GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG GRANEN 2012

2

3 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN G. GHEKIERE M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Overzicht van het onderzoek 2012 Wetenschappelijk verslag

4

5 - 3 - INHOUD blz. INHOUD... 3 WOORD VOORAF... 5 SAMENWERKING EN BETOELAGING... 6 OVERZICHT VAN DE UITGEVOERDE PROEVEN... 7 AANLEG EN UITVOERING VAN DE PROEVEN EN BIOMETRISCHE ANALYSE VAN DE RESULTATEN. 11 UITGEVOERDE WAARNEMINGEN, METINGEN, TELLINGEN EN ANALYSES WEERSOMSTANDIGHEDEN TEELTOMSTANDIGHEDEN WINTERGRANEN DEEL I - WINTERTARWE HOOFDSTUK I - WINTERTARWE RASSEN I. Rassenonderzoek wintertarwe II. Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe HOOFDSTUK II - WINTERTARWE ZIEKTEBESTRIJDING I. Wintertarwe bladziekteproeven II. Wintertarwe aarziekteproef HOOFDSTUK III IPM BENADERING BIJ HET TELEN VAN GRANEN HOOFDSTUK IV ZAAIDICHTHEID DEEL II - WINTERGERST HOOFDSTUK I - WINTERGERST RASSEN HOOFDSTUK II - WINTERGERST ZIEKTEBESTRIJDING DEEL III - ZOMERGERST Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel bij zomergerst Inhoud

6 - 4 -

7 - 5 - WOORD VOORAF Onderhavig verslag heeft betrekking op het fytotechnisch onderzoek dat Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, te Rumbeke-Beitem in het seizoen in de provincie West-Vlaanderen op GRAANGEWASSEN heeft uitgevoerd. Het betreft meer bepaald onderzoek op hoofdzakelijk wintertarwe en wintergerst. De in dit rapport gepubliceerde onderzoeksresultaten hebben betrekking op het teeltseizoen Ze zijn bijgevolg niet voor veralgemening vatbaar. Om tot algemeen geldende conclusies en tot concrete teeltadviezen te komen, worden de onderzoeksobjecten in principe gedurende minstens 3 jaar aangehouden, dit onder uiteenlopende teelt- en klimaatomstandigheden. Voor de uitwerking van het onderzoek kon een beroep worden gedaan op de gewaardeerde medewerking van een aantal gespecialiseerde instellingen en onderzoekseenheden. Deze worden vermeld op blz. 6. Aan allen die meewerkten aan het onderzoek, betuigen wij onze oprechte dank. Op de eerste plaats zijn wij veel dank verschuldigd aan de Provinciale Overheid van West-Vlaanderen en de overige betoelagende instellingen (vermeld op blz. 6) voor het ter beschikking stellen van de nodige financiële middelen. Verder danken we de medewerkers van de gespecialiseerde instellingen en onderzoekseenheden op wiens deskundigheid wij een beroep mochten doen en met wie een vruchtbare en prettige samenwerking tot stand kwam. Onze gans bijzondere waardering gaat tevens naar de proefveldhouders. We zijn hen zeer erkentelijk voor de gastvrijheid en de nauwkeurigheid en toewijding waarmee ze de hen toevertrouwde taak hebben behartigd. Bij het interpreteren van de proefresultaten moet de nodige omzichtigheid in acht genomen worden. Inzake teelt- en groeiomstandigheden kunnen er immers belangrijke verschillen optreden tussen de proefplaatsen. Wij willen hier ook speciaal wijzen op de verschillen in groeiomstandigheden die er normaal bestaan tussen de kustzone en het binnenland. Verschillen in temperatuur, windsnelheid, luchtvochtigheid en bodemtype creëren andere groeiomstandigheden, die niet noodzakelijk tot dezelfde besluiten moeten leiden en dit zowel wat betreft rassenkeuze als bv. voor ziekten- of insectenbestrijding. Het microklimaat in het gewas is duidelijk verschillend. Vestigen we er tenslotte de aandacht op dat proefveldopbrengsten meestal deze van de praktijkpercelen duidelijk overtreffen. Een verklaring hiervoor is te zoeken in het feit dat proefvelden gunstiger teeltomstandigheden genieten en de verliezen beperkt zijn, ondermeer door het ontbreken van spuitsporen. Rumbeke (Beitem), juli 2013 Woord vooraf

8 - 6 - SAMENWERKING EN BETOELAGING Samenwerking Het onderzoeksprogramma Graangewassen kon uitgevoerd worden dankzij de medewerking van volgende onderzoeksinstellingen en onderzoekseenheden: Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, te Rumbeke-Beitem het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (L.C.G.) vzw, Vlaamse overheid, te Rumbeke-Beitem (Coördinator: dr. ir. M. DEMEULEMEESTER) het Laboratorium van Inagro, te Rumbeke-Beitem (Afgevaardigd Bestuurder: dr. ir. M. DEMEULEMEESTER) voor de grondanalyses in het voorjaar van alle proeven, voor de bepaling van het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) na de oogst van alle proeven, en voor de analyses van de organische mest de Hogeschool Gent: - voor de determinatie van de fusariumschimmels op de graankorrel en de bepaling van het gehalte aan mycotoxinen in de graankorrel van de respectievelijke proeven Rassenonderzoek wintertarwe, Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe, Aarziekteproef wintertarwe, Rassenonderzoek wintergerst en Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel bij zomergerst - voor de bepaling van het eiwitgehalte van de proef IPM benadering bij het telen van granen het CRA-W, Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, te Gembloux (dr. ir. M. De Proft) voor de analyses met betrekking tot de smalle graanvlieg (eileg) het CRA-W, Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, te Gembloux (dr. ir. M. De Proft) en l Université de Liège Gembloux-Agro Bio Tech, te Gembloux (prof. B. Bodson) voor de proeven Aanpak van de bestrijding van de tarwestengelgalmug en Waarnemingen en bestrijdingsadvies tarwestengelgalmug in granen in zwaardere gronden Inagro vzw, afdeling Biologische Productie, te Rumbeke-Beitem voor de proef Rassenonderzoek triticale, biologische teeltwijze Betoelaging Het onderzoeksprogramma Graangewassen kon uitgevoerd worden dankzij de financiële steun van: de Provinciale Overheid van West-Vlaanderen het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (L.C.G.) vzw, Vlaamse overheid, te Rumbeke-Beitem (Coördinator: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER) het Agentschap voor Landbouw en Visserij, Afdeling Productkwaliteitsbeheer met betrekking tot enerzijds de vóór-oogstbepalingen DON bij wintertarwe, en anderzijds voor de determinatie van de fusariumschimmels op de graankorrel en de bepaling van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel van de respectievelijke proeven: Rassenonderzoek wintertarwe, Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe, Aarziekteproef wintertarwe, Rassenonderzoek wintergerst en Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel bij zomergerst. Samenwerking en betoelaging

9 - 7 - OVERZICHT VAN DE UITGEVOERDE PROEVEN Proefobject Proefplaats Bodemtype Proefveldhouder I WINTERTARWE 1. RASSEN a. Wintertarwe Koksijde polder (klei) Johan GHYSELEN Pannekalsijde Koksijde Zuienkerke (Houtave) polder (klei) Johan DEWULF Brugsesteenweg Zuienkerke (Houtave) b. Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs) Rumbeke (Beitem) leem zandleem Luc MULLIE Streyestraat Zwevegem (Sint-Denijs) Inagro vzw Ieperseweg Rumbeke-Beitem 2. BEMESTING Stikstofbemesting Koksijde polder (klei) Johan GHYSELEN Pannekalsijde Koksijde Zwevegem (Sint-Denijs) (Deze proeven werden niet opgenomen in dit verslag) zandleem Dirk SAMAIN Moenstraat Zwevegem (Sint-Denijs) 3. ZIEKTEBESTRIJDING a. Bladziekteproeven Blankenberge polder (klei) René CLAEYS Blankenbergsesteenweg Zuienkerke Zwevegem (Sint-Denijs) b. Aarziekteproef Zwevegem (Sint-Denijs) c. IWT-project Moleculaire merkers als tool voor een duurzame bestrijding van bladseptoria bij wintertarwe (Deze proef werd niet opgenomen in dit verslag) zandleem zandleem Moen zandleem Guy VERRUE Molenstraat Heestert Dirk SAMAIN Moenstraat Zwevegem (Sint-Denijs) Dirk SAMAIN Moenstraat Zwevegem (Sint-Denijs) 4. IPM BENADERING BIJ HET TELEN VAN GRANEN Koksijde polder (klei) Johan GHYSELEN Pannekalsijde Koksijde 5. ZAAIDICHTHEID Zuienkerke (Houtave) polder (klei) Johan DEWULF Brugsesteenweg Zuienkerke (Houtave) 6. AANPAK VAN DE BESTRIJDING VAN DE TARWESTENGELGALMUG a. Vergelijking van behandelingstijdstippen met een insecticide Veurne (Avekapelle) polder (klei) Marc HUYGHE Brugse Steenweg Veurne (Avekapelle) b. Vergelijking van diverse insecticiden Veurne (Avekapelle) polder (klei) Marc HUYGHE Brugse Steenweg Veurne (Avekapelle) Deze proeven werden aangelegd in samenwerking met Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, CRA-W Gembloux en Université de Liège Gembloux Agro Bio Tech. Deze proeven werden niet opgenomen in dit verslag. Overzicht van de uitgevoerde proeven

10 - 8 - Proefobject Proefplaats Bodemtype Proefveldhouder II WINTERGERST 1. RASSEN Veurne (Avekapelle) 2. ZIEKTEBESTRIJDING Veurne (Avekapelle) polder (klei) polder (klei) Marc HUYGHE Brugse Steenweg Veurne (Avekapelle) Marc HUYGHE Brugse Steenweg Veurne (Avekapelle) III ZOMERGERST Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel Rumbeke (Beitem) zandleem Inagro vzw Ieperseweg Rumbeke-Beitem IV GRANEN BIOLOGISCHE TEELTWIJZE TRITICALE RASSEN Lo-Reninge zandleem Antoon DEVREESE Oostvleterenstraat Lo-Reninge Deze proef werd aangelegd in samenwerking met Inagro vzw, afdeling Biologische Productie, te Rumbeke-Beitem. Voor het verslag van deze proef kan men zich wenden tot de afdeling Biologische Productie van Inagro, te Rumbeke-Beitem. V WAARNEMINGEN EN WAARSCHUWINGEN IN HET KADER VAN HET LCG- WAARSCHUWINGSSYSTEEM IN DE GRAANTEELT WAARNEMINGEN BLADLUIZEN IN WINTERGRANEN IN HET NAJAAR 2011 In het najaar, en indien nodig in het vroege voorjaar, wordt aan de hand van een LCG-netwerk van waarnemingsvelden, verspreid over het Vlaamse landsgedeelte, de bladluisdruk in wintergranen opgevolgd door diverse LCG-partners. In deze waarnemingsvelden worden vanaf de opkomst van de wintergranen, wekelijks bladluistellingen uitgevoerd. De waarnemingen worden uitgevoerd in percelen wintergranen zonder insecticidebehandeling (hetzij zaaizaadbehandeling zonder een specifiek insecticide, hetzij zonder gewasbespuiting met een insecticide). Indien noodzakelijk worden ook percelen wintergranen met insecticidebehandeling opgevolgd. De evolutie van de bladluisdruk met de daaraan gekoppelde adviezen worden wekelijks bezorgd aan de LCG-leden via de LCG-Graanberichten. De waarnemingen uitgevoerd door Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, maken deel uit van dit LCGnetwerk van waarnemingsvelden en omvatten: - Wintergerst Percelen zonder Argento zaaizaadbehandeling en zonder bladluisbespuiting - Spiere-Helkijn - Veurne (Avekapelle) - Zwevegem (Sint-Denijs) - Wintertarwe Percelen zonder Argento zaaizaadbehandeling en zonder bladluisbespuiting - Blankenberge - Gistel: 2 percelen - Koksijde - Middelkerke (Leffinge) - Zuienkerke (Houtave) - Zwevegem (Otegem) - Zwevegem (Sint-Denijs): 2 percelen De resultaten van de waarnemingen en de daaruit voortvloeiende waarschuwingen werden niet opgenomen in dit verslag. Overzicht van de uitgevoerde proeven

11 WAARNEMINGEN ZIEKTEN EN BLADLUIZEN TIJDENS DE ZOMER IN WINTERTARWE 2012 Tijdens het groeiseizoen worden door diverse LCG-partners van het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vanaf het voorjaar wekelijks veldwaarnemingen uitgevoerd op een LCG-netwerk van waarnemingsvelden, verspreid over Vlaanderen, op de meest gangbare rassen met betrekking tot de ziektetoestand van de wintertarwe (oogvlekkenziekte, meeldauw, bladvlekkenziekte, gele en bruine roest) en de bladluisdruk tijdens de zomer in de wintertarwe. Op basis van deze veldwaarnemingen en aan de hand van een ziektebestrijdingsmodel (Epipre) worden waarschuwingen en aanbevelingen geformuleerd. Deze informatie wordt vanaf het voorjaar wekelijks via de LCG-Graanberichten aan de LCG-leden bezorgd, zodat de tarweteler permanent de evolutie van de ziektedruk kan opvolgen, alsook de bladluisdruk tijdens de zomer. De waarnemingen uitgevoerd door Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, maken deel uit van dit LCGnetwerk van waarnemingsvelden en omvatten: Locatie Rassenproeven Fungicidenproeven Praktijkpercelen wintertarwe bladziekten aarziekten Beauvoorde x Blankenberge x Knokke-Heist x Koksijde x Leffinge x Leffinge x Zuienkerke (Houtave) Zwevegem (Sint-Denijs) x x x x De resultaten van deze waarnemingen (uitgezonderd de praktijkpercelen) zijn opgenomen in de betreffende hoofdstukken van dit verslag. 3. WAARNEMINGEN EILEG VAN DE SMALLE GRAANVLIEG AUGUSTUS 2012 Project in samenwerking met Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, CRA-W Gembloux. a. Toelichting Tijdens de tweede helft van augustus 2012 werden er in regio s welke een risico bieden voor aantasting door de smalle graanvlieg in granen, bodemstalen genomen in percelen suikerbieten (referentie dekgewas die het gunstigst is voor de eileg) om de eileg van de smalle graanvlieg na te gaan. Op basis van de eileg op referentievelden in deze regio s, wordt bepaald of er al of niet een risico bestaat in deze regio s voor het optreden van schade veroorzaakt door de smalle graanvlieg in granen. Via de LCG-Graanberichten wordt er vervolgens een waarschuwingsbericht verstuurd naar de LCG-leden. Staalname: Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem Analyses: Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, CRA-W Gembloux b. Waarnemingsplaatsen Kustpolder Alveringem: 1 perceel Schore: 1 perceel Diksmuide: 2 percelen Slijpe: 1 perceel Knokke-Heist: 2 percelen Veurne: 4 percelen Koksijde: 3 percelen Veurne (Avekapelle): 1 perceel Leffinge: 1 perceel Veurne (Houtem): 1 perceel Middelkerke: 3 percelen Wulpen: 1 perceel Nieuwpoort: 4 percelen Zevekote: 1 perceel Oostduinkerke: 1 perceel Zuienkerke (Houtave): 1 perceel Pervijze: 1 perceel Eeklose polder Wase polder Kaprijke: 1 perceel Waterland-Oudeman: 3 percelen Watervliet: 2 percelen Doel: 2 percelen Vrasene: 1 perceel De resultaten van deze staalnames werden niet opgenomen in dit verslag. Overzicht van de uitgevoerde proeven

12 VÓÓR-OOGSTBEPALINGEN DON BIJ WINTERTARWE IN VLAANDEREN 2012 DON is een mycotoxine geproduceerd door de schimmels die aarfusarium veroorzaken. Het is schadelijk voor mens en dier. De EU verordening EG 856/256 voorziet in een wettelijke norm van 1250 ppb voor tarwe voor menselijke consumptie. Vóór de oogst werden door partners van het LCG vzw verspreid over Vlaanderen, voor-oogst staalnames verricht teneinde een idee te krijgen van het gehalte aan het mycotoxine DON (deoxynivalenol) bij wintertarwe. De graanmonsters werden genomen bij verschillende rassen in praktijkvelden. Via de LCG-Graanberichten werden de LCG-leden geïnformeerd omtrent de Fusarium mycotoxinedruk (DON). De staalnames uitgevoerd door Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, maken deel uit van dit LCGnetwerk van waarnemingsvelden en omvatten 11 percelen in West-Vlaanderen: Beauvoorde, Gistel, Kortrijk (3 percelen), Menen, Pervijze, Wulpen (2 percelen), Zonnebeke en Zwevegem (Sint-Denijs). De resultaten van deze staalnames werden niet opgenomen in dit verslag. 5. WAARNEMINGEN EN BESTRIJDINGSADVIES TARWESTENGELGALMUG IN GRANEN IN ZWAARDERE GRONDEN (i.s.m.: - Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, CRA-W Gembloux - Université de Liège Gembloux Agro Bio Tech) Staalnames van de bodem op risicopercelen in het voorjaar om de aantastingsgraad van de tarwestengelgalmug na te gaan. Hierbij wordt een inschatting van het aantal larven/m² bepaald. Om de evolutie van de vluchten van de tarwestengelgalmug op te volgen werden er in de loop van de tweede helft van april gele vangbakken geplaatst op risicopercelen. Deze gele vangbakken werden in de zwaardere gronden geplaatst, hetzij in percelen wintertarwe volgend op wintertarwe waar het vorig seizoen een belangrijke aantasting door de tarwestengelgalmug plaatsvond, hetzij op de rand van wintertarwepercelen grenzend aan percelen waarop het vorig seizoen wintertarwe geteeld werd met een belangrijke aantasting door de tarwestengelgalmug en waar in 2012 geen graangewas verbouwd werd. Per veld werd er in principe één gele vangbak geplaatst en werd wekelijks het aantal gevangen tarwestengelgalmuggen geteld. Eens de vluchten van de tarwestengelgalmug begonnen waren werd ook de eiafzetting (op de bladeren) opgevolgd en dit tot het einde van de eiafleg. Vanaf half april werd in de LCG-Graanberichten wekelijks de evolutie van de ontwikkelingscyclus van de tarwestengelgalmug medegedeeld. Tevens werden aan de hand daarvan adviezen geformuleerd met betrekking tot de bestrijding. Waarnemingsplaatsen: Risicopercelen wintertarwe (16 percelen) en wintergerst (1 perceel) gelegen in zwaardere gronden (provincie West- Vlaanderen) Overzicht van de uitgevoerde proeven

13 AANLEG EN UITVOERING VAN DE PROEVEN EN BIOMETRISCHE ANALYSE VAN DE RESULTATEN De proefvelden worden aangelegd middenin praktijkvelden van ervaren graantelers. Dit beduidt dat op de proeffactor(en) na, het onderzoek onder praktijkomstandigheden verloopt. Dit komt de gebruikswaarde van de resultaten ten goede. Over de toe te passen teelttechniek wordt vooraf met de proefveldhouder van gedachten gewisseld. Van de proefterreinen wordt steeds een scheikundige grondanalyse uitgevoerd en wordt tevens de reserve aan minerale stikstof in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald op het einde van de winter in het voorjaar. Na de oogst wordt het stikstofresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. Het zaaien gebeurt met een zaaimachine van Inagro vzw (VENTA TI SL 3R met luchtondersteuning) of met de zaaimachine van de proefveldhouder. Een aantal proefvelden wordt uitgezet op percelen gezaaid door de proefveldhouder. Wanneer de vergelijking tot 1 factor beperkt blijft, gaat de voorkeur naar een blokkenproef; bij 2 of meer factoren naar een factoriële proef. De netto-oppervlakte per experimentele eenheid varieert in functie van de in te zetten maaidorser bij de oogst. In geval van een proefvelddorser bedraagt de oppervlakte minimaal 15 m², in geval van een grote dorser minimaal 30 m². Er wordt gewerkt met minimum 4 blokken (3 herhalingen). De onderhoudsbespuitingen gebeuren door de proefveldhouder met een gewone spuitmachine. Gewasbeschermingsmiddelen die het voorwerp van onderzoek uitmaken, worden toegediend met een propaanspuit (400 l/ha water; druk: 3 kg/cm²; doppen: spleetdoppen XR of DG 11002). Na het maaidorsen wordt er per experimentele eenheid een monster genomen van circa 1,5 kg graan. Hierop worden de kwaliteitsanalyses verricht (vochtgehalte, hectolitergewicht en duizendzadengewicht). Voor de determinatie van de schimmels op de graankorrel en de bepaling van het gehalte aan mycotoxinen (DON) in de graankorrel, wordt per experimentele eenheid minstens 10 grepen uit de oogst genomen, waarna een staal wordt samengesteld van 0,2 kg (in functie van de proef is dit een staal per blok of een mengmonster over de blokken). Alle opbrengstresultaten zijn omgerekend naar een uniform vochtgehalte van 15%. De biometrische verwerking van de proefresultaten heeft betrekking op de variantie-analyse, de variatiecoëfficiënt, de kleinste wezenlijke verschillen en de Duncan-toets. Binnen de Duncan-toets krijgen de objecten die niet wezenlijk verschillen eenzelfde letter. In dit verslag worden enkel de toetsen aan P0,05 opgenomen. Bij proeven waar meer dan 1 factor wordt bestudeerd, wordt nagegaan of er tussen deze factoren significante interacties bestaan. Aanleg en uitvoering van de proeven en biometrische analyse van de resultaten

14 UITGEVOERDE WAARNEMINGEN, METINGEN, TELLINGEN EN ANALYSES 1. Grond en bodem - Bodemtype - Scheikundige analyse: ph (KCl) gehalte aan fosfor, kalium, magnesium, calcium en natrium (mg P, K, Mg, Ca en Na per 100 g luchtdroge grond) en aan koolstof (%) - Reserve aan minerale stikstof (nitrische en ammoniakale) tussen 0-30 cm, cm en cm diepte (kg/ha) 2. Zaaizaad - Kiemkracht (%) - Duizendzadengewicht (g) 3. Plantkenmerken - Strolengte (cm) 4. Gewaskenmerken - Standdichtheid (planten/m²) - Gewasstand 5. Teeltveiligheid a. Weerstand tegen meeldauw (Erysiphe graminis) bij gerst en tarwe, dwergroest (Puccinia hordei) bij gerst, bruine roest (Puccinia recondita), gele roest (Puccinia striiformis) en bladvlekkenziekte (Septoria tritici) bij tarwe, bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis) bij gerst, netvlekkenziekte (Helminthosporium teres) bij gerst, kafjesbruin (Septoria nodorum) bij tarwe, aarfusarium (Fusarium spp.) bij tarwe, droogte, vorst, doorwas, schot en korreluitval. De graad van weerstand ten aanzien van al deze ongunstige factoren, wordt geëvalueerd binnen een 1-9 schaal. Een hoger cijfer stemt overeen met een gunstiger waardering. Zo komt 3 overeen met een slechte, 5 met een matige en 7 met een goede weerstand. b. Weerstand tegen legeren. De weerstand ten aanzien van legeren wordt weergegeven aan de hand van de legeringsindex, welke gebaseerd is op de intensiteit en uitbreiding van legeren. - Legeringsintensiteit (I): schaal 1-9; 1 = stro volledig tegen de grond gedrukt. 2 = stro voor meer dan de helft tegen de grond gedrukt, uiteinden opgericht 3 = stro voor minder dan de helft tegen de grond gedrukt, het overige gedeelte is opgericht 4 = stengels gelegerd meer dan 60 het stro raakt de grond niet, behalve aan de basis 5 = stengels gelegerd van 45 tot 60 6 = stengels sterk geheld van 30 tot 45 7 = stengels geheld van 15 tot 30 8 = stengels lichtjes geheld (15 ) 9 = stengels goed recht en verticaal - Legeren, uitbreiding (U): schaal 0-10, overeenstemmend met de oppervlakte van het perceel; 0 = 0% 1 = minder dan 1% 2 = 1-5% 3 = 6-10% 4 = 11-20% 5 = 21-30% 6 = 31-50% 7 = 51-75% 8 = 76-80% 9 = 81-95% 10 = % - Legeringsindex (gebaseerd op intensiteit en uitbreiding): schaal 1-9; hoger cijfer betekent betere weerstand. Uitgevoerde waarnemingen, metingen, tellingen en analyses

15 Graanopbrengst en rendabiliteit De graanopbrengst wordt bij alle onderzoeksthema s uitgedrukt in bruto-korrelopbrengst. Deze bruto-korrelopbrengst is de werkelijke graanopbrengst in kg/ha, gewogen na het maaidorsen. De korrelopbrengst, het hectolitergewicht en het duizendzadengewicht worden steeds omgerekend naar een vochtgehalte van 15%. Bij de fungicideproeven dient bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (reële korrelopbrengsten), de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden! Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Vooreerst kan de kostprijs van de fungiciden variëren in functie van ondermeer de handelaar, afnamehoeveelheid, enz. Ook de arbeids- en machinekost op het individuele bedrijf kan sterk variëren. Daarbij komt nog dat de graanprijs eveneens grote variaties kan ondergaan in de loop van de tijd, wat maakt dat het financieel rendement ook hierdoor in grote mate kan beïnvloed worden. In functie van al deze variabele factoren loopt het finaal financieel rendement bij eenzelfde bruto-korrelopbrengst bijgevolg sterk uiteen van bedrijf tot bedrijf! Aldus is het aan de landbouwer om in zijn eigen reële situatie voor de diverse beproefde fungiciden, de netto-korrelopbrengst te berekenen aan de hand van de weergegeven brutokorrelopbrengsten. 7. Kwaliteitsanalyses uitgevoerd op het geschoond graan Schonen van het graan: Sample Cleaner, Model MLN - Vochtgehalte (%): Dickey-John Gac Hectolitergewicht (kg): Dickey-John Gac Duizendzadengewicht (gram droge stof) wordt bepaald op luchtdroog: Contador Pfeuffer Uitgevoerde waarnemingen, metingen, tellingen en analyses

16 WEERSOMSTANDIGHEDEN Waarnemingen te Rumbeke-Beitem Bron: Koninklijk Meteorologisch Instituut van België; K.M.I.-Maandbericht. Maand Minimum temperatuur ( C) Maximum temperatuur ( C) Neerslag (l/m²) gemeten normaal afwijking gemeten normaal afwijking gemeten normaal % van normaal 2011 augustus - 12, , september 10,68 9,6 1,08 20,80 19,2 1,60 75, ,3 oktober 8,44 6,2 2,24 16,08 14,3 1,78 53, ,7 november 4,70 3,1 1,60 11,11 9,0 2,11 10, ,7 december 3,52 0,8 2,72 8,59 5,7 2,89 171, , januari 2,55-0,1 2,65 7,60 5,2 2,40 83, ,5 februari - 0, , maart 3,43 1,7 1,73 12,40 8,9 3,50 90, ,8 april 3,86 4,3-0,44 11,41 12,8-1,39 80, ,1 mei 8,61 7,4 1,21 17,27 16,9 0,37 85, ,6 juni 10,83 10,3 0,53 18,93 20,0-1,07 84, ,3 juli 12,65 12,1 0,55 20,73 21,5-0,77 143, ,7 augustus 12,79 12,0 0,79 23,50 21,7 1,80 42, ,3 september 8,90 9,6-0,70 19,13 19,2-0,07 28, ,2 (-) geen metingen Weersomstandigheden

