Intervisie 2. Project Naschools Sporten voor leerlingen 1 e en 2 e graad secundair onderwijs. Roel Noukens l ISB

Transcriptie

1 Project Naschools Sporten voor leerlingen 1 e en 2 e graad secundair onderwijs Roel Noukens l ISB

2 Agenda Ontvangst Kennismaking & Voorstelling Ervaringsuitwisseling Kennisdeling Actie voor je project 2

3 3

4 Ervaringsuitwisseling 4

5 = & Ronde 1: Gebruik het voorgedrukte blad om per 3-4 (projecten) samen op zoek te gaan naar 5 = en voor het thema: samenstelling Lerend Netwerk Timing 20 min Ronde 2: partnerruil, zelfde opdracht maar nu voor het thema leerlingenparticipatie Timing 20 min Ronde 3: Terugkoppeling in groep Timing 20 min Noteer je antwoorden!!! 5

6 6

7 7

8 Kennisdeling Communiceren met jongeren E-book communiceren met jongeren van Mediaraven 8

9 Jongeren zijn NIET geïnteresseerd in jouw communicatie! Wie zijn jongeren? Weet wat je doelpubliek wil! Egocontent vs leuke content Hou het simpel! Niet communiceren naar maar met jongeren Maak je communicatie persoonlijk Samengevat! 9

10 Wie zijn jongeren? = 1 persoon tussen ca jaar Dé jongere bestaat niet: Communiceer je op dezelfde manier naar iemand van 13 als naar een student? Je benadert jongeren in een sportclub, jeugdbeweging, school ook anders. => Leer je doelpubliek kennen, zodat je weet wat jongeren uit jouw doelpubliek precies willen! 10

11 Weet wat je doelpubliek wil! Bepaal je doelpubliek VOOR dat je begint te communiceren! Welke jongeren? 1 e en 2 e graad sec onderwijs, niet sportend in competitieverband, 11

12 Weet wat je doelpubliek wil! Let op: communiceer niet alleen over je eigen organisatie! Vb: schrijf je in voor het aanbod, er zijn nog tickets voor ons evenement, Daar zitten jongeren NIET op te wachten! Creëer in plaats daarvan content (online inhoud) bij wat ze willen lezen Stel je de vraag: waar liggen zij wakker van? Welke thema s interesseren hen! 12

13 Egocontent vs leuke content Mag je niet meer over je eigen winkel praten?... JAWEL! Zoek een goede verhouding tussen Content over jezelf/organisatie (egocontent) Content uit je sector (themagerelateerd) Content die je doelpubliek interessant en leuk vindt! (filmpjes, GIF s, knappe foto s, ) 13

14 14

15 Hou het simpel! Gebruik het KISS-principe (Keep It Simple Stupid) Jongeren volgen jouw communicatie, als je hen iets te bieden hebt! Waarom verdien je hun aandacht? Wat hebben ze aan jouw organisatie of product/aanbod? Maak de boodschap vooral niet te complex. Vb Red Bull: Red Bull geeft je vleugels 15

16 16

17 Niet communiceren naar maar met jongeren! Van eenrichtingsverkeer naar tweerichtingsverkeer naar rondpunt of klaverblad. Zet bij al je communicatie je jonge doelpubliek CENTRAAL Wat willen zij lezen en hoe willen ze bereikt worden! Communicatie= interactie en conversatie Knoop een gesprek aan, spreek, luister, doe! 17

18 Pizza conversatione (KBC) 18

19 Maak je communicatie persoonlijk! Spreek je doelpubliek aan in tweede persoon (jij, je, jullie) Gebruik voornamen (waar mogelijk), vb op sociale media, brief/mail op naam Geef je organisatie een smoel ipv een logo! Gebruik emotie in je communicatie: laat weten dat je trots bent, dat je iets interessant vindt. Je speelt in op de empathie van jongeren. => Laat je doelpubliek iets doen of hun mening geven. Betrek jongeren dus bij je communicatie! 19

20 Voor alles wat met jongeren te maken heeft en dus ook communicatie is participatie het sleutelwoord! Als je met jongeren wil communiceren, moet je vooral zelf goed kunnen luisteren en oprechte interesse hebben in de verschillende leefwerelden waarin ze vertoeven. Laat hen voor een deel mee je boodschap bepalen, overleg, probeer samen creatief te zijn. Probeer niet om je leuker interessanter of jonger voor te doen dan je werkelijk bent. Daar kijken ze toch doorheen. Kathy Lindekens, jeugdadviseur bij de VRT 20

21 Samengevat! Bepaal je doelpubliek en weet wat het wil. Maak je communicatie persoonlijk leg gevoel in je communicatie en geef je organisatie een smoel. Hou het interactief: betrek jongeren bij communicatie. 21

22 Jongerentaal is een must als je wil scoren! Voor wie schrijf je? Hoe maak je je boodschap helder en overtuigend Hoe communiceer je je boodschap naar het web? Een beeld zegt meer dan 1000 woorden Samengevat! Tip! 22

23 Voor wie schrijf je? Wat interesseert je doelpubliek? Hoe willen ze worden aangesproken? NOT DONE: in de taal van de jongere één van hen zijn en sms, chattaal of typische jongerenwoorden gebruiken Vb: De studentenflik uit Leuven gebruikt geen Yolo#Swag, wel studentikoze statusupdates en tweets. 23

24 Hoe maak je je boodschap helder en overtuigend? 7 vuistregels Gebruik nette spreektaal: zou je een woord nooit gebruiken in een gesprek? Schrijf het dan ook niet! Dus geen echter, aanvankelijk of reeds. Wel eerst en al. Je tekst klinkt al snel veel vlotter Maak je zinnen actief: vermijd passieve zinnen. Actieve zinnen = leesbaarder & persoonlijker. Dus niet werd, worden of geworden. Vervoeg je werkwoorden: niet het ondersteunen, het maken van. Zinnen worden te lang en ingewikkeld. 24

25 Hoe maak je je boodschap helder en overtuigend? 7 vuistregels Maak korte zinnen: stop niet al je informatie in 1 zin. Wees to the point: woorden als fantastisch, supertof, erg of heel dragen niets bij tot je boodschap. velen, misschien, eventueel wekken een onzekere indruk. Hou je boodschap overtuigend door ze te concretiseren. Gebruik beelden en anekdotes: we bestelden 2 badkuipen bier voor de fuif. Met een quote van iemand bereik je meer dan met een beschrijvende uitleg. 25

26 Hoe communiceer je je boodschap op het web? De omgekeerde piramide 26

27 Hoe communiceer je je boodschap naar het web? De omgekeerde piramide Zet de kern van je boodschap in het begin = omgekeerde piramide Online media zeker! 27

28 Hoe communiceer je je boodschap naar het web? Maak je tekst scanbaar Op het web lezen wel teksten al zappend : traag en onvolledig. Verdeel je tekst in stukjes en zorg dat hij scanbaar is. Vertel de essentie Maak alinea s:2-3 regels, één idee per alinea Zorg voor rust: witruimte 28

29 Hoe communiceer je je boodschap naar het web? Maak je tekst scanbaar Bundel alinea s tot paragrafen en geef ze een titel. Titels moeten de structuur weergeven Link waardevolle woorden: de call to action in je tekst moet duidelijk zijn. Niet: om je in te schrijven, klik hier Wel: schrijf je in Gebruik opsommingen: zorgt voor structuur en maakt het luchtig Vb: 10 tips om gehoorschade te voorkomen 29

30 Een beeld zegt meer dan 1000 woorden! Verrijk je tekst met beelden Vertellen hoe tof iets is of een beeld met een kind dat lacht op een activiteit? Foto s, embed video s van youtube, post een infografiek, sprekende foto s waarop mensen iets doen NIET: een logo of foto van een gebouw TIP: creative commons systeem: 30

31 31

32 De jeugdraad tourde in een mobiele radiostudio langs scholen, jeugdbewegingen en plaatsen waar jongeren rondhangen om hen een stem te geven op hun radiozender. In ruil voor hun mening over de gemeente mochten ze een plaatje aanvragen. Beleving stond centraal in deze campagne. Na elke radioshow lieten ze jongeren een vragenlijst invullen om zicht te krijgen wat ze nu echt van het beleid in hun gemeente verwachten. De meningen die ze verzamelden, vatten ze samen in het rapport Ongelikte memes voor Beernemse teens. Memes uiteraard, om beter aan te sluiten bij de leefwereld van jongeren. 32

33 Samengevat Wees authentiek: je bent geen jongere, communiceer dus ook niet als een jongere. Visualiseer je boodschap: gebruik beelden, filmpjes en andere grafische elementen. Hou het kort en krachtig. 33

34 Tip! Trucje dat kan helpen om je in te leven in je doelpubliek. Stel je lezers, deelnemers heel concreet voor. Het is makkelijker om een tekst op te stellen voor Dora, 13 jaar, die in Landen woont en houdt van gamen, sterrenkunde en de joepie, dan om te schrijven voor een jongere. Langere zinnen, passieve constructies en moeilijke woorden zal je dan automatisch vermijden. Je wilt in de eerste plaats een vlotte tekst schrijven voor Dora! En niet voor je directeur of je collega s. Farida Barki, redactrice en trainer bij Wablieft Cfr voorbeelden Vlaamse Scholierenkoepel 34

35 Time for some action! 35

36 Opdracht Ga aan de slag met je werkblad en beantwoord de gestelde vragen. Benoem 2 acties voor je lerend netwerk OF benoem 2 acties voor leerlingenparticipatie Baseer je op knelpunten & uitdagingen uit het 1 e intervisiemoment (zie werkblad). Baseer je op vragen, problemen uit je eigen situatie. Ga gerust in dialoog met je buurman of stel je vragen aan mij. 36

37 Toch nog vragen ISB vzw

38 38