Lactobacillen versus antibiotica ter preventie van urineweginfecties
|
|
- Jonas van der Wal
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Lactobacillen versus antibiotica ter preventie van urineweginfecties Non-inferiority -studie bij postmenopauzale vrouwen* Mariëlle A.J. Beerepoot, Gerben ter Riet, Sita Nys, Willem M. van der Wal, Corianne A.J.M. de Borgie, Theo M. de Reijke, Jan M. Prins, Jeanne Koeijers, Annelies Verbon, Ellen E. Stobberingh en Suzanne E. Geerlings Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie Het effect vergelijken van en antibiotica als profylaxe tegen recidiverende urineweginfecties (UWI s) bij postmenopauzale vrouwen. Gerandomiseerd, dubbelblind non-inferiority onderzoek in meerdere Nederlandse ziekenhuizen (Nederlands trialregister: ISRCTN ). Wij randomiseerden 252 postmenopauzale vrouwen met recidiverende UWI s naar profylaxe gedurende 12 maanden met ofwel co-trimoxazol (CTX) ofwel orale capsules met Lactobacillus rhamnosus GR-1 en L. reuteri RC-14. Primaire uitkomstmaten waren het aantal symptomatische UWI s, het percentage vrouwen met minimaal 1 UWI in 12 maanden, de tijd tot de eerste UWI, en de ontwikkeling van antibioticaresistentie in Escherichia coli uit feces en urine tijdens follow-up. In het jaar vóór randomisatie hadden vrouwen in de CTX-groep gemiddeld 7, en in de groep 6,8 symptomatische UWI s. Na 12 maanden profylaxe waren deze getallen respectievelijk 2,9 en 3,3. Het verschil van,4 UWI s per jaar (95%-BI: -,4-1,5) overschreed de non-inferioritymarge van 1%. In de CTX-groep trad minimaal 1 UWI op bij 69,3%, tegen 79,1% in de groep; de mediane tijd tot de eerste UWI was in de CTX-groep 6 maanden, in de groep 3 maanden. Na 1 maand CTX-profylaxe was de resistentie van E. coli tegen CTX, trimethoprim en amoxicilline toegenomen van circa 2-4% naar 8-95%, zowel in feces als urine. In de 3 maanden na het staken van de CTX-profylaxe daalde de resistentie geleidelijk. In de groep werd geen stijging van de antibioticaresistentie waargenomen. Bij postmenopauzale vrouwen met recidiverende UWI s voldeden L. rhamnosus GR-1 en L. reuteri RC-14 niet aan de criteria voor non-inferioriteit ten opzichte van CTX. Lactobacillen leidden echter, in tegenstelling tot CTX, niet tot toename van de antibioticaresistentie. Ongeveer 1% van de Nederlandse vrouwen van 6 jaar of ouder heeft te maken met recidiverende urineweginfecties. 1 Voor deze groep kan antibioticaprofylaxe worden overwogen. 2 De toenemende antibioticaresistentie maakt het echter noodzakelijk om niet-antibiotische alternatieven te onderzoeken. 3 Lactobacillen zijn mogelijk een optie. Na de menopauze krijgen vrouwen minder vaginale en daardoor een grotere kans op vaginale kolonisatie met Enterobacteriaceae, wat gepaard kan gaan met het optreden van urineweginfecties. 4 Aangetoond is dat na orale toediening van Lactobacillus rhamnosus GR-1 en L.reuteri RC-14 het aantal in de vagina toeneemt, en de kolonisatie met potentiële uropathogenen afneemt. 5 * Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Archives of Internal Medicine (212;172:74-12) met als titel Lactobacilli vs antibiotics to prevent urinary tract infections: a randomized, double-blind, noninferiority trial in postmenopausal women. Afgedrukt met toestemming. Patiënten en methoden Patiënten Postmenopauzale vrouwen met minimaal 3 zelfgerapporteerde symptomatische urineweginfecties in het jaar NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674 1
2 vóór randomisatie werden in deze studie geïncludeerd. Exclusiecriteria waren: symptomen van een urineweginfectie bij inclusie, contra-indicaties voor co-trimoxazol (CTX) of interacties van CTX met andere medicatie, nierfalen of een niertransplantatie. Probiotica, cranberry s en oestrogenen mochten niet gebruikt worden in de 2 weken vóór randomisatie en tijdens de studie. Het studieprotocol werd goedgekeurd door de medisch-ethische commissies (METC s) van de 1 participerende ziekenhuizen. Alle deelnemers gaven schriftelijk toestemming voor inclusie. De studie is opgenomen in het Nederlands trialregister (ISRCTN ). Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Afd. Interne Geneeskunde: dr. M.A.J. Beerepoot, arts-onderzoeker en internist in opleiding; prof.dr. J.M. Prins en dr. S.E. Geerlings, internisten-infectiologen. Afd. Huisartsgeneeskunde: dr. G. ter Riet, arts-epidemioloog. Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek en Bioinformatica: dr. C.A.J.M. de Borgie, arts-epidemioloog. Afd. Urologie: dr. T.M. de Reijke, uroloog. Maastricht Universitair Medisch Centrum, Maastricht. Afd. Medische Microbiologie: dr. S. Nys en dr. E.E. Stobberingh, medisch microbiologen. Afd. Infectieziekten: drs. J. Koeijers, internist-intensivist. Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Biostatistiek, Utrecht. Dr. W.M. van der Wal, statisticus. Erasmus Medisch Centrum, afd. Infectieziekten, Rotterdam. Prof.dr. A. Verbon, internist-infectioloog. Contactpersoon: dr. S.E. Geerlings (s.e.geerlings@amc.uva.nl). Behandeling Randomisatie vond plaats per ziekenhuis met een door de computer aangemaakte randomisatielijst, met geheimhouding van blokgrootte en gestratificeerd voor de aanwezigheid van gecompliceerde urineweginfecties. Gecompliceerde urineweginfecties werden gedefinieerd als urineweginfecties bij vrouwen met functionele of anatomische afwijkingen van de urinewegen of bij immuungecompromitteerde vrouwen, zoals vrouwen met diabetes mellitus. 6 De gerandomiseerde vrouwen kregen profylaxe met CTX (48 mg 1 dd voor de nacht) of capsules met > 1 9 kolonievormende eenheden van L. rhamnosus GR-1 en L. reuteri RC-14 (1 capsule 2 dd) gedurende 12 maanden. De studie was dubbelblind met dubbele dummy. Aan het begin van de studie, en vervolgens maandelijks tot 3 maanden na het staken van de studiemedicatie, beantwoordden de vrouwen vragenlijsten. Daarnaast verzamelden zij urine en feces en namen zij zelf een vaginaal uitstrijkje af voor kweek en PCR. Ook werd de vrouwen gevraagd bij een symptomatische urineweginfectie een urine-dipslide op te sturen. Uit de urine en de feces werd E. coli geïsoleerd waarvan het resistentiepatroon werd bepaald. Ter controle van de therapietrouw werd de antibacteriële activiteit in de urine bepaald. 7 De feces en de vaginale uitstrijkjes werden bij aanvang van de studie en na 12 maanden interventie met real-time PCR onderzocht op aanwezigheid van L. reuteri. 8 Tevens werd bij de uitstrijkjes de Nugent-score bepaald om de bacteriepopulatie op semi-kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken te karakteriseren (-3: normale vaginale flora; 4-6: intermediair; 7-1: bacteriële vaginose). 