17 TEELTOMSTANDIGHEDEN WINTERGRANEN D. Wittouck 1, J. Bries 2 en G. Haesaert 3 De maand september was zonniger dan normaal, abnormaal warm en met weinig regendagen (Bron: KMI). De zaai van de wintergerst startte vanaf de voorlaatste week van september en gebeurde vlot en onder goede omstandigheden. Oktober was uitzonderlijk zonnig, relatief warm en droog (Bron: KMI). De uitzaai van de wintertarwe is vroeg begonnen, begin oktober werden reeds de eerste percelen gezaaid. Ook bij de wintertarwe verliep de zaai vlot en onder goede omstandigheden en was er een snelle opkomst. Doch in bepaalde regio s speelde de droogte parten hetzij bij de grondbewerkingen vóór de zaai, hetzij bij de opkomst van de gezaaide wintergranen. De maand november was zeer warm, uitzonderlijk zonnig en zeer uitzonderlijk droog (Bron: KMI). Door de uitzonderlijke weersomstandigheden verliep de gewasontwikkeling van de wintergranen heel snel. De wintergerst ging hierdoor sterk ontwikkeld de winter in, op bepaalde percelen was er op dat ogenblik zelfs veel meeldauw aanwezig. Als gevolg van de droogte vertoonden bepaalde herbicidetoepassingen een minder goede werking. Finaal was de herfst (september, oktober en november) de tweede warmste ooit en ook abnormaal droog; tevens rangschikte de herfst zich in de top vijf van de zonnigste herfstperiodes (Bron: KMI). December was uitzonderlijk warm, zeer abnormaal nat en winderig (Bron: KMI). De maand januari was iets warmer dan normaal; tot eind van de maand kwamen er nauwelijks vorstdagen voor. Qua zonneschijnduur was januari eerder somber (Bron: KMI). Vanaf januari kwam er een zware aanhoudende vorstperiode tot 12 februari, met nachttemperaturen die tot ver onder de -10 C daalden in bepaalde regio s. Op sommige dagen was er bovendien een sterk uitdrogende schrale oostenwind. Tevens was er meestal weinig of geen sneeuw die als bescherming tegen de vorst kon optreden. Daartegenover stond dat tot vóór het invallen van de vorstperiode, de winter uitzonderlijk warm was, waardoor de graangewassen vaak reeds (te) sterk ontwikkeld waren (vooral de vroeggezaaide wintergranen) bij de start van de vorstperiode. De meeste schade werd vastgesteld in wintergerst, gezien het al ver gevorderd gewasstadium op het moment van deze vorstperiode. De symptomen van vorstschade varieerden van bladverkleuring tot min of meer belangrijke plantuitval, in de ergste gevallen met een zeker opbrengstverlies tot gevolg. Doch de meeste symptomen kwamen voor bij zeer vroege zaai en (te) sterke gewasontwikkeling. De bevroren bladmassa van de wintergerst zakte in elkaar en verstikte de daaronder liggende planten. Er waren evenwel grote verschillen tussen regio s (minder of meer strenge vorst), percelen (ligging van het perceel, zaaidatum) en rassen. Bij de wintertarwe beperkte de vorstschade zich meestal tot enkel bladverkleuring; bij de (zeer) vroege zaai kwamen soms afstervende stoelen voor. Finaal was februari koud en droog (Bron: KMI) De maand maart was zeer zonnig, warm en droog (Bron: KMI). Uit de bodemanalyses bleek dat de reserve aan minerale stikstof in het bodemprofiel (0-90 cm) iets hoger lag dan in Op 5 maart werd Zuid-West-Vlaanderen geteisterd door grote wateroverlast, in bepaalde regio s viel er in twee dagen tot 70 l neerslag/m². Hierdoor kon de eerste stikstofbemesting in West- Vlaanderen niet overal tijdig toegepast worden, temeer de wintertarwe een groeivoorsprong vertoonde. Vervolgens was 15 maart de warmste ooit, met temperaturen tot maar liefst 20 C! Vanaf halfweg de voorlaatste week van maart kwamen er opnieuw enkele dagen met warm weer voor de tijd van het jaar. Bepaalde percelen wintertarwe kregen in die periode nog recent de eerste stikstoffractie, terwijl andere percelen reeds toewaren aan een volgende fractie. Doch op 30 maart kwam er weersverandering en daalde de temperatuur gevoelig. De maand april was koud, zeer abnormaal nat en somber. Rondom het begin van de tweede week van april had de meeste wintergerst het stadium 2 e knoop bereikt. De wintertarwe stond gemiddeld in het stadium oprichten en vertoonde daarmee een groeivoorsprong van ongeveer 10 dagen (Bron: CADCO). Voor de toepassing van halmverstevigers in wintertarwe waren in veel gevallen de klimaatsomstandigheden niet altijd 1 Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem 2 Bodemkundige Dienst van België vzw, Leuven-Heverlee 3 Hogeschool Gent, Faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen, Gent Teeltomstandigheden wintergranen

18 optimaal. Rond half april hadden de gewassen in de kustpolder bovendien te kampen met een gebrek aan neerslag. In bepaalde velden wintertarwe werd er in de loop van de maand april een gedeeltelijke geelverkleuring waargenomen van hetzij bladtoppen, hetzij bladgedeelten of zelfs volledige bladeren. Het koud en winderig weer (soms met nachtvorst), alsook grote temperatuursverschillen tussen dag en nacht lagen onder andere aan de basis van deze verschijnselen. Ook bladbehandelingen werkten deze symptomen in de hand. Er werden duidelijke rasverschillen vastgesteld, namelijk rassen die weinig bladvergeling vertoonden tot rassen welke veel bladvergeling vertoonden. Groeizaam weer zonder extreme temperaturen was nodig om deze verschijnselen te verhelpen. Naar eind april kwam op de meeste percelen wintergerst het laatste blad te voorschijn; kort na begin mei kwamen de baarden te voorschijn. De maand mei was voor alle weerparameters normaal (Bron: KMI). Met het warmer wordend weer, en ook mede dankzij de stikstof en de regen, vergroenden de graanpercelen eindelijk na de koude aprilmaand. In de loop van de maand mei viel er op bepaalde dagen lokaal veel neerslag gepaard gaande met wateroverlast. Mei eindigde met zeer warme dagen tijdens de laatste week. Doorgaans begon eind mei - begin juni de wintertarwe in aar te komen. Juni was de natste maand van de laatste dertig jaar; daarenboven was het een sombere maand en lagen de temperaturen iets lager dan de normale waarden (Bron: KMI). Vanaf ongeveer de tweede decade van juni begon de wintergerst te verbleken. Door de hevige hitte eind juni - begin juli begon ook de wintertarwe op nogal wat velden te vergelen, vooral op plaatsen waar structuurschade voorkwam in het veld. Eind juni en begin juli werden de eerste percelen wintergerst geoogst. De maand juli was abnormaal nat en met (zeer uitzonderlijk) veel onweders; tevens scheen de zon minder dan normaal en lagen de temperaturen iets lager dan de normale waarden (Bron: KMI). Begin juli werden bepaalde regio s (oa. West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant) geteisterd door zeer hevige regens. Hierdoor kwam op bepaalde velden zware legering voor in de graangewassen. In de daarop volgende weken was de regen in vele regio s spelbreker waardoor de oogst van de wintergerst maar moeizaam op gang kwam; geknikte aren en hier en daar graanuitval waren het gevolg van de slechte weersomstandigheden. Rond 20 juli was er in bepaalde regio s al 75% van de wintergerst geoogst, waar men elders nagenoeg nog moest beginnen (Bron: Boer en Tuinder 20 juli 2012). Tegen eind juli kon de wintergerstoogst afgewerkt worden. Na een aantal maanden (juni en juli) met (veel) meer neerslag dan normaal, was augustus droger dan normaal (het KMI spreekt hier van een zeer abnormale situatie). Tevens was augustus zonniger en warmer dan normaal (Bron: KMI). Begin augustus startte de oogst van de wintertarwe met mondjesmaat, wegens de hogere vochtgehaltes was de oogst zeker nog niet overal aangevat; door plaatselijke buien was dat immers niet mogelijk. In de daaropvolgende dagen waren er grote regionale verschillen in de vooruitgang van de oogstwerkzaamheden; het was weerom wachten op mooi weer. En het mooie weer kwam er, vanaf 9-10 augustus werd er volop geoogst. Uiteindelijk was de oogst van de wintertarwe op het einde van de tweede decade van augustus op de meeste plaatsen afgewerkt. Weliswaar werden er bij de oogst regionaal zowel kwantitatief als kwalitatief grote tot zeer grote verschillen genoteerd. Voor het overzicht van de ziekte- en plaagdruk in de proeven wintergerst en wintertarwe in 2012, wordt verwezen naar de betreffende hoofdstukken in deze publicatie. Teeltomstandigheden wintergranen

19 DEEL I - WINTERTARWE

20 - 18 -

21 HOOFDSTUK I - WINTERTARWE RASSEN I. RASSENONDERZOEK WINTERTARWE Proefveldhouders: - Johan GHYSELEN, Pannekalsijde 4, 8670 Koksijde Proefplaats: Ten Bogaerde, Ten Bogaerdelaan 10, 8670 Koksijde - Johan DEWULF, Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave) Proefplaats: Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave) - Luc MULLIE, Streyestraat 24, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) Proefplaats: Moenstraat, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) 1. Doel Het rassenonderzoek poogt uit te maken welke wintertarwerassen het meest geschikt zijn voor verbouwing onder de Vlaamse maritieme teeltomstandigheden. Hiertoe worden nieuwe beloftevolle binnen- en buitenlandse rassen uitgezaaid naast de in ons land meest geteelde. De belangrijkste facetten van het rassenonderzoek zijn de opbrengst aan graan, de teeltveiligheid en korrelkwaliteit. Deze laatste heeft betrekking op het hectolitergewicht en het duizendzadengewicht. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

22 Objecten (rassen) Zaaidichtheid: - kleigebied (kustpolder): 400 zaden/m² (proefvelden Koksijde en Zuienkerke - Houtave) - leemgebied: 300 zaden/m² (proefveld Zwevegem - Sint-Denijs) Zaaizaadbehandeling: standaard zaaizaadbehandeling Ras Oorsprong Jaar van kweker (land) kruising opname Mandataris of verdeler Vroeg- (rijp)heid Kwaliteit (**) Chloortoluron (bron: mandataris) Duizendzaden- Zaaidichtheid in kg/ha in de (***) gewicht klei leem Europese G = gevoelig in (kustpolder) rassen- (bron: (bron: gram 400 zaden/m² 300 lijst mandataris) mandataris) NG = tolerant/ zaden/m² (*) niet gevoelig Avatar Limagrain 2010 Jorion S.A. doorschieten:halflaat voedertarwe NG aarvormen:halflaat Carenius RAGT (F) 2006 Philip Seeds vroeg baktarwe B2 (BPC) NG Edgar Nickerson Drifter x B 2010 (B) Aveve vroeg baktarwe A Elixer Wiersum (Semper x Bristol) x Tulsa 2011 Limagrain Belgium halfvroeg voedertarwe G Expert Syngenta Seeds 2007 SCAM halflaat BP G Henrik Limagrain Drifter x Biscay 2009 (B) Aveve halfvroeg voedertarwe Homeros Clovis Matton Dekan x Hamac 2008 (B) Limagrain Belgium halflaat voedertarwe/ NG biscuittarwe Horatio Limagrain 2011 Jorion S.A. doorschieten:halflaat voedertarwe NG aarvormen:halflaat Inspiration Saatzucht Breun (D) Stamm 2158 x Contur 2004 Ets L. Rigaux S.A. halflaat tout venant G Intro RAGT (F) (Tommi x Opus) 2011 Limagrain Belgium halflaat baktarwe BPS G x Akzento Ketchum Syngenta Seeds 2007 Phytosystem/SCAM laat BPS (B1) G KWS Ozon KWS Lochow (LP x Tambor) x 2010 (B) Aveve halfvroeg baktarwe A Denver KWS Radius KWS Lochow (Redford x CPB95-71) x SB 2010 (B) Aveve halfvroeg baktarwe A Lear Limagrain Advanta Robigus x Nijinsky 2007 Phytosystem doorschieten: halflaat voedertarwe G (UK) aarvormen: halflaat Linus RAGT 2010 Philip Seeds halflaat baktarwe B (BPS) Meister Semundo Batis x Tambor 2010 Verla Seeds vroeg-halfvroeg baktarwe A G Profilus RAGT (F) 2008 Philip Seeds vroeg baktarwe A NG Razzano RAGT (F) 2010 Aveve halfvroeg-halflaat A (BPS) G Relay RAGT Gladiator x Vector 2010 Philip Seeds halflaat C1 (tout venant) NG Rockystart Jorion S.A. Genghis x Pulsar 2009 (B) Jorion S.A. doorschieten: laat baktarwe aarvormen: laat Sahara Nickerson (GB) Savannah x Claire 2005 Aveve halfvroeg-halflaat voedertarwe NG Salomo Limagrain/ 2011 (B) Verla Seeds halflaat voedertarwe G Clovis Matton (B) Scor Unisigma 2009 (B) Jorion S.A. doorschieten: laat baktarwe G aarvormen: halflaat Spirit Clovis Matton 2011 (B) Limagrain Belgium vroeg voedertarwe NG Tabasco Von Borries (D) (ZE x 2008 Limagrain Belgium laat voedertarwe G Z99-9) x CPB Tobak Von Borries (D) (Elvis x Drifter) x Koch 2011 Limagrain Belgium halflaat baktarwe B G Viscount CPB Twyford Robigus x Canterbury 2009 (B) Aveve halfvroeg-halflaat voedertarwe NG Gemiddelde (*) Europese rassenlijst: (B) = ras eveneens ingeschreven op de Belgische rassenlijst. (**) Kwaliteit: BPS (Blé panifiable supérieur) BPC (Blé panifiable courant) BAU (Blé autre utilisation) (***) Chloortoluron: voor de rassen waar geen gegevens vermeld worden, is geen informatie bekend; bij deze rassen dient het gebruik van chloortoluron vermeden te worden. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

23 Ziektebestrijding - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel Vanaf 16 april werd per proefplaats de ziektedruk wekelijks opgevolgd op alle rassen. Daarnaast werd de ziektedruk eveneens opgevolgd aan de hand van het Epipreadviessysteem op de rassen Expert, Homeros, Profilus, Razzano, Sahara en Viscount. Fungicide: Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling: Evora Xpro 1,25 l/ha Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

24 Proefomstandigheden 3.1. Proefomstandigheden proefveld Koksijde Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,4 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,5 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) 31, hoog 30 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 24, normaal 40 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 40, hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) 1073, normaal 0 z.b.w./ha Natrium (Na) 5,7 3,1-6,5 normaal 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 1 februari 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 59,95 waarvan 51,25 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,00 2, ,10 3, ,15 2,91 N-bemestingsadvies Inagro: 191 kg/ha ( ) Voorvruchten 2009: aardappelen 2010: maïs 2011: suikerbieten Bodembewerkingen Ploegen: 6 oktober 2011 Rotoreggen: 20 oktober 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg Zaai - datum: 20 oktober dichtheid: 400 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,5 cm Bemesting Stikstof: 195 E - 1 e fractie (17/03/2012), 78 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (16/04/2012), 77 E vloeibaar 39% N - 3 e fractie (19/05/2012), 40 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 30/03/2012: Atlantis 500 g + Capri Twin 200 g + Actirob B 1 l/ha Groeiregulatoren: - 30/03/2012: CCC l/ha - 24/04/2012: CCC 700 0,5 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel Vanaf 16 april werd de ziektedruk wekelijks opgevolgd op alle rassen. Daarnaast werd de ziektedruk eveneens opgevolgd aan de hand van het Epipre-adviessysteem op de rassen Expert, Homeros, Profilus, Razzano, Sahara en Viscount Vermits er in de proef bij een aantal rassen gele roest voorkwam (haardvorming), werd er een bladbehandeling uitgevoerd op 4 mei. Bladbehandeling (eerste tot tweede knoop, 04/05/2012): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (aar % uit, 02/06/2012): Evora Xpro 1,25 l/ha Insecticiden: Oogst 12 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35,805 m² (22 rijen x 0,105 m tussen rijafstand x 15,5 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

25 Proefomstandigheden proefveld Zuienkerke (Houtave) Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,2 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,7 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) 44, hoog 0 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 41, hoog 0 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 58, hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) 1609, normaal 1020 z.b.w./ha Natrium (Na) 4,8 3,1-6,5 normaal 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 1 februari 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 50,70 waarvan 41,15 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,31 2, ,48 3, ,36 3,24 N-bemestingsadvies Inagro: 206 kg/ha ( ) Voorvruchten 2009: kuilmaïs 2010: wintertarwe 2011: suikerbieten Bodembewerkingen Ploegen: 30 september 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg Zaai - datum: 21 oktober dichtheid: 400 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,5 cm Bemesting Stikstof: - 1 e fractie (22/03/2012), vloeibaar 39% N - 2 e fractie (14/04/2012), vloeibaar 39% N - 3 e fractie (30/05/2012), Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 29/03/2012: Atlantis 400 g + Capri Twin 200 g + Harmony M 55 g + Delstar 1 l/ha Groeiregulatoren: - 29/03/2012: Meteor 1 l/ha - 12/04/2012: Meteor 1 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel Vanaf 16 april werd de ziektedruk wekelijks opgevolgd op alle rassen. Daarnaast werd de ziektedruk eveneens opgevolgd aan de hand van het Epipre-adviessysteem op de rassen Expert, Homeros, Profilus, Razzano, Sahara en Viscount Vermits er in de proef bij een aantal rassen gele roest voorkwam (haardvorming), werd er een bladbehandeling uitgevoerd op 4 mei. Bladbehandeling (eerste tot tweede knoop, 04/05/2012): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (aar 100% uit, 10/06/2012): Evora Xpro 1,25 l/ha Insecticiden: Oogst 13 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35,805 m² (22 rijen x 0,105 m tussen rijafstand x 15,5 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

26 Proefomstandigheden proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort leem ph (KCl) 6,5 6,0 6,5 normaal Koolstof (%) 1,2 1,3 1,7 normaal Fosfor (P) 18, normaal 60 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 14, normaal 60 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 12, normaal 40 kg MgO/ha Calcium (Ca) 199, normaal 0 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,8 3,1-6,5 normaal 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 8 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 51,77 waarvan 38,91 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,50 5, ,33 3, ,08 3,67 N-bemestingsadvies Inagro: 192 kg/ha ( ) Voorvruchten 2009: suikerbieten 2010: wintertarwe 2011: aardappelen Bodembewerkingen Ploegen: 10 oktober 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg Zaai - datum: 13 oktober dichtheid: 300 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,5 cm Bemesting Stikstof: 195 E - 1 e fractie (07/03/2011), 65 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (12/04/2011), 77 E vloeibaar 39% N - 3 e fractie (05/05/2011), 53 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 10/11/2011: Bacara 0,8 l/ha - 30/04/2012: MCPA 750 1,5 l/ha Groeiregulatoren: 27/03/2012: Moddus 0,25 l + Cycocel 75 0,75 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel Vanaf 16 april werd de ziektedruk wekelijks opgevolgd op alle rassen. Daarnaast werd de ziektedruk eveneens opgevolgd aan de hand van het Epipre-adviessysteem op de rassen Expert, Homeros, Profilus, Razzano, Sahara en Viscount. Bladbehandeling (eerste - tweede knoop, 04/05/2012): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (aar % uit, 02/06/2012): Evora Xpro 1,25 l/ha Insecticiden: - bestrijding van bladluizen (10/11/2011): Karate Zeon 50 ml/ha - bestrijding van bladluizen (02/06/2012): Karate Zeon 50 ml/ha Oogst 10 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35,805 m² (22 rijen x 0,105 m tussen rijafstand x 15,5 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

27 Teeltverloop 4.1. Gewasstand Geslaagde teelt op alle proefvelden Gele roestdruk op het onbehandeld gewas op het ogenblik van de bladbehandeling (eerste fungicidebehandeling) Proefveld Koksijde Bladbehandeling: eerste tot tweede knoop op 4 mei Gele roestdruk: Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Homeros en Inspiration; enkele kleine haardjes gele roest werden waargenomen bij de rassen Horatio en Salomo. Sporadisch kwam gele roest voor bij het ras Lear, en zeer sporadisch bij het ras Ketchum Proefveld Zuienkerke (Houtave) Bladbehandeling: eerste tot tweede knoop op 4 mei Gele roestdruk: Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Expert, Homeros en Inspiration. Beginnende haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Horatio, Ketchum en Salomo. Een beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij het ras Elixer. Zeer sporadisch werd gele roest vastgesteld bij de rassen Henrik, Lear, Rockystart en Viscount Proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Bladbehandeling: eerste tot tweede knoop op 4 mei Gele roestdruk: Gele roest kwam sporadisch voor bij enkele rassen Legering - Proefveld Koksijde: legering kwam nagenoeg niet voor - Proefveld Zuienkerke (Houtave): geen legering - Proefveld Zwevegem (Sint-Denijs): legering kwam nagenoeg niet voor Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

28 5. Proefresultaten en bespreking 5.1. Korrelopbrengst Korrelopbrengst KUSTPOLDER (kleigebied) (bij 15% vocht): proefvelden Koksijde en Zuienkerke (Houtave) Rangschikking van de rassen naar dalende productiviteit KUSTPOLDER Koksijde Zuienkerke (Houtave) Gemiddelde ras kg/ha relatief tov getuigen (%) (*) ras kg/ha relatief tov getuigen (%) (*) Hoogste Elixer (voedert) a 109,8 Carenius (bakt B2/BPC) a 105,9 Elixer (voedert) 107,3 opbrengst Spirit (voedert) ab 106,6 Henrik (voedert) a 105,7 Expert (BP) 105,7 Expert (BP) abc 106,4 Expert (BP) ab 105,0 Sahara (voedert) 105,0 Sahara (voedert) abcd 105,9 Homeros (voedert/biscuit) abcd 105,8 Iets boven het Intro (bakt BPS) bcd 104,9 Elixer (voedert) ab 104,8 Spirit (voedert) 104,6 gemiddelde KWS Ozon (bakt A) bcde 102,7 Avatar (voedert) ab 104,3 Homeros (voedert/biscuit) 103,8 Tabasco (voedert) bcde 102,5 Sahara (voedert) ab 104,1 Carenius (bakt B2/BPC) 103,8 Edgar (bakt A) bcdef 102,1 Viscount (voedert) abc 103,8 Intro (bakt BPS) 103,2 Tobak (bakt B) cdef 101,9 Profilus (bakt A) abcd 102,9 KWS Ozon (bakt A) 102,8 Carenius (bakt B2/BPC) def 101,7 KWS Ozon (bakt A) abcd 102,9 Henrik (voedert) 102,6 Meister (bakt A) def 101,6 Spirit (voedert) abcd 102,6 Avatar (voedert) 101,5 Linus (bakt B1/BPS) def 101,4 Horatio (voedert) abcd 102,6 Linus (bakt B1/BPS) 100,8 ras relatief tov getuigen (%) (*) Homeros (voedert/biscuit) bcde 101,9 Meister (bakt A) 100,8 Intro (bakt BPS) bcdef 101,4 Tobak (bakt B) 100,6 Linus (bakt B1/BPS) cdefg 100,3 Horatio (voedert) 100,5 Iets onder het Henrik (voedert) efg 99,5 Meister (bakt A) defg 99,9 Tabasco (voedert) 99,7 gemiddelde Inspiration (tout venant) efg 99,2 Tobak (bakt B) defg 99,3 Edgar (bakt A) 99,6 Razzano (bakt A/BPS) efg 99,0 Inspiration (tout venant) efgh 98,3 Profilus (bakt A) 99,3 Avatar (voedert) efg 98,7 Scor (bakt) efgh 98,2 Inspiration (tout venant) 98,8 Horatio (voedert) efg 98,3 KWS Radius (bakt A) fgh 98,2 Scor (bakt) 98,0 Scor (bakt) fg 97,8 Edgar (bakt A) gh 97,2 Viscount (voedert) 97,8 Lear (voedert) gh 96,0 Tabasco (voedert) gh 97,0 KWS Radius (bakt A) 97,0 KWS Radius (bakt A) gh 95,9 Lear (voedert) ghi 96,8 Razzano (bakt A/BPS) 97,0 Profilus (bakt A) gh 95,7 Ketchum (bakt BPS/B1) hi 95,3 Lear (voedert) 96,4 Laagste Salomo (voedert) h 93,3 Razzano (bakt A/BPS) hi 95,0 Ketchum (bakt BPS/B1) 94,0 opbrengst Rockystart (bakt) h 93,1 Relay (C1/tout venant) ij 93,4 Relay (C1/tout venant) 92,9 Ketchum (bakt BPS/B1) h 92,7 Salomo (voedert) j 91,0 Salomo (voedert) 92,1 Relay (C1/tout venant) h 92,5 Rockystart (bakt) j 90,4 Rockystart (bakt) 91,8 Viscount (voedert) h 91,8 Getuigen Getuigen Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen K.W.V. P0, kg 3,89% K.W.V. P0, kg 3,20% V.C. (%) F-ber. 2,54 14,87** V.C. (%) F-ber. 2,27 15,11** (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Avatar, Expert, Henrik, Homeros, Horatio, Intro, Ketchum, KWS Ozon, KWS Radius, Linus, Relay, Rockystart, Sahara, Scor, Tabasco en Tobak Ziektebestrijding: Er werden twee fungicidebehandelingen uitgevoerd respectievelijk in het stadium 1 e knoop 2 e knoop en aar % uit. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

29 Door de interactie tussen ras en proefplaats is de volgorde van de rassen op basis van de behaalde korrelopbrengst verschillend voor de twee proefplaatsen. Te Koksijde (kustpolder) bedroeg de graanopbrengst bij twee fungicidebehandelingen: - over de getuigerassen (Avatar, Expert, Henrik, Homeros, Horatio, Intro, Ketchum, KWS Ozon, KWS Radius, Linus, Relay, Rockystart, Sahara, Scor, Tabasco en Tobak) gemiddeld kg/ha - over alle rassen gemiddeld kg/ha; de korrelopbrengst varieert in functie van het ras van kg/ha tot kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Te Zuienkerke (Houtave) (kustpolder) bedroeg de graanopbrengst bij twee fungicidebehandelingen: - over de getuigerassen (Avatar, Expert, Henrik, Homeros, Horatio, Intro, Ketchum, KWS Ozon, KWS Radius, Linus, Relay, Rockystart, Sahara, Scor, Tabasco en Tobak) gemiddeld kg/ha - over alle rassen gemiddeld kg/ha; de korrelopbrengst varieert in functie van het ras van kg/ha tot kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

30 Korrelopbrengst proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) (leem) Rangschikking van de rassen naar dalende productiviteit Zwevegem (Sint-Denijs) ras kg/ha (bij 15% vocht) relatief t.o.v. getuigen (%) (*) Hoogste KWS Ozon (bakt A) a 109,4 opbrengst Sahara (voedert) a 107,8 Iets boven het Elixer (voedert) b 104,6 gemiddelde Linus (bakt B1/BPS) bc 103,5 Tabasco (voedert) bcd 102,5 Intro (bakt BPS) bcde 101,8 Carenius (bakt B2/BPC) bcde 101,8 Tobak (bakt B) bcde 101,6 Expert (BP) bcde 101,4 Homeros (voedert/biscuit) bcde 101,2 Inspiration (tout venant) cdef 101,1 Henrik (voedert) cdefg 100,3 Meister (bakt A) defgh 100,0 Iets onder het Spirit (voedert) efghi 98,8 gemiddelde Avatar (voedert) efghij 98,6 Ketchum (bakt BPS/B1) fghij 97,9 Edgar (bakt A) ghij 97,7 Viscount (voedert) ghij 97,2 Scor (bakt) hijk 96,8 KWS Radius (bakt A) ijk 96,6 Lear (voedert) ijk 96,5 Razzano (bakt A/BPS) ijk 95,6 Salomo (voedert) ijk 95,4 Horatio (voedert) jk 95,3 Laagste Rockystart (bakt) kl 93,6 opbrengst Profilus (bakt A) kl 93,4 Relay (C1/tout venant) l 91,7 Getuigen Gemiddelde alle rassen K.W.V. P0, kg 2,93% V.C. (%) 2,07 F-ber. 16,85** (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Avatar, Expert, Henrik, Homeros, Horatio, Intro, Ketchum, KWS Ozon, KWS Radius, Linus, Relay, Rockystart, Sahara, Scor, Tabasco en Tobak Ziektebestrijding: Er werden twee fungicidebehandelingen uitgevoerd respectievelijk in het stadium 1 e knoop - 2 e knoop en aarstadium. Te Zwevegem (Sint-Denijs) (leemgebied) bedroeg de graanopbrengst bij twee fungicidebehandelingen: - over de getuigerassen (Avatar, Expert, Henrik, Homeros, Horatio, Intro, Ketchum, KWS Ozon, KWS Radius, Linus, Relay, Rockystart, Sahara, Scor, Tabasco en Tobak) gemiddeld kg/ha - over alle rassen gemiddeld kg/ha; de korrelopbrengst varieert in functie van het ras van kg/ha tot kg/ha, hetzij een verschil van maar liefst kg/ha. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

