Leermotivatie van Havo 4 leerlingen ten aanzien van huiswerk maken.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leermotivatie van Havo 4 leerlingen ten aanzien van huiswerk maken."

Transcriptie

1 Leermotivatie van Havo 4 leerlingen ten aanzien van huiswerk maken. Lieke Joosten Eindhoven School of Education, Technische Universiteit Eindhoven Heinz van de Wardt Eindhoven School of Education, Technische Universiteit Eindhoven Begeleider: Dr. Perry den Brok Associate Professor Eindhoven School of Education Eindhoven University of Technology Traverse 3.46 P.O. Box 513, 5600 MB EIDHOVE Tel (0) Page 1 of 28

2 SAMEVATTIG Deze afstudeerscriptie gaat over het beladen onderwerk motivatie die leerlingen hebben om huiswerk te maken. Wij hebben onderzoek gedaan naar denkbeelden en opvattingen van havo 4 leerlingen en docenten over huiswerk maken. Leerlingen onderstrepen dat ze huiswerk maken wel belangrijk vinden en dat doen uit intrinsieke en extrinsieke redenen. Uit dit onderzoek blijkt dat alle stellingen bijna samen te vatten zijn in een drietal motivatie factoren. Leerlingen geven aan dat huiswerk maken voornamelijk van binnenuit wordt geprikkeld, maar staven dit niet met de geïnvesteerde tijd. In dit onderzoek is aangetoond dat docenten niet veel vertrouwen hebben dat leerlingen uit eigen wil huiswerk maken. Wij geven verder antwoord op de hoofdvraag wat kun je als docent in de lessen doen om de motivatie van leerlingen te stimuleren zodat ze beter hun huiswerk maken, deelvragen die hierbij horen en doen suggesties voor verder onderzoek. Page 2 of 28

3 1. ILEIDIG Veel havo leerlingen hebben problemen met de aansluiting van de onderbouw naar de bovenbouw en lopen daardoor vertraging op in de bovenbouw. Havo leerlingen geven toe dat ze weinig gemotiveerd zijn en last hebben van uitstelgedrag. Ze denken dat ze teveel huiswerk krijgen en schuiven het huiswerk maken als een bulldozer voor zich uit (Vermaas & Van der Linden, 2007). Wij als docenten aan scholen voor het voortgezet onderwijs ervaren dat havo leerlingen niet of minder gemotiveerd zijn om huiswerk te maken. Het is een dagelijks terugkerend ritueel. Onderzoek heeft uitgewezen dat het regelmatig maken van huiswerk een positief effect heeft op de studieresultaten (Cooper, 2001; Trautwein, 2007). De leerlingen zelf lijken minder overtuigd van het nut om huiswerk te maken. Het doel van dit onderzoek is te achterhalen wat de drijfveren zijn van leerlingen om huiswerk te maken en in welke omstandigheden zij dit doen. Met nieuwe verworven inzichten kunnen wij onze lessen in de klas bijsturen of initiëren van motivatiestimuli om (beter) huiswerk te maken. Het vergaren van meer wetenschappelijke kennis rondom het concept huiswerk en het aanreiken van een soort kapstok voor andere docenten was een nevendoel. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van een afstudeerscriptie waarin wij onderzoeken of leerlingen positief te stimuleren zijn, zodat ze een ander huiswerkgedrag gaan vertonen. In dit onderzoek stellen wij het nut van huiswerk maken centraal en nemen de havo problematiek rondom het huiswerk maken als uitgangspunt. Dit onderzoek beperkt zich tot (1) de percepties en verschillen die docenten en leerlingen over huiswerk maken erop nahouden, (2) de omstandigheden waarin en hoe huiswerk wordt gemaakt en (3) welke intrinsieke en extrinsieke motivatoren leerlingen hebben om wel hun huiswerk te maken. Daartoe introduceren wij eerst het begrip motivatie, dan de beeldvorming rondom het concept huiswerk en tenslotte bespreken wij manieren hoe motivatie voor huiswerk maken kan worden gestimuleerd. In dit verslag gaan we achtereenvolgens de volgende zaken bespreken: theoretisch kader rondom de problematiek huiswerk, probleemstelling met hoofd- en deelonderzoeksvragen, hypothese over perceptie m.b.t. huiswerk maken, methoden die we gebruiken en resultaten die volgen uit ons onderzoek. We sluiten af met discussie en aanbevelingen. Page 3 of 28

4 2. THEORETISCH KADER In dit theoretisch kader komen de volgende onderwerpen aan de orde: leermotivatie van havo leerlingen om huiswerk te maken, definitie en functie van het huiswerk, de perceptie van leerlingen en docenten m.b.t. huiswerk maken. Iedereen weet dat motivatie cruciaal is in het onderwijs. Het is een ongrijpbaar begrip. Een leerling die een leerdoel wil bereiken is gemotiveerd. Zijn gedrag kent een interne of een externe drijfveer. Motivatie is dus de wil om te leren en wordt van binnenuit en van buitenaf gevoed. Er zijn vele motieven die een leerling aanzet tot leren. Ten Dam & Vermunt (2003, p.161) definiëren intrinsieke en extrinsieke leermotivatie als volgt: Een leerling is intrinsiek gemotiveerd als hij iets graag leert, omdat hij daaraan plezier aan beleeft of omdat het zinvol voor hem is. De leerling wordt van binnenuit geprikkeld en handelt zonder tussenkomst van andere personen of factoren. Bij excentrieke motivatie doen leerlingen iets omdat zij van buitenaf wordt aangespoord. Er is geen echte motivatie om te leren. Zij leren iets om bv. straf te ontlopen of naar succes willen streven of doen dat uit plichtsgevoel. Leren is dus bijzaak. Huiswerk maken kent een lange traditie en is voor veel leerlingen nog steeds louter kommer en kwel. Wat is eigenlijk huiswerk? aar die vraag is veel onderzoek verricht. Eigler/Krumm (1972), geciteerd uit ilshon (1999, p.10), definiëren huiswerk als Ontwikkelde taken door docenten voor leerlingen, bedoeld om het uit te voeren buiten schooltijd. Von Derschau (1979), geciteerd uit ilshon (1999, p.10), voegt de zinvolheid van huiswerk maken toe en zegt: Huiswerk maken omvat alle zinvolle activiteiten die belangrijk zijn of worden voor leerlingen waardoor zij geïnteresseerd raken. Het gaat dus om opgedragen werkzaamheden die door leerlingen buiten de dagelijkse contacturen met de docent thuis of elders gedaan moeten worden. u we weten wat huiswerk is zouden docenten alleen huiswerk op moeten geven als zij kunnen verantwoorden dat de taken nuttig zijn. Huiswerk maken heeft dus een functie. Schwemmer (1980), uit ilshon (1999, p.12), zegt dat huiswerk maken eigenlijk maar twee hoofdfuncties heeft, namelijk een didactisch - methodische functie en een pedagogische functie. Beide functies ondersteunen het lesgeven en zorgen dat leerlingen oefening krijgen. Ook de hoeveelheid tijd die aan huiswerk besteedt wordt lijkt invloed te hebben op het individuele leerresultaat. Als leerlingen te weinig tijd aan huiswerk besteden, dan worden de schoolprestaties lager dan wanneer er veel tijd aan huiswerk besteed wordt. Huiswerk maken kost dus tijd. Shann (2001) constateert dat bijna 77% van alle VO leerlingen tussen 1 2 uur aan huiswerk besteden. elson (2003) stelde vast dat 63% van de leerlingen elke dag circa 1,3 uur per dag aan huiswerk besteden. In ederland hebben Soffers & Van der Linden (2005) onderzocht dat 64% van de geënquêteerde leerlingen tussen 1 2 uur per dag huiswerk maken. Cooper (1989), uit Van de Berg et al. (2008), zegt dat een optimum van effectiviteit wordt bereikt, wanneer leerlingen hooguit 1,5 2,5 uur per dag aan huiswerk besteden. Uit het Page 4 of 28

