Totale beleggingen professionele beleggers in 2012 Professionele beleggers investeren weer meer in indirect vastgoed

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Totale beleggingen professionele beleggers in 2012 Professionele beleggers investeren weer meer in indirect vastgoed"

Transcriptie

1 oktober 213 Vastgoedmarkt 45 beleggingen achtergrond Beleggingen / onderzoek / cbs Totale beleggingen professionele beleggers in 212 Professionele beleggers investeren weer meer in indirect vastgoed De beleggingen in indirect vastgoed van professionele beleggers namen in 212 toe van 17, naar 123,3 miljard euro. Dat blijkt uit door het CBS verzamelde gegevens. De beleggingen in direct vastgoed daalden licht van 45,8 naar 44,7 miljard euro. Indirect vastgoed maakte 73,4 procent uit van het totale vastgoedvermogen, in 198 was dat 2,9 procent. CBS-onderzoeker John Gebraad verzamelt jaarlijks de gegevens voor Vastgoedmarkt. De totale beleggingen van de professionele beleggers (, verzekeraars en beleggingsmaatschappijen) zijn in 212 gestegen met 21 miljard euro naar miljard euro 1). In de eerste helft van 213 volgt een lichte daling naar miljard euro. Deze ontwikkelingen worden voor een belangrijk deel verklaard door de koersontwikkeling van aandelen. Deze koersontwikkeling droeg in 212 voor 85 miljard euro bij aan de toegenomen beleggingen. Ook het obligatiebezit heeft in 212 geprofiteerd van koerswinsten, voor 35 miljard euro. De beleggingen van, die meer dan de helft van de totale beleggingen van instituten uitmaken, zijn in 212 met 131 miljard euro toegenomen. Dit heeft niet gezorgd voor rust rondom de pensioenen. De pensioenverplichtingen stijgen namelijk vrijwel evenveel, waardoor de dekkingsgraad 2) van nog steeds te laag is. Hierdoor moeten diverse fondsen maatregelen nemen, zoals de indexatie van de uitkeringen beperken of zelfs korten op de uitkeringen. Zie tabel 1 en figuur 1 Meer indirect vastgoed Het belang van vastgoed in de beleggingsportefeuille is in 212 licht afgenomen van 9,4 naar 9,3 procent. Dit is een combinatie van een daling bij direct vastgoed van 2,8 naar 2,5 procent en een stijging bij indirect vastgoed, dit zijn participaties in binnen- en buitenlandse vastgoedbeleggingsmaatschappijen, van 6,6 naar 6,8 procent. De daling van direct vastgoed komt door negatieve Beleggingen van professionele beleggers Tabel 1 Beleggingen van professionele beleggers in buitenland Tabel 3 in mrd euro e kw. 4e kw. 4e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 697,4 762,2 817,3 948,7 971,7 941,2 366,5 398,5 424,5 449,2 448,3 439,2 321,2 353,8 369,2 423,7 443,2 433, , , , , , ,6 Beleggingen van professionele beleggers in % Direct vastgoed Indirect vastgoed Hypotheken Aandelen (excl. indirect vastgoed) Obligaties Financiële derivaten Leningen op lange termijn Overige beleggingen Tabel ,3 5,2 2,7 44,2 33,4,8 2,7 7, ,1 6, 2,7 46,3 31,2 1,1 2,7 6, ,8 6,6 2,8 43,1 32,1 3,6 2,1 6, ,5 6,8 2,5 43,3 32,8 3,8 2,1 6, ,2 7,1 1,7 53,4 27,9 1,2 1, 5, ,3 8,5 1,6 54,1 25,9 1,5,8 6, ,2 8,4 1,4 5,8 26,9 5,4,6 5, , 8,1 1,2 51,5 27, 5,6,5 5, ,5,7 6,7 27,8 45,2 1,1 6,3 8, ,1,7 7,3 28,8 43,6 1,5 6, 8, ,7,6 8,1 26,6 42,8 3,3 6, 9, ,5,6 7,9 25,8 45,6 3,1 6,1 8, ,5 6,3,1 42,9 31,9 -,3 2,3 11, ,8 6,7, 49, 28,9 -,2 3,1 5, ,7 9,7, 45,1 31,3 -,1 1,1 6, ,8 1,3, 43,5 32,2,5 1,4 6,2 1 in mrd euro vastgoed 45,6 52,1 62,2 64,9 73,3 aandelen 257,6 344,3 395,2 382,8 424,8 obligaties 349,4 373,3 367,1 379,8 452,3 lange leningen 4,2 4,1 6,2 5,3 6,8 overige beleggingen 3,2 26,9 2,3 16,2 16,3 687, 8,7 851, 849, 973,5 vastgoed 29,1 18,9 23,5 15, 16,8 aandelen 182,6 159, 171,7 165,3 189,5 obligaties 231,3 167,4 162,5 168,5 197,6 lange leningen 3,9 3,5 2,9 2,3 2,3 overige beleggingen 27,7 17,9 11,8 9,4 11, 474,6 366,7 372,3 36,4 417,2 vastgoed 2,2 2,4 2,4 2,4 2,4 aandelen 56,4 63,9 66,3 63,3 63,9 obligaties 16,7 11,9 112,5 19,1 131, lange leningen,3,6 1,1 1,1 1,2 overige beleggingen,8,4 1,2 2,2 2,9 166,4 178,2 183,5 178,2 21,4 vastgoed 14,2 3,9 36,3 47,5 54,1 aandelen 18,6 121,4 157,2 154,3 171,3 obligaties 11,4 95, 92,1 12,2 123,7 lange leningen,, 2,2 1,9 3,3 overige beleggingen 1,8 8,5 7,4 4,5 2,4 46, 255,8 295,2 31,4 354,9 Beleggingen t.o.v. BBP en aandelenkoersen Figuur 1 Vastgoedbeleggingen van professionele beleggers 1) Tabel 4 in mrd euro Direct 12,6 18,9 28,5 37,2 65,6 6,6 48,5 45,9 46,3 45,8 44,7 Indirect,4 1,5 3,2 7,3 29,4 45,6 5,4 71,9 91,1 17, 123,3 13, 2,4 31,7 44,6 95, 16,3 98,8 117,7 137,4 152,8 168, mld euro Totale beleggingen Bruto Binnenlands Product Vastgoed AEX koersindex aandelen (schaal rechts) index (1983=1) Direct 6,3 1,9 14,2 19,4 23,3 22,9 17, 15,2 9,9 9,7 9,1 Indirect,3 1,3 2,5 6, 23,9 4, 45,2 49,2 64,8 68,6 77,2 6,7 12,2 16,8 25,4 47,3 62,9 62,2 64,5 74,7 78,2 86, Direct 4,8 5,4 7,3 8,9 13,6 13,2 12,9 13, 12,4 11,4 11,1 Indirect,1,2,4,8 2,1 3, 2,3 2,4 2,6 2,7 2,6 4,8 5,6 7,7 9,7 15,6 16,2 15,3 15,4 15,1 14, 13,7 Direct 1,5 2,6 7, 8,9 28,7 24,5 18,6 17,7 24, 24,8 24,6 Indirect,,,2,5 3,4 2,7 2,8 2,2 23,6 35,7 43,5 1,5 2,6 7,2 9,4 32,1 27,2 21,4 37,9 47,6 6,5 68,1 1) In de totalen kunnen afrondingsverschillen voorkomen % 1