31 5.2. Hectolitergewicht (in kg) (*) Rangschikking naar afnemend hectolitergewicht Kustpolder (klei) Leem Gemiddelde Koksijde Zuienkerke (Houtave) Zwevegem (Sint-Denijs) Spirit 73,16 a Profilus 74,82 a KWS Ozon 78,21 a KWS Ozon 74,59 a Homeros 72,27 ab Spirit 74,04 ab Inspiration 78,10 ab Spirit 73,97 ab Edgar 72,06 ab Henrik 73,80 abc Edgar 76,49 bc Inspiration 73,95 ab KWS Ozon 71,95 abc KWS Ozon 73,62 abc Carenius 76,41 bc Profilus 73,81 ab Profilus 71,44 bcd Carenius 73,48 abc Homeros 76,33 cd Homeros 73,60 ab Sahara 71,44 bcd Meister 73,11 bcd Henrik 75,99 cde Carenius 73,53 ab Inspiration 71,23 bcd Sahara 72,71 bcde Meister 75,66 cdef Henrik 73,49 ab Elixer 71,17 bcde KWS Radius 72,66 bcde Intro 75,53 cdef Edgar 73,23 abc Meister 70,86 bcde Avatar 72,65 bcde KWS Radius 75,26 cdef Meister 73,21 abc Expert 70,83 bcde Inspiration 72,53 bcde Elixer 75,24 cdef Sahara 73,04 abc Carenius 70,72 bcde Expert 72,47 bcde Profilus 75,16 cdef KWS Radius 72,71 abc Henrik 70,69 bcde Intro 72,33 bcdef Sahara 74,96 cdef Expert 72,64 abc KWS Radius 70,22 cde Homeros 72,22 cdef Ketchum 74,73 cdef Intro 72,59 abc Intro 69,92 de Ketchum 71,65 def Spirit 74,72 cdef Elixer 72,39 abc Linus 69,50 ef Linus 71,32 efg Scor 74,65 cdef Linus 71,75 bcd Scor 68,34 fg Edgar 71,13 efg Expert 74,62 cdef Avatar 71,73 bcd Avatar 68,30 fg Elixer 70,76 fg Linus 74,44 def Ketchum 71,07 cde Tabasco 68,00 fg Tabasco 69,90 g Avatar 74,23 ef Scor 70,22 def Tobak 67,84 g Viscount 69,80 g Salomo 73,88 fg Tabasco 69,83 def Horatio 67,14 g Lear 68,27 h Lear 72,32 gh Salomo 69,39 ef Salomo 66,89 gh Horatio 68,10 h Rockystart 72,14 hi Tobak 69,06 efg Ketchum 66,82 gh Rockystart 67,94 h Horatio 71,87 hi Horatio 69,04 efg Lear 65,35 hi Tobak 67,67 h Tobak 71,67 hi Lear 68,64 fg Rockystart 64,76 i Scor 67,66 h Tabasco 71,58 hi Rockystart 68,28 fgh Razzano 64,57 i Salomo 67,39 h Razzano 70,49 ij Viscount 68,23 fgh Viscount 64,50 i Relay 66,86 h Viscount 70,39 ij Razzano 67,24 gh Relay 62,93 j Razzano 66,66 h Relay 69,79 j Relay 66,53 h Gemiddelde 69,00 Gemiddelde 70,95 Gemiddelde 74,25 Gemiddelde 71,40 K.W.V. P0,05 (kg) V.C. (%) F-ber. 1,47 1,50 29,59** 1,48 1,48 23,11** 1,61 1,53 15,65** (*) Op alle proefplaatsen (Koksijde, Houtave en Sint-Denijs) werden twee fungicidebehandelingen uitgevoerd; hectolitergewicht bij 15% vocht. Het hectolitergewicht bedroeg bij twee fungicidebehandelingen gemiddeld over alle rassen en over de drie proefvelden 71,40 kg. Iets boven het gemiddelde: (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde: (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Laag hectolitergewicht: (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) KWS Ozon, Spirit, Inspiration, Profilus, Homeros, Carenius, Henrik, Edgar, Meister, Sahara, KWS Radius, Expert, Intro, Elixer, Linus en Avatar Ketchum, Scor, Tabasco, Salomo, Tobak, Horatio, Lear, Rockystart en Viscount Razzano en Relay 1,85 3,18 13,08** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

32 5.3. Duizendzadengewicht (in g) (*) Rangschikking naar afnemend duizendzadengewicht Kustpolder (klei) Leem Gemiddelde Koksijde Zuienkerke (Houtave) Zwevegem (Sint-Denijs) Edgar 41,99 a Meister 47,09 a KWS Ozon 48,14 a KWS Ozon 45,36 a KWS Ozon 41,91 a KWS Ozon 46,03 ab Sahara 45,87 b Meister 43,91 ab Inspiration 41,53 a Profilus 45,16 bc Intro 45,08 bc Sahara 43,72 ab Homeros 41,34 ab Ketchum 44,95 bc Henrik 44,62 bcd Inspiration 42,96 ab Expert 40,42 abc Sahara 44,90 bc Meister 44,50 bcd Expert 42,76 abc Sahara 40,38 abc Inspiration 44,77 bc Linus 44,40 bcde Intro 42,67 abc Meister 40,14 abc Expert 44,64 bc Homeros 43,78 cde Henrik 42,65 abc Henrik 39,37 bcd Intro 44,07 cd Expert 43,21 def Homeros 41,76 bcd Intro 38,88 cd Henrik 43,97 cd Edgar 42,69 efg Linus 41,67 bcd Tobak 38,52 cde Linus 42,62 d Ketchum 42,65 efg Ketchum 40,96 bcde Linus 37,97 def Horatio 40,41 e Inspiration 42,58 efgh Edgar 40,52 bcdef Horatio 36,64 efg Tabasco 40,28 e KWS Radius 41,68 fghi Profilus 40,36 bcdef Tabasco 36,52 efg Homeros 40,15 e Tabasco 40,95 ghij Tabasco 39,25 cdefg Scor 36,17 fgh Viscount 39,85 e Scor 40,81 hij Horatio 38,83 defgh KWS Radius 35,87 gh Elixer 39,62 e Profilus 40,09 ijk KWS Radius 38,81 defgh Profilus 35,82 ghi KWS Radius 38,88 ef Horatio 39,45 jkl Tobak 38,21 defghi Ketchum 35,28 ghi Rockystart 37,82 fg Rockystart 38,58 klm Scor 37,47 efghij Elixer 35,22 ghi Tobak 37,68 fg Tobak 38,45 klm Elixer 37,31 fghij Rockystart 34,81 ghi Edgar 36,88 gh Salomo 38,07 lmn Rockystart 37,07 fghij Spirit 34,23 hij Avatar 36,31 ghi Relay 37,80 lmno Viscount 36,54 ghijk Viscount 33,69 ij Lear 35,71 hij Razzano 37,27 mnop Relay 35,26 hijk Razzano 32,66 jk Relay 35,61 hij Elixer 37,08 mnop Razzano 34,93 ijk Relay 32,38 jk Spirit 35,51 hij Lear 36,79 mnop Avatar 34,76 ijk Avatar 31,44 kl Scor 35,43 hij Avatar 36,54 nop Spirit 34,58 jk Salomo 30,75 kl Razzano 34,87 ij Viscount 36,09 op Salomo 34,56 jk Lear 29,81 l Salomo 34,87 ij Carenius 35,65 p Lear 34,10 jk Carenius 29,58 l Carenius 34,28 j Spirit 33,99 q Carenius 33,17 k Gemiddelde 36,42 Gemiddelde 40,09 Gemiddelde 40,62 Gemiddelde 39,04 K.W.V. P0,05 (g) V.C. (%) F-ber. 1,89 3,66 32,48** 1,67 2,95 48,92** 1,63 2,84 40,30** (*) Op alle proefplaatsen (Koksijde, Houtave en Sint-Denijs) werden twee fungicidebehandelingen uitgevoerd; duizendzadengewicht bij 15% vocht. Het duizendzadengewicht bedroeg bij twee fungicidebehandelingen gemiddeld over alle rassen en over de drie proefvelden 39,04 gram. Hoogste duizendzadengewicht ( 10% boven het gemiddelde) Hoog duizendzadengewicht (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Laag duizendzadengewicht (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) Laagste duizendzadengewicht ( 10% onder het gemiddelde) KWS Ozon, Meister, Sahara en Inspiration Expert, Intro, Henrik, Homeros, Linus en Ketchum Edgar, Profilus en Tabasco Horatio, KWS Radius, Tobak, Scor en Elixer Rockystart, Viscount en Relay Razzano, Avatar, Spirit, Salomo, Lear en Carenius 3,09 9,67 10,60** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

33 5.4. Vochtgehalte (in %) (*) Rangschikking naar afnemend vochtgehalte Kustpolder (klei) Leem Gemiddelde Koksijde Zuienkerke (Houtave) Zwevegem (Sint-Denijs) Salomo 13,60 a Salomo 14,45 a Salomo 15,28 a Salomo 14,44 a Spirit 13,50 ab Sahara 14,12 ab Sahara 14,59 b Spirit 14,03 b Inspiration 13,39 abc Spirit 14,12 ab Spirit 14,48 bc Sahara 13,98 bc KWS Radius 13,34 bcd KWS Radius 14,08 ab Inspiration 14,45 bcd Inspiration 13,92 bcd Profilus 13,30 bcd Tabasco 14,05 ab Scor 14,41 bcd KWS Radius 13,92 bcd Edgar 13,29 bcd Lear 14,01 abc Henrik 14,39 bcd Scor 13,86 bcd Scor 13,22 cde Scor 13,95 bcd KWS Ozon 14,34 cde Profilus 13,75 bcde Sahara 13,21 cde Inspiration 13,91 bcd KWS Radius 14,34 cde Tabasco 13,75 bcde Elixer 13,18 cdef Carenius 13,91 bcd Homeros 14,26 cdef Homeros 13,75 bcde KWS Ozon 13,15 cdefg Profilus 13,90 bcd Avatar 14,24 cdef Henrik 13,75 bcde Homeros 13,14 defgh Intro 13,89 bcd Tabasco 14,20 defg KWS Ozon 13,72 cde Intro 13,11 defgh Avatar 13,88 bcd Edgar 14,14 efgh Intro 13,70 cdef Tabasco 13,01 efghi Henrik 13,86 bcde Elixer 14,12 efgh Edgar 13,70 cdef Lear 13,00 efghij Homeros 13,85 bcde Intro 14,11 efgh Avatar 13,69 cdefg Henrik 13,00 efghij Viscount 13,84 bcde Carenius 14,09 efghi Lear 13,68 cdefg Avatar 12,95 fghij Relay 13,81 bcde Profilus 14,06 fghi Elixer 13,64 defg Carenius 12,91 ghij Horatio 13,80 bcde Lear 14,01 fghij Carenius 13,64 defg Ketchum 12,90 hij KWS Ozon 13,69 bcdef Viscount 13,96 ghijk Viscount 13,53 efgh Horatio 12,86 ijk Edgar 13,68 bcdef Meister 13,95 ghijkl Horatio 13,49 efgh Expert 12,86 ijk Elixer 13,62 bcdefg Ketchum 13,92 hijkl Ketchum 13,43 fgh Viscount 12,79 ijkl Expert 13,61 bcdefg Rockystart 13,85 ijklm Expert 13,40 gh Tobak 12,76 jkl Rockystart 13,51 cdefg Horatio 13,80 jklm Relay 13,34 hi Meister 12,65 klm Ketchum 13,46 defg Expert 13,74 klm Meister 13,32 hi Linus 12,62 lm Meister 13,36 efg Tobak 13,71 lm Rockystart 13,30 hi Relay 12,54 mn Tobak 13,30 fg Relay 13,66 m Tobak 13,26 hi Rockystart 12,53 mn Linus 13,29 fg Linus 13,42 n Linus 13,11 ij Razzano 12,32 n Razzano 13,16 g Razzano 13,25 n Razzano 12,91 j Gemiddelde 13,01 Gemiddelde 13,78 Gemiddelde 14,10 Gemiddelde 13,63 K.W.V. P0,05 (%) V.C. (%) F-ber. 0,21 1,12 18,34** 0,42 2,16 3,99** (*) Op alle proefplaatsen (Koksijde, Houtave en Sint-Denijs) werden twee fungicidebehandelingen uitgevoerd. 0,22 1,08 27,06** Het vochtgehalte bedroeg bij twee fungicidebehandelingen gemiddeld over alle rassen en over de drie proefvelden 13,63%. Hoog vochtgehalte: (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde: (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde: (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Laag vochtgehalte: (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) Salomo 0,25 2,24 12,75** Spirit, Sahara, Inspiration, KWS Radius, Scor, Profilus, Tabasco, Homeros, Henrik, KWS Ozon, Intro, Edgar, Avatar, Lear, Elixer en Carenius Viscount, Horatio, Ketchum, Expert, Relay, Meister, Rockystart, Tobak en Linus Razzano Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

34 Ziektedruk Evolutie van de gele roestdruk op het onbehandeld gewas in de periode half/eind maart 22 mei 2012 a. Proefveld Koksijde a.1 15 maart Gele roest Enkel bij Homeros en Horatio kwam gele roest voor, en dit bij een uiterst beperkte aantasting. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: volle uitstoeling a.2 30 maart Gele roest Niet aanwezig. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: aar 1 cm a.3 16 april Gele roest Enkel Homeros vertoonde een beperkte aantasting van gele roest. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: begin oprichten tot 1 e knoop a.4 24 april Gele roest Enkel Inspiration vertoonde een zeer beperkte aantasting van gele roest. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: 1 e tot 2 e knoop a.5 3 mei Gele roest Reeds haardvorming van gele roest bij enkele rassen! Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Homeros en Inspiration; enkele kleine haardjes gele roest werden waargenomen bij de rassen Horatio en Salomo. Sporadisch kwam gele roest voor bij het ras Lear, en zeer sporadisch bij het ras Ketchum. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: (1 e knoop tot) 2 e knoop a.6 8 mei Gele roest Uitbreiding van gele roest sedert 3 mei! Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Expert, Homeros en vooral bij de rassen Inspiration en Salomo. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Avatar, Horatio, Ketchum en Lear. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: 2 e knoop a.7 14 mei Gele roest Lichte uitbreiding van gele roest sedert 8 mei! Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Expert, Homeros en vooral bij de rassen Inspiration en Salomo. Enkele zeer kleine haardjes gele roest werden vastgesteld bij Carenius en Horatio; en enigszins ook bij het ras Lear. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Henrik en Ketchum. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: laatste blad redelijk ver uit a.8 21 mei Gele roest Lichte uitbreiding van de gele roest sedert 14 mei. Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Expert, Homeros, Horatio en Salomo, en vooral bij het ras Inspiration. Enkele zeer kleine haardjes gele roest werden Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

35 vastgesteld bij Ketchum; en enigszins ook bij de rassen Carenius, Henrik en Profilus. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Lear, Sahara en Spirit. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: laatste blad volledig verschenen (stadium 39) b. Proefveld Zuienkerke (Houtave) b.1 30 maart Gele roest Niet aanwezig. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: volle uitstoeling b.2 16 april Gele roest Een beperkte aantasting van gele roest kwam voor bij het ras Homeros, en een zeer beperkte aantasting bij het ras Horatio. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: begin oprichten b.3 24 april Gele roest Geen enkel ras vertoonde gele roest. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: begin oprichten tot 1 e knoop b.4 8 mei Gele roest Uitbreiding van de gele roest! Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij het ras Homeros, en vooral bij de rassen Expert, Inspiration en Salomo. Beginnende haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Horatio en Ketchum. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Elixer en Lear. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: voorlaatste blad redelijk ver uit (stadium 38) b.5 15 mei Gele roest Lichte uitbreiding van gele roest sedert 8 mei! Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij het ras Salomo, en vooral bij de rassen Expert en Inspiration. Enkele zeer kleine haardjes gele roest werden vastgesteld bij het ras Carenius; en enigszins ook bij de rassen Lear en Profilus. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Bij de rassen Homeros en Horatio werden, verspreid in de proefperceeltjes, eerder weinig blaadjes met gele roest vastgesteld. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: laatste blad aan het schuiven (stadium 36-37) b.6 22 mei Gele roest Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Expert, Homeros en Inspiration. Enkele zeer kleine haardjes gele roest werden vastgesteld bij het ras Salomo; en enigszins ook bij de rassen Carenius en Lear. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: laatste blad volledig verschenen (stadium 39) Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

36 c. Proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) c.1 26 maart Gele roest Niet aanwezig. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: aar 1 cm c.2 16 april Gele roest Een beperkte aantasting van gele roest kwam voor bij de rassen Homeros en Inspiration, en een zeer beperkte aantasting bij het ras Salomo. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: begin oprichten tot 1 e knoop c.3 24 april Gele roest Zeer sporadisch kwam gele roest voor bij het ras Horatio. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: 1 e tot 2 e knoop c.4 2 mei Gele roest Sporadisch kwam gele roest voor bij het ras Homeros. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: 1 e tot 2 e knoop c.5 7 mei Gele roest Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij het ras Inspiration. Beginnende haardvorming van gele roest kwam voor bij de rassen Horatio en Profilus. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Homeros en Ketchum. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: 2 e knoop tot voorlaatste blad c.6 14 mei Gele roest Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Homeros, Expert en Salomo, doch vooral bij de rassen Horatio en Inspiration. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een zeer beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Lear en Profilus. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: laatste blad net zichtbaar tot schuiven laatste blad (stadium 37-38) c.7 21 mei Gele roest Lichte uitbreiding van de gele roest sedert 14 mei. Haardvorming van gele roest werd vastgesteld bij de rassen Expert, Horatio en Salomo, doch vooral bij het ras Inspiration. Bij de overige rassen werd geen haardvorming vastgesteld. Een zeer beperkt aantal blaadjes met gele roest kwam voor bij de rassen Homeros, Ketchum en Lear. Bij de overige rassen kwam er ofwel geen ofwel zeer sporadisch gele roest voor. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: laatste blad volledig verschenen (stadium 39) Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

37 Bladziekte- en aarziektedruk op het onbehandeld gewas a. Bladziekte- en aarziektedruk op het onbehandeld gewas op het proefveld te Koksijde (1) Rangschikking naar toenemende ziektedruk Bladvlekkenziekte (27/06/2012) Gele roest (27/06/2012) Bruine roest (27/06/2012) Aarfusarium (09/07/2012) Elixer 4,50 Intro 9,00 KWS Radius 9,00 Profilus 8,81 Tabasco 4,50 KWS Radius 9,00 Rockystart 9,00 Henrik 8,69 Edgar 4,25 Linus 9,00 Scor 9,00 Sahara 8,50 Sahara 4,25 Relay 9,00 Tabasco 9,00 Meister 8,31 KWS Radius 3,75 Scor 9,00 Relay 8,75 Carenius 8,13 Intro 3,63 Tabasco 9,00 Edgar 8,25 Elixer 7,81 Rockystart 3,50 Edgar 7,63 Razzano 7,75 Avatar 7,75 Razzano 3,25 Elixer 6,50 KWS Ozon 7,50 Linus 7,44 Relay 3,25 Rockystart 6,50 Avatar 7,00 Edgar 7,25 Scor 3,25 Horatio 5,50 Henrik 6,75 Intro 7,25 Avatar 3,13 Sahara 5,13 Sahara 6,75 KWS Radius 7,25 Expert 3,00 Henrik 5,00 Linus 6,50 Razzano 6,94 Meister 3,00 Homeros 3,63 Intro 6,38 Homeros 6,83 KWS Ozon 2,88 Salomo 3,38 Homeros 5,25 Expert 6,75 Linus 2,88 Lear 2,63 Salomo 5,13 Relay 6,56 Henrik 2,63 Carenius 2,25 Meister 4,25 Rockystart 6,44 Viscount 1,75 Expert 1,00 Horatio 3,00 Tabasco 6,33 Ketchum 1,00 Inspiration 1,00 Elixer 2,75 Ketchum 6,31 Profilus 1,00 Tobak (**) Tobak 1,00 Viscount 6,31 Carenius (*) Avatar (***) Carenius (*) Lear 6,25 Homeros (*) Ketchum (***) Expert (*) Horatio 6,17 Inspiration (*) KWS Ozon (***) Inspiration (*) Tobak 3,63 Lear (*) Meister (***) Lear (*) Inspiration (****) Salomo (*) Profilus (***) Ketchum (***) KWS Ozon (****) Spirit (*) Razzano (***) Profilus (***) Salomo (****) Horatio (**) Viscount (***) Viscount (***) Scor (****) Tobak (**) Spirit (****) Spirit (****) Spirit (****) Gemiddelde 3,13 Gemiddelde 5,79 Gemiddelde 6,47 Gemiddelde 7,08 (1) Ziektedruk: schaal 1-9 (9 = vrij van ziekte) (*) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door gele roest (**) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door bruine roest (***) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door bladvlekkenziekte (****) Kon niet meer adequaat gekwoteerd worden Meeldauw Kwam niet voor. b. Bladziekte- en aarziektedruk op het onbehandeld gewas op het proefveld te Zuienkerke (Houtave)(1) Rangschikking naar toenemende ziektedruk Bladvlekkenziekte (04/07/2012) Gele roest (04/07/2012) Bruine roest (09/07/2012) Aarfusarium (09/07/2012) Edgar 5,88 KWS Radius 9,00 KWS Radius 9,00 Profilus 8,88 Tabasco 5,38 Relay 9,00 Rockystart 9,00 Linus 8,38 Spirit 4,75 Scor 9,00 Relay 9,00 Meister 7,88 Homeros 4,63 KWS Ozon 9,00 Viscount 9,00 Sahara 7,88 Lear 4,63 Intro 8,50 Edgar 8,75 Avatar 7,75 Sahara 4,50 Linus 7,63 Scor 8,25 Henrik 7,75 Elixer 4,50 Edgar 7,50 Razzano 8,00 Elixer 7,38 KWS Radius 4,38 Rockystart 7,25 KWS Ozon 7,75 KWS Radius 7,38 Horatio 4,38 Henrik 6,75 Tabasco 7,38 Razzano 7,00 Scor 4,13 Tabasco 6,75 Spirit 7,25 Carenius 6,88 Henrik 4,00 Sahara 6,63 Avatar 7,00 Intro 6,88 Intro 3,88 Avatar 6,50 Linus 7,00 Relay 6,88 Rockystart 3,88 Elixer 6,50 Intro 6,38 Viscount 6,88 Meister 3,88 Viscount 6,25 Sahara 6,38 Expert 6,75 Razzano 3,75 Meister 6,00 Henrik 6,25 KWS Ozon 6,75 Linus 3,63 Salomo 5,25 Homeros 6,13 Ketchum 6,50 Salomo 3,63 Horatio 5,13 Meister 5,13 Rockystart 6,25 Relay 3,50 Razzano 5,00 Salomo 4,63 Tabasco 6,13 KWS Ozon 3,38 Spirit 4,75 Lear 4,25 Edgar 6,00 Viscount 2,63 Homeros 4,00 Horatio 3,00 Horatio 5,88 Avatar 2,50 Lear 3,75 Elixer 1,75 Homeros 5,63 Ketchum 1,50 Carenius 2,00 Tobak 1,00 Lear 5,13 Profilus 1,00 Inspiration 1,75 Carenius (*) Tobak 3,88 Carenius (*) Expert 1,38 Expert (*) Inspiration (****) Expert (*) Tobak (**) Inspiration (*) Salomo (****) Inspiration (*) Ketchum (***) Ketchum (***) Scor (****) Tobak (**) Profilus (***) Profilus (***) Spirit (****) Gemiddelde 3,84 Gemiddelde 6,05 Gemiddelde 6,47 Gemiddelde 6,81 (1) Ziektedruk: schaal 1-9 (9 = vrij van ziekte) (*) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door gele roest (**) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door bruine roest (***) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door bladvlekkenziekte (****) Kon niet meer adequaat gekwoteerd worden Meeldauw Kwam niet voor. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

38 c. Bladziekte- en aarziektedruk op het onbehandeld gewas op het proefveld te Zwevegem (Sint-Denijs)(1) Rangschikking naar toenemende ziektedruk Bladvlekkenziekte (26/06/2012) Gele roest (26/06/2012) Bruine roest (10/07/2012) Aarfusarium (10/07/2012) Spirit 6,75 Avatar 9,00 Rockystart 8,50 Profilus 8,25 Elixer 6,38 Intro 9,00 KWS Radius 7,25 Meister 8,00 Horatio 6,38 KWS Radius 9,00 Razzano 6,50 Carenius 7,50 Lear 6,38 Linus 9,00 Scor 6,50 Henrik 7,50 Sahara 6,25 Meister 9,00 Viscount 5,75 KWS Radius 7,25 Tabasco 6,13 Relay 9,00 Avatar 5,50 Linus 7,25 Edgar 6,00 Scor 9,00 Relay 5,50 Avatar 7,00 Salomo 6,00 Tabasco 9,00 Sahara 4,75 Elixer 6,75 Intro 5,50 Edgar 8,75 Tabasco 4,00 Intro 6,75 Avatar 5,38 Elixer 8,75 Edgar 3,50 Expert 6,63 Relay 4,88 Rockystart 8,50 Henrik 3,38 Ketchum 6,63 Meister 4,63 Henrik 7,63 Spirit 3,25 Inspiration 6,50 Razzano 4,50 Sahara 7,38 Lear 3,13 KWS Ozon 6,50 KWS Radius 4,38 Spirit 6,88 Carenius 2,88 Razzano 6,50 Scor 4,13 KWS Ozon 6,75 Inspiration 2,00 Sahara 6,50 KWS Ozon 4,00 Salomo 5,25 Linus 1,88 Edgar 6,38 Henrik 3,88 Razzano 5,00 Meister 1,75 Homeros 6,38 Rockystart 3,88 Viscount 4,88 Intro 1,50 Tabasco 6,38 Viscount 3,88 Lear 4,75 Salomo 1,50 Relay 6,25 Linus 3,75 Carenius 3,88 Expert 1,25 Viscount 6,13 Ketchum 3,25 Horatio 3,75 Homeros 1,25 Horatio 5,75 Profilus 1,75 Inspiration 2,00 Horatio 1,25 Rockystart 5,50 Carenius (*) Expert (**) Elixer 1,00 Lear 4,88 Inspiration (*) Homeros (**) Tobak 1,00 Tobak 3,88 Expert (**) Tobak (**) Profilus (***) Salomo (****) Homeros (**) Ketchum (***) Ketchum (****) Scor (****) Tobak (**) Profilus (***) KWS Ozon (****) Spirit (****) Gemiddelde 4,91 Gemiddelde 7,10 Gemiddelde 3,53 Gemiddelde 6,54 (1) Ziektedruk: schaal 1-9 (9 = vrij van ziekte) (*) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door gele roest (**) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door bruine roest (***) Niet te kwoteren ten gevolge van de zware aantasting door bladvlekkenziekte (****) Kon niet meer adequaat gekwoteerd worden Meeldauw Was beperkt aanwezig. d. Bladziekte- en aarziektedruk op het onbehandeld gewas: gemiddelde over de drie proefvelden Rangschikking naar toenemende ziektedruk Bladvlekkenziekte Gele roest Bruine roest Aarfusarium Edgar 5,38 KWS Radius 9,00 Rockystart 8,83 Profilus 8,65 Tabasco 5,34 Relay 9,00 KWS Radius 8,42 Meister 8,06 Elixer 5,13 Scor 9,00 Scor 7,92 Henrik 7,98 Sahara 5,00 Intro 8,83 Relay 7,75 Linus 7,69 Intro 4,34 Linus 8,54 Razzano 7,42 Sahara 7,63 KWS Radius 4,17 Tabasco 8,25 Edgar 6,83 Avatar 7,50 Relay 3,88 Edgar 7,96 Tabasco 6,79 Carenius 7,50 Meister 3,84 Rockystart 7,42 Avatar 6,50 Elixer 7,31 Scor 3,84 Elixer 7,25 Sahara 5,96 KWS Radius 7,29 Razzano 3,83 Henrik 6,46 Henrik 5,46 Intro 6,96 Rockystart 3,75 Sahara 6,38 Linus 5,13 Razzano 6,81 Avatar 3,67 Horatio 4,79 Intro 4,75 Expert 6,71 Henrik 3,50 Salomo 4,63 Homeros 4,21 Relay 6,56 KWS Ozon 3,42 Lear 3,71 Salomo 3,75 Edgar 6,54 Linus 3,42 Carenius 2,71 Meister 3,71 Ketchum 6,48 Viscount 2,75 Inspiration 1,58 Horatio 2,42 Viscount 6,44 Ketchum 1,92 Elixer 1,83 Homeros 6,28 Profilus 1,25 Tobak 1,00 Tabasco 6,28 Rockystart 6,06 Horatio 5,93 Lear 5,42 Tobak 3,80 Gemiddelde 3,80 Gemiddelde 6,59 Gemiddelde 5,48 Gemiddelde 6,81 (1) Ziektedruk: schaal 1-9 (9 = vrij van ziekte) Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

39 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Bij tien rassen (Expert, Homeros, Intro, Ketchum, KWS Ozon, Profilus, Sahara, Scor, Tabasco en Viscount) werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald na de oogst. De analyses gebeurden zowel bij het gewas behandeld met fungiciden als onbehandeld met fungiciden. Tevens werd op een beperkt aantal rassen het gehalte T-2-mycotoxinen bepaald in de graankorrel na de oogst, zowel op het gewas behandeld met fungiciden als op het gewas onbehandeld met fungiciden. Deze analyses werden uitgevoerd door de Hogeschool Gent. a. Gehalte Fusarium mycotoxine (DON) in de graankorrel na de oogst a.1 Gehalte Fusarium mycotoxinen (DON) in de graankorrel na de oogst: behandeld met fungiciden (bladbehandeling en aarbehandeling) DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm) (behandeld met fungiciden: bladbehandeling en aarbehandeling) Ras Zuienkerke (Houtave) Koksijde Zwevegem (Sint-Denijs) Gemiddelde Expert 0,28 cd 0,59 b 0,38 d 0,42 Homeros 0,19 d 0,56 b 0,46 cd 0,40 Intro 0,16 d 0,58 b 0,46 cd 0,40 Ketchum 0,44 bc 1,02 a 0,81 a 0,76 KWS Ozon 0,29 cd 0,66 b 0,76 ab 0,57 Profilus 0,23 d 0,52 b 0,37 d 0,37 Sahara 0,61 ab 0,65 b 0,37 d 0,54 Scor 0,57 ab 0,75 b 0,62 abc 0,65 Tabasco 0,65 a 0,54 b 0,57 bcd 0,59 Viscount 0,34 cd 0,59 b 0,46 cd 0,46 Gemiddelde 0,38 0,65 0,53 0,52 K.W.V. P0,05 0,17 0,25 0,19 V.C. (%) 31,52 26,56 25,19 F-ber. 9,36** 2,90* 5,85** a.2 Gehalte Fusarium mycotoxinen (DON) in de graankorrel na de oogst: onbehandeld met fungiciden DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm) (niet behandeld met fungiciden) Ras Zuienkerke Koksijde Zwevegem Gemiddelde (Houtave) (Sint-Denijs) Expert 0,29 0,58 0,63 0,50 Homeros 0,81 0,32 0,05 0,39 Intro 0,30 0,46 0,23 0,33 Ketchum 0,97 1,09 0,82 0,96 KWS Ozon 0,46 0,68 0,59 0,58 Profilus 0,38 0,32 0,21 0,30 Sahara 0,36 0,52 0,38 0,42 Scor 0,25 1,81 0,35 0,80 Tabasco 0,81 0,59 0,49 0,63 Viscount 0,69 0,52 0,39 0,53 Gemiddelde 0,53 0,69 0,41 0,54 b. Gehalte T-2 in de graankorrel na de oogst b.1 T-2- gehalte in de graankorrel na de oogst (ppb): behandeld met fungiciden (bladbehandeling en aarbehandeling) T-2-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppb)(behandeld met fungiciden: bladbehandeling en aarbehandeling) Ras Zuienkerke Koksijde Zwevegem Gemiddelde (Houtave) (Sint-Denijs) Expert 109,70 4,76 5,26 39,91 Sahara 42,78 5,23 6,08 18,03 Scor 15,57 3,97 5,00 8,18 Tabasco 171,24 4,75 6,10 60,70 Gemiddelde 84,82 4,68 5,61 31,71 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

40 b.2 T-2- gehalte in de graankorrel na de oogst (ppb): onbehandeld met fungiciden T-2-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppb)(niet behandeld met fungiciden). Ras Zwevegem (Sint-Denijs) Expert 12,28 Sahara 13,63 Scor 13,63 Tabasco 12,28 Gemiddelde 12, Weerstand tegen legeren Op de proefvelden te Koksijde en Zwevegem (Sint-Denijs) kwam er nagenoeg geen legering voor. Op het proefveld te Zuienkerke (Houtave) kwam er geen legering voor. Rangschikking naar lagere weerstand Kustpolder (klei) Koksijde Leem Zwevegem (Sint-Denijs) Homeros 9,00 a Expert 9,00 a Ketchum 9,00 a Intro 9,00 a KWS Ozon 9,00 a Ketchum 9,00 a Profilus 9,00 a Profilus 9,00 a Sahara 9,00 a Sahara 9,00 a Viscount 9,00 a Scor 9,00 a Edgar 9,00 a Tabasco 9,00 a Inspiration 9,00 a Viscount 9,00 a Relay 9,00 a Avatar 9,00 a Rockystart 9,00 a Carenius 9,00 a Intro 8,85 a Edgar 9,00 a Tabasco 8,85 a Henrik 9,00 a Avatar 8,85 a Horatio 9,00 a KWS Radius 8,85 a KWS Radius 9,00 a Lear 8,85 a Lear 9,00 a Salomo 8,85 a Linus 9,00 a Carenius 8,80 a Meister 9,00 a Expert 8,78 a Razzano 9,00 a Elixer 8,78 a Relay 9,00 a Horatio 8,78 a Rockystart 9,00 a Razzano 8,75 a Tobak 9,00 a Linus 8,70 a KWS Ozon 8,90 ab Henrik 8,68 a Salomo 8,90 ab Scor 8,57 a Homeros 8,85 ab Meister 8,55 a Spirit 8,78 ab Tobak 8,50 a Elixer 8,65 ab Spirit 7,48 b Inspiration 8,55 b Gemiddelde 8,79 Gemiddelde 8,95 K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,68 5,43 1,62 0,32 2,51 1,06 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

41 Plant- en gewaskenmerken Standdichtheid (planten/m²) Zaaidichtheid: - kleigebied (kustpolder): 400 zaden/m² (proefvelden Koksijde en Zuikenkerke - Houtave) - leemgebied: 300 zaden/m² (proefveld Zwevegem - Sint-Denijs) Ras Kustpolder (klei) Leem Koksijde Zuienkerke (Houtave) Zwevegem (Sint-Denijs) Avatar 222 abc 242 abc 233 abc Carenius 251 a 231 bc 205 e Edgar 241 abc 242 abc 236 ab Elixer 221 abc 225 c 218 bcde Expert 212 c 260 a 225 abcde Henrik 231 abc 241 abc 220 abcde Homeros 239 abc 236 bc 214 bcde Horatio 226 abc 234 bc 222 abcde Inspiration 226 abc 240 abc 224 abcde Intro 232 abc 232 bc 235 ab Ketchum 231 abc 243 abc 211 cde KWS Ozon 221 abc 235 bc 229 abcd KWS Radius 239 abc 230 bc 214 bcde Lear 223 abc 235 bc 221 abcde Linus 230 abc 224 c 233 abc Meister 220 bc 235 bc 240 a Profilus 235 abc 240 bc 224 abcde Razzano 227 abc 232 bc 218 bcde Relay 247 ab 245 abc 217 bcde Rockystart 236 abc 230 bc 231 abc Sahara 224 abc 241 abc 216 bcde Salomo 222 abc 251 ab 226 abcde Scor 232 abc 229 c 233 abc Spirit 250 ab 232 bc 225 abcde Tabasco 243 ab 235 bc 235 ab Tobak 244 ab 228 c 217 bcde Viscount 237 abc 235 bc 208 de Gemiddelde K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 24,31 planten 6,84 1,53 16,92 planten 5,06 1,70* 17,82 planten 5,64 2,12** Bladvergeling Bij bepaalde rassen wintertarwe werd eind maart en in april een gedeeltelijke geelverkleuring waargenomen van hetzij bladtoppen, hetzij bladgedeelte of zelfs volledige bladeren. a. 30 maart 2012 De soms sterk wisselende klimaatsomstandigheden van het voorjaar, met onder andere zeer grote spreiding in temperatuur tijdens dag en nacht (soms met nachtvorst) tijdens bepaalde dagen in de voorgaande twee-drie weken, lagen hoogstwaarschijnlijk aan de basis van deze bladvergeling. Er werden evenwel duidelijke rasverschillen vastgesteld, namelijk rassen die weinig bladvergeling vertoonden tot rassen welke veel bladvergeling vertoonden. Groeizaam weer zonder extreme temperaturen was nodig om deze verschijnselen te verhelpen. a.1 Proefveld Koksijde - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: begin oprichten - Meeste bladvergeling bij de rassen Ketchum, KWS Radius en Viscount; in iets mindere mate ook bij de rassen Razzano en Rockystart. a.2 Proefveld Zuienkerke (Houtave) - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: begin oprichten - Meeste bladvergeling bij de rassen Edgar, Ketchum, KWS Radius, Razzano en Viscount; in iets mindere mate ook bij het ras Rockystart. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

42 b. 24 april 2012 b.1 Proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Het koud en winderig weer (soms met nachtvorst) van de voorgaande weken, lag hoogstwaarschijnlijk aan de basis van deze bladvergeling. Schraal weer is bevorderlijk voor bladvergeling. Er werden evenwel duidelijke rasverschillen vastgesteld, namelijk rassen die weinig bladvergeling vertoonden tot rassen welke veel bladvergeling vertoonden. - Ontwikkelingsstadium wintertarwe: eerste tot tweede knoop - De meeste bladvergeling werd vastgesteld bij de rassen Edgar, Inspiration en KWS Radius; in iets mindere mate ook bij de rassen Meister, Rockystart en Tabasco. Groeizaam weer zonder extreme temperaturen was nodig om deze verschijnselen te verhelpen. b.2 Wintertarwe ras Tobak Bij het ras wintertarwe Tobak werd op de rassenproeven te Koksijde, Zuienkerke (Houtave) en Zwevegem (Sint-Denijs) een bijzondere geelverkleuring van de bladeren vastgesteld. Namelijk gele strepen op de bladeren die evenwijdig lopen met de bladnerven (zie foto). Foto: Rassenproef wintertarwe Koksijde (Inagro) 24 april 2012, ras Tobak Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

43 Strolengte (cm) (*) Rangschikking naar afnemende strolengte Kustpolder (klei) Leem Gemiddelde Koksijde Zuienkerke (Houtave) Zwevegem (Sint-Denijs) Edgar 92,32 a Edgar 94,35 a Elixer 99,00 a Edgar 95,11 a Elixer 89,30 b KWS Radius 91,42 b Edgar 98,65 a Elixer 93,18 ab KWS Radius 87,82 bc Elixer 91,22 bc Inspiration 95,32 b KWS Radius 91,25 bc Inspiration 87,22 bcd Tobak 90,88 bcd KWS Radius 94,50 b Tobak 90,43 cd Sahara 87,10 bcd Henrik 89,62 bcde Tobak 94,42 b Inspiration 90,31 cd Salomo 86,32 bcd Lear 88,80 bcdef Henrik 94,10 bc Henrik 89,58 cde Lear 86,22 bcd Inspiration 88,38 cdefg Spirit 93,62 bcd Lear 88,68 de Tobak 85,98 bcde Sahara 88,15 defg Scor 91,20 cde Sahara 88,54 de Intro 85,82 cde Salomo 86,80 efgh Lear 91,02 de Salomo 87,95 def Henrik 85,00 cdef Scor 86,68 efgh Salomo 90,72 de Spirit 87,62 efg Scor 84,45 cdefg Spirit 86,50 fghi Linus 90,48 ef Scor 87,44 efg Tabasco 83,93 defgh Intro 86,18 fghi Profilus 90,40 ef Intro 87,28 efg Spirit 82,75 efghi Tabasco 85,52 ghij Sahara 90,38 ef Linus 85,59 fgh Linus 82,70 efghi Profilus 84,20 hijk Intro 89,82 ef Tabasco 85,55 fgh Horatio 82,60 efghij Meister 83,65 ijkl Meister 89,02 ef Profilus 85,07 gh Avatar 81,82 fghijk Expert 83,60 ijkl Expert 88,38 efg Meister 84,68 hi Meister 81,38 ghijk Linus 83,60 ijkl Carenius 87,25 fgh Expert 84,10 hij Profilus 80,60 hijk Avatar 82,68 jkl Ketchum 87,22 fgh Avatar 83,44 hij Expert 80,32 ijk Ketchum 82,58 jkl Tabasco 87,20 fgh Ketchum 83,18 hij Rockystart 80,25 ijk Carenius 81,60 kl Avatar 85,82 ghi Carenius 83,02 hij Carenius 80,22 ijk Rockystart 81,53 kl KWS Ozon 85,12 hij Rockystart 82,28 ij Ketchum 79,72 ijk KWS Ozon 81,32 kl Rockystart 85,08 hij Horatio 82,05 j Homeros 79,12 jkl Homeros 81,05 l Homeros 84,98 hij Homeros 81,72 j KWS Ozon 78,35 kl Horatio 80,80 l Horatio 82,75 ij KWS Ozon 81,60 j Razzano 76,38 l Razzano 78,03 m Razzano 82,28 j Razzano 78,89 k Relay 71,72 m Viscount 72,70 n Viscount 76,42 k Viscount 73,29 l Viscount 70,75 m Relay 71,68 n Relay 72,65 l Relay 72,02 l Gemiddelde 82,60 Gemiddelde 84,57 Gemiddelde 88,81 Gemiddelde 85,33 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 2,97 2,54 21,83** 2,62 2,19 32,84** (*) Strolengte: - na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator te Koksijde en Zuienkerke (Houtave) - na toepassen van één behandeling met een groeiregulator te Zwevegem (Sint-Denijs) 2,81 2,24 36,39** De strolengte bedroeg na toepassen van groeiregulatoren gemiddeld over de drie proefvelden en alle rassen 85,33 cm. Langst: Lang: Iets boven het gemiddelde: Iets onder het gemiddelde: Kort: Kortst: Edgar Elixer, KWS Radius, Tobak en Inspiration Henrik, Lear, Sahara, Salomo, Spirit, Scor, Intro, Linus en Tabasco Profilus, Meister, Expert, Avatar, Ketchum, Carenius, Rockystart, Horatio, Homeros en KWS Ozon Razzano Viscount en Relay 2,30 3,30 42,56** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

44 Aarvorming Rangschikking van de rassen van vroeg naar laat in aar komen Ras Ontwikkelingsstadium wintertarwe (1) Koksijde (29/05/2012) Zwevegem (Sint-Denijs) (29/05/2012) Zuienkerke (Houtave) (02/06/2012) Rumbeke (Beitem) (2) (01/06/2012) Vroeg Spirit ,8 Expert 57, ,9 Scor 57,5 54, ,0 Halfvroeg Elixer 53 54, ,5 55,8 KWS Ozon ,5 55,4 Profilus 55 51, ,1 Gemiddeld Homeros ,5 57,5 54,8 tot Tobak 51,5 49,5 57, ,4 halfvroeg Razzano 50 49,5 56,5 56,5 53,1 Ketchum 51, ,1 Gemiddeld Henrik 49 49, ,9 Inspiration 52 49,5 57, ,8 KWS Radius 49 47,7 56,5 57,5 52,7 Carenius 49, ,4 Rockystart , ,9 Intro , ,6 Gemiddeld tot Edgar 47, , ,8 halflaat Avatar 48,5 48, ,8 Meister 47, ,2 Relay 47 46, ,1 Halflaat Salamo , ,9 Linus 46, ,9 Viscount 46 46, ,4 Horatio 47 46, ,1 Laat Lear 45 45,5 51, ,8 Sahara 45,5 45, ,8 Tabasco 45, , ,8 Gemiddelde 52,1 (1) Ontwikkelingsstadium wintertarwe: Aarzwelling vlagbladschede gestrekt aarzwelling net zichtbaar aarzwelling duidelijk zichtbaar vlagbladschede opent zich eerste naalden zichtbaar (alleen bij gebaarde vormen) In de aar komen eerste pakje van de aar net zichtbaar ¼ van de aar zichtbaar ½ van de aar zichtbaar ¾ van de aar zichtbaar aar volledig verschenen (2) Proef Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe, blz. 44 Bloei begin van de bloei bloei halverwege bloei voltooid gemiddelde Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

45 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Op alle proefvelden werd na de oogst het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst proefveld Koksijde De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Vervolgens werd er 10 ton/ha kippenmest (6 E totale N/ton; 5 E P 2 O 5 /ton) en 20 ton/ha effluent (0,5 E totale N/ton; 0,5 E P 2 O 5 /ton) toegediend half augustus Er werd geen groenbemester ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte Nitraatresidu-bepaling (kg NO 3-N/ha) in cm kort na de oogst 21 november 2012 (21/08/2012) ,59 11, ,92 5, ,88 3,33 nitraatresidu 43,39 20, Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst proefveld Zuienkerke (Houtave) De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Vervolgens werd er 30 ton/ha zeugendrijfmest (3,6 E totale N/ton; 3,8 E P 2 O 5 /ton) toegediend eind augustus 2012, waarna er eveneens eind augustus gele mosterd werd ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte Nitraatresidu-bepaling (kg NO 3-N/ha) in cm kort na de oogst 6 november 2012 (20/08/2012) ,41 15, ,55 10, ,58 4,63 nitraatresidu 25,54 30, Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Er werd vervolgens noch organische bemesting toegediend, noch een groenbemester ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte Nitraatresidu-bepaling (kg NO 3-N/ha) in cm kort na de oogst 5 november 2012 (24/08/2012) ,80 14, ,37 34, ,00 23,11 nitraatresidu 25,17 72,21 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

46 II. RASSENVERGELIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEHALTE MYCOTOXINEN IN DE GRAANKORREL NA KUNSTMATIGE INFECTIE BIJ WINTERTARWE Proefveldhouder en proefplaats: Inagro vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem 1. Doel Bij granen veroorzaken Fusarium schimmels stengelrot en voetziekten, doch het grootste probleem treedt op bij aaraantasting. Naast de derving van opbrengst en kwaliteit worden door de meeste Fusarium schimmels mycotoxinen afgezet. Bij tarwe wordt vooral deoxynivalenol (DON) gevormd. Tarwe blijkt vooral tijdens de bloei gevoelig voor Fusarium schimmels. Veelvuldige regenval, hoge relatieve vochtigheid en hevige dauw in de periode van de bloei tot zacht deegrijp begunstigen de infectie. Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de rassen qua gevoeligheid voor Fusarium aantasting. Deze komen echter pas goed tot uiting wanneer de infectieomstandigheden optimaal zijn en homogeen verspreid zijn over het perceel. Een rassenclassificatie in functie van Fusarium gevoeligheid is daarom niet eenvoudig te bekomen. Het vereist een artificiële infectie (natuurlijke infectie is zelden voldoende regelmatig over het veld aanwezig) en men dient rekening te houden met de verschillen in bloeidatum tussen de rassen. Hiervoor werd een rassenproef wintertarwe aangelegd waarbij een artificiële infectie met een Fusarium sporenoplossing werd uitgevoerd. Voor de oogst werden tellingen uitgevoerd omtrent het aantal met Fusarium aangetaste aren. Na de oogst werd het gehalte mycotoxine DON bepaald in de graankorrel. 2. Objecten Rassen: Altigo, Avatar, Carenius, Edgar, Elixer, Expert, Hekto, Henrik, Homeros, Horatio, Inspiration, Intro, Ketchum, KWS Ozon, KWS Radius, Lear, Linus, Meister, Mozes, Mulan, Profilus, Razzano, Relay, Rockystart, Sahara, Salomo, Scor, Spirit, Tabasco, Tobak en Viscount Infectie met een sporenoplossing op de rassen: - 30/05/2012 (begin aarschuiven) - 04/06/2012 (aarschuiven) - 08/06/2012 (begin tot volle bloei) - 15/06/2012 (volle tot einde bloei) 3. Proefomstandigheden Grondsoort: zandleem Voorvrucht: maïs Er werd geploegd vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 28 oktober 2011 Proefaanleg: 2 parallellen zonder boordpercelen Oogstdatum: 20 augustus 2012 Ziektebestrijding: - tweede knoop (04/05/2012): Opus Team 1,5 l/ha - aarschuiven (05/06/2012): Twist 500 SC 0,375 l/ha Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassenonderzoek wintertarwe

47 Azzerti Carenius Celebration Expert Homeros Mulan Ozon Razzano Sahara Scor Tabasco Viscount Aantal aren Altigo Avatar Carenius Edgar Elixer Expert Hekto Henrik Homeros Horatio Inspiration Intro Ketchum KWS Ozon KWS Radius Lear Linus Meister Mozes Mulan Profilus Razzano Relay Rockystart Sahara Salomo Scor Spirit Tabasco Tobak Viscount Aantal aren Proefresultaten Aantasting van de aren door Fusarium Aarfusarium werd geëvalueerd via een scoringssysteem met 5 klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). De resultaten zijn weergegeven in onderstaande figuur en tabel. klasse 5 klasse 4 klasse 3 klasse 2 klasse 1 Figuur: Gemiddelde klassenverdeling van de gescoorde aren van de infectieproef te Beitem Tabel: Gemiddelde klassenverdeling van de infectieproef te Beitem en de berekende ziekte-index klasse 1 klasse 2 klasse 3 klasse 4 klasse 5 Ziekte-index* Altigo 97,00 0,50 1,00 1,50 0,00 1,75 Avatar 97,50 2,50 0,00 0,00 0,00 0,63 Carenius 96,50 2,50 0,50 0,50 0,00 1,25 Edgar 95,50 2,50 1,00 1,00 0,00 1,88 Elixer 96,50 0,50 0,50 2,50 0,00 2,25 Expert 90,50 1,50 3,00 3,50 1,50 6,00 Hekto 92,00 2,00 2,00 3,00 1,00 4,75 Henrik 99,50 0,50 0,00 0,00 0,00 0,13 Homeros 90,00 4,00 2,50 2,50 1,00 5,13 Horatio 89,00 2,00 5,50 3,50 0,00 5,88 Inspiration 95,50 1,50 1,00 1,50 0,50 2,50 Intro 91,00 3,00 1,00 4,00 1,00 5,25 Ketchum 91,50 3,50 3,00 2,00 0,00 3,88 KWS Ozon 91,00 2,00 1,50 4,00 1,50 5,75 KWS Radius 92,50 1,50 3,00 2,50 0,50 4,25 Lear 93,50 4,50 2,00 0,00 0,00 2,13 Linus 96,00 1,50 1,50 1,00 0,00 1,88 Meister 96,50 1,00 1,00 1,50 0,00 1,88 Mozes 95,00 2,50 1,00 1,50 0,00 2,25 Mulan 97,50 1,00 0,50 0,50 0,50 1,38 Profilus 98,00 1,00 0,50 0,00 0,50 1,00 Razzano 93,50 0,50 3,50 2,00 0,50 3,88 Relay 91,00 2,00 4,50 1,00 1,50 5,00 Rockystart 91,50 2,00 5,00 1,50 0,00 4,13 Sahara 97,00 2,50 0,50 0,00 0,00 0,88 Salomo 94,50 3,50 1,50 0,50 0,00 2,00 Scor 91,00 3,00 2,00 2,50 1,50 5,13 Spirit 99,50 0,00 0,00 0,50 0,00 0,38 Tabasco 94,00 3,50 1,50 1,00 0,00 2,38 Tobak 87,00 1,00 6,50 4,50 1,00 7,88 Viscount 94,50 3,00 1,00 1,00 0,50 2,50 *ziekte-index berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassenonderzoek wintertarwe

48 Altigo Carenius Edgar Elixer Expert Hekto Henrik Homeros Horatio Inspiration Intro Ketchum KWS Ozon KWS Radius Lear Linus Meister Mozes Mulan Profilus Razzano Relay Rockystart Sahara Salomo Scor Spirit Tabasco Tobak Viscount DON-gehalte (mg/kg) DON-gehalte in de graankorrel na de oogst DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (mg/kg) Ras DON (ppm) Altigo 1,05 Carenius 0,78 Edgar 1,20 Elixer 0,45 Expert 0,36 Hekto 0,70 Henrik 0,16 Homeros 1,11 Horatio 1,54 Inspiration 1,56 Intro 1,57 Ketchum 1,77 KWS Ozon 1,09 KWS Radius 0,67 Lear 1,09 Linus 1,44 Meister 0,44 Mozes 1,23 Mulan 0,39 Profilus 0,60 Razzano 1,10 Relay 3,07 Rockystart 1,57 Sahara 0,41 Salomo 1,67 Scor 0,79 Spirit 0,21 Tabasco 2,82 Tobak 4,20 Viscount 1,89 Gemiddelde 1, Figuur : Verdeling van de DON-gehaltes (mg/kg) van de infectieproef te Beitem. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassenonderzoek wintertarwe

49 HOOFDSTUK II - WINTERTARWE ZIEKTEBESTRIJDING I. WINTERTARWE BLADZIEKTEPROEVEN VERGELIJKING VAN FUNGICIDEN BIJ TOEPASSING IN HET STADIUM 2 e KNOOP - VOORLAATSTE BLAD Proefveldhouders: - René CLAEYS, Blankenbergsesteenweg 80, 8377 Zuienkerke Proefplaats: Polderbos, 8370 Blankenberge - Dirk SAMAIN, Moenstraat 8, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) Proefplaats: Moenstraat 8, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) 1. Doel De doeltreffendheid bestuderen van fungiciden ten aanzien van bladziekten, bij toepassing in het stadium 2 e knoop - voorlaatste blad, waarbij er een gemeenschappelijke behandeling ter bestrijding van aarziekten werd uitgevoerd in het aarstadium. Daarenboven werd op het proefveld te Zwevegem (Sint-Denijs) de invloed van een bladbehandeling onderzocht in een iets later gewasstadium, namelijk in het stadium voorlaatste blad, en te Blankenberge werd de invloed van twee bladbehandelingen onderzocht. AANDACHT! Indien een bladbehandeling in wintertarwe noodzakelijk is, stelt zich de vraag welk fungicide er dient ingezet te worden in functie van de te behandelen bladziekte. Daarom is het doel van deze proeven na te gaan welke fungiciden technisch gezien, het meest efficiënt zijn tegen de respectievelijke bladziekten in wintertarwe. Indien een bladbehandeling nodig is, kan dan een gepaste fungicidekeuze gemaakt worden in functie van de aan te pakken bladziekten. In de hiernavolgende proefresultaten worden bij de graanopbrengsten enkel de brutokorrelopbrengsten vermeld. Bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (reële korrelopbrengsten), dient de kostprijs van de bladbehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) aldus nog in mindering gebracht te worden! Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Vooreerst kan de kostprijs van de fungiciden variëren in functie van ondermeer de handelaar, afnamehoeveelheid, enz. Ook de arbeids- en machinekost op het individuele bedrijf kan sterk variëren. Daarbij komt nog dat de graanprijs eveneens grote variaties kan ondergaan in de loop van de tijd, wat maakt dat het financieel rendement ook hierdoor in grote mate kan beïnvloed worden. In functie van al deze variabele factoren loopt het finaal financieel rendement bij eenzelfde brutokorrelopbrengst bijgevolg sterk uiteen van bedrijf tot bedrijf! Aldus is het aan de landbouwer om in zijn eigen reële situatie voor de diverse beproefde bladfungiciden, de netto-korrelopbrengst te berekenen aan de hand van de weergegeven bruto-korrelopbrengsten. Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