5 bovenstaande mag de aanname worden gedaan dat veel leerlingen minder tijd spenderen aan huiswerk maken dan wat effectief mogelijk is. Maar hoe denken leerlingen zelf over huiswerk? Leerlingen vinden huiswerk maken in het algemeen belangrijk. Wittmann (1970), uit ilshon (1999, p.17), constateert dat 80% van de leerlingen vindt dat huiswerk maken hen min of meer helpt om de lesstof beter te begrijpen. Dit is een voorbeeld van intrinsieke motivatie zoals hierboven beschreven. Zo n 70% gaf aan graag huiswerk te maken en meisjes maken eerder huiswerk dan jongens. Verder concludeert hij dat jongere leerlingen blijkbaar minder vooroordelen erop nahouden dan oudere leerlingen. Drewelow (1971) en Bossmann (1979), uit ilshon (1999, p.18), stellen vast dat leerlingen een hogere waardering toekennen aan afwissellende huiswerkopgaven dan eentonige reproduceerbare opgaven. Kirn (1978), uit ilshon (1999, p.18), zegt dat 80% van alle leerlingen liever naar school zouden gaan wanneer het huiswerk was afgeschaft. Schwemmer (1980), uit ilshon (1999, p.19), zegt dat de sociale conflicten die leerlingen thuis en op school hebben het gevolg is van huiswerk. Hij meent dat de docent leerling en ouders kind relaties een gevaar vormen voor het moraal van de ontwikkeling van leerlingen. Interessant is het constateren dat leerlingen overwegend geen huiswerk willen maar als er geen ontkomen aan is, dan maken ze graag afwisselende huiswerkopgaven. Voor de docent zou dat betekenen dat hij moet nadenken over zinvolle opdrachten. Hedendaagse discussies spitsen zich steeds meer over de vorm van het opgegeven huiswerk. Het moet meer doordacht moet zijn, maar hoe ontwerp je zinvol huiswerk? Seitz (1987), uit ilshon (1999, p.32), doet een paar praktische voorstellen om het huiswerkdilemma op te lossen. Hij zegt dat je huiswerkopgaven moet diffentiëren aan het prestatieniveau en interesse van de leerlingen. Bouw mogelijkheden in voor zelfcontrole van gemaakt huiswerk. Uit het voorgaande is bekend dat leerlingen op een of andere wijze huiswerk maken wel nuttig vinden, maar is het dan ook effectief en onder welke omstandigheden gebeurt dit? Volgens oll (2008, p.2) wordt de effectiviteit van huiswerk maken bepaald door een veeltal van factoren, namelijk: de docent, de moeilijkheidsgraad van de opgaven, de lichamelijke en geestelijke gemoedsgesteldheid van de leerling, de motivatie, de taakstelling, de houding van de familie, de werkplek thuis etc. Hij geeft daarmee aan dat er geen direct voor de handliggende factoren aan ten grondslag liggen. Belangrijk is de beeldvorming over de havo leerling door de docent. Welke beelden hebben docenten over hun havo leerlingen? Vermaas & Van der Linden (2007) hebben dit onderzocht. In het kort zijn hun resultaten: de havo leerling is een korte termijn werker, kan zijn werk moeilijk plannen, heeft last van uitstelgedrag en heeft een korte concentratieboog. Havo leerlingen zijn overwegend pragmatisch ingesteld en gericht op productiewerk (zoals dingen overschrijven), ze kiezen de gemakkelijkste weg en zetten alleen een stap extra wanneer er iets extra s tegenover staat. Vermaas & Van der Linden (2007) bevestigen in hun onderzoek dat havo leerlingen hun huiswerk pas maken en in beweging komen, als de docent dit oplegt én controleert. Dit is een vorm van extrinsieke motivatie. Page 5 of 28

6 oll (2008, p.4) zegt dat de effectiviteit van huiswerk maken stijgt wanneer je huiswerkopgaven kunt scheiden in zinvolle / niet zinvolle opgaven. Hij vindt dat huiswerkopgaven alléén effectief zijn, wanneer zij doordacht zijn en een leerproces bij de leerling teweegbrengen. Deel huiswerkopgaven in de les uit waarmee in de les gestart kan worden en welke ze thuis kunnen afmaken. Hiermee sluit oll (2008) aan bij de conclusie van Seitz (1987). Keck (1978) en Freese (1978), uit ilshon (1999, p.36), pleiten voor een re-integratie van de methodisch - didactisch en pedagogische hoofdfuncties en zien heil door huiswerk functies te integreren in lessen. Vrij vertaald betekent dit dat je als docent werkvormen in de les kunt toepassen waarbij je naast de theorie toepassingsgericht huiswerk behandelt. Huiswerk maken is blijkbaar zinvol wanneer de docent het huiswerk differentieert, controleert en integreert in de les. Uit het bovenstaande kunnen wij concluderen dat huiswerk maken zinvol is, maar dat huiswerk maken veel tijd kost en dat leerlingen te weinig tijd eraan besteden. Willen wij als docenten leerlingen bewegen tot beter huiswerk maken, dan hebben wij taken verrichten in het prikkelen van motivatie. De literatuur geeft weinig houvast hoe we als docenten de intrinsieke en extrinsieke motivatie in de les kunnen stimuleren. Derhalve hebben we onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Page 6 of 28

7 3. PROBLEEMSTELLIG 3.1. Onderzoeksvraag De vraag die centraal staat in dit onderzoek luidt als volgt: Wat kun je als docent in de lessen doen om de motivatie van leerlingen te stimuleren zodat ze beter hun huiswerk gaan maken? 3.2. Deelvragen Om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraag is deze onderverdeeld in een vijftal deelvragen: 1. Welke perceptie hebben leerlingen m.b.t. huiswerk maken? 2. Welke perceptie hebben docenten van hun leerlingen m.b.t. huiswerk maken? 3. Is er een verschil in perceptie tussen docenten en leerlingen omtrent huiswerk maken? 4. Hoe en onder welke gepercipieerde omstandigheden maken leerlingen hun huiswerk? 5. Hoe zijn de omstandigheden, aanpak en achtergrond van de leerlingen gerelateerd aan hun motivatiefactoren om huiswerk te maken? 4. HYPOTHESE Uit de theorie blijkt dat docenten vaak een andere beeldvorming hebben dan leerlingen met betrekking tot huiswerk maken. We willen weten of docenten daadwerkelijk een andere hebben dan leerlingen omtrent huiswerk maken. Gebaseerd op de literatuur kunnen we een nulhypothese H 0 formuleren en testen, namelijk: H 0 : Er is geen verschil in perceptie tussen docenten en leerlingen omtrent huiswerk maken. Page 7 of 28

8 5. METHODE De studie wordt uitgevoerd als een exploratief (beschrijvend) onderzoek. De gestelde vragen dienen voor het onderzoeken van samenhangen tussen de factoren. Het onderzoek was opgezet als een survey onderzoek in het kader van dit afstudeerscriptie. Er is één meting gehouden onder de doelgroep havo 4 leerlingen op twee scholen in Limburg en West Brabant. Dataverzameling heeft plaatsgevonden middels een schriftelijke enquête door het invullen van 30 vragen/stellingen door de respondenten uit de hele populatie leerlingen. Het doel van de meting is het vaststellen van motivatie factoren die invloed hebben op huiswerk maken. De steekproeven mogen we onafhankelijk noemen, omdat er sprake is van 4 verschillende groepen (van respondenten) waarvan we willen onderzoeken hoe zij denken over het stimuleren tot het maken van huiswerk Procedure/sampling/responsies Om data te verzamelen omtrent huiswerk hebben we een vragenlijst samengesteld die bestaat uit dertig stellingen (zie bijlage 1). Deze stellingen hebben we zelf geformuleerd op basis van theorie en aspecten die we zelf belangrijk vinden in het maken van huiswerk. Onze stellingen zijn onder te verdelen in zes groepen, namelijk: huiswerk controle, bespreken van huiswerk, belangrijkheid van huiswerk, duidelijkheid van huiswerk, maken van huiswerk uit belangstelling en de moeilijkheidsgraad. Verder hebben wij de vragenlijst voor feedback aan een ervaren onderzoeker voorgelegd. De samplingprocedure is gebaseerd op het eenvoudig toegankelijke (convenience sampling, Baarda & De Goede). We spreken hier van een één moment survey-onderzoek waar uit een dertigtal onderzoekseenheden via systematische ondervraging gegevens wordt verzameld. Deze vragenlijst hebben we aan 4 klassen, in totaal bestaande uit 78 leerlingen, van havo 4 voorgelegd. Ook hebben we de vragenlijst door 4 docenten laten invullen. De docenten werden als volgt geïnstrueerd: vul in, hoe je denkt dat jouw leerlingen zullen antwoorden. Het aantal respondenten bedroeg 78 leerlingen en 4 docenten verdeeld over 2 scholen; bij school A bestond de populatie uit 36 leerlingen en 2 docenten en bij school B uit 42 leerlingen en 2 docenten. Het leerlingenaantal in de klassen varieerden van 15 tot 27. De samenstelling jongen meisje bedroeg 54,9 % resp. 45,1 %. De meeste leerlingen zaten vorig jaar in havo 3 (57,3 %) of havo 4 (25,6 %). Door een aantal ontbrekende gegevens van 4 leerlingen hebben we besloten om deze niet mee te nemen, waardoor de uiteindelijk bruikbare respons 74 leerlingen (n = 74) en 4 docenten (n = 4) bedroeg. Page 8 of 28