2 46 Vastgoedmarkt oktober achtergrond beleggingen Directe vastgoedbeleggingen professionele beleggers Tabel 5 Samenstelling directe vastgoedbeleggingen professionele beleggers 1) Tabel 6 in mrd euro Procentuele verdeling direct/indirect vastgoed Beleggings maatschappijen stand ultimo 29 15,2 13, 17,7 45,9 mutaties 21 aankopen,4,3 6,7 7,4 verkopen 5,6,4,9 6,9 overig -,1 -,4,5, stand ultimo 21 9,9 12,4 24, 46,3 mutaties 211 aankopen,5,3 2,1 3, verkopen,5 1,1,9 2,6 mld euro index (1983=1) overig -,2 -,3 -,4 -,9 2 8 stand ultimo 211 Totale beleggingen 9,7 11,4 24,8 45,8 mld euro Bruto Binnenlands Product index (1983=1) mutaties Vastgoed 8 Totale beleggingen 7 aankopen,4,3 3,2 3,9 Bruto AEX koersindex Binnenlands aandelen Product (schaal rechts) verkopen 18 16,9,3 2,4 3,5 Vastgoed 7 overig -,1 -,3-1, 6-1,4 AEX koersindex aandelen (schaal rechts) stand ultimo 212 9,1 11,1 24,6 44,7 6 mutaties 1e kw aankopen,, 1,1 1,1 verkopen,,1,2, overig,,,1,1 stand ultimo 1e kw , 11, 25,6 45, mutaties 2e kw. 213 aankopen 8 6,5,,1,7 3 verkopen,5,,2 2,7 overig 6 4,, -,8 -,7 stand ultimo 2e kw ,1 11, 24,8 2 44, % 1 9 % Direct Indirect Direct Indirect Figuur Samenstelling professionele direct beleggers vastgoed professionele beleggers Figuur 3 professionele beleggers Beleggingsmaatschappijen 212 Beleggingsmaatschappijen Overige 212 professionele belegger Overige professionele belegger Woningen Kantoren en winkels Overig binnenland Buitenland Woningen Kantoren en winkels Overig binnenland Buitenland in mrd euro Woningen 5,9 7,9 9,2 11,3 17,7 18,7 15,4 13,9 12,7 11,9 12,2 Kantoren en winkels 3,8 6, 8,9 15,5 24,1 23,3 16,9 16,1 15,3 16, 15,3 Overig binnenland,7,8 1,5 1,4 2,4 2,3 2,2 2,1 2,1 2,1 2,1 Buitenland 2,3 4,2 8,9 9, 21,4 16,4 14, 13,6 16,1 15,9 15,2 12,6 18,9 28,5 37,2 65,6 6,6 48,5 45,9 46,3 45,8 44,7 Woningen 3,3 5,3 6,3 8,1 12,3 13,6 9,7 8,2 4,4 4,2 4,3 Kantoren en winkels 1,5 2,8 3,9 6,5 7,2 7,5 6, 5,8 4,2 4,1 3,4 Overig binnenland,2,4,5,9,7 1, 1,1 1, 1, 1,1 1,1 Buitenland 1,3 2,5 3,5 4, 3,1,8,2,2,2,2,2 6,3 1,9 14,2 19,4 23,3 22,9 17, 15,2 9,9 9,7 9,1 Woningen 2,5 2,5 2,7 3,1 5,1 4,1 4,9 4,9 4,8 4,6 4,4 Kantoren en winkels 1,9 2,6 4, 5, 7,6 7, 5,5 5,6 5,1 4,3 4,1 Overig binnenland,2,2,4,5,6,8,8,8,8,8,8 Buitenland,1,1,2,3,3 1,3 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 4,8 5,4 7,3 8,9 13,6 13,2 12,9 13, 12,4 11,4 11,1 Woningen,1,1,2,1,3 1,,8,8 3,5 3, 3,4 Kantoren en winkels,3,6,9 4, 9,3 8,7 5,4 4,8 6, 7,6 7,7 Overig binnenland,2,2,7,1 1,1,6,3,3,3,2,2 Buitenland,9 1,6 5,2 4,7 18,1 14,2 12, 11,7 14,2 13,9 13,3 1,5 2,6 7, 8,9 28,7 24,5 18,6 17,7 24, 24,8 24,6 1) In de totalen kunnen afrondingsverschillen voorkomen. Aantal professionele beleggers Bronnen en methodologie De groep verzekeraars in dit onderzoek bestaat uit levens- en schadeverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars en herverzekeraars die onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank (DNB) en herverzekeraars en waarborgfondsen die niet onder toezicht staan. Herverzekeraars staan vanaf 211 onder toezicht bij DNB. De groep onder toezicht staande herverzekeraars is iets groter dan de tot en met 21 waargenomen niet onder toezicht staande herverzekeraars. De groep bestaat uit de onder toezicht van DNB staande bedrijfs-, ondernemings- en overige en uit niet onder toezicht staande instellingen, zoals VUT-fondsen. De uitkomsten van onder toezicht staande en verzekeraars tot en met 28 zijn gebaseerd op het jaartoezicht van DNB en vanaf 29 op de kwartaalstatistiek voor balansgegevens van en verzekeraars van DNB. Voor niet onder toezicht staande instituten bestaat de bron uit jaarverslagen. Voor beleggingsmaatschappijen bestaat de hoofdbron uit de kwartaalstatistiek van DNB voor de balans van beleggingsmaatschappijen. Jaarverslagen van beleggingsmaatschappijen worden als aanvullende bron gebruikt. De groep beleggingsmaatschappijen bestaat tot eind 28 uit de beleggingsmaatschappijen die vallen onder de Wet Toezicht. Twee groepen daarvan zijn niet meegeteld. Geldmarktfondsen maken deel uit van de banken, omdat de inleg daarin deel uitmaakt van de monetaire liquiditeitenmassa. die voor meer dan 5 procent in bezit zijn van een verzekeraar worden meegeconsolideerd bij de verzekeraars. DNB voerde begin 29 ingrijpende veranderingen door in zijn statistiek over de beleggingsmaatschappijen. De belangrijkste is de toevoeging van de institutionele beleggingsmaatschappijen, die werken voor één of enkele, verzekeraars en andere beleggingsmaatschappijen. Het CBS heeft vanwege zijn continuïteitsstrategie de daardoor ontstane breuk via een correctie ongedaan gemaakt. Dit betekent dat de beleggingen van de eind 28 al bestaande toegevoegde institutionele beleggingsmaatschappijen niet zijn meegenomen. Maar de mutaties in de beleggingen van deze al bestaande en de vanaf 29 nieuw opgerichte institutionele beleggingsmaatschappijen maken wel deel uit van de uitkomsten. Vastgoedbeleggingsmaatschappijen beleggen de hun toevertrouwde gelden voornamelijk in vastgoed. De overige Tabel Bedrijfs Ondernemings* Overige onder toezicht staande Niet onder toezicht staande Levensverzekeraars Schadeverzekeraars** Herverzekeraars Niet onder toezicht staande verzekeraars verzekeraars *** * Hierin zijn begrepen vele kleine ondernemings die zich volledig herverzekerd hebben. ** Daling in 23 hoofdzakelijk het gevolg van ontbreken van vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen. *** Stijging in 28 door vernieuwing in de DNB-statistieken over beleggingsinstellingen. beleggingsmaatschappijen beleggen in aandelen, obligaties, derivaten, liquide middelen of een in combinatie. Tot de directe vaste eigendommen wordt het vastgoed gerekend waarover de instelling zeggenschap heeft. De indirecte vaste eigendommen bestaan uit participaties in zowel Nederlandse (o.a. Corio, Vastned, Wereldhave) als buitenlandse beleggers. Een deel van de door beleggingsmaatschappijen beheerde vermogens is ingebracht door professionele beleggers. Dit deel kan worden gezien als een dubbeltelling. Dit is enorm toegenomen van 33, miljard euro in 28 naar 256,4 miljard euro in 29, en vervolgens doorgestegen naar 382,7 miljard euro in 212. Van de totale beleggingen van professionele beleggers in 212 van 1.821,5 miljard euro is dus 382,7 miljard euro in bezit van professionele beleggers zelf. Voor beleggingen in vastgoed geldt hetzelfde. Hiervan heeft 14,4 miljard euro in 28, 29,8 miljard euro in 29, 41,4 miljard euro in 21, 53,3 miljard euro in 211 en 61,7 miljard euro in 212 betrekking op Nederlandse beleggingsmaatschappijen. Van het totale vastgoedbezit in 212 van 168, miljard euro is dus 61,7 miljard euro in bezit van Nederlandse professionele beleggers zelf.

3 oktober 213 Vastgoedmarkt 47 beleggingen achtergrond herwaarderingen, die groter zijn dan de netto aankopen van,4 miljard euro in 212 zodat ook de absolute omvang in het directe vastgoedbezit met 1,1 miljard euro is gedaald. Zie tabellen 2 en 5 Het belang van aandelen exclusief indirect vastgoed in de beleggingsportefeuille van de Nederlandse professionele beleggers is in 212 licht gestegen van 43,1 procent naar 43,3 procent van de totale beleggingen. Het belang van obligaties in de beleggingsportefeuille is toegenomen van 32,1 procent naar 32,8 procent; dat van financiële derivaten van 3,6 procent naar 3,8 procent. Beleggingen buitenland De beleggingen van Nederlandse professionele beleggers in het buitenland zijn in 212 gestegen van 849 naar 974 miljard euro. Als wordt gekeken naar de samenstelling van deze beleggingen, dan valt direct op dat aandelen en obligaties beeldbepalend zijn. Samen vormen zij 9 procent van de buitenlandse beleggingen. Op gepaste afstand vormt vastgoed, het betreft hier zowel direct als indirect vastgoed, de derde grootste post in de buitenlandse beleggingen. Het aandeel daarvan in de totale buitenlandse beleggingen is gedaald van 13, procent aan het eind van via 6,1 procent aan het eind van 24 naar 7,5 procent aan het eind van 212. Vooral buitenlands direct vastgoed heeft een teruglopend aandeel. Zie tabel 3 Van direct naar indirect De verschuiving binnen de vastgoedbeleggingen van professionele beleggers van direct naar indirect vastgoed gaat ook in 212 verder. Aan het eind van 198 maakt indirect vastgoed nog een bescheiden 2,9 procent uit van het totale vastgoed. Aan het eind van 212 is dit opgelopen tot 73,4 procent. hebben een grote bijdrage in deze ontwikkeling, hun indirect vastgoed als deel van het totale vastgoed is toegenomen van 4,9 procent aan het eind van 198 via 76,4 procent aan het eind van 29 naar 89,5 procent aan het eind van 212. Zie tabel 4 en figuur 2 Een belangrijk deel van het indirect vastgoed betreft buitenlandse vastgoedbeleggingsmaatschappijen. Voor het totaal van de professionele beleggers heeft 47,2 procent van het indirect vastgoed aan het eind van 212 betrekking op buitenlandse vastgoedbeleggingsmaatschappijen. Voor beleggingsmaatschappijen bestaat 93,9 procent van het indirect vastgoed uit buitenlandse vastgoedbeleggingsmaatschappijen. Voor is dit 21,5 procent; het percentage is vanaf 29 gedaald doordat enkele hun vastgoed hebben ondergebracht in participaties in Nederlandse beleggingsmaatschappijen die ze zelf hebben opgericht. Ook verzekeraars beleggen voornamelijk in Nederlandse vastgoedbeleggingsmaatschappijen. Hier is 28,2 procent van het indirect vastgoed buitenlands. Overigens hebben ook belangen in Nederlandse beleggingsmaatschappijen voor een deel toch betrekking op buitenlands vastgoed. Aan het eind van 212 heeft 93,9 procent van het indirect vastgoed en 54, procent van het directe vastgoed van Nederlandse beleggingsmaatschappijen betrekking op het buitenland. De waarde van het direct vastgoed van professionele beleggers is in 212 gedaald van 54,8 naar 44,7 miljard euro. De netto aankopen voor het totaal van de professionele beleggers bedragen,4 miljard euro in 212, waarbij beleggingsmaatschappijen voor,8 miljard euro netto hebben gekocht, en voor,3 miljard euro verkocht. Zie tabel 5 In de eerste helft van 213 is de omvang van direct vastgoed licht gestegen van 44,7 naar 44,9 miljard euro. Netto aankopen door verzekeraars worden gecompenseerd door negatieve herwaarderingen. Soorten direct vastgoed Het binnenlands directe vastgoed van de professionele beleggers bestaat vooral uit woningen en kantoren/winkels. Deze twee samen vertegenwoordigen vanaf 198 tussen 6,5 en 76,5 procent van het totale directe vastgoed. Het overig binnenlands directe vastgoed vormt de afgelopen jaren ongeveer 4 procent van het totaal en bestaat uit garages, parkeerterreinen, bungalowparken en grond. Het buitenlands deel van het direct vastgoed schommelt vanaf 198 tussen 18,1 en 34,9 procent; van het buitenlands deel is geen verdeling bekend over woningen; kantoren en winkels; overig. Zie tabel 6 en figuur 3 De verdeling naar soorten is sterk verschillend per groep professionele beleggers. Voor beleggingsmaatschappijen geldt dat het direct vastgoed voor meer dan de helft buitenlands vastgoed betreft en dat het binnenlands vastgoed vooral bestaat uit kantoren/winkels. De overige professionele beleggers hebben relatief veel minder buitenlands vastgoed, en het binnenlands vastgoed bestaat veel meer uit woningen. Over de auteur Drs. John Gebraad is als statistisch onderzoeker werkzaam bij het CBS, sector Nationale rekeningen. Noten 1) De uitkomsten in de tabellen (exclusief de balansmutaties) hebben betrekking op balansstanden aan het eind van het jaar of kwartaal. 2) De dekkingsgraad geeft aan hoe groot de beleggingen zijn in verhouding tot de pensioenverplichtingen. Meer informatie JGBD@CBS.nl Beleggingen namen met 131 miljard euro toe beleggingen / onderzoek / vastgoedmarkt Vastgoedbeleggingen grote instituten in 212 Boekwinsten vergroten vastgoedbezit grootste fors De positie van binnen grote institutionele vastgoedbeleggers wordt steeds dominanter. Dat blijkt uit jaarlijks onderzoek van Vastgoedmarkt, uitgevoerd door adviseur Hans Funken. De waarde van het vastgoedvermogen van alle grote instituten groeide in 212 met 7,3 miljard euro, van 91,1 miljard euro per einde 211 naar 98,4 miljard euro per ultimo 212. De groei van het vastgoedvermogen vond bijna geheel plaats bij. Hun vastgoedbelang nam in 212 toe met 11,4 procent. Het aandeel van de in het vastgoedbezit van alle grote institutionele beleggers samen is nu 85 procent. Hans Funken De totale waarde van het vastgoedvermogen (1) van alle grote institutionele vastgoedbeleggers (2) groeide in het achterliggende jaar met 7,3 miljard euro, van 91,1 miljard euro per einde 211 naar 98,4 miljard euro per ultimo 212. Dat is een toename met 8, procent. Deze gezien de marktomstandigheden verrassende groei vond overigens geheel plaats bij de ; bij deze beleggers nam het vastgoedbezit toe van 74,6 miljard euro tot 83,1 miljard euro, een groei met 8,5 miljard euro of plus 11,4 procent. Bij de (bank-) verzekeraars was opnieuw sprake van een afname, nu met 1,2 miljard euro, van 16,5 miljard euro naar 15,3 miljard euro of min 7,4 procent. Maar ook binnen de groep van was de ontwikkeling van het vastgoedbelang erg ongelijk, zij het nog steeds in positieve zin. Bij de vijf grootste (met een vastgoedbezit per ultimo 212 van meer dan 2, miljard euro) nam de omvang van de vastgoedportefeuilles toe van in totaal 56,6 miljard euro tot 64,5 miljard euro, dat is een groei met 7,9 miljard euro of plus 13,9 procent; bij de twaalf grootste (met een vastgoedwaarde van meer dan 1, miljard euro per ultimo 212) was sprake van een toename met 8,3 miljard euro, van 65,5 miljard euro naar 73,8 miljard euro, dat is plus 12,7 procent. Bij alle overige 23 was de groei van het vastgoedbezit zo goed als verwaarloosbaar: van 9,2 miljard euro naar 9,3 miljard euro, een toename met minder dan,2 miljard euro of plus 1,9 procent. De twee grootste vergrootten hun vastgoedbelang in het afgelopen jaar het meest: het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) met 4,8 miljard euro tot 33,7 miljard euro (plus 16,6 procent) en het Pensioenfonds Zorg & Welzijn met 2,6 miljard euro tot 18,5 miljard euro (plus 16,7 procent). Bij de meeste overige was sprake van een beperkte toename (van enkele miljoenen euro s tot in een enkel geval ongeveer 2 miljoen euro) of liep het vastgoedbezit in lichte mate terug, het meest nog bij het Spoorwegpensioenfonds (9 miljoen euro, is min 6,8 procent), het Pensioenfonds PostNL (TNT) met 8 miljoen euro of min 12,2 procent en het Pensioenfonds KPN (9 miljoen euro, is min 15,5 procent). Bij de (bank-)verzekeraars was over vrijwel de hele lijn sprake van een terugloop; de ING Groep verkleinde het vastgoedbelang het meest, met 66 miljoen euro tot 4,9 miljard euro, dat is min 11,9 procent. Alleen bij ASR Nederland liep het vastgoedvermogen nog in lichte mate op, met 9 miljoen euro (is plus 4,9 procent). Intussen wordt de positie van de binnen de groep grote institutionele vastgoedbeleggers steeds dominanter. Schommelde het aandeel van de in het vastgoedvermogen van alle grote beleggers bij elkaar tot ongeveer het jaar 2 rond 65 procent (ongeveer 66 procent in, 63 procent in 199, 62 procent in en 7 procent in 2), daarna loopt dit aandeel aanmerkelijk op: ongeveer 75 procent in 25, 8 procent in 21 en 85 procent in 212. Een soortgelijke ontwikkeling doet zich voor binnen de groep van voor wat betreft het aandeel van het ABP en het Pensioenfonds Zorg & Welzijn hierin. Bedroeg het aandeel van deze twee veruit grootste institutionele vastgoedbeleggers tot ongeveer rond 45 procent (ongeveer 42 procent in, 41 procent in 199, 45 procent in ), daarna loopt ook dit aandeel flink op: ongeveer 57 procent in 2, 56 procent in 25, 59 procent in 21 en 63 procent in 212. Het ABP alleen al bezit nu meer dan 4 procent van het vastgoedvermogen van alle samen en meer dan een derde van het vastgoedbezit van alle grote institutionele vastgoedbeleggers bij elkaar. Zie tabel A (3) en figuur 1. Meer indirect vastgoed Binnen de vastgoedportefeuilles van de (4) zette de al langer aan de gang zijnde verschuiving van het direct gehouden vastgoed naar het indirecte vastgoed ook in het achterliggende jaar verder door, met overigens een onderbreking in 28 (begin huidige crisis met onder meer grote verliezen op beursgenoteerd, dus indirect vastgoed). Het aandeel van het indirect gehouden vastgoed in de totale vastgoedwaarde kwam in 212 uit op 8,4 procent, de hoogste waarneming sedert het begin van dit deelonderzoek (1999). Intussen heeft ruim de helft van de het vastgoedvermogen geheel of vrijwel geheel in de indirecte sfeer ondergebracht. Daar staat een groep van vooral grotere tegenover die vanouds een grote voorkeur heeft voor beleggen in direct vastgoed. Vooral geldt dat voor de Bouwnijverheid (van de vastgoedportefeuille bestaat 7 procent uit direct gehouden vastgoed), Metaal en Techniek (69 procent), Landbouw (87 procent) en het Spoorwegpensioenfonds (88 procent). Van de met een absoluut gezien kleiner vastgoedbelang kunnen hier ook nog worden genoemd de Shell (1 procent), Slagersbedrijf (98 procent) en Koopvaardij (91 procent). Zie tabel B en figuur 2 (5). Stijging beursgenoteerd vastgoed Het aan een of meer effectenbeurzen genoteerde vastgoedbelang liep in het achterliggende jaar, relatief gezien, in lichte mate op en bedroeg per einde ,9 procent van het totale indirecte vastgoedbezit. Sedert 28 ligt dit aandeel (ruim) onder de 5 procent, met als dieptepunt 34,7 procent in 28 (zie hiervoor). In de jaren daarvoor, tussen 1999 en 28, lag het beursgenoteerde deel steeds ruim boven de helft van het indirect gehouden vastgoed. Een hoogtepunt werd bereikt in het jaar 2 met 79,6 procent. In absolute zin liep het beursgenoteerde deel in 212 eveneens op en kwam op ruim 29 miljard euro, het hoogste sedert 1999 geregistreerde

4 48 Vastgoedmarkt oktober achtergrond beleggingen en (bank-)verzekeraars: balanswaarde vastgoed a), ( in mln euro) Tabel A ABP b) Zorg & Welzijn b) Bouwnijverheid Metaal en Techniek b) Metalektro Landbouw KLM c) Grafische Bedrijven b) Artsen d) Spoorwegen Rabobank ING Shell * * * * * Woningcorporaties Detailhandel PostNL (TNT) KPN Slagersbedrijf Hoogovens Schildersbedrijf b) Horeca & Catering Vervoer Werk en (re-)integratie * APF (AkzoNobel) PNO Media Fysiotherapeuten * Philips Architectenbureaus b) Progress (Unilever) ABN Amro Wonen * * * * * * Koopvaardij UWV DSM Ahold e) ING Groep Aegon Delta Lloyd ASR Nederland Achmea (Eureko) f) Dela g) SNS Reaal Groep h) a) Vastgoed: direct vastgoed (inclusief gebouwen en terreinen voor/in eigen gebruik), indirect vastgoed (vastgoeddeelnemingen, vastgoedparticipaties, aandelen in vastgoedbeleggingsfondsen) en infrastructuur, voor zover althans beleggingen hierin door het betreffende fonds onder vastgoedbeleggingen worden gerubriceerd.b) Inclusief beleggingen in infrastructuur. c) Drie fondsen: Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM, Algemeen Pensioenfonds KLM en Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. d) Twee fondsen: Pensioenfonds Huisartsen en Pensioenfonds Medisch Specialisten. e) Exclusief de onvolledige reeksen Shell, Werk en (re-)integratie, Fysiotherapeuten, ABN Amro en Wonen. f) Het jaarverslag 212 geeft geen toelichting op de balanspost property for own use and equipment ; waarde gebouwen en terreinen voor/in eigen gebruik gesteld op 35 (211: 384). g) Exclusief onroerende zaken in eigen gebruik : crematoria en uitvaartcentra. h) Exclusief de onvolledige reeks ASR Nederland. * Onbekend. bedrag. Overigens heeft meer dan de helft van de geen of nauwelijks beursbelangen en brengen de fondsen het indirect gehouden vastgoed vaker onder in ad hoc samenwerkingsverbanden of in door grote(re) vermogensbeheerders geïnitieerde besloten beleggingsvehikels. Per einde van het afgelopen jaar bedroeg dit deel van het vastgoed 56,1 procent van het totale indirecte vastgoed, iets lager dan het jaar daarvoor (59,6 procent). In absolute zin liep het evenwel duidelijk op, van bijna 35 miljard euro in 211 naar bijna 37,5 miljard euro in 212 (6). Van het totale door de per ultimo 212 in vastgoed belegde vermogen (83,1 miljard euro) was 37,4 miljard euro (45 procent) ondergebracht in de indirecte, nietbeursgenoteerde sfeer, 29,2 miljard euro of 35 procent in beursbelangen en het restant (16,5 miljard euro, is 2 procent) in direct, meestal in Nederland gelegen vastgoed. Zie tabel C en figuur 3 (7). Ingezakt handelsvolume Het handelsvolume (8), de som van alle aankopen/investeringen en verkopen/desinvesteringen bij elkaar, bedroeg in het afgelopen jaar niet meer dan ongeveer 22 miljard euro bij de en 1,5 miljard euro bij de (bank-)verzekeraars (9). Dit is het op een na laagste niveau van de afgelopen tien jaar. In 29 beliep de handelsomvang nog meer dan 6 miljard euro bij de en bijna 3 miljard euro bij de (bank-)verzekeraars. Het ABP en de Zorg & Welzijn en Metaal en Techniek waren de enige beleggers met een transactievolume van meer dan 1 miljard euro. Het ABP kwam uit op 9,9 miljard euro, het Pensioenfonds Zorg & Welzijn op 5, miljard euro en het Pensioenfonds Metaal en Techniek op 2, miljard euro. Deze drie fondsen namen daarmee 76 procent van het totale activiteitenniveau van de voor hun rekening en 72 procent van het transactieniveau van alle grote institutionele vastgoedbeleggers bij elkaar. Bij tien en twee (bank-)verzekeraars bedroeg de handelsomvang minder dan 5 miljoen euro. Forse boekwinsten De waardeherzieningen (1), dus de uitkomsten van de optelsom van herwaarderingen, valuta- en beurskoersverschillen, resulteerden in het voorbije jaar bij de in een positief resultaat van 5,3 miljard euro en bij de (bank-) verzekeraars in een negatief bedrag van,4 miljard euro. Terwijl bijna de helft van de en alle (bank-)verzekeraars op hun vastgoedportefeuille moesten Vastgoedbezit groeit met 11,4 procent afboeken, behaalden het ABP en het Pensioenfonds Zorg & Welzijn heel opmerkelijke boekwinsten van respectievelijk 3,3 miljard euro en 2, miljard euro. Beide fondsen konden fors bijschrijven op hun beursgenoteerde vastgoedbeleggingen (de tactische vastgoedportefeuille van het ABP en het publieke vastgoed bij het Pensioenfonds Zorg & Welzijn). De bij- en afschrijvingen van de overige hielden elkaar min of meer in evenwicht (plus,1 miljard euro). Dit betekent dat de eerder voor het achterliggende jaar gesignaleerde toename van het vastgoedbezit bij de (7,9 miljard euro voor de vijf grootste, 8,3 miljard euro voor de twaalf grootste en 8,5 miljard euro voor alle samen) voor ongeveer twee derde deel (voor respectievelijk 66 procent, 64 procent en 62 procent) bepaald werd door bijboekingen van vooral de twee grootste vastgoedbeleggers en voor slechts ongeveer een derde deel door een positief investeringsniveau. Dit beeld vertoont veel gelijkenis met de uitkomsten van enkele jaren terug, maar vooral met die van de jaren 24 tot en met 26. Ook toen werd de groei van de waarde van de vastgoedportefeuilles van de niet bepaald door een aankoopoverschot, maar voor het grootste deel of zelfs geheel door bijschrijvingen van soms ongekende omvang: in 21 bedroeg de som van bijboekingen 5,8 miljard euro (dat is 59 procent van de totale waardestijging van het vastgoedbezit in dat jaar), in 26 was dat 1,2 miljard euro (meer dan de waardegroei van het vastgoedvermogen), in 25 6,5 miljard euro (8 procent) en in 24 4,3 miljard euro (96 procent). Zie tabel D en figuur 4. Volume en waardeverandering Het verloop van de balanswaarden van de vastgoedbezittingen van de grote institutionele vastgoedbeleggers over de laatste ruim 25 jaar wijst uit dat de handelsactiviteiten vooral vanaf ongeveer 22 een hoge vlucht hebben genomen, althans bij de. Bedroeg het activiteitenniveau van de in de periode -21 ongeveer 51 miljard euro, in de elf jaar daarna, dus van 22 tot en met 212, steeg het handelsvolume naar 345 miljard euro, nagenoeg een verzevenvoudiging derhalve. Vooral in 29 was de handelsomvang zeer hoog: in dat jaar bedroeg het totale bedrag aan aankopen plus verkopen meer dan 6 miljard euro. Het afgelopen jaar echter zakte het transactievolume naar eerder vermelde ongeveer 22 miljard euro, niet meer dan ongeveer twee derde van het rekenkundig gemiddelde over de tien daaraan voorafgaande jaren. Bij de (bank-)verzekeraars is het beeld overigens duidelijk gelijkmatiger. In de periode -21 bereikte het handelsniveau bij deze beleggers een niveau van ongeveer 32 miljard euro, in de periode daarna beliep het ongeveer 43 miljard euro. Ook hier vertoonde het voorbije jaar weinig activiteiten: ongeveer 1,5 miljard euro, niet meer dan ongeveer een derde van het rekenkundig gemiddelde over de tien daaraan voorafgaande jaren. Ook blijkt dat de bijdrage van de post herwaarderingen, valuta- en beurskoersverschillen op de groei van de vastgoedportefeuilles van de grote institutionele vastgoedbeleggers over een lange termijn bezien zeer wezenlijk is. Wordt geabstra-

5 oktober 213 Vastgoedmarkt 49 beleggingen achtergrond : balanswaarde vastgoed, verdeeld naar direct en indirect vastgoed, ( in mln euro) Tabel B Direct Indirect Direct Indirect Direct Indirect Direct Indirect Direct Indirect 1 ABP Zorg & Welzijn Bouwnijverheid Metaal en Techniek Metalektro Landbouw KLM Grafische Bedrijven Artsen Spoorwegen Rabobank ING Shell Woningcorporaties Detailhandel PostNL (TNT) KPN Slagersbedrijf Hoogovens Schildersbedrijf Horeca & Catering Vervoer Werk en (re-)integratie APF (AkzoNobel) PNO Media Fysiotherapeuten Philips Architectenbureaus Progress (Unilever) ABN Amro Wonen * * * * * * Koopvaardij UWV DSM Ahold a) In % 28,9 71,1 1, 25,3 74,7 1, 22,4 77,6 1, 21,6 78,4 1, 19,6 8,4 1, a) Exclusief de onvolledige reeks Wonen. : balanswaarde indirect vastgoed, verdeeld naar beurs en niet-beurs, (in mln euro) Tabel C Beurs Niet-beurs Beurs Niet-beurs Beurs Niet-beurs Beurs Niet-beurs Beurs Niet-beurs 1 ABP Zorg & Welzijn Bouwnijverheid Metaal en Techniek Metalektro Landbouw KLM Grafische Bedrijven Artsen Spoorwegen Rabobank ING Shell 14 Woningcorporaties Detailhandel PostNL (TNT) KPN Slagersbedrijf Hoogovens Schildersbedrijf Horeca & Catering Vervoer Werk en (re-)integratie APF (AkzoNobel) PNO Media Fysiotherapeuten Philips Architectenbureaus Progress (Unilever) a) ABN Amro Wonen * * * * * * Koopvaardij UWV DSM Ahold b) In % 34,8 65,2 1, 46,8 53,2 1, 46,1 53,9 1, 4,4 59,6 1, 43,9 56,1 1, a) Verdeling beurs/niet-beurs onbekend; gesteld op 1/3 beurs en 2/3 niet-beurs. b) Exclusief de onvolledige reeks Wonen. Aandeel vastgoedvermogen nu 85 procent

6 9 8 5 Vastgoedmarkt oktober achtergrond beleggingen en (bank-)verzekeraars: mutaties balanswaarde vastgoed in 211 en 212 (in mln euro) Tabel D Balanswaarde vastgoed ING Groep Aegon Delta Lloyd ASR Nederland Achmea (Eureko) a) Dela SNS Reaal Groep a) Verloop onbekend; balanswaardeverschillen verwerkt onder overige mutaties. en (bank-)verzekeraars: mutaties balanswaarde vastgoed, -212 a) Aankopen/investeringen Aankopen/ investeringen Verkopen/ desinvesteringen Herwaarderigen/valuta-/ beurskoersverschillen direct indirect a) In totalen, afgerond op 5 mln euro; -1999: guldens omgerekend in euro. Verkopen/ desinvesteringen Herwaarderingen/valuta-/ beurskoersverschillen Overige mutaties Balanswaarde vastgoed 211 Aankopen/ investeringen Overig Aankopen/ investeringen Verkopen/ desinvesteringen Verkopen/ desinvesteringen 1 Herwaarderingen/valuta-/ beurskoersverschillen Herwaarderigen/valuta-/ beurskoersverschillen Overige mutaties Balanswaarde vastgoed ABP Zorg & Welzijn Bouwnijverheid Metaal en Techniek Metalektro Landbouw KLM Grafische Bedrijven Artsen Spoorwegen Rabobank ING Shell a) Woningcorporaties Detailhandel PostNL (TNT) KPN Slagersbedrijf Hoogovens Schildersbedrijf Horeca & Catering Vervoer Werk en (re-)integratie APF (AkzoNobel) PNO Media Fysiotherapeuten Philips Architectenbureaus Progress (Unilever) ABN Amro Wonen Koopvaardij UWV DSM Ahold Tabel E Overig en (bank-)verzekeraars balanswaarde vastgoed , in mrd euro Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 balanswaarde vastgoed, verdeeld naar direct en indirect, , in % 9 direct 8 indirect balanswaarde indirect vastgoed, verdeeld naar beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd beursgenoteerd niet-beursgenoteerd

7 oktober 213 Vastgoedmarkt 51 beleggingen achtergrond en (bank-)verzekeraars: balanswaarde vastgoed als percentage van alle beleggingen a), ABP 1,9 11,6 12,3 11,8 9,4 8 7,6 8,1 9,5 9,4 9, 2 Zorg & Welzijn 11,7 9,6 11,1 13,2 14,3 7 12,9 14,4 15,1 12,2 12,4 3 Bouwnijverheid 3, 28, 21,9 22,8 22,1 23,7 19,3 17,8 16,8 13,1 6 4 Metaal en Techniek 11,6 12,4 11,9 12,7 11,8 13, 1,8 11,1 1,3 9,2 5 Metalektro 11,5 1,3 8,2 7,1 6,8 5 8, 7,5 7,3 6,4 6,3 6 Landbouw 27,8 27,4 25,8 24,6 26,5 4 27, 24,5 21,3 19,1 17,3 7 KLM 11,2 1,5 11, 13,3 9,9 9,2 8,9 11,1 1,1 1,1 8 Grafische Bedrijven 6,4 6,6 6,8 7,8 7,2 3 8,1 7,8 12 1,4 9,4 9 Artsen 3, 4,1 5,9 8,8 1,2 2 11,4 7,6 7,5 8, 8,2 1 Spoorwegen 14,4 13,2 11, 1, 11,3 1 15,3 12,7 11,8 11,2 9,1 11 Rabobank 7,1 7,5 6,2 7, 7, 6,7 6,7 6,7 6,5 5,9 12 ING 7,1 8,5 9,2 1,7 9,7 23 8, , , , ,7 13 Shell * * * * *,1,1 1,4 2,5 3, 14 Woningcorporaties 8,4 9,6 1,9 13, 13,7 1,8 9,3 8,8 8,3 6,1 15 Detailhandel 13,3 11,9 1,6 9,4 11,1 9,9 7,8 6,8 5,9 4,5 16 PostNL (TNT) 9,2 8,5 7,9 1,2 11, 11,7 9,4 11,8 1,7 9,4 17 9KPN 9,4 9,6 9, 11,8 12, 12,7 1,4 11,8 11,1 8,3 18 Slagersbedrijf 39,1 38,8 37,6 36,6 4, 38,4 36,8 32,5 31,2 28, Hoogovens 1, 8,7 7,9 9,1 1,7 8,1 direct 7,7 7,5 6,6 6,2 2 7 Schildersbedrijf 15,4 14,1 12,7 12, 12,8 8 13,3 indirect 11,5 1,9 1,1 9,2 21 6Horeca & Catering 8,4 1,1 8,2 8,2 7,6 7 7,7 8,8 9,7 9,3 8,5 22 Vervoer 9,5 1,1 1,2 1,1 9,4 8,3 4,5 3,8 3,3 2, Werk en (re-)integratie * 1,2 1,2 13,7 13,7 12,5 8, 7,2 7,6 6,8 24 4APF (AkzoNobel) 9,3 9,7 1, 11,9 7,9 5 7,3 7, 9,2 8,2 8,4 25 3PNO Media 16,4 16,2 14,7 13,7 13,5 4 13,6 13,4 9,5 1,3 9,2 26 Fysiotherapeuten * 9,1 11,6 13, 16,5 19,3 15,8 16,5 16,7 15, Philips 12,2 1,1 8,7 7,7 3,4,9 2,4 1,8 1,9 2,3 28 1Architectenbureaus 14,7 13,5 13,2 13,4 13,6 2 15,9 14,5 12,8 12,7 11,1 29 Progress (Unilever) 18,8 16,9 14,7 13,9 14,9 1 2,8 7,1 6,4 5,2 7, ABN Amro ,7 3,5 3,7 3,7 3,4 2,2 31 Wonen * * * * * 23* , , , ,4 32 Koopvaardij 16,1 16,6 16,2 18, 15,3 16, 12,5 11,4 9,2 7,8 33 UWV 12,2 12,3 11, 12,5 12,7 13, 9,6 8, 7,1 5,1 34 DSM 5,8 5,1 4,8 7,2 4,4 3,5 3,9 4,7 4,4 4,7 35 Ahold 8,2 1, 1, 1,8 9,8 9,5 8,4 9,9 8,3 8, Gemiddeld 9 b) 12, 11,7 11,8 12,2 11,1 1,1 9,9 1,6 9,8 9,3 direct 8 indirect 8 beursgenoteerd 1 7ING Groep 3,8 4,2 3,3 4,1 3,9 3,9 4,1 3,1 2,5 2,4 7 niet-beursgenoteerd 2 Aegon 1,8 1,7 1,7 1,9 2,2 2,2 2,2 2,1 2, 1,8 6 3 Delta Lloyd 5,4 4,2 3,7 4,2 4,3 6 4,7 4,3 4,8 4,7 3,9 4 5ASR Nederland ,8 1,8 1,8 9,4 7,8 7, Achmea (Eureko) 6,4 5,8 5,5 6,2 5,8 5,5 4,5 4, 4,2 3,5 6 Dela 39,5 38,5 35,8 36,3 37,5 4 45, 37,8 38,7 37,9 31,2 3 7 SNS Reaal Groep 3,9 3,7 3,2 3, 2,2 1,8 1,5 1,5 1,5 1,2 2 3 Gemiddeld c) 3,7 3,8 3,2 3,9 3,8 3,8 3,7 3,3 2,9 2,6 a) Alle 1 beleggingen : inclusief liquide middelen, exclusief (contante) waarde herbeleggingen. Alle beleggingen (bank-)verzekeraars: 2inclusief niet onder beleggingen gerubriceerde gebouwen voor/in eigen gebruik, exclusief beleggingen voor rekening en risico van polishouders. b) Exclusief de onvolledige reeksen Shell, Werk en (re-)integratie, Fysiotherapeuten, ABN Amro en Wonen. c) Exclusief de onvolledige reeks ASR Nederland. * Onbekend en (bank-)verzekeraars: vastgoed in % van alle beleggingen (totaalcijfers), Tabel G ,9 15, ,9 7, ,2 11,9 14, beursgenoteerd niet-beursgenoteerd 11,4 11,3 1,6 7,5 7, ,3 1, ,6 6, ,3 1, ,6 4, 5, ,5 9, ,2 3, 4, ,9 9, ,3 4,2 4 2, ,4 9, 2 11,6 4, ,5 8, ,5 1, 4, ,4 8, ,9 4,4, 2 1-1, -2, , 4, 3, 2, 1,, -1, -2, -3, -4, aankopen verkopen herwaardering overig en (bank-)verzekeraars mutaties balanswaarde vastgoed , in mrd euro (volgens tabel D: 211 en 212) Figuur 4-4, aankopen verkopen herwaardering overig balanswaarde vastgoed als percentage van alle beleggingen, Tabel F 23 12, 3, ,7 3, ,8 3, ,2 3, ,1 3,8 28 1,1 3,8 29 9,9 3,7 21 1,6 3, ,8 2, ,3 2,6 en (bank-)verzekeraars Figuur 5 heerd van de post overig is bij de over de periode -212 sprake van een totale groei van ongeveer 6 miljard euro; hiervan kan ongeveer 37 miljard euro worden toegeschreven aan een positief aankoopsaldo en ongeveer 23 miljard euro aan bijschrijvingen, dat is ongeveer 38 procent van de toename (1). Bij de (bank-) verzekeraars bedroegen die getallen achtereenvolgens ongeveer 9 miljard euro en ongeveer 4 miljard euro; de bijdrage van de boekwinsten bij deze beleggers bedroeg daarmee ongeveer 29 procent (11). Zie tabel E (12). Steeds lager relatief belang Het aandeel van het vastgoedbelang in het totaal van alle beleggingen, dus het relatieve vastgoedbelang, liep in het achterliggende jaar bij zowel de als de (bank-)verzekeraars scherp terug. Bij de daalde het van 9,8 procent per ultimo 211 naar 9,3 procent aan het einde van 212, bij de (bank-)verzekeraars liep het terug van 2,9 procent naar 2,6 procent. De daling bij de deed zich bij veel fondsen voor, met uitschieters van 2 procentpunten of meer bij de Bouwnijverheid, Spoorwegen, KPN, Slagersbedrijf en UWV. Het Pensioenfonds Slagersbedrijf, dat zakte van 31,2 procent naar 28,1 procent, kwam voor het eerst in tien jaar onder de 3 procent. Zelfs bij de fondsen met de veruit grootste groeisprong in het vastgoedvermogen was de toename beperkt (bij het Pensioenfonds Zorg & Welzijn liep het relatieve vastgoedbelang licht op van 12,2 procent naar 12,4 procent) of daalde zelfs (bij het ABP liep het terug van 9,4 procent naar 9, procent). Ook bij de (bank-)verzekeraars was de terugloop aanmerkelijk; de grootste daling deed zich voor bij Dela, van 37,9 procent naar 31,2 procent, de laagste stand voor deze belegger sedert het jaar 2. Zie tabel F en figuur 5. Bezien over een lange periode is het relatieve vastgoedbelang bij de gedaald tot het laagste waarnemingsniveau van de laatste meer dan 35 jaar. In 1975 bedroeg het vastgoedaandeel 9,9 procent, daarna liep het geleidelijk op en schommelde gedurende een lange reeks van jaren tussen 1, procent en 12,9 procent (deze hoogste stand werd bereikt in 22) om in 29 weer onder de 1, procent uit te komen. Na een herstel het jaar daarop daalde het in 211 opnieuw en naar nu mag worden aangenomen definitief onder het 1 procentniveau; afgelopen jaar zakte het naar eerder vermelde 9,3 procent. Bij de (bank-)verzekeraars is sprake van een vrijwel ononderbroken daling vanaf 1975, van 15,1 procent destijds in bijna één rechte lijn naar beneden naar de huidige 2,6 procent. Zie tabel G (13). Uiteenlopende rendementen Dat de, die in het achterliggende jaar een (relatief) grote boekwinst behaalden, ook een fraai vastgoedrendement konden verantwoorden, is weinig verwonderlijk (14). Dat rendement weerspiegelt immers niet alleen de directe inkomsten, zoals huuropbrengsten en dividenden, maar ook de indirecte opbrengsten, zoals de uitkomsten van herwaarderingen en valuta- en beurskoersverschillen. Zo behaalde het ABP een rendement van 16,2 pro- 14