50 Objecten 2.1. Objecten proefveld Blankenberge Ras: Profilus Op alle objecten (exclusief object 1) werd er een gemeenschappelijke aarbehandeling uitgevoerd in het stadium verschijnen aar (stadium 52) met Swing Gold 1,25 l + Opus Plus 0,75 l/ha. Object (nr) 1 e knoop voelbaar (stadium 31) (20/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 2 e knoop - schuiven voorlaatste blad (stadium 32) (30/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) Schuiven laatste blad (stadium 38) (16/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Verschijnen aar (stadium 52) (30/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) (K) Swing Gold 1,25 l 3. - Granovo 1,7 l epoxiconazool 85 +boscalid Swing Gold 1,25 l 4. - Palazzo 1,6 l epoxiconazool 100 +metrafenone 120 +fenpropimorf Cherokee 1,25 l cyproconazool 62,5 +propiconazool 78,125 +chloorthalonil 468,75 + Opus 0,8 l epoxiconazool Rubric 1 l +Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 8. - Bumper P 0,9 l epoxiconazool 125 cyflufenamide 5 chloorthalonil 500 prochloraz 360 +propiconazool 81 epoxiconazool Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l +Opus 0,8 l 9. - Venture 1,5 l epoxiconazool 100,5 - Swing Gold 1,25 l +boscalid 349, Opus Team 1,5 l epoxiconazool Swing Gold 1,25 l +fenpropimorf Opus Team 1,5 l epoxiconazool Swing Gold 1,25 l +fenpropimorf 375 +Bravo 1 l chloorthalonil Input 1,25 l - - Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l (K) Controle 2.2. Objecten proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Ras: Profilus Op alle objecten (exclusief object 1) werd er een gemeenschappelijke aarbehandeling uitgevoerd in het stadium aar 100% uit (stadium 59) met Swing Gold 1,25 l + Opus Plus 0,75 l/ha. Object (nr) 2 e knoop schuiven voorlaatste blad (stadium 32) (03/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) Voorlaatste blad (stadium 36) (11/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Aar 100% uit (stadium 59) (01/06/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) (K) Swing Gold 1,25 l 3. Granovo 1,7 l epoxiconazool 85 +boscalid Swing Gold 1,25 l 4. Palazzo 1,6 l epoxiconazool 100 +metrafenone 120 +fenpropimorf Input 1,25 l prothioconazool 200 +spiroxamin Cherokee 1,25 l cyproconazool 62,5 +propiconazool 78,125 +chloorthalonil 468,75 + Opus 0,8 l epoxiconazool Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 8. Bumper P 0,9 l epoxiconazool 125 cyflufenamide 5 chloorthalonil 500 prochloraz 360 +propiconazool 81 epoxiconazool Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l - Swing Gold 1,25 l + Opus 0,8 l 9. Venture 1,5 l epoxiconazool 100,5 - Swing Gold 1,25 l +boscalid 349,5 10. Opus Team 1,5 l epoxiconazool Swing Gold 1,25 l +fenpropimorf Opus Team 1,5 l epoxiconazool Swing Gold 1,25 l +fenpropimorf Bravo 1 l chloorthalonil Input 1,25 l Swing Gold 1,25 l (K) Controle Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

51 Proefomstandigheden 3.1. Proefomstandigheden proefveld Blankenberge Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,2 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,4 1,6 2,1 laag Fosfor (P) 27, hoog 40 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 31, hoog 40 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 45, hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) 583, normaal 960 z.b.w./ha Natrium (Na) 4,7 3,1-6,5 normaal 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 9 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 126,51 waarvan 113,83 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,09 4, ,95 4, ,79 3,64 N-bemestingsadvies Inagro: 131 kg/ha ( ) Voorvruchten 2009: wintergerst 2010: wintertarwe 2011: erwt gevolgd door gele mosterd Bodembewerkingen Ploegen: 3 oktober 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg Zaai datum: 15 oktober 2011 dichtheid: 350 zaden/m² tussen rij afstand: 10 cm Ras: Profilus Bemesting Stikstof: 150 E 1 e fractie (21/03/2012), 75 E vloeibaar 39% N 2 e fractie (25/04/2012), 75 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 23/03/2012: Atlantis 500 g + Capri Twin 200 g + Harmony M 50 g + Actirob B 1 l/ha Groeiregulatoren: 29/04/2012: CCC 1 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 13 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35 m² (2,5 m breedte x 14 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

52 Proefomstandigheden proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort zandleem ph (KCl) 6,1 5,5 6,0 hoog Koolstof (%) 1,1 1,0 1,5 normaal Fosfor (P) 22, hoog 60 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 15, normaal 60 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 12, normaal 40 kg MgO/ha Calcium (Ca) 207, normaal 0 z.b.w./ha Natrium (Na) 2,5 3,1-6,7 laag 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 8 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 130,19 waarvan 114,71 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,95 6, ,93 4, ,83 4,82 N-bemestingsadvies Inagro: 123 kg/ha ( ) Voorvruchten 2009: aardappelen 2010: suikerbieten 2011: bonen Bodembewerkingen Ploegen: 13 oktober 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg Zaai datum: 14 oktober 2011 dichtheid: 300 zaden/m² tussen rij afstand: 12,5 cm Ras: Profilus Bemesting Stikstof: 192 E 1 e fractie (14/03/2012), 59 E vloeibaar 39% N 2 e fractie (14/04/2012), 66 E vloeibaar 39% N 3 e fractie (15/05/2012), 67 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 27/03/2012: Atlantis WG 300 g + Trevistar 0,75 l/ha - 01/05/2012: Allie 30 g/ha Groeiregulatoren: 27/03/2012: CCC l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 9 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35 m² (2,5 m breedte x 14 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

53 Teeltverloop 4.1. Teeltverloop proefveld Blankenberge Standdichtheid Voldoende aantal planten/m² Legering Kwam niet voor. Bladziektedruk Bij de bladbehandeling in het stadium 1 e knoop voelbaar (stadium 31) op 20 april werd er op het onbehandeld gewas gele roest (Puccinia striiformis) vastgesteld, doch enkel op de onderste bladeren; hierbij kwamen verspreid in het perceel zowel aangetaste bladeren als kleine haardjes voor, doch nog niet verontrustend. Bij de bladbehandeling in het stadium 2 e knoop-schuiven voorlaatste blad op 30 april was de gele roest (Puccinia striiformis) in het onbehandeld gewas opgeklommen; er kwamen verspreid in het perceel blaadjes gele roest (Puccinia striiformis) voor (zij het niet veel), alsook hier en daar kleine beginnende haardjes. In het stadium schuiven laatste blad (stadium 38) op 16 mei was de gele roest (Puccinia striiformis) in de onbehandelde objecten opgeklommen tot het voorlaatste blad en dit over de volledige veldjes. Op 7 juni vertoonde het onbehandelde object (object 1) zeer veel gele roest (Puccinia striiformis), alsook het object met enkel een aarbehandeling (object 2, controleobject). Finaal was er in de proef een zeer zware druk van gele roest (Puccinia striiformis), ook bladvlekkenziekte (Septoria tritici) was in belangrijke mate aanwezig; gele roest (Puccinia striiformis) was evenwel eerst aanwezig. Op 9 juli was het onbehandeld object (object 1) volledig afgestorven; het object met enkel een aarbehandeling (object 2, controleobject) was nagenoeg afgestorven Teeltverloop proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Standdichtheid Voldoende aantal planten/m² Legering Kwam niet voor. Bladziektedruk Bij de bladbehandeling in het stadium 2 e knoop-schuiven voorlaatste blad (stadium 32) op 3 mei kwamen er sporadisch haardjes gele roest (Puccinia striiformis) voor in het onbehandeld gewas. Bij de bladbehandeling in het stadium voorlaatste blad (stadium 36) op 11 mei was de gele roestaantasting (Puccinia striiformis) wat uitgebreid, en kwamen er wat meer haardjes voor. Bladvlekkenziekte (Septoria tritici) bleef voornamelijk beperkt tot de onderste bladeren. Finaal was er in de proef een zeer zware druk van bladvlekkenziekte (Septoria tritici) en gele roest (Puccinia striiformis). Op 14 juni werd de aantasting door bladvlekkenziekte (Septoria tritici) en gele roest (Puccinia striiformis) globaal beoordeeld: het onbehandeld object (object 1) vertoonde veel tot zeer veel aantasting; het object met enkel een aarbehandeling (object 2, controleobject) vertoonde veel (tot zeer veel) aantasting. Ook op 26 juni werd de aantasting door bladvlekkenziekte (Septoria tritici) en gele roest (Puccinia striiformis) globaal beoordeeld: het onbehandeld object (object 1) vertoonde zeer veel aantasting; het object met enkel een aarbehandeling (object 2, controleobject) vertoonde veel tot zeer veel aantasting. Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

54 Proefresultaten en bespreking 5.1. Proefresultaten en bespreking proefveld Blankenberge Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Object (nr) 1 e knoop voelbaar (stadium 31) (20/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 2 e knoop schuiven voorlaatste blad (stadium 32) (30/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) (K) Granovo 1,7 l 4. - Palazzo 1,6 l 6. - Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l 7. - Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 8. - Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l 9. - Venture 1,5 l Opus Team 1,5 l Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l Schuiven laatste blad (stadium 38) (16/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Verschijnen aar (stadium 52) (30/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. controle (object 2) meeropbrengst t.o.v. controle (object 2) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht Vochtgehalte (bij 15% vocht) g % h 84, ,44 e 27,52 f 13,32 b Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l g ,94 d 30,15 e 13,78 a cd 129, ,76 abc 36,11 b 13,69 ab ef 123, ,42 cd 34,76 c 13,59 ab ab 134, ,94 bcd 34,19 cd 13,51 ab bc 131, ,14 ab 36,38 b 13,54 ab cde 127, ,33 bc 34,48 c 13,77 a def 125, ,74 cd 33,99 cd 13,86 a f 121, ,86 d 32,85 d 13,48 ab bc 131, ,44 cd 33,83 cd 13,51 ab 12. Input 1,25 l - Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l a 137, ,76 a 38,58 a 13,70 ab K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (K) Controle 381 kg 2,72 92,62** 3,93% 2,72 92,62** 1,24 kg 1,21 14,95** 1,27 g 2,59 46,72** 0,35% 1,76 1,79 Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

55 WINTERTARWE BLADBEHANDELING BRUTO-KORRELOPBRENGST BLANKENBERGE 2012 (meeropbrengst t.o.v. controle) Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l kg ab Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l kg bc Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l kg bc 2 e knoop schuiven voorlaatste blad Granovo 1,7 l kg cd Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l kg cde Venture 1,5 l kg def Palazzo 1,6 l kg ef Opus Team 1,5 l kg f 1e knoop + schuiven laatste blad 1e knoop: Input 1,25 l schuiven laatste blad: Opus Team 1,5 l kg a onbehandeld bladziekten (CONTROLE) (behandeld aarziekten) controle = kg/ha g volledig onbehandeld kg h (= kg/ha) bruto-korrelopbrengst (kg/ha) (V.C. = 2,72%) Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

56 a. Inzet van één bladbehandeling in het stadium 2 e knoop - schuiven voorlaatste blad: Bruto-meeropbrengst Tussen de diverse beproefde bladbehandelingen waren de verschillen tussen de bekomen bruto-meeropbrengsten t.o.v. controle (= enkel aarbehandeling) onderling zeer significant verschillend, en varieerden van kg tot maar liefst kg/ha. De gemiddelde bruto-meeropbrengst bedroeg kg/ha. De hoogste bruto-meeropbrengsten t.o.v. controle (= enkel aarbehandeling) werden bekomen met respectievelijk (onderling niet significant verschillend): - Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l ( kg/ha) - Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l ( kg/ha) - Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l ( kg/ha) Laagst scoorden (onderling niet significant verschillend): - Opus Team 1,5 l ( kg/ha) - Palazzo 1,6 l ( kg/ha) Toevoeging van Bravo 1 l aan Opus Team 1,5 l: - verhoogde de bruto-korrelopbrengst significant met 800 kg/ha b. Inzet van twee bladbehandelingen: respectievelijk in het stadium 1 e knoop en in het stadium schuiven laatste blad: Twee bladbehandelingen (met respectievelijk Input 1,25 l in het stadium 1 e knoop en Opus Team 1,5 l in het stadium schuiven laatste blad) verhoogden de bruto-korrelopbrengst significant met maar liefst kg/ha t.o.v. één bladbehandeling (met Opus Team 1,5 l in het stadium 2 e knoop - schuiven voorlaatste blad) Vergelijking van fungiciden ten aanzien van het groenblijven van het gewas Object (nr) 1 e knoop voelbaar (stadium 31) (20/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 2 e knoop schuiven voorlaatste blad (stadium 32) (30/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) (K) Granovo 1,7 l 4. - Palazzo 1,6 l 6. - Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l 7. - Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 8. - Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l 9. - Venture 1,5 l Opus Team 1,5 l Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l Schuiven laatste blad (stadium 38) (16/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Verschijnen aar (stadium 52) (30/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Groenblijven van het gewas (schaal 1-9; 9 = volledig groen) (9 juli 2012) - 1,00 h Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l 1,31 gh 2,88 bc 1,88 ef 2,81 bcd 2,88 bc 2,31 cde 2,06 e 1,56 fg 3,25 b 12. Input 1,25 l - Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (K) Controle 3,94 a 0,93 7,43 28,91** Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

57 Evolutie van de ziekteaantasting Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Op het gewas onbehandeld met fungiciden werden er 40 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis). Hierbij werd het aantal halmen geteld die de respectievelijke voetziekten vertoonden. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Datum Gewasstadium Oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen Scherpe oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen aantal halmen op 40 Andere % halmen Totaal voetziekten aantal halmen op e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) % halmen e tot 3 e knoop voelbaar (32-33) Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure De bladeren van 40 hoofdhalmen werden beoordeeld op de aanwezigheid van meeldauw (Erysiphe graminis), bladseptoria (Septoria tritici), gele roest (Puccinia striiformis) en bruine roest (Puccinia recondita). Hierbij werd het aantal bladeren geteld die de respectievelijke bladziekten vertoonden en dit als volgt: - meeldauw en bladseptoria: bovenste 3 bladlagen (schaal 0 tot 120) - gele en bruine roest: alle groene bladeren (schaal 0 tot 200). Voor wat de bladluisdruk betreft, werden er 100 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van bladluizen. Hierbij werd het aantal hoofdhalmen geteld die bezet waren met bladluizen (schaal 0 tot 100). Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Datum Gewasstadium Meeldauw (aantal bladeren 0 tot 120) Gele roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bruine roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bladvlekkenziekte (aantal bladeren 0 tot 120) e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e tot 3 e knoop voelbaar (32-33) e knoop voelbaar (36) voorlaatste tot laatste blad (38) Bladluizen (aantal halmen 0 tot 100) laatste blad/vlagbladtongetje net zichtbaar (39) vlagbladschede opent zich eerste pakjes van de aar net zichtbaar (47-52) aar volledig verschenen begin bloei (59-60) bloei halverwege (65) bloei voltooid (69) waterrijp tot vroeg melkrijp (71-73) Geen tellingen uitgevoerd Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

58 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Na de oogst van de wintertarwe werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Vervolgens werd er 25 ton/ha runderstalmest (geen analyse voorhanden) toegediend eind augustus Er werd geen groenbemester ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte in cm Nitraatresidu-bepaling (kg NO 3-N/ha) kort na de oogst 6 november 2012 (20/08/2012) ,90 14, ,30 19, ,05 19,89 nitraatresidu 52,25 54,36 Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

59 Proefresultaten en bespreking proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Object (nr) 2 e knoop schuiven voorlaatste blad (stadium 32) (03/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) (K) - 3. Granovo 1,7 l 4. Palazzo 1,6 l Voorlaatste blad (stadium 36) (11/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Aar 100% uit (stadium 59) (01/06/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. controle (object 2) meeropbrengst t.o.v. controle (object 2) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht Vochtgehalte (bij 15% vocht) g % e 83, ,59 f 25,82 e 13,58 b Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l 5. Input 1,25 l - Swing Gold 1,25 l 6. Cherokee 1,25 l - Swing Gold 1,25 l + Opus 0,8 l 7. Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 8. Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l 9. Venture 1,5 l 10. Opus Team 1,5 l 11. Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l d ,35 e 26,14 e 13,76 ab b 130, ,38 abcd 30,45 cd 14,19 ab c 116, ,98 bcd 30,11 cd 14,10 ab b 127, ,38 abcd 31,09 bc 14,29 ab a 137, ,01 a 33,17 a 13,81 ab b 130, ,83 ab 32,17 ab 14,35 a b 125, ,26 abcd 32,31 ab 14,11 ab bc 123, ,76 cd 29,47 d 13,74 ab c 117, ,58 d 29,86 cd 14,06 ab b 128, ,51 abc 30,40 cd 14,06 ab Input 1,25 l Swing Gold 1,25 l K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (K) Controle b 127, ,80 ab 31,93 ab 14,09 ab 514 kg 3,72 44,42** 5,38% 3,72 44,42** 1,66 kg 1,69 20,02** 1,20 g 2,75 30,17** 0,62% 3,06 1,22 Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

60 Vergelijking van fungiciden ten aanzien van de bestrijding van bladziekten Object (nr) 2 e knoop schuiven voorlaatste blad (stadium 32) (03/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) (K) - 3. Granovo 1,7 l 4. Palazzo 1,6 l Voorlaatste blad (stadium 36) (11/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Aar 100% uit (stadium 59) (01/06/2012) Bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest (*) (schaal 1-9; 9 = vrij van ziekte) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 14/06/ /06/2012-1,88 f 1,12 g Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l 2,44 e 1,94 f 5,88 b 5,44 bc 4,19 d 4,19 e 5. Input 1,25 l Swing Gold 1,25 l 6. Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l 7. Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 8. Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l 9. Venture 1,5 l 10. Opus Team 1,5 l 11. Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Swing Gold 1,25 l Input 1,25 l Swing Gold 1,25 l K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (K) Controle (*) Bladvlekkenziekte en gele roest werden samen beoordeeld 6,00 b 5,19 c 6,62 a 6,50 a 6,38 ab 5,81 b 5,06 c 4,94 cd 4,25 d 4,38 de 4,25 d 4,38 de 6,25 ab 5,50 bc 4,81 c 5,06 c 0,49 7,08 79,75** 0,56 8,58 63,95** Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

61 Bruto-korrelopbrengst en bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest: grafieken en bespreking WINTERTARWE BLADBEHANDELING BRUTO-KORRELOPBRENGST ZWEVEGEM (Sint-Denijs) 2012 WINTERTARWE BLADBEHANDELING BESTRIJDING VAN BLADVLEKKENZIEKTE EN GELE ROEST (meeropbrengst t.o.v. controle) ZWEVEGEM (Sint-Denijs) 2012 (waarnemingen: 26 juni 2012; bladvlekkenziekte en gele roest werden samen beoordeeld) kg a Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l 6,5 a kg b Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l 5,8 b kg b Granovo 1,7 l 5,4 bc kg b Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l 5,5 bc kg b 2 e knoop schuiven voorlaatste blad Input 1,25 l 5,2 c kg b Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l 4,9 cd kg bc Venture 1,5 l 4,4 de kg c Opus Team 1,5 l 4,4 de kg c Palazzo 1,6 l 4,2 e kg b voorlaatste blad Input 1,25 l 5,1 c controle = kg/ha d onbehandeld bladziekten (CONTROLE) (behandeld aarziekten) 1,9 f kg e (= kg/ha) bruto-korrelopbrengst (kg/ha) (V.C. = 3,72%) volledig onbehandeld 1,1 g bestrijding van bladziekten; schaal 1-9, 9 = vrij van ziekte (V.C. = 8,58%) Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

62 a. Inzet van de bladbehandeling in het stadium 2 e knoop-schuiven voorlaatste blad: Bruto-meeropbrengst Tussen de diverse beproefde bladbehandelingen waren de verschillen tussen de bekomen bruto-meeropbrengsten t.o.v. controle (= enkel aarbehandeling) onderling zeer significant verschillend, en varieerden van kg tot maar liefst kg/ha. De gemiddelde bruto-meeropbrengst bedroeg kg/ha. De significant hoogste bruto-meeropbrengst t.o.v. controle (= enkel aarbehandeling) werd bekomen met Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l ( kg/ha) Laagst scoorden (onderling niet significant verschillend): - Palazzo 1,6 l ( kg/ha) - Opus Team 1,5 l ( kg/ha) Bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest (schaal 1-9; 9 = gezond) De significant beste bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest (beide bladziekten werden samen beoordeeld) werd bekomen met Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l (6,5) Toevoeging van Bravo 1 l aan Opus Team 1,5 l: - verhoogde de bruto-korrelopbrengst significant met 873 kg/ha - gaf een significante verbetering van de bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest (+ 1,1 punten) b. Inzet van de bladbehandeling in het stadium voorlaatste blad: Een bladbehandeling met Input 1,25 l hetzij in het stadium 2 e knoop, hetzij in het stadium voorlaatste blad gaf een vergelijkbare bruto-korrelopbrengst en een vergelijkbare bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest. Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

63 Evolutie van de ziekteaantasting Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Op het gewas onbehandeld met fungiciden werden er 40 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis). Hierbij werd het aantal halmen geteld die de respectievelijke voetziekten vertoonden. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Datum Gewasstadium Oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen Scherpe oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen aantal halmen op 40 Andere % halmen Totaal voetziekten aantal halmen op e knoop voelbaar (31) % halmen e tot 2 e knoop voelbaar (31-32) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (36) Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure De bladeren van 40 hoofdhalmen werden beoordeeld op de aanwezigheid van meeldauw (Erysiphe graminis), bladseptoria (Septoria tritici), gele roest (Puccinia striiformis) en bruine roest (Puccinia recondita). Hierbij werd het aantal bladeren geteld die de respectievelijke bladziekten vertoonden en dit als volgt: - meeldauw en bladseptoria: bovenste 3 bladlagen (schaal 0 tot 120) - gele en bruine roest: alle groene bladeren (schaal 0 tot 200). Voor wat de bladluisdruk betreft, werden er 100 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van bladluizen. Hierbij werd het aantal hoofdhalmen geteld die bezet waren met bladluizen (schaal 0 tot 100). Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Datum Gewasstadium Meeldauw (aantal bladeren 0 tot 120) Gele roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bruine roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bladvlekkenziekte (aantal bladeren 0 tot 120) e knoop voelbaar (31) e tot 2 e knoop voelbaar (31-32) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (36) voorlaatste tot laatste blad (38) laatste blad/vlagbladtongetje net zichtbaar (39) eerste pakjes van de aar net zichtbaar (52) aar volledig verschenen begin bloei (59-60) bloei halverwege (65) bloei voltooid - waterrijp (69-71) vroeg melkrijp (73) Geen tellingen uitgevoerd Bladluizen (aantal halmen 0 tot 100) Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

64 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Na de oogst van de wintertarwe werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Vervolgens werd er 15 ton/ha runderstalmest (9,8 E totale N/ton; 5,0 E P 2 O 5 /ton) toegediend eind augustus 2012, waarna er eveneens eind augustus japanse haver werd ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte in cm kort na de oogst (24/08/2012) Nitraatresidu-bepaling (kg NO 3-N/ha) 5 november ,97 5, ,47 7, ,03 6,45 nitraatresidu 53,47 19, Algemene besluiten a. Bladziektedruk - Proefveld Blankenberge Finaal was er in de proef een zeer zware druk van gele roest (Puccinia striiformis), ook bladvlekkenziekte (Septoria tritici) was in belangrijke mate aanwezig; gele roest (Puccinia striiformis) was evenwel eerst aanwezig. - Proefveld Zwevegem (Sint-Denijs) Finaal was er in de proef een zeer zware druk van bladvlekkenziekte (Septoria tritici) en gele roest (Puccinia striiformis). b. Bruto-korrelopbrengst en bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest Ziektedruk: gele roest en bladvlekkenziekte ras bladbehandeling Kustpolder (kleigebied) Zandleem Gemiddelde Blankenberge Profilus 2 e knoop (30 april) Zwevegem (Sint-Denijs) Profilus 2 e knoop (3 mei) bruto-korrelopbrengst bruto-korrelopbrengst bladvlekkenziekte en gele roest (26/06/2012) (1-9; 9 = gezond) bruto-korrelopbrengst Onbehandeld kg/ha h kg/ha e 1,1 g kg/ha Aarbehandeling (*) kg g kg d 1,9 f kg (controle) (= kg/ha) (= kg/ha) (= kg/ha) Bladbehandeling Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l kg ab kg a 6,5 a kg Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l kg bc kg b 5,8 b kg Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l kg bc kg b 5,5 bc kg Granovo 1,7 l kg cd kg b 5,4 bc kg Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l kg cde kg b 4,9 cd kg +800 kg +873 kg +836 kg Venture 1,5 l kg def kg bc 4,4 de kg Palazzo 1,6 l kg ef kg c 4,2 e kg Opus Team 1,5 l kg f kg c 4,4 de kg Input 1,25 l kg b 5,2 c - K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 381 kg 2,72 92,62** + Bravo 1 l 514 kg 3,72 44,42** (*) De aarbehandeling werd uitgevoerd met Swing Gold 1,25 l + Opus Plus 0,75 l/ha te: - Blankenberge op 30 mei 2012 (aarschuiven) - Zwevegem (Sint-Denijs) op 1 juni 2012 (aar 100% uit) 0,56 8,58 63,95** Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

65 Bruto-korrelopbrengst Over de 2 proefvelden werd de hoogste bruto-meeropbrengst (t.o.v. de controle = enkel aarbehandeling) bekomen met Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l ( kg/ha). Daarna volgden met onderling vergelijkbare bruto-meeropbrengsten: Rubric 1 l + Cosine 0,1 l + Taloline 1 l ( kg/ha) Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l ( kg/ha) Granovo 1,7 l ( kg/ha) en verder ook (met onderling vergelijkbare bruto-meeropbrengsten): Bumper P 0,9 l + Opus 0,8 l ( kg/ha) Venture 1,5 l ( kg/ha) en tenslotte (met onderling vergelijkbare bruto-meeropbrengsten): Palazzo 1,6 l ( kg/ha) Opus Team 1,5 l ( kg/ha) Toevoeging van Bravo 1 l aan Opus Team 1,5 l verhoogde de bruto-korrelopbrengst met gemiddeld 836 kg/ha over de 2 proefvelden. - Bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest Enkel te Zwevegem (Sint-Denijs) werd de bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest beoordeeld. De significant beste bestrijding van bladvlekkenziekte en gele roest (beide bladziekten werden samen beoordeeld) werd bekomen met Cherokee 1,25 l + Opus 0,8 l (6,5 op schaal 1-9, met 9 = gezond). c. Hectolitergewicht Ziektebestrijding Kustpolder (kleigebied) Zandleem Gemiddelde Blankenberge Zwevegem (Sint-Denijs) Onbehandeld 66,4 kg 61,6 kg 64,0 kg Bladbehandeling + 1,0 kg + 4,6 kg + 2,8 kg Aarbehandeling + 3,5 kg + 2,8 kg + 3,2 kg Bladbehandeling + aarbehandeling + 4,5 kg (8 objecten) + 7,4 kg (9 objecten) + 6,0 kg d. Duizendzadengewicht Ziektebestrijding Kustpolder (kleigebied) Zandleem Gemiddelde Blankenberge Zwevegem (Sint-Denijs) Onbehandeld 27,5 g 25,8 g 26,7 g Bladbehandeling + 4,4 g + 4,9 g + 4,7 g Aarbehandeling + 2,7 g + 0,3 g + 1,5 g Bladbehandeling + aarbehandeling + 7,1 g (8 objecten) + 5,2 g (9 objecten) + 6,2 g Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

66 II. WINTERTARWE AARZIEKTEPROEF VERGELIJKING VAN FUNGICIDEN BIJ TOEPASSING IN HET AARSTADIUM, MET VOORAFGAANDE BEHANDELING TEGEN BLADZIEKTEN Proefveldhouder en proefplaats: Dirk SAMAIN, Moenstraat 8, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) 1. Doel De doeltreffendheid bestuderen van fungiciden ten aanzien van blad- en aarziekten bij toepassing in het aarstadium, waarbij er een voorafgaande gemeenschappelijke behandeling ter bestrijding van bladziekten werd uitgevoerd in het stadium tweede knoop. Inzake de bestrijding van aarziekten gaat de speciale aandacht naar aarfusarium. AANDACHT! Doel van deze proef is na te gaan welke fungiciden technisch gezien, het meest efficiënt zijn bij inzet in het aarstadium tegen de respectievelijke blad- en aarziekten in wintertarwe. Bij de aarbehandeling kan dan in functie van de te behandelen blad- en aarziekten, een gepaste fungicidekeuze gemaakt worden. In de hiernavolgende proefresultaten worden bij de graanopbrengsten enkel de bruto-korrelopbrengsten vermeld. Bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (reële korrelopbrengsten), dient de kostprijs van de aarbehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) aldus nog in mindering gebracht te worden! Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Vooreerst kan de kostprijs van de fungiciden variëren in functie van ondermeer de handelaar, afnamehoeveelheid, enz. Ook de arbeids- en machinekost op het individuele bedrijf kan sterk variëren. Daarbij komt nog dat de graanprijs eveneens grote variaties kan ondergaan in de loop van de tijd, wat maakt dat het financieel rendement ook hierdoor in grote mate kan beïnvloed worden. In functie van al deze variabele factoren loopt het finaal financieel rendement bij eenzelfde brutokorrelopbrengst bijgevolg sterk uiteen van bedrijf tot bedrijf! Aldus is het aan de landbouwer om in zijn eigen reële situatie voor de diverse beproefde aarfungiciden, de netto-korrelopbrengst te berekenen aan de hand van de weergegeven bruto-korrelopbrengsten. Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

67 Objecten Ras: Hekto Op alle objecten (exclusief object 1) werd er voorafgaand aan de aarbehandeling, een gemeenschappelijke behandeling ter bestrijding van bladziekten uitgevoerd in het stadium tweede knoop voorlaatste blad (stadium 32) op 27 april 2012 met Opus Team 1,5 l/ha. Object (nr) 2 e knoop - voorlaatste blad Aar 90% uit (stadium 32) (stadium 58) (27/04/2012) (25/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) handelsnaam fungicide (dosis/ha) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) (K) Opus Team 1,5 l Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l 4. Opus Team 1,5 l Granovo 1,25 l +Comet 0,25 l +Caramba 0,8 l dimoxystrobine 166,25 +epoxiconazool 62,5 epoxiconazool 62,25 epoxiconazool 62,5 +boscalid 175 pyraclostrobine 62,5 metconazool Opus Team 1,5 l Aviator Xpro 1,25 l bixafen 93,75 +prothioconazool 187,5 6. Opus Team 1,5 l Skyway Xpro 1,25 l bixafen 93,75 +prothioconazool 125 +tebuconazool Opus Team 1,5 l Olympus 1,8 l +Prosaro 0,8 l azoxystrobine 144 +chloorthalonil 720 prothioconazool 100 +tebuconazool Opus Team 1,5 l Adexar 1,5 l epoxiconazool 93,75 +fluxapyroxad 93,75 9. Opus Team 1,5 l Imtrex 1,5 l +Caramba 1 l 10. Opus Team 1,5 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 11. Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l +Caramba 0,8 l fluxapyroxad 93,75 metconazool 60 picoxystrobine 200 prothioconazool 125 +tebuconazool 125 dimoxystrobine 166,25 +epoxiconazool 62,5 metconazool Opus Team 1,5 l Fandango 1,5 l fluoxastrobine 150 +prothioconazool 150 (K) Controle Wintertarwe - HOOFDSTUK II Ziektebestrijding

68 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort zandleem ph (KCl) 6,1 5,5 6,0 hoog Koolstof (%) 1,1 1,0 1,5 normaal Fosfor (P) 22, hoog 60 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 15, normaal 60 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 12, normaal 40 kg MgO/ha Calcium (Ca) 207, normaal 0 z.b.w./ha Natrium (Na) 2,5 3,1-6,7 laag 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 8 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 130,19 waarvan 114,71 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,95 6, ,93 4, ,83 4,82 N-bemestingsadvies Inagro: 123 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2009: aardappelen 2010: suikerbieten 2011: bonen 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 13 oktober 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg 3.4. Zaai datum: 14 oktober 2011 dichtheid: 300 zaden/m² tussen rij afstand: 12,5 cm 3.5. Ras: Hekto 3.6. Bemesting Stikstof: 192 E 1 e fractie (14/03/2012), 59 E vloeibaar 39% N 2 e fractie (14/04/2012), 66 E vloeibaar 39% N 3 e fractie (15/05/2012), 67 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 27/03/2012: Atlantis WG 300 g + Trevistar 0,75 l/ha - 01/05/2012: Allie 30 g/ha Groeiregulatoren: 27/03/2012: CCC l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 9 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35 m² (2,5 m breedte x 14 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk II Ziektebestrijding

69 Teeltverloop Standdichtheid Voldoende planten per m² Legering Hevige regens gepaard gaande met felle windstoten begin juli, veroorzaakten zeer zware legering in de volledige proef. Bladziektedruk In de proef was er een zeer zware druk van bladvlekkenziekte (Septoria tritici) en bruine roest (Puccinia recondita). Op 10 juli waren het onbehandeld object (object 1) en het object met enkel een bladbehandeling (object 2, controleobject) volledig afgestorven. Aarziektedruk Door de zeer hevige legering begin juli kon de aarziektedruk niet adequaat beoordeeld worden. 5. Proefresultaten en bespreking 5.1. Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Hevige regens gepaard gaande met felle windstoten begin juli, veroorzaakten zeer zware legering in de volledige proef. Hierdoor kon de proef niet proefmatig geoogst worden Vergelijking van fungiciden ten aanzien van de bestrijding van bladziekten en het gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel Object (nr) 2 e knoop - voorlaatste blad Aar 90% uit Bestrijding van bladziekten DON (stadium 32) (stadium 58) (schaal 1-9; 9 = vrij van ziekte) (*) (ppm) (27/04/2012) (25/05/2012) (**) handelsnaam fungicide (dosis/ha) handelsnaam fungicide (dosis/ha) bladvlekkenziekte (10/07/2012) bruine roest (10/07/2012) (*) (*) - 2. (K) Opus Team 1,5 l - (*) (*) 0,23 b 3. Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l 4,31 c 7,94 abc 0,21 b 4. Opus Team 1,5 l Granovo 1,25 l 4,56 c 7,94 abc 0,44 a +Comet 0,25 l +Caramba 0,8 l 5. Opus Team 1,5 l Aviator Xpro 1,25 l 5,69 a 7,06 d 0,43 a 6. Opus Team 1,5 l Skyway Xpro 1,25 l 5,81 a 8,00 ab 0,42 a 7. Opus Team 1,5 l Olympus 1,8 l +Prosaro 0,8 l 4,44 c 6,25 de 0,56 a 8. Opus Team 1,5 l Adexar 1,5 l 6,00 a 8,12 a - 9. Opus Team 1,5 l Imtrex 1,5 l +Caramba 1 l 10. Opus Team 1,5 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 11. Opus Team 1,5 l Swing Gold 1,25 l +Caramba 0,8 l 5,00 b 5,31 ef - 4,31 c 7,12 bcd - 4,19 c 7,12 cd Opus Team 1,5 l Fandango 1,5 l 4,12 c 4,56 f - K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (K) Controle 0,42 5,92 25,73** 11,70 16,20 15,15** 0,14 24,38 8,45** (*) Op 10 juli waren de objecten 1 en 2 volledig afgestorven. (**) Bij de oogst werd het gehalte mycotoxinen (DON) bepaald in de graankorrel bij de objecten 2, 3, 4, 5, 6 en 7. De analyses werden uitgevoerd door de Hogeschool Gent. Aarziekten Door de zeer hevige legering begin juli konden de aarziekten niet adequaat beoordeeld worden. Wintertarwe - Hoofdstuk II Ziektebestrijding

70 WINTERTARWE AARBEHANDELING BESTRIJDING VAN BLADVLEKKENZIEKTE EN BRUINE ROEST 2012 Zwevegem (Sint-Denijs) bladvlekkenziekte (waarnemingen: 10 juli 2012) bruine roest (waarnemingen: 10 juli 2012) Adexar 1,5 l Skyway Xpro 1,25 l 6,0 a 5,8 a 8,1 a 8,0 ab Aviator Xpro 1,25 l Imtrex 1,5 l + Caramba 1 l Granovo 1,25 l + Comet 0,25 l + Caramba 0,8 l 5,7 a 5,0 b 5,3 ef 4,6 c 7,1 d 7,9 abc Olympus 1,8 l + Prosaro 0,8 l 4,4 c 6,3 de Swing Gold 1,25 l + Opus Plus 0,75 l Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l Swing Gold 1,25 l + Caramba 0,8 l Fandango 1,5 l onbehandeld aarziekten (CONTROLE) (behandeld bladziekten) 4,3 c 4,3 c 4,2 c 4,1 c 4,6 f 7,1 bcd 7,1 cd 7,9 abc volledig onbehandeld bestrijding van bladziekten; schaal 1-9, 9 = vrij van ziekte (V.C. bladvlekkenziekte = 5,92%) (V.C. bruine roest = 16,20%) De significant beste bestrijding van bladvlekkenziekte werd bekomen met fungiciden op basis van een carboxamide of SDHi, zijnde respectievelijk: - Adexar 1,5 l (6,0) - Skyway Xpro 1,25 l (5,8) - Aviator Xpro 1,25 l (5,7) Voor wat de bestrijding van bruine roest betreft waren de resultaten iets minder goed met: - Fandango 1,5 l (4,6) - Imtrex 1,5 l + Caramba 1 l (5,3) Door de zeer hevige legering begin juli konden de aarziekten niet adequaat beoordeeld worden. Wintertarwe - Hoofdstuk II Ziektebestrijding

71 Evolutie van de ziekteaantasting Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Op het gewas onbehandeld met fungiciden werden er 40 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis). Hierbij werd het aantal halmen geteld die de respectievelijke voetziekten vertoonden. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Datum Gewasstadium e tot 2 e knoop voelbaar (31-32) Oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen Scherpe oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen aantal halmen op 40 Andere % halmen Totaal voetziekten aantal halmen op 40 % halmen e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar - voorlaatste blad (36-37) voorlaatste blad - laatste blad (38-39) Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure De bladeren van 40 hoofdhalmen werden beoordeeld op de aanwezigheid van meeldauw (Erysiphe graminis), bladseptoria (Septoria tritici), gele roest (Puccinia striiformis) en bruine roest (Puccinia recondita). Hierbij werd het aantal bladeren geteld die de respectievelijke bladziekten vertoonden en dit als volgt: - meeldauw en bladseptoria: bovenste 3 bladlagen (schaal 0 tot 120) - gele en bruine roest: alle groene bladeren (schaal 0 tot 200). Voor wat de bladluisdruk betreft, werden er 100 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van bladluizen. Hierbij werd het aantal hoofdhalmen geteld die bezet waren met bladluizen (schaal 0 tot 100). Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Datum Gewasstadium Meeldauw (aantal bladeren 0 tot 120) Gele roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bruine roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bladvlekkenziekte (aantal bladeren 0 tot 120) e tot 2 e knoop voelbaar (31-32) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar - voorlaatste blad (36-37) voorlaatste blad - laatste blad (38-39) vlagbladschede gestrekt (41) Bladluizen (aantal halmen 0 tot 100) vlagbladschede opent zich ¼ van de aar zichtbaar (47-53) aar volledig uit begin bloei (60-61) bloei halverwege tot voltooid (65-69) waterrijp (71) midden melkrijp (75) laat melkrijp (77) Geen tellingen uitgevoerd Wintertarwe - Hoofdstuk II Ziektebestrijding

72 HOOFDSTUK III IPM BENADERING BIJ HET TELEN VAN GRANEN Proefveldhouder: Johan GHYSELEN, Pannekalsijde 4, 8670 Koksijde Proefplaats: Ten Bogaerde, Ten Bogaerdelaan 10, 8670 Koksijde 1. Doelstelling en situering van het project 1.1 Doelstelling van het project Nagaan of een gerichte rassen- en/of soortkeuze kunnen leiden tot een input- en kostenreductie bij de graanteelt op een akkerbouwbedrijf. 1.2 Situering van het project Om de beoogde resultaten te bereiken zal het project steunen op een juiste rassenkeuze en een vergelijking doorvoeren tussen triticale en tarwe. Triticale is een intergenerieke hybride tussen soorten uit de geslachten Triticum en Secale. Het samenbrengen van het roggegenoom met de A en B genomen van tarwe geeft triticale unieke eigenschappen zoals een hogere resistentie tegen biotische en abiotische stress. Zo is geweten dat triticale een efficiëntere opname bezit van nutriënten dan tarwe waardoor het met minder input toch vergelijkbare opbrengsten kan realiseren. Tevens bezit het een zeer behoorlijke weerstand tegen bladvlekkenziekte en zijn rassen beschikbaar met een goede tolerantie tegen roest en meeldauw. Uit proeven en praktijk ervaring blijkt dat één behandeling met fungicide voldoende is om de opbrengst te maximaliseren. Ook op percelen met een niet optimale ph scoort triticale beter dan rogge en tarwe. Triticale bezit tevens een iets hoger eiwitgehalte met een betere lysine inhoud dan tarwe. Dit maakt van triticale een geschikt voedergraan. Als grondstof voor bio-ethanol bezit triticale ook troeven. De hogere amylase activiteit zorgt voor het gemakkelijker vrijstellen van suikers zodat minder externe enzymen moeten toegevoegd worden. Deze eigenschappen hebben ervoor gezorgd dat triticale 30 jaar na introductie wereldwijd wordt verbouwd op circa 2,5 miljoen ha. Het grootste areaal situeert zich in Europa (o.a. in Polen, Duitsland en Frankrijk). In België met een areaal tussen de en ha, wordt triticale thans vooral verbouwd op gemengde bedrijven en binnen de biologische landbouw. Door het hoge opbrengstpotentieel en de betere voederwaarde (meer eiwit dan de traditionele granen) wordt triticale vooral gezien als bedrijfseigen krachtvoerder. Experimenten uit het verleden uitgevoerd door de Hogeschool Gent toonden aan dat triticale een hoog opbrengstpotentieel bezit niet alleen op zand- maar ook op de zwaardere bodemtypes. Onder minder optimale groeicondities deed triticale het opvallend beter dan tarwe en zelfs gerst, terwijl het op zwaardere bodemtypes gelijke tred kon houden met beide graansoorten. De nieuwe rassen zijn legervaster en schottoleranter geworden in vergelijking met de oudere zodat ook de oogstzekerheid verhoogd is. Gemiddeld geeft triticale 25 tot 30 % meer opbrengst dan tarwe onder minder goede groeiomstandigheden of bij extensivering van de teelt (Hogent jaarverslagen proefhoeve 2007 en 2009). Triticale is ook veruit het belangrijkste voedergraan in de Vlaamse biologische landbouw. De forse gewasontwikkeling zorgt voor een goede onkruidonderdrukking, de lagere stikstofbehoefte is meer afgestemd op de organische bemesting en de goede ziektetolerantie (er zijn evenwel rasverschillen met betrekking tot de gevoeligheid ten aanzien van meeldauw en roesten!) laat een gezond gewas toe. Rassenvergelijkingen binnen o.a. het LCG en Arvalis, laten een aanzienlijk verschil zien tussen tarwe-rassen met betrekking tot ziektegevoeligheid. Aanzienlijke verschillen worden vastgesteld voor septoria en roestschimmels en in mindere mate voor meeldauw en aarfusarium. Door te kiezen voor ziektetolerante rassen kan dan ook verondersteld worden dat gespaard kan worden op fungicideninput. Variëteitenkeuze is tevens één van de pijlers van een goed uitgewerkt IPM systeem. Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

73 Objecten a. Rassen - Wintertarwe Altigo Mulan Tabasco - Triticale Orval b. Teelttechniek: stikstofbemesting en ziektebestrijding Stikstofbemesting (1) Advies: 195 E = 75 E + 60 E + 60 E 2 e knoop-punten voorlaatste blad, 04/05/2012: Granovo 1,7 l/ha Ziektebestrijding wintertarwe triticale bladbehandeling aarbehandeling bladbehandeling aarbehandeling Altigo, Mulan: aar 100% uit, 30/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha twee bladbehandelingen: - 1 e knoop, 05/04/2012: Opus 1 l/ha aar 90% uit, 24/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha Tabasco: aar 80-90% uit, 05/06/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha Advies: 195 E = 75 E + 60 E + 60 E geen Altigo, Mulan: aar 100% uit, 30/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha Tabasco: aar 80-90% uit, 05/06/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha - schuiven laatste blad, 04/05/2012: Granovo 1,7 l/ha (2) één bladbehandeling: schuiven laatste blad, 04/05/2012: Granovo 1,7 l/ha aar 90% uit, 24/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha Advies -30%: 137 E = 53 E + 42 E + 42 E 2 e knoop-punten voorlaatste blad, 04/05/2012: Granovo 1,7 l/ha Altigo, Mulan: aar 100% uit, 30/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha twee bladbehandelingen: - 1 e knoop, 05/04/2012: Opus 1 l/ha aar 90% uit, 24/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha Tabasco: aar 80-90% uit, 05/06/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha - schuiven laatste blad, 04/05/2012: Granovo 1,7 l/ha Advies -30%: 137 E = 53 E + 42 E + 42 E geen Altigo, Mulan: aar 100% uit, 30/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha (1) Stikstofbemesting: - 1 e fractie (15/03/2012): Ammoniumnitraat 27% N - 2 e fractie (16/04/2012): Ammoniumnitraat 27% N - 3 e fractie (16/05/2012): Ammoniumnitraat 27% N Tabasco: aar 80-90% uit, 05/06/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha één bladbehandeling: schuiven laatste blad, 04/05/2012: Granovo 1,7 l/ha (2) aar 90% uit, 24/05/2012: Evora Xpro 1,25 l/ha (2) Triticale: op 3 mei werd er na de behandeling uitgevoerd op 5 april (tegen gele roest), opnieuw gele roest vastgesteld; bijgevolg werd er een tweede bladbehandeling ingezet op 4 mei (opnieuw tegen gele roest). Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

74 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,3 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,5 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) 33, hoog 30 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 32, hoog 30 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 39, hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) 673, normaal 640 z.b.w./ha Natrium (Na) 6,4 3,1-6,5 normaal 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 15 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 38,20 waarvan 31,25 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,11 2, ,15 2, ,99 1,47 N-bemestingsadvies Inagro: 204 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2009: wintertarwe 2010: aardappelen 2011: maïs 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 6 oktober 2011 Rotoreggen: 20 oktober 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg 3.4. Zaai - datum: 20 oktober dichtheid: 400 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,5 cm 3.5. Bemesting Stikstof: proeffactor Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 30/03/2012: Atlantis 500 g + Capri Twin 200 g + Actirob B 1 l/ha Groeiregulatoren: - 30/03/2012: CCC l/ha - 24/04/2012: CCC 700 0,5 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 12 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 34,65 m² (22 rijen x 0,105 m breedte x 15 m lengte) Aantal blokken: 4 4. Teeltverloop a. Gewasstand Geslaagde teelt. Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

75 b. Ziektedruk Evolutie van de gele roestdruk op het onbehandeld gewas in de periode 30 maart 8 mei 2012: - 30 maart 2012 Triticale: - 16 april 2012 Triticale: - 24 april 2012 Triticale: - 3 mei 2012 Triticale: - gele roest: haardjes - ontwikkelingsstadium triticale: begin oprichten - gele roest: in vergelijking met de waarnemingen op 30 maart (haardjes gele roest), was de gele roest aantasting op 16 april verder toegenomen tot grote haarden gele roest waarbij de gele roest opklom met het oprichtende gewas. - ontwikkelingsstadium triticale: 1 e knoop - gele roest: in vergelijking met de waarnemingen op 16 april (haarden gele roest), was de gele roest aantasting op 24 april nog verder toegenomen tot grotere haarden gele roest waarbij de gele roest verder opklom met het oprichtende gewas. - ontwikkelingsstadium triticale: 2 e knoop - gele roest: in vergelijking met de waarnemingen op 24 april (grote haarden gele roest), was de gele roest aantasting op 3 mei nog verder toegenomen tot nog grotere haarden gele roest waarbij de gele roest mee opklom met het gewas. - ontwikkelingsstadium triticale: schuiven laatste blad Wintertarwe: - gele roest: het ras Altigo vertoonde reeds redelijk wat gele roest, bij Mulan kwam zeer sporadisch gele roest voor. - ontwikkelingsstadium wintertarwe: 2 e knoop-punten voorlaatste blad - 8 mei 2012 Triticale: - gele roest: in vergelijking met de waarnemingen op 3 mei (grote haarden gele roest), was de gele roest aantasting op 8 mei nog verder toegenomen waarbij de gele roest reeds aanwezig was op het voorlaatste blad. - ontwikkelingsstadium triticale: laatste blad Wintertarwe: - gele roest: bij het ras Altigo was de gele roest toegenomen sedert 3 mei, en werd er beginnende haardvorming vastgesteld, bij Mulan kwam eerder sporadisch gele roest voor. - ontwikkelingsstadium wintertarwe: schuiven voorlaatste blad c. Bladvergeling Bij de waarnemingen op 30 maart vertoonde het wintertarweras Mulan bladvergeling; Mulan bevond zich in het stadium begin oprichten. De soms sterk wisselende klimaatsomstandigheden van het voorjaar, met onder andere zeer grote spreiding in temperatuur tijdens dag en nacht (soms met nachtvorst) tijdens bepaalde dagen in de voorgaande twee-drie weken, lagen hoogstwaarschijnlijk aan de basis van deze bladvergeling. Groeizaam weer zonder extreme temperaturen was nodig om deze verschijnselen te verhelpen. d. Legering Kwam niet voor. Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

76 5. Proefresultaten en bespreking Bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (reële korrelopbrengsten), dient de kostprijs van de bemesting (kostprijs stikstofmeststof) en de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden! Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Vooreerst kan de kostprijs van de meststoffen en fungiciden variëren in functie van ondermeer de handelaar, afnamehoeveelheid, enz.. Ook de arbeids- en machinekost op het individuele bedrijf kan sterk variëren. Daarbij komt nog dat de graanprijs eveneens grote variaties kan ondergaan in de loop van de tijd, wat maakt dat het financieel rendement ook hierdoor in grote mate kan beïnvloed worden. In functie van al deze variabele factoren loopt het finaal financieel rendement bij eenzelfde bruto-korrelopbrengst bijgevolg sterk uiteen van bedrijf tot bedrijf! Aldus is het aan de landbouwer om in zijn eigen reële situatie voor de diverse beproefde objecten, de netto-korrelopbrengst te berekenen aan de hand van de weergegeven bruto-korrelopbrengsten. Resultaten per ras en per teelttechniek: bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte en eiwitgehalte Ras Teelttechniek Bruto-korrelopbrengst(*) (bij 15% vocht) Altigo N-advies, aarbehandeling Mulan N-advies, aarbehandeling Tabasco N-advies, aarbehandeling Orval N-advies, (triticale) 1 blad- + aarbehandeling Altigo N-advies, blad- + aarbehandeling Mulan N-advies, blad- + aarbehandeling Tabasco N-advies, blad- + aarbehandeling Orval N-advies, (triticale) 2 blad- + aarbehandeling Altigo N-advies -30%, aarbehandeling Mulan N-advies -30%, aarbehandeling Tabasco N-advies -30%, aarbehandeling Orval N-advies -30%, (triticale) 1 blad- + aarbehandeling Altigo N-advies -30%, blad- en aarbehandeling Mulan N-advies -30%, blad- en aarbehandeling Tabasco N-advies -30%, blad- en aarbehandeling Orval N-advies -30%, (triticale) 2 blad- + aarbehandeling V.C. (%) F-ber. ras x teelttechniek kg/ha relatief t.o.v. 1 relatief t.o.v. 2 relatief (bij 15% t.o.v. 3 vocht) kg Hectolitergewicht Duizendzadengewicht Vochtgehalte Eiwitgehalte (bij 15% vocht) g % % ,20 46,74 13,50 10, ,39 41,71 13,75 9,46 (= kg/ha) (= kg/ha) ,85 37,98 13,55 9, ,7 67,83 40,95 13,75 8, ,7 71,38 44,87 13,69 9, ,4 106,1 106,6 74,18 42,85 13,70 10, ,8 69,82 40,48 13,35 9, ,8 109,7 66,39 40,53 14,01 9, ,7 72,22 47,55 13,73 9, ,5 92,9 93,5 74,52 43,95 13,93 9, ,2 69,44 40,03 13,71 8, ,2 95,5 68,75 43,96 13,91 8, ,8 72,67 48,82 13,95 9, ,7 97,0 96,0 75,23 45,07 14,13 9, ,6 69,68 42,07 13,81 9, ,9 104,6 67,67 43,34 13,85 8,15 3,66 1,15 (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. 1 relatief t.o.v. respectievelijke opbrengst van elk ras onder teelttechniek volgens N-advies en aarbehandeling voor wintertarwe, of N-advies en 1 bladbehandeling + aarbehandeling voor triticale 2 relatief t.o.v. gemiddelde opbrengst van alle rassen onder teelttechniek volgens N-advies en aarbehandeling voor wintertarwe, en N-advies en 1 bladbehandeling + aarbehandeling voor triticale 3 relatief t.o.v. gemiddelde opbrengst van de tarwerassen onder teelttechniek volgens N-advies en aarbehandeling 1,15 1,94 2,31 3,53** 2,04 0,89 Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

77 Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht en vochtgehalte Tussen de rassen en teelttechnieken was er geen significante interactie voor de brutokorrelopbrengst, het hectolitergewicht en het vochtgehalte Gemiddelde resultaten per teelttechniek Teelttechniek (1) Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte kg/ha relatief t.o.v. N-advies, aarbehandeling kg relatief t.o.v. N-advies, aarbehandeling % relatief t.o.v. N-advies, aarbehandeling N-advies, b 70, ab 13, b aarbehandeling N-advies, blad- + aarbehandeling ,1 a 70,44 99,5 b 13,69 100,4 b N-advies -30%, ,9 d 71,23 100,6 a 13,82 101,3 ab aarbehandeling N-advies -30%, ,0 c 71,31 100,7 a 13,93 102,1 a blad- + aarbehandeling K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 265 kg 3,66 37,75** 2,62% 3,66 37,75** 0,59 kg 1,15 3,85* 0,83% 1,15 3,85* 0,20% 2,04 3,63* 1,46% 2,04 3,63* (1) Aarbehandeling: bij wintertarwe = aarbehandeling bij triticale = 1 blad- + aarbehandeling Blad- en aarbehandeling: bij wintertarwe = blad- + aarbehandeling bij triticale = 2 bladbehandelingen + aarbehandeling Voor de bruto-korrelopbrengst was er een zeer significante invloed van de teelttechniek; voor het hectolitergewicht en het vochtgehalte was er een significante invloed van de teelttechniek. a. Bruto-korrelopbrengst Voor elk ras werd de significant hoogste bruto-korrelopbrengst bekomen bij het object bemest volgens advies waarbij het meest fungiciden ingezet werden: N-advies, blad- + aarbehandeling = kg/ha of 106,1% of kg t.o.v. controle Voor de triticale was dit het object met 2 bladbehandelingen en een aarbehandeling bij N-advies. Daarna volgden respectievelijk en telkens significant verschillend: - N-advies, aarbehandeling = kg/ha of 100% (= controleobject) (voor de triticale was dit het object met 1 bladbehandeling en een aarbehandeling bij N-advies) - N-advies -30%, blad- + aarbehandeling = kg/ha of 97,0% of 305 kg t.o.v. controle (voor de triticale was dit het object met 2 bladbehandelingen en een aarbehandeling bij N- advies -30%). - N-advies -30%, aarbehandeling = kg/ha of 92,9% of 727 kg t.o.v. controle (voor de triticale was dit het object met 1 bladbehandeling en een aarbehandeling bij N-advies -30%) b. Hectolitergewicht Er werden minieme verschillen vastgesteld in hectolitergewicht tussen de diverse beproefde teelttechnieken. c. Vochtgehalte Er werden zeer minieme verschillen vastgesteld in vochtgehalte tussen de diverse beproefde teelttechnieken Gemiddelde resultaten per ras Ras Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte kg/ha rel. tav. gemiddelde kg rel. tav. gemiddelde % rel. tav. gemiddelde Altigo ,2 b 72,11 101,6 b 13,72 99,6 ab Mulan ,4 b 74,58 105,1 a 13,88 100,8 a Tabasco ,9 b 69,44 97,9 c 13,61 98,8 b Orval (triticale) ,4 a 67,66 95,4 d 13,88 100,8 a Gemiddelde , , K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 404 kg 4,99 3,67 3,99% 4,99 3,67 0,72 kg 1,27 180,05** 1,02% 1,27 180,05** 0,23% 2,06 3,53 1,65% 2,06 3,53 Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

78 Voor het hectolitergewicht was er een zeer significante invloed van het ras. Voor de brutokorrelopbrengst en voor het vochtgehalte was er een licht significante invloed van het ras. a. Bruto-korrelopbrengst De bruto-korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha. De rangorde tussen de vier rassen was bij elke teelttechniek dezelfde. De significant hoogste bruto-korrelopbrengst werd bekomen met de triticale Orval ( kg/ha). Daarna volgden de wintertarwerassen respectievelijk (onderling niet significant verschillend) Mulan ( kg/ha), Altigo ( kg/ha) en tenslotte Tabasco (9.915 kg/ha). b. Hectolitergewicht Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 70,95 kg. De rangorde tussen de 4 rassen was bij elke teelttechniek dezelfde. De wintertarwerassen behaalden het hoogste hectolitergewicht. Significant hoogst scoorde Mulan (74,58 kg). Daarna volgden telkens onderling significant verschillend: Altigo (72,11 kg), Tabasco (69,44 kg) en tenslotte de triticale Orval (67,66 kg). c. Vochtgehalte Er werden zeer minieme verschillen vastgesteld in vochtgehalte tussen de diverse beproefde rassen. Wintertarwe - Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

79 Duizendzadengewicht Wisselwerking tussen ras en teelttechniek Biometrische verwerking: Variatiecoëfficiënt = 2,31% Variatiecoëfficiënt teelttechniek = 2,31% Variatiecoëfficiënt ras = 2,91% F-ber. teelttechniek: 31,92** F-ber. ras: 84,03** F-ber. ras x teelttechniek: 3,53** Er was een zeer significante invloed van de teelttechniek en van het ras. Tussen ras en teelttechniek was er een zeer significante interactie. a. Vergelijking van de rassen binnen de teelttechnieken Rangschikking naar afnemend duizendzadengewicht N-advies, aarbehandeling (1) N-advies, blad- + aarbehandeling (1) N-advies -30%, aarbehandeling (1) N-advies -30%, blad- + aarbehandeling (1) ras duizendzadengewicht (g) ras duizendzadengewicht (g) ras duizendzadengewicht (g) ras duizendzadengewicht (g) Altigo 46,74 a Altigo 44,87 a Altigo 47,55 a Altigo 48,82 a Mulan 41,71 b Mulan 42,85 b Orval (triticale) 43,96 b Mulan 45,07 b Orval (triticale) 40,95 b Orval (triticale) 40,53 c Mulan 43,95 b Orval (triticale) 43,34 bc Tabasco 37,98 c Tabasco 40,48 c Tabasco 40,03 c Tabasco 42,07 c Gemiddelde 41,85 Gemiddelde 42,18 Gemiddelde 43,87 Gemiddelde 44,83 K.W.V. P0,05: 2,01 g (1) Aarbehandeling: bij wintertarwe = aarbehandeling bij triticale = 1 blad- + aarbehandeling Blad- en aarbehandeling: bij wintertarwe = blad- + aarbehandeling bij triticale = 2 bladbehandelingen + aarbehandeling Bij elke teelttechniek behaalde de wintertarwe Altigo het significant hoogste duizendzadengewicht. De wintertarwe Tabasco daarentegen behaalde bij elke teelttechniek het laagste duizendzadengewicht. Bij nagenoeg elke teelttechniek behaalde de wintertarwe Mulan het tweede hoogste duizendzadengewicht, gevolgd door de triticale Orval (onderling meestal niet significant verschillend). b. Vergelijking van de teelttechnieken binnen de rassen Rangschikking naar afnemend duizendzadengewicht Altigo Mulan Tabasco Orval (triticale) teelttechniek duizendzadengewicht (g) teelttechniek duizendzadengewicht (g) teelttechniek duizendzadengewicht (g) teelttechniek duizendzadengewicht (g) N-advies -30%, blad- + aarbehandeling N-advies -30%, aarbehandeling N-advies, aarbehandeling N-advies, blad- + aarbehandeling K.W.V. P0,05: 1,43 g 48,82 a N-advies -30%, blad- + aarbehandeling 47,55 ab N-advies -30%, aarbehandeling 46,74 b N-advies, blad- + aarbehandeling 44,87 c N-advies, aarbehandeling 45,07 a N-advies -30%, blad- + aarbehandeling 43,95 ab N-advies, blad- + aarbehandeling 42,85 bc N-advies -30%, aarbehandeling 41,71 c N-advies, aarbehandeling 42,07 a N-advies -30%, 1 blad- + aarbehandeling 40,48 b N-advies -30%, 2 blad- + aarbehandeling 40,03 b N-advies, 1 blad- + aarbehandeling 37,98 c N-advies, 2 blad- + aarbehandeling 43,96 a 43,34 a 40,95 b 40,53 b Doorgaans behaalden de objecten bemest volgens N-advies -30% het hoogste duizendzadengewicht, waardoor de objecten bemest volgens N-advies doorgaans het laagste duizendzadengewicht behaalden. Wintertarwe Hoofdstuk III IPM benadering bij het telen van granen

80 HOOFDSTUK IV ZAAIDICHTHEID Proefveldhouder en proefplaats: Johan DEWULF, Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave) 1. Doel Nagaan wat de ideale zaaidichtheid is in wintertarwe met betrekking tot graanopbrengst en financieel rendement in de kustpolder. 2. Objecten (zaaidichtheden) Ras: Sahara Obj. Zaaidichtheid zaden/m² zaden/m² zaden/m² zaden/m² zaden/m² 3. Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,2 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,7 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) 44, hoog 0 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 41, hoog 0 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 58, hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) 1609, normaal 1020 z.b.w./ha Natrium (Na) 4,8 3,1-6,5 normaal 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 1 februari 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 50,70 waarvan 41,15 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,31 2, ,48 3, ,36 3,24 N-bemestingsadvies Inagro: 206 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2009: kuilmaïs 2010: wintertarwe 2011: suikerbieten 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 30 september 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg 3.4. Zaai - datum: 21 oktober dichtheid: proeffactor - tussen rij afstand: 10,5 cm 3.5. Ras: Sahara 3.6. Bemesting Stikstof: - 1 e fractie (22/03/2012), vloeibaar 39% N - 2 e fractie (14/04/2012), vloeibaar 39% N - 3 e fractie (30/05/2012), Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: - Wintertarwe Hoofdstuk IV Zaaidichtheid

81 Gewasbescherming Herbiciden: 29/03/2012: Atlantis 400 g + Capri Twin 200 g + Harmony M 55 g + Delstar 1 l/ha Groeiregulatoren: - 29/03/2012: Meteor 1 l/ha - 12/04/2012: Meteor 1 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling (1 e knoop, 04/05/2012): Granovo 1,7 l/ha - aarbehandeling (aar 100% uit, 10/06/2012): Evora Xpro 1,25 l/ha Insecticiden: Oogst 13 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 34,65 m² (22 rijen x 0,105 m breedte x 15 m lengte) Aantal blokken: 4 4. Teeltverloop a. Gewasstand Geslaagde teelt. b. Legering Kwam niet voor. 5. Proefresultaten en bespreking Standdichtheid, bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Objecten Standdichtheid Brutokorrelopbrengst Hectoliter- Duizendzadengewicht Vochtgehalte (bij 15% vocht) (*) gewicht (bij 15% vocht) (bij 15% vocht) planten/m² kg/ha kg g % zaden/m² 180 d a 71,52 a 43,26 ab 13,74 b zaden/m² 194 cd a 70,35 a 43,73 ab 13,98 ab zaden/m² 210 bc a 71,60 a 44,34 a 13,80 b zaden/m² 227 ab a 71,45 a 40,46 c 14,09 a zaden/m² 235 a a 71,09 a 42,15 bc 13,90 ab KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 18,20 planten 5,65 14,95** 317 kg 1,81 0,35 (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. 1,17 kg 1,07 1,83 1,87 g 2,83 6,37** Er werden geen significante verschillen vastgesteld in bruto-korrelopbrengst tussen de diverse objecten zaaidichtheden. 0,26% 1,22 2,68 Wintertarwe Hoofdstuk IV Zaaidichtheid

82 - 80 -

83 DEEL II - WINTERGERST

84 - 82 -

85 HOOFDSTUK I - WINTERGERST RASSEN Proefveldhouder: Marc HUYGHE, Brugse Steenweg 211, 8630 Avekapelle (Veurne) Proefplaats: Reygaerdijkstraat, 8630 Avekapelle (Veurne) 1. Doel Het rassenonderzoek poogt uit te maken welke wintergerstrassen het meest geschikt zijn voor verbouw onder de Vlaamse maritieme teeltomstandigheden. Hiertoe worden nieuwe beloftevolle binnen- en buitenlandse rassen uitgezaaid naast de in ons land meest geteelde. De belangrijkste facetten van het rassenonderzoek zijn het opbrengstvermogen, de teeltveiligheid en korrelkwaliteit (hectolitergewicht en duizendzadengewicht). 2. Objecten Zesrijige rassen Zaaidichtheid: 350 zaden/m², hybriden: 263 zaden/m² Zaaizaadbehandeling: Argento Ras Oorsprong Jaar van Mandataris Vroeg- Gele Duizend- Zaaiof verdeler (rijp)heid kweker kruising (land) opname in de Europese rassenlijst (*) (bron: mandataris) mozaïekvirus (bron: mandataris) (R = resistent) (**) zadengewicht in gram Basalt Momont (F) Pict x Hamida 2011 Limagrain Belgium zeer vroeg R 51, dichtheid in kg/ha Bivouac Déclic Gigga Lemaire Deffontaines (F) Lemaire Deffontaines (F) Momont- Henette (F) 2007 Philip Seeds halfvroeg R 51, Philip Seeds vroeg R 40, Philip Seeds zeer vroeg R 51, Hercule Secobra 2010 Jorion S.A. doorschieten: halfvroeg-halflaat aarvormen: zeer vroeg R 46, KWS Tenor KWS Lochow 2011 Ets L. Rigaux S.A. halflaat 54, Meridian KWS Lochow 2010 Aveve halfvroeg R 54, Paso Clovis Matton Tokyo x Merlot 2011 (B) Limagrain Belgium halfvroeg R 40, Proval Jorion (B) Carola x Theresa 2007 (B) Jorion S.A. halfvroeg-halflaat R 50, Roseval Jorion (B) Carola x Seychelles 2008 (B) Jorion S.A. vroeg R 51, Saskia Clovis Matton Mandy x Flag 2010 (B) Limagrain Belgium vroeg R 47, Shangrila Momont- Henette (F) 2005 Philip Seeds vroeg R 49, Unival 2011 (B) Jorion S.A. 44, Gemiddelde 48, Hybriderassen Hobbit SY Boogy Tatoo Zzoom Syngenta Seeds Syngenta Seeds Syngenta Seeds Syngenta Seeds 2009 Syngenta Seeds halfvroeg R 43, Syngenta Seeds halfvroeg R 45, Syngenta Seeds halfvroeg R 51, Verla Seeds halfvroeg R 53, Gemiddelde 48, (*) (B) = ras eveneens ingeschreven op de Belgische rassenlijst (**) Gele mozaïekvirus: in de regio s en op die percelen waar deze sterk gevreesde virusziekte voorkomt, dient men bij de rassenkeuze hiermee terdege rekening te houden. Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

86 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintergerst grondsoort klei ph (KCl) 7,5 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,5 1,6 2,1 laag tot normaal Fosfor (P) 44, hoog 0 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 34, normaal 20 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 54, hoog 50 kg MgO/ha Calcium (Ca) 4740, hoog 0 z.b.w./ha Natrium (Na) 14,0 3,1-6,5 hoog 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 9 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 113,14 waarvan 99,40 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,85 4, ,24 5, ,31 3,57 N-bemestingsadvies Inagro: 80 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2009: suikerbieten 2010: wintertarwe 2011: wintertarwe 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 6 september 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg 3.4. Zaai - datum: 6 oktober dichtheid: 350 zaden/m²; hybriden 263 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,5 cm 3.5. Bemesting Stikstof: 120 E - 1 e fractie (15/03/2012), 60 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (07/04/2012), 60 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 07/10/2011: Bacara 1 l + Chloortoluron 2,5 l/ha Groeiregulatoren: - 06/04/2012 (1 e knoop): Scitec 0,5 l/ha - 30/04/2012 (verschijnen laatste blad): Arvest 0,75 l/ha Fungiciden: laatste blad (04/05/2012): Evora Xpro 1 l/ha Insecticiden: Argento zaaizaadbehandeling 3.7. Oogst 23 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 35,805 m² (22 rijen x 0,105 m tussenrijafstand x 15,5 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

87 Teeltverloop Gewasstand Geslaagde teelt. Legering Kwam nagenoeg niet voor. 5. Proefresultaten en bespreking 5.1. Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) ras kg ras g ras % Tatoo (hybride) a 114,2 Tatoo (hybride) 72,75 a Bivouac 48,17 a Hobbit (hybride) 14,01 a Zzoom (hybride) ab 112,6 Hobbit (hybride) 72,24 a KWS Tenor 47,03 a SY Boogy (hybride) 13,64 b Unival abc 111,8 SY Boogy (hybride) 71,63 ab Hercule 46,48 a KWS Tenor 13,64 b Paso abc 110,2 Zzoom (hybride) 70,58 bc Meridian 44,58 b Bivouac 13,56 b SY Boogy (hybride) bcd 108,9 Shangrila 69,62 cd Zzoom (hybride) 43,98 bc Tatoo (hybride) 13,56 b Hobbit (hybride) bcd 107,8 Déclic 69,26 cd Hobbit (hybride) 43,36 bcd Zzoom (hybride) 13,55 b Saskia cde 106,9 Proval 69,22 cd Gigga 42,80 bcde Saskia 13,21 c Proval cde 106,7 Meridian 69,22 cd Roseval 42,40 cdef Déclic 13,11 cd Déclic de 103,9 Basalt 69,19 cd Tatoo (hybride) 41,60 def Hercule 13,04 cd Basalt ef 101,8 Saskia 68,94 cde Shangrila 41,29 ef Meridian 12,99 cd Roseval fg 98,1 Bivouac 68,50 def Unival 41,08 efg Proval 12,96 cd Meridian fgh 96,9 Hercule 67,42 efg SY Boogy (hybride) 40,71 fg Shangrila 12,96 cd Bivouac ghi 96,4 KWS Tenor 67,35 efg Proval 40,44 fg Unival 12,94 cd Hercule ghij 94,5 Gigga 67,10 fg Saskia 39,27 gh Basalt 12,92 cd Gigga hij 92,8 Paso 66,77 g Basalt 39,16 gh Paso 12,84 d Shangrila ij 91,3 Unival 66,60 g Paso 38,32 h Roseval 12,84 d KWS Tenor j 90,1 Roseval 66,16 g Déclic 38,18 h Gigga 12,34 e Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen 68,97 Gemiddelde alle rassen 42,28 Gemiddelde alle rassen 13,18 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 510 kg 3,19 23,65** 4,57% 3,19 23,65** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,55 kg 1,58 13,22** (*) Getuigen = gemiddelde van de rassen Basalt, Bivouac, Déclic, Gigga, Hercule, Meridian, Proval en Saskia. K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,82 g 3,01 22,27** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,31% 1,65 14,66** Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

88 a. Korrelopbrengst De graanopbrengst van de getuigerassen Basalt, Bivouac, Déclic, Gigga, Hercule, Meridian, Proval en Sakia bedrog kg/ha. Hoogste korrelopbrengst (>10% boven het gemiddelde) Hoge korrelopbrengst (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Laagste korrelopbrengst (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) : Tatoo (hybride), Zzoom (hybride), Unival en Paso : SY Boogy (hybride), Hobbit (hybride), Saskia en Proval : Déclic en Basalt : Roseval, Meridian en Bivouac : Hercule, Gigga, Shangrila en KWS Tenor b. Hectolitergewicht Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 68,97 kg. Hoogste hectolitergewicht (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) : Tatoo (hybride) : Hobbit (hybride), SY Boogy (hybride), Zzoom (hybride), Shangrila, Déclic, Proval, Meridian en Basalt : Saskia, Bivouac, Hercule, KWS Tenor, Gigga, Paso, Unival en Roseval c. Duizendzadengewicht Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 42,28 gram. Hoogste duizendzadengewicht (>10% boven het gemiddelde) : Bivouac en KWS Tenor Hoog duizendzadengewicht (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Laag duizendzadengewicht (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) : Hercule en Meridian : Zzoom (hybride), Hobbit (hybride), Gigga en Roseval : Tatoo (hybride), Shangrila, Unival, SY Boogy (hybride) en Proval : Saskia, Basalt, Paso en Déclic d. Vochtgehalte Het vochtgehalte bedroeg gemiddeld over alle rassen 13,18% Hoog vochtgehalte (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) Iets onder het gemiddelde (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Laag vochtgehalte (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) : Hobbit (hybride) : SY Boogy (hybride), KWS Tenor, Bivouac, Tatoo (hybride), Zzoom (hybride) en Saskia : Déclic, Hercule, Meridian, Proval, Shangrila, Unival, Basalt, Paso en Roseval : Gigga Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

89 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON en T-2) gehalte in de graankorrel na de oogst Bij tien rassen (Basalt, Bivouac, Déclic, Gigga, Hercule, Meridian, Proval, Saskia, SY Boogy en Tatoo) werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald na de oogst. De analyses gebeurden zowel bij het gewas behandeld met fungiciden als onbehandeld met fungiciden. Tevens werd op een beperkt aantal rassen het gehalte T-2 mycotoxinen bepaald in de graankorrel na de oogst, zowel op het gewas behandeld met fungiciden als op het gewas onbehandeld met fungiciden. Deze analyses werden uitgevoerd door de Hogeschool Gent. a. Gehalte mycotoxinen (DON en T-2) in de graankorrel na de oogst: behandeld met fungiciden DON en T-2 gehalte in de graankorrel na de oogst (behandeld met fungiciden: laatste blad) Ras DON-gehalte (ppm) T-2 gehalte (ppb) Basalt 0,74 a - Bivouac 0,55 ab 14,16 Déclic 0,55 ab - Gigga 0,34 b - Hercule 0,52 b - Meridian 0,46 b - Proval 0,34 b 16,86 Saskia 0,40 b 15,92 SY Boogy (hybride) 0,46 b - Tatoo (hybride) 0,50 b - Gemiddelde 0,49 - K.W.V. P0,05 (ppm) 0,20 V.C. (%) 28,40 F-ber. 3,00** b. Gehalte mycotoxinen (DON en T-2) in de graankorrel na de oogst: onbehandeld met fungiciden DON en T-2 gehalte in de graankorrel na de oogst (onbehandeld met fungiciden) Ras DON-gehalte (ppm) T-2 gehalte (ppb) Basalt 0,46 - Bivouac 0,28 - Déclic 0,31 - Gigga 0,30 - Hercule 0,17 - Meridian 0,27 - Proval 0,20 12,41 Saskia 0,53 15,12 SY Boogy (hybride) 0,40 - Tatoo (hybride) 0,38 - Gemiddelde 0,33 - Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

90 Vorstgevoeligheid Met de aanhoudende zware vorstperiode tussen 29 januari en 12 februari 2012 werden bij de wintergerst symptomen van vorstschade vastgesteld. Het rassenproefveld te Veurne vertoonde in het vroege voorjaar nogal wat symptomen van vorstschade. Te Veurne viel er geen sneeuw en was de wintergerst hierdoor niet beschermd tegen de vorst. De symptomen op het proefveld te Veurne varieerden er, in functie van het ras, van enkel gewasverkleuring tot plantuitval. De resultaten in verband met de vastgestelde vorstschade op 1 maart 2012 op dit proefveld worden hierna weergegeven. Vorstschade op 1 maart 2012, rangschikking van de rassen naar toenemende symptomen Vorstschade (schaal 1-9, 9 = geen vorstschade) Weinig tot matig vorstschade: KWS Tenor 6,00 a Paso 5,75 a Meridian 5,63 ab Matig vorstschade: Hobbit (hybride) 4,88 bc Proval 4,88 bc Unival 4,50 cd Déclic 4,50 cd Matig tot veel vorstschade: Roseval 4,38 cde Saskia 4,31 cde Bivouac 4,13 cde Basalt 3,88 de Shangrila 3,75 de Zzoom (hybride) 3,50 ef Gigga 3,50 ef Veel tot zeer veel vorstschade: Tatoo (hybride) 2,75 fg SY Boogy (hybride) 2,63 g Hercule 1,75 h K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber Weerstand tegen legeren Rangschikking naar lagere weerstand Ras Weerstand tegen legeren (*) (17/07/2012) Basalt 9,00 a Bivouac 9,00 a Gigga 9,00 a Tatoo (hybride) 9,00 a Shangrila 8,93 a Unival 8,85 ab SY Boogy (hybride) 8,70 ab Roseval 8,70 ab Paso 8,70 ab Hercule 8,55 ab Hobbit (hybride) 8,45 abc Meridian 8,38 abc Zzoom (hybride) 8,32 abc Saskia 8,20 abc Proval 7,88 bc Déclic 7,58 cd KWS Tenor 6,95 d Gemiddelde 8,48 K.W.V. P0,05 (legeren) V.C. (%) F-ber. 0,85 7,00 3,70** 0,78 13,04 17,55** (*) Weerstand tegen legeren: - schaal 1-9: hoger cijfer betekent betere weerstand - na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

91 Plant- en gewaskenmerken Standdichtheid (planten/m²) Ras Planten/m² Klassieke rassen (350 zaden/m²) Basalt 195 ab Bivouac 201 ab Déclic 198 ab Gigga 196 ab Hercule 193 ab KWS Tenor 195 ab Meridian 201 ab Paso 201 ab Proval 209 a Roseval 194 ab Saskia 197 ab Shangrila 187 ab Unival 190 ab Gemiddelde 196,7 Hybriderassen (263 zaden/m²) Hobbit (hybride) 178 b SY Boogy (hybride) 179 b Tatoo (hybride) 176 b Zzoom (hybride) 181 b Gemiddelde 178,5 K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 21,25 planten 7,72 1, Strolengte Rangschikking naar afnemende strolengte Ras Strolengte (*) (cm) Hobbit (hybride) 116,15 a KWS Tenor 115,18 a Unival 114,15 ab Meridian 113,82 ab Déclic 111,05 bc Tatoo (hybride) 110,30 cd SY Boogy (hybride) 110,10 cd Proval 109,88 cd Zzoom (hybride) 109,30 cde Hercule 108,60 cde Gigga 108,35 cde Bivouac 107,38 cde Roseval 107,20 de Saskia 106,15 ef Shangrila 106,12 ef Paso 103,70 f Basalt 103,20 f Gemiddelde 109,45 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 3,22 2,06 11,27** (*) Strolengte: na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator De strolengte bedroeg, na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator, gemiddeld over alle rassen 109,45 cm. Lange strolengte (9,9% tot 5,0% boven het gemiddelde) Iets boven het gemiddelde (4,9% tot 0% boven het gemiddelde) : Hobbit (hybride) en KWS Tenor : Unival, Meridian, Déclic, Tatoo (hybride), SY Boogy (hybride) en Proval Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

92 Iets onder het gemiddelde (0,1% tot 4,9% onder het gemiddelde) Korte strolengte (5,0% tot 9,9% onder het gemiddelde) : Zzoom (hybride), Hercule, Gigga, Bivouac, Roseval, Saskia en Shangrila : Paso en Basalt 5.6. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Na de oogst van de wintergerst werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. De wintergerst werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Vervolgens werd er 20 ton/ha zeugendrijfmest (geen analyse voorhanden) toegediend eind juli 2012, waarna er eveneens eind juli gele mosterd werd ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte Nitraatresidu-bepaling (kg NO 3-N/ha) in cm kort na de oogst 21 november 2012 (26/07/2012) ,73 7, ,31 8, ,63 7,12 nitraatresidu 16,67 22,99 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

93 HOOFDSTUK II - WINTERGERST ZIEKTEBESTRIJDING - VERGELIJKING VAN FUNGICIDEN BIJ TOEPASSING IN HET STADIUM LAATSTE BLAD - INVLOED VAN TWEE BLADBEHANDELINGEN Proefveldhouder: Marc HUYGHE, Brugse Steenweg 211, 8630 Avekapelle (Veurne) Proefplaats: Reygaerdijkstraat, 8630 Avekapelle (Veurne) 1. Doel De doeltreffendheid bestuderen van fungiciden ten aanzien van bladziekten in wintergerst, bij toepassing in het stadium laatste blad. Daarenboven werd de invloed van twee bladbehandelingen onderzocht (respectievelijk stadium 1 e knoop en stadium laatste blad ). AANDACHT! Doel van deze proef is na te gaan welke fungiciden technisch gezien, het meest efficiënt zijn bij de bestrijding van bladziekten in wintergerst. Bij de fungicidebehandeling kan dan in functie van de te behandelen bladziekten, een gepaste fungicidekeuze gemaakt worden. In de hiernavolgende proefresultaten worden bij de graanopbrengsten enkel de bruto-korrelopbrengsten vermeld. Bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (reële korrelopbrengsten), dient de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden! Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Vooreerst kan de kostprijs van de fungiciden variëren in functie van ondermeer de handelaar, afnamehoeveelheid, enz.. Ook de arbeids- en machinekost op het individuele bedrijf kan sterk variëren. Daarbij komt nog dat de graanprijs eveneens grote variaties kan ondergaan in de loop van de tijd, wat maakt dat het financieel rendement ook hierdoor in grote mate kan beïnvloed worden. In functie van al deze variabele factoren loopt het finaal financieel rendement bij eenzelfde brutokorrelopbrengst bijgevolg sterk uiteen van bedrijf tot bedrijf! Aldus is het aan de landbouwer om in zijn eigen reële situatie voor de diverse beproefde fungiciden, de netto-korrelopbrengst te berekenen aan de hand van de weergegeven bruto-korrelopbrengsten. Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

94 Objecten Ras: Pelican Object (nr) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 1 e knoop (stadium 31) (05/04/2012) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Laatste blad (stadium 39) (04/05/2012) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) 1. (Onbehandeld) (K) Evora Xpro 1 l bixafen 75 +prothioconazool 100 +tebuconazool Credo 1,5 l +Input 1 l chloorthalonil 750 +picoxystrobine 150 prothioconazool 160 +spiroxamine Granovo 2 l epoxiconazool boscalid Venture 1,5 l epoxiconazool 100,5 + boscalid 349,5 6. Granovo 1,7 l +Comet 0,3 l 7. Olympus 1,8 l +Stereo 1,5 l boscalid 238 +epoxiconazool 85 pyraclostrobine 75 azoxystrobine 144 +chloorthalonil 720 cyprodinil 375 +propiconazool 93,75 8. Fandango 1,25 l fluoxastrobine 125 +prothioconazool Adexar 1,5 l epoxiconazool 93,75 +fluxapyroxad 93, Imtrex 1,2 l +Caramba 0,8 l fluxapyroxad 75 metconazool Stereo 2 l cyprodinil 500 +propiconazool Palazzo 1,4 l epoxiconazool 87,5 +metrafenone 105 +fenpropimorf 280 Evora Xpro 1 l bixafen 75 +prothioconazool 100 +tebuconazool 100 Granovo 1,7 l boscalid 238 +epoxiconazool 85 (K) Controle Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

95 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 1 februari 2012 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintergerst grondsoort klei ph (KCl) 7,5 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,5 1,6 2,1 laag tot normaal Fosfor (P) 44, hoog 0 kg P 2O 5/ha Kalium (K) 34, normaal 20 kg K 2O/ha Magnesium (Mg) 54, hoog 50 kg MgO/ha Calcium (Ca) 4740, hoog 0 z.b.w./ha Natrium (Na) 14,0 3,1-6,5 hoog 0 kg Na 2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 9 maart 2012 Kg/ha N (0-90 cm): 113,14 waarvan 99,40 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,85 4, ,24 5, ,31 3,57 N-bemestingsadvies Inagro: 80 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2009: suikerbieten 2010: wintertarwe 2011: wintertarwe 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 6 september 2011 Zaaien in combinatie met rotoreg 3.4. Zaai - datum: 6 oktober dichtheid: 250 zaden/m² - tussen rij afstand: 12,5 cm 3.5. Ras: Pelican 3.6. Bemesting Stikstof: 120 E - 1 e fractie (15/03/2012), 60 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (07/04/2012), 60 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 07/10/2011: Bacara 1 l + Chloortoluron 2,5 l/ha Groeiregulatoren: - 1e knoop (06/04/2012): Scitec 0,5 l/ha - laatste blad (04/05/2012): Arvest 0,75 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Argento zaaizaadbehandeling 3.8. Oogst 23 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 33,75 m² (2,5 m x 13,5 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

96 Teeltverloop Standdichtheid Voldoende planten per m². Legering Er kwam geen legering voor. Ziektedruk Bij de fungicidebehandeling in het stadium 1 e knoop (stadium 31) op 5 april vertoonde het onbehandeld gewas een lage ziektedruk; er kwam enkel netvlekkenziekte (Helminthosporium teres) voor, bij een eerder lage aantasting. Bij de fungicidebehandeling in het stadium laatste blad (stadium 39) op 4 mei vertoonde het onbehandeld gewas eveneens een lage ziektedruk; er kwam zeer weinig tot weinig netvlekkenziekte (Helminthosporium teres) voor, en zeer weinig bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis). Finaal werd bij het onbehandeld gewas op 27 juni netvlekkenziekte (Helminthosporium teres) en bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis) samen beoordeeld, doch er was hoofdzakelijk netvlekkenziekte (Helminthosporium teres) aanwezig; de ziektedruk was evenwel zeer hoog. Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

97 Proefresultaten en bespreking Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte en bestrijding van bladziekten Object (nr) 1 e knoop (stadium 31) (05/04/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Laatste blad (stadium 39) (04/05/2012) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. onbehandeld (object 1) meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (object 1) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) g Vochtgehalte (%) Bestrijding van netvlekkenziekte en bladvlekkenziekte (schaal 1-9; 9 = gezond) (**) 31/05/ /06/ (Onbehandeld) (K) e ,7 c 43,6 c 12,80 c 4,7 f 1,0 g 2. Evora Xpro 1 l a 125, ,3 ab 46,0 abc 13,06 abc 8,2 abc 6,0 a 3. Credo 1,5 l bc 119, ,2 abc 44,0 bc 12,96 abc 7,4 de 3,5 de +Input 1 l 4. Granovo 2 l bc 120, ,0 ab 45,5 abc 13,10 ab 7,8 cd 4,6 bc 5. Venture 1,5 l bc 119, ,0 a 45,4 abc 13,23 a 6,9 e 4,1 cd 6. Granovo 1,7 l bc 120, ,2 abc 45,5 abc 13,09 ab 7,9 bcd 4,1 cd +Comet 0,3 l 7. Olympus 1,8 l d 114, ,5 bc 45,4 abc 12,90 bc 6,9 e 2,5 f +Stereo 1,5 l 8. Fandango 1,25 l d 115, ,7 bc 44,7 abc 12,95 abc 7,1 e 2,9 ef 9. Adexar 1,5 l ab 122, ,9 ab 46,6 ab 13,12 ab 8,6 a 5,9 a 10. Imtrex 1,2 l +Caramba 0,8 l abc 121, ,2 abc 46,8 a 13,01 abc 8,7 a 5,4 ab 11. Stereo 2 l Evora Xpro 1 l a 125, ,0 ab 45,0 abc 13,19 a 8,6 a 6,2 a 12 Palazzo 1,4 l Granovo 1,7 l cd 117, ,5 abc 44,6 abc 13,04 abc 8,4 ab 4,8 bc K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 364 kg 2,19 27,26* 3,16% 2,19 27,26* (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (**) Bladvlekkenziekte en netvlekkenziekte werden samen beoordeeld; er kwam hoofdzakelijk netvlekkenziekte voor. 1,78 kg 1,75 1,99 2,32 g 3,55 1,44 0,24% 1,28 2,11* 0,56 5,14 33,47** 0,79 12,96 33,03** (K) Controle Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

98 WINTERGERST WINTERGERST BRUTO-KORRELOPBRENGST VEURNE 2012 BESTRIJDING VAN NET- EN BLADVLEKKENZIEKTE VEURNE 2012 (meeropbrengst t.o.v. onbehandeld) (hoofdzakelijk netvlekkenziekte) (waarnemingen: 27 juni 2012; net- en bladvlekkenziekte werden samen beoordeeld) kg a Evora Xpro 1 l 6,0 a kg ab Adexar 1,5 l 5,9 a kg abc Imtrex 1,2 l + Caramba 0,8 l 5,4 ab kg bc Granovo 1,7 l + Comet 0,3 l 4,1 cd kg bc Laatste blad Granovo 2 l 4,6 bc kg bc Credo 1,5 l + Input 1 l 3,5 de kg bc Venture 1,5 l 4,1 cd kg d Fandango 1,25 l 2,9 ef kg d Olympus 1,8 l + Stereo 1,5 l 2,5 f kg cd kg a 1 e knoop + laatste blad 1e kn: Stereo 2 l L. Blad: Evora Xpro 1 l 1e kn: Palazzo 1,4 l L. Blad: Granovo 1,7 l 4,8 bc 6,2 a controle = kg/ha e bruto-korrelopbrengst (kg/ha) (V.C. = 2,19%) ONBEHANDELD (CONTROLE) 1,0 g bestrijding van bladziekten; schaal 1-9, 9 = vrij van ziekte (V.C. = 12,96%) Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

99 a. Inzet van één fungicidebehandeling in het stadium laatste blad: Bruto-meeropbrengst Tussen de diverse beproefde fungicidebehandelingen waren de verschillen tussen de bekomen bruto-meeropbrengsten (t.o.v. onbehandeld) onderling zeer significant verschillend, en varieerden van kg tot maar liefst kg/ha. De gemiddelde bruto-meeropbrengst bedroeg kg/ha. De hoogste bruto-meeropbrengsten (t.o.v. onbehandeld) werden bekomen met respectievelijk (onderling niet significant verschillend): - Evora Xpro 1 l ( kg/ha) - Adexar 1,5 l ( kg/ha) - Imtrex 1,2 l + Caramba 0,8 l ( kg/ha). Significant laagst scoorden (onderling niet significant verschillend): - Olympus 1,8 l + Stereo 1,5 l ( kg/ha) - Fandango 1,25 l ( kg/ha). Hectolitergewicht en duizendzadengewicht Door inzet van één fungicidebehandeling verhoogde het hectolitergewicht gemiddeld met 1,9 kg en het duizendzadengewicht gemiddeld met 1,9 g. Bestrijding van netvlekkenziekte en bladvlekkenziekte (schaal 1-9; 9 = gezond) De beste bestrijding van netvlekkenziekte en bladvlekkenziekte (beide bladziekten werden samen beoordeeld; er kwam hoofdzakelijk netvlekkenziekte voor) werd bekomen met respectievelijk (onderling niet significant verschillend): - Evora Xpro 1 l (6,0) - Adexar 1,5 l (5,9) - Imtrex 1,2 l + Caramba 0,8 l (5,4). Minst goed scoorden (onderling niet significant verschillend): - Olympus 1,8 l + Stereo 1,5 l (2,5) - Fandango 1,25 l (2,9). Toevoeging van Comet aan Granovo: - bracht geen verhoging van de bruto-korrelopbrengst teweeg - gaf geen verbetering van de bestrijding van netvlekkenziekte en bladvlekkenziekte b. Inzet van twee fungicidebehandelingen (respectievelijk in het stadium 1 e knoop en in het stadium laatste blad) in vergelijking met één fungicidebehandeling (in het stadium laatste blad): Een behandeling met Stereo 2 l in het stadium 1 e knoop, voorafgaand aan Evora Xpro 1 l in het stadium laatste blad: - bracht geen verhoging van de bruto-korrelopbrengst teweeg - gaf een niet significante verbetering van de bestrijding van netvlekkenziekte en bladvlekkenziekte (+0,2 punten) Een behandeling met Palazzo 1,4 l in het stadium 1 e knoop, voorafgaand aan Granovo 1,7 l in het stadium laatste blad: - bracht geen verhoging van de bruto-korrelopbrengst teweeg - gaf een niet significante verbetering van de bestrijding van netvlekkenziekte en bladvlekkenziekte (+0,2 punten) Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

100 - 98 -

101 DEEL III - ZOMERGERST

102

103 RASSENVERGELIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEHALTE MYCOTOXINEN (DON) IN DE GRAANKORREL BIJ ZOMERGERST Proefveldhouder en proefplaats: Inagro vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem 1. Doelstelling en motivering 1.1 Doelstelling Inzicht krijgen in de intensiteit van aantasting en de samenstelling van de aarfusarium populatie bij zomergerst Periode: start seizoen Motivering Fusarium spp. veroorzaken aarfusarium bij diverse graansoorten. Deze aarziekte is vooral goed gekend bij tarwe waar het Fusarium ziektecomplex de aarpakjes necrotiseert. Dit leidt tot rechtstreekse economische schade door o.a. een verminderde opbrengst en kwaliteit. Gezien Fusarium schimmels tevens mycotoxinen produceren die achterblijven in de graankorrel kan er bij aantasting ook een probleem ontstaan voor de volksgezondheid en het dierenwelzijn. Sinds 2006 zijn er dan ook EU richtlijnen voor maximale gehaltes van de voornaamste Fusarium mycotoxinen. Eens een infectie met Fusarium spp. is gebeurd, is het moeilijk de schimmels en hun mycotoxinen nog te weren uit de voedselketen. Fusarium-mycotoxinen zijn immers zeer stabiele verbindingen die de meeste 'food en feed processing' condities verdragen. Dit verklaart de noodzaak van een geïntegreerde aanpak om fusarium mycotoxinen in het productiesysteem te voorkomen. Kennis van intensiteit van voorkomen alsook van de samenstelling van de Fusarium populatie is hierbij een noodzaak. In 2008 werd in de praktijk op verschillende plaatsen in Vlaanderen aarfusarium vastgesteld bij gerst. Cijfers van o.a. Arvalis in Frankrijk tonen aan dat aarfusarium in 2006 en 2007 vrij algemeen voorkwam in Frankrijk bij zowel zomer- als wintergerst. De symptomen bij gerst zijn echter niet zo eenvoudig vast te stellen en enigszins afwijkend van deze bij tarwe zodat kan verondersteld dat de aanwezigheid van aarfusarium bij gerst niet altijd opgemerkt wordt. Tot op heden zijn er geen concrete gegevens omtrent de grote van het probleem van aarfusarium bij gerst in Vlaanderen. Tevens zijn er geen data beschikbaar omtrent de soorten die voorkomen in het aarfusarium ziektecomplex bij gerst. Dit is een belangrijk gegeven gezien het bepalend is voor het mycotoxineproducerend patroon. Zo werd in Frankrijk vooral de aanwezigheid van F. langsethiae vastgesteld en was niet DON, maar waren T-2 en HT-2 de voornaamste mycotoxinen. Deze shift in het mycotoxine patroon kan er op wijzen dat de typische dominantie van F. graminearum en F. culmorum die gedurende meerdere jaren werd waargenomen, doorbroken wordt door nieuwe species of species die tot op heden slechts van minder belang waren in de graanteelt. 2. Objecten Zomergerst: Chamonix, Concerto, Quench, Sebastian 3. Proefomstandigheden Grondsoort: zandleem Voorvrucht: maïs Zaaidatum: 22 maart 2012 Oogstdatum: 20 augustus 2012 Ziektebestrijding: laatste blad (1 juni 2012): Twist 500 SC 0,375 l/ha 4. Proefresultaten DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (mg/kg). Ras DON-gehalte (ppm) Chamonix 0,540 a Concerto 0,584 a Quench 0,471 a Sebastian 0,874 a Gemiddelde 0,617 K.W.V. P0,05 (ppm) 0,525 V.C. (%) 53,12 F-ber. 1,17 Zomergerst

104

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2013 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2011 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Directeur: Dr. ir. A. CALUS Ieperseweg

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2015 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar

Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar Patrick Dieleman Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) legde dit jaar opnieuw op 9 plaatsen rassenproeven op wintertarwe aan. De combinatie van ziektedruk

Nadere informatie

1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE

1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE - 48-1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE D. Wittouck 1, L. Willaert 1, K. Boone 1, D. Cauffman 2, J. Fagard 2, N. Luyx 2, M. Carlens 2 K. Vrancken 2, V. Derycke 3, G. Haesaert 3, P. Vermeulen 4, D. Goethals

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2017 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.31, 14 september 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.31, 14 september 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.31, 14 september 2013 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2016 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Copyright Boerenbond. Uitzaai Welk tarweras kiezen?

Copyright Boerenbond. Uitzaai Welk tarweras kiezen? Voor de oogst van de proefpercelen wintertarwe wordt een kleine maaidorser ingezet. Foto: lcg akkerbouw granen Uitzaai 2011 Foto: lcg Welk tarweras kiezen? Het groeiseizoen 2010-2011 werd gekenmerkt door

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2016.G.28, september 2016 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor!

Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor! Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor! Zaaigranen 2012-2013 Baktarwe Altigo Kweker:............. Nickerson Kruising:.................. - Kwaliteit:.............. B1-tarwe Vroegheid:........ zeer

Nadere informatie

Copyright Boerenbond. Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen?

Copyright Boerenbond. Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen? Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen? Foto: pibo akkerbouw granen Het graanjaar 2010 kende een veelbelovend voorjaar met een lage ziektedruk. De droogte van juli zorgde vooral op lichtere gronden

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.30, 8 augustus 2014

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.30, 8 augustus 2014 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2014.G.30, 8 augustus 2014 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.02, 8 februari 2013 VOORJAARSZAAI

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Rassenproef wintergerst 2017-2018 Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Overzicht teeltseizoen Wintergerst was heel de winter geel van kleur. Bevroren ondergrond niet bemesten gevaar

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 11 september 2014

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 11 september 2014 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2014.G.32, 11 september 2014 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.32, 14 september 2013 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge

Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge Programma : Resultaten LCG-praktijkproeven wintertarwe 2018. Patrick Vermeulen, VTI Poperinge Resultaten LCG-rassenproeven wintergerst, triticale

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI 2012 INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE M. DEMEULEMEESTER A.CALUS Afgevaardigd

Nadere informatie

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe Resultaten rassenproef Uitzaai 2014-2015 Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe nu en in de 250 230 210 190 170 150 130 110 90 70 50 201 - Fluctuerende prijzen - Afhankelijk van de opbrengst wereldwijd

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Rassenproef biologische triticale 2014-2015: Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Karel Dewaele, Lieven Delanote, Inagro Gunther Leyssens, PIBO Triticale is met ongeveer 250 ha het belangrijkste

Nadere informatie

IMPRESSION Vroege baktarwe!

IMPRESSION Vroege baktarwe! IMPRESSION Vroege baktarwe! Vroegrijpheid: half vroeg Strolengte: kort Legervastheid: goed Uitstoeling: goed Koudetolerantie: zeer goed Chloortoluron: tolerant Alternativiteit: half winter KWALITEIT B

Nadere informatie

Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals!

Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals! Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals! 2013-2014 1 Inhoudstabel AVEVE Zaden biedt u als professional een compleet aanbod van gecertificeerde zaaigranen. Altigo.................... 4 Istabraq...................

Nadere informatie

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot 22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker, LTCW

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker, LTCW Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst 2017 Johan De Koker, LTCW Droog voorjaar Weinig ziekteaantasting Normale, gemiddelde opbrengsten Hoger dan 2016 Overzicht proeven Wintertarwe LTCW-

Nadere informatie

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw Graanvergadering 2016-2017 1 Wintergerst 2 1.1 Rassenproef 2 1.1.1 Algemeenheden van de rassen wintergerst 2 1.1.2 Opbrengstresultaten vzw PIBO-Campus 2017 4 1.1.3 Opbrengstresultaten LCG 2017 5 1.1.4

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Perceelsgegevens Pagina 9

Perceelsgegevens Pagina 9 Perceelsgegevens Pagina 9 Voorteelt: Suikerbieten Ploegen: 30 oktober 2017 Zaai: 30 oktober 2017 Droge omstandigheden 350 korrels per m² Opkomst: 5 februari 2018 Perceelsgegevens Pagina 9 N-Index : 14

Nadere informatie

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe Resultaten rassenproef Uitzaai 2015-2016 Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe nu en in de toekomst! - Fluctuerende prijzen - Afhankelijk van de opbrengst wereldwijd - Kostenposten beperken Wat

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015 WORTEL wortelvliegbestrijding 2015 1 Bestrijding van de wortelvlieg in wortel opstellen van drempels 1.1 Doel De economische schadedrempels voor de behandeling van wortelvlieg zijn gedurende enige tijd

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI 2011 INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Directeur: Dr. ir. A. CALUS

Nadere informatie

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Voor het telen van biologische bakwaardige tarwe wordt er vaak gekozen voor zomertarwe in plaats van wintertarwe. In

Nadere informatie

Project Fonds voor Landbouw en Visserij

Project Fonds voor Landbouw en Visserij Project Fonds voor Landbouw en Visserij Implementatie en optimalisatie van een aarfusarium en DON-voorspellingsmodel in de Vlaamse graanteelt en graanverwerkende sector PROJECTRESULTATEN 2015 Project uitgevoerd

Nadere informatie

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Karel Van Den Berge, Lieven Delanote (Inagro) Gunther Leyssens (PIBO) Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.21, 12 juni 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.21, 12 juni 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. en de Europese Unie vzw Graanbericht Nr. 2013.G.21, 12 juni 2013 LCG PROEFVELDBEZOEKEN AKKERBOUW

Nadere informatie

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol De voorbije jaren is er een uitdrukkelijke vraag naar Vlaamse biologische baktarwe. Hierdoor

Nadere informatie

Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola

Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola PROEFVERSLAG Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola Proefnummer: TOLALG17SEK_FU05 Identificatie opdrachtgever: Eigen beheer Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO CALLENS

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 3 maart 2015

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 3 maart 2015 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2015.G.04, 3 maart 2015 INSCHATTING

Nadere informatie

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker LTCW

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker LTCW Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst 2018 Johan De Koker LTCW Inhoud Graanjaar 2018 Bespreking rassenproeven tarwe Bespreking rassenproeven wintergerst LCG projecten Graanjaar 2018 Vroege

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2011

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2011 Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2011 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS Land- en tuinbouw VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst PROEFVERSLAG Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst Proefnummer: TOAGLA18KSL_RA03 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

AVEVE-zaaigranen, maakt het verschil!

AVEVE-zaaigranen, maakt het verschil! AVEVE-zaaigranen, maakt het verschil! Volledig nieuw productiebedrijf Zaaigranen 2014-2015 1 Inhoudstabel Wintertarwe Altigo.................... 6 Edgar..................... 7 Henrik...................8-9

Nadere informatie

KWS SMART HENRIK SAHARA. AVEVE-zaaigranen, de eerste stap richting topresultaat!

KWS SMART HENRIK SAHARA. AVEVE-zaaigranen, de eerste stap richting topresultaat! KWS SMART HENRIK SAHARA AVEVE-zaaigranen, de eerste stap richting topresultaat! Zaaigranen 2015-2016 Inhoudstabel Wintertarwe Armada 5 Atomic 6 Edgar 7 Forum 8 Henrik 9 Istabraq 10 KWS Ozon 11 Sahara 12

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

/08 19,6 7,8 8,3 35,7

/08 19,6 7,8 8,3 35,7 Spinazie 1 Voorjaar vroeg 1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen spinazie voor industriële verwerking voor wat betreft plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid, groeisnelheid, schot alsook oogst-

Nadere informatie

AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai!

AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai! AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai! Gewaarborgde kwaliteit Zaaigranen 2016-2017 Inhoudstabel Wintertarwe Albert 5 Altamont 6 Dorset 7 Siskin 8 Atomic 9 Edgar 10 Faustus 11 Henrik 12 Ozon 13 Sahara

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe 2017-2018 Karel Dewaele, Brecht Vandenbroucke, Inagro Jaarlijks legt Inagro een rassenproef biologische triticale aan op zandleemgrond.

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2013

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2013 Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2013 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS Land- en tuinbouw VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970

Nadere informatie

-2- Inhoudsopgave. Voorwoord 1

-2- Inhoudsopgave. Voorwoord 1 -1- Voorwoord Stilaan komt er een einde aan de mooie en lange zomeravonden. Jaarlijks is dit opnieuw een teken om het graanseizoen nog eens de revue te laten passeren. Verliepen de grondbewerkingen en

Nadere informatie

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Inleiding In de tarweteelt is de bestrijding van blad- en aarziekten eigenlijk ieder jaar nodig om een maximale financiële

Nadere informatie

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid in de normale teelt

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.04, 5 maart 2013 1 Situering

Nadere informatie

Na de teelt 18/11/

Na de teelt 18/11/ HERFSTSAVOOIKOOL 2015 met bestemming industrie 1 Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1.1 Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering

Nadere informatie

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Wintergranen : actueel hoge N-reserves

Wintergranen : actueel hoge N-reserves Wintergranen : actueel hoge N-reserves Jan Bries, Davy Vandervelpen, Bodemkundige Dienst van België Na de vorstperiode halfweg januari is op de Bodemkundige Dienst de staalnamecampagne voor de bepaling

Nadere informatie

DOPERWT VROEGE TEELT 2015

DOPERWT VROEGE TEELT 2015 DOPERWT VROEGE TEELT 2015 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2014

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2014 Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2014 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS Land- en tuinbouw VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970

Nadere informatie

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen.

De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen. Proef cultivaronderzoek broccoli vroege teelt voor de verse markt 216 Doel De waarde van diverse cultivars nagaan met als doel een zo ruim mogelijke oogstspreiding voor afzet op de verse markt te bekomen

Nadere informatie

Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2016

Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2016 Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2016 In 2015 werd door Inagro te Wilskerke (kustpolder) en Zande (lichte polder) een rassenproef aangelegd met 16 koolzaadrassen. In onderstaand artikel kan je de

Nadere informatie

OVERZICHTSTABEL KWALITEIT - VROEGRIJPHEID

OVERZICHTSTABEL KWALITEIT - VROEGRIJPHEID BELANGRIJKSTE RASSEN OVERZICHTSTABEL KWALITEIT - VROEGRIJPHEID Kwaliteit Vroegrijpheid WINTERTARWE A B B C D Zeer vroeg RUSTIC VISAGE TAPIDOR Vroeg QUEBON IRIDIUM MERCATO TOISONDOR Half vroeg ARACK CARENIUS

Nadere informatie

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt

Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt Bloemkool januarizaai - bestemming verse markt 1.1 Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van de opgenomen cultivars voor een vroege teelt van bloemkool, voor aanvoer op de verse markt.

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Invloed bemestingsstrategie en ras op het zetmeelgehalte van wintertarwe EH0713 en EH0714

Invloed bemestingsstrategie en ras op het zetmeelgehalte van wintertarwe EH0713 en EH0714 Invloed bemestingsstrategie en ras op het zetmeelgehalte van wintertarwe EH0713 en EH0714 SPNA Ing H.W.G. Floot Hooge Zuidwal 1 9853 TJ Munnekezijl tel. 0594 688615. fax. 0594 688460 email: info@spna.nl

Nadere informatie

DOPERWT LATE TEELT 2014

DOPERWT LATE TEELT 2014 DOPERWT LATE TEELT 2014 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

DEMO-platform Koolzaad Schore - Stalhille.

DEMO-platform Koolzaad Schore - Stalhille. DEMO-platform Koolzaad Schore - Stalhille. Proefveldbezoek 29 mei 2018. A. Vandaele A. Vandevoorde Ing. D. Wittouck Ing. J. Claeys 1. Algemene weersgegevens. Onderstaande tabel geeft een overzicht van

Nadere informatie

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 1 Doel Mogelijkheid nagaan om een ploegloze teelt uit te voeren bij uitzaai van fijne zaden na inwerken van een groenbedekker. Nagaan wat de impact is

Nadere informatie

WINTERGERST. Cultuurtechniek

WINTERGERST. Cultuurtechniek DEMOVELDBEZOEK juni WINTERGERST Cultuurtechniek Voorvrucht: wintertarwe Zaai: // aan korrels/m² Onkruidbestrijding: //:, l Axial + l Arelon + cc Primus + g Biathlon + cc Karis (behalve DOMINO standaard)

Nadere informatie

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1. Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering aan de verwerkende industrie. Belangrijke parameters

Nadere informatie

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter PROEFVERSLAG Veldsla 4e gamma Rassenproef winter 2018-2019 Proefnummer: TOAGLA18VSL_RA04 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

2 BEMESTING WINTERTARWE

2 BEMESTING WINTERTARWE 2 BEMESTING WINTERTARWE 2.1 Bekalking, basisbemesting en stikstofbemesting in wintertarwe W. Odeurs 1, J. Bries 1 Een beredeneerde bemesting is een belangrijke teelttechnische factor voor het bekomen van

Nadere informatie

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

Groeicurve Bintje en Fontane 2014 Groeicurve en 2014 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2014 de groei van opgevolgd op 29 praktijkpercelen.

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

De beste genetica wel!

De beste genetica wel! Het weer kan je niet kiezen... De beste genetica wel! TALENT SMART PORTHUS SAHARA ALTAMONT Zaaigranen 2017-2018 Beste graanteler Een normaal jaar bestaat niet meer horen we steeds vaker terugkomen in gesprekken

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 BESLUIT WIJZIGING WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EN GEBRUIKSAANWIJZING Op 18 november 2016 is van: Syngenta Crop Protection B.V.

Nadere informatie

ALFONS. Wintertarwe Maaltarwe. NIEUW! Midden laat rijp Stevig en gezond Uitermate geschikt na maïs. Teeltadvies. Raseigenschappen Alfons

ALFONS. Wintertarwe Maaltarwe. NIEUW! Midden laat rijp Stevig en gezond Uitermate geschikt na maïs. Teeltadvies. Raseigenschappen Alfons Maaltarwe ALFONS NIEUW! Midden laat rijp Stevig en gezond Uitermate geschikt na maïs Raseigenschappen Alfons Rijpheid tot laat Opbrengst onbehandeld tot hoog tot hoog Vroeg 240-280 K/m 2 Normaal 280-350

Nadere informatie

Wintergranengids

Wintergranengids Wintergranengids 2017-2018 1 Gecertificeerd zaaigraan: een eerste belangrijke stap voor een geslaagde oogst. Gecertificeerd zaaigraan staat garant voor een doelgerichte, goed beschermde en gecontroleerde

Nadere informatie

Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2017

Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2017 Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2017 In 2017 werd door Inagro te Wilskerke (kustpolder) en Zande (lichte polder) een rassenproef winterkoolzaad aangelegd met 15 rassen en te Wilskerke ook een zaaidichthedenproef.

Nadere informatie

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant)

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1.1 Doel Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.06, 5 maart 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.06, 5 maart 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr..G.06, 5 maart VOORUITZICHTEN STIKSTOFBEMESTING

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland 2018 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is de sleutel tot succes voor het waarmaken van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal

Nadere informatie

Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek

Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek PROEFVERSLAG Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek Proefnummer: TOLALG18SPZ_RA02 Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: Inagro POLLET Sabien Ieperseweg

Nadere informatie

Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017

Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017 PROEFVERSLAG Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017 Proefnummer: TOAGLA17KSL_RA01 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Fungicideproef wintertarwe 2017-2018 Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Perceelsgegevens (pagina 30) Voorvrucht: Ras: Suikerbieten Anapolis 350 korrels/m² 30 oktober 2017 Onkruidbestrijding:

Nadere informatie

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS 2015

VELDSLA ONDER GLAS 2015 VELDSLA ONDER GLAS 2015 Zaaidichtheid 4 e gamma (winter 2015-2016 ) TOAGLA15VSL_TT01 Onderzoek financieel gesteund door GMO. Doel Nagaan wat de invloed is van de zaaidichtheid op opbrengst en geel blad.

Nadere informatie

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt.

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt. BLOEMKOOL 2017 Proef cultivaronderzoek bloemkool herfstrassen voor de verse markt Late herfstteelt - bestemming verse markt 1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland 2014 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is een sleutelfactor voor het realiseren van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal

Nadere informatie