9 5.2. Methodische karakterisering van het onderzoek Instrument De vragenlijst was samengesteld uit drie delen: deel 1: algemene vragen, deel 2: hoe het huiswerk wordt gemaakt en deel 3: stellingen over huiswerk. Het meetniveau van alle delen is ordinaal en van de factoren (na datareductie) is samengesteld ordinaal. De leerlingen konden in deel 1 en deel 2 antwoorden aankruisen op de vragen die betrekking hadden op de wijze waarop en onder welke omstandigheden leerlingen hun huiswerk maken. In deel 3 konden de leerlingen hun op de dertig stellingen over het maken van huiswerk aankruisen op een zogenaamde 5-punts Likert-schaal (0 = sterk on, 1 = on, 2 = neutraal, 3 =, 4 = sterk ). Een eerste analyse van de alle dertig stellingen (zes groepen) liet zien dat de resultaten onbetrouwbaar waren. De Crohnbachs alpha s varieerden tussen 0,185 (bespreken van huiswerk) en 0,710 (maken van huiswerk uit belangstelling). We hebben het vermoeden dat er een soort ruis over de data ligt die we met factoranalyse denken te kunnen op te lossen. Factoranalyse onderzoekt of datareductie van informatie mogelijk is op basis van het samenvatten van patronen en correlaties tussen de geobserveerde variabelen (het ontdekken van een grondstructuur in het onderliggende proces) en het reduceren van een aantal verklarende variabelen tot enkele factoren. Door gebruik te maken van factoranalyse hebben we de dertig variabelen (stellingen) kunnen reduceren tot een drietal (motivatie)factoren die we kunnen interpreteren en die leiden tot het effect huiswerk maken. De eerste factor persoonlijke drijfveren heeft betrekking op allerlei persoonlijke redenen om huiswerk te maken. De tweede factor intrinsieke motivatie door externe stimulans heeft betrekking op stimuli van buitenaf waardoor leerlingen alsnog intrinsiek gemotiveerd raken. De derde factor externe motivatie heeft betrekking op louter externe stimuli waardoor leerlingen huiswerk maken. Tabel 1 laat zien hoe, na een exploratieve factoranalyse, de stellingen (zie bijlage 1) verdeeld zijn over de drie factoren. Er zijn vijf stellingen die, na datareductie, geen betrekking hebben op één van de drie factoren. Deze stellingen worden uitgesloten van verdere analyses (zie bijlage 2). Tabel 1: Samenhangende stellingen na factoranalyse. Schaal (factor) Persoonlijke drijfveren Intrinsiek motivatie door externe stimulans Aantal stellingen Cronbach s Voorbeeld stelling alpha 12 0,838 ik maak huiswerk want ik vind het maken van huiswerk belangrijk 8 0,778 ik maak huiswerk als de lessen boeiend zijn Page 9 of 28

10 Extrinsieke motivatie 5 0,687 ik maak huiswerk voor de vakken waarbij ik straf krijg als het niet af is De betrouwbaarheidsanalyse toetst in hoeverre meetuitkomsten tot stand zijn gekomen door toeval. Op basis van een item-analyse wordt de correlatie berekend tussen de antwoorden op de verschillende vragen. De mate waarin de vragen als totaal hetzelfde meten wordt meestal uitgedrukt in een zogenaamde homogeniteitsindex ook wel Cronbach s alpha genoemd. De nieuwe betrouwbaarheidsanalyse geeft nu een hoge Cronbach s alpha (zie tabel 1) weer wat duidt op een redelijke interne consistentie van de indicatoren Analyses De beantwoording van de onderzoeksvragen over huiswerk maken is gebaseerd op diverse statistische analyses. In deze studie maken we gebruik van de beschrijvende- en multivariate analyses en laten ons ondersteunen door de applicatie SPSS De beschrijvende analyse genereert informatie over de centrale tendentie en spreiding van de variabelen, multi-modaliteit en normaliteit van de onderliggende statistische verdelingen. De multivariate analyse zal in dit rapport bestaan uit een verschillenanalyse. De verschillenanalyse onderzoekt of er mogelijke verschillen zijn tussen groepen onafhankelijke waarnemingen (aselecte steekproeven). Hier gebruiken we de Independent Samples T-test en de Oneway AOVA Scheffé. De T-test bij twee groepen wordt gebruikt om vast te stellen of de gemiddelden van twee groepen aan elkaar gelijk zijn. Daartoe formuleren we eerst een nul- of een alternatieve hypothese. Met de één factor variantie-analyse kunnen, evenals met de T-test, gemiddelden van verschillende groepen met elkaar vergeleken worden. Bij de variantie-analyse kunnen drie of meerdere groepen worden onderscheiden. Page 10 of 28

11 6. RESULTATE u we weten dat de data afkomstig is van onafhankelijke steekproeven en betrouwbaar is kunnen we de vijf deelvragen beantwoorden. Deelvraag 1: Welke perceptie hebben leerlingen m.b.t. huiswerk maken? Er zijn drie factoren die iets zeggen over motivaties waarom leerlingen hun huiswerk maken. De leerlingen zijn het overwegend dat ze redelijk gemotiveerd zijn. Hun score op de Likert-schaal is hoger dan 2,0 op de 5-punts Likert-schaal (0 = sterk on, 1 = on, 2 = neutraal, 3 =, 4 = sterk ). De factor extrinsieke motivatie scoort het hoogst, namelijk 2,4 op de Likert-schaal. Deze factor heeft wel de grootste spreiding wat betekent dat leerlingen het meest met elkaar on zijn. Blijkbaar hebben leerlingen een stok achter de deur nodig om huiswerk te maken of ze willen straf ontlopen. De factor persoonlijke drijfveren scoort 2,3 waaruit blijkt dat leerlingen de opvatting delen dat huiswerk maken belangrijk voor ze is. De factor intrinsieke motivatie met externe stimulans scoort met 2,0 het laagst. Deelvraag 2: Welke perceptie hebben docenten van hun leerlingen m.b.t. huiswerk maken? De factor extrinsieke motivatie scoort het hoogst, 2,4 op de 5-punts Likert-schaal. Docenten scoren hetzelfde als hun leerlingen. De docenten voelen hun leerlingen goed aan en weten wat er speelt in hun klassen m.b.t. huiswerk maken. Docenten bevestigen hiermee dat leerlingen inderdaad een stok achter de deur nodig hebben of straf willen ontwijken. Tabel 2: Gemiddelden van groepen. Persoonlijke drijfveren Intrinsieke motivatie met extern stimulans Extrinsieke motivatie Std. Deviation Std. Error leerling 75 2,2989,53990,06234 docent 4 1,4375,07979,03989 leerling 78 2,0481,65658,07434 docent 4 2,0313,29536,14768 leerling 76 2,3921,71438,08194 docent 4 2,4000,48990,24495 De factor intrinsieke motivatie met externe stimulans scoort 2,0 hetgeen betekent dat ze twijfelen of leerlingen wel echt van binnenuit gemotiveerd zijn om hun huiswerk maken. De docenten hebben dezelfde score als hun leerlingen, waaruit weer blijkt dat ze hun leerlingen goed kennen. De factor persoonlijke drijfveren scoort 1,4 en dat is opmerkelijk lager dan de score van 2,3 bij hun leerlingen. Page 11 of 28

12 Deelvraag 3: Is er een verschil in perceptie tussen docenten en leerlingen omtrent huiswerk maken? Om deze vraag te beantwoorden maken we gebruik van de Independent Samples T-test waarbij twee groepen (docenten, leerlingen) met elkaar worden vergeleken. Daartoe formuleren wij de een nulhypothese H 0 die als volgt luidt: Er is geen verschil in perceptie tussen docenten en leerlingen omtrent huiswerk maken. De onbetrouwbaarheid α voor de toets is 0,05. De nulhypothese wordt verworpen ten gunste van de alternatieve hypothese H 1, indien de waargenomen waarde in het kritieke kansgebied valt. Tabel 3: Independent Samples T-test Levene's Test for Equality of Variances t-test for Equality of s Perso onlijke drijfver en Intrinsi eke motiva tie Extrins ieke motiva tie Equal variances assumed Equal variances not assumed Equal variances assumed Equal variances not assumed Equal variances assumed Equal variances not assumed F Sig. t df 6,322,014 3, ,638 28,625 2,352,129,051 80,102 4,701,724,397 -, ,031 3,707 Sig. (2-tailed),002,000,960,923,983,977 Difference,86139,86139,01683, , , % Confidence Interval of the Std. Error Difference Difference Lower Upper,27173,07401,33153,16534,36272,25829,32031, , , , , , ,01285,67660,45009,71422,73214 In tabel 3 is te zien dat Levene s test voor gelijke varianties voor de factor persoonlijke drijfveren een significante waarde van 0,014 heeft. De varianties van onze 2 steekproeven (leerlingen en docenten) zijn dus niet gelijk. Voor de andere 2 factoren zijn de varianties wel gelijk (significantie > 0,05). Uit de T-test blijkt dat het gemiddelde van leerlingen voor de factor persoonlijke drijfveren significant hoger is dan het gemiddelde van docenten (significantie is 0,000). Met een zekerheid van 95% kunnen we zeggen dat het gemiddelde van leerlingen 0,71 tot 1,01 hoger ligt dan het gemiddelde van de docenten. Docenten hebben dus duidelijk een andere perceptie over huiswerk maken dan hun leerlingen als we kijken naar persoonlijke drijfveren van leerlingen om hun huiswerk te maken. Deelvraag 4: Hoe en onder welke omstandigheden maken leerlingen hun huiswerk? Page 12 of 28

13 Bestede tijd aan huiswerk maken: Ruim 22 % van de leerlingen geven aan dat ze tussen 1,0-1,5 uur per aan huiswerk maken spenderen. In het weekend is de bereidheid om tijd te steken in huiswerk minder. Veel leerlingen ( 58,5%) besteden minder dan 1,0 uur aan huiswerk, maar er zijn ook uitschieters. Een klein percentage (13,4%) werkt langer dan 1,5 uur. De volgorde en omstandigheden waarin huiswerk wordt gemaakt: Een overwegend deel (64,6%) van de leerlingen geeft aan dat ze het maakwerk sterk prefereren boven het leerwerk en geen voorkeur (51,2%) hebben om eerst de leuke of minder leuke vakken doen. Huiswerk wordt overwegend (56,1%) thuis en op school gemaakt. Als leerlingen huiswerk maken, dan werken ze meestal alleen (90,2%); hebben geen ondersteuning (56,1%) of ontvangen ondersteuning van hun ouders (23,2%). Zo n 51,2% luistert tijdens het maken van huiswerk naar achtergrond muziek of werkt in stilte (37,8%). Een mogelijke verklaring dat leerlingen het maakwerk boven het leerwerk prefereren is dat ze straf willen ontlopen tijdens een huiswerkcontrole door de docent. Zie ook bijlage 3. Deelvraag 5: Hoe zijn de omstandigheden, aanpak en achtergrond de leerlingen gerelateerd aan de motivatiefactoren om huiswerk te maken? Met de één factor variantie-analyse kunnen we gemiddelden van verschillende groepen met elkaar vergelijken. De groepsindeling wordt gemaakt op basis van één variabele. Hier vergelijken we de drie motivatiefactoren met diverse omgevingsfactoren. Alle resultaten zijn te vinden in bijlage 4. Bestede tijd aan huiswerk maken: In de hoeveelheid tijd die leerlingen door de week besteden aan het huiswerk wordt een significant verschil geconstateerd voor de factoren persoonlijke drijfveren (F = 18,42; p = 0,000) en extrinsieke motivatie (F = 4,66; p = 0,005). Tabel 4: Anova voor tijdsbesteding door de week F p Persoonlijke drijfveren Intrinsieke motivatie Extrinsieke motivatie Persoonlijke drijfveren 18,421 0,000 < 0,5 uur 1,5985 1,9318 2,5273 Intrinsieke motivatie 0,837 0,478 0,5 tot 1 uur 2,2143 2,1250 2,6444 Extrinsieke motivatie 4,657 0,005 1 tot 1,5 uur 2,6176 1,8750 2,0706 > 1,5 uur 2,7273 2,1818 1,9636 Page 13 of 28

14 Wat we zien is dat voor de factor persoonlijke drijfveren < 0,5 uur huiswerk maken significant lager scoort dan > 1,5 uur huiswerk maken (zie tabel 4). Persoonlijke drijfveren verhogen dus de motivatie van leerlingen om meer uren huiswerk te maken. Verder zien we dat voor de factor extrinsieke motivatie < 0,5 uur huiswerk maken significant hoger scoort dan > 1,5 uur huiswerk maken. Hieruit valt af te leiden dat je leerlingen niet stimuleert tot het maken van huiswerk door strafwerk of een andere externe motivator. In tabel 4 zijn deze resultaten weergegeven. Leerlingen die vorig jaar in havo 3 zaten hebben een significant hogere score voor de factor persoonlijke drijfveren dan leerlingen die in havo 4 zijn blijven zitten (F = 3,36; p = 0,014). Leerlingen uit havo 3 hebben een gemiddelde van 2,45, terwijl doubleurs een gemiddelde van 1,99 hebben. Doubleurs worden dus minder gestimuleerd om huiswerk te maken uit eigen wil. De aanname dat leerlingen graag huiswerk maken wordt door de hierboven genoemde resultaten niet ondersteund. De volgorde en omstandigheden waarin huiswerk wordt gemaakt: De veronderstelling is dat leerlingen eerst het maakwerk doen om bv. straf te ontwijken tijdens een huiswerkcontrole. Dat zou kloppen wanneer leerlingen huiswerk maken om intrinsieke motivatie met externe stimulans en extrinsieke motivatie redenen. Maar er is een significant verschil geconstateerd voor de factor persoonlijke drijfveren (F = 3,40, p = 0,039). Maakwerk heeft een gemiddelde van 2,41 en leerwerk een gemiddelde van 2,08. Hieruit blijkt dat leerlingen eerder persoonlijke motivatie hebben om het maakwerk hoger te prioriteren dan het leerwerk. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat leerlingen alsnog huiswerk maken om niet te blijven zitten en dus goede punten wil halen. Er is ook een verschil in het maken van huiswerk voor leuke en niet leuke vakken voor de factor intrinsieke motivatie met externe stimulans (F = 4,12; p = 0,020). Leerlingen scoren hoger voor leuke vakken hetgeen wil zeggen dat leerlingen meer intrinsiek gemotiveerd zijn. Tabel 5: Anova leuke/niet leuke vakken F p Intrinsieke motivatie Persoonlijke drijfveren 0,035 0,966 leuke vakken 2,3472 Intrinsieke motivatie 4,120 0,020 minder leuke vakken 2,1736 Extrinsieke motivatie 0,717 0,492 geen voorkeur 1,8661 > 1,5 uur 2,7273 De overige omgevingsvariabelen (waar, met wie, ondersteuning, geluid) geven geen aanleiding tot verklaring van significante afwijkingen. Zie bijlage 4 voor de uitgebreide analyses. Page 14 of 28

15 7. DISCUSSIE 7.1. Conclusies en verklaringen. Leerlingen hebben de neiging inzake stellingen over persoonlijke drijfveren met te beantwoorden. Leerlingen maken wel huiswerk, maar niet direct omdat ze het leuk, interessant of moeilijk vinden. De resultaten bevestigen de onderzoeksresultaten van Wittmann (1970) en oll (2008). Uit dit onderzoek blijkt dat leerlingen aangeven vooral om extrinsieke redenen (bv. straf ontlopen) huiswerk te maken. Wat we niet goed kunnen verklaren is dat leerlingen aangeven dat ze uit eigen wil huiswerk maken, maar dit niet laten zien in de hoeveelheid gespendeerde tijd. Wij vermoeden dat havo leerlingen goede punten willen halen en dit doen met minimale energie. Bovendien zijn havo leerlingen erg gevoelig voor groepsgedrag, ze vinden het belangrijk wat andere van hun vinden. Docenten zijn het overwegend on dat leerlingen uit eigen wil huiswerk maken. Volgens ons kennen ze inmiddels hun pappenheimers en hebben in de loop der jaren slechte ervaringen opgebouwd. Docenten hebben blijkbaar minder vertrouwen in de persoonlijke drijfveren van leerlingen die hen aan het werken moeten zetten. Dit resultaat sluit bij de onderzoeksresultaten van Vermaas & Van der Linden (2007) die zeggen dat havo leerlingen minder gemotiveerd zijn, omdat ze last hebben van uitstelgedrag en het plannen m.b.t. huiswerk maken. Verder denken docenten dat externe stimulansen geen invloed heeft op de intrinsieke motivatie van leerlingen. Wel geven docenten aan dat ze denken dat extrinsieke motivatie helpt om leerlingen te stimuleren hun huiswerk te maken. Er is een significant verschil in scores voor de persoonlijke drijfveren. Een mogelijke verklaring is dat docenten ervaringen hebben in het huiswerk maak gedrag van leerlingen en minder vertrouwen hebben wegens hierboven in deelvraag 2 geschetste redenen. Voor de factoren intrinsieke motivatie met externe stimulans en extrinsieke motivatie zijn geen significante afwijkingen. Dat betekent dat zowel docenten als leerlingen dezelfde opvattingen over huiswerk maken erop nahouden. Bijna de helft van de leerlingen geeft aan dat zij door de week 0,5 1,0 uur per dag aan huiswerk maken besteden. In het weekend maken leerlingen minder huiswerk per dag. Ongeveer 14 % van de leerlingen steekt minder dan een half uur per dag in huiswerk maken. In het weekend is de fut er helemaal eruit, want dan maakt 39 % minder dan een half uur huiswerk. Zo n 22% van de leerlingen maakt tussen 1,0 1,5 uur huiswerk per dag. Mogelijke verklaringen waarom leerlingen weinig tijd steken in huiswerk zijn dat leerlingen eerst hun beschikbare tijd na schooltijd spenderen aan sporten, werken, muziek, klusjes doen, etc. en pas daarna huiswerk maken na het avondeten. De motivatie om dan nog huiswerk te maken slinkt weg. Page 15 of 28