8 52 Vastgoedmarkt oktober achtergrond beleggingen : rendement vastgoed, cent (exclusief infrastructuur) en het Pensioenfonds Metaal en Techniek van 9,6 procent; het rendement van het Pensioenfonds Zorg & Welzijn is voor de totale vastgoedportefeuille niet bekend, maar zal ruim boven 1 procent hebben gelegen (15).Van de overige fondsen kwam het rendement van de KLM- uit op 14,5 procent en behaalde het Pensioenfonds ING een rendement van 9,1 procent, het Pensioenfonds DSM van 23,8 procent en het Pensioenfonds Ahold van 11,5 procent. De fondsen met een lage bijboeking of met een boekverlies presenteerden lage of zelfs negatieve rendementen; tien scoorden licht boven procent, zeven fondsen bleven daaronder. Bij de meeste was zelfs eerder sprake van een verdere teruggang dan van een verbetering van het ook al in 211 teleurstellende vastgoedrendement. Zie tabel H (16). Over de auteur Dr. Hans Funken is directeur-eigenaar van Dr. J. Funken Consultants en analyseert de jaarverslagen van institutionele beleggers voor Vastgoedmarkt sinds Noten (1) De termen vastgoedbezit, -vermogen, -waarde, -belang, -portefeuille(s) en -beleggingen worden door elkaar gebruikt en hebben betrekking op direct (rechtstreeks) gehouden vastgoed (inclusief gebouwen en terreinen voor/in eigen gebruik) en indirect vastgoed (deelnemingen, participaties, aandelen in al dan niet aan een effectenbeurs of meer effectenbeurzen genoteerde vastgoedbeleggingsfondsen) evenals beleggingen in infrastructuur, voor zover die laatste beleggingen door de betreffende beleggers zelf als vastgoedbeleggingen worden gezien: voor zover bekend zijn dat nu het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en de Zorg & Welzijn, Metaal & Techniek, Grafische Bedrijven, Schildersbedrijf en Architectenbureaus. Als beleggingen in infrastructuur worden onder meer genoemd: nutsbedrijven, spoorwegen, verkeerswegen (tolwegen)/tunnels/bruggen, parkeeraccommodaties, (lucht-)havens, afvalverwerkingsbedrijven, bedrijven voor opwekking van windenergie c.q. schone energie, water (zonder toelichting; waarschijnlijk wordt gedoeld op waterbevoorrading, -voorziening, -behandeling c.q. -zuivering, -technologie en gerelateerde milieudiensten) en zeer recent gasleidingen. Opmerking: het begrip infrastructuur blijkt dus een verzameling van nogal uiteenlopende beleggingsobjecten te omvatten, zonder een gemeenschappelijk kenmerk, zonder een interne samenhang en al helemaal zonder een relatie met het klassieke vastgoed: gebouwen, waarin zekere activiteiten worden ontplooid. Ook de waardebepaling c.q. waardering en de waardeontwikkeling van beleggingen in infrastructuur vertonen geen relatie met die van vastgoed, er spelen in dat opzicht totaal andere determinanten mee. Door investeringen in allerlei varianten van infrastructuur onder vastgoedbeleggingen te rubriceren en in de externe verslaglegging als zodanig weer te geven, raakt het zicht op de echte vastgoedbeleggingen vertroebeld; voor onderzoeksdoeleinden is het transparanter de infrastructuurbeleggingen als een aparte en herkenbare beleggingscategorie te handhaven. Voor zover traceerbaar zijn er, behalve de zes vermelde, nog negen fondsen die in infrastructuur beleggen; ze boeken die investeringen kwantitatief zichtbaar onder overige of alternatieve beleggingen. Zeventien investeren niet of niet meer in infrastructuur, van drie fondsen is onduidelijk of ze daarin beleggen. Zie ook noot (3). (2) Onder grote institutionele vastgoedbeleggers worden hier begrepen de Nederlandse en (bank-)verzekeraars met een vastgoedbelang per ultimo 212 van 25 miljoen euro of meer, voor zover bij de auteur bekend. Daarom kan niet worden uitgesloten dat een inmiddels aan de norm beantwoordende belegger (met een in absoluut opzicht beperkt vastgoedbelang) in de overzichten ontbreekt. De basis van alle in de tekst, de tabellen en de figuren vermelde cijfers vormen de door de betreffende beleggers op internet of in schriftelijke vorm gepubliceerde jaarverslagen/ jaarrekeningen (geconsolideerde balansen en toelichtingen daarop), in sommige gevallen aangevuld met additioneel verstrekte verduidelijkingen of specificaties. Vergeleken met het vorige overzicht (over 211) zijn toegevoegd de Shell, Fysiotherapeuten, Progress (Unilever), Wonen, DSM en Ahold: zij voldeden inmiddels of opnieuw aan de gestelde limiet. Bij de samenstelling van het overzicht is mede en dankbaar gebruik gemaakt van uitkomsten van door Dirk A. Rompelman verricht onderzoek. (3) In deze tabel, en dat geldt ook voor zover van toepassing voor alle volgende tabellen, zijn eerst de vermeld en daarna de (bank-)verzekeraars. Bepalend voor de in de tabellen aangehouden volgorde is de balanswaarde van het vastgoedbezit per ultimo 212: hoe groter dat bezit, hoe hoger de plaats in de tabellen. Opmerking 1: de in de inleidende alinea s van de tekst vermelde totaal- en groeicijfers van het gezamenlijke vastgoedbelang van de grote institutionele vastgoedbeleggers hebben betrekking op alle in de tabel vermelde beleggers en zijn dus inclusief de cijfers van de Shell, Werk en (re-)integratie, Fysiotherapeuten, ABN Amro en Wonen alsmede de (bank-)verzekeraar ASR Nederland. Deze cijfers zijn hierdoor hoger dan de in tabel A vermelde totaalcijfers en de op basis daarvan te berekenen groeicijfers. In de totaalcijfers van deze tabel zijn namelijk de cijfers van genoemde beleggers, wegens de onvolledigheid van de betreffende cijferreeksen over de laatste tien jaar en met het oog op de onderlinge vergelijkbaarheid, niet meegeteld. Opmerking 2: de in de inleidende alinea s van Vastgoedbezit grote institutionele beleggers groeit met 8 procent Tabel H ABP a) 24,7 3,5 18,2 35,7-9,4-3, 13,2 16,8 1,2 16,2 2 Zorg & Welzijn 8,6 12,6 17,8 29,4 9,8-21,5 9, 1,2 1,1 * 3 Bouwnijverheid 7,9 4,3 7,5 12,7 9,2-4,7-2, 3,3 4,9 1,8 4 Metaal en Techniek 5,6 16,9 22,3 22,9 6,3-15,6-2, 1,1 2,7 9,6 5 Metalektro 5,8 13,2 14,6 12,6 7,3 2,1-3,9 3,2 3,4 1,7 6 Landbouw 8,8 8,4 9,7 1,6 1,3,2,1 3,,4,4 7 KLM 13,8 2, 15, ± 31, ± -11,9 ± -24,3 ± 2,9 ±16,,2 14,5 8 Grafische Bedrijven 8, 11,5 13,3 18,4 1,2-9,3-1,8 8,4 * * 9 Artsen 9,1 11, 16,2 ± 26, ± 5,9 ± -19,2 ± -16,7 ±12,2 5,5 * 1 Spoorwegen 7, 8,6 8,6 12,5 13,2 ± -1,4 ± -,8 5,2 5,2 -,9 11 Rabobank 1, 11,6 9,3 12,7 3,9 ± -1,3 ± -1,9 3, 4,5-1,4 12 ING 24,7 22,3 16,9 31,1 -,5-26,1 -,7 9,8 8,2 9,1 13 Shell * * * * * * * * * * 14 Woningcorporaties * * * 32,,8-25,3-5,3 ±12,2 5,4 7,4 15 Detailhandel 7,2 7,7 8,9 ± 14,4 ± -2,2 ± -1,8 ±,4 1,4 -,9-4, 16 PostNL (TNT) 2,7 6,7 8,8 18,5 6,2-7,3-11,9 3,9 -,5 1,3 17 KPN 2,7 6,7 8,9 18,7 6, -7,6-12, 2,2 1,3-1,5 18 Slagersbedrijf 8,6 8,6 1,3 11,7 ± 1,4 6,8, 3,1 2,2 * 19 Hoogovens 4,8 6, 9, 9,6 9,8-1, -4,4 3,8 3,4 2,9 2 Schildersbedrijf 6,6 4,2 15,6 1,3 11,6 ±,7-3,8 4,3 5, 2,8 21 Horeca & Catering * ± 21, ± 9,5 ± 26, -7,4-22,7 2,1 ±9,9 * * 22 Vervoer ± 4,4 ± 5,8 ± 1,7 1,9 7,1 -,1-15,5-2,8 * * 23 Werk en (re-)integratie * * * 34,7-2,9 * -11,5 1,5 3,5,3 24 APF (AkzoNobel) 13,4 23,2 22,2 35,5-8,7-19,5 4,5 6,9 -,7 7,3 25 PNO Media 16,3 22,2 2, 27,9 * * * * 4, -1,9 26 Fysiotherapeuten * * 11,6 8,5 8,4-2,7-8,4 4,5 4,7,7 27 Philips 2,5 4,6 9, 11,9 17,5-1,7-5,9 14,7 1,4 2, 28 Architectenbureaus 3,5 4,8 1,6 11,2 9,4 2,8,7 2,8,9,5 29 Progress (Unilever) 7,8 8, 8,2 11,5 12,1 1,2-18,8 3,2 2,1 5,5 3 ABN Amro * * * * * * * * * * 31 Wonen * * * * * * * *,8 1,4 32 Koopvaardij 4, 5,9 11,1 1,4 8,3 -,1-2,9 2,6,7-2, 33 UWV * * * * * -1,2-5,4 1,9 3, -6, 34 DSM 14,5 25,8 * 32,1-24,2-43,4 33,9 *,2 23,8 35 Ahold 12,7 24, 21,6 34,2-7,2-2,5-1,7 1,4-3,3 11,5 a) Exclusief beleggingen in infrastructuur. * Onbekend. de tekst vermelde totaal- en groeicijfers zijn inclusief de beleggingen in infrastructuur, voor zover die beleggingen door de betreffende beleggers zelf als vastgoedbeleggingen worden gezien en als zodanig in de externe verslaglegging worden behandeld. Het gaat inmiddels om een bedrag van ongeveer 8,9 miljard euro, dat is 1,7 procent van de vastgoedbeleggingen van alle bij elkaar; de grootste infrastructuurbeleggers zijn het ABP met 5,2 miljard euro per einde 212 en het Pensioenfonds Zorg & Welzijn (2,9 miljard euro), dat is in beide gevallen 15,5 procent van het betreffende vastgoedvermogen. De negen, die hun infrastructuurinvesteringen onder overige of alternatieve beleggingen rubriceren, hebben daarin per ultimo 212 gezamenlijk ongeveer,8 miljard euro ondergebracht. Zie ook noot (1). (4) De jaarverslagen/jaarrekeningen van de (bank-)verzekeraars geven geen informatie over de verdeling van het vastgoedvermogen naar direct en indirect vastgoed, en dus ook niet over de verdeling van het indirecte vastgoed naar beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd vastgoed. (5) De in figuur 2 vermelde cijfers over de periode zijn, voor wat de jaren betreft, gebaseerd op tabel B. De cijfers over de jaren daarvoor zijn gebaseerd op eerdere, vergelijkbare publicaties in Vastgoedmarkt. De samenstelling van de in die periode week in niet-wezenlijke mate af van de huidige samenstelling. (6) Actieve Nederlandse aanbieders in dit segment met sectorfondsen in Nederland en internationale sectorfondsen of met alleen Nederlandse sectorfondsen zijn onder meer Syntrus Achmea (beheerd vermogen voor institutionele beleggers, zonder leverage, ongeveer 7 miljard euro), Bouwfonds REIM (ongeveer 7 miljard euro), Vesteda (ongeveer 3 miljard euro), Altera (ongeveer 2 miljard euro) en Q-Park (ongeveer 2 miljard euro). (7) De in figuur 3 vermelde cijfers over de periode zijn, voor wat de jaren betreft, gebaseerd op tabel C. De cijfers over de jaren daarvoor vinden hun oorsprong in eerdere, vergelijkbare publicaties in Vastgoedmarkt. De samenstelling van de in die periode week in niet-wezenlijke mate af van de nu gehanteerde samenstelling. (8) De termen handelsvolume, handelsomvang, transactievolume, activiteitenniveau, transactieniveau en handelsactiviteiten wijzen op het totale bedrag van aankopen/investeringen en verkopen/desinvesteringen. De termen worden door elkaar gebruikt. (9) In werkelijkheid lag het handelsvolume in 212 hoger; de mutaties van één fonds en van één (bank-)verzekeraar zijn niet bekend; de wijzigingen in de balanswaarden zijn verwerkt onder overige mutaties. (1) Waardeherzieningen of -aanpassingen geven de uitkomsten weer van herwaarderingen en valuta- en beurskoersverschillen. Positieve uitkomsten leiden tot boekwinsten, bijboekingen of bijschrijvingen, negatieve uitkomsten tot boekverliezen, afboekingen of afschrijvingen. De termen voor positieve respectievelijk negatieve uitkomsten worden door elkaar gebruikt. (11) Dit is natuurlijk een zeer ruwe benadering, meer bedoeld ter indicatie: de samenstelling van de groep grote institutionele vastgoedbeleggers is in de afgelopen decennia nogal gewijzigd (zie hierna, noot (12)), de verloopcijfers zijn niet altijd bekend en de post overig zorgt voor een ernstige vertekening, vooral bij de (bank-)verzekeraars. (12) De in tabel E vermelde cijfers zijn gebaseerd op tabel D (211 en 212) en op eerdere, vergelijkbare publicaties in Vastgoedmarkt (alle overige jaren). Hierbij passen twee kanttekeningen: a) de limiet voor opname van de grote institutionele vastgoedbeleggers in de overzichten is in de loop van de jaren regelmatig aangepast. Tot 1991 werd een ondergrens van 625 miljoen gulden aangehouden; daarna, wegens een presentatiewijziging, van 5 miljoen gulden (tot 21), vervolgens voor de periode van 225 miljoen euro en ten slotte, vanaf 27, van 25 miljoen euro; b) de samenstelling van het deelnemersbestand heeft in de loop van de tijd grote wijzigingen ondergaan. Vele beleggers, vooral, werden toegevoegd (omdat ze inmiddels aan de gestelde limiet voldeden), maar ook verschillende beleggers werden weer weggelaten (omdat ze onder de gestelde limiet waren gezakt of werden geliquideerd, zoals recent nog het Pensioenfonds Stork dat zijn gehele beleggingsportefeuille overbracht naar het pensioenfonds Metalektro). Per saldo nam het aantal opgenomen beleggers evenwel flink toe, van twaalf en vijf (destijds zuivere) verzekeraars bij het begin van de artikelreeks naar de huidige 35 en zeven (bank-)verzekeraars. De in de tabel vermelde totaalcijfers en de daarop gebaseerde uitspraken pretenderen dan ook niet meer dan een indicatie te geven van de orde van grootte van de mutaties in de gezamenlijke balanswaarden van het vastgoedvermogen van de grote institutionele vastgoedbeleggers in de achterliggende periode, gesplitst naar aankoopsaldi en waardeherzieningen. (13) De in tabel G vermelde cijfers zijn gebaseerd op tabel F (23-212) en op eerdere, vergelijkbare publicaties in Vastgoedmarkt. Bij deze tabel passen vergelijkbare opmerkingen als gemaakt bij tabel E. Zie noot (12). (14) De jaarverslagen/jaarrekeningen van de (bank-)verzekeraars bevatten geen informatie over het behaalde vastgoedrendement. (15) De door het Pensioenfonds Zorg & Welzijn behaalde magere rendementen op privaat vastgoed (2,5 procent, belegd vermogen per einde 212 7,4 miljard euro) en infrastructuur (2,6 procent, 2,9 miljard euro) zal ruimschoots zijn gecompenseerd door het riante rendement op publiek vastgoed (28, procent, 8,3 miljard euro). (16) Van acht is het vastgoedrendement over het totale vastgoedbezit onbekend: of ze publiceren dat cijfer niet, of ze verstrekken afzonderlijke informatie over het directe en indirecte vastgoed c.q. over beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd indirect vastgoed, soms ook nog apart over beleggingen in infrastructuur, maar niet over de totale vastgoedportefeuille.

Totale beleggingen professionele beleggers in 2011 Professionele beleggers investeren meer in indirect vastgoed

Totale beleggingen professionele beleggers in 2011 Professionele beleggers investeren meer in indirect vastgoed www.vastgoedmarkt.nl oktober 212 Vastgoedmarkt 59 BELEGGINGEN / ONDERZOEK / CBS Totale beleggingen professionele beleggers in 211 Professionele beleggers investeren meer in in vastgoed De beleggingen in

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Ontwikkelingen in vastgoedbeleggingen van institutionele beleggers

Ontwikkelingen in vastgoedbeleggingen van institutionele beleggers Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 3 februari 26 Ontwikkelingen in vastgoedbeleggingen van institutionele beleggers drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Zie noten onderaan het artikel. Bron: Vastgoedmarkt Research

Zie noten onderaan het artikel. Bron: Vastgoedmarkt Research Tabel 1: Netto geïnvesteerd vermogen publieke Nederlandse beleggers 1) Institutionele beleggers mln (2014) mln (2013) Portefeuilles >250 mln 115.800 96.600 Portefeuilles

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Indirect vastgoed herstelt in 2009

Indirect vastgoed herstelt in 2009 Indirect vastgoed herstelt in 29 11 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 8 februari 211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012 11 Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 212 J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 16-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

In 2005 meer indirect vastgoed bij institutionele beleggers

In 2005 meer indirect vastgoed bij institutionele beleggers Publicatiedatum CBS-website: 2 maart 27 In 25 meer indirect vastgoed bij institutionele beleggers drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 27 Verklaring der tekens. = gegevens

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro Webartikel 214 Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro drs. J.L. Gebraad 16-1-214 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen

Nadere informatie

Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur

Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur Veel Nederlandse pensioenfondsen hebben in de afgelopen jaren hun vastgoedportefeuilles opnieuw

Nadere informatie

Vooral meer indirect vastgoed 2010

Vooral meer indirect vastgoed 2010 Vooral meer indirect vastgoed 21 121 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 21-2-212 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim

Nadere informatie

Vastgoedbeleggingen 0l institutionele e beleggers voor bijna de helft indirect

Vastgoedbeleggingen 0l institutionele e beleggers voor bijna de helft indirect 7 Vastgoedbeleggingen l institutionele e beleggers voor bijna de helft indirect drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 21 februari 28 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-063 2 april 2003 9.30 uur Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord In het eerste kwartaal van 2003 is de rente op de kapitaalmarkt gedaald tot het laagste

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Een van de slechtste kwartalen in 50 jaar. Obligaties en vastgoed geven positief rendement

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Een van de slechtste kwartalen in 50 jaar. Obligaties en vastgoed geven positief rendement Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-135 2 juli 2002 9.30 uur Aandelen hard onderuit in tweede kwartaal De koersen van Nederlandse aandelen zijn hard onderuit gegaan in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine en middelgrote fondsen meest gestegen op Damrak. Kleine en middelgrote fondsen in trek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine en middelgrote fondsen meest gestegen op Damrak. Kleine en middelgrote fondsen in trek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-179 2 oktober 2003 9.30 uur Kleine en middelgrote fondsen meest gestegen op Damrak De koersen van de kleine en middelgrote fondsen op de Amsterdamse

Nadere informatie

Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs

Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs Inleiding De Nederlandse huishoudens zijn de afgelopen decennia steeds meer gaan beleggen in effecten. Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Jaarbericht 1996 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 39 PROCENT

Jaarbericht 1996 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 39 PROCENT Amsterdam, 21 januari 1997 Jaarbericht 1996 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 39 PROCENT Totaal vermogen beheerd door ABN AMRO Asset Management wereldwijd in 1996 gegroeid

Nadere informatie

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT Amsterdam, 11 juli 1997 Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT Totaal vermogen beheerd door ABN AMRO Asset Management wereldwijd in

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. 2002 slechtste beursjaar na WO II. Grootste koersdaling in een jaar sinds Tweede Wereldoorlog

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. 2002 slechtste beursjaar na WO II. Grootste koersdaling in een jaar sinds Tweede Wereldoorlog Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-001 7 januari 2003 9.30 uur 2002 slechtste beursjaar na WO II Voor beleggers in Nederlandse aandelen is 2002 het slechtste beursjaar sinds de Tweede

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25 Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 25 23 juni 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt verder 3 Werkloze beroepsbevolking (20) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consument een stuk

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 17 28 april 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (12) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Opbouw nationaal vermogen stokt

Opbouw nationaal vermogen stokt 7 Opbouw nationaal vermogen stokt Ontwikkeling nationaal vermogen Het vermogen van huishoudens Het vermogen van de overheid Het vermogen van ondernemingen Conclusie Literatuur De Nederlandse economie 211

Nadere informatie

Zorgen over de houdbaarheid van onze pensioenen

Zorgen over de houdbaarheid van onze pensioenen Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 22 november 2004 Zorgen over de houdbaarheid van onze pensioenen Bram de Boo Dit artikel is eerder verschenen in De Nederlandse economie 2003

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2013-1 juli 2013 t/m 30 september 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,3% naar 120,3% Beleggingsrendement is 1,8% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Samenstelling en rendement van Nederlandse institutionele vastgoedportefeuilles

Samenstelling en rendement van Nederlandse institutionele vastgoedportefeuilles oktober 2013 Drs. Marco Mosselman Samenstelling en van Nederlandse institutionele vastgoedportefeuilles Samenvatting Dit IVBN-paper gaat in op de samenstelling en het van de vastgoedportefeuilles van Nederlandse

Nadere informatie

Sterke krimp hypotheekmarkt in eerste kwartaal van 2019

Sterke krimp hypotheekmarkt in eerste kwartaal van 2019 Hypotheekupdate Q1 2019 Inzichten uit Q1 2019 Sterke krimp hypotheekmarkt in eerste kwartaal van 2019 Hypotheekomzet daalt met bijna 10% ten opzichte van Q1 2018 Utrecht, 16 mei 2019 Het aantal verstrekte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers

Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers ASRE Talent Seminar Marco Mosselman Juni 2014 Institutioneel vastgoed (31-12-2011) Totaal belegd vermogen Waarvan vastgoed Pensioenfondsen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41

Inhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Inhoud Inleiding 9 Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Deel 2 Eigen vermogen of onvermogen 4 Eigen vermogen 56 5 Uit balans

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 89% Belegd vermogen 68,3 miljard Herstelplan ingediend In het eerste kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen geleden van 4,5%.

Nadere informatie

Falen is de echte shortfall van pensioenfondsen. Amsterdam, 24 september 2010

Falen is de echte shortfall van pensioenfondsen. Amsterdam, 24 september 2010 Pensioen- en Vermogensbeheer Ageing giants of Sinking giants Falen is de echte shortfall van pensioenfondsen Amsterdam, 24 september 2010 Jelles van As First Pensions 1 Inhoud 1. Activiteiten van pensioenfondsen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Beste kwartaal op Damrak sinds Amsterdam rendeert beter dan wereldindex

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Beste kwartaal op Damrak sinds Amsterdam rendeert beter dan wereldindex Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-122 2 juli 2003 9.30 uur Damrak 15 procent hoger in tweede kwartaal De koersen van Nederlandse aandelen zijn in het tweede kwartaal van 2003 met 14,7

Nadere informatie

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 107% Belegd vermogen 81,9 miljard Rendement derde kwartaal 9,1% Premie- en indexatiebesluit in vierde kwartaal Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft in

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Samenstelling en rendement van Nederlandse institutionele vastgoedportefeuilles

Samenstelling en rendement van Nederlandse institutionele vastgoedportefeuilles oktober 2013 Drs. Marco Mosselman Samenstelling en van Nederlandse institutionele vastgoedportefeuilles Samenvatting Dit IVBN-paper gaat in op de samenstelling en het van de vastgoedportefeuilles van Nederlandse

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Don t Bank on the Bomb PAX, maart 2018

Don t Bank on the Bomb PAX, maart 2018 Don t Bank on the Bomb 2018 PAX, maart 2018 1. Hall of Fame In de Hall of Fame staan instituties die beleid hebben dat investeringen volledig uitsluit. Bovendien blijkt uit ons onderzoek dat zij geen investeringen

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Hypotheekomzet bereikt recordhoogte ondanks daling verstrekte hypotheken

Hypotheekomzet bereikt recordhoogte ondanks daling verstrekte hypotheken Hypotheekupdate Q4 2018 Inzichten uit Q4 2018 en jaaroverzicht 2018 Hypotheekomzet bereikt recordhoogte ondanks daling verstrekte hypotheken Groei hypotheekmarkt volledig afkomstig van oversluiters Utrecht,

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Persbericht. Jaarcijfers 2012 Triodos Investment Management. Triodos Beleggingsfondsen groeien met 7% in 2012

Persbericht. Jaarcijfers 2012 Triodos Investment Management. Triodos Beleggingsfondsen groeien met 7% in 2012 Persbericht Jaarcijfers 2012 Triodos Investment Management Triodos Beleggingsfondsen groeien met 7% in 2012 Zeist, 28 februari 2013 Het totaal aan vermogen van de door Triodos Investment Management beheerde

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst

Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst Persbericht 21 augustus 2014 Rabobank halfjaarcijfers 2014: 1,1 miljard euro nettowinst De Rabobank Groep boekte in het eerste halfjaar van 2014 een nettowinst van 1.080 miljoen euro. Het resultaat werd

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend 08 Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend Laurens Cazander Publicatiedatum CBS-website: 3 februari 2009 Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 941 Kredietcrisis 2008/2009 Nr. 12 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 mei

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013 Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013 Gedurende het slotkwartaal van 2013 heeft de ECB ervoor gekozen om het monetaire beleid verder te verruimen. De reden hiervoor was onder meer een verrassend lage

Nadere informatie

De vergrijzing komt, de VUT gaat

De vergrijzing komt, de VUT gaat 0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds delta lloyd pensioenfonds Jaarbericht 2010 Terugblikken en vooruitkijken In dit Jaarbericht leest u wat er in 2010 bij het pensioenfonds gebeurde. We gaan wat dieper in op onze beleggingen en andere financiële

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011 Persbericht Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011 Zeist, 26 augustus 2011 Ondanks het moeilijke klimaat voor beleggen is het volume

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie