A. Samenvatting van het dossier

Transcriptie

1 ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek Westrode te Meise en Londerzeel A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering Het voorliggend gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, dat voorziet in de aanleg van een specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek, genaamd Westrode, werd voorlopig vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 maart In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant wordt aangegeven dat bij de uitbouw van deze zone aandacht wordt besteed aan de landschappelijke inkleding van dit gebied en aan de mogelijkheden van een multimodale ontsluiting. Gezien de ligging op enige afstand van de kern van Londerzeel en Wolvertem, is deze zone specifiek uit te bouwen tot een zone voor grootschalige logistieke functies. Dit betekent dat de ontsluiting van de zone gericht is op de A12; de uit te bouwen openbaar vervoersas langsheen de A12 hier een halte krijgt; de zone duurzaam wordt ingericht; er veel ruimte wordt vrijgehouden voor de landschappelijke integratie; een systeem voor de opvang van regenwater zal uitgebouwd worden; de te verharden oppervlakte geminimaliseerd zal worden (pg 307). In de beslissing van de Vlaamse Regering van 3 december 2004 werden volgende ontwikkelingsperspectieven opgenomen: de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein Westrode hoofdzakelijk als transport- en distributiezone, conform het voorstel van de provincie Vlaams- Brabant; de inrichting van de A12 als primaire weg I in het streefbeeld A12, met een ontsluiting van het bedrijventerrein naar een nieuw op- en afrittencomplex ter hoogte van de grens tussen Londerzeel en Meise; een volwaardige openbaar vervoerverbinding op de A12 die het regionaal bedrijventerrein ontsluit; het behoud en versterking van de open ruimteverbinding tussen Antwerpen en Brussel over Nieuwenrode; een kwalitatieve ontwikkeling als hoogwaardig logistiek park van ongeveer 56 ha met een intensief grondgebruik en meervoudig ruimtegebruik; een landschappelijke inkleding met lanenstructuur en kwalitatieve buffer rond het terrein. A.2. Ontwerp 1. Hoogwaardige ontwikkeling door intensief grondgebruik: 1

2 De bedrijfspercelen worden aan een hoge densiteit benut met bouwhoogten variërend van 12 tot 30m of ongeveer 6 bouwlagen. Elk bedrijfsperceel heeft een potentieel te bebouwen (gebouw en verharding) oppervlakte van maximaal 100%. Er wordt gestreefd naar koppeling van de gebouwen en gezamenlijke parking. De percelen worden bewust zeer groot gehouden, ten minste 1ha, zodat de percelen effectief een aanbod vormen voor regionale bedrijven in transport, distributie en logistiek (hierna TDL). Als ruimbesparend concept wordt een interne verkeerscirculatie voorgesteld op het bedrijventerrein van een lusvormige enkelrichtingsweg met een centrale hoofdas. In de noordelijke deel zijn in beperkte mate complementaire bedrijven voorzien om de activiteiten van de TDL te ondersteunen. Het betreft zowel Hightech TDL bedrijven die zelf geen fysiek transport realiseren als ondersteunende diensten zoals douane, voorzieningen voor vrachtwagenchauffeurs, bedrijfsrestaurant ed. 2. Hoogwaardige ontwikkeling door meervoudig ruimtegebruik: De zone wordt uitgebouwd als specifiek aanbod voor regionale TDL-bedrijven. Enkel dit soort activiteiten kan er een onderkomen krijgen. Het is geenszins de bedoeling dat handels- of kantooractiviteiten zich autonoom vestigen indien deze geen directe diensten verlenen voor de TDL-bedrijven op het bedrijventerrein. Het voorbehouden van het terrein voor deze bedrijvigheid omvat tevens het streven naar meervoudig ruimtegebruik. Dit meervoudig ruimtegebruik wordt onder meer bekomen via de elementen voor de landschappelijke inkleding, de ruimtelijke concentratie van dienstverlenende bedrijven, en gezamenlijk gebruik van infrastructuur zoals parking, waterberging en dergelijke. De lanen, buffers, waterberging en -zuivering, bieden ook ruimte voor langzaam verkeersverbindingen voor de ruime omgeving alsook in functie van laagdynamische recreatie (fietsroutenetwerk). De waterelementen en de lanen hebben een dubbele functie. Het grachtenstelsel langs de interne ontsluiting van het bedrijventerrein alsook de waterbekkens worden naast hun functie voor de waterhuishouding, benut als landschappelijke elementen voor de inrichting van het bedrijventerrein en kwalitatieve elementen van de openbare ruimte. De lanen begeleiden de gescheiden wegen voor langzaam en gemotoriseerd verkeer en structureren de bedrijfspercelen. De zone tussen de kern Westrode en de te voorziene openbaar vervoershalte op de A12 biedt langsheen het waterbekken een concentratie voor aan de TDL-dienstverlenende bedrijven (douane, benzinestation) en complementaire voorzieningen (krantenwinkel, bedrijfsrestaurant) die aan de toegang van het bedrijventerrein een onderkomen krijgen. Langs deze voorzieningen loopt de langzaam verkeersverbinding van en naar het overstappunt voor snel openbaar vervoer. Bij het overstappunt wordt geen carpoolparking voorzien. 3. Inrichting openbare ruimte en landschappelijke inkleding door lanen: Het bestaande landschapspatroon kent een hoofdzakelijk noordwest-zuidoost gerichte oriëntatie van de hoogstammige elementen (bossen en bomen in lanen). Deze as wordt bij de inrichting van het bedrijventerrein aangehouden. Vertrekkend vanuit een 2-tal bestaande bosfragmenten aan de zuidzijde van het terrein en het Leefdaalbos -westelijk gelegen en gescheiden door de A12- wordt het terrein doorsneden door een aantal lanen. Deze lanen zijn te beschouwen als brede groene ruimten waarin een minimum infrastructuur voor de ontsluiting van de bedrijvenpercelen wordt voorzien. Naast de centrale as en een lusvormige enkelrichtingsweg, zijn de lanen voorzien van een centraal padennetwerk voor fietsers en voetgangers en een grachtenstelsel. De lanen worden met hoogstammige bomen aangelegd. Het padennet geeft aansluiting met de kern van Westrode, met de overbrugging van de A12 voor langzaam verkeer en de stopplaats voor snel openbaar vervoer, alsook geeft het padennet aansluiting naar Impde en Wolvertem en tot slot met Sint-Brixius-Rode en Nieuwenrode. 4. Inrichting openbare ruimte en landschappelijke inkleding en waterberging door watersysteem: Het water wordt opgevangen op dusdanige wijze dat het waterhuishoudingsysteem van het bedrijventerrein en de omgeving op kwalitatieve wijze wordt behouden of verbeterd. Het opgevangen hemelwater wordt gebufferd in grachten en bekkens. 2