16 Het is opmerkelijk dat de tijdsbesteding uit ons onderzoek een factor 2-3 kleiner is dan wat Shann (2001), elson (2003) en Soffers & Van der Linden (2005) in hun onderzoeken aangeven. Wij kunnen dit verschil tussen beide onderzoeken niet verklaren en denken dat er sprake kan zijn van een bias in het onderzoek. De volgorde van de vakken tijdens het huiswerk maken speelt blijkbaar geen rol. Veel leerlingen maken eerst het maakwerk, omdat wij denken dat zij bang zijn om straf te krijgen. De hypothese dat leerlingen graag huiswerk maken wordt niet door de hoeveelheid gespendeerde tijd ondersteund. Dit sluit aan op de onderzoeksresultaten van oll (2008) die zegt dat de effectiviteit van huiswerk maken wordt bepaald door een veeltal van factoren en dus niet alleen door de indicatoren beschikbare tijd of motivatie. Havo 3 instromers scoren voor de factor persoonlijke drijfveren hoger dan havo 4 doubleurs. Doubleurs hebben wat minder persoonlijke drijfveren. Opvallend is dat leerlingen die minder dan 0,5 uur per dag aan huiswerk besteden significant hoger scoren bij de factor extrinsieke motivatie dan zij die meer dan 1,5 uur per dag besteden. Hieruit kunnen wij verklaren dat je leerlingen niet stimuleert tot het maken van huiswerk door strafwerk of een andere externe motivator. Dit is in overtemming met de literatuur. Dit is opmerkelijk, want er is blijkbaar de tegenspraak dat de leerlingen juist huiswerk maken om straf te ontlopen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat leerlingen alsnog huiswerk maken om niet te blijven zitten Beperkingen van het onderzoek Het aantal docenten (n = 4) is erg klein en kan de nauwkeurigheid van de resultaten beïnvloeden waardoor significantieverschillen kunnen verdwijnen of juist ontstaan. Ten aan zien van ons ontwikkeld instrument vinden wij de zes groepen, zoals als wij die in eerste instantie gedefinieerd hadden, belangrijk. Door meer stellingen per groep te formuleren wordt waarschijnlijk een hoger betrouwbaar instrument verkregen waardoor je de exploratieve factoranalyse achterwege kunt laten Aanbevelingen voor docenten De vraag die centraal staat in dit onderzoek luidt als volgt: Wat kun je als docent in de lessen doen om de motivatie van leerlingen te stimuleren zodat ze beter hun huiswerk gaan maken? Page 16 of 28

17 Wij willen het volgende adviseren / aanbevelen: Huiswerk controleren blijft een noodzakelijke handeling: Leerlingen vinden huiswerkcontrole niet leuk, maar ervaren dit niet als onaangenaam. Uit ons onderzoek blijkt dat leerlingen van zichzelf vinden dat ze extrinsiek gemotiveerd zijn. Door huiswerk te controleren stimuleer je als docent de extrinsieke motivatie van leerlingen. Plan huiswerk: Uit ons onderzoek komt naar voren dat leerlingen te weinig tijd aan huiswerk besteden. Als docent kunnen wij de leerlingen helpen om het huiswerk te plannen. Door huiswerk te plannen neem je een deel van de planningsactiviteiten uit hun handen. Plan huiswerkopgaven in een tijdplanner en deel deze tijdplanner met de leerlingen. Licht toe wanneer wat en op welk tijdstip iets af moet zijn en vertel ook hoeveel tijd huiswerk maken in beslag neemt. Maak huiswerk aantrekkelijk en zorg voor afwisseling in opgaven: Uit ons onderzoek blijkt dat leerlingen intrinsiek gemotiveerd zijn om eerst huiswerk te maken voor de leuke vakken. Als docent kun je leerlingen stimuleren om huiswerk te maken door het huiswerk aantrekkelijk te maken. Uit de literatuur blijkt dat het individualiseren van huiswerk, door het huiswerk te differentiëren op het niveau van leerlingen, je meer leerlingen kunt bereiken en dus motiveren. Prikkel de wil om huiswerk te maken tijdens klassengesprekken: We kunnen deze aanbeveling niet goed onderbouwen met resultaten uit ons onderzoek en doen een aanbeveling naar verder onderzoek (zie aanbeveling voor verder onderzoek). Uit literatuurstudie kunnen wij wel afleiden dat onderzoekers waarde hechten aan dit advies voor docenten. Vertel in klassengesprekken wat de toegevoegde waarde is van huiswerk maken in termen van het waarom, de belangrijkheid, de effectiviteit en de zinvolheid ervan. Herhaal dit zo vaak je als docent nodig acht. Laat zien dat je huiswerk maken belangrijk vindt, spendeer voldoende tijd om het te bespreken en laat het terugkomen door het regelmatig te toetsen via schriftelijke overhoringen Aanbevelingen voor verder onderzoek Wij zien verdere onderzoeksmogelijkheden voor toekomstige studenten: In de factor intrinsieke motivatie met externe stimulans en in de factor excentrieke motivatie zitten excentrieke motivatie indicatoren. Er is sprake van een overlap en die hebben we niet goed kunnen scheiden. Een nieuwe vragenlijst kan hier ondersteuning bieden. Page 17 of 28

18 Het is aanbevelenswaardig om de oorzaak te achterhalen waarom leerlingen anno 2010 een factor 2-3 minder tijd aan huiswerk maken besteden dan wat eerdere onderzoekers aangeven (antwoord deelvraag 4). Laat uitzoeken wat leerlingen nu echt motiveert om hun huiswerk te maken, ondanks het feit dat ze heel weinig tijd investeren (antwoord deelvragen 4, 5). Blijkbaar ontlopen leerlingen niet alleen straf. De afgevallen vraag Ik maak huiswerk want de docent vindt het maken van huiswerk belangrijk had antwoord kunnen geven op het meer inzicht krijgen of leerlingen dit fijn vinden en hoe je dit als docent dan het beste oppakt. Extra onderzoek zou hier kunnen helpen. Laat uitzoeken wat voor soort huiswerkopgaven leerlingen fijn vinden. Dit is voor ons nog niet helemaal duidelijk. Hier denken we aan de juiste hoeveelheid, de moeilijkheidsgraad, herhalingsopgaven of juist nieuwe theorie opgaven. Page 18 of 28

19 8. LITERATUUR Baarde, D.B. & de Goede, M.P.M. (1997) Basisboek: Methoden en Technieken, Praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Dam, ten, G., & Vermunt, J. (2003). De leerling. In:.Verloop, & J. Lowyck (red.). Onderwijskunde: Een kennisbasis voor professionals. Groningen/Houten: Wolters-oordhoff. elson, F. (2003) Homework: Too Much or ot Enough, HES-Human Development, University Outreach and Extention. ilshon, I. (1999) Hausaufgaben und selbständiges Lernen, Deutsches Jugendinstitut e.v., Project Lebenswelten als Lernwelten, München, oll, J. (2008) Seminar: Schultheoretische Aspekte der Ganztagpädagogik bei Prof.Dr. Holzbrecher, Matrikelnr , Winter semester 2007/2008. Shann, M., (2001) Students use of Time Outside of School: an Case for After School Programs for Urban Middle School Youth, The Urban Review, Vol. 33, o. 4, December Soffers, I., van der Linden, A, (2005) Jongeren en huiswerk, Sociaal Geografisch Bureau Dordrecht. Vermaas, J. & Van der Linden, R. (2007) Beter inspelen op havo-leerlingen, IVA beleidsonderzoek en advies, Tilburg. Van den Berg, L., Dammers, R., Van der Velde, D. en Verseveldt, V. (2008) Het nut van huiswerk, afstudeeronderzoek, IVLOS, Utrecht. Page 19 of 28

20 9. BIJLAGE 9.1. Gebruikte vragenlijst in de klas Deel 1: algemene vragen. Kruis het antwoord wat voor jou van toepassing is. Ik ben een Jongen meisje Ik zat vorig jaar in.. Havo 3 Havo 4 VMBO 4 VWO 4 anders Hoeveel uur besteed je gemiddeld per dag aan huiswerk door de week Hoeveel uur besteed je gemiddeld per dag aan huiswerk in het weekend Denk je dat je dit jaar over gaat naar Havo 5? Minder dan 0,5 uur Minder dan 0,5 uur Ja, ik denk het wel Tussen 0,5 en 1 uur Tussen 0,5 en 1 uur ee, ik denk het niet Tussen 1 en 1,5 uur Tussen 1 en 1,5 uur Ik weet het niet Meer dan 1,5 uur Meer dan 1,5 uur Deel 2: vragen over hoe jij je huiswerk maakt. Kruis het antwoord wat voor jou van toepassing is. Je mag per vraag meerdere opties aankruisen. Als ik huiswerk maak doe ik als eerste Maakwerk Leerwerk voorkeur.. Als eerste maak ik huiswerk van. Leuke vakken Minder leuke vakken voorkeur Ik maak huiswerk.. In stilte Met achtergrond muziek Met ander geluid op de achtergrond Ik maak huiswerk.. Op school Thuis Beide Elders Ik maak huiswerk.. Alleen Met vriend(in) In groep Anders Ik krijg huiswerk ondersteuning van.. Docenten Ouders Bijles Deel 3: stellingen over huiswerk. 1 Ik maak huiswerk voor die vakken waarbij ik straf krijg als het niet af is on On 2 Ik maak geen huiswerk omdat ik zonder huiswerk ook goede cijfers haal on On 3 Huiswerkcontrole motiveert mij om huiswerk te maken on On 4 Ik maak huiswerk als de docent huiswerkcontrole in de klas uitvoert on On Page 20 of 28

