Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art.

Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art. 350 HOOFDSTUK 1 Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art. 231, 3 WIB 1992) AFDELING 1 Begripsomschrijving en situatieschets

Nadere informatie

DIVIDEND Wanneer moet u een dividend toekennen? Wanneer mag u geen dividend toekennen? Wanneer fiscaal gezien een goede keuze?

DIVIDEND Wanneer moet u een dividend toekennen? Wanneer mag u geen dividend toekennen? Wanneer fiscaal gezien een goede keuze? Binnenkort moet u op de jaarvergadering een bestemming geven aan de winst voor boekjaar 2014. U kunt die winst uitkeren als dividend of tantième of ze reserveren. Wanneer is een bepaalde winstbestemming

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

11. Cijfervoorbeelden

11. Cijfervoorbeelden 11. Cijfervoorbeelden "-,.. Overdracht van losse bestanddelen aan een vennootschap Voorbeeld 1 - Tijdens de beroepswerkzaamheid Een natuurlijk persoon verkoopt volgende bestanddelen aan een vennootschap:

Nadere informatie

VENNOOTSCHAPSBELASTING

VENNOOTSCHAPSBELASTING VENNOOTSCHAPSBELASTING v I. Toepassingsgebied o Binnenlandse Maatschappelijke zetel Voornaamste inrichting in België Zetel van bestuur of beheer Twee elementen zijn belangrijk. Het gaat over binnenlandse

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Moore Stephens Informatief 148 www.moorestephens.be Onderwerp Welke interest mag u nu betalen op uw rekening-courant? Datum 24 september 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons

Nadere informatie

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie BTW BASISREGELS (Artikelen 4, 50, 1, 53, 1 en 56bis van het Btw-Wetboek) PRINCIPE De natuurlijke persoon die geregeld diensten verricht in het kader

Nadere informatie

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Sedert enkele jaren hebben zelfstandigen de mogelijkheid om via hun sociaal verzekeringsfonds een aanvullend pensioen op te bouwen, het zogenaamde

Nadere informatie

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder. vzw Zevenbunder, NIEUWE STATUTEN Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008 De statuten van de vzw worden gewijzigd door de volledige vervanging van de teksten, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Na de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gisteren ook de Senaat diverse fiscale

Nadere informatie

2. Wat is het fiscale voordeel?

2. Wat is het fiscale voordeel? 2. Wat is het fiscale voordeel? 2.1. verlaagd tarief behouden Bij twee van de voorwaarden om recht te hebben op het verlaagd tarief, is het kapitaal van belang. Het bedrag van het kapitaal kan van belang

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen

Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen 26 april 2018 - update n.a.v. de wijzigingen door de wet van 26 maart 2018 Tax Shelter voor Starters - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Startersvennootschappen Deze checklist

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit :.. Repertoriumnummer :.. Nationaal nummer : TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (art. van de Programmawet van 0.. tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap,

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Voorafgaande beslissing nr. 700.096. Personenbelasting.Vrijgesteld inkomen. Sociaal voordeel aan het personeel. Thuisoppas van zieke kinderen. Beroepskosten. Niet-aftrekbare

Nadere informatie

De wijzigingen aan de regelgeving

De wijzigingen aan de regelgeving aangeboden door www.boekhouder.be De bijzondere aanslag van 309% wordt versoepeld De wetgever heeft zeer recent een wetswijziging gepubliceerd die voorziet in een versoepeling van de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen

blz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen blz. 15 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2016 - Inkomsten van het jaar 2015 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!

Nadere informatie

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Inhoudstafel Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11 Stefan Ruysschaert Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Hoofdstuk 2. Hoe wordt het vruchtgebruik correct gewaardeerd?

Nadere informatie