Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT onbetaald

Transcriptie

1 Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT onbetaald Het werkplekleren vormt een belangrijk deel van het opleidingsprogramma van de HU Pabo. In nauwe samenwerking met de gecertificeerde opleidingsscholen worden studenten opgeleid tot leraar basisonderwijs. Binnen deze samenwerking zijn afspraken vastgelegd over de plaatsing van studenten op deze partnerscholen. Hieronder zijn deze afspraken beschreven. Algemeen 1. Stages en praktijk-gerelateerde activiteiten (onderzoek, praktijkopdrachten, studieplannen, praktijkcontracten enz.) worden uitgevoerd op opleidingsscholen met keurmerk of scholen die dat keurmerk binnen een jaar gaan behalen. Mochten studenten niet geplaatst kunnen worden op opleidingsscholen van de Opleidingsraad dan worden deze studenten geplaatst op scholen in de tweede schil. 2. Bovenstaande geldt per definitie ook voor studenten met bijzondere omstandigheden en/of een verklaring van een decaan. 3. Stages als onderdeel van onderwijs gerelateerde minors van ITT worden zoveel mogelijk gelopen op opleidingsscholen die zijn aangesloten bij de Opleidingsraad. 4. Op opleidingsscholen zijn stageplaatsen beschikbaar voor alle opleidingsfasen en opleidingsvarianten. 5. De minimale groepsgrootte is 15 leerlingen (regulier onderwijs en speciaal basisonderwijs) of 8 leerlingen (speciaal onderwijs). 6. Voor de plaatsing van studenten gelden geen regels voor maximale reistijd. 7. Alle studenten (ook fase 4) worden geplaatst door het Centrum voor Werkplekleren. 8. Op de opleidingsschool van de student mag geen directe familie (eerste- en tweedegraads) werkzaam zijn of ingeschreven zijn als leerling. 9. Studenten van de vierjarige opleidingen (DAG, DAV, ALPO) lopen niet meer dan drie semesters op dezelfde opleidingsschool stage. Studenten van de versnelde opleiding (VO) lopen niet meer dan twee semesters op dezelfde school stage. Verschillende locaties (lesplekken) gelden niet als aparte school. Opbouw stage 10. Studenten lopen een heel jaar stage op dezelfde school. 11. Studenten DAG, DAV, ALPO wisselen in fase (jaar) 1, 2,3 ieder semester van bouw en dus ook van groep (onderbouw groep 1 t/m 4 en bovenbouw groep 5 t/m 8). 12. Studenten Verkorte Opleiding (VO) in fase 3 kiezen zelf een bouw/groep en kunnen in deze groep afstuderen (fase 4). Speciaal(basis) onderwijs fase Studenten jaar (fase) 3 DAG, DAV, ALPO, VO en flexibele deeltijd kunnen bij de coördinator werkplekleren een onderbouwd verzoek indienen om een heel jaar op een opleidingsschool voor speciaal basisonderwijs (SBO) stage te lopen. Voorwaarde is dat deze studenten geen studieachterstand hebben en in voorgaande jaren geen praktijkcontract hebben gehad. 14. Studenten jaar (fase) 3 van de ALPO kunnen een onderbouwd verzoek indienen bij de coördinator werkplekleren om in het eerste semester op een school voor speciaal 1

2 onderwijs stage te kunnen lopen. Voorwaarde is dat studenten geen studieachterstand hebben en geen praktijkcontract hebben gehad. Het tweede semester wordt verplicht gewisseld van school en groep. 15. Studenten van de VO kunnen in fase 3 en de afstudeerstage (fase 4) in het speciaal (basis)onderwijs stage lopen. Hiervoor schrijven studenten een inhoudelijke onderbouwing die beoordeeld wordt door de coördinator werkplekleren. Voorwaarde is dat deze studenten geen studieachterstand hebben en in voorgaande fasen geen praktijkcontract hebben gehad. Afstuderen 16. De afstudeerstage wordt gelopen op opleidingsscholen die het keurmerk Opleidingsschool hebben behaald of het keurmerk gaan behalen in het studiejaar Een overzicht van deze scholen is beschikbaar op HUbl en op de website voor het werkveld Voor ALPO is een apart overzicht beschikbaar i.v.m. eisen die aan het bacheloronderzoek worden gesteld. 17. Stage op een opleidingsschool binnen het speciaal onderwijs (SO) in de afstudeerfase van de vierjarige opleiding DAG en DAV is beperkt mogelijk. Studenten die de minor Educational Needs/Educational Supports gevolgd te hebben, hebben voorrang bij plaatsing. 18. Voor ALPO en VO bestaat de mogelijkheid af te studeren in het speciaal (basis) onderwijs zonder dat Educational Needs/Educational Supports is gevolgd. De studenten dienen hiervoor een gemotiveerd verzoek in bij de coördinator werkplekleren. Voorwaarde is dat studenten geen studieachterstand hebben en geen praktijkcontract hebben gehad. Flexibele deeltijd 19. Studenten zijn in de eerste twee fasen van de opleiding op één school 20. Studenten lopen in fase 1 en 2 eerst in de bovenbouw en daarna in de onderbouw stage. 21. Studenten kiezen in fase 3 een bouw/groep naar keuze en kunnen hierin ook afstuderen (fase 4). 22. Keuze voor een SO/SBO stage is mogelijk vanaf fase 3. Stage bij studieachterstand/onvoldoende stage 23. Studenten die vanuit de opleiding de opdracht hebben om een studieachterstand weg te werken (bijvoorbeeld bij onvoldoende studiepunten om aan de afstudeerstage te mogen beginnen) lopen alleen stage als: de student een onvoldoende stage moet herkansen. Een goedgekeurd praktijkcontract is voorwaardelijk voor toekenning van deze stage. de student beroepstaken of praktijkactiviteiten (opdrachten) moet uitvoeren op een stageschool. Een goedgekeurd studieplan, waarin deze praktijkactiviteiten zijn toegelicht, is voorwaardelijk voor toekenning van deze stage. 2