21 5 Ik maak geen huiswerk als ik het vak niet leuk vind on On 6 Als het huiswerk minder opdrachten bevat zou ik eerder het huiswerk maken on On 7 Ik maak geen huiswerk als ik niet weet wat ik moet doen on On 8 Ik bespreek het huiswerk met mijn klasgenoten on On 9 Ik maak huiswerk als de lessen boeiend zijn on On 10 Huiswerk maken is belangrijk om de theorie te leren begrijpen on On 11 Ik maak geen huiswerk als ik niet weet wat het doel ervan is on On 12 Ik maak huiswerk omdat ik het vak moeilijk vind on On 13 Ik maak huiswerk omdat de docent goed les geeft on On 14 Ik maak geen huiswerk, want dit wordt onduidelijk door de docent opgegeven on On 15 Ik maak huiswerk omdat mijn ouders dit controleren on On 16 Ik maak huiswerk als ikzelf achteraf de antwoorden kan controleren (met bijvoorbeeld een nakijkboekje) on On 17 Ik maak huiswerk omdat ik de docent leuk vind on On 18 Ik maak huiswerk omdat ik het vak makkelijk vind on On 19 Ik maak huiswerk want ik vind het maken van huiswerk belangrijk on On 20 Ik vind dat we meestal te veel huiswerk krijgen on On 21 Ik maak huiswerk waardoor ik het vak niet zo moeilijk meer vind on On 22 Het maken van huiswerk heeft een positieve invloed op mijn cijfers on On Page 21 of 28

22 23 Ik maak geen huiswerk als de docent niet controleert on On 24 Ik maak huiswerk want de docent vindt het maken van huiswerk belangrijk on On 25 Ik vind het fijn als ik in de les vragen over het huiswerk kan stellen on On 26 Ik maak huiswerk ook als het tijdens de les niet wordt besproken on On 27 Het maken van huiswerk helpt op het voorbereiden van de toets of proefwerk on On 28 Ik maak geen huiswerk als het tijdens de les wordt besproken on On 29 Ik maak huiswerk als ik het vak interessant vind on On 30 Ik maak geen huiswerk omdat ik het vak te gemakkelijk vind on On Page 22 of 28

23 9.2. Samenhangende stellingen na datareductie. Factor 1: Persoonlijke drijfveren 19. Ik maak huiswerk want ik vind het maken van huiswerk belangrijk 26. Ik maak huiswerk ook als het tijdens de les niet wordt besproken 2. Ik maak geen huiswerk omdat ik zonder huiswerk ook goede cijfers haal 5. Ik maak geen huiswerk als ik het vak niet leuk vind 8. Ik bespreek het huiswerk met mijn klasgenoten 22. Het maken van huiswerk heeft een positieve invloed op mijn cijfers 21. Ik maak huiswerk waardoor ik het vak niet zo moeilijk meer vind 10. Huiswerk maken is belangrijk om de theorie te leren begrijpen 30. Ik maak geen huiswerk omdat ik het vak te gemakkelijk vind 23. Ik maak ook huiswerk als de docent niet controleert 7. Ik maak geen huiswerk als ik niet weet wat ik moet doen 11. Ik maak geen huiswerk als ik niet weet wat het doel ervan is Factor 2: Intrinsieke motivatie door externe stimulans 29. Ik maak huiswerk als ik het vak interessant vind 9. Ik maak huiswerk als de lessen boeiend zijn 18. Ik maak huiswerk omdat ik het vak makkelijk vind 17. Ik maak huiswerk omdat ik de docent leuk vind 13. Ik maak huiswerk omdat de docent goed les geeft 14. Ik maak geen huiswerk want dit wordt onduidelijk door de docent opgegeven 16. Ik maak huiswerk als ikzelf achteraf de antwoorden kan controleren (met boekje) 12. Ik maak huiswerk omdat ik het vak moeilijk vind Factor 3: Extrinsieke motivatie 1. Ik maak huiswerk voor die vakken waarbij ik straf krijg als het niet af is 4. Ik maak huiswerk als de docent huiswerkcontrole in de klas uitvoert 3. Huiswerkcontrole motiveert mij om huiswerk te maken 6. Als het huiswerk minder opdrachten bevat zou ik eerder het huiswerk maken 28. Ik maak ook huiswerk als het tijdens de les wordt besproken Afvallers 20. Ik vind dat we meestal te veel huiswerk krijgen 24. Ik maak huiswerk want de docent vindt het maken van huiswerk belangrijk 25. Ik vind het fijn als ik in de les vragen over het huiswerk kan stellen 15. Ik maak huiswerk omdat mijn ouders dit controleren 27. Het maken van huiswerk helpt op het voorbereiden van de toets of proefwerk Page 23 of 28

24 9.3. Beschrijvende statistische gegevens. De wijze waarop en omstandigheden waarin leerlingen huiswerk maken. Page 24 of 28

25 9.4. Analyses of Variance. In de onderstaande statistische analyses zijn andere namen voor de drie factoren gegeven: factor maak = persoonlijke drijfveren factor intrinsm = intrinsiek motivatie met externe stimulans factor extrinsm = extrinsiek motivatie In welke klas zat de leerling vorig jaar? Report AOVA Table klas havo3 havo4 vmbo4 vwo4 anders maak intrinsm extrinsm 2,4463 2,0239 2, ,52288,73566, ,9921 2,1786 2, ,40987,50709, ,1250 2,2500 2, ,76603,17678, ,0278 1,9583 2, ,55486,68845, ,5417 1,7000 1, ,70874,51992, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * klas intrinsm * klas extrinsm * klas Sum of Squares df Square F Sig. 3,472 4,868 3,357,014 18,099 70,259 21, ,096 4,274,623,647 32,098 73,440 33, , ,087 2,275,070 33,927 71,478 38, Tijdsbesteding door de week. Report AOVA Table hw week < 0.5 uur 0.5 tot 1 uur 1 tot 1.5 uur > 1.5 uur maak intrinsm extrinsm 1,5985 1,9318 2, ,33295,49486, ,2143 2,1250 2, ,39929,63806, ,6176 1,8750 2, ,33080,83468, ,7273 2,1818 1, ,60103,56003, ,2917 2,0471 2, ,53993,66083,71772 maak * hw week intrinsm * hw week extrinsm * hw week Sum of Squares df Square F Sig. 9, ,130 18,421,000 11,892 70,170 21, ,103 3,368,837,478 32,085 73,440 33, , ,089 4,657,005 31,851 71,449 38, Page 25 of 28

26 Tijdsbesteding in het weekend. Report AOVA Table hw weekend < 0.5 uur 0.5 tot 1 uur 1 tot 1.5 uur > 0.5 uur 4 maak intrinsm extrinsm 2,0306 2,1583 2, ,47670,69708, ,3636 1,9800 2, ,48012,71959, ,5298 1,9643 2, ,44531,55128, ,7917 1,9219 2, ,57563,49071, ,7500 2,6250 3, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * hw weekend intrinsm * hw weekend extrinsm * hw weekend Sum of Squares df Square F Sig. 5, ,311 5,619,001 16,328 70,233 21, ,039 4,260,590,671 32,156 73,440 33, , ,350 2,915,027 32,876 71,463 38, Voorkeur voor maak- of leer huiswerk. Report AOVA Table eerste soort maakwerk leerwerk geen voorkeur maak intrinsm extrinsm 2,4069 2,0071 2, ,49178,65890, ,0833 2,3472 2, ,77919,64280, ,0625 2,0156 2, ,47385,65332, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * eerste soort intrinsm * eerste soort extrinsm * eerste soort Sum of Squares df Square F Sig. 1,860 2,930 3,398,039 19,710 72,274 21,571 74,911 2,456 1,059,352 32,283 75,430 33,195 77,936 2,468,915,405 37,339 73,511 38, Leuke / niet leuke vakken. eerste vak leuke vakken minder leuke vakken geen voorkeur Report maak intrinsm extrinsm 2,2760 2,3472 2, ,61668,55166, ,2843 2,1736 2, ,59952,57385, ,3135 1,8661 2, ,49619,68320, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * eerste vak intrinsm * eerste vak extrinsm * eerste vak AOVA Table Sum of Squares df Square F Sig.,021 2,010,035,966 21,550 72,299 21, , ,643 4,120,020 29,909 75,399 33,195 77,737 2,369,717,492 37,538 73,514 38, Page 26 of 28