3 Daarnaast is in het noordwestelijk en in het zuidoostelijk deel van het specifiek regionaal bedrijventerrein Westrode een bosgebied respectievelijk een ruime bufferzone voorzien. In deze delen zijn extra mogelijkheden voor infiltratie realiseerbaar. Water opgevangen op verharde oppervlakte wordt volgens de geldende regelgeving gezuiverd al dan niet gezamenlijk ofwel wordt het water als grijs water opnieuw gebruikt. Voor waterzuivering kan een rietveld worden aangelegd en mogelijk uitmonden in een waterberging. Deze waterberging dient zoveel mogelijk als een kwalitatief inrichtingselement voor het bedrijventerrein te worden aangewend. Ondanks de hoge grondwatertafel wordt voor zover mogelijk gestreefd het water via infiltratie terug in de bodem te laten dringen, eventueel door naast de buffer ook de grachten een infiltrerend vermogen te geven. 5. Landschappelijke inkleding: De bedrijvenzone wordt ontwikkeld aan de rand van een open ruimte corridor. Zoals eerder gesteld is deze corridor niet te beschouwen als een continue en uniforme open ruimte, maar bestaat ze uit een eerder gefragmenteerd landschap met een verspreidde bebouwing en meerdere kleinere bosfragmenten. Langs de A12 zijn tevens meerdere kleinhandelszaken voor voertuigen (onvergund) gevestigd die het zicht op dit landschap verstoren. Typerend voor het landschap zijn de aanwezige bosfragmenten en hoogstammige laanbeplanting. Meer naar het zuiden bestaat een visueel meer open landschap. De landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein bouwt verder op de bestaande landschappelijke structuur. De landschappelijke structuur zoals tevens voorzien in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan- wordt deels versterkt door de ruimere zuidoostelijke buffer waarvoor een inrichtingsconcept als ecologische corridor wordt voorgesteld in de MER. Deze ecologische verbinding ligt slechts gedeeltelijk binnen het plangebied. Naast de laanbeplanting tussen de bedrijfspercelen langs de interne ontsluiting wordt rond het gehele bedrijventerrein een hoogstammige buffer voorzien, deels op aarden bermen gelegen. In het noorden wordt het Leefdaalbos als het ware visueel over de A12 doorgetrokken als bos tot tegen het waterbekken. Op vraag van de gemeente Meise wordt de noordoostelijke plangrens parallel aan de Patatestraat zo veel mogelijk als een rechte lijn aangehouden, waardoor het plangebied en het inrichtingsconcept- op bepaalde delen ruim buiten de feitelijke residentiële tuinen valt en de gewestplanbestemming van buffergebied behouden blijft. De bedrijven zijn tevens ingebufferd naar de A12 toe waarbij de TDL-zone slechts herkenbaar kan zijn aan de overbrugging van de A12 voor langzaam verkeer en één visueel herkenningspunt gelegen in de concentratie voor dienstverlenende en complementaire bedrijven. Het is geenszins beoogd om van deze zone en dit herkenningspunt een zichtlocatie te maken noch een bebouwing voor autonome kantoren. A.3. Overeenstemming met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek Westrode werd opgemaakt in overeenstemming met de ontwikkelingsperspectieven die hieromtrent in het RSV worden geformuleerd. Betreffend bedrijventerrein kadert in de uitvoering van de derde basisdoelstelling van het RSV die voorziet dat in Vlaanderen een aanbodbeleid van ca 7000 ha bijkomend te bestemmen bedrijventerreinen dient te worden gerealiseerd tegen Vlacoro verwijst ook naar de specifieke motivatie vanwege de Vlaamse Regering voor de ontwikkeling van dit bedrijventerrein buiten een economisch knooppunt (cfr. toelichtingsnota p. 10) De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit RUP op de ruimteboekhouding betreft de omzetting van landbouwzone (-21,5 ha), van industriezone (-1,3 ha) en van overig groen (-2,2 ha) naar zone voor specifiek bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek (+19,7 ha) en naar bosgebied (+ 5,7 ha). 3

4 A.4. Openbaar onderzoek Het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen van 23/04/07 tot en met 21/06/07. Conform het DRO art. 42 kunnen bezwaren worden bezorgd aan VLACORO of aan de betrokken gemeente uiterlijk op de laatste dag van het openbaar onderzoek. De gemeente bezorgt de bij haar ingediende bezwaren aan Vlacoro binnen de drie werkdagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, in casu ten laatste op 26/06/07. Alle bezwaarschriften worden opgenomen in een databank zodat in het advies van VLACORO ieder bezwaar kan worden geïdentificeerd. Bij het openbaar onderzoek werden in het totaal 28 tijdige bezwaarschriften ingediend. Hierbij werden: 9 gelijkaardige bezwaren bezorgd die in de databank worden aangegeven als type p1 2 gelijkaardige bezwaren (ondertekend door 385 personen) in de databank opgenomen onder type p2 A.5. Adviezen Er werd 1 advies van de provincieraad Vlaams-Brabant tijdig aan Vlacoro overgemaakt en eveneens opgenomen in de databank: advies van de provincieraad van 19/06/2007 B. Advies van Vlacoro B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen De nummers tussen [] verwijzen naar de bezwaarschriften zoals zij opgenomen zijn in de databank. 1. [B1- B9] 9 identieke bezwaarschriften ondertekend door meerdere personen [p1] Bezwaarindieners vragen om hun eigendom (thans op het gewestplan gelegen in agrarisch gebied) op te nemen in het GRUP en in te kleuren in woonzone. Vlacoro neemt akte van deze vraag, maar het inwilligen hiervan zou betekenen dat de ganse procedure van het RUP moet worden overgedaan. Daarbij gaat het om een RUP voor een regionaal bedrijventerrein. Het toewijzen van woongebied behoort tot de taakstelling van de gemeenten als het gaat over een gebied dat ligt buiten de afbakening van stedelijke gebieden van gewestelijk of provinciaal niveau. Bovendien betreft het al dan niet omzetten van de bestemming van de bewuste percelen of perceelsgedeelten in wezen een lokale aangelegenheid die met een lokaal planningsinitiatief kan/moet geregeld worden. 2. [B10] [B22][B23][B24] Deze bezwaarindiener wenst een korte verbinding voor zwakke weggebruikers tussen Westrode en Londerzeel. Verder wordt gewezen op een mogelijk probleem van sluipwegen. 4