9 Uitkomstmaten De primaire uitkomstmaten werden onderverdeeld in klinische en microbiologische uitkomstmaten. De belangrijkste klinische uitkomstmaten waren het gemiddeld aantal symptomatische urineweginfecties, het percentage vrouwen met minimaal 1 symptomatische urineweginfectie gedurende 12 maanden interventie, en de tijd tot de eerste symptomatische urineweginfectie gedurende deze periode. Een symptomatische urineweginfectie werd gedefinieerd als een zelfgerapporteerde urineweginfectie op basis van herkenbare klinische symptomen, meestal dysurie, strangurie en pollakisurie. Er werd een subgroepanalyse uitgevoerd voor het gemiddeld aantal symptomatische urineweginfecties tijdens profylaxe bij vrouwen met ongecompliceerde en gecompliceerde symptomatische urineweginfecties. De belangrijkste microbiologische uitkomstmaat gemeten voor, tijdens en na het stoppen van de studiemedicatie was de ontwikkeling van antibioticaresistentie in E.coli uit feces en urine van asymptomatische vrouwen voor CTX, trimethoprim, nitrofurantoïne, amoxicilline, amoxicilline-clavulaanzuur, gentamicine, ciprofloxacine en norfloxacine. Secundaire uitkomstmaten waren het gemiddelde aantal microbiologisch bevestigde symptomatische urineweginfecties (microbiologische recidief), het percentage vrouwen met minimaal 1 microbiologische recidief en de mediane tijd tot het eerste microbiologische recidief tijdens de 12 maanden profylaxe en in de 3 maanden daarna. Een microbiologische recidief werd gedefinieerd als een urineweginfectie met klinische symptomen en bevestigde bacteriurie ( 1 3 kolonievormende U/ml midstroomurine). 1 Het resistentiepatroon werd bepaald als E.coli het causale micro-organisme bleek te zijn. Andere secundaire uitkomstmaten waren ongewenste voorvallen (al dan niet gerelateerd aan de interventie), de aanwezigheid van antibacteriële activiteit in de urine, en de aanwezigheid van L.reuteri in feces en vaginale uitstrijkjes bij aanvang van de studie en na 12 maanden 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674
3 948 vrouwen beoordeeld op geschiktheid 72 geschikt bevonden 252 gerandomiseerd 228 niet geschikt, reden: < 3 symptomatische urineweginfecties in afgelopen jaar (n = 91) allergie voor TMP of CTX (n = 116) interactie andere medicatie en studie medicatie (n = 21) 468 weigerden deelname, reden: studielast (n = 169) behandelvoorkeur (n = 225) anders(n = 74) gerandomiseerd naar CTX (n = 127) gerandomiseerd naar (n = 125) toegewezen interventie niet gekregen, reden: toestemming ingetrokken (n = 12) toegewezen interventie niet gekregen, reden: toestemming ingetrokken (n = 2) behandeld met CTX (n = 115) behandeld met (n = 123) lost to follow-up (n = ) ongewenste voorval (n = 6) gebrek werkzaamheid (n = 2) studielast (n = 6) anders (n = 1) lost to follow-up (n = 1) ongewenste voorval (n = 12) gebrek werkzaamheid (n = 9) studielast (n = 2) anders (n = 1) follow-up maand 6: n = 1 (87%) follow-up maand 6: n = 98 (8%) lost to follow-up (n = 1) ongewenste voorval (n = 2) gebrek werkzaamheid (n = 4) studielast (n = ) anders (n = 3) lost to follow-up (n = 2) ongewenste voorval (n = 4) gebrek werkzaamheid (n = 2) studielast (n = 2) anders (n = 4) follow-up maand 12: n = 9 (78%) follow-up maand 12: n = 84 (68%) lost to follow-up (n = 1) ongewenste voorval (n = ) gebrek werkzaamheid (n = ) studielast (n = 1) anders (n = ) lost to follow-up (n = 3) ongewenste voorval (n = ) gebrek werkzaamheid (n = ) studielast (n = 1) anders (n = 1) follow-up maand 15: n = 88 (77%) follow-up maand 15: n = 79 (64%) FIGUUR 1 Stroomdiagram van een gerandomiseerde dubbelblinde studie naar het effect van co-trimoxazol en op recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen. Het gebrek aan werkzaamheid was voor een aantal patiënten reden om te stoppen met deelname. (CTX = co-trimoxazol; TMP = trimethoprim) NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674 3
4 TABEL 1 Kenmerken van vrouwen geïncludeerd in een onderzoek naar het effect van co-trimoxazol en op recidiverende urineweginfecties kenmerk behandeling; n (%)* CTX (n = 127) (n = 125) leeftijd in jaren; gemiddelde (SD) 65,4 (8,3) 63,2 (8,6) aantal urineweginfecties afgelopen jaar; 7, (4,9) 6,8 (3,4) gemiddelde (SD) vrouwen met nierbekkenontsteking afgelopen jaar 1 (7,9) 17 (13,6) vrouwen met gecompliceerde urineweginfecties 54 (42,5) 54 (43,2) anatomische of functionele afwijkingen urinewegen 27 (21,3) 22 (17,6) urologische chirurgie in voorgeschiedenis 55 (43,3) 42 (33,6) katheter 12 (9,4) 5 (4,) intermitterende katherisatie; n 11 5 verblijfskatheter; n 1 diabetes mellitus 12 (9,4) 14 (11,2) type 1; n 2 1 type 2; n 1 13 immunosuppressieve medicatie 1 (,8) 3 (2,4) seksueel actief 65 (51,2) 63 (5,4) gebruik van incontinentiemateriaal 48 (37,8) 44 (35,2) antibioticagebruik afgelopen 3 maanden enig antibioticum 11 (79,5) 1 (8,) trimethoprim 9 (7,1) 15 (12,) co-trimoxazol 9 (7,1) 14 (11,2) nitrofurantoïne 42 (33,1) 47 (37,6) chinolon 29 (22,8) 24 (19,2) amoxicilline-clavulaanzuur 12 (9,4) 12 (9,6) ander antibioticum 22 (17,3) 19 (15,2) ooit oestrogenen gebruikt 38 (29,9) 49 (39,2) asymptomatische bacteriurie; n/n (%) 56/115 (48,7) 57/12 (47,5) Nugent-score vagina; gemiddelde (SD) 6,1 (2,1) 5,8 (2,2) CTX = co-trimoxazol * Weergegeven zijn aantallen en percentages, tenzij anders aangegeven in de eerste kolom. Dit aantal is het aantal door de vrouwen zelf gerapporteerde urineweginfecties (cystitis en pyelonefritis) op basis van voor haar herkenbare klinische symptomen, meestal dysurie, strangurie en pollakisurie. Urineweginfectie bij vrouwen met functionele of anatomische afwijkingen van de urinewegen of bij immuungecompromitteerde vrouwen, waaronder vrouwen met diabetes mellitus. Score op semi-kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken van de bacteriepopulatie in vaginale uitstrijkjes (-3: normale vaginale flora; 4-6: intermediair; 7-1: bacteriële vaginosis). 8 profylaxe. Tevens werd in dezelfde vaginale uitstrijkjes de Nugent-score bepaald. Statistische analyse Om het verschil in het gemiddelde aantal symptomatische urineweginfecties tussen beide interventiegroepen te toetsen werd een Poisson-regressiemodel gebruikt. De van tevoren vastgestelde non-inferiority -marge was 1%. Dit betekent dat als het verschil in het gemiddelde aantal symptomatische urineweginfecties in 12 maanden inclusief het tweezijdige 95%-BI binnen deze marge van 1% blijft, als niet-inferieur worden beschouwd ten opzichte van CTX-profylaxe. 11 De Kaplan- Meiermethode werd gebruikt om het percentage vrouwen met minimaal 1 urineweginfectie op een bepaald tijdstip en de mediane tijd tot de eerste urineweginfectie te schatten. Voor het toetsen van verschillen tussen groepen werd de logranktoets gebruikt. Een subgroepanalyse werd uitgevoerd voor het gemiddelde aantal symptomatische urineweginfecties in 12 maanden bij vrouwen met en zonder gecompliceerde urineweginfecties. Voor de statistische analyse werden SPSS (versie 16.), Stata, R en Epi-info gebruikt. Resultaten In de periode 1 januari augustus 27 werden 948 postmenopauzale vrouwen gescreend voor mogelijke deelname. Uiteindelijk werden 127 vrouwen gerandomiseerd naar CTX-profylaxe en 125 naar profylaxe (figuur 1). Kenmerken van de geïncludeerde vrouwen staan in tabel 1. Symptomatische urineweginfecties en resistentie Het gemiddelde aantal symptomatische urineweginfecties na 12 maanden profylaxe was 2,9 (95%-BI: 2,3-3,6) in de CTX-groep en 3,3 (95%-BI: 2,7-4,) in de groep (tabel 2, figuur 2). Het absolute verschil van,4 symptomatische urineweginfecties (95%-BI: -,4-1,5) komt overeen met een relatief verschil van 13,8% (95%-BI: -13,8-51,7; p =,42). Na 12 maanden werd door 69,3% van de vrouwen in de CTX-groep en door 79,1% in de groep minimaal 1 symptomatische urineweginfectie gerapporteerd. De mediane tijd tot de eerste symptomatische urineweginfectie was respectievelijk 6 en 3 maanden (logranktoets, p =,2) (figuur 3). Na 1 maand CTX-profylaxe steeg de resistentie van E. coli tegen CTX, trimethoprim en amoxicilline van ongeveer 2-4% tot 8-95%, zowel in de feces als in de urine van asymptomatische vrouwen (figuur 4). Na 12 maanden CTX-profylaxe waren alle isolaten van E.coli uit de urine van asymptomatische vrouwen resistent tegen 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674
5 TABEL 2 Symptomatische urineweginfecties en microbiologische recidieven tijdens profylactische behandeling en na het staken daarvan uitkomstmaat tijdens profylaxe* tot 3 maanden na staken profylaxe CTX (n = 115) (n = 123) verschil vs. CTX CTX (n = 14) (n = 11) verschil vs. CTX gemiddelde p-waarde gemiddelde p-waarde symptomatische urineweginfecties gemiddeld aantal 2,9 (2,3-3,6) 3,3 (2,7-4,),4 (-,4-1,5),42,8 (,6-1,1),8 (,6-1,1), (-,3-,5),45 percentage met minimaal 1 infectie 69,3 (58,9-77,) 79,1 (69,9-85,7) 42,1 (31,7-51,) 44,4 (34,1-53,) mediane tijd tot 1e infectie in maanden 6 (4-9) 3 (2-5) >3 >3 microbiologische recidieven gemiddeld aantal 1,2 (,9-1,6) 1,8 (1,4-2,3),6 (,-1,4),2,1 (,1-,3),2 (,1-,3), (-,1-,3),6 percentage met minimaal 1 recidief 49,4 (38,5-58,4) 62,9 (52,4-71,1) 7,7 (2,4-12,7) 13, (6,4-19,1) mediane tijd tot 1e recidief in maanden >12 6 (4-12) >3 >3 CTX = co-trimoxazol * De profylaxe bestond uit CTX of capsules met en werd toegediend gedurende 12 maanden. Tussen haakjes is het 95%-betrouwbaarheidsinterval weergegeven. Rood gedrukte p-waarden betreffen statistisch significante verschillen. De mediaan kan niet gegeven worden, omdat het percentage vrouwen met minimaal 1 symptomatische urineweginfectie of microbiologisch recidief onder de 5% lag. CTX en trimethoprim. In de 3 maanden na het stoppen van de CTX-profylaxe was er een geleidelijke daling van de resistentiepercentages. Resistentie van E. coli in de urine tegen ciprofloxacine en norfloxacine steeg van 16-18% bij aanvang van de studie tot maximaal 34% 1 maand na het stoppen van de CTXprofylaxe. Lactobacillenprofylaxe had geen invloed op de resistentiepercentages (zie figuur 4). gemiddeld aantal symptomatische urineweginfecties 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1,5 profylaxe uitwas maand FIGUUR 2 Cumulatief aantal symptomatische urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen die gedurende 12 maanden profylactisch behandeld werden met cotrimoxazol ( ) of met per os ( ). Weergegeven is het gemiddelde met 95%-BI tot 3 maanden na het staken van de profylaxe. De kleine groep vrouwen met een urinekatheter is weggelaten uit de analyse om confounding te voorkomen en de resultaten beter te kunnen generaliseren naar de veel grotere groep vrouwen met recidiverende urineweginfecties zonder urinekatheter. NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674 5
6 1 % zonder symptomatische urineweginfectie aantal at risk co-trimoxazol maand FIGUUR 3 Kaplan-meiercurve van de tijd tot de eerste symptomatische urineweginfectie bij postmenopauzale vrouwen die profylactisch behandeld werden met cotrimoxazol ( ) of per os ( ). Er was een statistisch significant verschil in de mediane tijd tot de eerste symptomatische urineweginfectie (logranktoets, p =,2). Microbiologische recidieven Na 12 maanden profylaxe was het gemiddelde aantal microbiologische recidieven in de CTX-groep 1,2 (95%- BI:,9-1,6) en in de groep 1,8 (95%-BI: 1,4-2,3) (zie tabel 2). Het percentage vrouwen met minimaal 1 microbiologisch recidief gedurende 12 maanden was 49,4 in de CTX-groep en 62,9 in de groep; de mediane tijd tot het eerste microbiologische recidief bedroeg in deze groepen respectievelijk 12 maanden en 6 maanden (logranktoets, p =,2). In beide groepen was E.coli het meest gekweekte causale micro-organisme (respectievelijk 76, en 69,1%). De resistentiepercentages van deze symptomatische E. coli-isolaten waren gelijk aan of iets hoger dan die van de E. coli geïsoleerd uit feces en urine van asymptomatische vrouwen. Ongecompliceerde en gecompliceerde urineweginfecties Het gemiddelde aantal symptomatische urineweginfecties na 12 maanden profylaxe bij vrouwen met een ongecompliceerde urineweginfectie was in de CTX-groep 1,9 (95%-BI: 1,4-2,6) en in de groep 3,2 (95%-BI: 2,5-4,2). Bij vrouwen met gecompliceerde urineweginfecties waren deze gemiddelden respectievelijk 4,4 (95%-BI: 3,4-5,7) en 3,4 (95%-BI: 2,6-4,5). Dit suggereert dat het effect van vergeleken met CTX gunstiger was als het ging om een gecompliceerde urineweginfectie (t-test voor interactie; p <,1). Aan het begin van het onderzoek was E. coli vaker resistent tegen CTX, trimethoprim en amoxicilline (respectievelijk 38,1, 42,9 en 47,6%) als de bacterie was geïsoleerd uit de urine van asymptomatische vrouwen met gecompliceerde urineweginfecties dan wanneer de bacterie afkomstig was uit de urine van vrouwen met ongecompliceerde urineweginfecties (resistentiepercentage respectievelijk 17,4, 21,7 en 34,8%). Na 1 maand CTX-profylaxe verdween dit verschil. Ongewenste voorvallen De verschillen in ongewenste voorvallen tussen de beide interventiegroepen waren niet significant (tabel 3). De gerapporteerde ernstige ongewenste voorvallen die leidden tot uitval uit het onderzoek waren een systemische allergische reactie op CTX en overlijden aan een tijdens de studie gediagnosticeerde maligniteit (1 patiënt met longcarcinoom, 1 met mammacarcinoom). Urine, feces en vaginale microflora Antibacteriële activiteit urine In de urine van de vrouwen in CTX-groep was antibacteriële activiteitaanwezig in 128 van de 1112 urinemonsters (92,4%) die waren verkregen tijdens het gebruik van profylaxe. Veranderingen in fecale en vaginale microflora Na 12 maanden profylaxe kon L. reuteri in de feces worden aangetoond bij 93,4% van de vrouwen uit de lactobacil- 6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674
7 lengroep, en bij slechts 8,6% van de vrouwen in de CTXgroep. Toch kon L. reuteri met dezelfde PCR niet aangetoond worden in de vaginale uitstrijkjes van de vrouwen in de groep. Aan het begin van de studie was de gemiddelde Nugent-score toegekend aan de vaginale uitstrijkjes 6,1 in de CTX-groep (SD: 2,1) en 5,8 in de groep (SD: 2,2). Na 12 maanden profylaxe was de gemiddelde Nugent-score respectievelijk 6,1 (SD: 2,3) en 6, (SD: 2,1). Beschouwing In deze dubbelblinde, gerandomiseerde non-inferioritystudie was het gemiddelde aantal zelfgerapporteerde symptomatische urineweginfecties na 12 maanden 2,9 in de co-trimoxazol(ctx)-groep en 3,3 in de groep, een verschil van 13,8%. Dit verschil overschreed de non-inferiority-marge van 1%. Het percentage vrouwen met minimaal 1 symptomatische urineweginfectie na 12 maanden was lager in de groep die CTX-profylaxe had gebruikt dan in de groep. De mediane resistentie E. coli (%) resistentie E. coli (%) a AMOX AMOXI-CLAV TMP CTX GEN NOR CIP NIT CTX, isolaat uit feces b AMOX AMOXI-CLAV TMP CTX GEN NOR CIP NIT, isolaat uit feces resistentie E. coli (%) resistentie E. coli (%) c AMOX AMOXI-CLAV TMP CTX GEN NOR CIP NIT CTX, isolaat uit urine d AMOX AMOXI-CLAV TMP CTX GEN NOR CIP NIT, isolaat uit urine FIGUUR 4 Antibiotische resistentie van Escherichia coli-isolaten, gekweekt uit feces en urine van vrouwen met asymptomatische bacteriurie die profylactisch werden behandeld met co-trimoxazol (CTX) of per os. Weergegeven is het percentage feces- en urinemonsters met resistente bacteriën bij aanvang ( ), na 1 maand profylaxe ( ), na 12 maanden profylaxe ( ), 1 maand na staken van de profylaxe ( ) en 3 maanden na staken van de profylaxe ( ). Per tijdstip werden gemiddeld 78 fecesmonsters en 43 urinemonsters onderzocht. (AMOX = amoxicilline; AMOX-CLAV = amoxicilline-clavulaanzuur; TMP = trimethoprim; CTX = cotrimoxazol; GEN = gentamycine; NOR = norfloxacine; CIP = ciprofloxacine; NIT = nitrofurantoïne) NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674 7
8 Leerpunten Postmenopauzale vrouwen hebben minder vaginale, en daardoor een grotere kans op vaginale kolonisatie met Enterobacteriaceae en het optreden van urineweginfecties. Recidiverende urineweginfecties zijn te voorkomen door langdurig antibiotica in een lage dosering te gebruiken, maar dit leidt tot toename van resistente stammen. Er zijn aanwijzingen dat na orale toediening van Lactobacillus rhamnosus en L.reuteri het aantal in de vagina toeneemt en dat de kolonisatie met potentiële uropathogenen afneemt. In deze gerandomiseerde studie was inname van inferieur aan co-trimoxazol als profylaxe van recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzalevrouwen, al was het verschil klein. Co-trimoxazol gaf binnen 1 maand een aanzienlijke toename van de resistentie van E. coli-isolaten uit urine en feces; bij profylaxe met was er geen toename van de resistentie. van L. rhamnosus GR-1 en L.reuteri B-54 bij premenopauzale vrouwen met recidiverende urineweginfecties deed het aantal infecties dalen van 6 naar 1,6 urineweginfecties per jaar. 16 In tegenstelling tot eerdere studies konden wij L. reuteri niet aantonen in de vaginale uitstrijkjes van de vrouwen uit de groep en was er geen verandering van de Nugent-score. 5,17-19 We kunnen alleen veronderstellen dat de hun beschermende invloed uitoefenen door hun effect op de potentieel pathogene microorganismen in de darmflora. In deze studie hebben we gekozen voor het aantal symptomatische urineweginfecties als belangrijkste uitkomstmaat. Niet alle vrouwen stuurden een urine-dipslide in bij symptomen van een urineweginfectie. Bij de vrouwen TABEL 3 Ongewenste effecten bij postmenopauzale vrouwen tijdens profylactische behandeling urineweginfecties met co-trimoxazol of ongewenst effect behandeling; n (%) tijd tot de eerste symptomatische urineweginfectie was 6 maanden in de CTX-groep, tegenover 3 maanden in de groep. Bij vrouwen met gecompliceerde urineweginfecties bleek CTX-profylaxe minder effectief dan profylaxe, mogelijk omdat de resistentie in deze patiëntengroep bij aanvang van deelname aan de studie al hoger was. CTX-profylaxe leidde tot een aanzienlijke toename van de resistentie tegen CTX, trimethoprim, amoxicilline en chinolonen, zowel bij E. coli-isolaten uit de feces en de urine van asymptomatische vrouwen als bij E. coliisolaten die een urineweginfectie veroorzaakten. In de 3 maanden na het stoppen van de CTX-profylaxe daalden de resistentiepercentages geleidelijk tot net boven de percentages bij aanvang van de studie. Conform onze resultaten werden in een eerdere studie na 2 weken behandeling met trimethoprim al hoge percentages (> 95%) gevonden van CTX-resistente micro-organismen in feces en in urine. 12 Een gelijktijdige toename van plasmide-gemedieerde amoxicillineresistentie is ook eerder beschreven. 13 Vaginale toediening van L. rhamnosus GR-1 en L. reuteri RC-14 bij premenopauzale vrouwen die antibiotisch behandeld waren voor een symptomatische urineweginfectie leidde in een eerdere studie tot een afname van de recidiefkans van 47 naar 21% in 6 maanden. 14 Ook intravaginale zetpillen met L. crispatus gaven bij premenopauzale vrouwen een vermindering van de recidiefkans na antibiotische behandeling van een symptomatische urineweginfectie. 15 Wekelijkse vaginale toediening CTX (n = 115) (n = 123) ongewenst effect enig ongewenst effect 66 (57,4) 72 (58,5) huiduitslag of urticaria 17 (14,8) 12 (9,8) misselijkheid, braken of diarree 18 (15,7) 26 (21,1) obstipatie 19 (16,5) 18 (14,6) vaginale klachten 19 (16,5) 12 (9,8) andere klacht 64 (55,7) 66 (53,7) ongewenst effect leidend tot uitval 6 (5,2) 15 (12,2) relatie interventie onwaarschijnlijk 3 (2,6) 4 (3,3) relatie interventie waarschijnlijk 3 (2,6) 11 (8,9) ernstig ongewenst effect enig ernstig ongewenst effect 17 (14,8) 14 (11,4) relatie met interventie waarschijnlijk systemische allergische reactie 1 (,9) - relatie met interventie onwaarschijnlijk ziekenhuisopname voor urineweginfectie 3 (2,4) ziekenhuisopname om andere reden orthopedische chirurgie 8 (7,) 3 (2,4) cardiale klachten 4 (3,3) diverse 1 (8,7) 7 (5,7) diagnose levensbedreigende ziekte 2 (1,7) 1 (,8) ernstig ongewenst effect leidend tot uitval 2 (1,7) 1 (,8) relatie met interventie onwaarschijnlijk 1 (,9) 1 (,8) relatie met interventie waarschijnlijk 1 (,9) CTX = co-trimoxazol 8 NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674
9 die een symptomatische urineweginfectie hadden én een urine-dipslide instuurden kon in 85% van de gevallen de urineweginfectie microbiologisch bevestigd worden. Dit is in overeenstemming met de literatuur. 2 Daarom nemen wij aan dat een symptomatische urineweginfectie een betrouwbare en klinisch relevante uitkomstmaat is. Bij vrouwen met gecompliceerde urineweginfecties, die hogere resistentiepercentages hadden bij aanvang van de studie, is profylaxe met mogelijk gunstiger dan CTX-profylaxe. De resultaten uit onze subgroepanalyse zullen bevestigd moeten worden in een nieuwe studie. Conclusie Bij postmenopauzale vrouwen met recidiverende urineweginfecties kon niet worden aangetoond dat profylaxe met orale capsules met L.rhamnosus GR-1 en L.reuteri RC-14 niet onderdoet voor CTX-profylaxe. Het verschil was echter gering. Het is een belangrijk gegeven dat profylaxe met niet het bekende nadeel van antibiotica-profylaxe toename van resistentie heeft. Onlangs werd dit voordeel benadrukt in de geactualiseerde richtlijn van de Infectious Diseases Society of America (IDSA) voor de behandeling van urineweginfecties. 21 Het gebruik van CTX-profylaxe leidde tot een aanzienlijke toename van de antibioticaresistentie in de normale flora. Aangezien het gebruik van geen toename geeft van antibioticaresistentie, kan deze vorm van profylaxe gezien worden als een aanvaardbaar alternatief bij de preventie van urineweginfecties. Belangenconflict: formulieren met belangenverklaringen van de auteurs zijn beschikbaar bij dit artikel op (zoeken op A5674; klik op Belangenverstrengeling ). Financiële ondersteuning: dit onderzoek werd ondersteund door ZonMw, projectnummer: De placebocapsules (niet de capsules met ) werden geschonken door Chr. Hansen A/S uit Denemarken. Aanvaard op 2 december 212 De volgende Nederlandse ziekenhuizen namen deel aan deze studie (tussen haakjes de lokale studie-coördinatoren): Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (S.E. de Rooij), Maastricht Universitair Medisch Centrum (J. Koeijers), Universitair Medisch Centrum in Utrecht (I.M. Hoepelman), Medisch Centrum Alkmaar (S.D. Bos), Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam (G. van Andel), Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam (E. van Haarst), Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam (J.P.C.M. van Campen), Scheper Ziekenhuis in Emmen (W. van der Hoek), Haga Ziekenhuis in Den Haag (F. Froehling), Orbis Medisch Centrum in Sittard (J.V. Zambon). Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 213;157:A5674 > Kijk ook op Literatuur 1 Van Geelen JM, van de Weijer PH, Arnolds HT. Urogenitale verschijnselen en hinder daarvan bij thuiswonende Nederlandse vrouwen van 5 tot 75 jaar. Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;14: Hooton TM. Recurrent urinary tract infection in women. Int J Antimicrob Agents. 21;17: Hoogkamp-Korstanje JA, Mouton JW, van der Bij AK, de Neeling AJ, Mevius DJ, Koene MG. Nethmap 212. Consumption of antimicrobial agents and antimicrobial resistance among medically important bacteria in the Netherlands. geraadpleegd op 9 december Pabich WL, Fihn SD, Stamm WE, Scholes D, Boyko EJ, Gupta K. Prevalence and determinants of vaginal flora alterations in postmenopausal women. J Infect Dis. 23;188: Reid G, Charbonneau D, Erb J, et al. Oral use of Lactobacillus rhamnosus GR-1 and L. fermentum RC-14 significantly alters vaginal flora: randomized, placebo-controlled trial in 64 healthy women. FEMS Immunol Med Microbiol. 23;35: Neal DE Jr. Complicated urinary tract infections. Urol Clin North Am. 28;35: Liu YC, Huang WK, Huang TS, Kunin CM. Detection of antimicrobial activity in urine for epidemiologic studies of antibiotic use. J Clin Epidemiol. 1999;52: Haarman M, Knol J. Quantitative real-time PCR analysis of fecal Lactobacillus species in infants receiving a prebiotic infant formula. Appl Environ Microbiol. 26;72: Nugent RP, Krohn MA, Hillier SL. Reliability of diagnosing bacterial vaginosis is improved by a standardized method of gram stain interpretation. J Clin Microbiol. 1991;29: Little P, Turner S, Rumsby K, et al. Developing clinical rules to predict urinary tract infection in primary care settings: sensitivity and specificity of near patient tests (dipsticks) and clinical scores. Br J Gen Pract. 26;56: Soonawala D, Dekkers OM. Non-inferiority -studies: mogelijkheden en kanttekeningen. Ned Tijdschr Geneeskd. 212;156:A Murray BE, Rensimer ER, DuPont HL. Emergence of high-level trimethoprim resistance in fecal Escherichia coli during oral administration of trimethoprim or trimethoprim--sulfamethoxazole. N Engl J Med. 1982;36: Kahlmeter G, Menday P. Cross-resistance and associated resistance in 2478 Escherichia coli isolates from the Pan-European ECO.SENS Project surveying the antimicrobial susceptibility of pathogens from uncomplicated urinary tract infections. J Antimicrob Chemother. 23;52: NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674 9
10 14 Reid G, Bruce AW, Taylor M. Influence of three-day antimicrobial therapy and lactobacillus vaginal suppositories on recurrence of urinary tract infections. Clin Ther. 1992;14: Stapleton AE, Au-Yeung M, Hooton TM, et al. Randomized, placebocontrolled phase 2 trial of a Lactobacillus crispatus probiotic given intravaginally for prevention of recurrent urinary tract infection. Clin Infect Dis. 211;52: Reid G. BATM. Instillation of Lactobacillus and stimulation of indigenous organisms to prevent recurrence of urinary tract infections. Microecol Ther 1995; Morelli L, Zonenenschain D, Del Piano M, Cognein P. Utilization of the intestinal tract as a delivery system for urogenital probiotics. J Clin Gastroenterol. 24;38:S Reid G, Beuerman D, Heinemann C, Bruce AW. Probiotic Lactobacillus dose required to restore and maintain a normal vaginal flora. FEMS Immunol Med Microbiol. 21;32: Reid G, Bruce AW, Fraser N, Heinemann C, Owen J, Henning B. Oral probiotics can resolve urogenital infections. FEMS Immunol Med Microbiol. 21;3: Bent S, Saint S. The optimal use of diagnostic testing in women with acute uncomplicated cystitis. Dis Mon. 23;49: Gupta K, Hooton TM, Naber KG, et al. International clinical practice guidelines for the treatment of acute uncomplicated cystitis and pyelonephritis in women: A 21 update by the Infectious Diseases Society of America and the European Society for Microbiology and Infectious Diseases. Clin Infect Dis. 211;52:e NED TIJDSCHR GENEESKD. 213;157: A5674
Eenduidige richtlijnen voor de eerste en tweede lijn inzake urineweginfecties
Richtlijnen Eenduidige richtlijnen voor de eerste en tweede lijn inzake urineweginfecties Kristel M. van Asselt, Jan M. Prins, Gerda M. van der Weele, Bart J. Knottnerus, Bart van Pinxteren en Suzanne
Nadere informatieWomen with recurrent urinary tract infections: antibiotic resistance and non-antibiotic prophylaxis Beerepoot, M.A.J.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Women with recurrent urinary tract infections: antibiotic resistance and non-antibiotic prophylaxis Beerepoot, M.A.J. Link to publication Citation for published version
Nadere informatieRecidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen
O v e r z i c h t s a r t i k e l e n Recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen Recurrent urinary tract infections in postmenopausal women Auteurs Trefwoorden Key words M.A.J. Beerepoot,
Nadere informatieUrineweginfecties Rubriekhouder: Mw. Dr. E.E. Stobberingh (RIVM)(2014)
Urineweginfecties Rubriekhouder: Mw. Dr. E.E. Stobberingh (RIVM)(2014) Inleiding Urineweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen in de huisartsenpraktijk. De incidentie varieert afhankelijk van de
Nadere informatiechapter TWELVE Nederlandse samenvatting
chapter TWELVE Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING TWELVE Bacteriurie, de aanwezigheid van bacteriën in de urine, is een veel voorkomende bevinding bij vrouwen. Bacteriurie wordt onderverdeeld
Nadere informatieAntibiotica bij ongecompliceerde urineweginfecties: geen toename van resistentie in de afgelopen 5 jaar
Postprint Version 1.0 Journal website http://www.ntvg.nl/publicatie/antibiotica-bij-ongecompliceerdeurineweginfecties-geen-toename-van-resistentie-de-afgelopen-5-jaar/volledig Pubmed link DOI Antibiotica
Nadere informatie3 e Post EAUN Meeting
3 e Post EAUN Meeting Carmen Sommers Verpleegkundig Specialist Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Urineweginfecties Urineweginfecties Definitie urineweginfectie Bacteriurie Een bacteriurie is slechts de aanwezigheid
Nadere informatieUrineweginfecties Rubriekhouder: Mw. Dr. E.E. Stobberingh (RIVM)( )
Urineweginfecties Rubriekhouder: Mw. Dr. E.E. Stobberingh (RIVM)(2014-2015) Inleiding Urineweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen in de huisartsenpraktijk. De incidentie varieert afhankelijk van
Nadere informatieAntibiotica bij ongecompliceerde urineweginfecties: geen toename van resistentie in de afgelopen 5 jaar*
Onderzoek Antibiotica bij ongecompliceerde urineweginfecties: geen toename van resistentie in de afgelopen 5 jaar* Casper D.J. den Heijer, Gé A. Donker, Jacqueline Maes en Ellen E. Stobberingh Doel Opzet
Nadere informatieUrineweginfecties. Suzanne Geerlings internist-infectioloog AMC
Urineweginfecties Suzanne Geerlings internist-infectioloog AMC Inhoud met patiëntvoorbeelden Diagnostiek Resistentie Behandeling Pathogenese Preventie Diagnostiek In ziekenhuis: urinesediment en kweek
Nadere informatieUrineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen
Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen in verpleeghuizen - SNIV 2012 -, De Reehorst, Driebergen Dr. Ine Frénay, arts-microbioloog RLM Dordrecht- Gorinchem 1 Indeling
Nadere informatieURINEWEGINFECTIE ONDER DE LOEP GENOMEN
2 e Post EAUN Meeting URINEWEGINFECTIE ONDER DE LOEP GENOMEN Hanny Cobussen-Boekhorst, RN, M-ANP UMC St Radboud, Nijmegen INHOUD Inleiding Microbiologie Urineweg infecties Ongecompliceerde UWI + behandeling
Nadere informatieOverzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018)
Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018) Klinische verschijnselen Aspecifieke klachten en symptomen bij kwetsbare ouderen kunnen niet worden toegeschreven aan een
Nadere informatieAstrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem
Astrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium
Nadere informatieV. Spoorenberg Arts-onderzoeker, AIOS Interne Geneeskunde Afdeling Infectieziekten, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
Appropriate antibiotic use for patients with complicated urinary tract infections in 38 Dutch hospital departments: variation and the relation to length of hospital stay V. Spoorenberg Arts-onderzoeker,
Nadere informatieAntibioticumbeleid in tijden van toenemende resistentie
Antibioticumbeleid in tijden van toenemende resistentie Kees Verduin, arts-microbioloog Laboratorium voor microbiologie en infectiepreventie, Amphia ziekenhuis, Breda Wat is het probleem? Antibioticum
Nadere informatieOptimaliseren van het antibioticabeleid in Nederland. X. SWAB-richtlijn voor antimicrobiële therapie bij gecompliceerde urineweginfecties
voor de praktijk Optimaliseren van het antibioticabeleid in Nederland. X. SWAB-richtlijn voor antimicrobiële therapie bij gecompliceerde urineweginfecties S.E.Geerlings, P.J.van den Broek, E.P.van Haarst,
Nadere informatieWoonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC
Woonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC Symposium CRAGT, 15 december 2012 Katrien Latour Rue Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussels Belgium T +32 2 642 51 11 F +32 2 642 50 01 email:
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31838 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Caljouw, Monique Adriana Anna Title: Prevention of clinical urinary tract infections
Nadere informatieBehandeling en preventie urineweginfecties bij kinderen. C.M.L. van Dael, kinderarts-nefroloog
Behandeling en preventie urineweginfecties bij kinderen C.M.L. van Dael, kinderarts-nefroloog NVK Richtlijn Urineweginfecties bij kinderen 09-06-2010 Begrippen UWI: combinatie van leeftijdsgebonden klinische
Nadere informatieWat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk
Wat betekent antibioticaresistentie in de verpleeghuispraktijk Paul Geels, arts-adviseur 24 januari 2018 Disclosure relevante belangen Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieImplementatieplan richtlijn Urineweginfecties
Implementatieplan richtlijn Urineweginfecties Toepassing van de richtlijn Urineweginfecties in de praktijk is nodig om het beoogde doel van de richtlijn te bereiken. Het beoogde doel van deze richtlijn
Nadere informatieSamenvatting van de standaard Urineweginfecties (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap
voor de praktijk Samenvatting van de standaard Urineweginfecties (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap B.van Pinxteren, S.M.van Vliet, Tj.Wiersma en A.N.Goudswaard Zie ook de artikelen
Nadere informatieUrineweginfecties: definitie en diagnostiek
Urineweginfecties: definitie en diagnostiek Isabel Leroux-Roels Klinisch bioloog, coördinator Team Infectiepreventie Informatieavond Urineweginfecties in het ziekenhuis Dinsdag 7 maart 2017 Overzicht Ziektelast
Nadere informatieVerenso richtlijn urineweginfecties. Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog
Verenso richtlijn urineweginfecties Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog Inhoud Aspecifieke ziektepresentatie algoritme Asymptomatische bacteriurie Verwekkers Casus 84-jarige vrouw VG/ DM2, hypertensie,
Nadere informatiebran err y ca p su urinevee gin ecoes i -wets are ou ste ou eren ter prevende van.. Evidence Based Practice
bran err y ca p su es ter prevende van.. urinevee gin ecoes i -wets are ou ste ou eren ~n het verpleeghuis komen urineweginfecties vaak voor, ze zijn moeilijk vastte stellen en vaak ook moeilijk te behandelen.
Nadere informatieDe ontwikkeling van een innovatief probioticum voor ruwi: van patiëntbehoefte tot realisatie
De ontwikkeling van een innovatief probioticum voor ruwi: van patiëntbehoefte tot realisatie Dr. Karen Koning Post EAUN meeting 20 juni 2016 Catherina (Karen) Koning Post EAUN meeting, PAGE 2 Catherina
Nadere informatieJacqueline van Diermen Praktijkverpleegkundige Vivium Naarderheem
Jacqueline van Diermen Praktijkverpleegkundige Vivium Naarderheem (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium
Nadere informatieDisclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen
BRMO Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatieUrineweginfecties Een correct staal als voorwaarde voor een juiste diagnose
Urineweginfecties Een correct staal als voorwaarde voor een juiste diagnose Jerina Boelens, medische microbiologie en infectiepreventie, UZ Gent Info-avond Urineweginfecties in het ziekenhuis 7 maart 2017
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieBehandeling urineweginfecties Kan het ook zonder antibiotica
Behandeling urineweginfecties Kan het ook zonder antibiotica Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieCBYL719A2201, NEO-Belle (Borstkanker) / borstkanker
CBYL719A2201, NEO-Belle (Borstkanker) / borstkanker Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met hormoongevoelige HER2-negatieve borstkanker die de overgang gepasseerd zijn en in aanmerking
Nadere informatieNieuwe richtlijnen Verenso UWI en LLWI Astrid Beckers Specialist Ouderengeneeskunde Vivium Zorggroep
Nieuwe richtlijnen Verenso UWI en LLWI Astrid Beckers Specialist Ouderengeneeskunde Vivium Zorggroep Nieuwe richtlijn Urineweginfecties Waarom? Richtlijn 2006 ; > 50% UWI op basis van aspecifieke symptomen
Nadere informatieAntibiotica Resistentie van Uropathogene E. coli. bij huisartsen patiënten in de leeftijd van 1-100 jaar. E.Stobberingh, MINC 29 maart 2011
Antibiotica Resistentie van Uropathogene E. coli bij huisartsen patiënten in de leeftijd van 1-100 jaar E.Stobberingh, MINC 29 maart 2011 Antibiotica resistentie van uropathogene E.coli Is het een probleem?
Nadere informatieCitation for published version (APA): Spoorenberg, V. (2014). Improving antibiotic use for complicated urinary tract infections
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Improving antibiotic use for complicated urinary tract infections Spoorenberg, V. Link to publication Citation for published version (APA): Spoorenberg, V. (2014).
Nadere informatieDe rol van dubbeltherapie bij de behandeling van ernstige Pseudomonas infecties
De rol van dubbeltherapie bij de behandeling van ernstige Pseudomonas infecties H.I. Bax, coördinator concept SWAB sepsis richtlijn Erasmus Medisch Centrum 11 juni 2009 1. Achtergrond 2. Literatuuronderzoek
Nadere informatieIBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis
IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische
Nadere informatieErvaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties. OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens
Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens Prevalentiestudies UWI in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis 1 prevalentiestudie : mei
Nadere informatieOVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO)
OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 EEN TOENEMEND PROBLEEM? OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 INTRODUCTIE Doel rapportage Het doel van deze rapportage
Nadere informatieDefinitie Bacteriële Vaginose
Definitie Bacteriële Vaginose De verschuiving in de vaginale flora waarbij de normaal dominant aanwezige Lactobacillen zijn vervangen door anaerobe bacteriën. Belang onderzoek Incidentie Fluor: 40-50/1000
Nadere informatieAntibiotische profylaxe bij het verwijderen van en urinekatheter: minder risico op urineweginfecties?
Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Antibiotische profylaxe bij het verwijderen van en urinekatheter: minder risico op urineweginfecties? Willemijn Schölvinck, Els Derksen, Roland Wetzels,
Nadere informatieM studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker
M14-361-studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met vergevorderde kleincellige longkanker die behandeld worden met carboplatine en etoposide (standaardbehandeling).
Nadere informatieDiagnostiek urineweginfecties: do s and dont s
Diagnostiek urineweginfecties: do s and dont s Flore Horuz Kinderarts-nefroloog MUMC met dank aan M. Koppejan-Stapel Kinderarts en voorzitter werkgroep richtlijn UWI in vogelvlucht nieuwe richtlijn urineweginfecties
Nadere informatieNederlandse samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Lijst van deelnemende centra Abbreviations
Nederlandse samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Lijst van deelnemende centra Abbreviations 193 194 Nederlandse samenvatting Inleiding Een urineweginfectie (UWI) wordt veroorzaakt
Nadere informatieUrineweg-infecties bij kinderen. Loes Tanja kinderarts
Urineweg-infecties bij kinderen Loes Tanja kinderarts Wat is een urineweginfectie (UWI)? Een combinatie van klinische leeftijdsgebonden kenmerken en de aanwezigheid van bacteriën in een betrouwbaar afgenomen
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Aanvraagformulier medicijnspiegel bepaling - Dientamoeba fragilis
Nadere informatieRESIDENT: O. Ophelia
HALT 2 CASUSSEN RESIDENT: O. Ophelia O. Ophelia, 76 jarige (1937) vrouw Voltijds verblijvend in het WZC sinds 10 jaar Aanwezig om 8u op de dag van de studie Stapt zelfstandig Geen opname in het ziekenhuis
Nadere informatieZorginfecties en antibioticagebruik bij kwetsbare ouderen
Zorginfecties en antibioticagebruik bij kwetsbare ouderen 38ste Wintermeeting Oostende 27 Februari 2015 Latour K, Jans B Rue Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussels Belgium T +32 2 642 57 62 email: katrien.latour@wiv-isp.be
Nadere informatieKoortsige Urineweginfecties/ Pyelonefritis bij kinderen. Dr An Bael, kindernefrologie ZNA Koningin Paola Kinderziekenhuis
Koortsige Urineweginfecties/ Pyelonefritis bij kinderen Dr An Bael, kindernefrologie ZNA Koningin Paola Kinderziekenhuis Koorts of geen koorts? Urineweginfecties. Blaasontsteking= cystitis, geen koorts
Nadere informatieEindverslag regioproject: BRMO in huisartspraktijken in Rotterdam; een analyse op wijk- en praktijkniveau
Eindverslag regioproject: BRMO in huisartspraktijken in Rotterdam; een analyse op wijk- en praktijkniveau GGD Rotterdam - Rijnmond 1 juni 2018 Auteurs: Maaike Honsbeek, MSc Dr. Hélène Voeten Dr. Ellen
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De laatste jaren wordt in steeds meer zorginstellingen aandacht besteed aan infectiepreventie en patiëntveiligheid. Een van de redenen is de toenemende antibiotica resistentie van bacteriën
Nadere informatieDe patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties
De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties Postoperatieve wondinfecties? Hoe groot is het gevaar? 1 op 20 operaties leidt tot een postoperatieve wondinfecties Staphylococus aureus is de
Nadere informatieSurveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen
Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2014 Surveillance gegevens 2000 2014 Minimale ziekenhuis gegevens 2000-2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst: Zorginfecties en antimicrobiële
Nadere informatiePreventie van groep B-streptokokken infectie
Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep
Nadere informatie9 e Post-O.N.S. Meeting
9 e Post-O.N.S. Meeting Neutropenie & Antibiotica resistentie Heleen Klein Wolterink Research verpleegkundige Medische Oncologie UMC Utrecht Schiphol introductie Neutropenie: Definitie Symptomen MASSC
Nadere informatieAntimicrobial stewardship balans
Franky Buyle, pharmd, phd Apotheek Multidisciplinair Infectie Team Hebben we nood aan een nationale infectiologie-gids? 12 maart 2019 VZA PUO Franky.buyle@uzgent.be Antimicrobial stewardship balans INDIVIDU
Nadere informatieUrineweginfecties bij kinderen
Urineweginfecties bij kinderen Up-to-date met NHG-standaard en NVK-richtlijn OverEINDse dagen, Scarperia, april 2011 Pieter Bertholet, huisarts Angelique Roeleveld-Versteegh, kinderarts Bas Zegers, kinderarts
Nadere informatieVaginitis en vaginose
Dr. Jan Vandevoorde Februari 2005 Opvolging van de aanbeveling Vaginitis en vaginose 1. Behandeling van Candida-vaginitis Lokale behandeling van Candida-vaginitis met clotrimazole of miconazole is even
Nadere informatieTwelve. TweTw. Twelve. Twelve. Twelve. Twelf. Twelve. Summary and General Discussion Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae.