27 Geslacht. Report AOVA Table geslacht jongen meisje maak intrinsm extrinsm 2,2708 2,1194 2, ,55804,57896, ,3387 1,9508 2, ,51950,74800, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * geslacht intrinsm * geslacht extrinsm * geslacht Sum of Squares df Square F Sig.,084 1,084,285,595 21,487 73,294 21,571 74,542 1,542 1,261,265 32,653 76,430 33,195 77,476 1,476,931,338 37,799 74,511 38, Denk je dat je volgend jaar overgaat? Report AOVA Table overgaan ja, denk wel nee, denk niet weet niet maak intrinsm extrinsm 2,3513 2,0472 2, ,51162,71607, ,1667 2,0156 2, ,46894,75130, ,1961 2,0662 2, ,64814,40048, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * overgaan intrinsm * overgaan extrinsm * overgaan Sum of Squares df Square F Sig.,442 2,221,753,474 21,129 72,293 21,571 74,014 2,007,016,984 33,181 75,442 33, ,320 2,660 1,304,278 36,955 73,506 38, Achtergrondgeluid. AOVA Table Report maak * geluid intrinsm * geluid extrinsm * geluid Sum of Squares df Square F Sig. 1,819 2,909 3,315,042 19,752 72,274 21, ,628 2,814 1,934,152 31,567 75,421 33,195 77,199 2,099,190,827 38,077 73,522 38, geluid stilte achtergrond muziek ander geluid achtergrond maak intrinsm extrinsm 2,5000 2,1290 2, ,52607,62290, ,1845 1,9375 2, ,53329,65463, ,1333 2,4750 2, ,39352,76750, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 Page 27 of 28

28 Waar wordt huiswerk gemaakt? Report AOVA Table waar thuis beide elders maak intrinsm extrinsm 2,0801 2,1853 2, ,45551,47788, ,4040 1,9837 2, ,55776,74097, ,5833 1,7083 2, ,44096,71078, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * waar intrinsm * waar extrinsm * waar Sum of Squares df Square F Sig. 1,995 2,998 3,669,030 19,576 72,272 21, ,083 2,542 1,265,288 32,111 75,428 33, ,684 2,842 1,680,194 36,591 73,501 38, Met wie wordt huiswerk gemaakt? Report AOVA Table metwie alleen met vriend(in) anders maak intrinsm extrinsm 2,2793 2,0456 2, ,54283,65903, ,8333 1,5000 2, ,5833 2,2917 2, ,44096,71078, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * metwie intrinsm * metwie extrinsm * metwie Sum of Squares df Square F Sig.,555 2,278,952,391 21,015 72,292 21,571 74,479 2,239,549,580 32,716 75,436 33,195 77,182 2,091,175,840 38,093 73,522 38, Huiswerkbegeleiding. Report AOVA Table onderst docenten ouders bijles geen 4 maak intrinsm extrinsm 2,0556 2,3750 2, ,17347,35355, ,3991 2,2039 2, ,45523,56858, ,6190 1,8214 2, ,58701,53937, ,2386 1,9891 2, ,57415,72209, ,9167 2,0625 3, ,00000,61872, ,2989 2,0481 2, ,53990,65658,71438 maak * onderst intrinsm * onderst extrinsm * onderst Sum of Squares df Square F Sig. 1,538 4,384 1,344,263 20,033 70,286 21, ,409 4,352,809,523 31,786 73,435 33, ,555 4,639 1,269,290 35,721 71,503 38, Page 28 of 28

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 1. Iemand kiest geblinddoekt 4 paaseitjes uit een mand met oneindig veel paaseitjes. De helft is melkchocolade, de andere

Nadere informatie

Antwoordvel Versie A

Antwoordvel Versie A Antwoordvel Versie A Interimtoets Toegepaste Biostatistiek 13 december 013 Naam:... Studentnummer:...... Antwoorden: Vraag Antwoord Antwoord Antwoord Vraag Vraag A B C D A B C D A B C D 1 10 19 11 0 3

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier.

Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier. Toets Stroom 1.2 Methoden en Statistiek tul, MLW 7 april 2006 Deze toets bestaat uit 25 vierkeuzevragen. Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier. Vraag goed beantwoord dan punt voor

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie

toetskeuze schema verschillen in gemiddelden

toetskeuze schema verschillen in gemiddelden toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week 2: de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week 4: het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor TeMa (S95) op dinsdag 3-03-00, 9- uur. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine en

Nadere informatie

Interim Toegepaste Biostatistiek deel 1 14 december 2009 Versie A ANTWOORDEN

Interim Toegepaste Biostatistiek deel 1 14 december 2009 Versie A ANTWOORDEN Interim Toegepaste Biostatistiek deel december 2009 Versie A ANTWOORDEN C 2 B C A 5 C 6 B 7 B 8 B 9 D 0 D C 2 A B A 5 C Lever zowel het antwoordformulier als de interim toets in Versie A 2. Dit tentamen

Nadere informatie

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Inleiding: Het onderwijs op school is er onder meer op gericht de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten. Ook het maken van huiswerk levert

Nadere informatie

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Input leveren aan school voor een verbeterslag van het huiswerk- en toetsenbeleid binnen TBL

Input leveren aan school voor een verbeterslag van het huiswerk- en toetsenbeleid binnen TBL DOEL VAN DE ENQUÊTE Input leveren aan school voor een verbeterslag van het huiswerk- en toetsenbeleid binnen TBL Vragen over: de vindbaarheid van het huiswerk en data toetsen/examens; de hoeveelheid huiswerk/toetsen;

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Centrale tendentie Centrale tendentie wordt meestal afgemeten aan twee maten: Mediaan: de middelste waarneming, 50%

Nadere informatie

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling Kwantitatieve Data Analyse (KDA) Onderzoekspracticum Sessie 2 11 Aanpassingen takenboek! Check studienet om eventuele verbeteringen te downloaden! Huidige versie takenboek: 09 Gjalt-Jorn Peters gjp@ou.nl

Nadere informatie

Ontwerponderzoek: Paper 3

Ontwerponderzoek: Paper 3 Ontwerponderzoek: Paper 3 Naam auteur(s) Karoline Heidrich Vakgebied Duits Titel Duits + Film = plezier? Onderwerp Verhoging van motivatie voor het leren van Duits door middel van leeractiviteiten rondom

Nadere informatie

Onderzoek van Onderwijs

Onderzoek van Onderwijs Inleiding Aanleiding Het gaat tegenwoordig zo goed met De Nieuwste School (DNS) dat ze teveel aanmeldingen krijgt van nieuwe leerlingen. De school kan niet uitbreiden op locatie en wil dit liever ook niet

Nadere informatie

Rapport Lectoraat elearning

Rapport Lectoraat elearning Rapport Lectoraat elearning INHOLLAND Hogeschool Rotterdam, 24 mei 05 Door: In opdracht: Chablis Platenburg Lectoraat elearning, Lector Dr. G. Wijngaards, INHOLLAND Hogeschool 1. ICT gebruik van INHOLLAND

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Probleemstelling Onderzoeksvraag Methode Resultaten Discussie Aanbevelingen en vervolgonderzoek

Inhoudsopgave. Probleemstelling Onderzoeksvraag Methode Resultaten Discussie Aanbevelingen en vervolgonderzoek De invloed van de leeromgeving en het docentgedrag op de motivatie om te studeren van aanstaande leraren primair onderwijs Helmond, 2014 Bron: Rooijmans, M. (2013). De invloed van de leeromgeving en het

Nadere informatie

Samenvatting van de enquête over de screening (53 reacties)

Samenvatting van de enquête over de screening (53 reacties) Samenvatting van de enquête over de screening (53 reacties) Juni 2014 Wat is de leeftijd van je leerling? jonger dan 13 4 8 13 5 9 14 17 32 15 12 23 16 3 6 17 10 19 18 1 2 19 1 2 ouder dan 19 0 0 Is de

Nadere informatie

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Inleiding: Het onderwijs op school is er onder meer op gericht de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten. Ook het maken van huiswerk levert

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

5-02-2014. Onderzoek Lestijden aanpassen?

5-02-2014. Onderzoek Lestijden aanpassen? 5-02-2014 Onderzoek Lestijden aanpassen? Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit circa 35.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De

Nadere informatie

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week 2: de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week 4: het toetsen van gemiddelden: de t-toets Moore, McCabe, and Craig.