5 Vlacoro verwijst hiervoor naar de stedenbouwkundige voorschriften die stellen : Om functionele relaties te leggen worden op verschillende plaatsen verbindingen gerealiseerd voor de zachte weggebruiker. De pijl duidt symbolisch aan welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden. De verbinding bestaat mede uit een overbrugging van de A12. De verbindingen kunnen mede aangelegd worden in functie van noodontsluiting voor hulpdiensten. Er is met andere woorden een verbinding over de A12 voorzien, hoewel die volgens plan niet de kortste weg is tussen Westrode en Londerzeel. Voor die verbinding lijkt het evident dat een verbinding voor zachte weggebruikers wordt gecombineerd met de lokale verbinding die in of nabij het verkeerscomplex van de op- en afrit Londerzeel sowieso moet worden geïncorporeerd. De desbetreffende voorschriften sluiten zulks geenszins uit, wel integendeel Bovendien vermeldt de toelichtingsnota op pagina 19 uitdrukkelijk dat voorgesteld wordt om in het verlengde van de Kerkhofstraat en de Londerzeelsesteenweg een verbinding voor fietsers aan te leggen, bij voorkeur een ongelijkvloerse kruising. Voor het vermijden van mogelijke problemen met sluipverkeer dienen vanuit de sector mobiliteit (politie, gemeente,.) de nodige garanties te worden gegeven. 3. [B11] [B14] Deze bezwaarindiener heeft een alternatief tracé voor een verbinding voor zwakke weggebruikers. Vlacoro heeft begrip voor dit voorstel en vraagt de ontwerper om dit verder te onderzoeken. Anderzijds wijst Vlacoro erop dat dergelijke kwesties moeten geëvalueerd worden bij de behandeling van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen, waarbij de aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de betrokken instantie(s). 4. [B12] Bezwaarindiener stelt dat de bushalte in het gebied voor overstap weinig nuttig is, dat deze plaats weinig verkeersveilig is, dat de langzaamverkeersverbinding beter zuidwaarts verschoven wordt en dat de kostprijs van dit gebied voor overstap te hoog lijkt. Vlacoro wijst erop dat de aanleg van een halte in dit gebied essentieel nodig is om de verbinding te maken tussen openbaar en individueel vervoer en in het algemeen de verkeersdruk te verminderen door het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren, dat weliswaar moet gestreefd worden naar een goede bundeling van verbindingen voor langzaam verkeer, dat de verkeersveiligheid voldoende moet gegarandeerd worden bij de uitwerking van de concrete plannen en dat het element van kostprijs niet ruimtelijk relevant is. 5. [B13][B25] 2 identieke bezwaarschriften ondertekend door 385 personen [p2] Verordenend grafisch plan 5.1. De overdruk van de landschapsbuffer (art 1.1) is ter hoogte van de woning in de Patatestraat 34a tot vlakbij de perceelsgrens (oost-zuid) van die privé woning getekend. Rekening houdende met de verordende planvoorschriften opgenomen in art 1.1 heeft dit tot gevolg dat de oost-zuidelijke ruimte pal aan de perceelsgrens van deze woning dient te worden ingericht met een dichtbeplante landschapsbuffer, waardoor de bezonning van de woning en van de tuin grotendeels verdwijnt Aanduiding van een landschapsbuffer (langsheen de oostzijde aansluitend op de residentiële bebouwing) op het grafisch plan binnen de zone Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur (art. 2). De landschapsbuffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing Het reserveren van een strook van 13m breed doorheen het nieuw aan te leggen bos voor wegenis is niet compatibel met de beoogde realisatie van een nieuw bos. 5

6 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften 5.4. Art. 1. Zone voor transport, distributie en logistiek Alinea 6 Voor de gebouwen gelden volgende principes - a) Het bouwen van meerdere lagen tot een maximum hoogte van 30m,.. - b) De afstand tot de zonegrens, inclusief overdruk, gemeten vanaf maaiveldniveau langsheen de residentiële bewoning is minimum 40 meter en langsheen de open Patatestraat minimum 100 meter. Bovendien bedraagt de maximale bouwhoogte langsheen de residentiële bewoning en de open Patatestraat 10 meter over een diepte van 50 meter. -c) Het parkeren van personenauto s wordt gegroepeerd voor verschillende bedrijven; wordt aangevuld met: Deze gemeenschappelijke parkeerruimten moeten in het midden van de T-zone rond de centrale verkeersas liggen op minstens 250 meter van de zonegrens met residentiële bebouwing in de Patatestraat en Papenboskant. -d) Grootschalige opslag en verwerking in open lucht is niet toegelaten. Ook beperkte opslag wordt volledig onttrokken aan het zicht vanuit het openbaar domein. De maximale hoogte van de opslag in open lucht bedraagt 6 m. -e) toe te voegen : Ter hoogte van de residentiele percelen mogen geen rechtstreekse zichten gemaakt worden hoger dan 6 m boven het bestaande maaiveld. -f) toe te voegen : De bedrijfsgebouwen dienen ten minste 50 % van de dakoppervlakte uit te voeren met een groendak en 10 % met fotovoltaïsche panelen Alinea 7. Bij de aanleg van het terrein moet het waterbergend vermogen van het gebied volledig op het bedrijventerrein zelf gerealiseerd worden, om zodoende het overstromingsrisico te voorkomen en te beheersen, onder meer door een grachtenstelsel. Om redenen van toezicht en onderhoud is dit grachtenstelsel aan te leggen langsheen de wegenis en langs de fietsverbindingen. In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten het bedrijventerrein voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden Alinea 8. -b) Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik aanvullen : zachte kleuren, duurzaam materiaal. -c) Toepassing van het principe van de best beschikbare technieken (BATNEC) aanvullen en specifiëren met : duurzame en energiezuinige technieken, CO2-arme of neutrale technieken ter opwekking van energie, zoals fotovoltaïsche zonnecellen, zonneboilers.. 6