3 Bijzonderheden 24. Binnen honourstrajecten Dalton, Montessori of Jenaplan gelden specifieke stage-eisen t.a.v. passende scholen t.b.v. van het behalen van het honourscertificaat. Deze eisen zijn leidend bij de plaatsing van studenten. - Dalton: stage op twee Daltonscholen in fase 3 en 4. - Montessori: stage op een erkende montessorischool in eerste semester van fase 2, 3 of 4, waarbij de studenten begeleid worden door een docent die in het bezit is van een montessoridiploma. - Jenaplan: - Freinet: 25. Studenten die geplaatst zijn op scholen die participeren in het project Werkplaats Onderzoek Utrecht (WOU) kunnen door de school gevraagd worden deel te nemen aan het praktijkgericht onderzoek van de school. 26. Binnen de keuzeruimte (durf te denken) in jaar 3 van de dagopleiding en de deeltijdopleiding kunnen studenten kiezen voor maatschappelijke georiënteerde stages. 3

4 Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT betaald Door de tekorten aan (inval-) leerkrachten komt het steeds meer voor dat studenten in hun studie arbeidscontracten aangeboden krijgen. Meestal betreft het invalwerk. Steeds meer studenten krijgen een LIO-contract aangeboden. Afspraken ten aanzien van het doen van invalwerk door studenten zijn vastgelegd in de notitie Studenten en invallen van februari 17. Alle studenten (vol- en deeltijd) die een aanstelling hebben/krijgen binnen een bestuur worden geplaatst door het bestuur, c.q. de school. Als voorwaarden stelt de opleiding: - Adequate begeleiding. - Scheiding tussen begeleiding en beoordeling - Structureel worden er lessen bekeken en ontvangt de student feedback. - De student loopt stage op minimaal 2 (deeltijd) of 3 (voltijd) verschillende scholen binnen de stichting. Uiteraard afhankelijk van wanneer de student in zijn studie een aanstelling krijgt. - De student loopt stage in zowel onder- als bovenbouwgroepen en krijgt de gelegenheid opdrachten vanuit de opleiding in de betreffende bouw uit te voeren. - De student wordt in de gelegenheid gesteld lessen te volgen op de opleiding. - De student wordt in de gelegenheid gesteld om alle opdrachten van de opleiding uit te voeren. LIO-stage Afstuderende studenten kunnen een LIO-contract aangeboden krijgen. Hiervoor gelden wettelijke afspraken. Zie: Zowel het bestuur/de school, de student en de opleiding ondertekenen het LIO contract. LIO-stage worden in principe alleen gelopen op opleidingsscholen. Zij-instroom Hiervoor gelden wettelijke eisen. Zie: Een student heeft een aanstelling bij een bestuur. In overleg met het bestuur wordt bepaald waar de student in de opleiding werkervaring opdoet. 4

5 Formulieren werkplekleren Studenten, scholen en opleiding ondertekenen bij aanvang van iedere stage de verplichte plaatsingsovereenkomst (in drievoud). Een getekend exemplaar wordt (digitaal) ingeleverd bij de opleiding. Is er geen ondertekende plaatsingsovereenkomst geüpload dan kan de examencommissie worden gevraagd de stage ongeldig verklaren. Dat betekent dat de stage wordt afgebroken, niet wordt beoordeeld en er worden geen studiepunten toegekend. Alle gelopen stagedagen komen te vervallen. Ook beroepsproducten (praktijkopdrachten) worden niet beoordeeld en er kunnen geen studiepunten worden toegekend. Studenten met een onvoldoende stage kunnen alleen starten met een nieuwe stage op grond van een goedgekeurd praktijkcontract. Is er geen goedgekeurd praktijkcontract aanwezig, dan wordt examencommissie gevraagd de stage ongeldig verklaren. Dat betekent dat de stage wordt afgebroken en niet wordt beoordeeld. Studenten met een studieachterstand kunnen alleen met de stage op een school starten als een goedgekeurd studieplan aanwezig is. Is er geen goedgekeurd studieplan aanwezig, dan wordt de examencommissie gevraagd de stage ongeldig te verklaren. Dat betekent dat de beroepsproducten en/of praktijkopdrachten niet worden beoordeeld. 5