Samenvatting e TweTw l TwTwelv Twelf T Twel Summary and General Discussion Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae TwTweT welvelve 149 Bacteriurie is de aanwezigheid van bacteriën in urine. Uropathogenen
Nadere informatieampc Wat moet je ermee? Tobias Engel AIOS MMB
ampc Wat moet je ermee? Tobias Engel AIOS MMB S is goed (?) SDD kweek rectum: Enterobacter aerogenes, Piptazo gevoelig Advies MMB: Bij ernstige sepsis à Start meropenem (?????) BRMO MRSA VRE ESBL Carbapenemases
Nadere informatieOverzicht. Help! Statistiek! Probioticum. Bronnen. Probioticastudie (1) Probioticastudie (2)
Help! Statistiek! Overzicht Doel: Informeren over statistiek in klinisch onderzoek. Tijd: Doorlopende serie laagdrempelige lezingen, voor iedereen vrij toegankelijk. Derde woensdag in de maand, 12-13 uur
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieMicrobiologie en Urineweginfectie. Joost Hopman, arts-microbioloog, Hoofd HIP
Microbiologie en Urineweginfectie Joost Hopman, arts-microbioloog, Hoofd HIP Resistentie 2010: Kind 16 jaar, verlamming na trauma Rec. UWI Opname Co-trimoxazol, Augmentin, Ciprofloxacine Klebsiella pneumoniae
Nadere informatieStudie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling
Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken
Nadere informatieLOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE
LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE
Nadere informatieSTICHTING WERKGROEP ANTIBIOTICABELEID. SWAB Symposium. Programma en samenvattingen. Donderdag 17 juni uur. (Jaarbeurs)
STICHTING WERKGROEP ANTIBIOTICABELEID Programma en samenvattingen Donderdag 17 juni 2010 12.30-17.45 uur MEDIA PLAZA UTRECHT (Jaarbeurs) www.swab.nl Voorwoord Hartelijk welkom op het 11 e symposium dat
Nadere informatieWelke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA
Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? 1. Wat zijn dat, reserve antibiotica? 2. Wat is
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieBRMO. lessen uit het verleden & toekomstperspectief. Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013
BRMO lessen uit het verleden & toekomstperspectief Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013 BRMO: ESBL IN PLUIMVEE & EIERSCHILLEN Knapp C.W. Environ. Sci Technol. 2010, 44,
Nadere informatieSurveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen
Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Gegevens tot en met 2016 AUTEURS Els Duysburgh,
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatie(Anti)stolling in 2017
(Anti)stolling in 2017 Karina Meijer Afd Hematologie, UMCG Jaarsymposium Hematologie 5 april 2018 Disclosures K. Meijer (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatie7 Streptococcen surveillance Rubriekhouder: Mw. dr. E. E. Stobberingh, SWAB ( )
7 Streptococcen surveillance Rubriekhouder: Mw. dr. E. E. Stobberingh, SWAB (2011-2012) Inleiding Streptococcus haemolyticus, ook S, pyogenes genoemd, behoort tot de commensale keelflora, maar is ook de
Nadere informatieHandhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen
Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Elise van Beeck Maatschappelijke Gezondheidszorg & Medische Microbiologie en Infectieziekten Erasmus MC Rotterdam Overzicht presentatie Introductie: waar is het
Nadere informatieSWAB richtlijn antimicrobiële therapie bij gecompliceerde urineweginfecties
Optimaliseren van het antibioticabeleid in Nederland X SWAB richtlijn antimicrobiële therapie bij gecompliceerde urineweginfecties Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB), juni 2006 Voorbereidingscommissie:
Nadere informatieKwaliteitsbevordering in de huisartspraktijk, toegepast op de aanpak van urineweginfecties. Handleiding voor LOK-groepen WVVH
Kwaliteitsbevordering in de huisartspraktijk, toegepast op de aanpak van urineweginfecties. Handleiding voor LOK-groepen WVVH - 2005 Programma! Bespreking resultaten registratie! Casuïstiek in groepjes!
Nadere informatieUrineweginfecties nader belicht. Anne-Marie Giesen Remmie Hammers-Cupido
Urineweginfecties nader belicht Anne-Marie Giesen Remmie Hammers-Cupido Urineweginfecties nader belicht Kennismaking Uitleg Casuïstiek afgewisseld met dipslides Niet vergeten! Doelen U herkent de valkuilen
Nadere informatieInfluenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers
Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad
Nadere informatieDe extractie van bacterieel en fungaal DNA uit verschillende lichaamsvloeistoffen
Een grote verscheidenheid aan bacteriën, virussen, schimmels en parasieten is verantwoordelijk voor de naar schatting 15 miljoen sterfgevallen per jaar als gevolg van infectieziekten. Infectieziekten gaan
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieEndophthalmitis profylaxe Intravitreale (anti-vegf) injecties
Endophthalmitis profylaxe Intravitreale (anti-vegf) injecties Mirjam E.J. van Velthoven Risico op endophthalmitis bij IVI s Ophthalmic Surg Lasers Imaging Retina. 2014 Mar-Apr;45(2):143-9 Meta-analysis
Nadere informatieAzool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland
Azool resistentie in Aspergillus fumigatus in Nederland - Het totaal aantal aspergillose patiënten in Nederland Het totaal aantal gevallen van invasieve aspergillose in Nederland is niet goed bekend. Mijn
Nadere informatieColistine verneveling bij ventilator-associated pneumonia. Guido Bastiaens, MD PhD AIOS Medische Microbiologie
Colistine verneveling bij ventilator-associated pneumonia Guido Bastiaens, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Casus Man, 26 jaar Voorgeschiedenis 2016 diagnose Ewing sarcoom met metastasen in bekken, ribben
Nadere informatieINHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...
Nadere informatiePUM-AMR Project. Senior Nederlandse specialisten bestrijden antibiotica resistentie in Low and Middle Income Countries. Edmée Bowles 12 februari 2019
PUM-AMR Project Senior Nederlandse specialisten bestrijden antibiotica resistentie in Low and Middle Income Countries Edmée Bowles 12 februari 2019 Nederland: gidsland mbt antibiotica resistentie Antimicrobial
Nadere informatieSurveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen
Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Gegevens tot en met 2015 AUTEURS Els Duysburgh,
Nadere informatieEpidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting
Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie
Nadere informatieMedicijngebruik in de laatste levensfase optimaliseren met handvatten voor het EPD
Medicijngebruik in de laatste levensfase optimaliseren met handvatten voor het EPD Eric Geijteman aios interne geneeskunde, Reinier de Graaf Gasthuis klinisch farmacoloog en arts-onderzoeker, Erasmus MC
Nadere informatieAntibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie
Antibiotic Stewardship op een afdeling Intensieve Zorg Pediatrie 10de PICU Thanksgiving symposium 26 November 2015 Dr. Jef Willems Intensieve Zorgen Pediatrie Kinderziekenhuis Prinses Elisabeth Antibiotic
Nadere informatiePlassen moet, maar gaat het ook altijd goed? Marina Hovius Uroloog OLVG. 20 januari 2018
Plassen moet, maar gaat het ook altijd goed? Marina Hovius Uroloog OLVG No disclosures(geen conflicterende belangen). Plassen moet, maar gaat het ook goed. UROLOOG, wat is dat? Specialisme dat zich bezig
Nadere informatieDe superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?
De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? Arend-Jan Meinders, internist-intensivist Resistente ziekenhuisbacteriën MRSA = Resistente S. aureus 30-40%
Nadere informatieMet welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?
Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met idiopathische pulmonale fibrose, een zeldzaam type longaandoening. De samenvatting is geschreven voor de doorsneelezer en is opgesteld
Nadere informatiepagina 1 van 7 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Cystitis in de zwangerschap Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie:
Nadere informatieVALKUILEN bij de DIAGNOSTIEK van URINEWEGINFECTIES bij KWETSBARE OUDEREN. Stelling
VALKUILEN bij de DIAGNOSTIEK van URINEWEGINFECTIES bij KWETSBARE OUDEREN Luc Van Houdt specialist ouderengeneeskunde Geneeskundige Dagen van Antwerpen Universiteit Antwerpen - 16 september 2017 Stelling
Nadere informatieFICB: Fascia Iliaca Compartiment Blok bij heup-/proximale femurfracturen
FICB: Fascia Iliaca Compartiment Blok bij heup-/proximale femurfracturen Leonieke Groot, spoedeisende hulparts i.o. Inhoud Waarom dit praatje? Stukje achtergrond Doelstellingen Studie ontwerp Eindpunten
Nadere informatieEmbolisatie (UAE) Louisette Peters
Embolisatie (UAE) Louisette Peters 1 Disclosures Geen 2 De procedure Interventieradioloog Aanprikken arteria femoralis en selectief aa. uterina angiografisch in beeld brengen Embolisatie 4 5 Hoe het begon
Nadere informatieDiagnostiek van urineweginfecties bij mannen
Casper den Heijer, Martien van Dongen, Gé Donker, Ellen Stobberingh Onderzoek Diagnostiek van urineweginfecties bij mannen Samenvatting Den Heijer CDJ, Van Dongen MCJM, Donker GA, Stobberingh EE. Diagnostiek
Nadere informatieAanbeveling voor goede. medische praktijkvoering
Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering Cystitis bij de vrouw Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen vzw Berchem, 2000 T. Christiaens L. Callewaert A. De Sutter P. Van Royen De auteurs
Nadere informatieHet voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis
Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk
Nadere informatie