7 5.7 Alinea 9 toe te voegen : Het bestaand landschapspatroon met hoogstammige elementen (bossen, bomen in lanen) wordt aangehouden bij de inrichting van het bedrijventerrein. De zone dient doorsneden onder de vorm van een lanenstructuur, te beschouwen als brede groene ruimten met streekgebonden inheemse hoogstammige bomen/struiken en grachten waarin een minimum infrastructuur voor de ontsluiting van de bedrijvenpercelen, alsmede een padennetwerk voor fietsers/voetgangers wordt voorzien Alinea 10 toe te voegen : Lichthinderaspect: de lichthinder dient tot een absolute minimum herleid te worden 5.9. Art. 1.1 Landschapsbuffer (in overdruk) Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds de landschapsbuffer en anderzijds de waterbuffer. Het gehanteerde algemene begrip buffer leidt tot onduidelijkheden Alinea 1. In het gebied, aangeduid in overdruk wordt in een landschapsbuffer voorzien tussen de bedrijven en de aangrenzende zones. De landschapsbuffer langs de residentiële bewoning in de Patatestraat en de Papenboskant moet minstens 25 meter breed zijn. Langsheen de open Patatestraat, vanaf het woonhuis 34a naar het zuid-oosten toe, moet de landschapsbuffer een breedte behouden van 80 meter, parallel met de Patatestraat. De landschapsbuffer die niet gelegen is aan de residentiële bewoning moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing, waterbuffering, waterberging en afstand. De landschapsbuffer die echter wél gelegen is aan de residentiële bewoning moet over de volledige breedte benut worden om te voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing Alinea 2 De landschapsbuffer wordt voor ten minste 60%, uitgezonderd langsheen de percelen met residentiële functies voor de volle 100% dicht beplant met inheemse streekgebonden struiken en inheemse streekgebonden hoogstammige bomen met het oog op het bufferen van de bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de aanliggende functies. Aan de oostzijde (zijde van het secretarisbos) dient de aanleg van de beplantingsstrook een verplichte continuïteit te hebben op 50 % van de breedte van de buffer en dit over de totale lengte. Waar de landschapsbuffer in overdruk grenst aan percelen met residentiële functies en aan de open Patatestraat, wordt de landschapsbuffer over de hele lengte met een aarden asymmetrische wal van minimaal 6 meter hoog en op de hoogte van 6 meter 3 meter breed, zo dicht mogelijk gelegen bij de bedrijfsfunctie, uitgevoerd Alinea 3. Waterzuiveringsbekkens zijn toegelaten. Bufferbekkens zijn mogelijk voor maximaal 30% van de buffer...wordt vervangen door: Waterzuiveringsbekkens zijn toegelaten en waterbufferbekkens zijn mogelijk voor 30% van de landschapsbuffer, behalve in de landschapsbuffer langsheen de residentiële bewoning Alinea 5. De buffer mag doorsneden worden door: De landschapsbuffer mag doorsneden worden door:. wordt vervangen en aangevuld met: 7

8 een rechtstreekse inrit in het bedrijventerrein voor verkeer van de A12 komende uit Brussel en in een latere fase voor het verkeer komende vanuit de door te trekken parallelweg tussen het Neromhof en het bedrijventerrein. Een rechtstreekse uitrit uit het bedrijventerrein op de A12 voor verkeer naar Antwerpen Alinea 8. Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor de wegenis en de nutsvoorzieningen van het bedrijventerrein, moet de zone voor landschapsbuffer aangelegd en beplant zijn, conform het beplantingsplan goedgekeurd door het Agentschap Natuur en Bos en de gemeente Meise Art Zone voor aan TDL dienstverlenende bedrijvigheid dient aangevuld te worden met : Enkel bedrijfsgebouwen met een hoogwaardige architectuur wordt toegelaten! Beperkte carpool-functies toelaten t.h.v. stopplaats openbaar vervoer!!! Art. 2. Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur Alinea 4 In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten het bedrijventerrein voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden Art. 2.1 Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur (in overdruk) wordt vervangen door: Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en met gelijkgrondse kruisingen met de A Alinea 1. In het gebied, aangeduid met deze overdruk zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren en de aanpassing van de ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur van de A12 en aanhorigheden. Wordt bijgevoegd: De A12 wordt 6 meter ingegraven, heeft geluidsabsorberende keermuren of wordt ingetunneld. Elke oversteek over de A12 gebeurt op maaiveldhoogte. Nergens zijn er verkeerstakken in ophoging, noch viaducten boven maaiveld Alinea 3. wordt toegevoegd: Over het gehele gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur moet er enerzijds een landschapsbuffer uitgevoerd worden langs de A12 en anderzijds een tweede lanschapsbuffer langs het projectgebied langs NO-zijde grenzend aan het centrum van het dorp Westrode. De landschapsbuffers moeten voldoen aan de voorwaarden van de visuele afscherming, de geluidsafscherming en de landschappelijke inpassing Alinea 4 wordt bijgevoegd en vermeldt: 8

9 Een fiets & voetgangerstunnel wordt gemaakt vanuit de Londerzeelse Steenweg en de kerkhofstraat Art.3 Gebied voor overstap toevoegen : - Beperkte carpoolfuncties toelaten in een voldoende groene inbuffering Art Verbinding voor langzaam verkeer vanuit de Patatestraat Om functionele relaties te leggen worden op verschillende plaatsen verbindingen gerealiseerd voor de zachte weggebruiker. De pijlen duiden symbolisch aan welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden. De verbindingen kunnen mede aangelegd worden in functie van de noodontsluiting voor hulpdiensten; Wordt bijgevoegd: Optie 1: het huidig fietspad komende vanuit de dorpskern tussen huisnummers 73 en 75 in de Patatestraat wordt doorgetrokken door het aan te leggen recreatiebos en wordt aangesloten op de laterale verbindingsweg richting de zone voor overstap (art. 3). Optie 2: het huidig fietspad komende vanuit de dorpskern tussen huisnummers 73 en 75 in de Patatestraat volgt de rand van het recreatiebos (art. 7) en wordt via de landschapsbuffer en de zone voor aan de TDL dienstverlenende bedrijvigheid (art. 1.2.) aangesloten op de verbinding voor langzaam verkeer met overbrugging van de A12 (art. 4.1) Een nieuw toe te voegen Art. 8 : Voorschriften betreffende de fasering van de uit te voeren werken. Alle werken behalve de aanleg van de wegen zijn binnen de paarse zone (art. 1) niet toegestaan alvorens de ontsluitingen naar de verkeerswisselaar en de verkeerswisselaar zelf is afgewerkt. Werfverkeer ten gevolge van de aanleg der wegen moet binnen het plangebied blijven.zelfs tijdens de werken kan geen werfontsluiting langs de Patatestraat, Papenboskant, Jan Hammeneckerstraat en Londerzeelsesteenweg toegelaten worden. Een aantal van deze bezwaren komen ook terug in het bezwaarschrift van het College van Burgemeester en Schepenee van Meise [B28] Vlacoro verwijst naar de vermelding in art.1.1. Buffer : Waar de buffer in overdruk grenst aan percelen met residentiële functies, wordt de buffer deels met een aarden wal zo dicht mogelijk gelegen bij de bedrijfsfuncties uitgevoerd. Het moet met andere woorden bij de concrete invulling van de buffer mogelijk zijn rekening te houden met beider verzuchtingen, namelijk de bedrijvenzone voldoende afzonderen en tegelijk een aanplanting te voorzien die nog voldoende bezonning voor tuinen en woningen toelaat, bijvoorbeeld gradueel qua hoogte, omvang en plantensoort is opgebouwd Vlacoro wenst op te merken dat deze vraag niet wordt uitgesloten door de bepalingen in art en verder voorwerp is van het concrete vergunningenproject. 5.3 Vlacoro stelt dat dit uitdrukkelijk voorzien is in de stedenbouwkundige voorschriften en wel degelijk compatibel is met het bestemmingsvoorschrift. 9

10 5.4 a) Vlacoro acht het zinvol die maat richtinggevend op te nemen in de toelichtingsnota. In het verordenend deel dit opnemen is niet aangewezen omdat dit zou impliceren dat plaatselijke afwijkingen dan enkel via een (logge) afwijkingsprocedure mogelijk zijn. Vlacoro acht het belangrijker dat de zogenaamde 45 -regel (maximale bouwhoogte gelijk aan de horizontale afstand van gebouw tot de zonegrens) ten aanzien van de perceelsgrenzen wel uitdrukkelijk is opgenomen in het verordenende deel. Die moet garant staan voor een zo goed mogelijke ruimtelijke integratie en behoud van een aanvaardbare bezonning en belichting. b) Vlacoro kan zich niet vinden in dit voorstel omdat: - op het plan ten aanzien van de tuinen van de woningen langs de Patatestraat reeds een bufferzone is voorzien; - binnen de zone de 45 -regel voor een aangepaste inplanting versus de hoogte moet zorgen; - lokale noden kunnen worden geëvalueerd en opgevangen in de stedenbouwkundige vergunning. c) Vlacoro is van oordeel dat locatie en concept van deze collectieve parkings het voorwerp moet uitmaken van de concrete inrichting van de bedrijvenzone. d), e) en f) Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. 5.5 Vlacoro stelt dat bij de aanleg van het bedrijventerrein het waterbergend vermogen van het gebied volledig binnen het plangebied en in hoofdzaak binnen het bedrijventerrein zelf moet gerealiseerd worden. 5.6 Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. In de eerste alinea van art. 1 kan het volgende toegevoegd worden aan de toegelaten hoofdactiviteiten : - installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie of energierecuperatie Dit is eveneens opgenomen in de laatste lijst van de typevoorschriften. 5.7 Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde toevoeging omdat de bestaande landschapsstructuren al min of meer het uitgangspunt van het concept vormen en verder hun invulling kunnen/zullen krijgen bij de concrete inrichting van het bedrijventerrein (verdere uitwerking in de inrichtingsstudie). 5.8 Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. In de toelichtingsnota dient te worden aangegeven dat de inrichtingsstudie melding maakt van lichtplannen. 10

11 5.9 Volgens Vlacoro is het begrip buffer voldoende duidelijk omschreven Vlacoro verwijst naar de bepalingen bij art die volstaan voor het inrichten van een oordeelkundige buffering Vlacoro verwijst naar de bepalingen bij art die volstaan voor het inrichten van een oordeelkundige buffering Vlacoro merkt op dat de inrichting van het terrein in zijn geheel dus inclusief buffer, moet zorgen voor de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein waardoor een onderscheidbare landschapsbuffer noodzakelijk is. Het grachtenstelsel maakt deel uit van het waterbergingssysteem en vormt in die zin ook een waterbuffer die aanvaarbaar is in nabijheid van residentiële kavels. Waterzuiveringsbekkens zijn evenwel niet toegelaten naast residentiële bewoning Vlacoro kan hiermee niet akkoord gaan en verwijst naar art.1.1. waarbij de voorziene doorsneden van de buffer als voldoende en ruimtelijk verantwoord worden aanzien. Een rechtstreeks op-en afrit op het bedrijventerrein is niet mogelijk omwille van het karakter van de 1A12 als primaire weg type I in het streefbeeld A Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde toevoeging omdat ze in strijd is met de opties van het concept die uitgaan van een maximaal stimuleren van het openbaar vervoer en het aldus (nog) niet voorzien van een carpoolparking op die plaats verantwoorden. Het inplanten van (grote) carpoolparkings rond Brussel om die grootstad en de ruimere regio errond te bedienen moet overigens het voorwerp uitmaken van een studie en locatieonderzoek teneinde de meest geschikte inplantingsplaatsen te kunnen aanduiden/herbestemmen. Wellicht zijn dan locaties vooral op knopen van autoverkeer met trein en/of (snel)tram eerder aangewezen dat hier ter hoogte van Londerzeel Deze toevoeging wordt aanvaard door Vlacoro Deze toevoeging wordt niet aanvaard door Vlacoro, gelet op het karakter van de A12 als primaire weg type I. 11

12 5.18 Vlacoro vraagt een nader onderzoek op projectniveau naar de haalbaarheid van een ingraving of intunneling van de A12 aangezien in de MER-studie tevens geconcludeerd wordt dat een ingraving op vele vlakken een duidelijk voordeel heeft t.o.v. ongelijkvloerse oplossingen Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag Vlacoro verwijst hiervoor naar het antwoord bij kader Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde toevoeging omdat ze in strijd is met de opties van het concept die uitgaan van een maximaal stimuleren van het openbaar vervoer en het aldus (nog) niet voorzien van een carpoolparking op die plaats verantwoorden. Het inplanten van (grote) carpoolparkings rond Brussel om die grootstad en de ruimere regio errond te bedienen moet overigens het voorwerp uitmaken van een studie en locatieonderzoek teneinde de meest geschikte inplantingsplaatsen te kunnen aanduiden/herbestemmen. Wellicht zijn dan locaties vooral op knopen van autoverkeer met trein en/of (snel)tram eerder aangewezen dan hier ter hoogte van Londerzeel Vlacoro gaat akkoord met optie 2 en verwijst hiervoor naar het antwoord op het bezwaar in kader Vlacoro kan zich principieel vindenin de het eerste deel van dit toegevoegde artikel 8: ( Voorschriften betreffende de fasering van de uit te voeren werken. Alle werken behalve de aanleg van de wegen zijn binnen de paarse zone (art. 1) niet toegestaan alvorens de ontsluitingen naar de verkeerswisselaar en de verkeerswisselaar zelf is afgewerkt ) en wenst een aanpassing van de stedenbouwkundige voorschriften in die zin. Met de toevoeging Werfverkeer ten gevolge van de aanleg der wegen moet binnen het plangebied blijven.zelfs tijdens de werken kan geen werfontsluiting langs de Patatestraat, Papenboskant, Jan Hammeneckerstraat en Londerzeelsesteenweg toegelaten worden kan Vlacoro niet instemmen. 6. [B15] Bezwaarindiener wenst hoogtechnologische bedrijven i.p.v. TDL-bedrijven op deze zone. Verder wordt gewezen op de gevaren van verhoogde gehalten aan fijn stof. Vlacoro verwijst naar de bepalingen in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant en naar de beslissing van de Vlaamse Regering van 3 december 2004 waarin hogergenoemde ontwikkelingsperspectieven (TDL-bedrijven) werden opgenomen. De problematiek van fijn stof dient vooral aan bod te komen bij de respectievelijke project-mer( s) en/of milieuvergunningen. Ook verwijst Vlacoro terzake naar het sectorale mobiliteitsbeleid. 7. [B16] Bezwaarindiener wijst op de impact van de verlichting van het terrein en op de mogelijke hinder door lichtvervuiling. Vlacoro kan niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. In de toelichtingsnota dient te worden aangegeven dat de inrichtingsstudie melding maakt van lichtplannen. 12

13 8. [B17] Bezwaarindiener wijst op het belang van een voldoende bufferzone, voorzien op het terrein zelf. Hij wijst op de risico s van opslag van gevaarlijke producten op het terrein, op het belang van een uitgewerkte waterhuishouding voor het terrein en op de nood aan een gefaseerde aanleg van deze bedrijvenzone. Vlacoro verwijst naar de bepalingen bij art die volstaan voor het inrichten van een oordeelkundige buffering. Vlacoro verwijst naar de stedenbouwkundige voorschriften, naar de elementen uit het MER m.b.t. toxische stoffen en m.b.t. de aanleg van bufferbekkens. Vlacoro wijst er eveneens ter weerlegging van het bezwaar op dat dergelijke kwesties moeten geëvalueerd worden bij de behandeling van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen, waarbij de aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de betrokken instantie(s). 9. [B18] [B19] [B23] Bezwaarindiener wijst op de mogelijke hinder door geluidsoverlast en vraagt aangepaste bewarende maatregelen (talud, aarden wal, ) Vlacoro wijst er op dat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. 10. [B20] [B21][B24] Bezwaarindiener wenst een rechtstreekse op- en afrit van de A12 voor het bedrijvenpark ter beperking van de verkeersdrukte op de verkeerswisselaar nabij het centrum van Westrode. Ook worden vragen gesteld bij de aanplanting van de bufferstroken en bij de capaciteit van de waterbuffering. Een rechtstreeks op-en afrit op het bedrijventerrein is niet mogelijk omwille van het karakter van de A12 als primaire weg type I in het streefbeeld A12. Vlacoro wijst er voor het overige op dat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Vlacoro verwijst ook naar de bepalingen bij art die volstaan voor het inrichten van een oordeelkundige buffering. 11. [B26] Bezwaarindiener wenst dat: 1. de maximale bouwhoogte van de gebouwen 30 m is; 2. de opslag van goederen maximaal binnen de bedrijfsgebouwen gebeurt; 3. er duidelijke voorschriften zijn inzake kleur- en materiaalkeuze voor de gebouwen; 4. er duidelijke voorschriften zijn inzake voorkomen van lichthinder; 5. er duidelijke voorschriften zijn inzake groenaanplantingen en wegeninplanting.; 8. de aanleg van ecotunnels en een fietsparking worden voorzien; 7. bezwaarindiener heeft concrete voorstellen inzake de aanleg, volume, breedte en uitrusting van de bufferzones in de diverse gebieden; meer bepaald de zuidoostelijke buffer dient veel breder te zijn 8. bezwaarindiener wijst op een mogelijk conflict tussen de aanleg van ondergrondse leidingen en de aanleg van een aarden wal als buffer; 13

14 Wat punt 11.1 betreft acht Vlacoro het zinvol die maat richtinggevend op te nemen in de toelichtingsnota. In het verordenend deel dit opnemen is niet aangewezen omdat dit zou impliceren dat plaatselijke afwijkingen dan enkel via een (logge) afwijkingsprocedure mogelijk zijn. Vlacoro acht het belangrijker dat de zogenaamde 45 -regel (maximale bouwhoogte gelijk aan de horizontale afstand van gebouw tot de zonegrens) ten aanzien van de perceelsgrenzen wel uitdrukkelijk is opgenomen in het verordenende deel. Die moet garant staan voor een zo goed mogelijke ruimtelijke integratie en behoud van een aanvaardbare bezonning en belichting. Wat de punten 11.2 t.e.m betreft kan Vlacoro niet akkoord gaan met de voorgestelde aanpassing omdat dergelijke zaken, locatieafhankelijk moeten worden beoordeeld in de concrete stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Vlacoro vraagt om dit te regelen via een inrichtingsstudie. Verder verwijst Vlacoro ook naar de antwoorden bij kader [B27] Bezwaarindiener tekent formeel bezwaar aan tegen:- het feit dat dit RUP het bedrijf geen zekerheid geeft voor een verdere uitbating al dan niet met gedeeltelijke herlocalisatie - het feit dat het bedrijf geen gedeeltelijke herlocalisatie kan realiseren (onontvankelijkheid van aangevraagd planologisch attest); Vlacoro stelt vast dat er nog geen duidelijkheid is omtrent het definitieve onteigeningsplan opgemaakt door AWV (realisatie van de verkeerswisselaar), zodat het niet zeker is dat het bedrijf binnen het onteigeningsplan valt. Ook zijn er opmerkingen omtrent het gedeeltelijk zonevreemd karakter van het bedrijf. Vlacoro vraagt om het bedrijf zo snel mogelijk rechtszekerheid te geven, al dan niet na opname van het bedrijf in het plangebied. 13. [B28]. Bezwaarindiener [B28- schepencollege Meise] stelt : De stedenbouwkundige voorschriften zijn verordenend en bepalend voor de toekomstige inrichting van de zone. Alleen het verordenend grafisch plan, alsmede de bepalingen vervat in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften zijn afdwingbaar bij de behandeling van de stedenbouwkundige aanvragen. De voorschriften die fundamenteel belangrijk zijn voor de levenskwaliteit van Westrode moeten glashelder en gedetailleerder geformuleerd worden teneinde de woon- en leefkwaliteit van het dorp Westrode en de omwonenden te waarborgen. De huidige voorschriften geven die waarborg niet en dientengevolge adviseert het gemeentebestuur de volgende aanvullingen, verbeteringen van het ontwerp GRUP : Verordenend grafisch plan - De overdruk van de landschapsbuffer (art 1.1) is ter hoogte van de woning in de Patatestraat 34a tot vlakbij de perceelsgrens (oost-zuid) van die privé woning getekend. Rekening houdende met de verordende planvoorschriften opgenomen in art 1.1 heeft dit tot gevolg dat de oost-zuidelijke ruimte pal aan de perceelsgrens van deze woning dient te worden ingericht met een dichtbeplante landschapsbuffer, waardoor de bezonning van de woning en van de tuin grotendeels verdwijnt. - Aanduiding landschapsbuffer (zie art. 1.1.) op het grafisch plan binnen de zone Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur (art. 2.1) met eveneens verplichte minimumhoogte van 6 m voor aarden wal langsheen de oostelijke kant binnen deze zone. - Het reserveren van een strook van 13m breed doorheen het nieuw aan te leggen bos voor wegenis is niet compatibel met de beoogde realisatie van een nieuw bos. - Verbinding aanduiden voor de zwakke weggebruiker tussen Westrode Centrum en Londerzeel centrum (art. 4..4). - Bijkomende verbinding aanduiden voor de zwakke weggebruiker tussen de bestaande wegjes langsheen de Patatestraat, ter hoogte van het voet- en fietswegje komende van de gemeentelijke basisschool en ter hoogte van de Groten Bosweg naar de overstap voor openbaar vervoer. 14

15 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Art. 1. Zone voor transport, distributie en logistiek Alinea 6 Voor de gebouwen gelden volgende principes - a) Het bouwen van meerdere lagen, wordt aangevuld met het bouwen van meerdere lagen tot een maximum hoogte van 30 meter,. De hoogste gebouwen worden geconcentreerd ter hoogte van de centrale hoofdas. Bovendien bedraagt de maximale bouwhoogte langsheen de residentiële bewoning en de open Patatestraat 10 meter over een diepte van 30 meter. Afwijkingen van de bouwhoogte, in het bijzonder voor technische constructies als verluchtingskanalen, rookkanalen, afzuiginstallaties, liftkokers enz kunnen op basis van een technische verantwoording toegestaan worden. - b) De afstand tot de zonegrens, inclusief overdruk, gemeten vanaf maaiveldniveau langsheen de residentiële bewoning is minimum 40 meter en langsheen de open Patatestraat minimum 100 meter. Bovendien bedraagt de maximale bouwhoogte langsheen de residentiële bewoning en de open Patatestraat 10 meter over een diepte van 50 meter. -c) Deze gemeenschappelijke parkeerruimten liggen op tenminste 100 meter van de zonegrens met. -d) Grootschalige opslag en verwerking in open lucht is niet toegelaten. De beperkte opslag wordt volledig onttrokken -e) toe te voegen : Ter hoogte van de residentiele percelen mogen geen rechtstreekse zichten gemaakt worden hoger dan 6 m boven het bestaande maaiveld. -f) toe te voegen : De bedrijfsgebouwen dienen ten minste 50 % van de dakoppervlakte uit te voeren met een groendak en 10 % met fotovoltaïsche panelen Alinea 7. Bij de aanleg van het terrein moet het waterbergend vermogen van het gebied zo veel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt onder meer door een grachtenstelsel..wordt vervangen door: Bij de aanleg van het bedrijventerrrein moet het waterbergend vermogen van het gebied volledig op het plangebied zelf gerealiseerd worden, om zodoende het overstromingsrisico te voorkomen en te beheersen. Ter realisatie van het integraal waterbeleid zijn de gewestelijke besluiten, omzendbrieven en codes van goede praktijk en de provinciale verordeningen onverkort van toepassing (zie toelichtingsnota) op de individuele bedrijven en/of het bedrijventerrein als geheel. Maatregelen worden geïmplementeerd om regenwater maximaal op te vangen en te hergebruiken en leidingwater minimaal te gebruiken Alinea 8. - Ten allen tijde dienen de best beschikbare technieken toegepast te worden binnen het bedrijf, zowel voor de integratie van het bedrijf in de omgeving als de bedrijfsinrichting en de bedrijfsprocessen. - De gebouwen en constructies moeten afgewerkt worden in esthetisch verantwoorde, duurzame en milieuverantwoorde materialen met aandacht voor de beeld- en architecturale kwaliteit. De materiaalkeuze en kleur is in harmonie met de omgeving. - Geluidsproducerende elementen zoals ventilatoren, verbrandingsmotoren, airco, koelmotoren, electrische motoren, zijn verboden op de achtergevels en zijgevels van de bedrijven over een lengte van 50 meter langs de kant van de woningen, evenmin worden zij los geplaatst achter de achtermuur of naast de zijmuren langs de kant van de woningen. 15

16 - De bedrijven dienen minimaal te voldoen aan de energieprestatieregelgeving en CO 2 -neutraliteit. Energiezuinige, milieuvriendelijke en alternatieve energiebronnen worden maximaal geïmplementeerd. De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen op minstens 10 % van de dakoppervlakte is verplicht. - De verlichting dient efficiënt, functioneel en niet hinderlijk te zijn. Ter realisatie dienen de wettelijke bepalingen en de principes om lichthinder te beperken geïmplementeerd te worden. De beveiligingsverlichting dient energiezuinig te zijn (bvb werkend op zonne-energie of bewegingsverlichting). - Het gebruik van groendaken voor minstens 50 % is verplicht. - De mate waarin en de wijze waarop de bedrijven de concepten van duurzaamheid implementeren in de inrichting van het bedrijf en in de bedrijfsprocessen wordt weergegeven in een duurzaamheidsnota Alinea 9 toe te voegen : - De zone moet als dusdanig geconcipieerd worden zodat de open ruimteverbinding tussen Antwerpen en Brussel over Nieuwenrode behouden en versterkt wordt. - Hiertoe wordt de zone omgeven door een kwalitatieve landschappelijke buffer (zie artikel 1.1) en landschappelijk ingekleed met lanenstructuren. - De verkeersassen worden aangelegd onder de vorm van een lanenstructuur, brede groene ruimten met streekgebonden inheemse struiken en hoogstammige bomen en grachten, minimaal aangetast door infrastructuur voor ontsluiting van de bedrijvenpercelen en nutsleidingen en aangevuld met een padennetwerk voor fietsers en voetgangers. De lanenstructuren mogen in geen geval benut of ingericht worden als parkeerplaatsen. - De landschappelijke buffering en groeninkleding wordt weergegeven op een inrichtings- en beheersplan dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos en het gemeentebestuur Meise Art. 1.1 Landschapsbuffer (in overdruk) Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds de landschapsbuffer en anderzijds de waterbuffer. Het gehanteerde algemene begrip buffer leidt tot onduidelijkheden Alinea 1 In het gebied, aangeduid in overdruk wordt in een landschapsbuffer voorzien tussen de bedrijven en de aangrenzende zones. De landschapsbuffer langs de residentiële bewoning in de Patatestraat en de Papenboskant moet minstens 25 meter breed zijn. Langsheen de open Patatestraat, vanaf het woonhuis 34a naar het zuid-oosten toe, moet de landschapsbuffer een breedte behouden van 80 meter, parallel met de Patatestraat. Het voorzien van een kwalitatieve en voldoende brede landschapsbuffer minstens 80 meter - langsheen die open Patatestraat is een conditio sine qua non om de reeds sterk aangetaste open ruimteverbinding enigszins te respecteren en te vrijwaren! De landschapsbuffer die niet gelegen is aan de residentiële bewoning moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing, waterbuffering, waterberging en afstand. De landschapsbuffer die echter wél gelegen is aan de residentiële bewoning moet over de volledige breedte benut worden om te voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing Alinea 2 16

17 De landschapsbuffer wordt voor ten minstens 60 %, uitgezonderd langsheen de residentiële functies voor minstens 80 %, dicht beplant met een menging van inheemse, standplaatsgeschikte struiken en hoogstammige bomen volgens het systeem wijkers en blijvers, zodanig dat op korte termijn en nadien blijvend een goede buffering van de bedrijfsactiviteiten wordt gegarandeerd ten opzichte van de aanliggende functies Alinea 3. Waterzuiveringsbekkens zijn toegelaten. Bufferbekkens zijn mogelijk voor maximaal 30% van de buffer...wordt vervangen door: Waterzuiveringsbekkens zijn toegelaten en waterbufferbekkens zijn mogelijk voor 30% van de landschapsbuffer, behalve in de landschapsbuffer langsheen de residentiële bewoning, waar het hemelwater afkomstig van de aarden wal uiteraard moet kunnen opgevangen worden in een kleine gracht Alinea 5 De landschapsbuffer mag doorsneden worden door: - een rechtstreekse inrit in het bedrijventerrein voor verkeer van de A12 komende uit Brussel en in een latere fase voor het verkeer komende vanuit de door te trekken parallelweg tussen het Neromhof en het bedrijventerrein. Motivering : Het gemeentebestuur weet dat deze vraag niet in overeenstemming is met de A12 als primaire weg. Doch in het belang van het dorp van Westrode vragen wij hier een uitzondering. Door een inrit rechtstreeks in het bedrijventerrein te voorzien, vermindert men aanzienlijk de verkeersdensiteit op de verkeerswisselaar, ten voordele van de leefkwaliteit en gezondheid van het dorp Alinea 8. Uiterlijk in het eerste plantseizoen na het beëindigen van de wegeniswerken van het bedrijventerrein, moet de zone voor landschapsbuffer aangelegd en beplant zijn, conform een beplantingsplan goedgekeurd door het Agentschap Natuur en Bos en de Gemeente Meise Art Zone voor aan TDL dienstverlenende bedrijvigheid dient aangevuld te worden met : Enkel bedrijfsgebouwen met een hoogwaardige architectuur wordt toegelaten. Waterzuiveringinfrastructuur, waterberging en waterbuffering ten behoeve van het regionaal bedrijventerrein en het aansluitend gemeentelijk rioleringstelsel zijn toegelaten. Ter hoogte van de stopplaats voor het openbaar vervoer zijn fietsvoorzieningen toegelaten Art. 2. Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur Alinea 1 wordt aangevuld met : - Gelijk- en ongelijkvloerse verkeer- en vervoerinfrastructuur - De verkeer- en vervoerinfrastructuur moet voldoen aan volgende overwegingen: * het ruimtebeslag is minimaal * de landschappelijke inpassing is maximaal * de geluidsoverlast en luchtverontreiniging worden tot een minimum beperkt * de leefbaarheid van de omgeving wordt maximaal gevrijwaard. Alinea 3 wordt vervangen door : - In het gebied wordt een buffer voorzien tussen de verkeer- en vervoerinfrastructuur en de aangrenzende zones, in het bijzonder de woonkern van Westrode. De buffer moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing, waterbuffering, waterberging en afstand. 17