Nadere informatie

DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING. SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl

DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING. SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl Programma Opbrengstgericht werken Wat is het en waarom belangrijk? Datateam methode Resultaten onderzoek

Nadere informatie

M M M M M M M M M M M M M M La La La La La La La Mid Mid Mid Mid Mid Mid Mid 65 56 83 68 64 47 59 63 93 65 75 68 68 51

M M M M M M M M M M M M M M La La La La La La La Mid Mid Mid Mid Mid Mid Mid 65 56 83 68 64 47 59 63 93 65 75 68 68 51 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 7 1. Een onderzoeker wil nagaan of de fitheid van jongeren tussen 14 en 18 jaar (laag, matig, hoog) en het geslacht (M, V) een

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S95) op vrijdag 29-04-2004, 9-2 uur. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? Huiswerkbegeleiding Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Conclusies 8 Resultaten 1. Zetten ouders huiswerkbegeleiding

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps

Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps Wat halen ze in hun hoofd? Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps Dit zijn ze nou.. 3 Fasen Vroege adolescentie Midden adolescentie Late adolescentie Doelstellingen Kennismaking met informatie over

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, uur

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine en van een onbeschreven

Nadere informatie

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Auteur: Dick Vrenssen, docent pedagogiek psychologie onderwijskunde, Fontys Hogeschool Kind en Educatie In het schooljaar 2013/ 2014 heeft het

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen

Nadere informatie

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet De Onderzoeksvraag Plek onderzoeksvraag Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie Probleemanalyse probleemstelling Literatuur Onderzoeksvraag Onderzoeksopzet De onderzoeksvraag Goed onderzoek

Nadere informatie

Vergelijken van twee groepen (SPSS)

Vergelijken van twee groepen (SPSS) Vergelijken van twee groepen (SPSS) Vergelijking van gemiddeldes van onafhankelijke steekproeven met gelijke varianties (dataset newspapers) In een onderzoek geven studenten aan hoeveel keer per week ze

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Piet van Blokland Begrijpen van statistiek door simulaties en visualisaties Hoe kun je deze apps gebruiken bij het statistiek onderwijs? De apps van VUSTAT zijn

Nadere informatie

Vondelschool Bussum. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, april 2016

Vondelschool Bussum. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, april 2016 Vondelschool Bussum Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs 2016 Haarlem, april 2016 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534 11

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 6 1. De 15 leden van een kleine mountainbikeclub vragen zich af in welk mate de omgevingstemperatuur een invloed heeft op hun

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2)

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2) S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2) 21 juni 2011 Naam : Jaar en studierichting : Lees volgende aanwijzingen eerst voor het examen te beginnen : Wie de vragen aanneemt en bekijkt, moet minstens 1

Nadere informatie

tevredenheidsonderzoek leerlingen 678 2015

tevredenheidsonderzoek leerlingen 678 2015 tevredenheidsonderzoek leerlingen 678 2015 Uitslagen Vragenlijst Basisschool 't Stekske Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 De vragenlijst... 3 Gegevens... 3 Schoolgegevens... 4 Periode van

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, 14.00-17.00 uur De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

leerlingen Uitslagen Vragenlijst CBS Johan Friso

leerlingen Uitslagen Vragenlijst CBS Johan Friso leerlingen Uitslagen Vragenlijst CBS Johan Friso Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 De vragenlijst... 3 Gegevens... 3 Schoolgegevens... 4 Periode van afname... 4 Aantal respondenten... 4 Waardering

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK ZAANLANDS LYCEUM 2014

TEVREDENHEIDSONDERZOEK ZAANLANDS LYCEUM 2014 TEVREDENHEIDSONDERZOEK ZAANLANDS LYCEUM 2014 Inleiding In maart van dit jaar heeft adviesbureau Van Beekveld en Terpstra in opdracht van het College van Bestuur van OVO Zaanstad op de scholen van OVO een

Nadere informatie

LEERLINGTEVREDENHEIDSONDERZOEK DE VLIER SCHOOLRAPPORT HELMOND

LEERLINGTEVREDENHEIDSONDERZOEK DE VLIER SCHOOLRAPPORT HELMOND LEERLINGTEVREDENHEIDSONDERZOEK DE VLIER SCHOOLRAPPORT HELMOND School & Innovatie Groep Zwolle, mei 2011 INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 1. RAPPORTVERANTWOORDING... 4 2. KENGETALLEN... 5 3. DE VAKKEN... 9

Nadere informatie

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014 Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg Notitie datum 01-06-2014 contactpersoon Theo Nelissen onderwerp Selectie onderzoeksresultaten ViA-E telefoon (076) 523 85 74 van Theo Nelissen e-mail tcc.nelissen@avans.nl

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren. Metawerk Fedor. Semester 1a Opdracht 1. Ik heb voor opdracht 1 de leerstijlentest van Kolb gemaakt. Deze test heeft als doel om te kijken op wat voor manier je het beste informatie kunt opnemen en verwerken.

Nadere informatie

Vragenlijst voor Begeleiders

Vragenlijst voor Begeleiders Competentie Vakinhoud Overzicht vakken Vragenlijst voor Begeleiders Alfa Cijfer Sterk Zwak Nederlands Engels Duits Frans Grieks Latijn Beta Cijfer Sterk Zwak Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Biologie Gamma

Nadere informatie

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf.

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf. Opdracht 10a ------------ t-procedures voor gekoppelde paren t-procedures voor twee onafhankelijke steekproeven samengestelde t-procedures voor twee onafhankelijke steekproeven Twee groepen van 10 leraren

Nadere informatie

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave... 1. Inleiding... 2. Het doel van dit huiswerkbeleid... 2. Voorwaarden huiswerkbeleid... 2

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave... 1. Inleiding... 2. Het doel van dit huiswerkbeleid... 2. Voorwaarden huiswerkbeleid... 2 HUISWERKBELEID Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 Het doel van dit huiswerkbeleid... 2 Voorwaarden huiswerkbeleid... 2 Doelstellingen huiswerk... 3 Opbouw van het huiswerk... 3 Incidenteel huiswerk... 6

Nadere informatie

Huiswerkbeleid OBS De Westhoek

Huiswerkbeleid OBS De Westhoek Huiswerkbeleid OBS De Westhoek Inleiding Het onderwijs op school is er onder meer op gericht de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten. Ook het maken van huiswerk levert

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Samenvatting. Belangrijke kanttekeningen

Samenvatting. Belangrijke kanttekeningen Samenvatting Context en Interventie Na tegenvallende tentamenresultaten en relatief hoog uitvalpercentage in vorige jaren is in blok 1 van studiejaar 2016-2017 de cursus Infinitesimaalrekening A (WISB

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld.

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld. Dit is stap twee van de test die je in MOVE vindt op pagina 22 & 23. Wil je graag een realistisch beeld van hoe je ervoor staat op de 7 terreinen van je leven? Doe de check. Klopt jouw zelfbeeld met de

Nadere informatie

RESULTATEN KOTENQUÊTE

RESULTATEN KOTENQUÊTE RESULTATEN KOTENQUÊTE ACADEMIEJAAR 2005-2006 A. Algemeen De enquête werd afgenomen onder studenten van de UGent na de Paasvakantie van het academiejaar 2005-2006. Via de elektronische leeromgeving Minerva

Nadere informatie

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Netwerkthermometer DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Wat is De Netwerkthermometer De Netwerkthermometer is een test. Een test om een gedegen beeld te krijgen van hoe je zelf aan kijkt tegen je

Nadere informatie

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Bonaventuracollege Leiden Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Advies voor docenten Sanne Macleane 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De opbouwende leerlijn van het zelfstandig

Nadere informatie

Analyseren. analyse resultaten. Doel: ordenen van data om antwoord op onderzoeksvraag te krijgen

Analyseren.   analyse resultaten. Doel: ordenen van data om antwoord op onderzoeksvraag te krijgen AOS docentonderzoek bijeenkomst 9 Analyseren Rian Aarts & Kitty Leuverink Analyseren van data verzamelde data analyse resultaten conclusies Doel: ordenen van data om antwoord op onderzoeksvraag te krijgen

Nadere informatie

Vragenlijst leerlingen 2015

Vragenlijst leerlingen 2015 Vragenlijst leerlingen 2015 Uitslagen Vragenlijst KBS Gerardus Majella Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 De vragenlijst... 4 Gegevens... 4 Schoolgegevens... 5 Periode van afname... 5 Aantal

Nadere informatie

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 0 van 49 Webshop Bol.com Onderzoeksvaardigheid 2 7-4-2014 Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 1 van 49 Inhoud H1 Inleiding...2 H1.1 Aanleiding...2 H1.2 Probleemstelling...2 H2 Beschrijvende

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN

EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN WEBWORK Na tegenvallende tentamenresultaten en relatief hoog uitvalpercentage in vorige jaren is in blok 1 van studiejaar 2016-2017

Nadere informatie

Online leren dat is wat we willen! Online trainingen overtuigend op nummer 1-positie in Nederland GoodHabitz

Online leren dat is wat we willen! Online trainingen overtuigend op nummer 1-positie in Nederland GoodHabitz Online leren dat is wat we willen! Online trainingen overtuigend op nummer 1-positie in Nederland. 2016 GoodHabitz Over het onderzoek Populatie: 960 respondenten in de leeftijd van 25 t/m 55 jaar met een

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015 RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 9 OKTOBER 7 NOVEMBER 05 Samenvatting De belangrijkste resultaten: De grootste groep trainers is lange tijd (>0 jaar) actief. Trainers met een hoger trainersniveau zijn bovendien

Nadere informatie

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de Scenario voor het klassengesprek aan het begin van de eerste les van het leerlingonderzoek in het kader van Begrip van bewijs Hieronder staat een beschrijving van het beoogde (hypothetische) verloop van

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april 2009 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het

Nadere informatie

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010 GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010 1 Algemeen In 2010 is er een Grote Ouder- en Leerlingenenquete geweest. Het onderzoek is uitgevoerd door het bekende bureau Beekveld en Terpstra. Alle ouders en de

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Samenvatting. VSO De Piramide/ Den Haag. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide

Samenvatting. VSO De Piramide/ Den Haag. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide VSO De Piramide/ Den Haag Samenvatting Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide Eerder dit jaar heeft onze school VSO De Piramide deelgenomen aan een tevredenheidspeiling onder leerlingen

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie