GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG GRANEN 2017

2

3 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Overzicht van het onderzoek 2017 Wetenschappelijk verslag

4

5 - 3 - INHOUD blz. INHOUD... 3 WOORD VOORAF... 5 SAMENWERKING EN BETOELAGING... 6 AANLEG EN UITVOERING VAN DE PROEVEN EN BIOMETRISCHE ANALYSE VAN DE RESULTATEN... 7 UITGEVOERDE WAARNEMINGEN, METINGEN, TELLINGEN EN ANALYSES... 8 WEERSOMSTANDIGHEDEN TEELTOMSTANDIGHEDEN WINTERGRANEN DEEL I - WINTERTARWE HOOFDSTUK I - WINTERTARWE RASSEN I. Rassenonderzoek wintertarwe II. Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe HOOFDSTUK II - WINTERTARWERASSEN IN COMBINATIE MET ZAAIDICHTHEDEN HOOFDSTUK III - WINTERTARWE ZAAIZAADBEHANDELING HOOFDSTUK IV - WINTERTARWE STIKSTOFBEMESTING HOOFDSTUK V - WINTERTARWE ZIEKTEBESTRIJDING I. Wintertarwe bladziektebestrijdingsproef II. Wintertarwe aarziektebestrijdingsproef III. Wintertarwe ziektebestrijdingsproef in het kader van IPM DEEL II - WINTERGERST HOOFDSTUK I - WINTERGERST RASSEN HOOFDSTUK II - WINTERGERST ZIEKTEBESTRIJDING DEEL III - SPELT HOOFDSTUK I - SPELT RASSEN Inhoud

6 - 4 -

7 - 5 - WOORD VOORAF Onderhavig verslag heeft betrekking op het fytotechnisch onderzoek dat Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, te Rumbeke-Beitem in het seizoen in de provincie West-Vlaanderen op GRAANGEWASSEN heeft uitgevoerd. Het betreft meer bepaald onderzoek op wintertarwe, wintergerst en spelt. De in dit rapport gepubliceerde onderzoeksresultaten hebben betrekking op het teeltseizoen Ze zijn bijgevolg niet voor veralgemening vatbaar. Om tot algemeen geldende conclusies en tot concrete teeltadviezen te komen, worden de onderzoeksobjecten in principe gedurende minstens 3 jaar aangehouden, dit onder uiteenlopende teelt- en klimaatomstandigheden. Voor de uitwerking van het onderzoek kon een beroep worden gedaan op de gewaardeerde medewerking van een aantal gespecialiseerde instellingen en onderzoekseenheden. Deze worden vermeld op blz. 6. Aan allen die meewerkten aan het onderzoek, betuigen wij onze oprechte dank. Op de eerste plaats zijn wij veel dank verschuldigd aan de Provinciale Overheid van West-Vlaanderen en de overige betoelagende instellingen (vermeld op blz. 6) voor het ter beschikking stellen van de nodige financiële middelen. Verder danken we de medewerkers van de gespecialiseerde instellingen en onderzoekseenheden op wiens deskundigheid wij een beroep mochten doen en met wie een vruchtbare en prettige samenwerking tot stand kwam. Onze gans bijzondere waardering gaat tevens naar de proefveldhouders. We zijn hen zeer erkentelijk voor de gastvrijheid en de nauwkeurigheid en toewijding waarmee ze de hen toevertrouwde taak hebben behartigd. Bij het interpreteren van de proefresultaten moet de nodige omzichtigheid in acht genomen worden. Inzake teelt- en groeiomstandigheden kunnen er immers belangrijke verschillen optreden tussen de proefplaatsen. Wij willen hier ook speciaal wijzen op de verschillen in groeiomstandigheden die er normaal bestaan tussen de kustzone en het binnenland. Verschillen in temperatuur, windsnelheid, luchtvochtigheid en bodemtype creëren andere groeiomstandigheden, die niet noodzakelijk tot dezelfde besluiten moeten leiden en dit zowel wat betreft rassenkeuze als bv. voor ziekten- of insectenbestrijding. Het microklimaat in het gewas is duidelijk verschillend. Vestigen we er tenslotte de aandacht op dat proefveldopbrengsten meestal deze van de praktijkpercelen duidelijk overtreffen. Een verklaring hiervoor is te zoeken in het feit dat proefvelden gunstiger teeltomstandigheden genieten en de verliezen beperkt zijn, ondermeer door het ontbreken van spuitsporen. Rumbeke (Beitem), september 2018 Woord vooraf

8 - 6 - SAMENWERKING EN BETOELAGING Samenwerking Het onderzoeksprogramma Graangewassen kon uitgevoerd worden dankzij de medewerking van volgende onderzoeksinstellingen en onderzoekseenheden: Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, te Rumbeke-Beitem het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (L.C.G.) vzw, Vlaamse overheid, te Rumbeke-Beitem (Coördinator: dr. ir. M. DEMEULEMEESTER) het Laboratorium van Inagro, te Rumbeke-Beitem (Afgevaardigd Bestuurder: dr. ir. M. DEMEULEMEESTER) voor de grondanalyses in het voorjaar van alle proeven in West- Vlaanderen, voor de bepaling van het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) na de oogst van alle proeven in West-Vlaanderen en voor de analyses van de organische mest (proeven West-Vlaanderen) de Universiteit Gent voor de determinatie van de fusariumschimmels op de graankorrel en de bepaling van het gehalte aan mycotoxinen in de graankorrel van de respectievelijke proeven Rassenonderzoek wintertarwe, Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe, Aarziekteproef wintertarwe en Rassenonderzoek wintergerst, en voor de bepaling van het eiwitgehalte van de proeven Wintertarwe stikstofbemesting het CRA-W, Unité Protection des Plantes et Ecotoxicologie, te Gembloux (dr. ir. M. De Proft) voor de analyses eileg van de smalle graanvlieg en voor de opvolging van de tarwestengelgalmug Inagro vzw, afdeling Biologische Productie, te Rumbeke-Beitem voor de proef Rassenonderzoek triticale, biologische teeltwijze. Deze proef werd aangelegd in samenwerking met Inagro vzw, afdeling Biologische Productie, Rumbeke-Beitem. Voor het verslag van deze proef kan men zich wenden tot de afdeling Biologische Productie van Inagro, te Rumbeke-Beitem. Betoelaging Het onderzoeksprogramma Graangewassen kon uitgevoerd worden dankzij de financiële steun van: de Provinciale Overheid van West-Vlaanderen het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (L.C.G.) vzw, Vlaamse overheid, te Rumbeke-Beitem (Coördinator: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER) het Agentschap voor Landbouw en Visserij, Afdeling Productkwaliteitsbeheer met betrekking tot enerzijds de vóór-oogstbepalingen DON bij wintertarwe, en anderzijds voor de determinatie van de fusariumschimmels op de graankorrel en de bepaling van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel van de respectievelijke proeven: Rassenonderzoek wintertarwe, Rassenvergelijking ten aanzien van het gehalte mycotoxinen in de graankorrel na kunstmatige infectie bij wintertarwe, Aarziekteproef wintertarwe en Rassenonderzoek wintergerst. Samenwerking en betoelaging

9 - 7 - AANLEG EN UITVOERING VAN DE PROEVEN EN BIOMETRISCHE ANALYSE VAN DE RESULTATEN De proefvelden worden aangelegd middenin praktijkvelden van ervaren graantelers. Dit beduidt dat op de proeffactor(en) na, het onderzoek onder praktijkomstandigheden verloopt. Dit komt de gebruikswaarde van de resultaten ten goede. Over de toe te passen teelttechniek wordt vooraf met de proefveldhouder van gedachten gewisseld. Van de proefterreinen wordt steeds een scheikundige grondanalyse uitgevoerd en wordt tevens de reserve aan minerale stikstof in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald op het einde van de winter in het voorjaar. Na de oogst wordt het stikstofresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. Het zaaien gebeurt met een zaaimachine van Inagro vzw (VENTA TI SL 3R met luchtondersteuning) of met een proefveldmachine van Inagro vzw. Een aantal proefvelden wordt uitgezet op percelen gezaaid door de proefveldhouder. Wanneer de vergelijking tot 1 factor beperkt blijft, gaat de voorkeur naar een blokkenproef; bij 2 of meer factoren naar een factoriële proef. De netto-oppervlakte per experimentele eenheid varieert in functie van de in te zetten maaidorser bij de oogst. In geval van een proefvelddorser bedraagt de oppervlakte minimaal 15 m², in geval van een grote dorser minimaal 30 m². Er wordt gewerkt met minimum 4 blokken (3 herhalingen). De onderhoudsbespuitingen gebeuren door de proefveldhouder met een gewone spuitmachine. Gewasbeschermingsmiddelen die het voorwerp van onderzoek uitmaken, worden toegediend met een propaanspuit (400 l/ha water; druk: 3 kg/cm²; doppen: spleetdoppen DG 11002). Na het maaidorsen wordt er per experimentele eenheid een monster genomen van circa 1,5 kg graan. Hierop worden de kwaliteitsanalyses verricht (vochtgehalte, hectolitergewicht en duizendzadengewicht). Voor de determinatie van de schimmels op de graankorrel en de bepaling van het gehalte aan mycotoxinen (DON) in de graankorrel, wordt per experimentele eenheid minstens 10 grepen uit de oogst genomen, waarna een staal wordt samengesteld van 0,2 kg (in functie van de proef is dit een staal per blok of een mengmonster over de blokken). Alle opbrengstresultaten zijn omgerekend naar een uniform vochtgehalte van 15%. De biometrische verwerking van de proefresultaten heeft betrekking op de variantie-analyse, de variatiecoëfficiënt, de kleinste wezenlijke verschillen en de Duncan-toets. Binnen de Duncan-toets krijgen de objecten die niet wezenlijk verschillen eenzelfde letter. In dit verslag worden enkel de toetsen aan P0,05 opgenomen. Bij proeven waar meer dan 1 factor wordt bestudeerd, wordt nagegaan of er tussen deze factoren significante interacties bestaan. Uitgevoerde waarnemingen, metingen, tellingen en analyses

10 - 8 - UITGEVOERDE WAARNEMINGEN, METINGEN, TELLINGEN EN ANALYSES 1. Grond en bodem - Bodemtype - Scheikundige analyse: ph (KCl) gehalte aan fosfor, kalium, magnesium, calcium en natrium (mg P, K, Mg, Ca en Na per 100 g luchtdroge grond) en aan koolstof (%) - Reserve aan minerale stikstof (nitrische en ammoniakale) tussen 0-30 cm, cm en cm diepte (kg/ha) 2. Zaaizaad - Kiemkracht (%) - Duizendzadengewicht (g) 3. Plantkenmerken - Strolengte (cm) 4. Gewaskenmerken - Standdichtheid (planten/m²) - Gewasstand 5. Teeltveiligheid a. Weerstand tegen meeldauw (Erysiphe graminis) bij gerst en tarwe, dwergroest (Puccinia hordei) bij gerst, bruine roest (Puccinia recondita), gele roest (Puccinia striiformis) en bladvlekkenziekte (Septoria tritici) bij tarwe, bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis) bij gerst, netvlekkenziekte (Helminthosporium teres) bij gerst, kafjesbruin (Septoria nodorum) bij tarwe, aarfusarium (Fusarium spp.) bij tarwe, droogte, vorst, doorwas, schot en korreluitval. De graad van weerstand ten aanzien van al deze ongunstige factoren, wordt geëvalueerd binnen een 1-9 schaal. Een hoger cijfer stemt overeen met een gunstiger waardering. Zo komt 3 overeen met een slechte, 5 met een matige en 7 met een goede weerstand. b. Weerstand tegen legeren. De weerstand ten aanzien van legeren wordt weergegeven aan de hand van de legeringsindex, welke gebaseerd is op de intensiteit en uitbreiding van legeren. - Legeringsintensiteit (I): schaal 1-9; 1 = stro volledig tegen de grond gedrukt. 2 = stro voor meer dan de helft tegen de grond gedrukt, uiteinden opgericht 3 = stro voor minder dan de helft tegen de grond gedrukt, het overige gedeelte is opgericht 4 = stengels gelegerd meer dan 60 het stro raakt de grond niet, behalve aan de basis 5 = stengels gelegerd van 45 tot 60 6 = stengels sterk geheld van 30 tot 45 7 = stengels geheld van 15 tot 30 8 = stengels lichtjes geheld (15 ) 9 = stengels goed recht en verticaal - Legeren, uitbreiding (U): schaal 0-10, overeenstemmend met de oppervlakte van het perceel; 0 = 0% 1 = minder dan 1% 2 = 1-5% 3 = 6-10% 4 = 11-20% 5 = 21-30% 6 = 31-50% 7 = 51-75% 8 = 76-80% 9 = 81-95% 10 = % - Legeringsindex (gebaseerd op intensiteit en uitbreiding): schaal 1-9; hoger cijfer betekent betere weerstand. Uitgevoerde waarnemingen, metingen, tellingen en analyses

11 Graanopbrengst en rendabiliteit De graanopbrengst wordt bij alle onderzoeksthema s uitgedrukt in bruto-korrelopbrengst. Deze bruto-korrelopbrengst is de werkelijke graanopbrengst in kg/ha, gewogen na het maaidorsen. De korrelopbrengst, het hectolitergewicht en het duizendzadengewicht worden steeds omgerekend naar een vochtgehalte van 15%. Bij de fungicideproeven dient bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (reële korrelopbrengsten), de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden! Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Vooreerst kan de kostprijs van de fungiciden variëren in functie van ondermeer de handelaar, afnamehoeveelheid, enz. Ook de arbeids- en machinekost op het individuele bedrijf kan sterk variëren. Daarbij komt nog dat de graanprijs eveneens grote variaties kan ondergaan in de loop van de tijd, wat maakt dat het financieel rendement ook hierdoor in grote mate kan beïnvloed worden. In functie van al deze variabele factoren loopt het finaal financieel rendement bij eenzelfde bruto-korrelopbrengst bijgevolg sterk uiteen van bedrijf tot bedrijf! Aldus is het aan de landbouwer om in zijn eigen reële situatie voor de diverse beproefde fungiciden, de netto-korrelopbrengst te berekenen aan de hand van de weergegeven brutokorrelopbrengsten. Hetzelfde principe geldt bij de bemestingsproeven en andere onderzoeksthema s. 7. Kwaliteitsanalyses uitgevoerd op het geschoond graan Schonen van het graan: Sample Cleaner, Model MLN - Vochtgehalte (%): Dickey-John Gac Hectolitergewicht (kg): Dickey-John Gac Duizendzadengewicht (gram droge stof) wordt bepaald op luchtdroog: Contador Pfeuffer Uitgevoerde waarnemingen, metingen, tellingen en analyses

12 WEERSOMSTANDIGHEDEN Waarnemingen te Rumbeke-Beitem (proefveld Rumbeke-Beitem) Bron: Koninklijk Meteorologisch Instituut van België; K.M.I.-Maandbericht. Maand Minimum temperatuur ( C) 2016 Maximum temperatuur ( C) Neerslag (l/m²) augustus 13,56 23,53 49,5 september 13,01 22,97 29,7 oktober 6,86 14,25 68,0 november 3,72 9,03 110,9 december 2,06 6,82 10, januari - 0,67 4,52 65,0 februari 3,47 8,64 53,9 maart 5,22 13,52 45,4 april 3,44 13,61 10,1 mei 10,14 20,21 41,8 juni 13,26 24,28 6,2 juli 12,50 24,02 31,0 augustus 12,20 22,76 72,3 september 9,44 18,66 57,1 Waarnemingen te Helkijn (proefvelden Helkijn en Zwevegem Sint-Denijs) Bron: Metypaal, Helkijn. Maand Minimum temperatuur ( C) 2016 Maximum temperatuur ( C) Neerslag (l/m²) augustus 12,47 25,06 47,0 september 12,12 24,23 31,0 oktober 5,68 14,21 62,6 november 2,21 8,48 80,2 december - 0,15 6, januari - 2,99 2,92 - februari 1,68 7,86 37,8 maart 3,68 14,10 50,0 april 1,76 14,37 8,4 mei 8,73 21,05 35,6 juni 12,57 26,10 49,7 juli 12,22 26,56 47,2 augustus 12,78 24,35 82,8 september 8,68 18,18 80,6 - geen gegevens Weersomstandigheden

13 Waarnemingen te Klemskerke (proefvelden Zuienkerke en Houtave) Bron: Metypaal, Klemskerke. Maand Minimum temperatuur ( C) 2016 Maximum temperatuur ( C) Neerslag (l/m²) augustus 12,61 25,03 25,5 september 12,81 24,27 25,8 oktober 7,01 15,48 91,2 november 3,75 9,70 98,9 december januari februari maart april mei juni juli augustus september geen gegevens Waarnemingen te Koksijde (proefvelden Koksijde) Bron: Metypaal, Koksijde. Maand Minimum temperatuur ( C) 2016 Maximum temperatuur ( C) Neerslag (l/m²) augustus 12,65 24,42 49,6 september 12,79 23,76 28,6 oktober 7,65 15,17 70,2 november 3,59 9,65 120,6 december 1,62 8,00 14, januari - 0,37 5,24 60,4 februari 3,27 8,07 15,4 maart 5,00 13,53 9,2 april 4,24 14,66 12,6 mei 8,93 19,87 29,6 juni 12,72 23,62 8,9 juli 12,65 23,35 68,4 augustus 12,07 22,94 138,8 september 9,93 19,04 137,2 Weersomstandigheden

14 TEELTOMSTANDIGHEDEN WINTERGRANEN D. Wittouck 1, W. Odeurs 2 en G. Haesaert 3 De maand september was uitzonderlijk warm en droog (Bron: KMI). Door de droogte kwam de zaai van de wintergerst traag op gang, er werd wat gezaaid tijdens de laatste week van september. Begin oktober viel er hier en daar wat neerslag, en werd er vervolgens volop gezaaid. Maar meestal viel er niets of ruim onvoldoende voor enig effect. Op heel wat plaatsen was het zelfs te droog om de grond te kunnen bewerken. De zaai van de wintergerst liep door tot en met de tweede week van oktober. In bepaalde regio s werd er echter nog gewacht met zaaien omwille van de droogte. De droogte remde ook de uitzaai van de wintertarwe. Daar waar er regen viel eind eerste week van oktober, werd er vanaf de tweede week begonnen met de zaai van de wintertarwe. Vanaf half oktober kwam er regelmatig regen (in het oosten van het land minder) die de zaai al of niet belemmerde. Tijdens de laatste week van oktober bleef het droog zodat er dan volop gezaaid werd, dit gebeurde onder goede omstandigheden. De maand oktober was windstil en abnormaal koud (Bron: KMI). Tijdens de derde week van november kwam er veel regen, lokaal zelfs zeer veel met wateroverlast als gevolg. De velden werden zeer nat al of niet gepaard gaande met waterplekken. Bij de laat(st) gezaaide percelen waren er nogal wat met opkomstproblemen ten gevolge van de regens. Voor die percelen die nog moesten gezaaid worden was het toen wachten. De maand december was uitzonderlijk droog en vertoonde een uitzonderlijk hoge waarde voor de zonneschijnduur (Bron: KMI). Januari was redelijk koud. Er kwamen een abnormaal hoog aantal vorstdagen voor, namelijk 21 (normaal 11,6 dagen). Tijdens de eerste week van de maand kwamen er vorstnachten voor; vanaf rond half januari tot en met 27 januari was er aanhoudend nachtvorst. Tijdens de derde week van januari waren er zelfs enkele dagen met zware nachtvorst. Vanaf 27 januari werd het weer zachter. (Bron: naar KMI). Februari telde slechts drie dagen met nachtvorst (10 tot en met 12 februari) (Bron: KMI). Daarna stegen de dagtemperaturen waardoor de wintergranen vergroenden. Finaal kende de winter (december, januari en februari) een zeer abnormaal lage neerslaghoeveelheid, een abnormaal hoge zonneschijnduur en normale waarden voor de gemiddelde temperatuur. December en januari waren kalme maanden, daartegenover stond het winderig einde van de winter. (Bron: KMI). De voorjaarsstatistieken van de N-indexonderzoeken in de granen, uitgevoerd door de Bodemkundige Dienst van België, waren sterk verschillend met het voorjaar Afhankelijk van de voorteelt lag de stikstofreserve namelijk 10 tot meer dan 50 kg N/ha hoger dan in Hierdoor lagen de bemestingsadviezen gemiddeld op een merkelijk lager niveau. Door het geringe neerslagoverschot van de afgelopen winter was er weinig nitraat verplaatst doorheen het bodemprofiel. Op veel percelen was een lage eerste stikstoffractie aangewezen. (Bron: Bodemkundige Dienst van België). Maart kende zeer abnormaal weinig neerslagdagen. De eerste acht dagen van de maand viel er nogal wat regen, vervolgens viel er twee dagen neerslag kort na half maart en één dag eind maart. Wat de temperatuur betreft, noteerde maart een zeer abnormaal hoge gemiddelde temperatuur en een uitzonderlijk hoge gemiddelde maximumtemperatuur. Van 9 tot 16 maart bereikte de 1 Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem 2 Bodemkundige Dienst van België vzw, Leuven-Heverlee 3 Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep toegepaste biowetenschappen, Gent Teeltomstandigheden wintergranen

15 maximumtemperatuur hoge waarden, waarna er een temperatuursval optrad tot 22 maart. Op dat ogenblik begon de wintertarwe op bepaalde percelen te vergelen. Vervolgens gingen de temperaturen in stijgende lijn. Maart kende ook een abnormaal hoge zonneschijnduur. (Bron: naar KMI). Door de regen van begin maart waren de velden niet voldoende berijdbaar. Daarna volgden mooie en zonnige dagen, maar doordat een drogende wind uitbleef, waren veel velden nog steeds niet voldoende opgedroogd. Vervolgens werd in de week van half maart op de meeste percelen wintergranen de eerste stikstoffractie toegediend. In sommige regio s was het veld slechts op het randje af berijdbaar of moesten enkele natte plekken overgelaten worden. Een beperkt aantal graantelers hadden zelfs eind februari al een eerste stikstoffractie toegediend. Globaal waren de wintergranen goed de winter doorgekomen. April werd gekenmerkt door een zeer abnormaal lage neerslaghoeveelheid (Bron: KMI). Doorgaans werd begin april in de wintergerst het stadium eerste (tot tweede) knoop bereikt, en in de wintertarwe het stadium aar 1 cm. Echter, heel wat vroeg gezaaide percelen wintertarwe waren dit stadium reeds voorbij. In de nacht van 18 op 19 april kwam er nachtvorst voor, waarna er koud en schraal weer volgde waardoor de gewasgroei geremd werd. Vanaf het einde van de derde week kwam de wintergerst in het stadium laatste blad. Veel graanpercelen vertoonden nog steeds niet de gewenste donkergroene kleur, zelfs na twee stikstoffracties. Er viel immers nauwelijks voldoende neerslag om de toegediende stikstof te doen werken. Bovendien remde koud en schraal weer de groei. Met de klimatologische omstandigheden (sterk wisselende temperaturen, koud schraal weer, droogte, ) kon er in bepaalde velden wintertarwe een gedeeltelijke geel- of paarsverkleuring van hetzij bladtoppen, hetzij bladgedeelten waargenomen worden. Bovendien werden er duidelijke rasverschillen vastgesteld, namelijk rassen die geen tot weinig bladvergeling vertoonden tot rassen waar deze symptomen zelfs zeer opvallend waren. Ook in de wintergerst werd bij bepaalde rassen geelverkleuring of verbleking van bladtoppen of bladgedeelten vastgesteld. Mei was abnormaal warm en droog met weinig wind. Na een frisse start en een dipje rond 20 mei, kenden vooral de laatste tien dagen uitzonderlijke hoge gemiddelde temperaturen. De maandelijkse neerslaghoeveelheden lagen overal ruim onder de normale waarden, vooral aan de kust bleef de neerslag extreem onder de normale waarden. De gemiddelde windsnelheid was abnormaal laag. (Bron: KMI). De eerste helft van mei kende weinig warme en groeizame dagen, de overige dagen werden gedomineerd door koude nachten en een schrale wind. Begin mei kwam de wintertarwe merendeels in het stadium voorlaatste blad, bij de vroege zaai en bij de vroegste rassen verscheen reeds de top van het laatste blad. Door de droogte verschenen barsten in de grond, dit zowel in de polder als in het binnenland. Door de neerslag gecombineerd met hogere temperaturen kwam vanaf de vierde week van mei de ontwikkeling van de granen in een stroomversnelling. Vanaf eind mei begon de wintergerst te vergelen. Globaal kwam de wintertarwe in aar de laatste dagen van mei-begin juni, de vroegste rassen kwamen al in aar tijdens de vierde week van mei. In de lente (maart, april en mei) viel er zeer abnormaal weinig neerslag; hoewel enkel de abnormaal tot zeer abnormaal lage neerslagtotalen van april er echt uit sprongen, viel er alle drie de maanden minder neerslag dan normaal. Er werd een abnormaal hoge gemiddelde temperatuur genoteerd en een normale zonneschijnduur. April en mei waren kalme maanden, daartegenover stond het winderige begin van de lente. (Bron: KMI). Door de hittegolf in juni werd een uitzonderlijk hoge gemiddelde temperatuur vastgesteld. Het aantal uren zonneschijn was normaal en er was veel wind. Er viel opnieuw weinig neerslag, dit was reeds de twaalfde maand op rij met een neerslagtekort (met uitzondering van november 2016). (Bron: KMI). De gevolgen van de de aanhoudende droogte begonnen zich te tonen. Kort na begin juni vergeelde de wintergerst zeer snel. Vanaf rondom half juni begonnen in de wintertarwepercelen de plekken Teeltomstandigheden wintergranen

16 met struktuurschade of storende onderlagen zich duidelijk af te tekenen door hun witverkleuring (noodrijp gewas). Vanaf de voorlaatste week van juni begon ook de wintertarwe zeer snel te vergelen. De aanhoudende hitte deed de wintergerst zeer snel afrijpen, waardoor de oogst reeds startte vanaf de voorlaatste week van juni wat merkelijk vroeger was dan de twee voorgaande jaren. De oogst startte echter beetje bij beetje want nog niet overal was het graan oogstrijp. De laatste week van juni viel de oogst van de wintergerst in bepaalde regio s stil door enkele regenachtige dagen, op dat ogenblik was de oogst nog niet halverwege. De oogst van de wintergerst verliep uiteindelijk gespreid en werd afgerond in de loop van de eerste week van juli. Tijdens de eerste helft van juli werden de eerste percelen wintertarwe geoogst, doch het ging maar om een handvol percelen. Vanaf half juli begon de oogst van de wintertarwe op meerdere plaatsen. Dit beduidt dat ook bij de wintertarwe de oogst opmerkelijk vroeg startte, en tevens heel wat vroeger dan de voorgaande jaren. Voor het verdere verloop van de oogstwerkzaamheden waren er grote, soms zelfs zeer grote regionale verschillen in functie van het al of niet voorkomen van regenval tijdens de tweede helft van juni. Waar er nog niet kon geoogst worden, vertoonden sommige percelen graanuitval als gevolg van de zeer krachtige wind begin augustus in bepaalde regio s (ondermeer de kustpolder). Finaal werd de oogst van de wintertarwe afgerond op 7 augustus. Dit betekende dat, net zoals bij de wintergerst, de oogst gespreid verliep. De zomer (juni, juli en augustus) werd gekenmerkt door een abnormaal hoge gemiddelde temperatuur en normale waarden voor de neerslaghoeveelheid, de gemiddelde windsnelheid en de zonneschijnduur (Bron: KMI). Na de desastreuse oogst 2016, zowel kwantitatief als kwalitatief, kan van een normale oogst 2017 gesproken worden. Ondanks de aanhoudende droogte werden goede opbrengsten vastgesteld met een uitzonderlijke kwaliteit. Het hectolitergewicht en eiwitniveau waren, ondanks de goede opbrengsten, bijzonder hoog. De uitstekende bloeiperiode heeft de ontwikkeling van fusariose belemmerd waardoor de contaminatie van mycotoxines bijgevolg uiterst gering was. Slechts uitzonderlijk werden lagere Hagberg-gehaltes vastgesteld. Ook het vochtgehalte van de granen bevond zich op een aanvaardbaar niveau. (Bron: Synagra, Evaluatie Belgische graanoogst, 4 oktober 2017). Teeltomstandigheden wintergranen

17 DEEL I - WINTERTARWE

18 HOOFDSTUK I - WINTERTARWE RASSEN I. RASSENONDERZOEK WINTERTARWE Proefveldhouders: - Johan GHYSELEN, Pannekalsijde 4, 8670 Koksijde Proefplaats: Ten Bogaerde, Ten Bogaerdelaan 10, 8670 Koksijde, kustpolder, provincie West-Vlaanderen - Johan DEWULF, Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave) Proefplaats: Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave), kustpolder, provincie West-Vlaanderen - Luc MULLIE, Streyestraat 24, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) Proefplaats: Moenstraat, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs), provincie West-Vlaanderen - Jan, Gert, Bart ROOSENS, Overraadstraat 25, 9506 Geraardsbergen (Nieuwenhove) (in samenwerking met de Vlaamse overheid) Proefplaats: Nieuwenhove, provincie Oost-Vlaanderen - Walter en Koen VANACKER, Wolfshaegen 5, 3040 Huldenberg (in samenwerking met de Vlaamse overheid) Proefplaats: Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant 1. Doel Het rassenonderzoek poogt uit te maken welke wintertarwerassen het meest geschikt zijn voor verbouwing onder de Vlaamse maritieme teeltomstandigheden. Hiertoe worden nieuwe beloftevolle binnen- en buitenlandse rassen uitgezaaid naast de in ons land/regio meest geteelde. De belangrijkste facetten van het rassenonderzoek zijn de opbrengst aan graan, de teeltveiligheid en korrelkwaliteit. Deze laatste heeft betrekking op het hectolitergewicht en het duizendzadengewicht. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

19 2. Objecten (rassen) Zaaidichtheid: - kleigebied (kustpolder): 400 zaden/m² (proefvelden Koksijde en Zuienkerke - Houtave) - leem- en zandleemgebied: 350 zaden/m² (proefvelden Geraardsbergen-Nieuwenhove, Huldenberg en Zwevegem - Sint-Denijs) Zaaizaadbehandeling: standaard zaaizaadbehandeling Ras Mandataris of verdeler Jaar van eerste opname Oorsprong (bron: mandataris) Vroeg- (rijp)heid Chloortoluron (bron: mandataris) Duizendzaden- Zaaidichtheid in kg/ha in de (**) gewicht klei leem Europese kweker kruising in (kustpolder) rassen- (land) (bron: G = gevoelig gram lijst (*) mandataris) T = tolerant 400 zaden/m² 350 zaden/m² Anapolis Clovis Matton 2013 Nordsaat (DE) Arden x Skamelje oprichten: laat G aarvorming: halflaat afrijping: halflaat Bergamo Jorion/Philip Seeds 2011 RAGT (F) halfvroeg G Britannia Phytosystem nv 2013 Limagrain (UK) Robigus x Cassius doorschieten: halflaat G aarvormen: laat Cellule Clovis Matton 2011 Florimond Desprez (F) Almirante x Nogal oprichten: zeer vroeg T aarvorming: vroeg afrijping: vroeg Diantha Clovis Matton 2014 Sejet (DK) oprichten, aarvorming G en afrijping: laat Dunston Jorion/Philip Seeds Elsoms Seeds (Alchemy x Hereford) halflaat x Sheperd Furlong (ex Mosaïc) Phytosystem nv 2014 Syngenta Hereford x Viscount doorschieten: halflaat aarvormen: vroeg Gedser Jorion/Philip Seeds 2012 Nordic Seeds halfvroeg T Graham SCAM 2013 Expert x Premio vroeg Gustav Clovis Matton 2015 Von Borries Eckendorf (D) oprichten: laat aarvorming: laat afrijping: halflaat G Henrik Aveve Zaden 2009 (B) Limagrain Drifter x Biscay oprichten en bloei: halflaat G rijpheid: vroeg KWS Dorset Aveve Zaden 2015 (B) KWS ( x kadu) x Skalmeje oprichten: halflaat T bloei en rijpheid: halfvroeg KWS Smart Aveve Zaden 2014 (B) KWS Lochow Istabraq x Skalmeje oprichten, bloei en rijpheid: T halflaat KWS Talent Aveve Zaden 2016 (B) KWS Julius x ligne oprichten: halflaat G bloei: halfvroeg rijpheid: halflaat Mentor Jorion/Philip Seeds 2012 RAGT (D) halflaat T Milor Clovis Matton 2016 Unisigma (F) oprichten, aarvorming en G afrijping: zeer vroeg Ohio Jorion/Philip Seeds 2014 Von Borries (D) halflaat T Popeye Jorion/Philip Seeds 2015 Secobra (F) halflaat T Porthus Aveve Zaden 2016 (B) Strube (Ellvis x STRU ) oprichten: halflaat T x STRU bloei en rijpheid: halfvroeg Reflection SCAM 2013 Denman x Oakley halfvroeg RGT Reform Clovis Matton 2014 RAGT (D) oprichten: vrij laat T aarvorming: halflaat afrijping: halflaat RGT Sacramento Clovis Matton 2014 RAGT (F) 02ST2037 x Premio oprichten: zeer vroeg G aarvorming: vroeg afrijping: vroeg RGT Texaco Clovis Matton 2015 RAGT (F) oprichten en aarvorming: halflaat T afrijping: vroeg Sahara Aveve Zaden 2005 Limagrain Savannah x Claire oprichten: laat T bloei en rijpheid: halflaat Tobak Clovis Matton 2011 Von Borries (DE) (Elvis x Drifter) x Koch oprichten: halflaat T aarvorming: halflaat afrijping: halflaat Triomph Rigaux semences 2015 Syngenta Seeds vroeg G Gemiddelde (*) Europese rassenlijst: (B) = ras eveneens ingeschreven op de Belgische rassenlijst. (**) Chloortoluron: voor de rassen waar geen gegevens vermeld worden, is geen informatie bekend; bij deze rassen dient het gebruik van chloortoluron vermeden te worden. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

20 Rassenproef wintertarwe Koksijde, kustpolder, provincie West-Vlaanderen 3.1 Proefomstandigheden a. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 21 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,3 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,6 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) eerder hoog 50 kg P2O5/ha Kalium (K) normaal 40 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 30 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,6 3,1 6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 21 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 47,5 waarvan 39,22 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,65 2, ,35 3, ,22 2,32 N-bemestingsadvies wintertarwe Inagro: 226 kg/ha ( ) b. Voorvruchten 2014: suikerbieten 2015: wintertarwe 2016: aardappelen c. Bodembewerkingen Ploegen: 20 oktober 2016 Rotoreggen: 27 oktober 2016 d. Zaai - datum: 27 oktober dichtheid: 400 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,7 cm e. Bemesting Stikstof: 235 E - 1 e fractie (16/03/2017), 101 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (13/04/2017), 80 E vloeibaar 39% N - 3 e fractie (13/05/2017), 54 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: - f. Gewasbescherming Herbiciden: 31/03/2017: Atlantis WG 0,5 kg + Capri Twin 0,2 kg + Actirob B 1 l/ha Groeiregulatoren: - 31/03/2017: Cycocel 1 l/ha - 04/05/2017: Cycocel 0,4 l + Optimus 0,15 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef Bladbehandeling (2 e knoop, 04/05/2017): Granovo 1,7 l + Bravo 1 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 02/06/2017): Ceriax 1,75 l/ha Insecticiden: 02/06/2017: Okapi 0,75 l/ha g. Oogst 1 augustus 2017 h. Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (14 rijen x 0,1071 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

21 3.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg ras g ras % Gedser a 106,0 Cellule 81,88 a Gedser 51,84 a Sahara 16,34 a Dunston ab 104,7 Anapolis 80,38 b KWS Smart 50,64 a Gustav 16,15 ab KWS Smart abc 103,3 RGT Reform 80,28 bc Ohio 50,31 a Anapolis 16,00 bc Graham abc 103,0 KWS Talent 80,14 bc Sahara 48,29 b Gedser 15,98 bcd Furlong (ex Mosaïc) abcd 102,8 Porthus 79,81 cd Henrik 47,83 b Tobak 15,95 bcd Tobak abcd 102,7 RGT Sacramento 79,45 de Milor 47,24 bc RGT Reform 15,95 bcd Britannia bcde 100,8 Milor 79,34 de Gustav 47,01 bc KWS Smart 15,92 bcd Anapolis bcde 100,7 Mentor 79,31 de RGT Reform 46,85 bc KWS Talent 15,87 cd Cellule bcde 100,6 Gustav 78,95 ef Dunston 45,84 cd Bergamo 15,84 cd Henrik cde 100,2 Triomph 78,60 fg Anapolis 45,57 cde Mentor 15,81 cde Bergamo cde 100,0 Bergamo 78,49 fg Tobak 45,56 cde Furlong (ex Mosaïc) 15,81 cde Ohio cde 99,9 Tobak 78,42 fg RGT Sacramento 45,00 de Porthus 15,74 def RGT Reform cdef 99,5 Gedser 78,36 g Bergamo 44,63 def Britannia 15,73 def Porthus cdef 99,5 Popeye 78,26 g Furlong (ex Mosaïc) 44,37 def Graham 15,73 def Reflection def 98,4 Sahara 78,22 g KWS Talent 44,18 def Ohio 15,58 efg KWS Dorset ef 98,0 KWS Dorset 78,11 g Britannia 43,82 efg Cellule 15,56 efg KWS Talent efg 97,6 Graham 77,45 h Graham 43,13 fgh KWS Dorset 15,56 efg Mentor fgh 95,2 KWS Smart 77,38 hi Porthus 43,05 fgh Popeye 15,56 efg Triomph gh 93,7 Reflection 77,13 hi KWS Dorset 42,28 gh Reflection 15,49 fgh Sahara h 92,8 Dunston 76,92 hi Cellule 41,98 h Milor 15,44 ghi Furlong (ex Mosaïc) 76,86 i Popeye 41,62 h Dunston 15,34 ghi Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen K.W.V. P0, kg 3,85% K.W.V. P0,05 V.C. (%) 2,72 2,72 V.C. (%) F-ber. 6,30** 6,30** F-ber. Henrik 76,85 i Triomph 40,00 i RGT Sacramento 15,29 hi Britannia 76,00 j Mentor 39,83 i Henrik 15,25 hi Ohio 75,74 j Reflection 39,34 i Triomph 15,21 i 78,43 Gemiddelde alle rassen 0,50 kg K.W.V. P0,05 0,45 V.C. (%) 72,07** F-ber. 45,01 Gemiddelde alle rassen 1,61 g K.W.V. P0,05 2,52 V.C. (%) 35,20** F-ber. (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Anapolis, Bergamo, Britannia, Cellule, Dunston, Henrik, Mentor, Porthus en Reflection Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk: twee fungicidebehandelingen (bladbehandeling en aarbehandeling) De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van maar liefst kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 78,43 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 75,7 kg tot maximaal 81,9 kg, hetzij een verschil van 6,1 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 45,01 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 39,3 g tot maximaal 51,8 g, hetzij een verschil van 12,5 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 15,71% en varieerde naargelang het ras van minimaal 15,2% tot maximaal 16,3%, hetzij een verschil van 1,1%. 15,71 0,22% 0,98 14,26** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

22 Ziektedruk Schaal 1-9: 1 = zeer veel aantasting 4 = matig tot veel aantasting 7 = weinig aantasting 2 = veel tot zeer veel aantasting 5 = matige aantasting 8 = zeer weinig aantasting 3 = veel aantasting 6 = weinig tot matige aantasting 9 = geen aantasting a. Gele roest Overzicht gele roestdruk 8 mei 22 juni 2017 op onbehandeld gewas Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid Ras 8 mei 15 mei 30 mei 12 juni 22 juni Gemiddelde voorlaatste laatste aar uit blad blad Graham 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Henrik 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Milor 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Ohio 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Triomph 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Tobak 8,8 9,0 9,0 9,0 9,0 8,9 Anapolis 9,0 9,0 8,8 9,0 9,0 8,9 Bergamo 9,0 9,0 8,8 9,0 9,0 8,9 Mentor 9,0 8,5 8,8 9,0 8,8 8,8 KWS Talent 8,8 8,3 9,0 9,0 8,8 8,8 Dunston 8,8 8,7 8,8 8,5 8,5 8,6 Cellule 9,0 8,8 8,5 8,5 8,5 8,6 Gedser 9,0 8,1 8,2 9,0 9,0 8,6 RGT Sacramento 8,7 8,8 8,1 8,6 8,6 8,6 KWS Dorset 8,8 8,8 8,3 7,7 7,7 8,3 RGT Reform 8,3 6,6 7,5 7,5 7,5 7,5 Porthus 7,8 7,6 7,2 7,2 7,2 7,4 Gustav 9,0 8,5 7,5 6,0 6,0 7,4 KWS Smart 7,3 6,6 6,6 6,5 6,5 6,7 Popeye 6,7 5,7 4,8 5,0 5,0 5,4 Sahara 6,5 6,2 5,3 4,2 4,0 5,2 Britannia 6,5 5,8 5,0 3,8 2,8 4,8 Furlong (ex Mosaïc) 6,6 5,3 4,2 3,6 3,0 4,5 Reflection 4,1 3,1 1,6 1,0 1,0 2,1 Gemiddelde 7,6 b. Bladvlekken en bruine roest Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid op onbehandeld gewas voor bladvlekken en bruine roest Bladvlekken (*) (12/06/2017) Bruine roest (22/06/2017) Britannia 8,5 Ohio 8,8 Gustav 8,5 RGT Sacramento 8,7 Ohio 8,2 Gustav 8,6 KWS Talent 8,0 Triomph 8,0 RGT Reform 8,0 Britannia 7,5 Porthus 7,8 RGT Reform 6,7 Graham 7,7 KWS Talent 6,1 Tobak 7,7 KWS Smart 5,8 Anapolis 7,5 Popeye 5,6 Dunston 7,5 Mentor 5,2 Gedser 7,5 KWS Dorset 4,5 Popeye 7,5 Bergamo 4,2 KWS Dorset 7,2 Porthus 4,1 Mentor 7,2 Graham 4,0 Bergamo 6,8 Milor 3,7 KWS Smart 6,8 Gedser 3,6 RGT Sacramento 6,8 Henrik 3,6 Henrik 6,7 Sahara 3,5 Milor 6,7 Dunston 3,1 Triomph 6,3 Furlong (ex Mosaïc) 3,1 Tobak 2,8 Anapolis 2,2 Cellule 1,0 Gemiddelde 7,4 Gemiddelde 4,9 (*) Bladvlekken: behalve bladvlekkenziekte kunnen er nog andere bladvlekken meegenomen zijn in de beoordeling Rassen die niet vermeld worden in bovenstaande tabel konden niet adequaat gekwoteerd worden voor de betreffende ziekte. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

23 c. Meeldauw Kwam niet voor. d. Aarfusarium Er was een lage druk van aarfusarium. Eind juni (tussen 18 en 29 juni 2017), werden 16 rassen, behandeld met fungiciden, geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per ras en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. Berekende ziekte-index (%) van de verschillende rassen in de behandelde rassenproef Ras Berekende ziekte-index (%) Anapolis 0,13 Bergamo 0,00 Britannia 1,69 Cellule 0,25 Gedser 0,31 Graham 0,00 Henrik 0,00 KWS Dorset 0,00 KWS Smart 0,06 Mentor 0,31 Popeye 0,19 Reflection 0,00 RGT Reform 0,00 Sahara 0,00 Tobak 1,00 Triomph 0,00 Gemiddelde 0,25 Verder werden aren met aarfusarium aantasting verzameld. Deze werden uitgeplaat op PDA (Potato Dextrose Agar) medium, de uitgroeiende Fusarium schimmels werden opgezuiverd, opgegroeid op vloeibaar GPY-medium en tenslotte werd van de niet gecontamineerde schimmelisolaten DNA bereid. Via PCR-reactie wordt de Fusarium populatie gekarakteriseerd. De species samenstelling wordt gegeven in onderstaande tabel. Samenstelling van de Fusarium populatie (%) in de behandelde rassenproef. F. avenaceum F. culmorum F. graminearum F. poae M. nivale Koksijde Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

24 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden (op 16 rassen). Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden (een bladbehandeling en een aarbehandeling) Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,298 Bergamo 0,204 Britannia 0,286 Cellule 0,194 Gedser 0,323 Graham 0,228 Henrik 0,282 KWS Dorset 0,279 KWS Smart 0,210 Mentor 0,234 Popeye 0,275 Reflection 0,244 RGT Reform 0,253 Sahara 0,266 Tobak 0,266 Triomph 0,150 Gemiddelde 0,250 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,258 Bergamo 0,187 Britannia 0,111 Cellule 0,015 Gedser 0,000 Graham 0,037 Henrik 0,222 KWS Dorset 0,260 KWS Smart 0,233 Mentor 0,205 Popeye 0,230 Reflection 0,307 RGT Reform 0,217 Sahara 0,260 Tobak 0,338 Triomph 0,298 Gemiddelde 0,199 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

25 Strolengte Strolengte na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator. Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (cm) (29/06/2017) KWS Talent 90,52 a Ohio 89,90 a KWS Dorset 89,05 a KWS Smart 88,25 a Tobak 84,28 b Bergamo 82,52 bc Gustav 82,22 bc Porthus 81,90 bc Henrik 81,15 cd Gedser 80,73 cde Dunston 78,88 def Anapolis 78,20 def Popeye 78,03 ef Milor 77,92 ef Mentor 77,40 f RGT Reform 76,85 fg Graham 76,38 fgh Sahara 76,38 fgh Cellule 74,18 ghi Britannia 73,55 hi Triomph 73,07 i RGT Sacramento 72,15 i Reflection 66,53 j Furlong (ex Mosaïc) 65,47 j Gemiddelde 78,98 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 2,74 2,45 46,45** Weerstand tegen legeren Er kwam geen legering voor Standdichtheid Zaaidichtheid: 400 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Anapolis 205 ab Bergamo 179 ef Britannia 200 abcd Cellule 191 abcde Dunston 182 def Gedser 183 cdef Graham 205 ab Gustav 209 ab Henrik 192 abcde KWS Dorset 203 ab KWS Smart 207 ab KWS Talent 201 abc Mentor 172 f Milor 205 ab Furlong (ex Mosaïc) 196 abcde Ohio 195 abcde Popeye 190 bcdef Porthus 203 ab Reflection 197 abcde RGT Reform 204 ab RGT Sacramento 179 ef Sahara 190 bcdef Tobak 211 a Triomph 201 abc Gemiddelde 196 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 16,25 planten 5,86 3,49** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

26 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Er werd vervolgens noch organische bemesting toegediend, noch een groenbemester ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte in cm Nitraatresidu-bepaling (kg NO3-N/ha) kort na de oogst 17 november 2017 (09/08/2017) ,74 29, ,60 19, ,21 25,30 nitraatresidu 45,55 74,72 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

27 Rassenproef wintertarwe Zuienkerke (Houtave), kustpolder, provincie West-Vlaanderen 4.1 Proefomstandigheden a. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,4 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,23 1,6 2,1 eerder laag Fosfor (P) hoog 0 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 4,5 3,1 6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 92,01 waarvan 84,89 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,59 1, ,81 3, ,49 2,06 N-bemestingsadvies wintertarwe Inagro: 180 kg/ha ( ) b. Voorvruchten 2014: vlas 2015: wintertarwe 2016: groene erwten c. Bodembewerkingen Ploegen: 12 september 2016 d. Zaai - datum: 14 oktober dichtheid: 400 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,7 cm e. Bemesting Stikstof: 203 E - 1 e fractie (17/03/2017), 94 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (21/04/2017), 109 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: - f. Gewasbescherming Herbiciden: 31/10/2016: Herold 0,6 l + Defi 3 l + Axeo 1,2 l/ha Groeiregulatoren: 03/04/2017: Mondium 2 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling (2 e -3 e knoop, 05/05/2017): Granovo 1,7 l + Bravo 1 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 01/06/2017): Ceriax 1,75 l/ha Insecticiden: 01/06/2017: Karate Zeon 50 ml/ha g. Oogst 7 augustus 2017 h. Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (14 rijen x 0,1071 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

28 4.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg ras g ras % Cellule a 109,5 Cellule 81,10 a Gedser 52,98 a KWS Smart 16,32 a RGT Sacramento ab 106,4 KWS Talent 80,49 b Henrik 50,53 b Sahara 16,30 a Tobak bc 105,2 Porthus 80,22 b KWS Smart 50,15 b RGT Reform 16,24 ab Furlong (ex Mosaïc) bcd 104,3 Mentor 80,19 b Milor 50,15 b Gustav 16,09 bc Gedser bcd 103,0 RGT Reform 80,15 b Ohio 49,18 bc KWS Talent 16,06 bcd Popeye bcde 102,5 Gustav 79,36 c Sahara 48,67 cd Furlong (ex Mosaïc) 16,06 bcd Graham bcde 102,4 RGT Sacramento 79,11 cd Gustav 48,40 cd Tobak 16,05 bcde Britannia bcdef 102,0 Bergamo 79,10 cd Bergamo 47,33 de Britannia 15,98 cde Reflection bcdef 101,9 Triomph 79,01 cd KWS Talent 48,86 ef Gedser 15,91 cdef Bergamo cdefg 100,9 Milor 78,93 cd RGT Reform 46,81 ef Porthus 15,91 cdef Anapolis defgh 100,3 Anapolis 78,65 d Graham 46,19 ef Anapolis 15,88 defg Triomph defgh 100,3 KWS Smart 78,58 de RGT Sacramento 45,54 fg Bergamo 15,86 efg RGT Reform efghi 98,1 Sahara 78,01 ef Furlong (ex Mosaïc) 45,42 fg Graham 15,86 efg Henrik efghi 98,0 Gedser 77,94 fg Anapolis 45,38 fg Mentor 15,76 fgh Sahara fghi 97,5 KWS Dorset 77,92 fg Porthus 44,37 gh Popeye 15,72 fghi Porthus ghi 96,3 Tobak 77,80 fgh Dunston 44,36 gh Ohio 15,71 ghi Milor ghi 96,2 Graham 77,74 fgh Tobak 44,05 gh RGT Sacramento 15,60 hij Ohio ghi 96,2 Furlong (ex Mosaïc) 77,51 fgh Triomph 43,82 h Milor 15,58 hij Dunston hi 96,0 Popeye 77,49 fgh Cellule 42,15 i KWS Dorset 15,55 ij Mentor i 95,1 Reflection 77,31 gh Britannia 41,64 i Cellule 15,55 ij Gustav i 93,6 Henrik 77,23 h Mentor 41,60 i Reflection 15,46 j Dunston 76,28 i KWS Dorset 41,43 i Dunston 15,29 k Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen K.W.V. P0, kg 4,09% K.W.V. P0,05 V.C. (%) 2,89 2,89 V.C. (%) F-ber. 8,20** 8,20** F-ber. Britannia 76,23 i Popeye 39,44 j Henrik 15,24 k Ohio 75,91 i Reflection 38,29 j Triomph 15,24 k 78,43 Gemiddelde alle rassen 0,59 kg K.W.V. P0,05 0,53 V.C. (%) 45,33** F-ber. 45,61 Gemiddelde alle rassen 1,34 g K.W.V. P0,05 2,07 V.C. (%) 61,72** F-ber. (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Anapolis, Bergamo, Britannia, Cellule, Dunston, Henrik, Mentor, Porthus en Reflection Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk: twee fungicidebehandelingen (bladbehandeling en aarbehandeling) De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van maar liefst kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 78,43 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 75,9 kg tot maximaal 81,1 kg, hetzij een verschil van 5,2 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 45,61 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 38,3 g tot maximaal 53,0 g, hetzij een verschil van 14,7 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 15,80% en varieerde naargelang het ras van minimaal 15,2% tot maximaal 16,3%, hetzij een verschil van 1,1%. 15,80 0,17% 0,76 28,04** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

29 4.2.2 Ziektedruk Schaal 1-9: 1 = zeer veel aantasting 4 = matig tot veel aantasting 7 = weinig aantasting 2 = veel tot zeer veel aantasting 5 = matige aantasting 8 = zeer weinig aantasting 3 = veel aantasting 6 = weinig tot matige aantasting 9 = geen aantasting a. Gele roest Overzicht gele roestdruk 8 mei 23 juni 2017 op onbehandeld gewas Rangschikking van de rassen naar afnemende gevoeligheid Ras 8 mei 15 mei 22 mei 12 juni 23 juni Gemiddelde voorlaatste blad laatste blad aarzwelling begin aarschuiven Anapolis 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Bergamo 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Cellule 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 KWS Talent 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Milor 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Ohio 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Tobak 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Triomph 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Graham 9,0 8,8 9,0 9,0 9,0 8,9 RGT Sacramento 9,0 8,8 9,0 9,0 9,0 8,9 Porthus 9,0 9,0 9,0 8,8 8,8 8,9 Dunston 9,0 8,8 8,8 8,8 8,8 8,9 Henrik 9,0 8,3 8,5 8,8 8,8 8,7 Mentor 9,0 8,8 9,0 8,3 8,3 8,7 Gedser 9,0 8,8 8,8 7,5 7,5 8,3 Gustav 9,0 9,0 8,8 7,2 6,2 8,0 KWS Dorset 8,8 9,0 8,8 7,0 6,0 7,9 Popeye 9,0 8,8 6,8 6,3 6,3 7,5 KWS Smart 7,5 7,5 7,6 7,1 7,1 7,3 RGT Reform 9,0 8,7 8,3 6,0 4,3 7,3 Sahara 8,6 8,2 8,5 5,2 3,8 6,9 Furlong (ex Mosaïc) 7,7 6,8 6,6 5,0 2,8 5,8 Britannia 7,7 6,3 5,2 3,1 2,3 4,9 Reflection 6,2 5,7 4,2 2,0 1,0 3,8 Gemiddelde 8,0 b. Bladvlekken en bruine roest Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid op onbehandeld gewas voor bladvlekken en bruine roest Bladvlekken (*) (12/06/2017) Bruine roest (23/06/2017) KWS Dorset 8,7 Ohio 8,5 Porthus 8,7 Triomph 8,5 Sahara 8,7 Gustav 7,8 Ohio 8,6 RGT Reform 7,8 Dunston 8,5 KWS Smart 7,6 Gedser 8,5 Popeye 7,3 KWS Smart 8,3 RGT Sacramento 6,7 Graham 8,2 Mentor 6,5 Mentor 8,2 KWS Talent 6,3 KWS Talent 8,0 KWS Dorset 5,2 Gustav 7,8 Sahara 5,2 Popeye 7,8 Henrik 5,0 Tobak 7,8 Graham 4,8 RGT Reform 7,7 Gedser 4,6 Anapolis 7,3 Porthus 4,2 Henrik 7,0 Milor 4,0 Milor 6,7 Bergamo 3,6 Bergamo 6,6 Dunston 3,3 Cellule 6,5 Anapolis 3,0 RGT Sacramento 6,5 Furlong (es Mosaïc) 3,0 Triomph 6,5 Tobak 2,6 Cellule 1,0 Gemiddelde 7,7 Gemiddelde 5,3 (*) Bladvlekken: behalve bladvlekkenziekte kunnen er nog andere bladvlekken meegenomen zijn in de beoordeling Rassen die niet vermeld worden in bovenstaande tabel konden niet adequaat gekwoteerd worden voor de betreffende ziekte. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

30 c. Meeldauw Kwam niet voor. d. Aarfusarium Er was een lage druk van aarfusarium. Eind juni (tussen 18 en 29 juni 2017), werden 16 rassen, behandeld met fungiciden, geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per ras en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. Berekende ziekte-index (%) van de verschillende rassen in de behandelde rassenproef. Ras Berekende ziekte-index (%) Anapolis 0,06 Bergamo 0,00 Britannia 1,69 Cellule 0,19 Gedser 1,13 Graham 0,00 Henrik 0,00 KWS Dorset 0,00 KWS Smart 0,31 Mentor 0,31 Popeye 0,19 Reflection 0,50 RGT Reform 0,44 Sahara 0,00 Tobak 2,00 Triomph 0,31 Gemiddelde 0,45 Verder werden aren met aarfusarium aantasting verzameld. Deze werden uitgeplaat op PDA (Potato Dextrose Agar) medium, de uitgroeiende Fusarium schimmels werden opgezuiverd, opgegroeid op vloeibaar GPY-medium en tenslotte werd van de niet gecontamineerde schimmelisolaten DNA bereid. Via PCR-reactie wordt de Fusarium populatie gekarakteriseerd. De species samenstelling wordt gegeven in onderstaande tabel. Samenstelling van de Fusarium populatie (%) in de behandelde rassenproef. F. avenaceum F. culmorum F. graminearum F. poae M. nivale Zuienkerke Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

31 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden (op 16 rassen). Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden (een bladbehandeling en een aarbehandeling) Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,141 Bergamo 0,181 Britannia 0,225 Cellule 0,129 Gedser 0,386 Graham 0,189 Henrik 0,243 KWS Dorset 0,206 KWS Smart 0,472 Mentor 0,102 Popeye 0,129 Reflection 0,187 RGT Reform 0,159 Sahara 0,261 Tobak 0,233 Triomph 0,251 Gemiddelde 0,218 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,147 Bergamo 0,177 Britannia 0,143 Cellule 0,230 Gedser 0,221 Graham 0,152 Henrik 0,092 KWS Dorset 0,124 KWS Smart 0,112 Mentor 0,224 Popeye 0,137 Reflection 0,148 RGT Reform 0,115 Sahara 0,258 Tobak 0,207 Triomph 0,147 Gemiddelde 0,165 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

32 Strolengte Strolengte na toepassen van één behandeling met een groeiregulator. Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (cm) (22/06/2017) KWS Talent 104,10 a Ohio 100,50 b KWS Smart 99,43 b Porthus 98,40 bc KWS Dorset 97,32 bcd Henrik 95,80 cde Gustav 94,68 de Tobak 94,48 de Bergamo 93,93 e Gedser 92,50 ef Milor 90,12 fg Sahara 89,15 gh RGT Reform 88,38 ghi Cellule 88,20 ghi Anapolis 88,12 ghi Mentor 88,05 ghi Popeye 87,62 ghi Graham 85,95 hij Britannia 85,30 ij Dunston 85,15 ij Triomph 85,05 ij RGT Sacramento 83,65 j Reflection 77,00 k Furlong (ex Mosaïc) 76,88 k Gemiddelde 90,41 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 3,05 2,38 41,41** Weerstand tegen legeren Er kwam geen legering voor Standdichtheid Zaaidichtheid: 400 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Anapolis 218 abcd Bergamo 215 abcdef Britannia 224 ab Cellule 205 cdef Dunston 199 f Gedser 204 cdef Graham 217 abcde Gustav 210 bcdef Henrik 199 f KWS Dorset 214 abcdef KWS Smart 213 abcdef KWS Talent 202 def Mentor 201 ef Milor 227 a Furlong (ex Mosaïc) 205 cdef Ohio 205 cdef Popeye 198 f Porthus 206 cdef Reflection 210 abcdef RGT Reform 214 abcdef RGT Sacramento 210 bcdef Sahara 202 def Tobak 221 abc Triomph 203 def Gemiddelde 209 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 13,90 planten 4,70 2,71** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

33 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Er werd vervolgens noch organische bemesting toegediend, noch een groenbemester ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte in cm Nitraatresidu-bepaling (kg NO3-N/ha) kort na de oogst 17 november 2017 (10/08/2017) ,65 36, ,28 11, ,51 19,48 nitraatresidu 61,44 67,97 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

34 Rassenproef wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs), provincie West-Vlaanderen 5.1 Proefomstandigheden a. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 14 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort leem ph (KCl) 6,3 6,0-6,5 normaal Koolstof (%) 1,37 1,3-1,7 normaal Fosfor (P) hoog 30 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 40 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 20 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 1900 z.b.w./ha Natrium (Na) 2,6 3,1 6,5 eerder laag 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 14 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 120,57 waarvan 114,64 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,65 1, ,83 1, ,16 2,03 N-bemestingsadvies Inagro: 165 kg/ha ( ) b. Voorvruchten 2014: bonen 2015: wintertarwe 2016: aardappelen c. Bodembewerkingen Ploegen: 12 oktober 2016 d. Zaai - datum: 25 oktober dichtheid: 350 zaden/m² - tussen rij afstand: 15 cm e. Bemesting Stikstof: 183 E - 1 e fractie (15/03/2017), 78 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (13/04/2017), 78 E vloeibaar 39% N - 3 e fractie (20/05/2017), 27 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: - f. Gewasbescherming Herbiciden: - 30/10/2016: Bacara 0,8 l/ha - 23/03/2017: Othello 1 l/ha Groeiregulatoren: 30/03/2016: Meteor 369 SL 2 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef Bladbehandeling (schuiven voorlaatste blad, 05/05/2017): Granovo 1,7 l + Bravo 1 l/ha Bladbehandeling (laatste blad, 16/05/2017): Palazzo 1,25 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 27/05/2017): Ceriax 1,75 l/ha Insecticiden: 27/05/2017: Karate Zeon 50 ml/ha g. Oogst 19 juli 2017 h. Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,15 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

35 5.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg ras g ras % Furlong (ex Mosaïc) a 110,6 Cellule 82,98 a Gedser 46,36 a RGT Reform 13,00 a RGT Sacramento ab 109,6 RGT Sacramento 82,87 ab KWS Smart 45,41 ab KWS Smart 12,96 ab Cellule abc 107,5 RGT Reform 81,69 bc Milor 45,03 abc Sahara 12,90 abc Gedser abc 107,4 Anapolis 81,60 bc Henrik 44,30 bcd Porthus 12,88 abcd KWS Smart abc 106,2 Popeye 81,35 cd Ohio 43,49 cd Anapolis 12,85 abcd Graham abc 105,1 Porthus 81,30 cde Sahara 43,27 d Cellule 12,82 abcde Milor abcd 104,6 Gedser 81,05 cdef RGT Sacramento 42,75 de KWS Talent 12,80 abcdef Porthus abcde 104,2 KWS Smart 80,91 cdefg Anapolis 41,31 ef Gustav 12,79 abcdef Henrik abcde 103,8 Furlong (ex Mosaïc) 80,79 cdefg Gustav 40,54 fg Furlong (ex Mosaïc) 12,75 bcdef Sahara abcde 103,4 Gustav 80,66 cdefgh Tobak 39,90 fgh Graham 12,74 bcdef Bergamo bcde 102,8 Sahara 80,56 cdefgh RGT Reform 39,89 fgh Mentor 12,74 bcdef KWS Dorset bcdef 102,4 Tobak 79,99 defghi Furlong (ex Mosaïc) 39,67 gh RGT Sacramento 12,71 cdefg Anapolis cdef 101,8 Mentor 79,92 efghij Cellule 38,91 ghi Bergamo 12,70 cdefgh Mentor cdef 101,4 Triomph 79,67 fghijk Bergamo 38,64 hi Gedser 12,66 defgh Ohio cdef 101,2 Milor 79,60 ghijk Britannia 38,59 hi Milor 12,61 efghi KWS Talent cdefg 100,5 Henrik 79,32 hijk Popeye 38,39 hij Popeye 12,59 fghij RGT Reform cdefg 100,2 Bergamo 78,88 ijk Dunston 38,23 hijk Triomph 12,59 fghij Tobak defgh 97,4 KWS Talent 78,68 ijk KWS Dorset 37,31 ijkl Henrik 12,50 ghijk Popeye defgh 97,2 Graham 78,57 jk Graham 36,86 jkl Tobak 12,49 hijk Gustav efgh 96,7 KWS Dorset 78,33 kl KWS Talent 36,66 kl Reflection 12,41 ijk Triomph fgh 95,3 Ohio 77,17 lm Porthus 36,25 l Britannia 12,40 ijk Britannia gh 93,4 Dunston 76,90 m Triomph 36,20 l Ohio 12,39 jk Dunston h 92,9 Britannia 76,82 m Reflection 34,55 m KWS Dorset 12,29 k Reflection h 92,2 Reflection 75,85 m Mentor 33,67 m Dunston 12,29 k Getuigen (*) Gemiddelde Gemiddelde 79,81 Gemiddelde 39,84 Gemiddelde 12,66 alle rassen alle rassen alle rassen alle rassen K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 713 kg 4,38 5,36** 6,19% 4,38 5,36** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,22 kg 1,08 19,32** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,47 g 2,61 45,47** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,19% 1,08 9,20** (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Anapolis, Bergamo, Britannia, Cellule, Dunston, Henrik, Mentor, Porthus en Reflection Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk: drie fungicidebehandelingen (twee bladbehandelingen en een aarbehandeling) De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van maar liefst kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 79,81 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 75,9 kg tot maximaal 83,0 kg, hetzij een verschil van 7,1 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 39,84 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 33,7 g tot maximaal 46,4 g, hetzij een verschil van 12,7 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 12,66% en varieerde naargelang het ras van minimaal 12,3% tot maximaal 13,0%, hetzij een verschil van 0,7%. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

36 5.2.2 Ziektedruk Schaal 1-9: 1 = zeer veel aantasting 4 = matig tot veel aantasting 7 = weinig aantasting 2 = veel tot zeer veel aantasting 5 = matige aantasting 8 = zeer weinig aantasting 3 = veel aantasting 6 = weinig tot matige aantasting 9 = geen aantasting a. Gele roest Overzicht gele roestdruk 9 mei 21 juni 2017 op onbehandeld gewas Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid Ras 9 mei 16 mei 13 juni 21 juni Gemiddelde voorlaatste laatste blad blad Anapolis 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Cellule 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Graham 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Henrik 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Ohio 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Triomph 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0 Bergamo 9,0 9,0 8,8 8,8 8,9 RGT Sacramento 9,0 8,7 9,0 9,0 8,9 Tobak 9,0 9,0 8,8 8,8 8,9 Milor 9,0 8,8 8,8 8,8 8,9 Porthus 8,8 8,8 8,8 8,8 8,8 KWS Talent 8,7 8,8 8,8 8,8 8,8 Dunston 9,0 8,7 8,7 8,7 8,8 Mentor 9,0 9,0 8,3 8,3 8,6 Gedser 8,7 8,7 8,3 8,3 8,5 KWS Dorset 9,0 8,2 8,0 8,0 8,3 Gustav 9,0 8,8 6,6 6,6 7,7 RGT Reform 8,2 7,5 7,1 7,1 7,5 KWS Smart 7,6 7,5 7,3 7,3 7,4 Popeye 7,6 6,0 5,7 5,7 6,2 Sahara 8,0 7,6 4,7 4,7 6,2 Furlong (ex Mosaïc) 7,8 7,5 3,6 3,6 5,6 Britannia 6,8 6,3 3,1 2,5 4,7 Reflection 6,0 4,8 1,2 1,2 3,3 Gemiddelde 7,9 b. Bladvlekken, bruine roest en meeldauw Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid op onbehandeld gewas voor bladvlekken, bruine roest en meeldauw Bladvlekken (*) (13/06/2017) Bruine roest (21/06/2016) Meeldauw (13/06/2017) Ohio 8,5 Triomph 8,6 Anapolis 9,0 Gedser 8,0 Ohio 7,8 Britannia 9,0 Gustav 7,7 Gustav 7,6 Gustav 9,0 KWS Dorset 7,5 Popeye 7,6 KWS Smart 9,0 Mentor 7,5 RGT Reform 6,5 Furlong (ex Mosaïc) 9,0 RGT Reform 7,3 RGT Sacramento 6,5 Ohio 9,0 Popeye 7,2 KWS Smart 6,3 Popeye 9,0 Tobak 7,2 Mentor 6,2 Reflection 9,0 Graham 7,0 KWS Talent 5,3 Tobak 9,0 KWS Smart 7,0 Henrik 5,0 Graham 8,5 KWS Talent 7,0 KWS Dorset 4,2 Henrik 8,5 Porthus 7,0 Bergamo 4,1 RGT Reform 8,0 Bergamo 6,8 Sahara 4,1 Dunston 7,8 Henrik 6,8 Gedser 4,0 Sahara 7,7 Dunston 6,7 Porthus 3,8 Mentor 7,5 Milor 6,7 Graham 3,7 KWS Talent 7,2 Triomph 6,5 Milor 3,7 Gedser 6,2 RGT Sacramento 6,3 Anapolis 3,3 Cellule 6,1 Dunston 3,2 Triomph 6,1 Cellule 2,8 Porthus 5,6 Tobak 2,8 KWS Dorset 5,5 Furlong (ex Mosaïc) 2,3 Bergamo 5,1 RGT Sacramento 4,8 Milor 4,6 Gemiddelde 7,1 Gemiddelde 5,0 Gemiddelde 7,5 (*) Bladvlekken: behalve bladvlekkenziekte kunnen er nog andere bladvlekken meegenomen zijn in de beoordeling Rassen die niet vermeld worden in bovenstaande tabel konden niet adequaat gekwoteerd worden voor de betreffende ziekte. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

37 c. Aarfusarium Er was een lage druk van aarfusarium. Eind juni (tussen 18 en 29 juni 2017), werden 16 rassen, behandeld met fungiciden, geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per ras en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. Berekende ziekte-index (%) van de verschillende rassen in de behandelde rassenproef. Ras Berekende ziekte-index (%) Anapolis 0,00 Bergamo 0,19 Britannia 0,19 Cellule 0,19 Gedser 0,00 Graham 0,44 Henrik 0,00 KWS Dorset 0,00 KWS Smart 0,00 Mentor 0,50 Popeye 0,50 Reflection 0,00 RGT Reform 0,31 Sahara 0,00 Tobak 0,31 Triomph 0,00 Gemiddelde 0,16 Verder werden aren met aarfusarium aantasting verzameld. Deze werden uitgeplaat op PDA (Potato Dextrose Agar) medium, de uitgroeiende Fusarium schimmels werden opgezuiverd, opgegroeid op vloeibaar GPY-medium en tenslotte werd van de niet gecontamineerde schimmelisolaten DNA bereid. Via PCR-reactie wordt de Fusarium populatie gekarakteriseerd. De species samenstelling wordt gegeven in onderstaande tabel. Samenstelling van de Fusarium populatie (%) in de behandelde rassenproef. F. avenaceum F. culmorum F. graminearum F. poae M. nivale Zwevegem Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

38 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden (op 16 rassen). Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden (twee bladbehandelingen en een aarbehandeling) Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,190 Bergamo 0,210 Britannia 0,170 Cellule 0,181 Gedser 0,192 Graham 0,213 Henrik 0,220 KWS Dorset 0,238 KWS Smart 0,225 Mentor 0,141 Popeye 0,186 Reflection 0,209 RGT Reform 0,171 Sahara 0,229 Tobak 0,314 Triomph 0,215 Gemiddelde 0,207 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,000 Bergamo 0,019 Britannia 0,042 Cellule 0,067 Gedser 0,047 Graham 0,089 Henrik 0,098 KWS Dorset 0,000 KWS Smart 0,000 Mentor 0,000 Popeye 0,000 Reflection 0,042 RGT Reform 0,045 Sahara 0,096 Tobak 0,067 Triomph 0,134 Gemiddelde 0,048 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

39 Strolengte Strolengte na toepassen van één behandeling met een groeiregulator. Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (cm) (30/06/2016) Ohio 93,98 a Porthus 93,42 a KWS Dorset 92,98 a KWS Smart 92,68 a KWS Talent 92,45 a Henrik 92,38 a Tobak 87,43 b Gustav 87,40 b Bergamo 87,07 b Popeye 84,25 c Gedser 84,18 c Graham 81,85 cd Milor 81,78 cd Mentor 81,45 cd Cellule 80,92 de Anapolis 80,75 de RGT Reform 80,70 de Sahara 80,50 de Britannia 78,95 de Dunston 78,03 ef RGT Sacramento 75,53 fg Triomph 74,30 gh Furlong (ex Mosaïc) 71,68 hi Reflection 70,20 i Gemiddelde 83,53 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 2,70 2,29 54,47** Weerstand tegen legeren Er kwam geen legering voor Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Eind augustus 2017 werd er gele mosterd en Facelia ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte Nitraatresidu-bepaling (kg NO3-N/ha) in cm 16 november , , ,33 nitraatresidu 9,38 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

40 Rassenproef wintertarwe Geraardsbergen (Nieuwenhove), provincie Oost-Vlaanderen 6.1 Proefomstandigheden a. Bodemkarakteristieken Grondsoort: leem Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha < < < 4 N-bemestingsadvies Bodemkundige Dienst van België: 148 kg/ha ( ) b. Voorvrucht 2016: suikerbieten c. Bodembewerkingen Ploegen Zaaien in combinatie met rotoreg d. Zaai - datum: 26 oktober dichtheid: 350 zaden/m² - tussenrijafstand: 15 cm e. Bemesting Stikstof: 140 E - 1 e fractie (17/03/2017), 80 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (15/04/2017), 60 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: - f. Gewasbescherming Herbiciden: 25/03/2017: Capri Twin 200 g + Lexus 70 g + olie 1 l/ha Groeiregulatoren: - 01/04/2017: Mondium 2 l/ha - 20/04/2017: Medax Top 0,6 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef Bladbehandeling (1 e -2 e knoop, 20/04/2017): Panax 2,5 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 30/05/2017): Librax 1,5 l/ha Insecticiden: 30/05/2017: Teppeki 0,1 kg g. Oogst 31 juli 2017 h. Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,15 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

41 6.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg ras g ras % Gedser a 103,7 Porthus 83,83 a Gedser 54,55 a KWS Talent 14,54 a Tobak ab 103,3 Cellule 83,76 ab KWS Smart 54,21 a Porthus 14,49 ab KWS Talent abc 102,8 RGT Reform 83,60 ab Ohio 50,73 b Bergamo 14,48 ab RGT Sacramento abc 102,8 Mentor 83,10 b RGT Reform 49,75 bc Cellule 14,41 abc Ohio abcd 102,5 KWS Talent 82,38 c RGT Texaco 49,29 bc Mentor 14,40 abcd Mentor abcde 102,4 Anapolis 82,25 c Anapolis 48,92 bcd KWS Smart 14,39 abcde Dunston abcde 102,1 Diantha 82,06 cd Sahara 48,70 cd RGT Reform 14,32 bcdef Furlong (ex Mosaïc) abcde 101,9 Milor 81,82 cde Henrik 48,23 cde Anapolis 14,29 cdefg KWS Smart abcde 101,9 Sahara 81,52 def Milor 47,26 def Graham 14,27 cdefg KWS Dorset abcde 101,9 Triomph 81,50 def Popeye 46,65 efg Gustav 14,24 cdefg Graham abcde 101,6 Gustav 81,30 ef RGT Sacramento 46,28 fgh Gedser 14,24 cdefg Porthus abcdef 100,0 RGT Sacramento 81,25 ef Furlong (ex Mosaïc) 46,10 fgh Furlong (ex Mosaïc) 14,23 defgh Gustav abcdef 100,0 Bergamo 81,23 ef Gustav 45,98 fgh Tobak 14,21 efgh Bergamo abcdef 100,0 Tobak 81,22 ef Tobak 45,86 fgh Sahara 14,20 fgh Anapolis abcdef 99,9 Gedser 81,10 efg KWS Talent 45,84 fgh Diantha 14,19 fghi Reflection abcdefg 99,5 KWS Dorset 80,84 fg Dunston 45,78 fgh Britannia 14,12 ghij Sahara bcdefg 99,4 KWS Smart 80,43 gh Bergamo 45,19 ghi Milor 14,11 ghij Cellule cdefg 98,9 RGT Texaco 80,15 hi Graham 44,86 ghij KWS Dorset 14,05 hijk Henrik cdefg 98,8 Popeye 79,97 hi Diantha 44,45 hij Triomph 14,05 hijk RGT Texaco cdefg 98,6 Graham 79,97 hi Britannia 43,80 ij Henrik 14,02 ijk Britannia defg 98,3 Henrik 79,65 ij KWS Dorset 43,47 ij Dunston 13,99 jkl Milor efg 98,1 Furlong (ex Mosaïc) 79,58 ij Porthus 43,19 jk RGT Sacramento 13,98 jkl RGT Reform fg 97,3 Reflection 79,02 j Mentor 41,57 kl Ohio 13,92 kl Diantha fg 96,0 Britannia 78,30 k Reflection 41,38 l RGT Texaco 13,90 klm Popeye g 95,6 Dunston 78,26 k Triomph 40,44 lm Reflection 13,85 lm Triomph h 91,9 Ohio 77,86 k Cellule 38,91 m Popeye 13,75 m Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen 81,00 Gemiddelde alle rassen 46,21 Gemiddelde alle rassen 14,18 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 476 kg 2,51 4,84** 3,55% 2,51 4,84** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,65 kg 0,57 51,82** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,70 g 2,60 39,26** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Anapolis, Bergamo, Britannia, Cellule, Dunston, Henrik, Mentor, Porthus en Reflection Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk: twee fungicidebehandelingen (bladbehandeling en aarbehandeling) De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 81,00 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 77,9 kg tot maximaal 83,8 kg, hetzij een verschil van 5,9 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 46,21 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 38,9 g tot maximaal 54,6 g, hetzij een verschil van 15,6 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 14,18% en varieerde naargelang het ras van minimaal 13,7% tot maximaal 14,5%, hetzij een verschil van 0,8%. 0,15% 0,76 14,92** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

42 Ziektedruk a. Bladziekten Er werden geen waarnemingen uitgevoerd op het onbehandeld gewas. b. Aarfusarium Eind juni (tussen 18 en 29 juni 2017), werden 16 rassen, behandeld met fungiciden, geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per ras en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. Berekende ziekte-index (%) van de verschillende rassen in de behandelde rassenproef. Ras Berekende ziekte-index (%) Anapolis 0,06 Bergamo 0,13 Britannia 0,25 Cellule 0,13 Gedser 0,06 Graham 0,00 Henrik 0,13 KWS Dorset 0,19 KWS Smart 0,00 Mentor 0,00 Popeye 0,50 Reflection 0,00 RGT Reform 0,19 Sahara 0,00 Tobak 0,44 Triomph 0,06 Gemiddelde 0,13 Verder werden aren met aarfusarium aantasting verzameld. Deze werden uitgeplaat op PDA (Potato Dextrose Agar) medium, de uitgroeiende Fusarium schimmels werden opgezuiverd, opgegroeid op vloeibaar GPY-medium en tenslotte werd van de niet gecontamineerde schimmelisolaten DNA bereid. Via PCR-reactie wordt de Fusarium populatie gekarakteriseerd. De species samenstelling wordt gegeven in onderstaande tabel. Samenstelling van de Fusarium populatie (%) in de behandelde rassenproef. F. avenaceum F. culmorum F. graminearum F. poae M. nivale Nieuwenhove Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

43 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden (op 16 rassen). Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden (een bladbehandeling en een aarbehandeling) Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,150 Bergamo 0,164 Britannia 0,175 Cellule 0,145 Gedser 0,210 Graham 0,191 Henrik 0,168 KWS Dorset 0,225 KWS Smart 0,121 Mentor 0,184 Popeye 0,177 Reflection 0,269 RGT Reform 0,210 Sahara 0,192 Tobak 0,231 Triomph 0,179 Gemiddelde 0, Strolengte Strolengte na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator. Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (cm) (23/06/2017) KWS Talent 92,45 a Ohio 90,70 a KWS Smart 89,90 ab Porthus 87,57 bc KWS Dorset 86,90 cd Henrik 86,82 cd Bergamo 85,68 cde Gustav 84,70 de Diantha 84,58 de Gedser 84,08 e Tobak 83,90 e Milor 80,62 f RGT Texaco 80,58 f Sahara 80,12 f Mentor 79,95 f RGT Reform 78,95 fg Dunston 78,75 fg Anapolis 78,10 fg Popeye 77,93 fg Graham 77,00 gh Britannia 76,70 gh Cellule 76,18 gh RGT Sacramento 75,15 hi Triomph 72,75 i Furlong (ex Mosaïc) 68,18 j Reflection 67,65 j Gemiddelde 81,00 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 2,43 2,12 54,83** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

44 Weerstand tegen legeren Er kwam geen legering voor Standdichtheid Zaaidichtheid: 350 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Anapolis 235 abc Bergamo 225 abcd Britannia 222 abcd Cellule 212 cde Diantha 220 bcde Dunston 212 cde Gedser 211 de Graham 241 ab Gustav 217 cde Henrik 229 abcd KWS Dorset 215 cde KWS Smart 213 cde KWS Talent 221 bcd Mentor 212 cde Milor 222 abcd Furlong (ex Mosaïc) 225 abcd Ohio 198 e Popeye 210 de Porthus 218 cde Reflection 223 abcd RGT Reform 244 a RGT Sacramento 212 cde RGT Texaco 218 cde Sahara 222 abcd Tobak 227 abcd Triomph 225 abcd Gemiddelde 220 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 18,52 planten 5,94 2,34** Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

45 Rassenproef wintertarwe Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant 7.1 Proefomstandigheden a. Bodemkarakteristieken Grondsoort: lichte leem Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 8 februari 2017 Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha < < < 4 N-bemestingsadvies Bodemkundige Dienst van België: 210 kg/ha ( ) b. Voorvrucht 2016: suikerbieten c. Bodembewerkingen Ploegen Zaaien in combinatie met rotoreg d. Zaai - datum: 28 oktober dichtheid: 350 zaden/m² - tussenrijafstand: 15 cm e. Bemesting Stikstof: 181 E - 1 e fractie (15/03/2017), 82 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (18/04/2017), 99 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: - f. Gewasbescherming Herbiciden: 04/04/2017: Othello 1,2 l + Biathlon Duo 35 g/ha Groeiregulatoren: - 04/04/2017: Meteor 369 SL 2 l/ha - 28/04/2017: Medax Top 0,4 l + CCC 0,6 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef Bladbehandeling (1 e 2 e knoop, 28/04/2017): Evora Xpro 1,25 l + Pugil 1 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 26/05/2017): Ceriax 1,6 l/ha Insecticiden: 26/05/2017 : Teppeki 0,1 kg + Sherpa 0,1 l/ha g. Oogst 31 juli 2017 h. Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,15 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

46 7.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) ras kg ras g ras % KWS Smart a 107,8 Cellule 82,88 a KWS Smart 50,43 a Cellule 16,45 a Gedser a 107,2 RGT Reform 81,06 b Gedser 48,61 ab Graham 16,11 b RGT Sacramento a 107,1 Gustav 80,80 bc Ohio 47,31 bc RGT Reform 16,09 bc Ohio ab 106,9 Porthus 80,70 bc Sahara 47,06 bc RGT Sacramento 16,06 bcd Furlong (ex Mosaïc) ab 106,8 RGT Sacramento 80,38 bcd Henrik 46,15 c Popeye 16,03 bcd Tobak abc 106,3 Diantha 80,37 bcd RGT Texaco 45,85 c RGT Texaco 16,01 bcd Dunston abcd 103,2 Mentor 80,11 cde RGT Sacramento 43,09 d Anapolis 16,00 bcd Sahara abcde 102,4 Sahara 80,05 cde Milor 42,84 de Henrik 15,99 bcd Henrik abcde 102,2 KWS Talent 79,79 def Dunston 42,69 def KWS Talent 15,96 bcd Graham abcde 102,1 KWS Smart 79,67 def RGT Reform 42,63 def Porthus 15,94 bcd KWS Dorset abcde 101,6 Bergamo 79,41 efg Furlong (ex Mosaïc) 42,31 def Furlong (ex Mosaïc) 15,94 bcd Bergamo abcde 101,4 Anapolis 79,40 efg Gustav 42,25 def KWS Smart 15,92 bcde Mentor bcdef 99,9 Gedser 79,32 efgh Tobak 42,07 def Bergamo 15,84 bcdef Cellule bcdef 99,8 Popeye 79,22 efgh Popeye 41,70 def Sahara 15,84 bcdef RGT Texaco cdefg 99,6 Milor 79,07 fghi Bergamo 41,68 def Reflection 15,82 bcdef Popeye cdefg 99,4 Tobak 79,00 fghi Anapolis 41,00 defg Gedser 15,82 bcdef Porthus cdefg 99,2 KWS Dorset 78,98 fghi KWS Dorset 40,84 efgh Milor 15,82 bcdef Anapolis defg 98,4 Triomph 78,67 ghij Graham 40,82 efgh KWS Dorset 15,75 cdef Reflection defg 98,4 Furlong (ex Mosaïc) 78,55 ghij Britannia 40,59 fghi Mentor 15,75 cdef RGT Reform defg 98,1 RGT Texaco 78,44 hij Diantha 39,22 ghij Britannia 15,75 cdef Britannia defg 97,6 Graham 78,23 ijk KWS Talent 38,76 hijk Gustav 15,75 cdef KWS Talent defg 96,9 Henrik 77,79 jkl Cellule 38,75 hijk Tobak 15,72 def Gustav defg 96,3 Reflection 77,42 klm Reflection 37,91 jk Ohio 15,59 ef Milor efg 95,6 Dunston 77,12 lm Porthus 37,60 jk Triomph 15,59 ef Triomph fg 92,9 Ohio 77,06 lm Triomph 36,79 k Diantha 15,55 f Diantha g 92,5 Britannia 76,68 m Mentor 36,72 k Dunston 15,54 f Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen 79,24 Gemiddelde alle rassen 42,14 Gemiddelde alle rassen 15,87 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 678 kg 4,19 4,28** 5,93% 4,19 4,28** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,80 kg 0,72 24,57** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,86 g 3,12 30,50** (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de getuigen Anapolis, Bergamo, Britannia, Cellule, Dunston, Henrik, Mentor, Porthus en Reflection Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk: twee fungicidebehandelingen (bladbehandeling en aarbehandeling) K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van maar liefst kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 79,24 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 76,7 kg tot maximaal 82,9 kg, hetzij een verschil van 6,2 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 42,14 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 36,7 g tot maximaal 50,4 g, hetzij een verschil van 13,7 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 15,87% en varieerde naargelang het ras van minimaal 15,5% tot maximaal 16,4%, hetzij een verschil van 0,9%. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe 0,28% 1,26 4,12**

47 7.2.2 Ziektedruk Schaal 1-9: 1 = zeer veel aantasting 4 = matig tot veel aantasting 7 = weinig aantasting 2 = veel tot zeer veel aantasting 5 = matige aantasting 8 = zeer weinig aantasting 3 = veel aantasting 6 = weinig tot matige aantasting 9 = geen aantasting a. Gele roest Overzicht gele roestdruk 17 mei 15 juni 2017 op onbehandeld gewas Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid Ras 17 mei 31 mei 15 juni Gemiddelde laatste aarschuiven blad Bergamo 9,0 9,0 9,0 9,0 Graham 9,0 9,0 9,0 9,0 Milor 9,0 9,0 9,0 9,0 Triomph 9,0 9,0 9,0 9,0 Diantha 9,0 9,0 9,0 9,0 Anapolis 9,0 8,8 8,8 8,8 Tobak 9,0 8,8 8,8 8,8 KWS Talent 8,7 9,0 8,8 8,8 Mentor 8,8 8,8 8,8 8,8 RGT Sacramento 8,1 9,0 9,0 8,7 Ohio 8,8 8,3 8,3 8,5 KWS Dorset 7,6 8,8 8,5 8,3 Henrik 9,0 7,7 7,7 8,1 Dunston 8,8 7,5 7,5 7,9 Cellule 8,8 6,8 6,8 7,5 Porthus 7,2 7,2 7,2 7,2 RGT Texaco 7,6 6,7 6,7 7,0 Gedser 7,8 6,3 6,3 6,8 RGT Reform 7,1 6,8 6,6 6,8 Gustav 8,8 6,0 5,3 6,7 KWS Smart 4,8 6,0 6,0 5,6 Popeye 5,0 4,6 4,3 4,6 Sahara 4,5 3,3 3,2 3,6 Furlong (ex Mosaïc) 4,6 3,3 1,7 3,2 Britannia 4,0 3,5 2,0 3,1 Reflection 3,1 2,0 1,0 2,0 Gemiddelde 7,1 b. Bladvlekken Bladvlekken konden niet adequaat beoordeeld worden. c. Bladvlekken, bruine roest en meeldauw Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid op onbehandeld gewas voor bruine roest en meeldauw Bruine roest (15/06/2017) Meeldauw (15/06/2017) Gustav 9,0 Anapolis 9,0 Triomph 8,8 Cellule 9,0 Ohio 8,7 Gustav 9,0 RGT Sacramento 8,5 Henrik 9,0 RGT Reform 8,0 KWS Smart 9,0 Popeye 7,7 Popeye 9,0 Diantha 7,6 Graham 8,5 KWS Talent 7,1 Mentor 8,5 KWS Smart 6,8 RGT Reform 8,5 Mentor 6,7 Ohio 8,3 Porthus 6,5 Triomph 8,2 Bergamo 6,2 KWS Talent 8,1 Sahara 6,2 Dunston 7,0 KWS Dorset 5,3 Tobak 6,7 Graham 5,1 Diantha 6,7 Tobak 5,1 Porthus 6,3 Cellule 5,0 KWS Dorset 6,2 Anapolis 4,8 Bergamo 5,5 Gedser 4,3 Gedser 5,5 RGT Texaco 4,3 Milor 5,5 Dunston 4,2 RGT Sacramento 5,1 Milor 4,2 RGT Texaco 4,3 Henrik 3,8 Gemiddelde 6,2 Gemiddelde 7,4 Rassen die niet vermeld worden in bovenstaande tabel konden niet adequaat gekwoteerd worden voor de betreffende ziekte. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

48 d. Aarfusarium Er was een lage druk van aarfusarium. Eind juni (tussen 18 en 29 juni 2017), werden 16 rassen, behandeld met fungiciden, geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per ras en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. Berekende ziekte-index (%) van de verschillende rassen in de behandelde rassenproef. Ras Berekende ziekte-index (%) Anapolis 0,25 Bergamo 0,19 Britannia 0,25 Cellule 1,25 Gedser 0,06 Graham 0,13 Henrik 0,06 KWS Dorset 0,31 KWS Smart 0,00 Mentor 0,25 Popeye 0,88 Reflection 0,00 RGT Reform 0,00 Sahara 0,00 Tobak 0,56 Triomph 0,44 Gemiddelde 0,29 Verder werden aren met aarfusarium aantasting verzameld. Deze werden uitgeplaat op PDA (Potato Dextrose Agar) medium, de uitgroeiende Fusarium schimmels werden opgezuiverd, opgegroeid op vloeibaar GPY-medium en tenslotte werd van de niet gecontamineerde schimmelisolaten DNA bereid. Via PCR-reactie wordt de Fusarium populatie gekarakteriseerd. De species samenstelling wordt gegeven in onderstaande tabel. Samenstelling van de Fusarium populatie (%) in de behandelde rassenproef. F. avenaceum F. culmorum F. graminearum F. poae M. nivale Huldenberg Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

49 Bepaling van het Fusarium mycotoxinen (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden (op 16 rassen). Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden (een bladbehandeling en een aarbehandeling) Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,168 Bergamo 0,187 Britannia 0,230 Cellule 0,176 Gedser 0,265 Graham 0,184 Henrik 0,193 KWS Dorset 0,240 KWS Smart 0,163 Mentor 0,186 Popeye 0,167 Reflection 0,176 RGT Reform 0,159 Sahara 0,215 Tobak 0,268 Triomph 0,162 Gemiddelde 0,196 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Anapolis 0,006 Bergamo 0,020 Britannia 0,080 Cellule 0,000 Gedser 0,077 Graham 0,125 Henrik 0,101 KWS Dorset 0,025 KWS Smart 0,008 Mentor 0,281 Popeye 0,178 Reflection 0,042 RGT Reform 0,019 Sahara 0,088 Tobak 0,136 Triomph 0,007 Gemiddelde 0,075 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

50 7.2.4 Strolengte Strolengte na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator. Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Strolengte (cm) (25/06/2017) KWS Smart 85,88 a Ohio 85,88 a KWS Dorset 83,65 ab Henrik 82,55 ab KWS Talent 82,35 ab Gustav 82,28 ab Porthus 81,47 bc Diantha 78,75 cd Tobak 77,95 de Bergamo 77,53 de Gedser 77,32 def Sahara 76,53 defg Dunston 75,95 defg Mentor 75,38 defgh Milor 75,32 defgh RGT Texaco 74,88 efgh Anapolis 73,55 fgh Graham 73,28 ghi RGT Reform 73,22 ghi Popeye 72,07 hij Britannia 71,70 hij RGT Sacramento 69,77 ij Triomph 69,28 j Cellule 69,05 j Furlong (ex Mosaïc) 64,28 k Reflection 64,25 k Gemiddelde 75,93 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 3,30 3,07 26,08** Weerstand tegen legeren Legering kwam niet voor Standdichtheid Zaaidichtheid: 350 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Anapolis 242 abc Bergamo 250 a Britannia 223 abc Cellule 243 ab Diantha 237 abc Dunston 244 ab Gedser 214 c Graham 217 bc Gustav 227 abc Henrik 230 abc KWS Dorset 244 ab KWS Smart 250 a KWS Talent 229 abc Mentor 228 abc Milor 238 abc Furlong (ex Mosaïc) 223 abc Ohio 234 abc Popeye 216 bc Porthus 236 abc Reflection 227 abc RGT Reform 243 ab RGT Sacramento 225 abc RGT Texaco 227 abc Sahara 237 abc Tobak 247 a Triomph 248 a Gemiddelde 234 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 23,72 planten 7,17 1,67* Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

51 8 Aarvorming Rangschikking van de rassen van vroeg naar laat in aar komen Ras Ontwikkelingsstadium wintertarwe (1) Koksijde (22/05/2017)) Zuienkerke (Houtave) (22/05/2017) Zwevegem (Sint-Denijs) (23/05/2017) Nieuwenhove (23/05/2017) gemiddelde Zeer vroeg Milor 60,5 58,6 58, ,2 RGT Sacramento 59 58,4 58,8 58,4 58,7 Cellule 58, ,5 58,5 Gemiddeld tot halfvroeg KWS Talent 52 51, ,1 Graham , ,9 Bergamo 51, , ,7 Porthus Triomph , ,9 Gemiddeld Reflection 51 45, ,5 47,3 KWS Dorset 49 45, ,5 46,8 Anapolis , ,6 Gemiddeld tot halflaat Gedser Furlong (ex Mosaïc) 46 44,5 45,5 45,5 45,4 Tobak 45, , Gustav , ,9 Ohio 45, ,5 44,5 44,6 Dunston 45, , ,5 RGT Reform ,5 44,4 Popeye 45, ,1 Halflaat Mentor , ,9 KWS Smart ,8 Henrik 44 41,5 44,5 43,5 43,4 Britannia Sahara 43 41, ,9 Gemiddelde 47,7 (1) Ontwikkelingsstadium wintertarwe: Aarzwelling vlagbladschede gestrekt aarzwelling net zichtbaar aarzwelling duidelijk zichtbaar vlagbladschede opent zich eerste naalden zichtbaar (alleen bij gebaarde vormen) In de aar komen eerste pakje van de aar net zichtbaar ¼ van de aar zichtbaar ½ van de aar zichtbaar ¾ van de aar zichtbaar aar volledig verschenen Bloei begin van de bloei bloei halverwege bloei voltooid Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

52 (1) Ontwikkelingsstadium wintertarwe: Aarzwelling vlagbladschede gestrekt aarzwelling net zichtbaar aarzwelling duidelijk zichtbaar vlagbladschede opent zich eerste naalden zichtbaar (alleen bij gebaarde vormen) In de aar komen eerste pakje van de aar net zichtbaar ¼ van de aar zichtbaar ½ van de aar zichtbaar ¾ van de aar zichtbaar aar volledig verschenen Grafiek: Vroegheid aarvorming, rangschikking van de rassen van vroeg naar laat in aar komen. Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

53 II. RASSENVERGELIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEHALTE MYCOTOXINEN IN DE GRAANKORREL NA KUNSTMATIGE INFECTIE BIJ WINTERTARWE Proefveldhouder en proefplaats: Inagro vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem 1. Doel Bij granen veroorzaken Fusarium schimmels stengelrot en voetziekten, doch het grootste probleem treedt op bij aaraantasting. Naast de derving van opbrengst en kwaliteit worden door de meeste Fusarium schimmels mycotoxinen afgezet. Bij tarwe wordt vooral deoxynivalenol (DON) gevormd. Tarwe blijkt vooral tijdens de bloei gevoelig voor Fusarium schimmels. Veelvuldige regenval, hoge relatieve vochtigheid en hevige dauw in de periode van de bloei tot zacht deegrijp begunstigen de infectie. Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de rassen qua gevoeligheid voor Fusarium aantasting. Deze komen echter pas goed tot uiting wanneer de infectieomstandigheden optimaal zijn en homogeen verspreid zijn over het perceel. Een rassenclassificatie in functie van Fusarium gevoeligheid is daarom niet eenvoudig te bekomen. Het vereist een artificiële infectie (natuurlijke infectie is zelden voldoende regelmatig over het veld aanwezig) en men dient rekening te houden met de verschillen in bloeidatum tussen de rassen. Hiervoor werd een rassenproef wintertarwe aangelegd waarbij een artificiële infectie met een Fusarium sporenoplossing werd uitgevoerd. Voor de oogst werden tellingen uitgevoerd omtrent het aantal met Fusarium aangetaste aren. Na de oogst werd het gehalte mycotoxine DON bepaald in de graankorrel. 2. Objecten Rassen: Anapolis, Benchmark, Bergamo, Britannia, Cellule, Crusoë, Diantha, Dunston, Fructidor, Furlong (ex Mosaïc), Gedser, Graham, Gustav, Henrik, KWS Dorset, KWS Smart, KWS Talent, Manitou, Mentor, Milor, Nemo, Ohio, Olympus, Popeye, Porthus, Ragnar, Reflection, RGT Mondio, RGT Reform, RGT Sacramento, RGT Texaco, Sahara, Tobak en Triomph Infectie met een sporenoplossing op de rassen: - 01/06/ /06/ /06/ /06/ Proefomstandigheden Grondsoort: zandleem Voorvrucht: courgette Er werd geploegd vóór de zaai van de wintertarwe. Zaaidatum: 29 oktober 2016 Proefaanleg: 2 parallellen zonder boordpercelen Oogstdatum: 8 augustus 2017 Ziektebestrijding: - voorlaatste blad (09/05/2017): Opus Team 1,5 l + Bravo 1 l/ha - aar uit: Twist 500 SC 0,375 l/ha Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

54 Proefresultaten 4.1 Waarnemingen aantasting aarfusarium Tijdens de maand juli werd de behandelde rassenproef geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per ras en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n 1+1*n 2+2*n 3+3*n 4+4*n 5)/4 met n 1 tot n 5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. Berekende ziekte-index (%) van de verschillende rassen in de artificiële infectieproef Ras Berekende ziekte-index (%) Anapolis 0,38 Benchmark 0,38 Bergamo 0,25 Britannia 0,50 Cellule 0,88 Crusoë 0,38 Diantha 0,50 Dunston 0,00 Fructidor 0,25 Gedser 0,75 Graham 0,38 Gustav 0,38 Henrik 0,00 KWS Dorset 0,00 KWS Smart 0,38 KWS Talent 0,00 Manitou 0,50 Mentor 0,13 Milor 0,25 Mondio 0,00 Mosaïc 0,38 Nemo 0,00 Ohio 0,00 Olympus 0,25 Popeye 0,00 Porthus 0,00 Ragnar 0,25 Reflection 0,00 RGT Reform 0,00 RGT Sacramento 0,75 RGT Texaco 0,00 Sahara 0,00 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

55 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (mg/kg) bij de proef met infectie op de rassen. Ras DON (ppm) Anapolis 0,140 Benchmark 0,291 Bergamo 0,074 Britannia 0,120 Cellule 0,177 Crusoë 0,307 Diantha 0,285 Dunston 0,179 Fructidor 0,014 Furlong (ex Mosaïc) 0,186 Gedser 0,132 Graham 0,110 Gustav 0,112 Henrik 0,079 KWS Dorset 0,244 KWS Smart 0,241 KWS Talent 0,405 Manitou 0,000 Mentor 0,283 Milor 0,140 Nemo 0,010 Ohio 0,256 Olympus 0,168 Popeye 0,229 Porthus 0,256 Ragnar 0,093 Reflection 0,102 RGT Mondio 0,055 RGT Reform 0,000 RGT Sacramento 0,007 RGT Texaco 0,330 Sahara 0,013 Tobak 0,090 Triomph 0,028 Gemiddelde 0,152 Wintertarwe - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintertarwe

56 HOOFDSTUK II - WINTERTARWERASSEN IN COMBINATIE MET ZAAIDICHTHEDEN Proefveldhouder en proefplaats: Luc MULLIE, Streyestraat 24, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) 1. Doel De invloed onderzoeken van verschillende zaaidichtheden bij diverse rassen wintertarwe, naar graanopbrengst, teeltveiligheid en korrelkwaliteit (hectolitergewicht en duizendzadengewicht). 2. Objecten: rassen en zaaidichtheden Zaaizaadbehandeling: standaard zaaizaadbehandeling Ras Oorsprong Jaar van eerste kweker (land) kruising Mandataris of verdeler Vroeg- (rijp)heid Chloortoluron (bron: Duizendzaden- Zaaidichtheid opname mandataris) in de gewicht 200 zaden/m² 250 zaden/m² 300 zaden/m² G = gevoelig (in kg/ha) (in kg/ha) (in kg/ha) Europese rassenlijst (*) (bron: mandataris) T = tolerant Bergamo RAGT (F) 2011 Jorion/Philip-Seeds halfvroeg G Henrik Limagrain Drifter x Biscay 2009 (B) Aveve Zaden oprichten en bloei: G halflaat rijpheid: vroeg Sahara Limagrain Savannah x Claire 2005 Aveve Zaden oprichten: laat T bloei en rijpheid: halflaat Tobak Von Borries (DE) (Elvis x Drifter) x Koch 2011 Clovis Matton oprichten: halflaat T aarvorming: halflaat afrijping: halflaat Gemiddelde (*) Europese rassenlijst: (B) = ras eveneens ingeschreven op de Belgische rassenlijst. (**) Kwaliteit: BPS (Blé panifiable supérieur), BPC (Blé panifiable courant), BAU (Blé autre utilisation) in gram Wintertarwe - Hoofdstuk II Wintertarwe vroege najaarszaai: rassen in combinatie met zaaidichtheden

57 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken a. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 14 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort leem ph (KCl) 6,3 6,0-6,5 normaal Koolstof (%) 1,37 1,3-1,7 normaal Fosfor (P) hoog 30 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 40 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 20 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 1900 z.b.w./ha Natrium (Na) 2,6 3,1 6,5 eerder laag 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 14 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 120,57 waarvan 114,64 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,65 1, ,83 1, ,16 2,03 N-bemestingsadvies Inagro: 165 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2014: bonen 2015: wintertarwe 2016: aardappelen 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 12 oktober Zaai - datum: 25 oktober dichtheid: 350 zaden/m² - tussen rij afstand: 15 cm 3.5. Bemesting Stikstof: 183 E - 1 e fractie (15/03/2017), 78 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (13/04/2017), 78 E vloeibaar 39% N - 3 e fractie (20/05/2017), 27 E Ammoniumnitraat 27% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 30/10/2016: Bacara 0,8 l/ha - 23/03/2017: Othello 1 l/ha Groeiregulatoren: 30/03/2016: Meteor 369 SL 2 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef Bladbehandeling (schuiven voorlaatste blad, 05/05/2017): Granovo 1,7 l + Bravo 1 l/ha Bladbehandeling (laatste blad, 16/05/2017): Palazzo 1,25 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 27/05/2017): Ceriax 1,75 l/ha Insecticiden: 27/05/2017: Karate Zeon 50 ml/ha 3.7. Oogst 19 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,15 m tussenrijafstand x 10 m lengte) 4. Teeltverloop Legering Kwam niet voor. Wintertarwe - Hoofdstuk II Wintertarwe vroege najaarszaai: rassen in combinatie met zaaidichtheden

58 g % kg/ha kg 5. Proefresultaten en bespreking Oogstresultaten per ras en per zaaidichtheid Tussen de rassen en de zaaidichtheden was er geen significante interactie voor de brutokorrelopbrengst, het hectolitergewicht, het duizendzadengewicht en het vochtgehalte. Dit beduidt ondermeer dat binnen elk genoemd kenmerk, alle rassen op een identieke wijze reageerden op de drie factoren zaaidichtheden. Bovendien was binnen elk genoemd kenmerk de rangorde tussen alle rassen identiek bij elke factor zaaidichtheid. Ras Zaaidichtheid Bruto-korrelopbrengst (kg/ha) Hectolitergewicht (kg) Duizendzadengewicht (g) Vochtgehalte (%) Bergamo 200 zaden/m² ,17 37,18 12, zaden/m² ,06 36,53 12, zaden/m² ,96 36,19 12,92 Henrik 200 zaden/m² ,51 42,19 12, zaden/m² ,42 42,56 12, zaden/m² ,10 41,91 12,82 Sahara 200 zaden/m² ,80 41,58 12, zaden/m² ,69 41,08 12, zaden/m² ,73 41,27 12,89 Tobak 200 zaden/m² ,10 37,97 12, zaden/m² ,87 37,35 12, zaden/m² ,80 37,02 12,75 V.C. (%) F-ber. ras x zaaidichtheid 2,86 1,81 0,80 0,88 2,34 0, Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Tussen de rassen en de zaaidichtheden was er geen significante interactie voor de brutokorrelopbrengst, het hectolitergewicht, het duizendzadengewicht en het vochtgehalte. Dit beduidt ondermeer dat binnen elk genoemd kenmerk, alle rassen op een identieke wijze reageerden op de drie factoren zaaidichtheden. Bovendien was binnen elk genoemd kenmerk de rangorde tussen alle rassen identiek bij elke factor zaaidichtheid. a. Gemiddelde oogstresultaten per zaaidichtheid Zaaidichtheid Bruto-korrelopbrengst (kg/ha) Hectolitergewicht (kg) Duizendzadengewicht (g) Vochtgehalte (%) 200 zaden/m² b 78,14 b 39,73 a 12,83 a 250 zaden/m² ab 78,01 b 39,38 a 12,73 b 300 zaden/m² a 78,65 a 39,10 a 12,85 a K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 362 kg 3,66 4,75 0,22 kg 0,32 28,70** 0,64 g 1,88 2,93 0,10% 0,90 5,04 Zowel voor de bruto-korrelopbrengst, het duizendzadengewicht als het vochtgehalte was er geen significante invloed van de zaaidichtheid. Er was wel een zeer significante invloed voor het hectolitergewicht 1,28 1, ab a b 200 zaden/m² 250 zaden/m² 300 zaden/m² ,14 b 78,01 b 78,65 a 200 zaden/m² 250 zaden/m² 300 zaden/m² bruto-korrelopbrengst hectolitergewicht ,73 a 39,38 a 39,10 a 200 zaden/m² 250 zaden/m² 300 zaden/m² ,83 a 12,73 b 12,85 a 200 zaden/m² 250 zaden/m² 300 zaden/m² duizendzadengewicht vochtgehalte Wintertarwe - Hoofdstuk II Wintertarwe vroege najaarszaai: rassen in combinatie met zaaidichtheden

59 % g kg kg/ha b. Gemiddelde oogstresultaten per ras Rassen Bruto-korrelopbrengst (kg/ha) Hectolitergewicht (kg) Duizendzadengewicht (g) Vochtgehalte (%) Bergamo a 77,06 c 36,63 d 12,88 a Henrik a 78,68 ab 42,22 a 12,84 a Sahara a 79,07 a 41,31 b 12,87 a Tobak b 78,26 b 37,45 c 12,62 b Gemiddelde 4 rassen ,27 39,40 12,80 K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 275 kg 2,86 6,80** 0,52 kg 0,80 23,34** 0,77 g 2,34 108,32** 0,14% 1,28 6,91** Zowel voor de bruto-korrelopbrengst, het hectolitergewicht, het duizendzadengewicht als het vochtgehalte was er een zeer significante invloed van het ras a a a b Bergamo Henrik Sahara Tobak bruto-korrelopbrengst ,06 c 78,68 ab 79,07 a 78,26 b Bergamo Henrik Sahara Tobak hectolitergewicht ,22 a 41,31 b duizendzadengewicht 40 36,63 d 37,45 c Bergamo Henrik Sahara Tobak ,88 a 12,84 a 12,87 a 12,62 b vochtgehalte Bergamo Henrik Sahara Tobak Wintertarwe - Hoofdstuk II Wintertarwe vroege najaarszaai: rassen in combinatie met zaaidichtheden

60 HOOFDSTUK III - WINTERTARWE ZAAIZAADBEHANDELING Proefveldhouder: Johan DEWULF, Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave) Proefplaats: Brugsesteenweg 27, 8377 Zuienkerke (Houtave) 1. Doel De behandeling van wintertarwezaden met Take off ST (via zaadcoating) zorgt (volgens de verdeler) voor een optimale kieming en een maximale opname van voedingselementen gedurende de kieming en in het jonge plantenstadium. Take off ST is ontwikkeld door PlantSyence (UK) en bevat een uitgeballanceerde samenstelling aan meststoffen en sporenelementen. In Engeland worden hiermee volgende resultaten genoteerd: - een verbeterde opkomst (gemiddeld spreekt men van 3 dagen) - een regelmatiger kieming - meer uniforme vestiging van het gewas - optimalisatie van de uitstoeling - verbeterde beworteling - verhoging van het opbrengstpotentieel - gezonder gewas, minder gevoelig aan de invloeden van vroege omgevingsstress - verhoogde droogte tolerantie - verhoging van de efficiëntie van opname van de voedingselementen Doel van deze proef is na te gaan of deze zaaizaadbehandeling een voordeel kan bieden voor de graanteler in de polder. In deze gronden verloopt de opkomst van de granen immers minder vlot dan in de andere regio s. 2. Objecten a. Zaaizaadbehandeling 1. Gewone zaaizaadbehandeling 2. Zaaizaadbehandeling met Take off ST (via zaadcoating) b. Rassen 1. Britannia 2. Furlong (ex Mosaïc) Wintertarwe - Hoofdstuk III Wintertarwe zaaizaadbehandeling

61 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,4 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,23 1,6 2,1 eerder laag Fosfor (P) hoog 0 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 4,5 3,1-6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 92,01 waarvan 84,89 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,59 1, ,81 3, ,49 2,06 N-bemestingsadvies Inagro: 180 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2014: vlas 2015: wintertarwe 2016: groene erwten 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 12 september Zaai - datum: 14 oktober dichtheid: 400 zaden/m² - tussen rij afstand: 10,7 cm 3.5. Bemesting Stikstof: 203 E - 1 e fractie (17/03/2017), 94 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (21/04/2017), 109 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 31/10/2016: Herold SC 0,6 l + Defi 3 l + Axeo 1,2 l/ha Groeiregulatoren: 03/04/2017: Mondium 2 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling (2 e -3 e knoop, 05/05/2017): Granovo 1,7 l + Bravo 1 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 01/06/2017): Ceriax 1,75 l/ha Insecticiden: aar uit (01/06/2017): Karate Zeon 50 ml/ha 3.7. Oogst 7 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (14 rijen x 0,1071 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 4. Teeltverloop Legering Kwam niet voor. Wintertarwe - Hoofdstuk III Wintertarwe zaaizaadbehandeling

62 % kg/ha kg g Proefresultaten en bespreking Wisselwerking tussen zaaizaadbehandeling en ras Zaaizaadbehandeling Ras Brutokorrelopbrengst (bij 15% vocht) kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) g Vochtgehalte (%) Gewoon Take off ST V.C. (%) F-ber. zaaizaadbehandeling x ras Britannia Furlong (ex Mosaïc) Britannia Furlong (ex Mosaïc) ,59 0,64 76,50 77,62 77,02 77,02 0,82 3,11 42,56 46,58 44,02 47,02 1,93 1,36 15,29 15,40 15,32 15,27 0,67 2,50 Tussen de zaaizaadbehandeling en het ras was er geen significante interactie voor de bruto-korrelopbrengst, het hectolitergewicht, het duizendzadengewicht en het vochtgehalte. Dit beduidt ondermeer dat binnen elk genoemd kenmerk, de twee rassen op een identieke wijze reageerden op de objecten zaaizaadbehandeling. Bovendien was binnen elk genoemd kenmerk de rangorde tussen beide rassen identiek bij beide objecten zaaizaadbehandeling. a. Gemiddelde proefresultaten per zaaizaadbehandeling Zaaizaadbehandeling Bruto-korrelopbrengst Hectolitergewicht Duizendzadengewicht Vochtgehalte kg/ha rel. t.a.v. gewoon meeropbrengst t.a.v. gewoon in kg/ha kg verschil t.a.v. gewoon in kg g verschil t.a.v. gewoon in g % verschil t.a.v. gewoon in % Gewoon a ,06 a 0 44,57 a 0 15,34 a 0 Take off ST a 100, ,02 a - 0,04 45,52 a + 0,95 15,30 a - 0,04 K.W.V. P0, kg 2,37% 0,39 kg 2,03 g 0,20% V.C. (%) 1,49 1,49 0,32 2,84 0,81 F-ber. 1,26 1,26 0,12 2,22 0, a a gewoon Take off ST bruto-korrelopbrengst ,06 a 77,02 a gewoon hectolitergewicht Take off ST ,57 a gewoon 45,52 a Take off ST duizendzadengewicht ,34 a 15,30 a gewoon vochtgehalte Take off ST Het toepassen van een Take off ST zaaizaadbehandeling realiseerde onder de gegeven proefomstandigheden een niet significante bruto-meeropbrengst van 115 kg/ha bij de rassen Britannia en Furlong (ex Mosaïc). Wintertarwe - Hoofdstuk III Wintertarwe zaaizaadbehandeling

63 kg/ha kg g % b. Gemiddelde proefresultaten per ras Ras Bruto-korrelopbrengst Hectolitergewicht Duizendzadengewicht Vochtgehalte kg/ha rel. t.a.v. kg g % gemiddelde Britannia b 97,9 76,76 a 43,29 b 15,31 a Furlong (ex Mosaïc) a 102,1 77,32 a 46,80 a 15,34 a Gemiddelde ,04 45,05 15,33 K.W.V. P0, kg 1,94% 0,77 kg 1,06 g 0,13% V.C. (%) 1,59 1,59 0,82 1,93 0,67 F-ber. 28,31** 28,31** 3,16 65,64** 0, b Britannia a Furlong (ex Mosaïc) ,76 a 77,32 a Britannia Furlong (ex Mosaïc) ,29 b Britannia 46,80 a Furlong (ex Mosaïc) ,31 a 15,34 a Britannia Furlong (ex Mosaïc) bruto-korrelopbrengst hectolitergewicht duizendzadengewicht vochtgehalte Wintertarwe - Hoofdstuk III Wintertarwe zaaizaadbehandeling

64 HOOFDSTUK IV - WINTERTARWE STIKSTOFBEMESTING Proefveldhouders: - Johan GHYSELEN, Pannekalsijde 4, 8670 Koksijde Proefplaats: Ten Bogaerde, Ten Bogaerdelaan 10, 8670 Koksijde (kustpolder) - Luc MULLIE, Streyestraat 24, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) Proefplaats: hoek Vinkestraat/Moenstraat, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) 1. Doel In deze bemestingsproeven aangelegd te Koksijde (kustpolder) en te Zwevegem (Sint-Denijs) werden volgende objecten aangelegd (op basis van het stikstofbemestingsadvies): - adviesbemesting onder vaste vorm met 3 fracties - bemesting met 3 fracties waarbij de 1 e en de 2 e fractie onder vloeibare vorm werd toegediend en de 3 e fractie onder vaste vorm - bemesting met 2 fracties hetzij onder vaste vorm, hetzij onder vloeibare vorm - toediening van bladmeststoffen (Power green, Profal type 1) in het stadium laatste blad of aar uit - toediening van spuiwater als 1 e fractie - toediening van ureum als 4 e fractie (enkel te Sint-Denijs) De bemesting onder vaste vorm gebeurde met Ammoniumnitraat 27% N, en deze onder vloeibare vorm met vloeibaar 39% N. De vergelijking betreft enerzijds de graanopbrengst en korrelkwaliteit, en anderzijds het stikstofresidu in de bodem na de wintertarweteelt. 2. Klimatologische omstandigheden januari juni Neerslag (l/m²) 1 januari 30 juni 2017 Neerslag (l/m²) 1 januari-30 juni 2017 l/m² 70 Koksijde Helkijn (grenzend aan Sint-Denijs) 60 60, , ,8 35, , ,4 9,2 12,6 8,4 8,9 0 Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be januari februari maart april mei juni (*) Neerslaggegevens van januari 2017 in Helkijn zijn niet beschikbaar. Vanaf februari tot en met juni viel er beduidend meer neerslag te Zwevegem (Sint-Denijs) in vergelijking met het proefveld in Koksijde (kustpolder): - Koksijde: 75,7 l/m² - Helkijn (grenzend aan Sint-Denijs): 181,5 l/m² (hetzij 105,8 l/m² meer dan in Koksijde) Wintertarwe Hoofdstuk IV Bemesting

65 1/01/2017 8/01/ /01/ /01/ /01/2017 5/02/ /02/ /02/ /02/2017 5/03/ /03/ /03/ /03/2017 2/04/2017 9/04/ /04/ /04/ /04/2017 7/05/ /05/ /05/ /05/2017 4/06/ /06/ /06/ /06/ Veruit het grootste verschil in neerslaghoeveelheid ten opzichte van Koksijde werd opgetekend in de maanden maart en juni (Zwevegem (Sint-Denijs): telkens + 40,8 l/m²), gevolgd door de maand februari (Zwevegem (Sint-Denijs): + 22,4 l/m²). 2.2 Gemiddelde temperatuur ( C) 1 januari 30 juni 2017 Gemiddelde temperatuur 1 januari-30 juni Koksijde Helkijn Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe Hoofdstuk IV Bemesting

66 Stikstofbemestingsproef wintertarwe Koksijde (kustpolder) Proefveldhouder: Johan GHYSELEN, Pannekalsijde 4, 8670 Koksijde Proefplaats: Ten Bogaerde, Ten Bogaerdelaan 10, 8670 Koksijde 3.1. Objecten stikstofbemestingsproef wintertarwe Koksijde (dosis/ha) Object 1 e fractie 2 e fractie 3 e fractie aarbehandeling TOTAAL Toelichting (nr) begin tot volle uitstoeling (16/03/2017) begin oprichten (12/04/2017) 1 e knoop voelbaar (20/04/2017) laatste blad volledig uit (18/05/2017) aar 100% uit (02/06/2017) vast (*) vloeibaar (**) spuiwater vast (*) vloeibaar (**) vast (*) vloeibaar (**) bladmeststof vast (*) bladmeststof 1 (K) Adviesbemesting in 3 fracties o.v.v. Ammoniumnitraat (= controle-object): =246 E N fracties Ammoniumnitraat: =246 E N e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =246 E N fracties vloeibaar: =246 E N Power green 40 l Power green 60 l Power green 40 l 2 fracties vloeibaar: =238 E N + Power green 40 l aar uit 2 fracties vloeibaar: =234 E N + Power green 60 l aar uit 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =238 E N + Power green 40 l aar uit Profal type 1 50 l Profal type 1 50 l 50-3 fracties Ammoniumnitraat: =236 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 50-3 fracties Ammoniumnitraat: =216 E N + Profal type 1 50 l laatste blad e fractie spuiwater, (K) Controle = adviesbemesting op basis van drie fracties o.v.v. Ammoniumnitraat 27% N: =246 E N (object 1) (*) Ammoniumnitraat 27% N (**) Vloeibaar 39% N 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =246 E N Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

67 Toelichting: Bladmeststoffen: - Power green = 16% ureumstikstof (N) (200 g/l) 8% zwavelanhydride (SO 3) oplosbaar in water (101 g/l) 4% magnesiumoxide (MgO) oplosbaar in water (50 g/l) toepassing: verspoten met water aan 200 l spuitvloeistof/ha; spuitdruk: 3 bar; spuitdop: DG Profal type 1 = 18% N totaal (212 g/l): 1,1% NH ,9% NH 2 1,5% MgO 6,1% SO 3 0,24% vrije L-aminozuren toepassing: verspoten met water aan 200 l spuitvloeistof/ha; spuitdruk: 3 bar; spuitdop: DG Spuiwater (afkomstig van chemische luchtwasser) 46 kg ammoniumstikstof/1000 l 67,93 kg sulfaat/1000 l ph 2,1 toepassing: spuitdruk = 3 bar; spuitdop: SJ7-02-VP Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

68 Proefomstandigheden stikstofbemestingsproef wintertarwe Koksijde Bodemkarakteristieken Datum: 21 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort klei ph (KCl) 7,2 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,4 1,6 2,1 eerder laag Fosfor (P) eerder hoog 40 kg P2O5/ha Kalium (K) normaal 40 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 20 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 960 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,2 3,1 6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 21 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 26,3 waarvan 19,16 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,68 1, ,07 2, ,41 2,31 N-bemestingsadvies wintertarwe Inagro: 246 kg/ha ( ) Voorvruchten 2014: aardappelen 2015: wintertarwe 2016: suikerbieten Bodembewerkingen Ploegen: 20 oktober Zaai - datum: 30 oktober dichtheid: 200 kg/ha - tussen rij afstand: 12,5 cm Ras: KWS Smart Bemesting Stikstof: proeffactor Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 31/03/2017: Atlantis WG 0,5 kg + Capri Twin 0,2 kg + Actirob B 1 l/ha Groeiregulatoren: - 31/03/2017: Cycocel 1 l/ha - 04/05/2017: Cycocel 0,4 l + Optimus 0,15 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: (1 e knoop, 04/05/2017): Granovo 1,7 l + Bravo 1 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 02/06/2017): Librax 1,5 l/ha Insecticiden: 02/06/2017: Okapi 0,75 l/ha Oogst 1 augustus Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m breedte x 10 m lengte) Aantal blokken: Teeltverloop stikstofbemestingsproef wintertarwe Koksijde Klimatologische omstandigheden Zie 2. Klimatologische omstandigheden januari - juni Standdichtheid Voldoende aantal planten/m². Legering Kwam niet voor. Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

69 3.4. Proefresultaten stikstofbemestingsproef wintertarwe Koksijde Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte en eiwitgehalte Object (nr) Toelichting 1 (K) Adviesbemesting in 3 fracties o.v.v. Ammoniumnitraat (= controle-object): Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) Hectolitergewicht Duizendzadengewicht Vochtgehalte kg/ha relatief meeropbrengst meeropbrengst meeropbrengst meeropbrengst % % t.o.v. object 1 (bij 15% vocht) kg (bij 15% vocht) g (**) t.o.v. object 1 in kg/ha =246 E N 2 2 fracties Ammoniumnitraat: =246 E N ab 96, ,32 a 47,78 ab 15,61 bc 9, e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =246 E N t.o.v. object 2 in kg/ha t.o.v. object 3 in kg/ha t.o.v. object 4 in kg/ha a ,33 a 49,76 ab 15,68 abc 9, b 90, ,02 c 47,60 b 15,80 abc 8, fracties vloeibaar: =246 E N ab 93, ,49 abc 49,11 ab 15,79 abc 8, fracties vloeibaar: =238 E N + Power green 40 l aar uit 6 2 fracties vloeibaar: =234 E N + Power green 60 l aar uit 7 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =238 E N + Power green 40 l aar uit 8 3 fracties Ammoniumnitraat: =236 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 9 3 fracties Ammoniumnitraat: =216 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 10 1 e fractie spuiwater, K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =246 E N ab 94, ,66 abc 49,33 ab 15,92 ab 8, b 90, ,65 abc 49,30 ab 15,81 abc 8, b 90, ,70 abc 49,64 ab 15,90 abc 8, ab 98, ,24 ab 49,25 ab 15,94 a 9, a 99, ,32 a 49,14 ab 15,75 abc 9, ab 91, ,35 bc 50,17 ab 15,60 c 9, kg 5,01 1,83 7,79% 5,01 1,83 (K) Controle = adviesbemesting op basis van drie fracties o.v.v. Ammoniumnitraat 27% N: =246 E N (object 1) (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (**) Het ruw eiwitgehalte (Dumas) werd bepaald door het Laboratorium Chemische Analysen, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent. De analyses werden uitgevoerd op een mengstaal over de vier parallellen. Het eiwitgehalte werd bepaald volgens ISO %N x 5,70. 0,82 kg 0,75 2,05* 2,21 g 3,13 1,10 0,27% 1,20 1,46 Eiwitgehalte Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

70 kg/ha kg/ha Wintertarwe stikstofbemestingsproeven KOKSIJDE Vergelijking 3 fracties 2 fracties (Ammoniumnitraat 27%N) 3 fracties 2 fracties Dkg Hl Eiwit kg (- 3,6 %) 49,8 g - 2,0 g 77,3 kg 9,5 % + 0 kg + 0 % + 69 kg (+ 0,5 %) ,1 kg 10,2 % - 0,3 kg - 0,5 % kg (+ 0,9 %) ,2 kg 9,4 % kg (- 2,9 %) ,7 kg - 0,6 % 74,4 kg 9,0 % - 0,8 kg - 0,2 % 75,6 kg kg (- 2,6 %) + 0,2 kg 246 E N = = Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe stikstofbemestingsproeven KOKSIJDE Vergelijking vast-vloeibaar 3 fracties Am. nitr. 1e + 2e fr. vloeib.; 3e fr. Am. nitr Dkg Hl Eiwit ,8 g kg/ha (- 9,1 %) - 2,2 g 77,3 kg - 1,3 kg 9,5 % - 1,1 % ,1 kg + 11 kg/ha (+ 0 %) + 0,7 kg ,2 kg kg/ha (- 5,2 %) - 0,3 kg 10,2 % - 0,6 % 9,4 % - 0,5 % 246 E N = E N = E N = Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

71 Wintertarwe stikstofbemestingsproeven KOKSIJDE Vergelijking vast-vloeibaar kg/ha (- 10,1 %) Dkg Hl Eiwit 47,8 g kg/ha (- 3,2 %) + 1,3 g 77,3 kg - 0,8 kg 9,5 % - 1,1 % 76,8 kg kg/ha (- 2,6 %) + 0,2 kg 79,5 kg - 1 kg 9,7 % - 0,6 % 8,8 % - 0,9 % 246 E N = E N = E N = Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe stikstofbemestingsproef KOKSIJDE 2017 Power green + 90 kg/ha kg/ha (- 2,8 %) Dkg 49,1 g + 0,2 g + 0,2 g Hl 76,5 kg + 0,2 kg + 0,2 kg Eiwit 8,4 % + 0,09 % + 0,06 % Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

72 kg/ha Wintertarwe stikstofbemestingsproef KOKSIJDE 2017 Power green e en 2e fr. vloeib. 3e fr. Amm. Nitr. 246 E N = kg/ha (- 0,4%) Dkg 47,6 g + 2,0 g Hl 76,0 kg + 0,7 kg Eiwit 8,4 % + 0,09 % 1e en 2e fr. vloeib. 3e fr. Amm. Nitr. 238 E N = Power green 40 l aar uit Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe stikstofbemestingsproef KOKSIJDE 2017 Spuiwater Advies: 246 E N = kg/ha (- 8,2 %) Dkg 49,8 g + 0,4 g Hl 77,3 kg - 1 kg Eiwit 9,5 % - 0,3 % Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

73 Gewasbeïnvloeding a. 4 april (na toepassing van de 1 e stikstoffractie op 16 maart) Het gewas vertoonde bij de objecten waarbij de eerste stikstoffractie onder vaste vorm werd toegediend een donkergroene kleur (objecten 1, 2, 8, 9, 11, 12 en 13). Dit in tegenstelling tot de objecten waar de eerste fractie onder vloeibare vorm werd toegediend of onder de vorm van spuiwater, waar het gewas een blekere kleur vertoonde (objecten 3, 4, 5, 6, 7 en 10). b. 19 april (na toepassing van de 2 e stikstoffractie op 12 april) Zelfde vaststelling als op 4 april. c. 24 april Zelfde vaststelling als op 4 en 19 april. d. 8 mei Het gewas vertoonde bij object 3 (1 e fractie vloeibaar, 86 E N), object 7 (1 e fractie vloeibaar, 78 E N) en object 10 (1 e fractie spuiwater, 86 E N) nog steeds een blekere kleur. e. Objecten met bladmeststoffen (Power green, Profal type 1) Na de toepassing van de bladmeststoffen (Power green, Profal type 1) werd er geen verbranding noch verkleuring van de bladeren vastgesteld. Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

74 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Kort na de oogst, op 9 augustus, werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. Object (nr) Toelichting Nitraatresidubepaling (9 augustus 2017) (kg NO3-N/ha) 0-30 cm cm cm 0-90 cm 1 (K) Adviesbemesting in 3 fracties o.v.v. Ammoniumnitraat (= controle-object): 43,74 b 7,25 ab 2,82 b 53,82 c =246 E N 2 2 fracties Ammoniumnitraat: =246 E N 33,45 b 6,59 ab 3,99 ab 44,03 c 3 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =246 E N 93,69 a 10,64 ab 4,88 ab 109,21 ab 4 2 fracties vloeibaar: =246 E N 27,18 b 5,40 b 2,50 b 35,08 c 5 2 fracties vloeibaar: =238 E N + Power green 40 l aar uit 6 2 fracties vloeibaar: =234 E N + Power green 60 l aar uit 7 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =238 E N + Power green 40 l aar uit 8 3 fracties Ammoniumnitraat: =236 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 9 3 fracties Ammoniumnitraat: =216 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 10 1 e fractie spuiwater, K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =246 E N 55,15 ab 6,44 ab 3,45 ab 65,04 bc 62,49 ab 5,06 b 4,48 ab 72,04 abc 63,26 ab 13,49 a 6,22 ab 82,97 abc 56,99 ab 5,92 ab 4,15 ab 67,05 abc 65,44 ab 4,30 b 4,88 ab 74,62 abc 99,71 a 5,88 ab 9,52 a 115,10 a 39,80 49,47 2,45* (K) Controle = adviesbemesting op basis van drie fracties o.v.v. Ammoniumnitraat 27% N: =246 E N (object 1) 6,76 72,39 1,30 5,23 84,71 1,07 43,53 45,36 2,57* Het nitraatresidu in het bodemprofiel kort na de oogst (op 9 augustus 2017) lag bij twee objecten boven de 90 kg NO 3-N/ha, nl. bij object 3 (109,21 kg NO 3- N/ha) en bij object 10 (115,10 kg NO 3-N/ha). Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

75 Stikstofbemestingsproef wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs) Proefveldhouder: Luc MULLIE, Streyestraat 24, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) Proefplaats: hoek Vinkestraat/Moenstraat, 8554 Zwevegem (Sint-Denijs) 4.1. Objecten stikstofbemestingsproef wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs) (dosis/ha) Object 1 e fractie 2 e fractie 3 e fractie aarbehandeling TOTAAL Toelichting (nr) uitstoeling (15/03/2017) begin oprichten (11/04/2017) 2 e knoop voelbaar (20/04/2017) aar 100% uit (29/05/2017) vast (*) vloeibaar (**) spuiwater vast (*) vloeibaar (**) vast (*) vloeibaar (**) laatste blad 60 à 80% uit (10/05/2017) bladmeststof laatste blad volledig uit (17 /05/2017) vast (*) bladmeststof 1 (K) Adviesbemesting in 3 fracties o.v.v. Ammoniumnitraat (= controle-object): =172 E N fracties Ammoniumnitraat: 80+92=172 E N e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =172 E N fracties vloeibaar: 90+82=172 E N Power green 40 l Power green 60 l Power green 40 l 2 fracties vloeibaar: 72+92=164 E N + Power green 40 l aar uit 2 fracties vloeibaar: 68+92=160 E N + Power green 60 l aar uit 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =164 E N + Power green 40 l aar uit Profal type 1 50 l Profal type 1 50 l Profal type 1 50 l 42-3 fracties Ammoniumnitraat: =172 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit fracties Ammoniumnitraat: 90+82=172 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 32-3 fracties Ammoniumnitraat: =162 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit e fractie spuiwater, Ureum 30 E e fractie ureum 30 E N (K) Controle = adviesbemesting op basis van drie fracties o.v.v. Ammoniumnitraat 27% N: =172 E N (object 1) (*) Ammoniumnitraat 27% N (**) Vloeibaar 39% N 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =172 E N 1 e,2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =142 E N Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

76 Toelichting: Bladmeststoffen: - Power green = 16% ureumstikstof (N) (200 g/l) 8% zwavelanhydride (SO 3) oplosbaar in water (101 g/l) 4% magnesiumoxide (MgO) oplosbaar in water (50 g/l) toepassing: verspoten met water aan 200 l spuitvloeistof/ha; spuitdruk: 3 bar; spuitdop: DG Profal type 1 = 18% N totaal (212 g/l): 1,1% NH ,9% NH 2 1,5% MgO 6,1% SO 3 0,24% vrije L-aminozuren toepassing: verspoten met water aan 200 l spuitvloeistof/ha; spuitdruk: 3 bar; spuitdop: DG Spuiwater (afkomstig van chemische luchtwasser) 46 kg ammoniumstikstof/1000 l 67,93 kg sulfaat/1000 l ph 2,1 toepassing: spuitdruk = 3 bar; spuitdop: SJ7-02-VP Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

77 Proefomstandigheden stikstofbemestingsproef wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs) Bodemkarakteristieken Datum: 14 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort zandleem ph (KCl) 6,2 5,5 6,0 eerder hoog Koolstof (%) 1,06 1,0-1,5 normaal Fosfor (P) eerder hoog 50 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 40 kg K2O/ha Magnesium (Mg) 13, normaal 40 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 0 z.b.w./ha Natrium (Na) <2,0 3,1 6,7 eerder laag 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 14 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 97,36 waarvan 91,72 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,85 2, ,43 1, ,44 1,40 N-bemestingsadvies Inagro: 172 kg/ha ( ) Voorvruchten 2014: bonen 2015: wintertarwe 2016: aardappelen Bodembewerkingen Ploegen: 31 oktober 2016 Zaaien in combinatie met rotoreg Zaai - datum: 31 oktober dichtheid: 300 zaden/m² - tussen rij afstand: 12 cm Ras: Cellule Bemesting Stikstof: proeffactor Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 30/10/2016: Bacara 0,8 l/ha Groeiregulatoren: 30/03/2017: Meteor 369 SL 2 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling (verschijnen voorlaatste blad, 02/05/2017): Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 24/05/2017): Evora Xpro 1,25 l Insecticiden: 24/05/2017: Karate Zeon 50 ml/ha Oogst 19 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m breedte x 10 m lengte) Aantal blokken: Teeltverloop stikstofbemestingsproef wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs) Klimatologische omstandigheden Zie 2. Klimatologische omstandigheden januari juni Standdichtheid Voldoende aantal planten/m². Legering Kwam niet voor. Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

78 Object (nr) 4.4. Proefresultaten stikstofbemestingsproef wintertarwe Zwevegem (Sint-Denijs) Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte en eiwitgehalte Toelichting 1 (K) Adviesbemesting in 3 fracties o.v.v. Ammoniumnitraat (= controle-object): Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) Hectolitergewicht Duizendzadengewicht Vochtgehalte kg/ha relatief meeropbrengst meeropbrengst meeropbrengst meeropbrengst % % t.o.v. object 1 (bij 15% vocht) kg (bij 15% vocht) g (**) t.o.v. object 1 in kg/ha =172 E N 2 2 fracties Ammoniumnitraat: 80+92=172 E N abcd 95, ,19 abcd 38,52 bcde 13,71 a 9, e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =172 E N t.o.v. object 2 in kg/ha t.o.v. object 3 in kg/ha t.o.v. object 4 in kg/ha ab ,57 abc 41,34 a 13,66 ab 10, abcd 98, ,96 abcd 39,57 abcde 13,51 ab 10, fracties vloeibaar: 90+82=172 E N d 92, ,66 bcd 37,40 def 13,52 ab 10, fracties vloeibaar: 72+92=164 E N + Power green 40 l aar uit 6 2 fracties vloeibaar: 68+92=160 E N + Power green 60 l aar uit 7 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =164 E N + Power green 40 l aar uit 8 3 fracties Ammoniumnitraat: =172 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 9 2 fracties Ammoniumnitraat: 90+82=172 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 10 3 fracties Ammoniumnitraat: =162 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 11 1 e fractie spuiwater, 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =172 E N 15 4 e fractie ureum 30 E N, 1 e, 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =142 E N K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber abcd 95, ,83 abcd 38,30 cdef 13,56 ab 10, abcd 97, ,44 d 39,08 abcde 13,60 ab 10, ab 100, ,87 abcd 40,45 abc 13,61 ab 10, bcd 94, ,84 abcd 37,14 ef 13,59 ab 10, cd 93, ,07 cd 35,89 f 13,41 b 10, d 92, ,02 ab 38,01 cdef 13,47 ab 10, abc 98, ,26 ab 39,79 abcd 13,64 ab 11, a 101, ,32 abc 40,88 ab 13,61 ab 10, kg 3,73 2,39* 5,34% 3,73 2,39* (K) Controle = adviesbemesting op basis van drie fracties o.v.v. Ammoniumnitraat 27% N: =172 E N (object 1) (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (**) Het ruw eiwitgehalte (Dumas) werd bepaald door het Laboratorium Chemische Analysen, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent. De analyses werden uitgevoerd op een mengstaal over de vier parallellen. Het eiwitgehalte werd bepaald volgens ISO %N x 5,70. 1,34 4,40*** 2,19 g 3,92 3,78** 0,23% 1,19 1,13 Eiwitgehalte Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

79 kg/ha Wintertarwe stikstofbemestingsproeven SINT-DENIJS Vergelijking 3 fracties 2 fracties (Ammoniumnitraat 27%N) 3 fracties 2 fracties kg (- 4,2 %) Dkg 41,3 g - 2,8 g Hl Eiwit 81,6 kg - 1,4 kg 10,3 % - 0,4 % ,9 kg 10,3 % kg (- 2,3 %) - 1,6 kg - 0,3 % ,4 kg kg (+ 0,7 %) - 0,2 kg 9,5 % + 0,1 % ,6 kg kg (+ 0 %) - 1,2 kg 9,4 % + 0% 172 E N = = Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe stikstofbemestingsproeven SINT-DENIJS Vergelijking vast-vloeibaar kg/ha (+ 2,0 %) Dkg 41,3 g - 1,8 g Hl Eiwit 81,6 kg - 0,6 kg 10,3 % + 0,4 % 71,9 kg + 26 kg/ha (+ 0,3 %) + 0,8 kg 81,4 kg - 0,1kg 10,3 % - 0,2 % 9,5 % + 0,2% 172 E N = E N = E N = Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

80 Wintertarwe stikstofbemestingsproeven SINT-DENIJS Vergelijking vast-vloeibaar kg/ha (- 2,3 %) Dkg 38,5 g - 1,1 g Hl Eiwit 80,2 kg - 0,5 kg 9,9 % + 0,2 % 70,3 kg + 9 kg/ha (+ 0 %) + 1,4 kg 81,2 kg - 0,3 kg 10,0 % - 0,5 % 9,6 % - 0,5 % 172 E N = E N = E N = Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe stikstofbemestingsproef SINT-DENIJS 2017 Power green kg/ha (+ 4,1 %) kg/ha (+ 5,3 %) Dkg 37,4 g + 0,9 g + 1,7 g Hl 79,7 kg + 1,2 kg - 1,2 kg Eiwit 10,1 % + 0,2 % + 0,1 % Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

81 Wintertarwe stikstofbemestingsproef SINT-DENIJS 2017 Power green kg/ha (+ 2,2 %) Dkg 39,6 g + 0,9 g Hl 81,0 kg - 0,1 kg Eiwit 10,7 % - 0,1 % Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe stikstofbemestingsproef SINT-DENIJS 2017 Spuiwater Advies: 172 E N = kg/ha (- 1,4 %) Dkg 41,3 g - 1,6 g Hl Eiwit 81,6 kg 10,3 % + 0,7 kg + 0,8 % Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

82 Wintertarwe stikstofbemestingsproef SINT-DENIJS 2017 Ureum kg/ha (+ 1,3 %) Dkg 41,3 g - 0,5 g Hl Eiwit 81,6 kg 10,3 % - 0,3 kg + 0,1 % Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke Telefoon Fax daniel.wittouck@inagro.be Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

83 Gewasbeïnvloeding a. 4 april (na toepassing van de 1 e stikstoffractie op 15 maart) Geen visuele verschillen tussen de diverse objecten. b. 16 mei Het gewas vertoonde bij object 3 (1 e fractie vloeibaar, 60 E N), object 7 (1 e fractie vloeibaar, 52 E N) en object 11 (1 e fractie spuiwater, 60 E N) een blekere kleur. Bij object 7 was de gewaskleur opvallend het bleekst. c. 21 juni Geen visuele verschillen tussen de diverse objecten. d. Objecten met bladmeststoffen (Power green, Profal type 1) Na de toepassing van de bladmeststoffen (Power green, Profal type 1) werd er geen verbranding noch verkleuring van de bladeren vastgesteld. Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

84 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Kort na de oogst, op 26 juli, werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. Object (nr) Toelichting Nitraatresidubepaling (26 juli 2017) (kg NO3-N/ha) 0-30 cm cm cm 0-90 cm 1 (K) Adviesbemesting in 3 fracties o.v.v. Ammoniumnitraat (= controle-object): 24,56 ab 4,04 a 2,69 ab 31,28 ab =172 E N 2 2 fracties Ammoniumnitraat: 80+92=172 E N 13,11 ab 2,49 abc 2,00 b 17,60 ab 3 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =172 E N 23,62 ab 2,98 abc 2,41 ab 29,01 ab 4 2 fracties vloeibaar: 90+82=172 E N 14,93 ab 2,23 bc 2,00 b 19,16 ab 5 2 fracties vloeibaar: 72+92=164 E N + Power green 40 l aar uit 6 2 fracties vloeibaar: 68+92=160 E N + Power green 60 l aar uit 7 1 e en 2 e fractie vloeibaar, 3 e fractie Ammoniumnitraat: =164 E N + Power green 40 l aar uit 8 3 fracties Ammoniumnitraat: =172 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 9 2 fracties Ammoniumnitraat: 90+82=172 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 10 3 fracties Ammoniumnitraat: =162 E N + Profal type 1 50 l laatste blad 60 à 80% uit 11 1 e fractie spuiwater, 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =172 E N 14,62 ab 2,38 bc 2,00 b 18,99 ab 12,50 b 2,38 bc 2,05 b 16,92 b 24,28 ab 3,04 abc 3,10 ab 30,42 ab 19,68 ab 2,35 bc 3,05 ab 25,08 ab 18,87 ab 3,86 ab 2,26 ab 25,00 ab 17,44 ab 2,42 bc 2,04 b 21,90 ab 30,49 a 3,06 abc 3,33 a 36,88 a 15 4 e fractie ureum 30 E N, 1 e, 2 e en 3 e fractie Ammoniumnitraat: =142 E N 16,26 ab 2,37 bc 2,22 b 20,84 ab K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 15,00 59,18 1,20 (K) Controle = adviesbemesting op basis van drie fracties o.v.v. Ammoniumnitraat 27% N: =172 E N (object 1) Het nitraatresidu in het bodemprofiel kort na de oogst (op 26 juli 2017) lag bij alle objecten zeer laag en varieerde van minimaal 16,92 kg NO 3 - N/ha tot maximaal 36,88 kg NO 3 - N/ha in de bodemlaag 0-90 cm. 1,37 35,18 1,46 0,95 27,63 2,02* 16,36 50,05 1,28 Wintertarwe - Hoofdstuk IV Bemesting

85 HOOFDSTUK V - WINTERTARWE ZIEKTEBESTRIJDING I. WINTERTARWE BLADZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF Proefveldhouder: Jean-Pierre MAES, Elleboogstraat 14, 8587 Helkijn Proefplaats: Helkijn 1. Doel De doeltreffendheid bestuderen van fungiciden ten aanzien van bladziekten bij de bladbehandeling in het stadium voorlaatste blad, waarbij er een gemeenschappelijke aarbehandeling uitgevoerd werd. Doel is na te gaan welke fungiciden technisch gezien, het meest efficiënt zijn tegen de respectievelijke bladziekten bij de bladbehandeling rondom het stadium voorlaatste blad in wintertarwe. De focus ligt hierbij op: - fungiciden op basis van epoxiconazool - fungiciden op basis van prothioconazool - fungiciden op basis van andere triazolen - al of niet toevoegen van chloorthalonil Opmerking: In de hiernavolgende proefresultaten dient bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (= reële korrelopbrengsten), de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden. Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

86 Objecten Ras: Gedser Op alle objecten (exclusief object 1) werd er een gemeenschappelijke aarbehandeling uitgevoerd in het stadium aar 100% uit met Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l/ha op 29 mei Object (nr) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Voorlaatste blad (05/05/2017) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) Aar 100% uit (29/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 1. (Onbehandeld) (K) Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 3. Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l 4. Osiris 2 l + Bravo 1 l epoxiconazool metrafenone fenpropimorf 320 chloorthalonil 500 epoxiconazool 75 + metconazool 55 chloorthalonil 500 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 5. Kestrel 1,25 l prothioconazool tebuconazool 100 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 6. Tifex 0,8 l + Panax 2,4 l 7. Sirena 1 l + Panax 2,4 l epoxiconazool 100 tebuconazool chloorthalonil 398,4 metconazool 60 tebuconazool chloorthalonil 398,4 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 8. Cherokee 2 l cyproconazool propiconazool chloorthalonil 750 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 9. Granovo 1,7 l + Bravo 1 l epoxiconazool 85 + boscalid 238 chloorthalonil 500 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 10. Palazzo 1,6 l epoxiconazool metrafenone fenpropimorf 320 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l 11. Kestrel 1,25 l + Bravo 1 l 12. Diamant 1,5 l + Bravo 1 l (K) Controle prothioconazool tebuconazool 100 chloorthalonil 500 epoxiconazool 64,35 + pyraclostrobine 171,45 + fenpropimorf 321,45 chloorthalonil 500 Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

87 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 14 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort zandleem ph (KCl) 6,0 5,5 6,0 normaal Koolstof (%) 1,29 1,0 1,5 normaal Fosfor (P) eerder hoog 40 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 20 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,8 3,1 6,7 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 14 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 126,17 waarvan 119,58 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,44 2, ,67 2, ,47 2,22 N-bemestingsadvies Inagro: 132 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2014: wintertarwe 2015: suikerbieten 2016: aardappelen 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 28 oktober Zaai datum: 31 oktober 2016 dichtheid: 140 kg/ha tussen rij afstand: 15,8 cm 3.5. Ras: Gedser 3.6. Bemesting Stikstof: 156 E 1 e fractie (16/03/2017), 78 E vloeibaar 39% N 2 e fractie (14/04/2017), 78 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 03/11/2016: Bacara 0,9 l/ha - 01/04/2017: Primus Perfect 100 ml/ha Groeiregulatoren: - 09/04/2017: K2 1,2 l/ha - 14/04/2017: Medax Top 0,8 l + CCC 0,5 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 19 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m breedte x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

88 Teeltverloop Standdichtheid Voldoende aantal planten/m² Legering Kwam niet voor. Bladziektedruk Op 21 juni was het onbehandeld gewas (object 1) nagenoeg volledig afgestorven en vertoonde veel tot zeer veel bruine roest (Puccinia recondita) en dit tot op het laatste blad. Bij het object met enkel een aarbehandeling (object 2) was het voorlaatste blad aan het vergelen. Bij de objecten met een bladbehandeling en een aarbehandeling (objecten 3 tot en met 12) waren de bovenste twee bladlagen nog groen. Zie ook 5.2 Evolutie van de ziekteaantasting verder in dit verslag. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

89 Proefresultaten 5.1 Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte 2017 Object (nr) Voorlaatste blad (05/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Aar 100% uit (29/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. onbehandeld (object 1) meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (object 1) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht Vochtgehalte (bij 15% vocht) g % 1. (onbehandeld) (K) c ,89 b 38,23 c 12,39 c 2. - Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l b 111, ,97 a 43,83 ab 12,96 a 3. Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l 4. Osiris 2 l + Bravo 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 121, ,33 a 44,33 a 12,86 ab a 122, ,03 a 43,68 ab 12,54 bc 5. Kestrel 1,25 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 120, ,11 a 43,70 ab 12,68 abc 6. Tifex 0,8 l + Panax 2,4 l 7. Sirena 1 l + Panax 2,4 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 121, ,04 a 43,36 ab 12,60 abc a 119, ,03 a 43,88 ab 12,85 ab 8. Cherokee 2 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 119, ,67 a 42,89 b 12,61 abc 9. Granovo 1,7 l + Bravo 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 119, ,92 a 43,23 ab 12,71 abc 10. Palazzo 1,6 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 118, ,12 a 43,37 ab 12,71 abc 11. Kestrel 1,25 l + Bravo 1 l 12. Diamant 1,5 l + Bravo 1 l K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (K) Controle Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l Acanto 0,8 l +Prosaro 1 l a 121, ,12 a 43,13 ab 12,62 abc a 119, ,96 a 43,91 ab 12,54 bc 564 kg 3,37 10,14** 4,87% 3,37 10,14** 0,64 kg 0,56 17,08** 1,20 g 1,92 14,74** 0,32% 1,75 2,09* Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

90 onbehandeld enkel aarbehandeling (Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l: 29 mei 2017) voorl. bl.: Palazzo 1,6 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Tifex 0,8 l + Panax 2,4 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Granovo 1,7 l + Bravo 1 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Osiris 2 l + Bravo 1 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Diamant 1,5 l + Bravo 1 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Kestrel 1,25 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Kestrel 1,25 l + Bravo 1 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Sirena 1 l + Panax 2,4 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) voorl. bl.: Cherokee 2 l (+ aar: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Bruto-korrelopbrengst in kg/ha c b a a a a a a a a a a BLADZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF WINTERTARWE HELKIJN Bravo 1 l = kg/ha + Bravo 1 l = + 89 kg/ha aarbehandeling = kg/ha gemiddelde blad- + aarbehandeling = kg/ha (= kg/ha tov onbehandeld) op basis van epoxiconazool chloorthalonil op basis van prothioconazool chloorthalonil metconazool + tebuconazool + chloorthalonil cyproconazool + propioconazool + chloorthalonil Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

91 Evolutie van de ziekteaantasting a. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Op het gewas onbehandeld met fungiciden werden er 40 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis). Hierbij werd het aantal halmen geteld die de respectievelijke voetziekten vertoonden. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Datum Gewasstadium Oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen Scherpe oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen aantal halmen op 40 Andere % halmen Totaal voetziekten aantal halmen op e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (32) % halmen b. Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure De bladeren van 40 hoofdhalmen werden beoordeeld op de aanwezigheid van meeldauw (Erysiphe graminis), bladseptoria (Septoria tritici), gele roest (Puccinia striiformis) en bruine roest (Puccinia recondita). Hierbij werd het aantal bladeren geteld die de respectievelijke bladziekten vertoonden en dit als volgt: - meeldauw en bladseptoria: bovenste 3 bladlagen (schaal 0 tot 120) - gele en bruine roest: alle groene bladeren (schaal 0 tot 200). Voor wat de bladluisdruk betreft, werden er 100 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van bladluizen. Hierbij werd het aantal hoofdhalmen geteld die bezet waren met bladluizen (schaal 0 tot 100). Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Datum Gewasstadium Meeldauw (aantal bladeren 0 tot 120) Gele roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bruine roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bladvlekkenziekte (aantal bladeren 0 tot 120) e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (32) e blad punten voorlaatste blad Bladluizen (aantal halmen 0 tot 100) voorlaatste blad bijna volledig uit tot pinnen laatste blad laatste blad opgerold tot redelijk ver uit aarzwelling duidelijk zichtbaar tot vlagbladschede opent zich aar volledig uit einde bloei tot waterrijp waterrijp tot vroeg melkrijp Geen tellingen uitgevoerd Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

92 Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Na de oogst van de wintertarwe werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. De wintertarwe werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintertarwe werd het stro afgehaald. Er werd vervolgens geen organische bemesting toegediend. Begin september werd er gele mosterd en Facelia ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte in cm Nitraatresidu-bepaling (kg NO3-N/ha) kort na de oogst 16 november 2017 (04/08/2017) ,64 5, ,24 5, ,67 nitraatresidu - 15,56 Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

93 onbehandeld enkel aarbehandeling (aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Palazzo 1,6 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Granovo 1,7 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Kestrel 1,25 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Kestrel 1,25 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Rubric 1 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Tifex 0,8 l + Panax 2,4 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Tifex 0,75 l + Ampera 1,5 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Cherokee 2 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Cherokee 1,25 l + Rubric 0,75 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) DPX LEM1720EC 0,75 l + Rubric 0,7 l (+ 1e knoop: Rubric 1 l) (+ aar uit: Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l) Bruto-graanopbrengst in kg/ha g f bc ab c bc cde c c c cde c c c b a a a a a a a a a a a Bruto-korrelopbrengst 2016 Diverse bladbehandelingen werden vergeleken bij toepassing in het stadium voorlaatste blad te Zwevegem (Sint-Denijs) en in het stadium verschijnen voorlaatste blad te Koksijde. Gezien de vroege druk van gele roest te Zwevegem (S int-denijs) en te Koksijde werd er voorafgaand aan de bladbehandeling in het stadium voorlaatste blad een behandeling uitgevoerd in het stadium 1 e knoop tegen gele roest met Rubric 1 l/ha. Zwevegem (West-Vlaanderen) Koksijde (kustpolder) Gemiddelde (bladbehandeling: voorlaatste blad) (bladbehandeling: verschijnen voorlaatste blad) De statistische verwerking werd per proefplaats uitgevoerd; dit betekent dat de diverse fungicidebehandelingen binnen dezelfde proefplaats dienen vergeleken te worden. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

94 Proefomstandigheden West-Vlaanderen Zwevegem (Sint-Denijs) Koksijde (kustpolder) Ras (en zaaidatum) Expert (13 oktober 2015) Expert (26 oktober 2015) Bladbehandelingen - 1 e knoop (Rubric 1 l/ha) 14 april april voorlaatste blad (met diverse te vergelijken bladfungiciden) voorlaatste blad 3 mei 2016 verschijnen voorlaatste blad 4 mei 2016 Aarbehandeling - aar 100% uit (Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l/ha) 1 juni juni 2016 Ziektedruk in het onbehandeld gewas Hoge druk van: gele roest (reeds heel vroeg in het groeiseizoen) en bladvlekken, en later in het groeiseizoen van bruine roest en aarfusarium. Hoge druk van gele roest (reeds heel vroeg in het groeiseizoen) en bladvlekken; later in het groeiseizoen kwam ook bruine roest en aarfusarium voor. Toelichting resultaten fungiciden bladbehandeling Onder de gegeven proefomstandigheden werden er tussen de diverse fungiciden bij de bladbehandeling: - geen significante verschillen vastgesteld te Koksijde - en nagenoeg geen significante verschillen te Zwevegem (Sint-Denijs); enkel Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l/ha presteerde significant beter dan de meeste andere fungiciden te Zwevegem (Sint- Denijs) Toevoeging van Bravo 1 l/ha aan Palazzo 1,6 l/ha verhoogde de bruto-graanopbrengst met 312 kg/ha te Zwevegem (Sint-Denijs) en met 272 kg/ha te Koksijde. Toevoeging van Rubric 0,75 l/ha aan Cherokee gaf een lichte verhoging van de brutograanopbrengst (+ 229 kg/ha) te Zwevegem (Sint-Denijs); te Koksijde werd er geen verhoging van de bruto-graanopbrengst bekomen.

95 II. WINTERTARWE AARZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF Proefveldhouder: Jean-Pierre MAES, Elleboogstraat 14, 8587 Helkijn Proefplaats: Helkijn 1. Doel De doeltreffendheid bestuderen van fungiciden ten aanzien van blad- en aarziekten bij toepassing in het aarstadium, waarbij er een voorafgaande gemeenschappelijke behandeling ter bestrijding van bladziekten werd uitgevoerd in het stadium voorlaatste blad. Doel van deze proef is na te gaan welke fungiciden technisch gezien, het meest efficiënt zijn bij inzet in het aarstadium tegen de respectievelijke blad- en aarziekten in wintertarwe. Inzake de bestrijding van aarziekten gaat de speciale aandacht naar aarfusarium. De focus ligt op: - fungiciden op basis van carboxamiden (SDHi s): fluxapyroxad, bixafen, isopyrazam, penthiopyrad en benzovindiflupyr - al of niet toevoegen van chloorthalonil De inzet evalueren van: - één fungicidebehandeling toegepast in het stadium voorlaatste blad - één fungicidebehandeling toegepast in het stadium aar 100% uit - twee fungicidebehandelingen in respectievelijk in het stadium voorlaatste blad en het stadium aar 100% uit Opmerking: In de hiernavolgende proefresultaten dient bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (= reële korrelopbrengsten), de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden. Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

96 Objecten Ras: Gedser Op alle objecten (exclusief object 1 en object 12) werd er voorafgaand aan de aarbehandeling, een gemeenschappelijke behandeling ter bestrijding van bladziekten uitgevoerd in het stadium voorlaatste blad met Kestrel 1,25 l/ha op 5 mei Object (nr) Voorlaatste blad (05/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Aar 100% uit (stadium 59) (30/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) 1. (Onbehandeld) (K) Kestrel 1,25 l Kestrel 1,25 l Ceriax 1,75 l epoxiconazool 72,80 + fluxapyroxad 72,80 + pyraclostrobine 116,55 4. Kestrel 1,25 l Adexar 1,5 l epoxiconazool 93,75 + fluxapyroxad 93,75 5. Kestrel 1,25 l Aviator Xpro 1,25 l bixafen 93,75 + prothioconazool 187,5 6. Kestrel 1,25 l Seguris 0,8 l + Prosaro 0,8 l epoxiconazool 72 + isopyrazam 100 prothioconazool tebuconazool Kestrel 1,25 l Librax 1,5 l fluxapyroxad 93,75 + metconazool 67,5 8. Kestrel 1,25 l Aviator Xpro 1,25 l + Bravo 1 l bixafen 93,75 + prothioconazool 187,5 chloorthalonil Kestrel 1,25 l Velogy Era 1 l benzovindiflupyr 75 + prothioconazool Kestrel 1,25 l Elatus Plus 0,75 l + Caramba 1,125 l 11. Kestrel 1,25 l DPX LEM EC 1 l (*) + Prosaro 1 l benzovindiflupyr 75 metconazool 67,5 penthiopyrad 200 prothioconazool tebuconazool Adexar 1,5 l epoxiconazool 93,75 + fluxapyroxad 93,75 (K) Controle (*) Fungicide niet erkend in wintertarwe: DPX LEM EC Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

97 Proefomstandigheden 3.1. Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 14 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort zandleem ph (KCl) 6,0 5,5 6,0 normaal Koolstof (%) 1,29 1,0 1,5 normaal Fosfor (P) eerder hoog 40 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 20 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,8 3,1 6,7 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 14 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 126,17 waarvan 119,58 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,44 2, ,67 2, ,47 2,22 N-bemestingsadvies Inagro: 132 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2014: wintertarwe 2015: suikerbieten 2016: aardappelen 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 28 oktober Zaai datum: 31 oktober 2016 dichtheid: 140 kg/ha tussen rij afstand: 15,8 cm 3.5. Ras: Gedser 3.6. Bemesting Stikstof: 156 E 1 e fractie (16/03/2017), 78 E vloeibaar 39% N 2 e fractie (14/04/2017), 78 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 03/11/2016: Bacara 0,9 l/ha - 01/04/2017: Primus Perfect 100 ml/ha Groeiregulatoren: - 09/04/2017: K2 1,2 l/ha - 14/04/2017: Medax Top 0,8 l + CCC 0,5 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 19 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m breedte x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

98 Teeltverloop Standdichtheid Voldoende planten per m². Legering Kwam niet voor. Bladziektedruk Op 21 juni was het onbehandeld gewas (object 1) nagenoeg volledig afgestorven en vertoonde veel tot zeer veel bruine roest (Puccinia recondita) en dit tot op het laatste blad. Bij het object met enkel een bladbehandeling (object 2) was het voorlaatste blad aan het vergelen. Bij de objecten met een bladbehandeling en een aarbehandeling (objecten 3 tot en met 11) waren de bovenste twee bladlagen nog groen. Zie ook 5.2 Evolutie van de ziekteaantasting verder in dit verslag. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

99 Proefresultaten 5.1. Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte, aarfusarium en gehalte mycotoxinen (DON) in de graankorrel 2017 Object (nr) Volledig onbehandeld Voorlaatste blad (05/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Aar 100% uit (stadium 59) (30/05/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. onbehandeld (object 1) meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (object 1) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht Vochtgehalte (bij 15% vocht) g % Aarfusarium (***) (ziekte-index) DON (****) % ppm of mg/kg c ,85 d 37,61 c 12,34 a 0,38 0,104 Enkel bladbehandeling 2. Kestrel 1,25 l b 111, ,42 c 40,97 b 12,39 a 0,00 0,111 Vergelijking aarbehandelingen 3. Kestrel 1,25 l Ceriax 1,75 l ab 117, ,49 abc 42,68 ab 12,62 a 0,00 0, Kestrel 1,25 l Adexar 1,5 l ab 118, ,06 abc 42,92 ab 12,52 a 0,00 0, Kestrel 1,25 l Aviator Xpro 1,25 l ab 116, ,54 abc 42,37 ab 12,70 a 0,06 0, Kestrel 1,25 l Seguris 0,8 l + Prosaro 0,8 l ab 117, ,09 a 42,75 ab 12,58 a 0,06 0, Kestrel 1,25 l Librax 1,5 l ab 118, ,01 abc 42,20 ab 12,40 a 0,00-8. Kestrel 1,25 l Aviator Xpro 1,25 l + Bravo 1 l a 123, ,52 abc 44,44 a 12,58 a 0,19-9. Kestrel 1,25 l Velogy Era 1 l ab 119, ,61 abc 42,81 ab 12,59 a 0, Kestrel 1,25 l Elatus Plus 0,75 l + Caramba 1,125 l 11. Kestrel 1,25 l DPX LEM 17 20EC 1 l (**) + Prosaro 1 l Enkel aarbehandeling ab 121, ,70 bc 42,84 ab 12,58 a 0, ab 118, ,17 abc 41,95 ab 12,45 a 0, Adexar 1,5 l ab 113, ,49 abc 42,13 ab 12,69 a - - K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 894 kg 5,46 3,32** 7,80% 5,46 3,32** (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst (**) Fungicide niet erkend in wintertarwe: DPX LEM EC (***) Tijdens de maand juli werden de objecten 1 tot en met 11 geëvalueerd naar aantasting door aarfusarium via een ordinaal scoringssysteem verdeeld in vijf klassen (klasse 1: gezond, klasse 2: tot 25 % van de aar aangetast, klasse 3: 25 tot 50 % van de aar aangetast, klasse 4: 50 tot 75 % van de aar aangetast, klasse 5: 75 tot 100 % van de aar aangetast). Per object en per herhaling werden 100 aren gescoord. De ziekte-index werd berekend als (0*n1+1*n2+2*n3+3*n4+4*n5)/4 met n1 tot n5 het aantal aren in klassen 1 tot 5. (****) Bij de oogst werd het gehalte Fusarium mycotoxinen (DON) bepaald in de graankorrel bij de objecten 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bioingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent 1,08 kg 0,97 6,85** 2,20 g 3,64 3,76** 0,31% 1,71 1,01 Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

100 onbehandeld enkel bladbehandeling (voorl. blad Kestrel 1,25 l: 5 mei 2017) enkel aarbehandeling (aar uit Adexar 1,5 l: 30 mei 2017) aar uit: Adexar 1,5 l (+ voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Librax 1,5 l (+ voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Ceriax 1,75 l (voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Aviator Xpro 1,25 l (voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Aviator Xpro 1,25 l + Bravo 1 l (voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Seguris 0,8 l + Prosaro 0,8 l (+ voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: DPX LEM EC 1 l + Prosaro 1 l (+ voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Velogy Era 1 l (+ voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) aar uit: Elatus Plus 0,75 l + Caramba 1,125 l (+ voorl. bl.: Kestrel 1,25 l) Bruto-korrelopbrengst in kg/ha c b ab ab ab ab ab ab ab ab a ab AARZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF WINTERTARWE HELKIJN Bravo 1 l = kg/ha bladbehandeling = kg/ha gemiddelde blad- + aarbehandeling (erkende fungiciden) = kg/ha (= kg/ha tov onbehandeld) op basis van fluxapyroxad op basis van bixafen op basis van isopyrazam op basis van penthiopyrad op basis van benzovindiflupyr Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

101 Evolutie van de ziekteaantasting 2017 a. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Op het gewas onbehandeld met fungiciden werden er 40 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis). Hierbij werd het aantal halmen geteld die de respectievelijke voetziekten vertoonden. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Datum Gewasstadium Oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen Scherpe oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen aantal halmen op 40 Andere % halmen Totaal voetziekten aantal halmen op e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (32) % halmen b. Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure De bladeren van 40 hoofdhalmen werden beoordeeld op de aanwezigheid van meeldauw (Erysiphe graminis), bladseptoria (Septoria tritici), gele roest (Puccinia striiformis) en bruine roest (Puccinia recondita). Hierbij werd het aantal bladeren geteld die de respectievelijke bladziekten vertoonden en dit als volgt: - meeldauw en bladseptoria: bovenste 3 bladlagen (schaal 0 tot 120) - gele en bruine roest: alle groene bladeren (schaal 0 tot 200). Voor wat de bladluisdruk betreft, werden er 100 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van bladluizen. Hierbij werd het aantal hoofdhalmen geteld die bezet waren met bladluizen (schaal 0 tot 100). Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Datum Gewasstadium Meeldauw (aantal bladeren 0 tot 120) Gele roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bruine roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bladvlekkenziekte (aantal bladeren 0 tot 120) e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (32) e blad punten voorlaatste blad Bladluizen (aantal halmen 0 tot 100) voorlaatste blad bijna volledig uit tot pinnen laatste blad laatste blad opgerold tot redelijk ver uit aarzwelling duidelijk zichtbaar tot vlagbladschede opent zich aar volledig uit einde bloei tot waterrijp waterrijp tot vroeg melkrijp Geen tellingen uitgevoerd Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

102 onbehandeld enkel bladbehandeling (voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) enkel aarbehandeling (aar 100% uit: Adexar 1,5 l) Adexar 1,5 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Aviator Xpro 1,25 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Seguris 0,75 l + Sirena 1 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Skyway Xpro 1,25 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Aviator Xpro 1,25 l + Bravo 1 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Ceriax 1,75 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) DPX LEM1720EC + Prosaro 1 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l (+ voorlaatste blad: Kestrel 1,25 l) Bruto-graanopbrengst in kg/ha e d bc bc ab c a a abc bc a Bruto-korrelopbrengst 2016 Op het proefveld te Zwevegem (Sint-Denijs) werden diverse aarbehandelingen met elkaar vergeleken bij de toepassing in het stadium aar 100% uit begin bloei. Zwevegem (Sint-Denijs) aarbehandeling op basis van een carboxamide (SDHi) Toevoeging van Bravo 1 l/ha aan Aviator Xpro 1,25 l/ha resulteerde nauwelijks in een verhoging van de bruto-graanopbrengst (+ 147 kg/ha). aarbehandeling op basis van een strobilurine Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

103 Proefomstandigheden West-Vlaanderen Zwevegem (Sint-Denijs) Ras (en zaaidatum) Bergamo (13 oktober 2015) Bladbehandeling - voorlaatste blad (Kestrel 1,25 l) Aarbehandeling (met diverse te vergelijken aarfungiciden) 3 mei 2016 aar 100% uit begin bloei 1 juni 2016 Ziektedruk in het onbehandeld gewas Belangrijke druk van bladvlekken en later in het groeiseizoen hoge druk van bruine roest. Op het einde van het groeiseizoen aarfusarium Toelichting resultaten fungiciden aarbehandeling Bij de aarbehandeling scoorden de fungiciden op basis van een carboxamide (SDHi) gemiddeld iets beter naar bruto-graanopbrengst in vergelijking met een aarbehandeling op basis van een strobilurine. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

104 III. WINTERTARWE ZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF IN HET KADER VAN IPM Proefveldhouder: Jean-Pierre MAES, Elleboogstraat 14, 8587 Helkijn Proefplaats: Helkijn 1. Doel De vergelijking nagaan tussen: - een ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel aan de hand van het ziektebestrijdingsmodel Epipre, waarbij er ziektewaarnemingen uitgevoerd worden op het perceel - één fungicidebehandeling - twee fungicidebehandelingen (resp. voorlaatste blad en aarbehandeling) 2. Objecten Ras: Gedser Object (nr) Fungicidebehandeling Voorlaatste blad Aar 100% uit (stadium 59) (05/05/2017) (30/05/2017) 1. (K) onbehandeld Epipré (*) Kestrel 1,25 l Librax 1,5 l 3. 1 fungicidebehandeling - Librax 1,5 l 4. 2 fungicidebehandelingen Kestrel 1,25 l Librax 1,5 l (*) Object 2 (Epipré): - behandeling in het stadium voorlaatste blad op 5 mei is uitgevoerd op basis van het Epipréadviessysteem tegen septoria - behandeling in het stadium aar 100% uit op 30 mei is uitgevoerd op basis van het Epipréadviessysteem tegen bruine roest en meeldauw (K) Controle Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

105 3. Proefomstandigheden Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 14 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintertarwe grondsoort zandleem ph (KCl) 6,0 5,5 6,0 normaal Koolstof (%) 1,29 1,0 1,5 normaal Fosfor (P) eerder hoog 40 kg P2O5/ha Kalium (K) eerder hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) eerder hoog 20 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,8 3,1 6,7 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 14 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 126,17 waarvan 119,58 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,44 2, ,67 2, ,47 2,22 N-bemestingsadvies Inagro: 132 kg/ha ( ) 3.2. Voorvruchten 2014: wintertarwe 2015: suikerbieten 2016: aardappelen 3.3. Bodembewerkingen Ploegen: 28 oktober Zaai datum: 31 oktober 2016 dichtheid: 140 kg/ha tussen rij afstand: 15,8 cm 3.5. Ras: Gedser 3.6. Bemesting Stikstof: 156 E 1 e fractie (16/03/2017), 78 E vloeibaar 39% N 2 e fractie (14/04/2017), 78 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: - 03/11/2016: Bacara 0,9 l/ha - 01/04/2017: Primus Perfect 100 ml/ha Groeiregulatoren: - 09/04/2017: K2 1,2 l/ha - 14/04/2017: Medax Top 0,8 l + CCC 0,5 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Oogst 19 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m breedte x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 4. Teeltverloop 4.1 Standdichtheid Voldoende aantal planten/m² 4.2 Legering Kwam niet voor. Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

106 Evolutie van de ziekteaantasting a. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Op het gewas onbehandeld met fungiciden werden er 40 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van oogvlekkenziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en scherpe oogvlekkenziekte (Rhizoctonia cerealis). Hierbij werd het aantal halmen geteld die de respectievelijke voetziekten vertoonden. Evolutie van de voetziektedruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure Datum Gewasstadium Oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen Scherpe oogvlekkenziekte aantal halmen op 40 % halmen aantal halmen op 40 Andere % halmen Totaal voetziekten aantal halmen op e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (32) % halmen b. Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipre-telprocedure De bladeren van 40 hoofdhalmen werden beoordeeld op de aanwezigheid van meeldauw (Erysiphe graminis), bladseptoria (Septoria tritici), gele roest (Puccinia striiformis) en bruine roest (Puccinia recondita). Hierbij werd het aantal bladeren geteld die de respectievelijke bladziekten vertoonden en dit als volgt: meeldauw en bladseptoria: bovenste 3 bladlagen (schaal 0 tot 120) gele en bruine roest: alle groene bladeren (schaal 0 tot 200). Voor wat de bladluisdruk betreft, werden er 100 hoofdhalmen beoordeeld op de aanwezigheid van bladluizen. Hierbij werd het aantal hoofdhalmen geteld die bezet waren met bladluizen (schaal 0 tot 100). Evolutie van de bladziekte- en bladluisdruk op het onbehandeld gewas aan de hand van de Epipretelprocedure Datum Gewasstadium Meeldauw (aantal bladeren 0 tot 120) Gele roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bruine roest (aantal bladeren 0 tot 200) Bladvlekkenziekte (aantal bladeren 0 tot 120) e knoop voelbaar (31) e knoop voelbaar (32) e knoop voelbaar (32) e blad punten voorlaatste blad Bladluizen (aantal halmen 0 tot 100) voorlaatste blad bijna volledig uit tot pinnen laatste blad laatste blad opgerold tot redelijk ver uit aarzwelling duidelijk zichtbaar tot vlagbladschede opent zich aar volledig uit einde bloei tot waterrijp waterrijp tot vroeg melkrijp Geen tellingen uitgevoerd Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

107 Proefresultaten en bespreking Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte 2017 Object (nr) Fungicidebehandeling kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. onbehandeld (object 1) meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (object 1) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht Vochtgehalte (bij 15% vocht) g % 1. (K) onbehandeld c ,33 b 37,55 b 12,51 a 2. Epipre (blad- en aarbehandeling) - bladbehandeling: voorlaatste blad - aarbehandeling: aar 100% uit ab 122, ,48 a 42,94 a 12,45 a 3. 1 fungicidebehandeling (aar 100% uit) b 118, ,22 a 43,12 a 12,64 a 4. 2 fungicidebehandelingen - voorlaatste blad - aar 100% uit K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (K) Controle a 124, ,34 a 43,16 a 12,48 a 416 kg 2,29 70,37** 3,66% 2,29 70,37** 0,81 kg 0,65 35,48** 1,57 g 2,36 31,56** 0,27% 1,36 0,96 Bruto-korrelopbrengst Alle beproefde fungicidetoepassingen (objecten 2, 3 en 4) realiseerden een significant hogere bruto-meeropbrengst t.o.v. onbehandeld. Onder de gegeven ziektedruk en klimatologische omstandigheden werd de hoogste bruto-meeropbrengst (t.o.v. onbehandeld) bekomen bij de objecten met twee fungicidebehandelingen respectievelijk in het stadium voorlaatste blad en het stadium aar 100% uit. De bekomen bruto-meeropbrengst bedroeg met name bij: - object 2: Epipré (respectievelijk voorlaatste blad en aar 100% uit): kg/ha t.o.v. onbehandeld - object 4: 2 fungicidebehandelingen (respectievelijk voorlaatste blad en aar 100% uit): kg/ha t.o.v. onbehandeld Ten opzichte van één fungicidebehandeling (in het stadium aar 100% uit ) nam de bruto-korrelopbrengst bij twee fungicidebehandelingen (respectievelijk in het stadium voorlaatste blad en in het stadium aar 100% uit) namelijk toe met kg tot kg/ha. Hectolitergewicht en duizendzadengewicht Door inzet van zowel één fungicidebehandeling als twee fungicidebehandelingen was er een significante verhoging van zowel het hectolitergewicht (+ 2,89 kg tot + 3,15 kg) als het duizendzadengewicht (+ 5,39 g tot + 5,61 g). Wintertarwe Hoofdstuk V Ziektebestrijding

108

109 DEEL II - WINTERGERST

110 HOOFDSTUK I - WINTERGERST RASSEN Proefveldhouders: - René CLAEYS, Blankenbergsesteenweg 80, 8377 Zuienkerke Proefplaats: Blankenbergsesteenweg, 8377 Zuienkerke, kustpolder, provincie West-Vlaanderen 1 Doel - Jan, Gert, Bart ROOSENS, Overraadstraat 25, 9506 Geraardsbergen (Nieuwenhove) (in samenwerking met de Vlaamse overheid) Proefplaats: Nieuwenhove, provincie Oost-Vlaanderen - Walter en Koen VANACKER, Wolfshaegen 5, 3040 Huldenberg (in samenwerking met de Vlaamse overheid) Proefplaats: Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant Het rassenonderzoek poogt uit te maken welke wintergerstrassen het meest geschikt zijn voor verbouw onder de Vlaamse maritieme teeltomstandigheden. Hiertoe worden nieuwe beloftevolle binnen- en buitenlandse rassen uitgezaaid naast de in ons land meest geteelde. De belangrijkste facetten van het rassenonderzoek zijn het opbrengstvermogen, de teeltveiligheid en korrelkwaliteit (hectolitergewicht en duizendzadengewicht). 2 Objecten Zesrijige rassen Zaaidichtheid: - kleigebied (kustpolder): 350 zaden/m², hybriden: 263 zaden/m² (proefveld Zuienkerke) - leemgebied: 250 zaden/m², hybriden: 188 zaden/m² (proefvelden Nieuwenhove en Huldenberg) Zaaizaadbehandeling: specifieke zaaizaadbehandeling tegen bladluizen (behalve de tolerante rassen voor het dwergvergelingsvirus Amistar, Domino en Rafaela) Ras Mandataris of verdeler Jaar van eerste opname in de Europese rassenlijst (*) Oorsprong (bron: mandataris) kweker kruising (land) Vroeg- (rijp)heid (bron: mandataris) Gele mozaïekvirus (R = resistent) (bron: mandataris) Dwergvergelingsvirus (T = tolerant) (bron: mandataris) Amistar Jorion/Philip Seeds 2012 Momont-Henette vroeg R T 48 Domino Jorion/Philip Seeds 2015 Momont-Henette zeer vroeg R T 41 Etincel Jorion/Philip Seeds 2011 Secobra (F) zeer vroeg R 39 Hedwig Limagrain Belgium 2017 Von Borries (D) aarvorming: vroeg afrijping: vroeg R (type 1 en 2) 43 KWS Tonic Aveve Zaden 2012 KWS Lochow Leibniz x LP bloei en rijpheid: halfvroeg R (type 1) 42 Meridian Aveve Zaden 2010 KWS Lochow (Ikone x Lomerit) bloei en rijpheid: halfvroeg R (type 1) 41 x Fredericus Monique Jorion/Philip Seeds 2015 (B) Von Borries halfvroeg R 40 Quadriga SCAM 2014 Secobra (F) halflaat-laat R 47 Rafaela Limagrain Belgium 2014 (B) Limagrain Europe Laverda x S23684 aarvorming: zeer vroeg R (type 1) T 40 afrijping: midden vroeg Tequila Limagrain Belgium 2015 (B) Limagrain Europe Hercule x Meridian aarvorming: halfvroeg R (type 1) 42 afrijping: halflaat Veronika Limagrain Belgium 2016 Limagrain Europe LP-628 x Kathleen aarvorming: halflaat R (type 1) 38 afrijping: halflaat Verity Rigaux semences 2014 Saatzucht Breun halflaat 40 Hybriderassen Bazooka Aveve/Syngenta Seeds 2014 Syngenta Seeds bloei: vroeg R (BaYMV1) 44 rijpheid:halflaat Hook Syngenta Seeds 2016 Syngenta Seeds halflaat R (BaYMV1) 39 Smooth Syngenta Seeds 2012 Syngenta Seeds halfvroeg R (BaYMV1) 46 Wootan Syngenta Seeds 2014 Syngenta Seeds gemiddeld R (BaYMV1) 50 (*) (B) = ras eveneens ingeschreven op de Belgische rassenlijst Duizendzadengewicht in gram Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

111 Rassenproef wintergerst Zuienkerke, kustpolder, provincie West-Vlaanderen 3.1 Proefomstandigheden Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintergerst grondsoort klei ph (KCl) 7,3 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,7 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) hoog 0 kg P2O5/ha Kalium (K) hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 1020 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,7 3,1-6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 30,95 waarvan 24,82 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,56 1, ,63 2, ,63 1,62 N-bemestingsadvies wintergerst Inagro: 175 kg/ha ( ) Voorvruchten 2014: maïs 2015: wintertarwe 2016: suikerbieten Bodembewerkingen Ploegen: eind september Zaai - datum: 5 oktober dichtheid: 350 zaden/m², hybriden: 263 zaden/m² Ras Duizendzadengewicht in gram Zaaidichtheid in kg/ha klei (kustpolder) 350 zaden/m² Amistar Domino Etincel Hedwig KWS Tonic Meridian Monique Quadriga Rafaela Tequila Veronika Verity Gemiddelde Bazooka Hook Smooth Wootan Gemiddelde tussen rij afstand: 10,7 cm Bemesting Stikstof: 160 E - 1 e fractie (15/03/2017), 80 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (06/04/2017), 80 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: - Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen Rassenonderzoek wintergerst

112 Gewasbescherming Herbiciden: 29/10/2016: Malibu 3 l + Axial 0,9 l/ha Groeiregulatoren: 05/04/2017: Medax Top 1,5 l/ha Fungiciden: - 05/04/2017: Stereo 2 l/ha - 29/04/2017: Skyway Xpro 1,25 l + Bravo 1 l/ha Insecticiden: specifieke zaaizaadbehandeling tegen bladluizen, behalve de tolerante rassen voor het dwergvergelingsvirus Amistar, Domino en Rafaela Oogst 5 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (14 rijen x 0,107 m tussenrijafstand x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen Rassenonderzoek wintergerst

113 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) ras kg ras g ras % Hook (hybride) a 107,2 Smooth (hybride) 71,51 a Rafaela (tolerant 55,30 a Hedwig 17,51 a dwergvergelingsvirus) KWS Tonic a 106,3 Amistar (tolerant 71,32 a Verity 53,81 ab Bazooka (hybride) 17,24 ab dwergvergelingsvirus) Wootan (hybride) ab 105,9 Etincel 70,43 b Quadriga 53,13 bc Tequila 17,19 ab Bazooka (hybride) abc 104,0 Wootan (hybride) 70,23 b Veronika 52,62 bcd Smooth (hybride) 16,80 bc Amistar (tolerant bcd 101,5 Hook (hybride) 70,12 bc Tequila 51,36 cde Domino (tolerant 16,80 bc dwergvergelingsvirus) Dwergvergelingsvirus) Etincel bcd 101,4 Hedwig 70,06 bc KWS Tonic 51,19 cde Quadriga 16,73 bcd Smooth (hybride) bcd 101,2 Bazooka (hybride) 69,97 bc Meridian 50,94 cdef Wootan (hybride) 16,60 cde Veronika cd 100,7 Verity 69,90 bc Hook (hybride) 50,92 cdef Hook (hybride) 16,49 cdef Quadriga cd 100,7 Tequila 69,86 bcd Smooth (hybride) 50,50 defg Meridian 16,32 cdef Monique cd 100,7 Monique 69,75 bcd Bazooka (hybride) 49,41 efg Veronika 16,27 cdef Tequila cd 100,5 Meridian 69,46 cde Hedwig 48,75 fg KWS Tonic 16,21 cdef Verity cd 99,9 KWS Tonic 69,17 de Domino (tolerant 48,62 g Verity 16,15 def Dwergvergelingsvirus) Hedwig cde 98,9 Veronika 69,05 e Amistar (tolerant 48,61 g Amistar (tolerant 16,12 def dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Rafaela (tolerant de 97,7 Quadriga 69,03 e Monique 48,49 g Monique 16,12 def dwergvergelingsvirus) Meridian de 96,3 Domino (tolerant 67,81 f Wootan (hybride) 45,93 h Rafaela (tolerant 16,02 ef Dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Domino (tolerant e 94,3 Rafaela (tolerant 66,13 g Etincel 45,89 h Etincel 15,99 f dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen 69,61 Gemiddelde alle rassen 50,34 Gemiddelde alle rassen 16,54 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 531 kg 3,09 5,05** 4,41% 3,09 5,05** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,64 kg 0,65 32,28** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 2,01 g 2,79 14,12** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Getuigen = gemiddelde van de rassen Amistar, Domino, Etincel, KWS Tonic, Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Tequila, Veronika en Verity De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 69,61 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 66,1 kg tot maximaal 71,5 kg, hetzij een verschil van 5,4 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 50,34 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 45,9 g tot maximaal 55,3 g, hetzij een verschil van 9,4 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 16,5% en varieerde naargelang het ras van minimaal 16,0% tot maximaal 17,5%, hetzij een verschil van 1,5%. 0,52% 2,18 6,81** Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen Rassenonderzoek wintergerst

114 Ziektedruk De rassen KWS Tonic, Rafaela en Amistar bleken het gevoeligst ten aanzien van dwergroest Bepaling van het Fusarium mycotoxine (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd bij de rassen Domino, Etincel, KWS Tonic, Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Smooth, Tequila, Veronika en Wootan het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden. Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Domino 0,101 Etincel 0,199 KWS Tonic 0,128 Meridian 0,000 Monique 0,000 Quadriga 0,000 Rafaela 0,049 Smooth (hybride) 0,016 Tequila 0,085 Veronika 0,061 Wootan (hybride) 0,099 Gemiddelde 0,067 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Domino 0,104 Etincel 0,052 KWS Tonic 0,138 Meridian 0,015 Monique 0,051 Quadriga 0,053 Rafaela 0,024 Smooth (hybride) 0,027 Tequila 0,000 Veronika 0,012 Wootan (hybride) 0,067 Gemiddelde 0, Strolengte Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (*) (cm) Bazooka (hybride) 108,40 a Verity 108,02 ab Meridian 105,50 abc Monique 105,43 abc Smooth (hybride) 105,25 abc Tequila 104,62 abc Hook (hybride) 104,00 abc Wootan (hybride) 103,90 abc Domino (tolerant dwergvergelingsvirus) 103,60 abc Hedwig 102,55 bc Quadriga 101,25 cd Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus) 101,08 cd Veronika 100,68 cd KWS Tonic 96,22 de Amistar (tolerant dwergvergelingsvirus) 95,40 e Etincel 91,95 e Gemiddelde 102,37 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 4,92 3,36 6,94** (*) Strolengte: na toepassen van één behandeling met een groeiregulator Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen Rassenonderzoek wintergerst

115 Legergevoeligheid Legering kwam niet voor. Omwille van de weersomstandigheden (zeer krachtige wind) op 6 en 7 juni 2017, was het gewas gedreven. De mate waarin het gewas gedreven was, was verschillend naargelang het ras. Het gewas was het meest gedreven (in belangrijke mate) bij het ras Rafaela, en verder ook (zij het in iets mindere mate dan bij Rafaela) bij Monique en bij Bazooka (hybride). Bij de overige rassen was het gewas minder erg gedreven Halmbreuk Het ras Etincel bleek duidelijk het meest gevoelig voor halmbreuk Standdichtheid Zaaidichtheid: 350 zaden/m², hybriden: 263 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Amistar (tolerant dwergvergelingsvirus) 193 de Domino (tolerant dwergvergelingsvirus) 203 bcde Etincel 225 ab Hedwig 207 abcde KWS Tonic 208 abcde Meridian 220 abc Monique 211 abcde Quadriga 214 abcd Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus) 200 cde Tequila 211 abcde Veronika 196 cde Verity 228 a Bazooka (hybride) 205 abcde Hook (hybride) 188 e Smooth (hybride) 195 de Wootan (hybride) 198 cde Gemiddelde 206 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 21,04 planten 7,13 2,49** Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Na de oogst van de wintergerst werd het nitraatresidu in het bodemprofiel (0-90 cm) bepaald. De wintergerst werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de wintergerst werd het stro afgehaald. Er werd vervolgens geen organische bemesting toegediend. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte in cm Nitraatresidu-bepaling (kg NO3-N/ha) kort na de oogst 17 november 2017 (10/08/2017) ,55 17, ,59 4, ,50 9,88 nitraatresidu 17,64 31,88 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen Rassenonderzoek wintergerst

116 Rassenproef wintergerst Nieuwenhove (Geraardsbergen), provincie Oost-Vlaanderen 4.1 Proefomstandigheden Bodemkarakteristieken grondsoort: leem ph (KCl): 6,6 Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha < < < 4 N-bemestingsadvies Bodemkundige Dienst van België: 160 kg/ha (85+75) Voorvrucht 2016: wintertarwe Zaai - datum: 6 oktober dichtheid: 250 zaden/m², hybriden: 188 zaden/m² Bemesting Stikstof: 150 E - 1 e fractie (16/03/2017), 70 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (21/04/2017), 80 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 28/10/2016: Liberator 0,5 l + AZ ml/ha Groeiregulatoren: - 10/04/2017 (2e knoop): Medax Top 1 l/ha - 01/05/2017 (laatste blad): Terpal 1,5 l/ha Fungiciden: - 10/04/2017 (2e knoop): Diamant 1 l + chloorthalonil 1 l/ha - 01/05/2017 (laatste blad): Librax 1,25 l/ha Insecticiden: specifieke zaaizaadbehandeling tegen bladluizen, behalve de tolerante rassen voor het dwergvergelingsvirus Amistar, Domino en Rafaela Oogst 4 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,125 m tussenrijafstand x 12 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen Rassenonderzoek wintergerst

117 4.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg ras g ras % Rafaela (tolerant a 106,3 Amistar (tolerant 67,87 a Verity 50,40 a Hedwig 16,54 a dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Smooth (hybride) ab 104,1 Smooth (hybride) 66,58 b Rafaela (tolerant 49,15 ab Quadriga 15,91 b dwergvergelingsvirus) Verity ab 103,7 Tequila 66,39 b Tequila 48,42 abc Bazooka (hybride) 15,84 bc KWS Tonic abc 103,2 Hedwig 66,06 b Veronika 47,89 bcd Domino (tolerant 15,80 bc dwergvergelingsvirus) Tequila abcd 102,7 Veronika 65,95 b KWS Tonic 46,40 cde Amistar (tolerant 15,79 bc dwergvergelingsvirus) Wootan (hybride) abcd 102,7 Etincel 64,64 c Meridian 45,84 def Wootan (hybride) 15,78 bc Hedwig bcd 102,1 Bazooka (hybride) 64,54 c Quadriga 45,79 def Smooth (hybride) 15,66 bcd Veronika bcd 101,2 KWS Tonic 63,95 cd Smooth (hybride)) 45,47 ef Tequila 15,64 bcde Meridian bcde 100,9 Meridian 63,94 cd Amistar (tolerant 44,78 efg Monique 15,50 bcdef dwergvergelingsvirus) Bazooka (hybride) bcde 100,8 Verity 63,47 cde Hedwig 43,70 fgh Veronika 15,49 cdef Hook (hybride) bcde 100,5 Monique 63,40 cde Domino (tolerant 43,16 gh Etincel 15,48 cdef dwergvergelingsvirus) Monique cdef 99,8 Quadriga 63,02 de Bazooka (hybride) 42,66 gh Hook (hybride) 15,30 def Quadriga def 98,9 Domino (tolerant 62,67 de Monique 42,63 gh Verity 15,24 ef dwergvergelingsvirus) Amistar (tolerant ef 97,2 Wootan (hybride) 62,67 de Hook (hybride) 42,29 h Meridian 15,18 f dwergvergelingsvirus) Etincel f 96,7 Hook (hybride) 62,34 e Etincel 39,68 i KWS Tonic 15,15 f Domino (tolerant g 89,4 Rafaela (tolerant 61,03 f Wootan (hybride) 39,24 i Rafaela (tolerant 15,11 f dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen 64,28 Gemiddelde alle rassen 44,84 Gemiddelde alle rassen 15,59 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 356 kg 2,34 10,99** 3,35% 2,34 10,99** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,17 kg 1,28 20,43** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,98 g 3,08 21,57** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,36% 1,64 8,29** (*) Getuigen = gemiddelde van de rassen Amistar, Domino, Etincel, KWS Tonic, Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Tequila, Veronika en Verity De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 64,28 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 61,0 kg tot maximaal 67,9 kg, hetzij een verschil van 6,9 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 44,84 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 39,2 g tot maximaal 50,4 g, hetzij een verschil van 11,2 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 15,59% en varieerde naargelang het ras van minimaal 15,1% tot maximaal 16,5%, hetzij een verschil van 1,4%. Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

118 Ziektedruk a. Bladziekten Schaal 1-9: 1 = zeer veel aantasting 4 = matig tot veel aantasting 7 = weinig aantasting 2 = veel tot zeer veel aantasting 5 = matige aantasting 8 = zeer weinig aantasting 3 = veel aantasting 6 = weinig tot matige aantasting 9 = geen aantasting De aanwezige bladziekten (netvlekkenziekte, bladvlekkenziekte, dwergroest en meeldauw) werden gezamenlijk geëvalueerd. Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid voor bladziekten op onbehandeld gewas Ras Bladziekten Tequila 6,7 Veronika 6,5 Rafaela 6,3 Hedwig 6,0 Wootan 6,0 Quadriga 5,5 Hook 5,1 Smooth 5,0 Monique 4,8 Domino 4,6 Meridian 4,6 Verity 4,5 Bazooka 4,1 Etincel 3,8 KWS Tonic 2,2 Amistar 1,0 Gemiddelde 4,8 b. Meeldauw Het ras Amistar was duidelijk het gevoeligst ten aanzien van meeldauw Bepaling van het Fusarium mycotoxine (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd bij de rassen Domino, Etincel, KWS Tonic, Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Smooth, Tequila, Veronika en Wootan het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden. Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Domino 0,353 Etincel 0,347 KWS Tonic 0,000 Meridian 0,098 Monique 0,019 Quadriga 0,177 Rafaela 0,000 Smooth (hybride) 0,059 Tequila 0,033 Veronika 0,318 Wootan (hybride) 0,048 Gemiddelde 0,132 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

119 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Domino 0,151 Etincel 0,204 KWS Tonic 0,109 Meridian 0,125 Monique 0,088 Quadriga 0,128 Rafaela 0,110 Smooth (hybride) 0,108 Tequila 0,080 Veronika 0,102 Wootan (hybride) 0,143 Gemiddelde 0, Strolengte Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (*) (cm) Verity 110,57 a Bazooka (hybride) 109,55 ab Hook (hybride) 108,60 abc Hedwig 108,59 abc Monique 108,40 abc Quadriga 108,10 abcd Tequila 107,40 abcd Wootan (hybride) 106,88 abcd Smooth (hybride) 106,35 abcd Veronika 105,95 bcde Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus) 104,48 cdef Domino (tolerant dwergvergelingsvirus) 103,75 def Meridian 101,85 ef KWS Tonic 101,00 f Amistar (tolerant dwergvergelingsvirus) 88,59 g Etincel 85,92 g Gemiddelde 104,12 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 3,83 2,57 28,19** (*) Strolengte: na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator Weerstand tegen legeren Er kwam geen legering voor Halmbreuk Het ras Etincel bleek duidelijk het meest gevoelig voor halmbreuk. Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

120 Standdichtheid Zaaidichtheid: 250 zaden/m², hybriden: 188 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Amistar (tolerant dwergvergelingsvirus) 179 bcd Domino (tolerant dwergvergelingsvirus) 186 ab Etincel 195 a Hedwig 178 bcd KWS Tonic 187 ab Meridian 181 abcd Monique 185 abc Quadriga 180 bcd Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus) 188 ab Tequila 178 bcd Veronika 185 abc Verity 184 abc Bazooka (hybride) 160 ef Hook (hybride) 171 cde Smooth (hybride) 154 f Wootan (hybride) 168 de Gemiddelde 179 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 12,87 planten 5,04 5,66** Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

121 Rassenproef wintergerst Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant 5.1 Proefomstandigheden Bodemkarakteristieken grondsoort: lichte leem ph (KCl): 6,3 Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 8 februari 2017 Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha < < < 4 N-bemestingsadvies Bodemkundige Dienst van België: 160 kg/ha ( ) Voorvrucht 2016: wintertarwe Zaai - datum: 6 oktober dichtheid: 250 zaden/m², hybriden: 188 zaden/m² Bemesting Stikstof: 160 E - 1 e fractie (14/03/2017), 70 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (17/04/2017), 90 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 05/11/2016: Liberator 0,6 l + AZ ml/ha Groeiregulatoren: - 04/04/2017 (1e - 2e knoop): Medax Top 1 l/ha - 29/04/2017 (laatste blad): Arvest 0,75 l/ha Fungiciden: - 04/04/2017 (1e - 2e knoop): Cherokee 1,5 l/ha - 29/04/2017 (laatste blad): Evora Xpro 1 l + Pugil 1 l/ha Insecticiden: specifieke zaaizaadbehandeling tegen bladluizen, behalve de tolerante rassen voor het dwergvergelingsvirus Amistar, Domino en Rafaela Oogst 6 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,125 m tussenrijafstand x 12 m lengte) Aantal blokken: 4 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

122 5.2 Proefresultaten Korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) Hectolitergewicht (bij 15% vocht) Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) Vochtgehalte ras kg ras g ras % Hedwig a 109,2 Amistar (tolerant 66,03 a Rafaela (tolerant 49,08 a Hedwig 13,40 a dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Smooth (hybride) ab 108,9 Etincel 64,70 ab Veronika 48,63 ab Amistar (tolerant 13,26 ab dwergvergelingsvirus) Bazooka (hybride) bc 103,6 Hedwig 64,37 b Verity 47,99 abc Etincel 13,26 ab Hook (hybride) bc 103,4 Tequila 64,22 b KWS Tonic 47,29 bc Domino (tolerant 13,12 abc dwergvergelingsvirus) Veronika bc 103,2 Smooth (hybride) 63,80 bc Tequila 47,25 bc Bazooka (hybride) 13,12 abc Wootan (hybride) bc 103,1 Veronika 63,56 bc Meridian 46,51 c Quadriga 12,94 bcd Rafaela (tolerant c 102,9 Meridian 62,56 cd Hedwig 44,11 d Wootan (hybride) 12,94 bcd dwergvergelingsvirus) Verity c 102,8 Bazooka (hybride) 62,05 de Smooth (hybride) 43,89 d Tequila 12,92 bcd KWS Tonic c 102,5 KWS Tonic 61,92 de Quadriga 43,41 d Smooth (hybride) 12,89 cde Monique cd 101,5 Domino (tolerant 61,66 de Amistar (tolerant 43,36 d Veronika 12,65 def dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Quadriga cd 101,0 Monique 61,56 de Hook (hybride) 43,22 d Hook (hybride) 12,62 def Tequila cd 99,8 Hook (hybride) 61,42 de Monique 42,62 de Meridian 12,56 ef Meridian cde 98,5 Wootan (hybride) 61,34 de Domino (tolerant 41,22 ef KWS Tonic 12,51 fg dwergvergelingsvirus) Amistar (tolerant cde 98,4 Verity 61,06 de Bazooka (hybride) 40,62 fg Monique 12,48 fg dwergvergelingsvirus) Etincel de 96,1 Quadriga 60,62 ef Etincel 40,11 fg Rafaela (tolerant 12,21 gh dwergvergelingsvirus) Domino (tolerant e 93,1 Rafaela (tolerant 59,48 f Wootan (hybride) 39,35 g Verity 12,02 h dwergvergelingsvirus) dwergvergelingsvirus) Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen Gemiddelde alle rassen 62,52 Gemiddelde alle rassen 44,29 Gemiddelde alle rassen 12,81 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 625 kg 3,60 5,00** 5,15% 3,60 5,00** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,40 kg 1,56 12,80** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,51 g 2,39 35,48** K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 0,31% 1,68 13,33** (*) Getuigen = gemiddelde van de rassen Amistar, Domino, Etincel, KWS Tonic, Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Tequila, Veronika en Verity De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Het hectolitergewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 62,52 kg en varieerde naargelang het ras van minimaal 59,5 kg tot maximaal 66,0 kg, hetzij een verschil van 6,5 kg. Het duizendzadengewicht bedroeg gemiddeld over alle rassen 44,29 g en varieerde naargelang het ras van minimaal 39,4 g tot maximaal 49,1 g, hetzij een verschil van 9,7 g. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 12,81% en varieerde naargelang het ras van minimaal 12,0% tot maximaal 13,4%, hetzij een verschil van 1,4%. Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

123 Ziektedruk a. Bladziekten Schaal 1-9: 1 = zeer veel aantasting 4 = matig tot veel aantasting 7 = weinig aantasting 2 = veel tot zeer veel aantasting 5 = matige aantasting 8 = zeer weinig aantasting 3 = veel aantasting 6 = weinig tot matige aantasting 9 = geen aantasting De aanwezige bladziekten (netvlekkenziekte, bladvlekkenziekte, dwergroest en meeldauw) werden gezamenlijk geëvalueerd. Rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid voor bladziekten op onbehandeld gewas Ras Bladziekten Veronika 6,5 Hedwig 6,3 Monique 6,0 Etincel 5,8 Domino 5,7 Tequila 5,7 Verity 5,3 Meridian 5,0 Wootan 5,0 Hook 4,7 Bazooka 4,6 Quadriga 4,5 Rafaela 4,3 Amistar 4,2 Smooth 4,2 KWS Tonic 3,2 Gemiddelde 5,1 4 Meeldauw Het ras Amistar was duidelijk het gevoeligst ten aanzien van meeldauw Bepaling van het Fusarium mycotoxine (DON) gehalte in de graankorrel na de oogst Na de oogst werd bij de rassen Domino, Etincel, KWS Tonic, Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Smooth, Tequila, Veronika en Wootan het gehalte Fusarium mycotoxine DON in de graankorrel bepaald. De analyses gebeurden bij het gewas behandeld met fungiciden en bij het gewas onbehandeld met fungiciden. Deze analyses werden uitgevoerd door de Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas, Gent. DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): behandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Domino 0,101 Etincel 0,230 KWS Tonic 0,020 Meridian 0,180 Monique 0,067 Quadriga 0,035 Rafaela 0,059 Smooth (hybride) 0,414 Tequila 0,073 Veronika 0,130 Wootan (hybride) 0,138 Gemiddelde 0,132 Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

124 DON-gehalte in de graankorrel na de oogst (ppm of mg/kg): onbehandeld met fungiciden Ras DON-gehalte (ppm of mg/kg) Domino 0,054 Etincel 0,067 KWS Tonic 0,083 Meridian 0,089 Monique 0,033 Quadriga 0,000 Rafaela 0,024 Smooth (hybride) 0,000 Tequila 0,107 Veronika 0,122 Wootan (hybride) 0,096 Gemiddelde 0, Strolengte Rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (*) (cm) Hedwig 109,85 a Verity 108,48 ab Bazooka (hybride) 108,12 abc Wootan (hybride) 106,65 abcd Quadriga 106,55 abcd Hook (hybride) 104,32 bcde Monique 104,15 bcde Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus) 103,18 cde Smooth (hybride) 103,02 cde Domino (tolerant dwergvergelingsvirus) 102,40 de Tequila 102,02 de Veronika 101,72 de KWS Tonic 100,68 e Meridian 100,48 e Amistar (tolerant dwergvergelingsvirus) 91,10 f Etincel 88,28 f Gemiddelde 102,56 K.W.V. P0,05 (cm) V.C. (%) F-ber. 4,50 3,07 13,52** (*) Strolengte: na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator Weerstand tegen legeren Er kwam geen legering voor Halmbreuk Het ras Etincel bleek duidelijk het meest gevoelig voor halmbreuk. Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

125 5.2.7 Standdichtheid Zaaidichtheid: 250 zaden/m², hybriden: 188 zaden/m² Ras Standdichtheid (planten/m²) Amistar (tolerant dwergvergelingsvirus) 192 ab Domino (tolerant dwergvergelingsvirus) 191 abc Etincel 204 a Hedwig 184 bc KWS Tonic 184 bc Meridian 182 bc Monique 196 ab Quadriga 179 bc Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus) 187 abc Tequila 187 abc Veronika 181 bc Verity 191 abc Bazooka (hybride) 159 d Hook (hybride) 179 bc Smooth (hybride) 157 d Wootan (hybride) 173 cd Gemiddelde 183 K.W.V P0,05 V.C. (%) F-ber. 15,60 planten 5,96 5,04** Wintergerst - Hoofdstuk I - Rassen - Rassenonderzoek wintergerst

126 HOOFDSTUK II - WINTERGERST ZIEKTEBESTRIJDING Proefplaatsen: 1. Doel - Zuienkerke (kustpolder) - Geraardsbergen (Nieuwenhove) (Oost-Vlaanderen) i.s.m. de Vlaamse overheid De doeltreffendheid bestuderen van fungiciden ten aanzien van bladziekten in wintergerst, toegepast in het stadium laatste blad. Doel is na te gaan welke fungiciden hierbij technisch gezien, het meest efficiënt zijn. De focus ligt hierbij op: - fungiciden op basis van carboxamiden (SDHi s): fluxapyroxad, bixafen, isopyrazam, penthiopyrad en benzovindiflupyr - al of niet toevoegen van chloorthalonil De inzet evalueren van: - één fungicidebehandeling toegepast in het stadium 1 e knoop - één fungicidebehandeling toegepast in het stadium laatste blad - twee fungicidebehandelingen toegepast respectievelijk in het stadium 1 e knoop en het stadium laatste blad Opmerking: In de hiernavolgende proefresultaten dient bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (= reële korrelopbrengsten) de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden. Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf. 2. Ziektebestrijdingsproef wintergerst Zuienkerke (kustpolder) Proefveldhouder: René CLAEYS, Blankenbergsesteenweg 80, 8377 Zuienkerke (kustpolder) Proefplaats: Blankenbergsesteenweg 80, 8377 Zuienkerke (kustpolder) 2.1 Objecten ziektebestrijdingsproef wintergerst Zuienkerke (kustpolder) Ras: KWS Tonic Object (nr) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 1 e knoop (stadium 31) (05/04/2017) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Laatste blad (stadium 39) (24/04/2017) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) 1. (Onbehandeld) (K) Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l epoxiconazool 62,4 + fluxapyroxad 62,4 + pyraclostrobine 99,9 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Adexar 1,25 l + Bravo 1 l epoxiconazool 78,125 + fluxapyroxad 78,125 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Evora Xpro 1 l bixafen 75 + prothioconazool tebuconazool Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l bixafen 75 + prothioconazool tebuconazool 100 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Bontima 2 l + Bravo 1 l cyprodinil isopyrazam 125 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Ceriax 1,5 l epoxiconazool 62,4 + fluxapyroxad 62,4 + pyraclostrobine 99,9 8. Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 DPX QFA61SC 2 l (*) + Input 1 l penthiopyrad chloorthalonil 500 prothioconazool spiroxamine Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Velogy Era 1 l benzovindiflupyr 75 + prothioconazool Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Velogy Era 1 l + Bravo 1 l benzovindiflupyr 75 + prothioconazool 150 chloortalonil Evora Xpro 1 l bixafen 75 + prothioconazool tebuconazool Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 (K) Controle (*) Fungicide niet erkend in wintergerst: DPX QFA61SC Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

127 Proefomstandigheden ziektebestrijdingsproef wintergerst Zuienkerke (kustpolder) Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor wintergerst grondsoort klei ph (KCl) 7,3 7,0-7,5 normaal Koolstof (%) 1,7 1,6 2,1 normaal Fosfor (P) hoog 0 kg P2O5/ha Kalium (K) hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 1020 z.b.w./ha Natrium (Na) 3,7 3,1-6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 30,95 waarvan 24,82 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,56 1, ,63 2, ,63 1,62 N-bemestingsadvies wintergerst Inagro: 175 kg/ha ( ) Voorvruchten 2014: maïs 2015: wintertarwe 2016: suikerbieten Bodembewerkingen Ploegen: eind september Zaai Ras KWS Tonic - datum: 5 oktober dichtheid: 350 zaden/m² - tussen rij afstand: 10 cm Bemesting Stikstof: 160 E - 1 e fractie (15/03/2017), 80 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (06/04/2017), 80 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 29/10/2016: Malibu 3 l + Axial 0,9 l/ha Groeiregulatoren: 05/04/2017: Medax Top 1,5 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Argento zaaizaadbehandeling Oogst 5 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m x 10 m lengte ) Aantal blokken: 4 Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

128 Teeltverloop ziektebestrijdingsproef wintergerst Zuienkerke (kustpolder) Standdichtheid Voldoende planten per m². Legering Legering kwam niet voor. Ziektedruk Vermits het gewas begin april in het stadium 1 e knoop (stadium 31) veel dwergroest (Puccinia hordei) vertoonde, werd er een eerste fungicidebehandeling ingezet met Stereo 2 l/ha op 5 april. Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

129 Proefresultaten ziektebestrijdingsproef wintergerst Zuienkerke (kustpolder) Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte en groenblijven van het blad 2017 Object (nr) 1 e knoop (stadium 31) (05/04/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Laatste blad (stadium 39) (24/04/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. onbehandeld (object 1) meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (object 1) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) g Vochtgehalte (%) Groenblijven blad (08/06/2017) (schaal 1-9; 1 = geen groen, 5 = matig groen, 9 = 100% groen) 1. (Onbehandeld) (K) d ,37 b 46,12 b 15,65 ab 1,38 d 2. Stereo 2 l Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l 3. Stereo 2 l Adexar 1,25 l + Bravo 1 l a 130, ,64 a 51,36 a 15,95 ab 6,13 b ab 127, ,93 a 51,28 a 15,99 ab 7,13 a 4. Stereo 2 l Evora Xpro 1 l a 128, ,42 a 50,89 a 16,11 ab 4,25 c 5. Stereo 2 l Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l 6. Stereo 2 l Bontima 2 l + Bravo 1 l a 129, ,36 a 51,51 a 15,91 ab 6,88 ab a 130, ,73 a 51,97 a 15,99 ab 7,50 a 7. Stereo 2 l Ceriax 1,5 l ab 126, ,43 a 50,58 a 16,16 a 4,19 c 8. Stereo 2 l DPX QFA61SC 2 l (**) + Input 1 l a 131, ,86 a 51,60 a 16,03 ab 6,81 ab 9. Stereo 2 l Velogy Era 1 l a 130, ,72 a 50,75 a 15,99 ab 4,31 c 10. Stereo 2 l Velogy Era 1 l + Bravo 1 l a 131, ,84 a 51,56 a 16,06 ab 7,00 a Evora Xpro 1 l b 122, ,45 a 50,61 a 15,90 ab 4,00 c 12. Stereo 2 l c 112, ,04 b 47,13 b 15,52 b 1,88 d K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (**) Fungicide niet erkend in wintergerst: DPX QFA61SC 558 kg 3,12 23,87** 4,50% 3,12 23,87** 0,83 kg 0,84 7,54** 1,84 g 2,52 8,45** 0,50% 2,18 1,11 0,75 10,20 64,41** (K) Controle Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

130 onbehandeld enkel 1e knoop (Stereo 2 l: 5 april) enkel laatste blad (Evora Xpro 1 l: 24 april) L. bl.: Adexar 1,25 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Ceriax 1,5 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Evora Xpro 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Bontima 2 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: DPX QFA61SC 2 l (bevat chloorthalonil) + Input 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Velogy Era 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Velogy Era 1 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) Bruto-korrelopbrengst in kg/ha d c b Groenblijven blad 8 juni (1-9; 9 = groen) ab ab a a a a a a a ZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF WINTERGERST ZUIENKERKE (KUSTPOLDER) 2017 laatste blad = kg/ha + Bravo 1 l = kg/ha + Bravo 1 l = kg/ha + Bravo 1 l = kg/ha gemiddelde 1 e knoop + laatste blad (erkende fungiciden + chloorthalonil) = kg/ha (= kg/ha tov onbehandeld) ,1 a 6,1 b 6,8 ab 7,5 a 6,8 ab 7,0 a ,0 c 4,1 c 4,2 c 4,3 c ,8 d ,3 d 1 fluxapyroxad bixafen isopyrazam penthiopyrad benzovindiflupyr Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

131 Ziektebestrijdingsproef wintergerst Geraardsbergen (Nieuwenhove) Proefveldhouder: Jan, Gert, Bart ROOSENS, Overraadstraat 25, 9506 Nieuwenhove (Oost-Vlaanderen) (i.s.m. de Vlaamse overheid) Proefplaats: Geraardsbergen (Zandbergen) (Oost-Vlaanderen) 3.1 Objecten ziektebestrijdingsproef wintergerst Geraardsbergen (Nieuwenhove) Ras: Casino Object (nr) handelsnaam fungicide (dosis/ha) 1 e knoop (stadium 31) (05/04/2017) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) Laatste blad (stadium 39) (25/04/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) werkzame stof fungicide (dosis in g/ha) 1. (Onbehandeld) (K) Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l epoxiconazool 62,4 + fluxapyroxad 62,4 + pyraclostrobine 99,9 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Adexar 1,25 l + Bravo 1 l epoxiconazool 78,125 + fluxapyroxad 78,125 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Evora Xpro 1 l bixafen 75 + prothioconazool tebuconazool Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l bixafen 75 + prothioconazool tebuconazool 100 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Bontima 2 l + Bravo 1 l cyprodinil isopyrazam 125 chloortalonil Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Ceriax 1,5 l epoxiconazool 62,4 + fluxapyroxad 62,4 + pyraclostrobine 99,9 8. Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 DPX QFA61SC 2 l (*) + Input 1 l penthiopyrad chloorthalonil 500 prothioconazool spiroxamine Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Velogy Era 1 l benzovindiflupyr 75 + prothioconazool Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 Velogy Era 1 l + Bravo 1 l benzovindiflupyr 75 + prothioconazool 150 chloortalonil Evora Xpro 1 l bixafen 75 + prothioconazool tebuconazool Stereo 2 l cyprodinil propiconazool 125 (K) Controle (*) Fungicide niet erkend in wintergerst: DPX QFA61SC Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

132 Proefomstandigheden ziektebestrijdingsproef wintergerst Geraardsbergen (Nieuwenhove) Bodemkarakteristieken Grondsoort: leem Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha < < < 4 N-bemestingsadvies wintergerst Bodemkundige Dienst van België: 160 kg/ha (85+75) Voorvruchten 2016: wintertarwe Bodembewerkingen Ploegen: begin oktober Zaai Ras Casino - datum: 8 oktober dichtheid: 130 kg/ha - tussen rij afstand: 12 cm Bemesting Stikstof: 150 E - 1 e fractie (16/03/2017), 70 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (21/04/2017), 80 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 28/10/2016: Liberator 0,5 l + AZ 500 0,1 l/ha Groeiregulatoren: - 10/04/2017 (2 e knoop): Medax Top 1 l/ha - 01/05/2017 (laatste blad): Terpal 1,5 l/ha Fungiciden: proeffactor Insecticiden: Argento zaaizaadbehandeling Oogst 4 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (1,5 m x 10 m lengte ) Aantal blokken: Teeltverloop ziektebestrijdingsproef wintergerst Geraardsbergen (Nieuwenhove) Standdichtheid Voldoende planten per m². Legering Legering kwam niet voor. Ziektedruk Vermits het gewas begin april in het stadium 1 e knoop (stadium 31) meeldauw (Blumeria graminis f.s. hordei) vertoonde, werd er een eerste fungicidebehandeling ingezet met Stereo 2 l/ha op 5 april. Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

133 Proefresultaten ziektebestrijdingsproef wintergerst Geraardsbergen (Nieuwenhove) Bruto-korrelopbrengst, hectolitergewicht, duizendzadengewicht, vochtgehalte en groenblijven van het blad 2017 Object (nr) 1 e knoop (stadium 31) (05/04/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) Laatste blad (stadium 39) (25/04/2017) handelsnaam fungicide (dosis/ha) kg/ha Bruto-korrelopbrengst (bij 15% vocht) (*) relatief t.o.v. onbehandeld (object 1) meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (object 1) in kg/ha Hectolitergewicht (bij 15% vocht) kg Duizendzadengewicht (bij 15% vocht) g Vochtgehalte (%) Groenblijven blad (07/06/2016) (schaal 1-9; 1 = geen groen, 5 = matig groen, 9 = 100% groen) 1. (Onbehandeld) (K) d ,50 cd 41,27 c 14,70 ab 1,06 e 2. Stereo 2 l Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l 3. Stereo 2 l Adexar 1,25 l + Bravo 1 l ab 112, ,88 ab 46,00 ab 14,54 ab 5,13 c a 116, ,91 ab 47,25 a 14,74 ab 7,63 a 4. Stereo 2 l Evora Xpro 1 l cd 104, ,69 cd 45,12 b 14,85 a 1,50 de 5. Stereo 2 l Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l 6. Stereo 2 l Bontima 2 l + Bravo 1 l a 118, ,12 a 46,31 ab 14,54 ab 6,75 b a 116, ,14 b 46,10 ab 14,70 ab 6,06 b 7. Stereo 2 l Ceriax 1,5 l c 106, ,69 cd 42,88 c 14,81 a 1,69 de 8. Stereo 2 l DPX QFA61SC 2 l (**) + Input 1 l a 114, ,65 ab 46,38 ab 14,49 b 6,69 b 9. Stereo 2 l Velogy Era 1 l bc 107, ,13 c 44,79 b 14,79 ab 2,00 d 10. Stereo 2 l Velogy Era 1 l + Bravo 1 l a 114, ,74 ab 46,04 ab 14,59 ab 6,38 b Evora Xpro 1 l cd 104, ,90 cd 41,61 c 14,80 ab 1,75 de 12. Stereo 2 l d 100, ,13 d 41,70 c 14,74 ab 1,13 e K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. (*) Bruto-korrelopbrengst is de reële korrelopbrengst. (**) Fungicide niet erkend in wintergerst: DPX QFA61SC 527 kg 3,25 13,19** 4,70% 3,25 13,19** 0,73 kg 0,75 20,06** 1,52 g 2,35 16,85** 0,27% 1,29 1,67 0,76 13,22 100,78** (K) Controle Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

134 onbehandeld enkel 1e knoop (Stereo 2 l: 5 april) enkel laatste blad (Evora Xpro 1 l: 25 april) L. bl.: Adexar 1,25 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Ceriax 1,5 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Evora Xpro 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Bontima 2 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: DPX QFA61SC 2 l (bevat chloorthalonil) + Input 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Velogy Era 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) L. bl.: Velogy Era 1 l + Bravo 1 l (+ 1e knoop: Stereo 2 l) Bruto-korrelopbrengst in kg/ha d d cd c cd bc a ab a a a a Groenblijven blad 7 juni (1-9; 9 = groen) ZIEKTEBESTRIJDINGSPROEF WINTERGERST GERAARDSBERGEN (NIEUWENHOVE) laatste blad = kg/ha 7,6 a + Bravo 1 l = kg/ha 5,1 c + Bravo 1 l = kg/ha + Bravo 1 l = kg/ha 6,8 b 6,1 b 6,7 b ,4 b gemiddelde 1 e knoop + laatste blad (erkende fungiciden + chloorthalonil) = kg/ha (= kg/ha tov onbehandeld) ,1 e 1,1 e 1,8 de 1,7 de 1,5 de 2,0 d 2 1 fluxapyroxad bixafen isopyrazam penthiopyrad benzovindiflupyr Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

135 4. Ziektebestrijdingsproeven wintergerst meerdere proefjaren Bruto-meerbrengst proefjaren 2012 tot en met 2017 Fungicide Bruto-meeropbrengst t.o.v. onbehandeld 2017 (*) (Zuienkerke) (Nieuwenhove) (Zuienkerke) (Moen) (Koksijde) (Sint-Denijs) (Veurne) (KWS Tonic) (Casino) (KWS Tonic) (Meridian) (Cervoise) (Cervoise) (Pelican) ONBEHANDELD kg/ha d kg/ha d kg/ha c kg/ha c kg/ha h kg/ha e kg/ha e LAATSTE BLAD Fungiciden op basis van een carboxamide of SDHi bixafen Evora Xpro 1 l kg/ha a kg/ha cd kg/ha ab kg/ha ab kg/ha cd kg/ha abc kg/ha a (bixafen 75 g+prothioconazool 100 g +tebuconazool 100 g) Evora Xpro 1 l + Bravo 1 l kg/ha a kg/ha a (bixafen 75 g+prothioconazool 100 g +tebuconazool 100 g) + (chloorthalonil 500 g) fluxapyroxad of xemium Adexar 1,25 l kg/ha b kg/ha ef kg/ha abc kg/ha ab (epoxiconazool 78,125 g+fluxapyroxad 78,125 g) Adexar 1,25 l + Bravo 1 l kg/ha ab kg/ha a (epoxiconazool 78,125 g+fluxapyroxad 78,125 g) + (chloorthalonil 500 g) Ceriax 1,5 l kg/ha ab kg/ha c kg/ha ab kg/ha ab kg/ha e kg/ha bcd - (epoxiconazool 62,4 g+fluxapyroxad 62,4 g +pyraclostrobine 99,9 g) Ceriax 1,5 l + Bravo 1 l kg/ha a kg/ha ab (epoxiconazool 62,4 g+fluxapyroxad 62,4 g +pyraclostrobine 99,9 g) + (chloorthalonil 500 g) Librax 1,25 l kg/ha fg kg/ha abcd kg/ha(*) abc (fluxapyroxad 78,125 g+metconazool 56,25 g) isopyrazam Bontima 2 l kg/ha ab kg/ha b kg/ha de kg/ha d - (cyprodinil 375 g+isopyrazam 125 g) Bontima 2 l + Bravo 1 l kg/ha a kg/ha a kg/ha a (cyprodinil 375 g+isopyrazam 125 g) + (chloorthalonil 500 g) Bontima 1,5 l + Amistar Opti 1,25 l kg/ha ab (cyprodinil 281,25 g+isopyrazam 93,75 g) + (chloorthalonil 500 g+azoxystrobine 100 g) penthiopyrad (**) DPX QFA61SC 2 l + Input 1 l kg/ha a kg/ha a kg/ha a kg/ha ab kg/ha de kg/ha abcd - (penthiopyrad 200 g+chloorthalonil 500 g) + (prothioconazool 160 g+spiroxamine 300 g) solatenol Velogy Era 1 l kg/ha a kg/ha bc (benzovindiflupyr 75 g+prothioconazool 150 g) Velogy Era 1 l + Bravo 1 l kg/ha a kg/ha a (benzovindiflupyr 75 g+prothioconazool 150 g) + (chloorthalonil 500 g) (*) In 2017 werd er op alle objecten (behalve het onbehandeld object) voorafgaandelijk aan de behandeling in het stadium laatste blad, een behandeling uitgevoerd in het stadium 1 e knoop met Stereo 2 l/ha. Dit betekent dat de bekomen bruto-meeropbrengsten in 2017 resulteren uit twee fungicidebehandelingen (resp. 1 e knoop en laatste blad). (**) Fungicide niet erkend in wintergerst: DPX QFA61SC Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

136 Bruto-meerbrengst proefjaren 2012 tot en met 2017 (vervolg) Fungicide Bruto-meeropbrengst t.o.v. onbehandeld (Zuienkerke) (Nieuwenhove) (Zuienkerke) (Moen) (Koksijde) (Sint-Denijs) (Veurne) (KWS Tonic) (Casino) (KWS Tonic) (Meridian) (Cervoise) (Cervoise) (Pelican) Fungiciden op basis van een strobilurine Amistar Opti 1,8 l + Stereo 1,5 l kg/ha ab kg/ha(**) d (chloorthalonil 720 g+azoxystrobine 144 g) + (cyprodinil 375 g+propiconazool 93,75 g) Fandango 1,25 l kg/ha ab kg/ha g kg/ha d (fluoxastrobine 125 g+prothioconazool 125 g) Priori Xtra 0,75 l + Input 1 l kg/ha e - - (azoxystrobine 150 g+cyproconazool 60 g) + (prothioconazool 160 g+spiroxamine 300 g) Credo 1,5 l + Input 1 l kg/ha abcd kg/ha bc (chloorthalonil 750 g+picoxystrobine 150 g) + (prothioconazool 160 g+spiroxamine 300 g) Comet 0,3 l + Granovo 1,7 l kg/ha bc (pyraclostrobine 75 g) + (boscalid 238 g+epoxiconazool 85 g) Overige fungiciden Granovo 2 l kg/ha cd kg/ha bc (epoxiconazool 100 g+boscalid 280 g) Venture 1,5 l kg/ha bc (epoxiconazool 100,5 g+boscalid 349,5 g) K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 558 kg 3,12 23,87** 527 kg 3,25 13,19** 670 kg 5,11 8,25** (*) 2012: Imtrex 1,2 l/ha (fluxapyroxad 75 g/ha) + Caramba 0,8 l/ha (metconazool 48 g/ha) (**) 2012: Olympus 1,8 l + Stereo 1,5 l Amistar Opti en Olympus = azoxystrobine 80 g/l + chloorthalonil 400 g/l 555 kg 3,23 4,79** 280 kg 1,76 68,53** 582 kg 3,34 9,00** 364 kg 2,19 27,26* Wintergerst - Hoofdstuk II - Ziektebestrijding wintergerst

137 DEEL III - SPELT

138 HOOFDSTUK I - SPELT RASSEN Proefveldhouders: - René CLAEYS, Blankenbergsesteenweg 80, 8377 Zuienkerke Proefplaats: Blankenbergsesteenweg 80, 8377 Zuienkerke, kustpolder, provincie West-Vlaanderen - Walter en Koen VANACKER, Wolfshaegen 5, 3040 Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant (in samenwerking met de Vlaamse overheid) Proefplaats: Huldenberg 1. Doel Bij een aantal telers is er een interesse voor de teelt van spelt, hetzij voor eigen gebruik als voedergraan, hetzij voor verkoop. In deze proef wordt een beperkt aantal rassen geëvalueerd naar teeltveiligheid en graanopbrengst. 2. Objecten Zaaidichtheid: 200 kg/ha Zaaizaadbehandeling: standaard zaaizaadbehandeling Ras Cosmos Serenite Zollernspelz LD 7708 Kweker (bron: mandataris) CRA-W Unité d Amélioration Gembloux CRA-W Unité d Amélioration Gembloux Südwestdeutsche Saatzucht GmbH & Co.KG Jaar van opname in de Europese rassenlijst Mandataris of verdeler Vroeg- (rijp)heid (bron: mandataris) Kwaliteit (bron: mandataris) 2000 (B) bakkwaliteit 2015 (B) halflaat bakkwaliteit 2006 (D) Clovis Matton Jorion/Philip Seeds Spelt

139 Rassenproef spelt Zuienkerke (kustpolder), provincie West-Vlaanderen 3.1 Proefomstandigheden Bodemkarakteristieken Scheikundige grondontleding: Datum: 20 februari 2017 Bepaling Analyse Streefzone Beoordeling Advies voor spelt grondsoort klei ph (KCl) 7,3 7,0 7,5 normaal Koolstof (%) 1,5 1,6 2,1 eerder laag Fosfor (P) hoog 0 kg P2O5/ha Kalium (K) hoog 0 kg K2O/ha Magnesium (Mg) hoog 0 kg MgO/ha Calcium (Ca) normaal 750 z.b.w./ha Natrium (Na) 5,2 3,1 6,5 normaal 0 kg Na2O/ha Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 20 februari 2017 Kg/ha N (0-90 cm): 45,98 waarvan 40,39 kg nitrische Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha ,07 2, ,36 1, ,96 1,37 N-bemestingsadvies spelt Inagro: 141 kg/ha ( ) Voorvruchten 2014: maïs 2015: wintertarwe 2016: suikerbieten Bodembewerkingen Ploegen: eind september Zaai - datum: 27 oktober dichtheid: 200 kg/ha - tussen rij afstand: 15 cm Bemesting Stikstof: 160 E - 1 e fractie (22/03/2017), 80 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (06/04/2017), 80 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 15/03/2017: Othello 1,8 l/ha Groeiregulatoren: 10/04/2017: Cycocel 1,2 l/ha Fungiciden: - bladbehandeling: 2 e knoop (28/04/2017): Diamant 1,2 l/ha - aarbehandeling: aarschuiven (30/05/2017): Librax 1,5 l/ha Insecticiden: Oogst 21 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,15 m x 10 m lengte) Aantal blokken: 4 Spelt

140 Proefresultaten Korrelopbrengst en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst Vochtgehalte (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) ras % Cosmos a 107,7 Serenite 13,31 a Serenite b 100,6 Cosmos 13,30 a LD c 97,3 LD ,20 a Zollernspelz d 92,3 Zollernspelz 13,06 a Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen ,22 K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 317 kg 1,64 62,40** 2,62% 1,64 62,40** 0,26% 1,21 2,08 (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de rassen Cosmos en Zollernspelz Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef: één bladbehandeling en een aarbehandeling De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha, en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 13,22%, en varieerde naargelang het ras van minimaal 13,1% tot maximaal 13,3%, hetzij een verschil van 0,2% Ziektedruk Er kon geen adequate beoordeling uitgevoerd worden omtrent de gevoeligheid voor gele roest gezien de lage druk Strolengte Strolengte na toepassen van één behandeling met een groeiregulator. Strolengte (cm), rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (cm) (22/06/2017) LD ,43 a Serenite 126,15 a Zollernspelz 118,75 b Cosmos 118,15 b Gemiddelde 122,87 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 2,88 cm 1,46 33,34** Weerstand tegen legeren Op het proefveld te Zuienkerke kwam er geen legering voor Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst De spelt werd bemest onder minerale vorm. Na de oogst van de spelt werd het stro afgehaald. Er werd vervolgens noch organische bemesting toegediend, noch een groenbemester ingezaaid. Nitraatresidu in het bodemprofiel na de oogst Diepte Nitraatresidu-bepaling (kg NO3-N/ha) in cm kort na de oogst (10/08/2017) 17 november ,44 16, ,80 7, ,46 7,15 nitraatresidu 16,70 30,92 Spelt

141 Rassenproef spelt Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant 4.1 Proefomstandigheden Bodemkarakteristieken Grondsoort: leem ph (KCl): 6,9 Reserve aan minerale stikstof einde winter: Datum: 8 februari 2017 Diepte in cm Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha < < < 4 N-bemestingsadvies spelt Bodemkundige Dienst van België: 101 kg/ha (61+40) Voorvruchten 2014: aardappelen 2015: wintertarwe 2016: veldbonen Bodembewerkingen Ploegen Zaai - datum: 28 oktober dichtheid: 200 kg/ha - tussen rij afstand: 15 cm Bemesting Stikstof: 129 E - 1 e fractie (15/03/2017), 82 E vloeibaar 39% N - 2 e fractie (18/04/2017), 47 E vloeibaar 39% N Fosfor: - Kalium: Gewasbescherming Herbiciden: 04/04/2017: Othello 1,4 l + Biathlon Duo 34 g/ha Groeiregulatoren: - 04/04/2017: CCC 1 l/ha - 05/05/2017: Medax Top 0,4 l + CCC 0,6 l/ha Fungiciden: - Bladbehandeling - 04/04/2017: Fandango 1 l/ha - 05/05/2017: Evora Xpro 1,25 l/ha - aarbehandeling (aar uit, 27/05/2017): Ceriax 1,6 l/ha Insecticiden: 27/05/2017 : Sherpa 200 EC 0,1 l/ha Oogst 31 juli Proefaanleg Oppervlakte van de experimentele eenheden: 15 m² (10 rijen x 0,15 m x 10 m lengte) Aantal blokken: 5 Spelt

142 Proefresultaten Korrelopbrengst en vochtgehalte Rangschikking van de rassen naar afnemende waarden Korrelopbrengst Vochtgehalte (bij 15% vocht) ras kg/ha relatief t.o.v. getuigen (*) (%) ras % Cosmos a 106,0 LD ,85 a Serenite b 95,2 Cosmos 12,70 a Zollernspelz b 94,0 Zollernspelz 12,63 a LD c 81,4 Serenite 12,33 b Getuigen (*) Gemiddelde alle rassen ,63 K.W.V. P0,05 V.C. (%) F-ber. 451 kg 3,33 51,56** 4,59% 3,33 51,56** 0,30% 1,72 5,06* (*) Korrelopbrengst = relatieve waarden ten aanzien van het gemiddelde van de rassen Cosmos en Zollernspelz Ziektebestrijding uitgevoerd op basis van de ziektedruk in de proef: twee bladbehandelingen en een aarbehandeling De korrelopbrengst bedroeg gemiddeld over alle rassen kg/ha, en varieerde naargelang het ras van minimaal kg/ha tot maximaal kg/ha, hetzij een verschil van kg/ha. Het vochtgehalte bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen 12,63%, en varieerde naargelang het ras van minimaal 12,3% tot maximaal 12,8%, hetzij een verschil van 0,5% Ziektedruk Er werden geen ziektewaarnemingen uitgevoerd Strolengte Strolengte na toepassen van twee behandelingen met een groeiregulator. Strolengte (cm), rangschikking van de rassen naar afnemende strolengte Ras Strolengte (cm) (25/06/2017) Serenite 124,86 a LD ,22 b Cosmos 116,48 b Zollernspelz 115,00 b Gemiddelde 118,64 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 3,79 cm 2,32 12,48** Weerstand tegen legeren Legergevoeligheid, rangschikking van de rassen naar toenemende gevoeligheid (na toepassen van groeiregulatoren) Ras Legergevoeligheid (schaal 1-9; 9 = vrij van legeren) (25/06/2017) Cosmos 9,0 Serenite 9,0 Zollernspelz 9,0 LD ,9 Gemiddelde 8,2 KWV P0,05 V.C. (%) F-ber. 1,58 13,9 8,80** Spelt

143

Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge

Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge Studieavond GRAANTEELT 19 september 2018 VTI Poperinge Programma : Resultaten LCG-praktijkproeven wintertarwe 2018. Patrick Vermeulen, VTI Poperinge Resultaten LCG-rassenproeven wintergerst, triticale

Nadere informatie

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker, LTCW

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker, LTCW Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst 2017 Johan De Koker, LTCW Droog voorjaar Weinig ziekteaantasting Normale, gemiddelde opbrengsten Hoger dan 2016 Overzicht proeven Wintertarwe LTCW-

Nadere informatie

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw Graanvergadering 2016-2017 1 Wintergerst 2 1.1 Rassenproef 2 1.1.1 Algemeenheden van de rassen wintergerst 2 1.1.2 Opbrengstresultaten vzw PIBO-Campus 2017 4 1.1.3 Opbrengstresultaten LCG 2017 5 1.1.4

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2016 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2015 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Perceelsgegevens Pagina 9

Perceelsgegevens Pagina 9 Perceelsgegevens Pagina 9 Voorteelt: Suikerbieten Ploegen: 30 oktober 2017 Zaai: 30 oktober 2017 Droge omstandigheden 350 korrels per m² Opkomst: 5 februari 2018 Perceelsgegevens Pagina 9 N-Index : 14

Nadere informatie

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker LTCW

Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst Johan De Koker LTCW Resultaten uit de rassenproeven tarwe en gerst, oogst 2018 Johan De Koker LTCW Inhoud Graanjaar 2018 Bespreking rassenproeven tarwe Bespreking rassenproeven wintergerst LCG projecten Graanjaar 2018 Vroege

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2016.G.28, september 2016 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

IMPRESSION Vroege baktarwe!

IMPRESSION Vroege baktarwe! IMPRESSION Vroege baktarwe! Vroegrijpheid: half vroeg Strolengte: kort Legervastheid: goed Uitstoeling: goed Koudetolerantie: zeer goed Chloortoluron: tolerant Alternativiteit: half winter KWALITEIT B

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Rassenproef wintergerst 2017-2018 Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Overzicht teeltseizoen Wintergerst was heel de winter geel van kleur. Bevroren ondergrond niet bemesten gevaar

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.30, 8 augustus 2014

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.30, 8 augustus 2014 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2014.G.30, 8 augustus 2014 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2012 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN G. GHEKIERE M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Afgevaardigd bestuurder Inagro:

Nadere informatie

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe Resultaten rassenproef Uitzaai 2015-2016 Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe nu en in de toekomst! - Fluctuerende prijzen - Afhankelijk van de opbrengst wereldwijd - Kostenposten beperken Wat

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2018

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2018 Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2018 VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ 34 65 55

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2013 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

GRAANGEWASSEN. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG GRANEN 2011 GRAANGEWASSEN D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Directeur: Dr. ir. A. CALUS Ieperseweg

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE

1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE - 48-1 RASSENONDERZOEK WINTERTARWE D. Wittouck 1, L. Willaert 1, K. Boone 1, D. Cauffman 2, J. Fagard 2, N. Luyx 2, M. Carlens 2 K. Vrancken 2, V. Derycke 3, G. Haesaert 3, P. Vermeulen 4, D. Goethals

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI 2012 INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE M. DEMEULEMEESTER A.CALUS Afgevaardigd

Nadere informatie

Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor!

Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor! Resultaten en succes, daar zijn kampioenen voor! Zaaigranen 2012-2013 Baktarwe Altigo Kweker:............. Nickerson Kruising:.................. - Kwaliteit:.............. B1-tarwe Vroegheid:........ zeer

Nadere informatie

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Rassenproef biologische triticale 2014-2015: Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Karel Dewaele, Lieven Delanote, Inagro Gunther Leyssens, PIBO Triticale is met ongeveer 250 ha het belangrijkste

Nadere informatie

Copyright Boerenbond. Uitzaai Welk tarweras kiezen?

Copyright Boerenbond. Uitzaai Welk tarweras kiezen? Voor de oogst van de proefpercelen wintertarwe wordt een kleine maaidorser ingezet. Foto: lcg akkerbouw granen Uitzaai 2011 Foto: lcg Welk tarweras kiezen? Het groeiseizoen 2010-2011 werd gekenmerkt door

Nadere informatie

DOPERWT VROEGE TEELT 2015

DOPERWT VROEGE TEELT 2015 DOPERWT VROEGE TEELT 2015 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.31, 14 september 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.31, 14 september 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.31, 14 september 2013 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 11 september 2014

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 11 september 2014 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2014.G.32, 11 september 2014 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015 WORTEL wortelvliegbestrijding 2015 1 Bestrijding van de wortelvlieg in wortel opstellen van drempels 1.1 Doel De economische schadedrempels voor de behandeling van wortelvlieg zijn gedurende enige tijd

Nadere informatie

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol De voorbije jaren is er een uitdrukkelijke vraag naar Vlaamse biologische baktarwe. Hierdoor

Nadere informatie

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Voor het telen van biologische bakwaardige tarwe wordt er vaak gekozen voor zomertarwe in plaats van wintertarwe. In

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.32, 14 september 2013 RASSENONDERZOEK

Nadere informatie

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst

Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst PROEFVERSLAG Kropsla 2018 Rassenproef Vroege herfst Proefnummer: TOAGLA18KSL_RA03 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot 22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW

Wintertarwe. Resultaten rassenproef Uitzaai Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe Resultaten rassenproef Uitzaai 2014-2015 Roel Van Avermaet LTCW Wintertarwe nu en in de 250 230 210 190 170 150 130 110 90 70 50 201 - Fluctuerende prijzen - Afhankelijk van de opbrengst wereldwijd

Nadere informatie

Copyright Boerenbond. Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen?

Copyright Boerenbond. Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen? Hoe scoorden de wintertarwe- rassen dit seizoen? Foto: pibo akkerbouw granen Het graanjaar 2010 kende een veelbelovend voorjaar met een lage ziektedruk. De droogte van juli zorgde vooral op lichtere gronden

Nadere informatie

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe 2017-2018 Karel Dewaele, Brecht Vandenbroucke, Inagro Jaarlijks legt Inagro een rassenproef biologische triticale aan op zandleemgrond.

Nadere informatie

Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals!

Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals! Zaaigranen van AVEVE, de keuze van de professionals! 2013-2014 1 Inhoudstabel AVEVE Zaden biedt u als professional een compleet aanbod van gecertificeerde zaaigranen. Altigo.................... 4 Istabraq...................

Nadere informatie

/08 19,6 7,8 8,3 35,7

/08 19,6 7,8 8,3 35,7 Spinazie 1 Voorjaar vroeg 1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen spinazie voor industriële verwerking voor wat betreft plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid, groeisnelheid, schot alsook oogst-

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN K. HOSTEN G. GHEKIERE Afgevaardigd bestuurder Inagro: Dr. ir. M. DEMEULEMEESTER

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Wintergranen : actueel hoge N-reserves

Wintergranen : actueel hoge N-reserves Wintergranen : actueel hoge N-reserves Jan Bries, Davy Vandervelpen, Bodemkundige Dienst van België Na de vorstperiode halfweg januari is op de Bodemkundige Dienst de staalnamecampagne voor de bepaling

Nadere informatie

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag

INDUSTRIËLE CICHOREI. Overzicht van het onderzoek Wetenschappelijk verslag JAARVERSLAG CICHOREI 2011 INDUSTRIËLE CICHOREI D. WITTOUCK K. BOONE S. DEBOSSCHERE C. DEMEESTER F. HAUSPIE A. VANDAELE J. VANDENBULCKE M. BERTEN M. DEMEULEMEESTER A. CALUS Directeur: Dr. ir. A. CALUS

Nadere informatie

De beste genetica wel!

De beste genetica wel! Het weer kan je niet kiezen... De beste genetica wel! TALENT SMART PORTHUS SAHARA ALTAMONT Zaaigranen 2017-2018 Beste graanteler Een normaal jaar bestaat niet meer horen we steeds vaker terugkomen in gesprekken

Nadere informatie

DOPERWT LATE TEELT 2014

DOPERWT LATE TEELT 2014 DOPERWT LATE TEELT 2014 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

/

/ Spinazie 3 Najaar 3.1 Doel Vergelijken van diverse rassen spinazie voor industriële verwerking voor wat betreft plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid alsook oogst- en opbrengstgegevens in het najaar.

Nadere informatie

Project Fonds voor Landbouw en Visserij

Project Fonds voor Landbouw en Visserij Project Fonds voor Landbouw en Visserij Implementatie en optimalisatie van een aarfusarium en DON-voorspellingsmodel in de Vlaamse graanteelt en graanverwerkende sector PROJECTRESULTATEN 2015 Project uitgevoerd

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.02, 8 februari 2013 VOORJAARSZAAI

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 3 maart 2015

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 3 maart 2015 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2015.G.04, 3 maart 2015 INSCHATTING

Nadere informatie

2 BEMESTING WINTERTARWE

2 BEMESTING WINTERTARWE 2 BEMESTING WINTERTARWE 2.1 Bekalking, basisbemesting en stikstofbemesting in wintertarwe W. Odeurs 1, J. Bries 1 Een beredeneerde bemesting is een belangrijke teelttechnische factor voor het bekomen van

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017

Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017 PROEFVERSLAG Kropsla onder glas Rassenproef Vroege lente 2017 Proefnummer: TOAGLA17KSL_RA01 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

DOPERWT VROEGE TEELT 2016

DOPERWT VROEGE TEELT 2016 DOPERWT VROEGE TEELT 2016 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

DOPERWT LATE TEELT 2015

DOPERWT LATE TEELT 2015 DOPERWT LATE TEELT 2015 Proef cultivaronderzoek groen te oogsten erwten voor de verwerkende industrie 1 Doel Geschiktheid van nieuwe erwtencultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

Nadere informatie

Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek

Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek PROEFVERSLAG Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek Proefnummer: TOLALG18SPZ_RA02 Identificatie opdrachtgever: Protocol identificatie opdrachtgever: Inagro POLLET Sabien Ieperseweg

Nadere informatie

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Fungicideproef wintertarwe 2017-2018 Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Perceelsgegevens (pagina 30) Voorvrucht: Ras: Suikerbieten Anapolis 350 korrels/m² 30 oktober 2017 Onkruidbestrijding:

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai!

AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai! AVEVE-zaaigranen, voorsprong van bij de zaai! Gewaarborgde kwaliteit Zaaigranen 2016-2017 Inhoudstabel Wintertarwe Albert 5 Altamont 6 Dorset 7 Siskin 8 Atomic 9 Edgar 10 Faustus 11 Henrik 12 Ozon 13 Sahara

Nadere informatie

Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar

Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar Patrick Dieleman Rassenonderzoek in een moeilijk tarwejaar Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) legde dit jaar opnieuw op 9 plaatsen rassenproeven op wintertarwe aan. De combinatie van ziektedruk

Nadere informatie

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek 1.1 Doel Het vergelijken van verschillende cultivars in functie van vrucht- en gewaskenmerken, opbrengst en ziektegevoeligheid in de normale teelt

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland 2018 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is de sleutel tot succes voor het waarmaken van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal

Nadere informatie

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses

Nadere informatie

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Karel Van Den Berge, Lieven Delanote (Inagro) Gunther Leyssens (PIBO) Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische

Nadere informatie

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter PROEFVERSLAG Veldsla 4e gamma Rassenproef winter 2018-2019 Proefnummer: TOAGLA18VSL_RA04 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola

Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola PROEFVERSLAG Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola Proefnummer: TOLALG17SEK_FU05 Identificatie opdrachtgever: Eigen beheer Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO CALLENS

Nadere informatie

HET WEER KAN JE NIET KIEZEN... DE BESTE GENETICA WEL!

HET WEER KAN JE NIET KIEZEN... DE BESTE GENETICA WEL! HET WEER KAN JE NIET KIEZEN... DE BESTE GENETICA WEL! Zaaigranen 2018-2019 Beste graanteler Een normaal jaar bestaat niet meer horen we steeds vaker terugkomen in gesprekken over de graanteelt. Na een

Nadere informatie

Rassenadvies: Wintertarwe

Rassenadvies: Wintertarwe Rassenadvies: Wintertarwe 2016-2017 2015-2016 Bevindingen oogst 2016 De oogst van 2016 is relatief vlot verlopen. De opbrengsten en kwaliteiten waren zeer slecht, wat voornamelijk kwam door het donkere

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2017

Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2017 Resultaten praktijkproeven GRAANGEWASSEN 2017 VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ 34 65 55

Nadere informatie

Kropsla onder glas Rassenproef Late lente 2018

Kropsla onder glas Rassenproef Late lente 2018 PROEFVERSLAG Kropsla onder glas Rassenproef Late lente 2018 Proefnummer: TOAGLA18KSL_RA01 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

CREATIVE De gerstcreatie!

CREATIVE De gerstcreatie! CREATIVE De gerstcreatie! Vroegrijpheid: vroeg Strolengte: gemiddeld Legervastheid: goed tot zeer goed Alternativiteit: winter - half winter Koudetolerantie: goed Mozaïkresistent Y WINTERGERST Calibrage:

Nadere informatie

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant)

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant) 1.1 Doel Prei wordt gekenmerkt door zijn quasi onbeperkte oogstspreiding. Toch dient de rassenkeuze afgestemd te worden op de teeltperiode

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland 2014 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is een sleutelfactor voor het realiseren van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus Situering project Doelstelling project Focus op achteruitgang van de bodem door intensieve productiesystemen

Nadere informatie

BORODINE De gezondste

BORODINE De gezondste BORODINE De gezondste Vroegrijpheid: half vroeg Strolengte: half lang - lang Legervastheid: zeer goed Koudetolerantie: zeer goed Alternativiteit: alternatief TRITICALE : KWALITEIT Voedertriticale HL-gewicht:

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.04, 5 maart 2013 1 Situering

Nadere informatie

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt.

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt. BLOEMKOOL 2017 Proef cultivaronderzoek bloemkool herfstrassen voor de verse markt Late herfstteelt - bestemming verse markt 1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland 2015 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is een sleutelfactor voor het realiseren van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal

Nadere informatie

Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2016

Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2016 Proefresultaten winterkoolzaad Inagro 2016 In 2015 werd door Inagro te Wilskerke (kustpolder) en Zande (lichte polder) een rassenproef aangelegd met 16 koolzaadrassen. In onderstaand artikel kan je de

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland 2019 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is de sleutel tot succes voor het waarmaken van een goede financiële opbrengst. Hieronder een

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

WINTERGERST. Cultuurtechniek

WINTERGERST. Cultuurtechniek DEMOVELDBEZOEK juni WINTERGERST Cultuurtechniek Voorvrucht: wintertarwe Zaai: // aan korrels/m² Onkruidbestrijding: //:, l Axial + l Arelon + cc Primus + g Biathlon + cc Karis (behalve DOMINO standaard)

Nadere informatie

Samengestelde kruisingspopulaties doen niet onder voor wintertarwerassen

Samengestelde kruisingspopulaties doen niet onder voor wintertarwerassen Samengestelde kruisingspopulaties doen niet onder voor wintertarwerassen Karel Dewaele, Lieven Delanote, Femke Temmerman, Johan Rapol, Inagro Context Steeds meer onderzoeken tonen aan dat het verhogen

Nadere informatie

Wintergranengids

Wintergranengids Wintergranengids 2017-2018 1 Gecertificeerd zaaigraan: een eerste belangrijke stap voor een geslaagde oogst. Gecertificeerd zaaigraan staat garant voor een doelgerichte, goed beschermde en gecontroleerde

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Rassenadvies: Wintertarwe

Rassenadvies: Wintertarwe Rassenadvies: Wintertarwe 2015-2016 2015-2016 Bevindingen oogst 2015 De oogst van 2015 is relatief vlot verlopen. De opbrengsten en kwaliteit waren goed, zij het dat de wat later geoogste tarwe hier wat

Nadere informatie

Na de teelt 18/11/

Na de teelt 18/11/ HERFSTSAVOOIKOOL 2015 met bestemming industrie 1 Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1.1 Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering

Nadere informatie

1 Inleiding Weeroverzicht seizoen Zaadontsmetting met neonicotinoïden weldra verboden : Wat nu? 7. 2 Wintertarwe 8. 2.

1 Inleiding Weeroverzicht seizoen Zaadontsmetting met neonicotinoïden weldra verboden : Wat nu? 7. 2 Wintertarwe 8. 2. Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Weeroverzicht seizoen 2018 4 1.2 Zaadontsmetting met neonicotinoïden weldra verboden : Wat nu? 7 2 Wintertarwe 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Rassenproef wintertarwe 2017 2018 LCG

Nadere informatie

Rassenadvies. Wintertarwe Zuid-Nederland

Rassenadvies. Wintertarwe Zuid-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Zuid-Nederland 2019 Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is de sleutel tot succes voor het waarmaken van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal aandachtspunten

Nadere informatie

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Cultivaronderzoek late herfstteelt - bestemming industrie 1. Doel In deze proef werden verschillende rassen onderzocht op hun geschiktheid voor levering aan de verwerkende industrie. Belangrijke parameters

Nadere informatie

Koolzaadbericht Opbrengst rassen in proef 2012

Koolzaadbericht Opbrengst rassen in proef 2012 Koolzaadbericht Opbrengst rassen in proef 2012 1. Resultaten oogst 2012 1.A. De oogst In de week van 23juli liet de zon zich eindelijk zien en werden er al snel hier en daar vochtmetingen uitgevoerd. We

Nadere informatie

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Situering mengteelten Bij een mengteelt (erwten-graan, veldbonen-graan, ) worden de voordelen van twee gewassen met elkaar gecombineerd.

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.06, 5 maart 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.06, 5 maart 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr..G.06, 5 maart VOORUITZICHTEN STIKSTOFBEMESTING

Nadere informatie