Adviezen ontvankelijk 5. Bezwaren ontvankelijk 45. Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Adviezen ontvankelijk 5. Bezwaren ontvankelijk 45. Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van:"

Transcriptie

1 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie naar open ruimtegebied: fase 1' te Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene behandeld in zitting van 21/04/2015 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 8 december 2014 tot en met 5 februari De bezwaren en adviezen zijn als volgt in te delen: Groep Aantal Adviezen ontvankelijk 5 Bezwaren ontvankelijk 45 De adviezen zijn afkomstig van: 1 Ruimte Vlaanderen 6 Gemeenteraad Temse 35 Gemeenteraad Ninove 44 Gemeenteraad Aalst 46 Gemeenteraad Sint-Niklaas Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van: - de bijkomende bebouwingsmogelijkheden tot 2022 op onbebouwde percelen Er kan niet akkoord worden gegaan met nieuwe bebouwing toe te laten op de nog onbebouwde kavels tot 1/1/2022. Dit legt immers een zware hypotheek op de realisatie van de nabestemming. ln hoeverre is het tijdelijk behoud van de bebouwingsmogelijkheden trouwens verenigbaar met de uitspraak uit het PRS die stelt dat bijkomende weekendbebouwing in de bossen ontoelaatbaar is in het openruimtelandschap? Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de 1

2 overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. Verder doelt het PRS op het weren van bijkomend juridisch aanbod voor weekendverblijven in de bossen. Aangezien het PRUP juist tot doel heeft om zones met weekendverblijven op termijn naar open ruimte te bestemmen, voldoet voorliggend PRUP weldegelijk aan de bepaling van het PRS. - de stedenbouwkundige voorschriften die een versoepeling van het decretaal geregelde woonrecht inhouden De VCRO biedt in de artikelen e.v. een duidelijk kader voor de aanpak van permanente bewoning in weekendverblijven. Het versoepelen van de decretale regeling inzake het woonrecht (o.a. door af te wijken van de norm van maximaal 300 m³ en een gewijzigde vervalregeling van het woonrecht) in een RUP is strijdig met de VCRO en juridisch niet mogelijk. De PROCORO vindt dat het om een voorschrift gaat dat losstaat van de decretaal geregelde bepalingen. Bovendien gaat het om een stedenbouwkundig voorschrift dat de functie 'wonen' regelt. Het gaat hierbij dus weldegelijk om een bestemmingsvoorschrift. Gemeenteraad Temse beslist tot het verlenen van een gunstig advies. De PROCORO neemt hiervan akte. Gemeenteraad Ninove verleent gunstig advies. 2

3 De PROCORO neemt hiervan akte. Gemeenteraad Aalst heeft geen bijkomende opmerkingen. De PROCORO neemt hiervan akte. Gemeenteraad Sint-Niklaas beslist een gunstig advies uit te brengen. De PROCORO neemt hiervan akte. 3

4 De adviezen, bezwaren en opmerkingen werden genummerd en vervolgens thematisch gebundeld en behandeld. Volgende 12 thema's komen hierbij aan bod: - Uitgangsprincipes en visie - Overgangsperiode - Financiële aspecten - Beleid in het verleden - Sociale aspecten - Woonrecht, handhaving en andere juridische aspecten - Deelpan Aalst - Deelplan Berlare - Deelplan Lede - Deelplan Sint-Niklaas - Deelplan Stekene - Overige aspecten De nummers van de bezwaren waarin het element staat dat behandeld wordt, staan steeds aangegeven. Als er een * na het nummer staat, gaat het om de behandeling van een aanvullend element op een generiek bezwaarschrift. 4

5 Uitgangsprincipes en visie 3, 4 Er is geen gelijke behandeling. Eigenaar A, eigendom opgenomen in fase 1, woning en grond bijna waardeloos, onverkoopbaar geworden. Eigenaar B, eigendom opgenomen in fase 2, woning en grond stijgen fors in waarde. Waarom moet het PRUP sommige mensen verrijken terwijl anderen in armoede terecht komen? Dit is onrechtvaardig! Het gelijkheidsbeginsel stelt dat gevallen in een gelijke situatie op een gelijke manier moeten worden behandeld. Welnu, de zones die (op termijn) worden omgezet naar een open-ruimte-bestemming enerzijds, en de zones die worden omgezet naar recreatief woongebied anderzijds, bevinden zich niet in de zelfde (ruimtelijke) situatie. Het grote verschilpunt tussen beide is dat de zones die worden omgezet naar recreatief woongebied ruimtelijk een aansluiting hebben bij de bestaande woonomgeving. Dat is niet het geval bij de de zones die (op termijn) worden omgezet naar een openruimte-bestemming. Er is dus geen sprake van onrechtvaardigheid omdat het over verschillende ruimtelijke situaties gaat. 3 Wij zijn bestolen en bedrogen door de Provincie en dit zonder noemenswaardig algemeen nut. We vervullen als goede Belg onze plichten maar waar zijn onze rechten? Wij die dachten dat politiekers er waren om mensen te helpen? De PROCORO wijst er op dat voorliggend PRUP weldegelijk is opgesteld vanuit het algemeen belang. De herbestemmingen gebeuren op basis van een gedegen ruimtelijke afweging en niet "à la tête du client". Het algemeen belang dienen is dan ook de taak van het provinciale beleid, eerder dan individuele 'mensen te helpen'. 5

6 4 We hebben geen gok gewaagd. We hebben officiële recreatiegrond aangekocht! Met het gebruik van de uitdrukking "een gok gewaagd", die trouwens uit de beleidsnota voor de algemene aanpak van de problematiek van de weekendverblijven en dus niet uit het PRUP zelf komt, wordt enkel bedoeld dat bepaalde personen er in het verleden al voor kozen om hun perceel te bebouwen. Dit terwijl anderen hun perceel nog niet bebouwd hebben en het als investering of als reserve voor later kochten. Er wordt hierover geen waardeoordeel uitgesproken. De bedoeling is enkel om de personen die hun perceel nog niet bebouwden, nog tot 1 januari 2022 de kans te geven om dit wel te doen, zodat ze op dit punt niet benadeeld worden ten opzichte van de personen die hun perceel wel al bebouwd hebben. 4 Herlokalisatie van permanente bewoners is niet haalbaar om de volgende redenen: - Sommige eigenaars kunnen de financiële last niet dragen voor een lening op de recreatiewoning en de huishuur voor een aangeduide woning. - Er zijn al tienduizenden wachtenden voor een sociale woning. Een financiële compensatie is niet aan de orde. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) 6

7 openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Verder wijst de PROCORO er op dat het mogelijk om specifieke (sociale) huisvestingsprojecten te voorzien in dienst van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven, waardoor er voorrang is voor deze doelgroep en zij niet onderaan de wachtlijsten komen. 5, 7, 8 Ik wens uitdrukkelijk de bevoegdheid van de Provincie Oost-Vlaanderen om voorliggend PRUP op te maken te betwisten: - De Provincie Oost-Vlaanderen kan geen PRUP inzake zones voor verblijfsrecreatie vaststellen op basis van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Het provinciebestuur was op het ogenblik van de vaststelling van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan nog niet zeker wie de bevoegdheid zou hebben tot het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen inzake weekendverblijven en openluchtrecreatieve verblijven, vandaar dat men bij een herziening van het PRS een ruimtelijk beleidskader in het vooruitzicht stelde, dit is er echter nooit gekomen. - Het omzetten van gebieden naar gebieden met natuurlijke structuur is een gewestelijke bevoegdheid. De Provincie Oost-Vlaanderen doet hier aan machtsoverschrijding. - De provincieraad van Oost-Vlaanderen grijpt hier de bij artikel van de VCRO toegewezen bevoegdheid aan, niet om de knelpunten inzake inplanting en permanente bewoning van weekendverblijven op te lossen, maar integendeel een nieuw probleem bij te creëren, namelijk door van de zonevreemdheid van de bestaande weekendverblijven een feit te maken. Wij willen hier niet gissen naar de onderliggende beweegredenen van deze machtsafwending, maar blijkbaar hebben deze toch enige invloed op de ruimtebalans van de deelgebieden met de bestemming bos en natuur, die dan op andere plaatsen in de provincie dan weer kunnen omgezet worden naar een andere bestemming. 7

8 Recreatie op bovenlokaal niveau is sowieso een provinciale bevoegdheid, zoals in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is aangegeven. Daarenboven werd binnen het beleidsplan voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven (Parlementaire stuk 1266 ( ). Nr 1) een stappenplan bestaande uit vier stappen voorzien: - Inventarisatie - Afweging vanuit elementen van Vlaams niveau - Uitwerken visie, ruimtelijke afweging en voorstel van ontwikkelingsperspectief - Opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen De vierde stap is dus weldegelijk de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Hierin wordt de provinciale bevoegdheid nog eens bevestigd. Voorliggend PRUP is één van de bedoelde provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. De provincieraad heeft in mei 2012, in navolging van het PRS, weldegelijk een beleid voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven goedgekeurd. Het in het PRS voorziene beleidskader is dus weldegelijk voorhanden. De herbestemmingen naar open ruimte (natuur- of bosgebied) zijn geen gewestelijke bevoegdheid. De provinciale bevoegdheid zit in het feit dat het om herbestemmingen van zones voor verblijfsrecreatie gaat. De toekomstige bestemming die de Provincie geeft, doet er in deze niet toe. Bovendien is het gewestelijke departement Ruimte Vlaanderen hiermee altijd akkoord gegaan. Om de problematiek van de weekendverblijven op te lossen en om te voorkomen dat er in de toekomst nieuwe problemen door permanent bewoonde weekendverblijven ontstaan, is het noodzakelijk dat (op termijn) alle zones voor verblijfsrecreatie worden herbestemd. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Het herbestemmen van alle zones voor verblijfsrecreatie houdt dus onmiddellijk verband met het oplossen van de problematiek van de permanente bewoning van weekendverblijven. Er is dus geen sprake van machtsafwending. Verder is de zonevreemdheid van bestaande weekendverblijven geen nieuw 'probleem', zoals bezwaarschrijvers stellen. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden 8

9 met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Het is echter zo dat dit op vandaag ook al het geval is binnen de gewestplanbestemming 'zone voor verblijfsrecreatie', zodat hier geen sprake lijkt te zijn van een waardevermindering. 11 Het middel, namelijk een herbestemming van verblijfsrecreatie naar open ruimte, is volstrekt onevenredig aan het doel. Het doel, namelijk permanente bewoning laten verdwijnen, kan en kon immers gerealiseerd worden met behoud van de bestemming verblijfsrecreatie, welke bestemming immers op zich (principieel) geen permanente bewoning toelaat! Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, 9

10 een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene (na)bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Omdat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven in stand kunnen worden gehouden, intern kunnen worden verbouwd en bij overmacht kunnen worden herbouwd en omdat bovendien het PRUP voorziet in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voor onbebouwde percelen langs voldoende uitgeruste wegen en/of binnen verkavelingen, is de PROCORO van mening dat het gebruikte middel (herbestemming naar open ruimte) wel in verhouding staat tot het doel (permanente bewoning tegen gaan). 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 Het RUP schiet zijn doel voorbij. Men gaat er van uit dat de weekendverblijven op (lange) termijn door de eigenaars zullen verwaarloosd worden. De goede staat van onderhoud van bepaalde weekendverblijven bewijst evenwel het tegendeel. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 10

11 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Zo maakt het PRUP duidelijk dat er in betreffende zones ook in de toekomst geen permanente bewoning mogelijk zal zijn. Verder is het zo dat over een hele lange periode de gewenste open-ruimte-bestemming kan bereikt worden door o.a. verkrotting. Dit is een natuurlijk proces dat niet door het PRUP wordt opgelegd, maar dat gebeurt door de dalende vraag naar echte weekendverblijven en het bouwverbod vanaf Uiteraard is het de bedoeling dat krotten dan worden afgebroken, zodat de open-ruimtebestemming effectief tot stand komt. Dat bepaalde weekendverblijven blijvend goed worden onderhouden (wat zeker niet voor alle weekendverblijven in de betreffende zones het geval is / zal zijn) staat het doel van het PRUP niet in de weg. Daarenboven voorziet het PRUP voor een aantal zones in een voorkooprecht voor het Agentschap voor Natuur en Bos van 15 jaar, de maximaal decretaal toegelaten termijn. Op die manier kan de realisatie van de gewenste eindbestemming vlugger worden bereikt. 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 Bezwaarschrijvers vragen zich af waarom de Provincie Oost-Vlaanderen de weekendverblijven van de kaart wil vegen? Men kan niet ontkennen dat er vergunningen zijn afgeleverd en dat deze rechtsgeldig blijven. Het ziet er naar uit dat de Provincie Oost-Vlaanderen duidelijk heeft gekozen voor het verdrijven van de verblijfsrecreatie in haar provincie. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het 11

12 voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Vergunde weekendverblijven worden niet van de kaart geveegd. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari De inkleuring van de gewestplannen dateert al van de jaren Het is niet onlogisch dat in de loop van de jaren nieuwe behoeften en nieuwe inzichten ontstaan. De PROCORO is van mening dat er op vandaag geen behoefte meer is aan het aansnijden van nieuwe zones voor weekendverblijven. Het bestaande aanbod aan (nu vaak permanent bewoonde) weekendverblijven volstaat ruimschoots om de toekomstige recreatieve behoefte (toeristisch gebruik en gebruik als tweede verblijf) op te vangen. Het feit dat een (zeer) groot aandeel weekendverblijven permanent bewoond zijn, is het beste bewijs van het feit dat de vraag naar echte tweede verblijven klein geworden is. De nog bestaande vraag naar echte tweede verblijven kan dus zeker worden opgevangen binnen het bestaande aanbod aan weekendverblijven. Daarnaast wordt ook voorzien in herbestemmingen naar typisch toeristische bestemmingen (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Dit zorgt er voor dat deze vormen van verblijfsrecreatie net meer rechtszekerheid krijgen. Er is dus geen sprake van het verdrijven van de verblijfsrecreatie uit de provincie. 12

13 40 Uit de provinciale uitgangspunten blijkt dat het streven naar een uitdovingsbeleid en open-ruimtebestemming deels een reactie is tegen de permanente bewoning in de weekendverblijven. Deze permanente bewoning was en is slechts mogelijk door het domiciliëringsbeleid van gemeentelijke en federale overheden waar "permanente bewoning" zelfs geen begrip en als dusdanig geen correlatie heeft met gewestelijke, ruimtelijke en planologische opties. Het opmaken van een PRUP om deze domiciliêringsproblematiek tegen te gaan of op te lossen is bijgevolg een verkeerd instrument. ln deze context voelen wij ons dan ook slachtoffer van een tegenstrijdig beleid tussen verschillende overheden. Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het in het geval van zones voor verblijfsrecreatie om een stedenbouwkundige overtreding. Stedenbouwkundig is permanente bewoning dus nooit toegelaten geweest. De louter toegestane domiciliëring en het feit dat er op stedenbouwkundig vlak niet gehendhaafd werd kunnen geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. Het is net die onduidelijkheid uit het verleden waarmee de Provincie komaf wil maken. Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). 13

14 41 Het uitgangspunt van de Provincie om huidig RUP op te maken is foutief. Het ontstaan van nieuwe permanente bewoning is vandaag onmogelijk omwille van volgende redenen: - Het handhavingsbeleid zorgt er voor dat permanente bewoning in de praktijk onmiddellijk en efficiënt wordt aangepakt (cfr. het draaiboek voor handhaving van permanente weekendverblijven in Stekene). - De provinciale 'Verordening Weekendverblijven' maakt permanente bewoning volstrekt onmogelijk. De PROCORO deelt niet de mening van de bezwaarschrijver wanneer die stelt dat het handhavingsbeleid er voor zorgt dat permanente bewoning in de praktijk onmiddellijk en efficiënt wordt aangepakt. Beste bewijs is het feit dat nog heel wat mensen permanent zijn gaan wonen in weekendverblijven na 31 augustus Er zijn inderdaad goede voorbeelden, zoals dat van het draaiboek in Stekene. Eerste belangrijke voorwaarde voor een dergelijke aanpak is dat het lokaal bestuur meestapt in het handhavingsverhaal. De PROCORO stelt jammer genoeg vast dat niet elk lokaal bestuur bereid is om dat te doen. Daarenboven hebben de gewestelijke stedenbouwkundige inspectiediensten simpelweg niet voldoende mensen en middelen om een werkwijze zoals in Stekene op de hele provincie toe te passen. Verder wordt in Stekene nu in de eerste plaats ingegrepen op 'nieuwe' (vanaf 1 januari 2008) gevallen van permanente bewoning. Er is geen duidelijk signaal voor permanente bewoners die er al langer wonen. Ten slotte is er de omzendbrief RO/2014/03 die aangeeft dat stakingsbevelen niet het gepaste instrument zijn om al langer bestaande permanente bewoning tegen te gaan omdat stakingsbevelen een preventief karakter moeten hebben. Dit maakt handhaven van permanente bewoning er niet gemakkelijker op. De provinciale stedenbouwkundige 'Verordening Weekendverblijven' kan permanent bewoning niet voledig tegen gaan. Het beste bewijs hiervan is de hoge graag van permanente bewoning binnen de zone Kernemelkstraat in weekendverblijven die volgens de bezwaarschrijver de afmetingen hebben zoals in de verordening bepaalt. De verordening is ook enkel van toepassing op nieuwe weekendverblijven. Oudere weekendverblijven zijn veelal groter. Bovendien primeren verkavelingsvoorschriften op de voorschriften van de verordening. Heel wat verkavelingen laten grotere afmetingen en andere materialen toe. Een RUP is alleen al nuttig om de verkavelingen op te heffen. Ten slotte is de PROCORO van mening dat de dubbelzinnige boodschap naar de burger zou blijven bestaan als niet alle zones voor verblijfsrecreatie zouden worden herbestemd: je kan in een zone 14

15 voor verblijfsrecreatie wel een bewoonbare constructie bouwen maar je kan er niet permanent in wonen. Het is net die dubbelzinnigheid die moet weggewerkt worden. 15

16 Overgangsperiode 1 Er kan niet akkoord worden gegaan met nieuwe bebouwing toe te laten op de nog onbebouwde kavels tot 1/1/2022. Dit legt immers een zware hypotheek op de realisatie van de nabestemming. ln hoeverre is het tijdelijk behoud van de bebouwingsmogelijkheden trouwens verenigbaar met de uitspraak uit het PRS die stelt dat bijkomende weekendbebouwing in de bossen ontoelaatbaar is in het openruimtelandschap? Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. Verder doelt het PRS op het weren van bijkomend juridisch aanbod voor weekendverblijven in de bossen. Aangezien het PRUP juist tot doel heeft om zones met weekendverblijven op termijn naar open ruimte te bestemmen, voldoet voorliggend PRUP weldegelijk aan de bepaling van het PRS. 16

17 40 Wij verwerpen alle voorgestelde beperkingen aan de weekendverblijven, zoals uitsluiting van verdieping, gebruik van houten materialen, tijdsbegrenzing tot 1 januari 2022 en vragen dat de huidige bouwmogelijkheden gevat door het gewestplan en de provinciale verordening van toepassing blijven. De stedenbouwkundige voorschriften voor nieuwbouw en herbouw tijdens de overgangsperiode zijn er om de ruimtelijke impact van nieuw- en hergebouwde weekendverblijven zoveel als mogelijk te beperken en om permanente bewoning ervan tegen te gaan. Het gaat namelijk over zones waar het vanuit ruimtelijk oogpunt niet te verantwoorden is om een grote impact van constructies en permanente bewoning toe te staan. Dit omdat deze zones in een waardevolle open-ruimte-omgeving gelegen zijn. De PROCORO merkt op dat betreffende voorschriften in het PRUP gelijk zijn aan die van de provinciale stedenbouwkundige 'Verordening Weekendverblijven'. Het is dus niet duidelijk wat bezwaarschrijvers bedoelen als ze enerzijds de bepalingen van het PRUP 'verwerpen' en anderzijds stellen dat de bepalingen van de provinciale verordening van toepassing zouden moeten blijven. De PROCORO is van mening dat het niet aangewezen is om de overgangsperiode met bouwrechten te verlengen. De PROCORO vindt een overgangsperiode tot 1 januari 2022 ruimschoots voldoende om mensen in de mogelijkheid te brengen om stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande constructies in orde te brengen. 49 Gezien de visie in het GRS om de Z-vormige bosstructuur op de stuifzandrug te herstellen, is het behoud van het huidig bestaand bosareaal een minimale vereiste. Dit houdt in dat verdere ontbossing door bebouwing tegengaan zou moeten worden. Het gefaseerd uitdoofbeleid voor 17

18 bebouwingsmogelijkheden tot 1/1/2020 is dan ook te lang. Wij vragen een zo kort mogelijke periode zowel voor nieuwbouw als herbouw. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. De duur van de overgangsperiode (tot 1 januari 2022) vindt de PROCORO een redelijke periode. De periode moet lang genoeg zijn om eigenaars de mogelijkheid te bieden om eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan hun constructie recht te zetten (conform de voorschriften van het PRUP). De PROCORO wijst er eveneens op dat andere bezwaarschrijvers net vragen om de overgangsperiode te verlengen. Het PRUP voorziet dus in een goed compromis. 18

19 Financiële aspecten 2, 3, 4, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 43, 45, 47, 48 Wij hebben onze gronden aangekocht voor veel geld om zodoende een aanvulling te kunnen hebben op ons pensioen en een vakantieverblijf. Onze recreatiegronden vertegenwoordigen momenteel een flinke waarde en het kan toch niet zo zijn dat dit ons zomaar ontnomen gaat worden. Wanneer dít wel zo gaat zijn dan eisen wij hiervoor ook een schadeloosstelling. Ook al ten aanzien van de overgangsperiode. Want in de tijd dat wij het kochten zouden er een zestal recreatiewoningen op gezet kunnen worden. En nu als alles goed gaat nog maar twee recreatiewoningen onder de nieuwe norm (voor 2022). Dus kleiner en veel minder mogelijkheden, en met meer inrichtingseisen. Niemand is geïnteresseerd om onze percelen te kopen omdat de bouwnormen veel te streng zijn voor een weekendverblijf. Voor ons een grote financiële aderlating. Ik wil de waarde van mijn perceel behouden. Het kan toch niet dat in één pennentrek de waarde van een perceel grond wordt tenietgedaan? Ik zal niet nalaten een procedure voor planschade op te starten. Voor onbebouwde percelen die op vandaag nog bebouwbaar zijn omdat ze langs een voldoende uitgeruste weg en/of in een verkaveling liggen, voorziet het PRUP in overgangsmaatregelen, waardoor er nog bebouwingsmogelijkheden bestaan tot 1 januari Een eventuele waardevermindering lijkt er hier dus niet te zijn. De stedenbouwkundige bepalingen tijdens de overgangsperiode tot 1 januari 2022 zijn er om de ruimtelijke impact te beperken van nieuw gebouwde weekendverblijven en om permanente bewoning van nieuw gebouwde weekendverblijven tegen te gaan. Het gaat namelijk over zones waar het vanuit ruimtelijk oogpunt niet te verantwoorden is om een grote impact van constructies en permanente bewoning toe te staan. Dit omdat deze zones in een waardevolle open-ruimte-omgeving gelegen zijn. De PROCORO wijst er verder op dat waardeverminderingen, als die er al zouden zijn, kunnen gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 4, 9, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 40, 45, 50 19

20 We lijden een groot financieel verlies door de waardevermindering van onze woningen of weekendverblijven. Voor de eigenaars van weekendverblijven en vaste bewoners binnen zones die (op termijn) worden omgezet naar bosgebied, zijn de voorstellen een drama. De getroffen eigenaars waarvan een groot aantal reeds meer dan 40 jaar hun eigendom hebben, zijn diep ontgoocheld en voelen zich zeer ongerust over de toekomst van hun eigendom. Bezwaarschrijvers kunnen zich niet van de indruk ontdoen dat men voorstellen doet die aan een aantal eigenaars woonrecht geeft en anderen hun eigendom dienen op te geven. Wat het financieel verlies van deze laatste eigenaars betekent, is niet te schatten. Van enige planschade of vergoedingen is er geen sprake in het PRUP. We behouden ons het recht voor om planschade te vragen. De PROCORO wijst er in de eerste plaats op dat het niet om vergunde woningen gaat maar om vergunde openluchtrecreatieve verblijven. De permanente woonfunctie is hier nooit vergund geweest. Verder is de PROCORO van mening dat openluchtrecreatieve verblijven niet waardeloos worden. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene (na)bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Het is echter zo dat dit op vandaag ook al het geval is binnen de gewestplanbestemming 'zone voor verblijfsrecreatie', zodat hier geen sprake lijkt te zijn van een waardevermindering. De PROCORO wijst er verder op dat waardeverminderingen, als die er al zouden zijn, kunnen gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 20

21 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 43 In de toelichtingsnota is aangegeven dat er geen recht op enige planschade zal ontstaan. Nochtans worden de percelen door de omzetting naar bosgebied niet meer bebouwbaar. Deze stelling is dus zonder meer foutief. De PROCORO stelt vast dat in de toelichtingsnota van het PRUP de percelen die een open-ruimte- (na)bestemming krijgen weldegelijk in het register staan aangegeven als in aanmerking komende voor planschade. Wat bezwaarschrijvers stellen, is dan ook niet correct. Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er effectief planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 48 Het voorkooprecht maakt zowel de woningen als de grond waardeloos. De tactiek van de ontwerpers is duidelijk: eerst de eigendom waardeloos maken door er open ruimte van te maken, daarna aankopen aan een verwaarloosde prijs. Dit is kortweg grondroof. Door het voorkooprecht van goedkope bosgrond of open ruimte, vallen de gronden zeer voordelig in de handen van de overheid. Dit doet ons denken aan vroegere Oost-Europese toestanden. Het voorzien van voorkooprecht zorgt niet voor een waardevermindering. De verkopen gebeuren sowieso aan marktconforme prijzen. Bij een verkoop wordt eerst een compromis getekend. Daarna is de notaris verplicht om het goed aan de in de compromis afgesproken prijs eerst aan te bieden aan de instantie(s) met voorkooprecht, die dan beslist om het goed aan die prijs al dan niet aan te kopen. Het voorzien van voorkooprecht heeft dus geen invloed op de prijsvorming. 21

22 37 Het middel dat aangewend wordt om de permanente bewoning van bepaalde percelen tegen te gaan staat geheel niet in verhouding tot de waardevermindering mede door gewijzigde bouwvoorschriften die de uitvoering van het PRUP met zich meebrengt en de schade die dusdanig berokkend wordt aan de eigenaars van percelen. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor onbebouwde percelen die op vandaag nog bebouwbaar zijn omdat ze langs een voldoende uitgeruste weg en/of in een verkaveling liggen, voorziet het PRUP in overgangsmaatregelen, waardoor er nog bebouwingsmogelijkheden bestaan tot 1 januari Een eventuele waardevermindering lijkt er hier dus niet te zijn. De stedenbouwkundige bepalingen tijdens de overgangsperiode tot 1 januari 2022 zijn er om de ruimtelijke impact te beperken van nieuw gebouwde weekendverblijven en om permanente bewoning van nieuw gebouwde weekendverblijven tegen te gaan. Het gaat namelijk over zones waar het vanuit ruimtelijk oogpunt niet te verantwoorden is om een grote impact van constructies en permanente bewoning toe te staan. Dit omdat deze zones in een waardevolle open-ruimte-omgeving gelegen zijn. De PROCORO wijst er verder op dat waardeverminderingen, als die er al zouden zijn, kunnen gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. Omdat het PRUP voorziet in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voor onbebouwde percelen langs voldoende uitgeruste wegen en/of binnen verkavelingen, is de PROCORO van mening dat het gebruikte middel (herbestemming naar open ruimte) wel in verhouding staat tot het doel (permanente bewoning tegen gaan). 22

23 23

24 Beleid in het verleden 11 Cliënten wonen al lang permanent en zijn ingeschreven in het bevolkingsregister. Handhaving heeft hierop nooit ingegrepen. Nu de bestemming 'verblijfsrecreatie' wijzigen naar een gebied met een 'open ruimtebestemming' is kennelijk en manifest strijdig met het voordien gevoerde planologische beleid én het handhavingsbeleid en getuigt geenszins van behoorlijk bestuur. Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het in het geval van zones voor verblijfsrecreatie om een stedenbouwkundige overtreding. Stedenbouwkundig is permanente bewoning dus nooit toegelaten geweest. De louter toegestane domiciliëring en het feit dat er op stedenbouwkundig vlak niet gehendhaafd werd kunnen geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. Het is net die onduidelijkheid uit het verleden waarmee de Provincie komaf wil maken. Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). 24

25 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 Wat het beleid van zowel de Stad Sint-Niklaas als de Provincie Oost-Vlaanderen in het verleden betreft, kunnen we kort zijn, er was geen beleid. Het feit dat de Vlaamse- en federale overheid nooit hebben ingegrepen om bepaalde toestanden in vraag te stellen, liet de eigenaars toe om de bestaande situatie als gedoogd en goedgekeurd te beschouwen. ln de jaren '70 en' 80 konden een aantal makelaars(?) naar hartenlust verkavelen en verkopen zonder dat de overheid ingreep, zodat alleen de gewone burger (eigenaar) nu het slachtoffer wordt van al deze wanpraktijken die jarenlang oogluikend werden toegestaan. Het is net die onduidelijkheid uit het verleden waarmee de Provincie komaf wil maken. Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het in het geval van zones voor verblijfsrecreatie om een stedenbouwkundige overtreding. Stedenbouwkundig is permanente bewoning dus nooit toegelaten geweest. De louter toegestane domiciliëring kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. Personen worden daarenboven niet in hun bestaande rechten geschaad. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel

26 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Advies PROCORO 26

27 Sociale aspecten 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 Er dreigt een sociaal drama. Ruimtelijke ordening is een zaak van mensen en niet alleen van natuur. Mensen zijn niet minder belangrijk dan de natuur. De spanningen in de zones, die (op termijn) naar open ruimte worden omgevormd, zijn zo hoog dat er nog moeilijk sprake kan zijn van een menselijke en sociale oplossing, als deze al voorhanden mocht zijn. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Omwille van het feit dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven als weekendverblijf kunnen worden bestendigd, dat er tijdelijk nog mogelijkheden zijn om permanent te wonen (weliswaar onder voorwaarden) en dat daarenboven het PRUP voorziet in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voor onbebouwde percelen langs voldoende uitgeruste wegen en/of binnen niet-vervallen verkavelingen, is de PROCORO van mening dat het PRUP geen sociaal drama teweegbrengt. Het is namelijk zo dat bestaande rechten niet worden geschaad. Verder wijst de PROCORO er op dat permanente bewoning stedenbouwkundig nooit is toegelaten geweest binnen zones voor verblijfsrecreatie. Het PRUP bevestigt deze situatie en voorziet tegelijkertijd in overgangsmaatregelen. 27

28 Woonrecht, handhaving en andere juridische aspecten 1 De VCRO biedt in de artikelen e.v. een duidelijk kader voor de aanpak van permanente bewoning in weekendverblijven. Het versoepelen van de decretale regeling inzake het woonrecht (o.a. door af te wijken van de norm van maximaal 300 m³ en een gewijzigde vervalregeling van het woonrecht) in een RUP is strijdig met de VCRO en juridisch niet mogelijk. De PROCORO vindt dat het om een voorschrift gaat dat losstaat van de decretaal geregelde bepalingen. Bovendien gaat het om een stedenbouwkundig voorschrift dat de functie 'wonen' regelt. Het gaat hierbij dus weldegelijk om een bestemmingsvoorschrift. 12, 34 Tot wanneer zal het tijdelijk woonrecht kunnen worden uitgeoefend? Wie gaat controle uitoefenen op het vervallen van dit woonrecht en op het feit of het wel om permanente bewoners van voor 1 september 2008 gaat? Het PRUP bepaalt dat personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, kunnen blijven permanent wonen en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari De controle op dit stedenbouwkundig voorschrift en op het feit of het wel om permanente bewoners van voor 1 september 2008 gaat is een zaak van handhaving. Handhaving kan gebeuren door de 28

29 gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur of door de Gemeente (incl. politie). De Provincie heeft geen handhavingsbevoegdheid. 34 We begrijpen niet welke wetten werden gehandhaafd om na uitvoering van het PRUP de permanente bewoners een woonrecht toe te laten tot 2029 terwijl het herbestemmen naar open ruimte met bouwrecht gefaseerd verloopt tot We krijgen hier de indruk dat bewoners die zich niet aan de regels hielden nog ruimschoots beloond worden met een termijn die alle verbeelding tart. Hiermee gaan wij niet akkoord. Indien de termijn van2029 wordt gehandhaafd voor deze onterechte bewoning willen we op zijn minst een gelijkschakeling van termijn voor de herbestemming. In de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is voorzien dat mensen die over een tijdelijk woonrecht beschikken dit in de regel behouden tot 31 december Dit is een decretale termijn die niet kan worden verstrengd. De PROCORO is van mening dat het niet aangewezen is om de overgangsperiode met bouwrechten in het PRUP gelijk te stellen met de periode met tijdelijk woonrecht. De PROCORO vindt een overgangsperiode tot 1 januari 2022 ruimschoots voldoende om mensen in de mogelijkheid te brengen om stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande constructies in orde te brengen. 41 In ondergeschikte orde verzoeken we de Provincie om voor de zones aan de Kernemelstraat in Sint- Niklaas het tijdelijk woonrecht te verlengen tot en met 31 december 2039 omwille van volgende redenen: 29

30 - De ruimtelijke impact van de bewoning is uiterst beperkt. De verlenging van het woonrecht zal niet de minste ruimtelijke impact hebben. - Het betreft een voldoende grote cluster (35 verblijven). - De verschilldende beleidsniveaus hebben in het verleden steeds passief en actief permanente bewoning toegelaten. - Er is sprake van een hoge gemiddelde leeftijd binnen de zones. De PROCORO is van mening dat het voorzien van een tijdelijk woonrecht tot 1 januari 2030 voldoende is. Het gaat om een periode van nog ca. 15 jaar. Dat is ruim voldoende om een woonalternatief te kunnen vinden. Het verlengen van het tijdelijk woonrecht met nog eens 10 jaar zou er alleen maar toe leiden dat de ruimtelijke impact in deze vanuit natuurlijk en landschappelijk oogpunt gevoelige zones nog 10 jaar lang (te) hoog blijft. Dat is niet aangewezen. Die ruimtelijke impact is er weldegelijk, in tegenstelling tot wat bezwaarschrijvers stellen. De ruimtelijke impact van permanente bewoning is groter dan die van weekendverblijven. Weekendverblijven kunnen kleiner zijn in volume en oppervlakte, kunnen een lager uitrustingsniveau hebben, de wegen die ernaar toe lopen hoeven niet verhard te zijn, Een belangrijk element is ook dat er niet permanent personen aanwezig zijn, waardoor er minder energie verbruikt wordt en de mobiliteitsimpact kleiner is. 49 Gezien uit het verleden bewezen is dat controle op de naleving van de voorwaarden tot bebouwing en bewoning nauwelijks uitvoerbaar is door voor interpretatie vatbare definities van permanent bewoonbaar, weekendverblijf, verblijfsrecreatie, vakantie,... in het kader van ruimtelijke ordening, vragen we een rechtszekere verduidelijking van de gebruikte terminologie. Bovendien vragen wij duidelijk aan te geven dat in deze zones niemand zijn domicilie kan verkrijgen waardoor overtredingen in verband met permanente bewoning sterk zullen beperkt worden. De PROCORO is van mening dat alle gebruikte terminologie in de verordenende voorschriften voldoende wordt geduid in de toelichtende kolom. De controle op de stedenbouwkundige voorschriften is een zaak van handhaving. Handhaving kan gebeuren door de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur of door de Gemeente (incl. politie). De Provincie heeft geen handhavingsbevoegdheid. 30

31 Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het om een stedenbouwkundige overtreding. Aangezien voorliggend PRUP (op termijn) voorziet in open-ruimte-bestemmingen, zal het veel duidelijker zijn dat permanente bewoning niet is toegelaten. Dat was niet het geval bij de bestemming verblijfsrecreatie: je kan in een zone voor verblijfsrecreatie wel een bewoonbare constructie bouwen maar je kan er niet permanent in wonen. Het is net die dubbelzinnigheid die wordt weggewerkt. 49 PV opmaken voor de overschrijding van de woonoppervlakte, en de verhardingsoppervlakte (en bij elke aanvraag tot regularisatie). De opmerking heeft geen betrekking op het PRUP zelf. De controle op de stedenbouwkundige voorschriften is een zaak van handhaving. Handhaving kan gebeuren door de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur of door de Gemeente (incl. politie). De Provincie heeft geen handhavingsbevoegdheid. 31

32 Deelplan Aalst 3, 10, 40 We gaan niet akkoord met de herbestemming naar natuurgebied van de zone Achterstraat omwille van volgende redenen: - Waarop is die natuurwaarde gebaseerd? Er is geen onderzoek op onze percelen. Deze zijn al minstens 50 jaar in gebruik als maïsakkers. De natuurwaarde is nihil volgens de biologische waarderingskaart. (3) - Er is geen open ruimtegebied want er staan verschillende vergunde weekendverblijven en villa's. (3) - Alle nutsvoorzieningen (water, elektriciteit) zijn aanwezig. Er is onlangs zwaar geïnvesteerd door de aanleg van riolering en leidingwater. (3, 10, 40) - De bestemming recreatief woongebied zou hier veel logischer zijn. (3) - De zone is al een 60-tal jaar bekend als gebied voor weekendverblijven en chalets. De opname van deze zone als verblijfsrecreatie in het gewestplan was dan ook een logische bevestiging van de bestaande toestand. De bestemming zou ten eeuwige dage recreatie moeten blijven. (10, 40) - Voor ons perceel, gebruikt als weide, is geen enkel fysisch of landschappelijk element aangehaald om de bestemmingswijziging te ondersteunen. (40) - Ons perceel grenst aan de woonzone van de Achterstraat. Er valt vanuit planologisch standpunt zelfs een uitbreiding van de woonzone te bepleiten. (40) Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). 32

33 Voor de zone voor verblijfsrecreatie Achterstraat werd gekozen voor de (na)bestemming 'natuurgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat de zone gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Volgens de biologische waarderingskaart is een groot deel van de zone voor verblijfsrecreatie Achterstraat biologisch zeer waardevol. Daarenboven werd de biologische waarde van het aanwezige bos via terreinverkenning door een bioloog op 23 april 2013 verder in kaart gebracht. Zowel de faunistische als de florawaarde is er behoorlijk hoog. Tijdens de terreinverkenning werden onder meer volgende waarnemingen gedaan: - Koekoek (rodelijstsoort), Buizerd en Kleine Bonte Specht - Bosanemoon, Gewone dotterbloem, Gulden Boterbloem, Slanke Sleutelbloem, Muskuskruid, Wilde narcis, Wilde hyacint en Eenbes Het bos bestaat hoofdzakelijk uit gemengd bos (Zomereik, Boskers, Cultuurpopulier, Eensteilige meidoorn, Hazelaar, Beuk), met waardevolle voorjaarsbloeiers. De aanwezigheid van specifieke soorten (onder meer Bosanemoon, Gevlekte aronskelk, Lelietje-van-Dalen, Wilde hyacint, Eenbes, ) duidt op een reeds eeuwenlange aanwezigheid van het bos, zodat ook de historische waarde zeer groot is. Vooral de centrale boskern gelegen ten noorden van de Zuremeersweg en langs weerszijden van de Achterstraat is van een grote biologische waarde. Het bos en de kwel-/bronzone staan onder druk van vertuining door de aanwezige weekendverblijven. De zone behoort ook tot de relictzone 'Faluintjes, Kluisbos, Kravaalbos'. De zone voor verblijfsrecreatie Achterstraat ligt dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en is niet binnen woonomgeving gelegen. Een bestemming als recreatief woongebied is dan ook ruimtelijk niet te verantwoorden. Ook de bestemming verblijfsrecreatie behouden is geen optie, aangezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinninge bestemming overal weg te werken. 12 Er is toezicht nodig op de Stad om te voorkomen dat nog vergunningen worden afgeleverd in de zone voor natuurgebied. Dit met het oog op het vrijwaren van verdere overlast voor ons legaal recreatieverblijf. Er is al genoeg misbruik en speculatie geweest. 33

34 De opmerking heeft geen betrekking op het PRUP zelf. De effectieve uitvoering van de planopties zal een zaak zijn van handhaving en een correcte toepassing van de stedenbouwkundige voorschriften bij het afleveren van vergunningen. Het PRUP kan hierover echter geen uitspraken doen. De vigerende wetgeving is van toepassing. 12 We zouden absoluut willen dat het ontwerp PRUP zal leiden tot een gelijkaardig definitief vastgesteld PRUP, zodat dit gebied geleidelijk aan terug een recreatiegebied met groen karakter en natuurwaarde kan worden. De PROCORO is, samen met bezwaarschrijver, van mening dat de grote principes die in het ontwerp vervat zitten, in de definitieve versie van het PRUP moeten behouden blijven. 13 Ik ben het niet eens met de herbestemming van de zone Lochteveldweg naar gemengd openruimtegebied. De bestemming recreatiegebied zou moeten behouden blijven omwille van volgende redenen: - Het perceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg. - Dit stuk grond is een paar jaar geleden aangekocht als investering om er in de toekomst een klein weekendverblijf op te plaatsen. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het 34

35 voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor de zone voor verblijfsrecreatie aan de Lochteveldweg werd gekozen voor de bestemming 'gemengd openruimtegebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat ze grotendeels onbebouwd is en omdat natuur hier nevengeschikt is aan andere open-ruimte-functies (landbouw, zachte recreatie, landschapszorg, ). In tegenstelling tot wat bezwaarschrijver stelt, is deze zone niet gelegen langs een voldoende uitgeruste weg. Er is namelijk geen aansluiting op het elektriciteitsnet. Op vandaag kan hier dus ook al geen stedenbouwkundige vergunning verkregen worden. De bestemming verblijfsrecreatie behouden is geen optie, aangezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinninge bestemming overal weg te werken. 12, 34 Voor ons is het duidelijk dat diegenen die in het plangebied bewust en weloverwogen permanent zijn gaan wonen, de oorzaak zijn van de toekomstige neerwaartse herbestemming van onze recreatiegrond. Bovendien hebben sommige permanente bewoners ons als recreant al heel wat overlast en verstoring bezorgd omdat ze de regels van de wet niet volgen. In zones voor verblijfsrecreatie kan je wel bewoonbare constructies bouwen maar je kan er niet permanent wonen. Het is die onduidelijkheid uit het verleden waarmee de Provincie komaf wil maken. Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost- Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' 35

36 principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). 34 Het uitvoeringsplan beschrijft heel duidelijk de motivatie van de huidige weekendverblijven met nabestemming natuurgebied. De PROCORO neemt hiervan akte. 34 De percelen die meer dan 50 meter van Zuremeersweg Achterstraat gelegen zijn worden groengebied. Hoe verklaart men dan de inkleuring van perceel 304F en G? De percelen 304F en 304G zijn ingekleurd binnen de 'zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een natuurlijke omgeving met nabestemming natuurgebied'. Dit is volledig conform de 36

37 uitgangspunten. Betreffende percelen liggen namelijk langs een voldoende uitgeruste weg zodat overgangsmaatregelen van toepassing zijn. 34 We zouden het op prijs stellen om de grens van het RUP te bekijken langs Zuremeersweg kadastrale legger 338. Wij hebben kennis dat er ooit een gerechtelijk onderzoek heeft plaatsgehad omdat initieel de grens van het weekendterrein schuin liep en ter goedkeuring in spiegelvorm werd aangeboden. We staan erop dat dit opnieuw wordt bekeken om verdere misbruiken te voorkomen. De grens van het plangebied ter hoogte van perceel 338 volgt de oorspronkelijke grens van de gewestplanbestemming. Het gevolg daarvan is dat de grens niet samen valt met een kadastrale perceelsgrens. Dit is echter juridisch op deze plaats de meest correcte oplossing. 37 Ik wens te wijzen op het tegenstrijdige beleid dat gevoerd wordt door de verschillende overheidsinstanties ten opzichte van de percelen aan de Achterstraat/Zuremeersweg: de gemeentelijke diensten voorzien in bepaalde basisbehoeften van deze percelen waaronder afvalophaling, daarnaast werden er in de periode wegen- en rioleringswerken uitgevoerd, terwijl in het verleden geen aansluiting op het rioleringstelsel mogelijk was. De opmerking heeft geen betrekking op het PRUP zelf. De PROCORO stelt met bezwaarschrijvers vast dat het in het verleden gevoerde beleid niet altijd consequent was. De herbestemming geeft nu aan alle overheidsinstanties een duidelijk signaal dat permanente bewoning binnen deze zone ook in de toekomst verboden blijft. 37

38 38

39 Deelplan Berlare 9, 11, 22, 33, 47, 48 We zijn niet akkoord met de herbestemming naar natuurgebied omwille van volgende redenen: - Mijn chalet is reeds voor 1970 bekend op de kadastrale legger. (9) - In de aankoopakte van de notaris staat dat het om een tweede verblijf gaat in een zone voor verblijfsrecreatie. (9) - De weg mag reeds in 1970 als losweg als erfdienstbaarheid eeuwigdurend en onvergeld gebruikt worden. (9) - Er zijn aan de constructie geen verbouwingen gebeurd. (9, 22) - Ik gebruik mijn chalet als weekendverblijf, niet als permanent verblijf. (9) - Negatieve effecten op water- en bodemsysteem zijn hier niet te verwachten. (9) - Alle constructies hebben een aansluiting op het elektriciteitsnet en sommige ook op het waternet en kabel TV. (9, 33) - Alle eigendommen samen gaat het over ca. 3 voetbalvelden. Is deze aanwinst de moeite waard? (9) - De twee percelen ten zuiden van het plangebied werden in het gemeentelijk RUP Donk herbestemd tot zone voor kerngebouwen. Nergens wordt verantwoord waarom de daaraan aanpalende percelen op volkomen andere wijze worden bestemd. (11) - Ons vakantieverblijf bestaat reeds vanaf (22) - De chalets in de zone zijn gebouwd in de jaren Er zit geen enkel PV op. (33) - Ik betaal ieder jaar taksen op mijn chalet. (33) - Ten westen van de zone is er een camping die onlangs nog is uitgebreid. De camping brengt meer overlast met zich mee. Waarom verandert de bestemming van de camping dan niet? (33) - Ten westen van de zone is er op ca. 150m een nieuwbouwwoning gebouwd in 2013, de eigendom loopt door tot tegen het broekbos. (33) - Ten oosten van de zone zijn er verschillende huizen gebouwd op een paar 100m van de weekendverblijven, de eigendommen lopen door tot tegen het broekbos. (33) - Wij berokkenen geen schade aan de natuur. We geven de vogels en andere dieren zelfs te eten. (33) - Op het gewestplan is het gebied bestemd als recreatiezone, kan dit nu zomaar veranderd worden? (33) - De herbestemming is in strijd met het GRS. (47) - Onze onbebouwde gronden binnen de zone zijn gelegen in een straat met alle nutsvoorzieningen en verschillende huizen. De gronden palen aan 5 villa's. (48) - Enkele km verderop zijn al en worden nog honderden ha onteigend voor natuur. (48) 39

40 Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor de zone voor verblijfsrecreatie Zandstraat werd gekozen voor de bestemming 'natuurgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat de zone gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Het gebied grenst aan een Grote Eenheid Natuur (onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk, VEN), dat ook beschermd is als landschap, ankerplaats, relictzone, habitat- en vogelrichtlijngebied. Het plangebied is ook deels aangeduid als relictzone ( Scheldevallei van Uitbergen tot Wichelen'). Geen enkel perceel is gelegen langs een voldoende uitgeruste weg (de weg in het gebied kent geen verharding). De zone voor verblijfsrecreatie Zandstraat ligt dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en is niet binnen woonomgeving gelegen. De bestemming zone voor verblijfsrecreatie behouden is geen optie omdat het net de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Dat er taksen werden en worden betaald is dus normaal. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari

41 Het PRUP heeft geen invloed op bestaande erfdienstbaarheden. Die blijven dus bestaan. Bekeken op provinciaal of Vlaams niveau is de oppervlakte van bijkomend natuurgebied op deze locatie inderdaad beperkt. Het is echter zo dat vele kleintjes zorgen voor een groot geheel. De bijkomende oppervlaktes natuur- en bosgebied moeten dan ook bekeken worden op de totaliteit aan herbestemmingen van de zones voor verblijfsrecreatie binnen de provincie Oost-Vlaanderen. De twee woningen gelegen langs de Zandstraat zelf, ten zuiden van het plangebied, kennen een andere ruimtelijke situatie dan het plangebied. Deze twee woningen behoren tot de woonkern Donk. In die zin werden deze twee percelen dan ook mee opgenomen in woongebied in het al goedgekeurde gemeentelijk RUP 'Donk'. Deze twee woningen liggen, in tegenstelling tot de achterliggende weekendverblijven, wel langs een voldoende uitgeruste weg en sluiten onmiddellijk aan bij woongebied aan de overzijde van de straat. De provinciale ruimtelijke visie op de weekendverblijfproblematiek in Berlare voorziet voor de camping ten westen van het plangebied ook in een herbestemming naar open ruimte. Deze herbestemming is echter pas voorzien in fase 3. Dit omdat nog moeten worden onderzocht of de camping eventueel kan herlokaliseren naar de deelzone Donk noord. Ten oosten van het plangebied staan inderdaad woningen. Deze woningen staan echter binnen woongebied. Tussen de weekendverblijfcluster binnen voorliggend plangebied en betreffende wooncluster zit er trouwens nog een grote afstand. Er kan niet gesteld worden dat de weekendverblijfcluster ruimtelijk aansluit bij de wooncluster in het oosten. Ook de nieuwbouwwoning ten westen van het plangebied kent een andere ruimtelijke context. Voorliggend RUP betreft een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Strikt juridisch genomen, is een overeenstemming met het GRS niet vereist. Los daarvan is voorliggend PRUP niet in strijd met het GRS. Enkel de twee woningen gelegen langs de Zandstraat zelf worden beschouwd als behorende tot de woonkern Donk. In die zin werden deze twee percelen dan ook mee opgenomen in woongebied in het al goedgekeurde gemeentelijk RUP 'Donk'. Deze twee woningen liggen, in tegenstelling tot de achterliggende weekendverblijven, wel langs een voldoende uitgeruste weg en sluiten onmiddellijk aan bij woongebied aan de overzijde van de straat. Het feit dat er in de omgeving al heel wat is en wordt onteigend i.f.v. natuur is natuurlijk geen reden om voorliggende zone niet naar natuurgebied te herbestemmen. Wel doorslaggevend is de ligging middden in waardevol open-ruimte-gebied

42 Op pag. 34/79 wordt vermeld dat "weekendverblijven die hier gelegen zijn, zijn allen niet vergund, twee verblijven zijn permanent bewoond op en sinds 1 september 2008"; dit uitgangspunt is, wat het perceel van mijn cliënten betreft, onjuist; beide gebouwen werden reeds opgericht voor de inwerkingtreding met gewestplan dd. 7 november 1978 en worden derhalve, in toepassing van art VCRO, geacht te zijn vergund. Bezwaarschrijver refereert nog naar het ontwerp van het vorige openbaar onderzoek. De tekst is in het huidige ontwerp aangepast naar: "Er zijn geen stedenbouwkundige vergunningen voor de verblijven afgeleverd, twee verblijven zijn permanent bewoond op en sinds 1 september 2008." Deze nieuwe stelling is wel correct en doet geen uitspraken over het al dan niet vergund geacht zijn van de constructies. 42

43 Deelplan Lede 14 Op mijn terrein staat een chalet die met de nodige vergunningen werd verbouwd in het jaar Hierbij werden alle voorschriften in acht genomen. Bij de verbouwingen is met het hoogst mogelijke respect voor de aanwezige natuurwaarden gewerkt. Zo kwamen er streekeigen bomen en struiken. Omwille van de overstromingsgevoeligheid is de chalet op pootjes gezet. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene (na)bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari

44 Deelplan Sint-Niklaas 4, 38, 39, 41 We zijn niet akkoord dat de zones aan de Kernemelkstraat zijn ondergebracht in fase 1 (herbestemming naar bos). De zones in kwestie voldoen net aan alle criteria om omgezet te worden naar recreatief woongebied (fase 2) omwille van volgende redenen: - De zones zijn gelegen in gebied voor verblijfsrecreatie en niet in natuurgebied, groengebied of landschappelijk waardevol gebied. (4) - De zones zijn gelegen in de Kernemelkstraat. Vooraan en achteraan in de straat is er lintbebouwing. (4) - De zones zijn omringd door agrarisch gebied en zonevreemde woningen. (4) - Het is perfect mogelijk om enkel de nu vergunde verblijven om te vormen naar recreatief woongebied en de rest een bosbestemming te geven. (4) - De open ruimte kan niet worden gerealiseerd door de talrijke zonevreemde woningen. (4) - Er is sprake van een voldoende groot, aaneengesloten geheel. Het gaat niet om versnipperde, sporadische bebouwing. (41) - Er is geen sprake van prioritaire natuurwaarden (41): o De zones zijn niet gelegen in of in de omgeving van habitat- of vogelrichtlijngebied. o De zones zijn niet gelegen in of in de omgeving van VEN-gebied. o De zones zijn niet gelegen in de omgeving van een natuurgebied, reservaatgebied, bosgebied of enig andere groene zone volgens het gewestplan. De aanpalende percelen zijn bestemd als agrarisch gebied. o Op de BWK worden de zones aangeduid als biologisch waardevol. De natuurwaarden werden door de karteerders dus als matig ingeschat. Het gaat om naaldbos met een beperkte natuurwaarde. Het gebied Giezeveld in Wetteren heeft een gelijkaardige kartering en hier gaat de Provincie akkoord met het voorzien van een woonbos. - Er is geen sprake van noemenswaardige landschappelijke waarden die in het gedrang komen (41): o De zones zijn niet gelegen binnen een beschermd landschap. o De zones zijn evenmin gelegen binnen een ankerplaats of erfgoedlandschap. o De zones worden omgeven door gewoon agrarisch gebied (niet landschappelijk waardevol). o De zones zijn gelegen in een relictzone. Uit niets blijkt dat een omzetting naar woongebied niet strookt met de beleidswenselijkheden van de relictzone. Een relictzone is overigens geen juridisch begrip en heeft niet het minste rechtsgevolg. - De zones zijn volledig verkaveld en grotendeels ontwikkeld. Een omzetting naar recreatief woongebied zal dus geen noemenswaardige bijkomende impact hebben. (41) - Er is al sprake van een hoog percentage aan permanente bewoning. Een omzetting naar recreatief woongebied zal dus geen noemenswaardige bijkomende impact hebben. (41) 44

45 - Er is sprake van een goede ontsluiting. De aanwezige infrastructuur is ruim voldoende voor een omzetting van de zone naar recreatief woongebied. (41) - Dat het plangebied niet rechtstreeks aansluit bij woongebied is geen reden om het niet om te vormen naar recreatief woongebied. Alle andere criteria zijn immers vervuld. Het aansluiten bij een woonomgeving wordt hier als doorslaggevend criterium beschouwd, terwijl dat in andere gevallen niet zo is (cfr. Braemstraat in Stekene). De zones op zich vormen trouwens al een woonomgeving. (41) Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor de zones voor verblijfsrecreatie aan de Kernemelkstraat werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat de zone gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De percelen zijn voor het grootste deel bebost. Ook de omgeving van het plangebied kent een sterk bebost karakter. Deze bossen hebben een grote waardering op de biologische waarderingskaart. De bossen binnen de zones kregen de kartering 'biologisch waardevol'. Dit is geenszins een 'matige' kartering, zoals een bezwaarschrijver stelt. In de onmiddellijke omgeving van de zones komen trouwens ook biologisch zeer waardevolle elementen voor. De zones zijn gelegen in de relictzone Bosgebieden van de stuifzandrug Waasmunster-Belsele- Sint-Niklaas. De zones voor verblijfsrecreatie aan de Kernemelkstraat liggen dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en zijn niet binnen woonomgeving gelegen. De aanwezigheid van een beperkt aantal zonvreemde woningen doet hieraan geen afbreuk. Uiteraard gaat het op vandaag om gebied voor verblijfsrecreatie op het gewestplan. Het planningsproces heeft juist betrekking op deze zones. Het is net de bedoeling om deze dubbelzinnige bestemming te schrappen en meer passende bestemmingen te voorzien. 45

46 Verder is het aantal zonevreemde woningen in de omgeving niet van die aard dat er een gevaar is op het overschrijden van de ruimtelijke draagkracht. Permanente bewoning toelaten in alle weekendverblijven in de zones aan de Kernemelkstraat zou daarentegen wel een overschrijding van de ruimtelijke draagkracht teweeg brengen. Het feit dat het gaat om een voldoende groot, aaneengesloten geheel is uiteraard geen reden op zich om een herbestemming naar recreatief woongebied te overwegen. De ruimtelijke situatie van het gebied Giezeveld in Wetteren is niet te vergelijken met de zones aan de Kernemelkstraat: Giezeveld is ruimtelijk gunstiger gelegen dan de zones aan de Kernemelkstraat omwille van de aansluiting bij het stedelijk gebied van Wetteren. Daarenboven klopt het niet dat de Provincie zomaar akkoord gaat met de herbestemming van het gebied Giezeveld tot woonbos. De deputatie formuleert hierover in haar adviezen heel wat bemerkingen. Hoewel een 'relictzone' geen strikt juridische betekenis heeft (zoals bezwaarschrijvers terecht aangeven), heeft de aanduiding wel een duidelijke beleidsmatige betekenis. Zo werden relictzones ook in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) geselecteerd. Het PRS stelt dat relictzones maximaal dienen bewaard te worden. Een provinciaal RUP moet uitvoering geven aan de bepalingen van het PRS. Een omzetting naar recreatief woongebied is hier dus niet aan de orde. Dat de zones op vandaag grotendeels ontwikkeld zijn en een hoog percentage aan permanente bewoning kennen (die trouwens voor het overgrote gedeelte illegaal is), betekent nog niet dat een omzetting naar recreatief woongebied te verantwoorden is. Ten eerste is de ruimtelijke impact van permanente bewoning groter dan die van weekendverblijven. Weekendverblijven kunnen kleiner zijn in volume en oppervlakte, kunnen een lager uitrustingsniveau hebben, de wegen die ernaar toe lopen hoeven niet verhard te zijn, Een belangrijk element is ook dat er niet permanent personen aanwezig zijn, waardoor er minder energie verbruikt wordt en de mobiliteitsimpact kleiner is. Ten tweede is het juist de bedoeling dat op lange termijn heel wat bebouwing zal verdwijnen (o.a. door verkrotting), waardoor de ruimtelijke impact gevoelig zal verkleinen. Het aansluiten bij een bestaand woongebied of het deel uitmaken van een bestaande woonomgeving is weldegelijk het prioritaire en doorslaggevende criterium voor het kunnen omzetten naar recreatief woongebied. Dit wordt ook zo in de provinciale ruimtelijke visies en visies in het kader van RUP's gesteld. Dit criterium wordt weldegelijk overal toegepast. Als aan dit criterium niet is voldaan, is een omzetting naar recreatief woongebied vanuit ruimtelijk perspectief niet te verantwoorden. Als wel aan dat criterium is voldaan, wordt gekeken naar de secundaire criteria (het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit). Het aangehaalde voorbeeld van zone F1 (Braemstraat) in Stekene scoort een onvoldoende op het criterium externe ontsluiting: het plan-mer geeft aan dat er een groot probleem ontstaat bij een omzetting naar recreatief woongebied. De zones op zich vormen uiteraard geen bestaande woonomgeving aangezien de woonfunctie stedenbouwkundig niet is vergund. 46

47 36 We gaan niet akkoord met de (na)bestemming bosgebied voor de zone aan de Riemeersstraat omwille van volgende redenen: - In de straat staan verscheidene huizen en een kippenbedrijf. - Alle nutsvoorzieningen zijn aanwezig: elektriciteit, leidingwater, telefoon, - De bomen en struiken op ons perceel zijn door ons zelf gepland 45 jaar geleden. - Het meeste groen en bos in onze straat bevindt zich in het tweede gedeelte waar de meeste huizen staan. - Gaan die percelen het grote verschil maken in een straat die aan een woonzone grenst en die het verkeer naar de bestaande huizen in onze straat moet toelaten? Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor de zone voor verblijfsrecreatie aan de Riemeersstraat werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat de zone gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De percelen zijn voor het grootste deel bebost. Ook de omgeving van het plangebied kent een sterk bebost karakter. Deze bossen hebben een grote waardering op de biologische waarderingskaart. De zone is gelegen in de relictzone Bosgebieden van de stuifzandrug Waasmunster-Belsele-Sint-Niklaas. De zone voor verblijfsrecreatie aan de Riemeersstraat ligt dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en is niet binnen woonomgeving gelegen. De aanwezigheid van een beperkt aantal zonvreemde woningen en een 47

48 kippenbedrijf doen hieraan geen afbreuk. Het is niet omdat de Riemeersstraat een heel eind verderop in woongebied uitkomt dat er ruimtelijk aansluiting op dit woongebied is. Bekeken op provinciaal of Vlaams niveau is de oppervlakte van bijkomend bosgebied op deze locatie inderdaad beperkt. Het is echter zo dat vele kleintjes zorgen voor een groot geheel. De bijkomende oppervlaktes natuur- en bosgebied moeten dan ook bekeken worden op de totaliteit aan herbestemmingen van de zones voor verblijfsrecreatie binnen de provincie Oost-Vlaanderen. 41 ln het RUP wordt als ontsluiting ten onrechte verwezen naar de ontsluiting naar de Kernemelkstraat. ln werkelijkheid, en zoals ook voorzien werd in de verkavelingsvergunning, wordt deze zone ontsloten via twee toegangswegen tot de Limietstraat. Bezwaarschrijver refereert nog naar het ontwerp van het vorige openbaar onderzoek. De tekst is in het huidige ontwerp aangepast naar: "De cluster wordt via een lus met twee toegangen naar de Limietstraat ontsloten." 41 Binnen de zone Kernemelkstraat zijn de wegen duurzaam verhard. De bewering in de toelichting dat er sprake zou zijn van aardewegen met hier en daar steenslag is manifest onjuist en toont een duidelijke vooringenomenheid en gebrek aan objectiviteit aan in hoofde van de ontwerper. Uit de foto's in bijlage blijkt dat er sprake is van een duurzame verharding met steenslag en asfalt. Slechts enkele jaren geleden werd de wegenis binnen de verkaveling via onderhoudswerken opnieuw genivelleerd en volledig heraangelegd, inclusief de verharding. 48

49 De wegen binnen de zone Kernemelkstraat zijn zandwegen die plaatselijk met steenslag / keitjes verhard zijn, zoals in de toelichtingsnota correct wordt weergegeven. De aanwezige wegen zijn niet "duurzaam verhard" te noemen. De foto's van bezwaarschrijver bevestigen dit alleen maar. Op geen enkele van de foto's genomen binnen de zone is asfalt waar te nemen. Bovendien merkt de PROCORO op dat het een beleidsmatige keuze was om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimtegebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Het al dan niet duurzaam verhard zijn van de interne wegen is dan ook een secundaire discussie. 42 Ik verzoek uitdrukkelijk om binnen de zone aan de Haneweestraat de 'zone voor bosgebied' aan te duiden als 'zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een beboste omgeving met nabestemming bosgebied', waarbij de nabestemming ingaat vanaf 2022, omwillen van volgende redenen: - Het niet voorzien van bouwmogelijkheden tot 2022 is in strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat de mogelijkheden wel voorzien zijn in de zones aan de Kernemelkstraat en de Riemeersstraat. - De schrapping van deze zone als tijdelijke recreatiezone op basis van een (bewust foutieve) interpretatie van het bezwaar uit het vorige openbaar onderzoek, zonder zelf objectief onderzoek uit te voeren naar de werkelijke bouwmogelijkheden op deze percelen, schendt het zorgvuldigheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het motiveringsbeginsel. Ik verzoek om dit te doen voor de volledige zone, minstens tot een diepte van 75 m vanaf de rooilijn, zodat de bestaande constructies binnen deze overgangszone vallen, omwille van volgende redenen: - Zonder enige motivering, met miskenning van de bestaande bebouwing en in strijd met de toelichting bij het PRUP, werd in het eerste ontwerp de overgangszone, waarin tot 2020 (nu tot 2022) nog kan gebouwd, herbouwd en uitgebreid worden in functie van verblijfsrecreatie, beperkt tot de eerste 50 m vanaf de rooilijn. - Er ontstaat een schending van het gelijheidsbeginsel. De bestaande weekendverblijven in de zones aan de Kernemelkstraat kunnen wel herbouwd en uitgebreid worden. Die aan de Haneweestraat niet omdat ze niet binnen de overdrukzone van het 1 ste ontwerp vielen. 49

50 - Er zijn hoogspanningsleidingen aanwezig. Omwille van gezondheidsredenen is de meest wenselijke bouwplaats op ca m achter de rooilijn. In alle PRUP's van de eerste fase wordt in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voorzien voor percelen die op vandaag binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling liggen en voor (gedeelten van) percelen die langs een voldoende uitgeruste weg liggen. In dat laatste geval geldt telkens een maximale diepte van 50 meter. Dit om te vermijden dat er op zeer diepe percelen achteraan wordt gebouwd en dat zo de achterliggende ruimte extra wordt versnipperd. De PROCORO stelt voor om dit uitgangspunt in de toelichtingsnota's nog eens te expliciteren. De PROCORO is van oordeel dat, conform bovenstaand uitgangsprincipe, ook de gedeelten van de percelen in de zone aan de Haneweestraat overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden moeten krijgen voor wat betreft de eerste 50 meter vanaf de rooilijn. De PROCORO merkt op dat uiteraard ook de veiligheidsvoorschriften van Elia zullen moeten worden nageleefd. Omdat bezwaarschrijver aangeeft dat er binnen de eerste 50 meter vanaf de rooilijn nog bouwmogelijkheden zijn, ook als de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd, is de PROCORO niet langer van mening dat het nuttig is om de overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden niet te weerhouden voor de zone aan de Haneweestraat. De PROCORO is het er echter niet mee eens dat de overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden moeten voorzien worden tot op een diepte van 75 meter. Dat zou in strijd zijn met het uitgangsprincipe. Het feit dat een aantal percelen al tot die diepte bebouwd zijn, doet hier niet terzake. Er is geen schending van het gelijkheidsbeginsel want de bestaande dieper gebouwde weekendverblijven in de zone aan de Haneweestraat bevinden zich in een andere ruimtelijk situatie dan de bestaande weekendverblijven in de zones aan de Kernemelkstraat: de bestaande dieper gebouwde weekendverblijven in de zone aan de Haneweestraat liggen niet binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling of binnen de eerste 50 meter van een perceel dat langs een voldoende uitgeruste weg gelegen is, terwijl dat wel het geval is voor de bestaande weekendverblijven in de zones aan de Kernemelkstraat. De overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden tot 75 meter diep wel voorzien in de zone aan de Haneweestraat zou pas in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel omdat er dan een andere behandeling zou zijn dan voor zones in een gelijke ruimtelijke situatie in andere (deel)plannen. De PROCORO adviseert om in de toelichtingsnota's nog eens te expliciteren dat in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden wordt voorzien voor percelen die op vandaag binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling liggen en voor (gedeelten van) percelen die langs een voldoende uitgeruste weg liggen. In dat laatste geval geldt telkens een maximale diepte van 50 meter. Dit om te vermijden dat er op zeer diepe percelen achteraan wordt gebouwd en dat zo de achterliggende ruimte extra wordt versnipperd. De PROCORO adviseert om ook voor de gedeelten van de percelen in de zone aan de Haneweestraat overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden te voorzien voor wat betreft de eerste 50 meter vanaf de rooilijn. 50

51 45 Wij vragen om het PRUP zodanig aan te passen dat de verkaveling aan de Kernemelkstraat kan blijven bestaan zoals voorheen met ongewijzigde bouwvoorschriften of andere voorwaarden. Ook vragen wij dat zolang de percelen geen bosgebied worden, de verkaveling niet opgeheven wordt en de bouwvoorschriften zoals bepaald in de verkavelingsvergunning tot die tijd blijven gelden. lndien dat niet kan, vragen wij uitstel van de in het PRUP genoemde termijnen. Meer bepaald dat de percelen in onze eigendom niet onmiddellijk bosgebied zouden worden maar dat er in een beduidend langere overgangstermijn in de ordegrootte van 1 generatie voorzien zou worden. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor de zones voor verblijfsrecreatie aan de Kernemelkstraat werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat de zone gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De percelen zijn voor het grootste deel bebost. Ook de omgeving van het plangebied kent een sterk bebost karakter. Deze bossen hebben een grote waardering op de biologische waarderingskaart. De zones zijn gelegen in de relictzone Bosgebieden van de stuifzandrug Waasmunster-Belsele-Sint-Niklaas. 51

52 De verkaveling laten bestaan betekent de facto dat de bestemming verblijfsrecreatie zou worden behouden. Dat is geen optie aangezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. Ook de verkaveling maar opheffen bij het ingaan van de nabestemming bosgebied is geen optie. De stedenbouwkundige bepalingen tijdens de overgangsperiode tot 1 januari 2022 zijn nodig om de ruimtelijke impact te beperken van nieuw gebouwde weekendverblijven en om permanente bewoning van nieuw gebouwde weekendverblijven tegen te gaan. Het gaat namelijk over zones waar het vanuit ruimtelijk oogpunt niet te verantwoorden is om een grote impact van constructies en permanente bewoning toe te staan. Dit omdat deze zones in een waardevolle open-ruimte-omgeving gelegen zijn. De PROCORO is van mening dat het niet aangewezen is om de overgangsperiode met bouwrechten te verlengen. De PROCORO vindt een overgangsperiode tot 1 januari 2022 ruimschoots voldoende om mensen in de mogelijkheid te brengen om stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande constructies in orde te brengen. 49 Gezien de meerdere bestaande illegale verblijven net buiten de gebieden voor verblijfsrecreatie een grote aantasting zijn van het bosgebied, vragen wij de opname van versterkingsmaatregelen ter bescherming van het bosgebied gelegen rondom een gebied voor verblijfsrecreatie. De opmerking heeft geen betrekking op het PRUP zelf. In een RUP kunnen enkel (verordenende) bepalingen worden opgenomen voor de plangebieden die effectief in het RUP gelegen zijn. De aanpak van illegale verblijven buiten zones voor verblijfsrecreatie is een zaak van handhaving. De PROCORO is van mening dat dit voor handhaving een prioriteit zou moeten zijn

53 Opleggen van het installeren van een kleinschalige waterzuivering bij elke bouwvergunning of regularisatie. De voorschriften van het PRUP stellen: "Het is verboden vervuild water in het oppervlaktewater te lozen. Er dient verplicht te worden aangesloten op een bestaande riolering. Indien dit niet mogelijk is, dient een systeem van Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) te worden voorzien." Stedenbouwkundige vergunningen kunnen dus maar worden afgeleverd als aan deze bepaling is voldaan. 49 Om het zwaar vervoer in de recreatiezone te beperken, verzamelpunten verplichten voor vuilzakken, postbussen. De PROCORO is van mening dat het verplichten van verzamelpunten in een provinciaal RUP te ver gaat. De voorschriften van het PRUP staan het oprichten van verzamelpunten echter niet in de weg. Dit is dus een element dat de gemeentelijke overheid kan regelen los van het PRUP. 49 Opleggen van aanplanting van streekeigen struiken en bomen. Niet streekeigen aanplantingen laten verwijderen, tenzij deze ondertussen een belangrijke rol spelen binnen een ecologisch systeem, (bijvoorbeeld: naar honingbijen, en mussenpopulaties...). Het moet juist de bedoeling zijn om het beboste karakter zoveel als mogelijk te vrijwaren. Het PRUP voorziet stedenbouwkundige voorschriften in die zin. De PROCORO vindt het niet aangewezen om op 53

54 te leggen dat alle niet-streekeigen groen moet verdwijnen. Zoals bezwaarschrijver zelf terecht aangeeft, kan ook niet-streekeigen groen een rol spelen binnen een ecologisch systeem. Het is onbegonnen werk om dergelijk element te objectiveren in verordenende stedenbouwkundige voorschriften. 54

55 Deelplan Stekene 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 Verkeerdelijk wordt in het kaartenmateriaal aangegeven dat er sprake zou zijn van prioritair gebied overeenkomstig de ecosysteemkwetsbaarheidkaarten. Dit is niet het geval. Nergens is in de toelichtingsnota sprake van prioritair gebied gebied overeenkomstig de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten. Wel is het zo dat zones D6, D7 en D7 binnen een waardevolle open-ruimte-omgeving gelegen zijn. De zones zijn gelegen in een bebost gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde, het Bekafcomplex. De delen van het Bekafcomplex die op het gewestplan niet bestemd zijn als zone voor verblijfsrecreatie, zijn opgenomen in de Grote Eenheid Natuur Bekafcomplex (onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk, VEN). De meeste niet bebouwde percelen van het plangebied zijn bebost; deze bossen hebben een grote waardering op de biologische waarderingskaart. Alle zones zijn gelegen in dezelfde relictzone Bosgebieden van noordwest Stekene. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan bestemt het Bekafcomplex als een parkbosgebied en prioritair natuur- en bosgebied. Binnen deze zones is een bestemmingswijziging naar een zone waar weekendverblijven kunnen gebouwd worden, niet gewenst. Het structuurplan voorziet voorts in een strenge aanpak van niet vergunde individuele verblijven en voorziet beperkingen voor de bestaande clusters. In het centrale gedeelte van het Bekafcomplex, waartoe de drie plangebieden behoren, wordt de draagkracht van het gebied momenteel sterk overschreden. De grote hoeveelheid kleine bebouwde kavels veroorzaakt een sterke versnippering. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 43, 50 We gaan niet akkoord met de herbestemming van zones D6, D7 en D12 naar open ruimte. Deze zones zouden de bestemming recreatief woongebied moeten krijgen of minstens de bestemming verblijfsrecreatie behouden omwille van volgende redenen: - Het gaat niet om ongeschonden zones. De zones zijn zo goed als volledig gerealiseerd. Op die manier is de visie voor deze zones (in de mate dat er al sprake was van open gebieden) volledig voorbijgestreefd. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 43) 55

56 - Geen van de zones is opgenomen in biologisch zeer waardevol gebied. Zone D12 is gelegen in een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Een groot deel van zone D7 is niet aangeduid. Voor het overige is de zone gelegen in een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21) - (Nagenoeg) identieke ruimtelijke situaties worden niet altijd op dezelfde manier behandeld. Zones E1, E2, D10 en D11 zijn eveneens als biologisch waardevolle gebieden aangegeven, sluiten ook aan bij het Bekaf-complex en worden wel herbestemd naar recreatief woongebied. Er wordt met twee maten en twee gewichten gewerkt omwille van volgende redenen (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21): o Zones D6, D7 en D12 zijn kwalitatief ontwikkeld, terwijl dat bij zones E1, E2, D10 en D11 veelal niet zo is. o Zones D6, D7 en D12 zijn goed ontsloten en beschikken over alle nutsvoorzieningen, terwijl dat bij zones E1, E2, D10 en D11 veelal niet zo is. o Zones D6, D7 en D12 zijn niet als prioritair opgenomen in de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten en zijn niet opgenomen in het VEN of IVON, net als zones E1, E2, D10 en D11. o Zones D6, D7 en D12 zijn niet biologisch zeer waardevol, net als zones E1, E2, D10 en D11. Een groot deel van zone D7 is niet op de BWK aangeduid, terwijl zones E1, E2, D10 en D11 wel zijn aangeduid. o Zones D6, D7 en D12 zijn op vergelijkbare afstand van de woonkern gelegen als zones E1, E2, D10 en D11. Ook Groen en Stekene Verkocht bevestigen dit standpunt. - De veelal kwalitatieve stenen weekendverblijven zijn met de nodige vergunning opgericht en zijn gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21) - De zones zijn goed ontsloten. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21) - De zones beschikken over alle nutsvoorzieningen: een volwaardig elektriciteitsnet, aansluiting op het waternet, postbedeling en huisvuilophaling. Voor zone D7 is op termijn riolering voorzien. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21) Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). 56

57 Voor de zones voor verblijfsrecreatie D6, D7 en D12 werd gekozen voor de nabestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat de zone gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De zones zijn gelegen in een bebost gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde, het Bekafcomplex. De delen van het Bekafcomplex die op het gewestplan niet bestemd zijn als zone voor verblijfsrecreatie, zijn opgenomen in de Grote Eenheid Natuur Bekafcomplex (onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk, VEN). De meeste niet bebouwde percelen van het plangebied zijn bebost; deze bossen hebben een grote waardering op de biologische waarderingskaart. Alle zones zijn gelegen in dezelfde relictzone Bosgebieden van noordwest Stekene. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan bestemt het Bekafcomplex als een parkbosgebied en prioritair natuur- en bosgebied. Binnen deze zones is een bestemmingswijziging naar een zone waar weekendverblijven kunnen gebouwd worden, niet gewenst. Het structuurplan voorziet voorts in een strenge aanpak van niet vergunde individuele verblijven en voorziet beperkingen voor de bestaande clusters. In het centrale gedeelte van het Bekafcomplex, waartoe de drie plangebieden behoren, wordt de draagkracht van het gebied momenteel sterk overschreden. De grote hoeveelheid kleine bebouwde kavels veroorzaakt een sterke versnippering. De zones voor verblijfsrecreatie D6, D7 en D12 liggen dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en zijn niet binnen woonomgeving gelegen. Een herbestemming naar recreatief woongebied is dan ook ruimtelijk niet te verantwoorden. De bestemming verblijfsrecreatie behouden is ook geen optie aangezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. De zones E1, E2, D10 en D11 liggen wel binnen een bestaande woonomgeving. Dat is het grote ruimtelijke verschil met de zones D6, D7 en D12. De zones E1, E2, D10 en D11 enerzijds en de zones D6, D7 en D12 anderzijds, bevinden zich dus niet in een gelijke (ruimtelijke) situatie. Een verschil in behandeling is dan ook objectief te motiveren. Er kan dan ook geen sprake zijn van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene (na)bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari

58 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 Ondanks het feit dat er wordt gesproken van overgangsbepalingen dient vastgesteld dat voor de zones D6, D7 en D12 niet in overgangsbepalingen wordt voorzien voor de (nog beperkt aanwezige) onbebouwde percelen. Dit is in strijd met de provinciale visie. Daarenboven is het duidelijk dat de onbebouwde percelen geen enkele meerwaarde meer zullen betekenen voor het omliggend bos. De financieel zwakkere eigenaars worden hierdoor getroffen. Voor de zones aan de Koestraat en de Kolshoekstraat wordt daarentegen wel in overgangsmaatregelen voorzien. De onbebouwde delen van zones D6, D7 en D12 zijn op vandaag nochtans ook nog bebouwbaar omwille van hun ligging langs een voldoende uitgeruste weg en/of in een verkaveling. Bovendien wordt voor sommige onbebouwde delen binnen het plangebied zelf wel in overgangsmaatregelen voorzien en voor andere dan weer niet. Dit is niet consequent. De PROCORO stelt vast dat voor de zones D6, D7 en D12 weldegelijk in overgangsmaatregelen wordt voorzien. Alle drie de zones krijgen integraal de bestemming 'zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een beboste omgeving met nabestemming bosgebied'. Wat bezwaarschrijvers stellen, is dus niet correct. 50 Wij hebben in 2013 een perceel gekocht om er een weekendverblijf op te bouwen, hetgeen we ook gedaan hebben.wij vinden het niet getuigen van goed bestuur en al zeker niet van rechtszekerheid dat eerst de toelating wordt gegeven aan de vroegere eigenaar om het terrein te verkavelen voor verblijfsrecreatie, vervolgens worden er alle nutsvoorzieningen aangebracht, inclusief een cabine van eandis en vervolgens wordt het terrein bouwrijp gemaak. Vervolgens wordt er ons een bouwvergunning afgeleverd voor een weekendverblijf en nu plots wordt de bestemming van het gebied gewijzigd naar "nabestemming bosgebied". 58

59 De PROCORO merkt op dat de deputatie de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' al heeft goedgekeurd op 16 mei Daarover werd ruim gecommuniceerd, o.a. door de verspreiding van een folder. Op de datum van de aankoop van vermeld perceel was het dus al duidelijk dat deze zone de nabestemming bosgebied zou krijgen. Daarenboven is het zo dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven met de realisatie van de voorziene (na)bestemming beschouwd worden als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari lndien het dan toch de bedoeling was geweest om het om te vormen naar bosgebied, had men het misschien beter bosgebied gelaten? Betreffende zone kreeg op het gewestplan de bestemming 'gebied voor verblijfsrecreatie'. De inkleuring van de gewestplannen dateert al van de jaren Het is niet onlogisch dat in de loop van de jaren nieuwe behoeften en nieuwe inzichten ontstaan. De PROCORO is van mening dat er op vandaag geen behoefte meer is aan het aansnijden van nieuwe zones voor weekendverblijven. Het bestaande aanbod aan (nu vaak permanent bewoonde) weekendverblijven volstaat ruimschoots om de toekomstige recreatieve behoefte (toeristisch gebruik en gebruik als tweede verblijf) op te vangen. 59

60 60

61 Overige aspecten 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 Bezwaarschrijvers formuleren een aantal opmerkingen op de stedenbouwkundige voorschriften voor de zone voor recreatief wonen. Voorliggend PRUP bevat geen zones voor recreatief wonen. De opmerkingen hebben dan ook geen betrekking op voorliggend PRUP. 61

62 BESLUIT Samenvattend stelt de PROCORO volgende wijzigingen aan het ontwerp PRUP voor: De PROCORO adviseert om in de toelichtingsnota's nog eens te expliciteren dat in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden wordt voorzien voor percelen die op vandaag binnen een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling liggen en voor (gedeelten van) percelen die langs een voldoende uitgeruste weg liggen. ln dat laatste geval geldt telkens een maximale diepte van 50 meter. Dit om te vermijden dat er op zeer diepe percelen achteraan wordt gebouwd en dat zo de achterliggende ruimte extra wordt versnipperd. De PROCORO adviseert om ook voor de gedeelten van de percelen in de zone aan de Haneweestraat in Sint-Niklaas overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden te voorzien voor wat betreft de eerste 50 meter vanaf de rooilijn. De PROCORO heeft geen bijkomende opmerkingen Resultaat stemming over het ontwerp van advies: unaniem Na beraadslaging, Gent, 2l april De voorzitter Johan Rutgee e PRO t/- Oost-Vlaanderen Bijlage Advies van het depa Ruimte Vlaanderen (maakt integraal deel uit van het advies van de PROCORO) 62

63 w+ AANGETEKEND Provinciebestuur Oost-Vlaa t.a.v. PROCORO Gouvernementstraat I 9OOO GENT PfìOVltlCl tf-:$tuur 0S'$T'VL ',, ohjëìlën IËNST hlr. 0 $ -::' l.l! r l.iì: P,{È:'F l'1 l:: :'l T \.ð\l.j llia V i ÂÂ!\rì S I OVi li i I lì I t) uw kenmerk vragen naar/ Koen Grootaert koen. g rootaert@nruo. vla anderen. be ons kenmerk 2.13t40000/168.3 telefoonnummer bijlagen datum O Y.?ar, Betreft: Provincie Oost-Vlaanderen, provinciaal RUP "Reconversie zones voor verblijfsrecreatie naar open ruimtegebied: fase 1 te Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, SintNiklaas en Stekene" : advies tijdens het openbaar onderzoek Geachte voorzitter, Hierbij bezorg ik u het advies van het departement RWO 1. rechtsgrond van het advies en relevante regelgeving of beleidskaders Op grond van artikel $4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bezorgt het departement aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening een advies over de overeenstemming van het ontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplannen. Artikel $5 voorziet dat dit advies integraal opgenomen dient te worden in het advies van de PROCORO. 2. samenvatting van het dossier Het voorliggende PRUP voorziet in de herbestemming van een aantal zones voor verblijfsrecreatie verspreid over het grondgebied van de provincie m.n. SintNiklaas Haneweestraat- Riemeerstraat-Kernemelkstraat, Haaltert Reamerik, Berlare Zandstraat, Aalst Achterstraat, Lede Ledestraat en Stekene zones D6, D7 en D1 De uitwerking gebeurde in een voorbereidende fase, waarbij het departement RWO betrokken WAS, 3. beknopte historiek Op 09/ heeft de provincieraad van Oost-Vlaanderen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "Reconversie van zones voor verblijfsrecreatie naar openruimtegebied - fase 1" te Aalst, Berlare, Haalted, Lede, Sint-Niklaas en Stekene voorlopig vastgesteld. Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd. De minister verleende op 10 januari 2014 een voorwaardelijk gunstig advies. ln het bijzonder werd gesteld dat voor het mogelijk maken van bijkomende bebouwingsmogelijkheden ter hoogte van de cluster Achterstraat te Aalst, de cluster Haneweerstraat-Riemeerstraat-Kernemelkstraat te Sint-Niklaas en de cluster D6, D7 en D12 te Stekene elke onderbouwing ontbreekt. Verder werd opgemerkt dat de vorderingen tot betaling van planschade, ongeacht het bedrag ervan, tot de bevoegdheid behoort van de rechtbanken van eerste aanleg en dat het register van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschade betreffende het grond- en pandendecreet of gebruikscompensatie uit het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van de gebruikerscompensatie bij bestem- Ruirr te Vlaanderen OoslVlaandoren, Virçir:ie Lavulínggebr:uw Koningin Maria i-lendrikapl*in 70 hits $0. $ü00 Gent '* "* *.. r z) l"t t t.qt r,æ * rj* r *r.b a

64 mingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden van openbaar nut, enkel dient in te gaan op de vraag of er potentieel planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade ontstaat. Het ontwerp prup werd niet tijdig definitief vastgesteld waardoor het verviel Voorliggend voorontwerp van prup blijkt een herneming van het eerder gevoerde planproces waarbij beperkte wijzigingen werden doorgevoerd aan de planinhoud. Op werd een plenaire vergadering gehouden. Het departement RWO verleende een gunstig advies mits - de bijkomende mogelijkheden voor weekendverblijven lol1l1l2o20 worden geschrapt; - de bepalingen inzake de uitbreiding van het permanent wonen worden geschrapt; - een aantal technische aanpassingen worden doorgevoerd. Op werd het plan voorlopig vastgesteld door de provincieraad. Het openbaar onderzoek loopt van 08/ tot Verenigbaarheid met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen en daaruit voortvloeiende planprocessen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bepaalt dat alle terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven (ongeacht de bestemming op het gewestplan) moeten worden geëvalueerd i.f.v. de ruimtelijke draagkracht van het betrokken gebied. Deze benadering vertrekt van de feitelijke toestand, waarbij het zone-eigen of zonevreemd karakter en het tijdstip waarop het openluchtrecreatief verblijf is gerealiseerd slechts aspecten zijn bij de afweging. ln de praktijk kan de evaluatie voor bestaande terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven leiden: - tot het behoud van het bestaande terreln; wanneer het terrein geen recreatieve bestemming heeft, moet het worden afgebakend in een uitvoeringsplan; wanneer het terrein destijds illegaal werd opgericht, moet de (eventuele) afbakening worden voorafgegaan door een handhavingsprocedure; - tot de sanering i.f.v. de ruimtelijke draagkracht van het gebied; - het terrein wordt verplaatst naar een nieuw of bestaand terreinen in de omgeving; het nieuw terrein moet in een uitvoeringsplan worden afgebakend; - het terrein wordt venruijderd omdat het niet verenigbaar is met de ruimtelijke draagkracht; indien het terrein een recreatieve bestemming had, moet deze worden gewijzigd in een uitvoeringsplan. Deze visie op weekendverblijven leidde op Vlaams niveau tot een beleidsplan voor de problematiek van de weekendverblijven. De aanpak van de problematiek van de weekendverblijven voorziet in een stappenplan van vier stappen: inventarisatie, afweging vanuit elementen op Vlaams niveau, uitwerken van een visie/ruimtelijke afweging van een ontwikkelingsperspectief en finaal de (eventuele) opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het voorliggende prup kadert in de uitvoering van het Vlaams beleidsplan voor weekendverblijven. Alle deelplannen maken deel uit van het buitengebied. Voor een aantal van de hier besproken clusters voor verblijfsrecreatie bestaat al een specifieke afweging op Vlaams niveau. De betrokken deelplannen zullen hieraan worden afgetoetst. De andere deelplannen zullen worden geevalueerd aan de ontwikkelingsperspectieven voor de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos op Vlaams niveau in het buitengebied die sindsdien zijn afgerond. Op provinciaal niveau werd een ruimtelijke afweging en een plan van aanpak opgemaakt voor de gemeentes Stekene en Berlare (met een verschil in statuut tussen beide). Voor de andere gemeentes is ons geen dergelijk plan van aanpak bekend. Volgens de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos voor de regio Schelde- Dender is de cluster Achterstraat te Aalst gelegen in herbevestigd gebied. Omwille van zijn gevarieerde verschijningsvorm heeft dit gebied een bijzondere landschappelijke waarde. De 2,13i tcaa/)"6a.3 plgr_o6. dot 2/4

65 afwisseling van landbouw en kleine bos-, natuur en landschapselementen blijft behouden. Volgens het Vlaams kader voor weekendverblijven kan het gebied verder worden afgewogen in functie van bestending voor zovet het natuurlijke (bos)karakter van de omgeving hierin niet in het gedrang wordt gebracht. Mogelijk kan dit gebeuren door het onbebouwde deel van het recreatiegebied te herbestemmen naar een open-ruimte-functie. De keuze om de onbebouwde percelen te herbestemmen naar een gemengd open-ruimtegebied en de bebouwde percelen en percelen die aansluiten br1 een uitgeruste weg naat zone voor openluchtrecreatieve verblijven in natuurgebied met nabestemming natuurgebied sluit hierbij aan. Wel kan niet akkoord worden gegaan met nieuwe bebouwing toe te laten op de nog onbebouwde kavels tot Dit legt immers een zware hypotheek op de realisatie van de nabestemming. Volgens de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos voor de regio Schelde- Dender is de cluster Zandstraat te Berlare gelegen in een zone waar het behoud en het herstel van gave landschaps- en erfgoedwaarden vooropstaan. ln het Vlaams afwegingskader voor weekendverblijven staat vermeld dat een verdere afweging in functie van bestendiging mogelijk is binnen de eventuele randvoorwaarden van het habitat- en vogelrichtlijngebied en voor zover de natuunruaarden van het aangrenzend natuurgebied en bosgebied niet in het gedrang komen. De herbestemming naar natuurgebied staat hiervoor voldoende borg. De cluster Reamerik te Haaltert bestaat uit twee zones ten noorden en ten zuiden van een reeds goedgekeurd PRUP. Een klein deel van het plangebied ligt volgens de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos voor de regio Vlaamse Ardennen in een potentieel natuurvenruevingsgebied waar landbouw en natuur verweven zitten in een beekvallei. Het grootste gedeelte bevindt zich echter in herbevestigd gebied. Volgens het afwegingskader voor campings ligt het terrein niet in een structurerende riviervallei, boscomplex of aaneengesloten landbouwgebied. Gezien de biologische waarde van het terrein is het voorstel tot herbestemming naar natuurgebied in overeenstemming met de Vlaamse beleidskeuzes voor dit gebied. Volgens de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos voor de regio Schelde- Dender is het deelplan Ledestraat te Lede gelegen in een gebied waar natuur de hoofdfunctie is. De herbestemming van het gebied naar natuurgebied sluit hierbij aan. De herbestemming naar bosgebied voor de cluster Haneweerstraat-Riemeersstraat- Kernemelkstraat te Sint-Niklaas bestaat uit 4 deelzones en past binnen de beleidsmatige keuzes van de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos voor de regio Waasland die dit gebied ziet als een potentieel natuurvenruevingsgebied van bos- en natuurgebieden. Wel kan niet akkoord worden gegaan met nieuwe bebouwing toe te laten op de nog onbebouwde kavels tot Dit legt immers een zware hypotheek op de realisatie van de nabestemming. Volgens de gewenste ruimtelijke structuur voor landbouw, natuur en bos voor de regio Waasland zijn de clusters D6, D7 en D12 te Stekene gelegen in het Bekaf-complex waar de hoofdfunctie natuur is en waar gezocht moet worden naar bosuitbreiding. ln het Vlaams afwegingskader zijn de zones D6 en D7 besproken (U, Y). Voor de zone D6 geldt dat een verdere afweging door het provinciebestuur mogelijk is, rekening houdend met de ligging in beboste omgeving in een bosgebied van Vlaams niveau. ln de stedenbouwkundige voorschriften worden best ook maatregelen ingeschreven voor het maximaal behoud van het boskarakter. Voor de zone D7 geldt dat verdere afweging door de provincie mogelijk is rekening houdend met de ligging in een aaneengesloten open ruimtegebied en bosgebied en voor zover het bestendigen van de cluster verenigbaar is met het behoud van het natuurlijke en open (bos)karakter. Voor de clusters D6 en D12 alsook voor een deel van D7 wordt een onmiddellijke herbestemming naar bosgebied voorgesteld. Dit sluit aan bij de afweging op Vlaams niveau. Wel kan niet akkoord worden gegaan met nieuwe bebouwing toe te laten op de nog onbebouwde kavels Iol Dit legt immers een zware hypotheek op de realisatie van de nabestemming. ln hoeverre is het tijdelijk behoud van de bebouwingsmogelijkheden trouwens verenigbaar met de uitspraak uit het PRS die stelt dat bijkomende weekendbebouwing in de bossen ontoelaatbaar is in het openruimtelandschap? 2.r3/4AOC0/rç 2,.3 plgr_06. dot 3/4

66 5. Strijdigheid met direct werkende normen uit andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening - niet naleving van substantiële vormvereisten De VCRO biedt in de artikelen e.v. een duidelijk kader voor de aanpak permanente bewoning weekendverblijven. Het versoepelen van de decretale regeling inzake het woonrecht (oa. door af te wijken van de norm van maximaal 300 m3 en een gewijzigde vervalregeling van het woonrecht) in een RUP is strijdig met de VCRO en juridisch niet mogelijk. 6. algemene conclusie Het ontwerp RUP wordt gunstig geadviseerd met uitsluiting van : - de bijkomende bebouwingsmogelijkheden tot 2022 op onbebouwde percelen; - de stedenbouwkundige voorschriften die een versoepeling van het decretaal geregelde woonrecht inhouden. Hoogachtend, Voor het departement, Francis Beosiere, Adj. van directeur ( \? )\ '2. 13 / 4Atü0 / rca.3 plgr_o6. dot 4/4

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014 Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014 Het openbaar onderzoek liep van 12 november 2013 tot en met 10 januari

Nadere informatie

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2' behandeld in zitting van 08/09/2015

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2' behandeld in zitting van 08/09/2015 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2' behandeld in zitting van 08/09/2015 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 20 april 2015 tot en

Nadere informatie

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 21/04/2015

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 21/04/2015 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 21/04/2015 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 8 december 2014 tot en met 5 februari 2015.

Nadere informatie

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1', behandeld in zitting van 25/03/14

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1', behandeld in zitting van 25/03/14 Advies van de PROCORO betreffende het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1', behandeld in zitting van 25/03/14 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 12 november 2013 tot en met 10 januari

Nadere informatie

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling?

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling? Waar is uw constructie gelegen volgens het PRUP of gewestplan? Woongebied (woongebied of landelijk woongebied volgens gewestplan of BPA, zone voor kleinschalig wonen en verblijven volgens het PRUP, niet-vervallen

Nadere informatie

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 06/06/2017

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 06/06/2017 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 06/06/2017 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 8 december 2014 tot en met 5 februari 2015.

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN RUP Peerlaarstraat en RUP Eertberglei gemeente Bonheiden, informatieavond 10 februari 2015 13004_PT_006_informatieavond relevante begrippen gewestplan, plan van

Nadere informatie

Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen'

Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen' Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen' HOOFDSTUK I Normen voor weekendverblijven Afdeling 1 Algemene bepalingen Art. 1.1.1. 1. Dit hoofdstuk is

Nadere informatie

ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan reconversie verblijfsrecreatie Kloosterbos en Wildestraat te Wachtebeke

ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan reconversie verblijfsrecreatie Kloosterbos en Wildestraat te Wachtebeke ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan reconversie verblijfsrecreatie Kloosterbos en Wildestraat te Wachtebeke ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 1 reconversie verblijfsrecreatie

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint- Gillis-Waas fase 1' behandeld in zitting van 12/04/16

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint- Gillis-Waas fase 1' behandeld in zitting van 12/04/16 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint- Gillis-Waas fase 1' behandeld in zitting van 12/04/16 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 21 december 2015 tot en met 18

Nadere informatie

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan. Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan. De Vlaamse Codex RO (VCRO) geeft ondermeer aan welke de decretale mogelijkheden zijn rond vergunbaarheid.

Nadere informatie

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016 VCRO & Omgevingstrein 2016 1. Ruimtelijk rendement 2. Zorgwonen 3. Ruimte voor ondernemen 4. Watergevoelige openruimtegebieden 5. Reservatiestroken

Nadere informatie

ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN. April 2012

ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN. April 2012 ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN April 2012 2 Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE. UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE. Openbare zitting van 31 januari 2017. Tegenwoordig: R. De Caluwé, burgemeester-voorzitter; P. De Bock M. Fruytier T. Walbrecht- S. Poppe,

Nadere informatie

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Quintyn Gebroeders bvba' te Zulte Verordenend grafisch plan 267V2 269Z 271S2

Nadere informatie

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten 9 brochure_leidraad_a5.indd 1 19/02/14 13:26 Stedenbouwkundige voorschriften en plannen die u een vlotte vergunningsverlening

Nadere informatie

Ruimtelijke Planning Verslag Datum vergadering: 12/09/2016 Betreft: Verslag plenaire vergadering voorontwerp PRUP s Nonnenbossen-Bos, Vijverbos, Nonnenbossen- Woonclusters (Zonnebeke) Bijlagen: adviezen

Nadere informatie

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Directie infrastructuur Dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Els Van Loon/Shary Heuninckx Telefoon - fax 016/26.75.07 016/26.75.85 E-mail weekendverblijven@vlaams-brabant.be

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0277 van 17 juli 2012 in de zaak 2010/0749/A/2/0675 In zake: mevrouw... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Louis LEYSEN kantoor houdende te

Nadere informatie

Dit bezwaarschrift telt 7 pagina s Bezwaarschrift. gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen

Dit bezwaarschrift telt 7 pagina s Bezwaarschrift. gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen Dit bezwaarschrift telt 7 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP

Nadere informatie

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES (meer info vindt u op www.ruimtelijkeordening.be) VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING HOOFDSTUK IV. Afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften AFDELING 2. Basisrechten voor

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk

Nadere informatie

Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie

Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie Mei 2012 Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst Ruimtelijke Planning

Nadere informatie

RUP Sint-Pietersmolenwijk

RUP Sint-Pietersmolenwijk RUIMTELIJKE ORDENING SECTOR NOORD RUP Sint-Pietersmolenwijk BEREK 19/06/2017 ifv definitieve vaststelling door GR Situering en bedoeling RUP 1 situering huidige bestemming Gewestplan Verfijnd / gewijzigd

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s. Stuk 563 (2000-2001) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 5 februari 2001 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Joachim Coens c.s. houdende wijzigingen van decreten betreffende de ruimtelijke ordening,

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Dit bezwaarschrift telt 26 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul STAD LEUVEN Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul Ontwerp Deel 4: Register van de percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Vergo bvba : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan

Nadere informatie

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING TOELICHTING BIJ DE VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING EN DE UITVOERINGSBESLUITEN Veerle Strosse en Tom Van Rensbergen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

Verslag: Informatievergadering RUP Centrum 5 Noord Datum: 3/5/2017 Locatie: St.-Jorisheem. Aanwezig:

Verslag: Informatievergadering RUP Centrum 5 Noord Datum: 3/5/2017 Locatie: St.-Jorisheem. Aanwezig: Verslag: Informatievergadering RUP Centrum 5 Noord Datum: 3/5/2017 Locatie: St.-Jorisheem Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester André Vanhex, schepen ruimtelijke ordening Barbara Ceuleers, dienst communicatie

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften december 2018 Gemeentelijk

Nadere informatie

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2 INHOUD Voorwoord Concordantietabel 1. Grondwettelijke grondslagen Grondwet, artikel 134 1 Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2 2. Vlaamse regelgeving ruimtelijke

Nadere informatie

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Dit bezwaar telt 6 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP Clusters

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE 2014-2019 Vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 2014 en vervangen bij gemeenteraadsbeslissing

Nadere informatie

Infobrochure Activeringsheffing 2017

Infobrochure Activeringsheffing 2017 Infobrochure Activeringsheffing 2017 Inhoud Inleiding 1. Register van onbebouwde percelen a. Wanneer is een perceel onbebouwd? b. Zijn er uitzonderingen? c. Begrip eigenaar d. Hoe wordt een onbebouwd perceel

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 3 e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw Provincieraadsbesluit betreft verslaggever PROVINCIAAL RUP 'MUSEUMSITE VELZEKE' TE ZOTTEGEM Definitieve vaststelling de heer Marc De Buck De Provincieraad,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0061 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0259/A/1/0240 In zake: de gemeente HOOGLEDE, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 maart 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Beerse, Brecht, Malle, Merksplas,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2013/0153 van 4 juni 2013 in de zaak 1213/0289/SA/3/0268 In zake: 1. de heer Freddy VANDENBRUWANE, wonende te 8820 Torhout,

Nadere informatie

ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014

ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014 ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014 Info-avond bevolking Deel 1: Algemene toelichting Deel 2: Specifieke toelichting deelrup s Rotselaar en Wezemaal Deel 3: Mogelijkheid tot vraagstelling aan

Nadere informatie

Verslag GECORO 12/01/2016

Verslag GECORO 12/01/2016 Verslag GECORO 12/01/2016 Aanwezig: M. Boddez, deskundige-voorzitter; W. Desender, D. Baeteman, R. Van Troostenberghe, deskundigen-effectief; N. Verplancke, X. Vercaemst, werknemersverenigingen-effectief;

Nadere informatie

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen De wetgever geeft zonevreemde woningen en gebouwen ruime mogelijkheden voor onderhoud, verbouwen, en herbouwen. Cruciale

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

RUP zonevreemde woningen

RUP zonevreemde woningen RUP zonevreemde woningen Gemeente Sint-Gillis-Waas Informatievergadering 18 oktober 2010 1 Doel van de toelichting Voorlopige vaststelling 2 september 2010 Reeds enkele jaren bezig met opmaak RUP Openbaar

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Averegten Heist-op-den-Berg

Nadere informatie

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1 Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0666 van 30 september 2014 in de zaak 1011/0974/A/8/0906 In zake: de GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAAR van het Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling

Nadere informatie

"Opheffing reservatiestrook N403 te Stekene en Sint-Gillis-Waas"

Opheffing reservatiestrook N403 te Stekene en Sint-Gillis-Waas PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN "Opheffing reservatiestrook N403 te Stekene en Sint-Gillis-Waas" Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften 28 april 2010 Gezien en voorlopig vastgesteld

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 januari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00029 Onderwerp: Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 164 Wonen

Nadere informatie

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution WOON RESERVE GEBIEDEN 20 juli 2018 Leiegardens 2014, Your Estate Solution SITUERING Woonreservegebieden (± 12.000ha) = woonuitbreidingsgebieden (WUG s) + specifieke reservegebieden reservegebieden voor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0305 van 30 juli 2012 in de zaak 2010/0146/A/1/0166 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Algemeen - Tijdens de periode van publieke inspraak van 12 maart 2018 tot en met 12 mei 2018 zijn er verschillende

Nadere informatie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas - Verslag plenaire vergadering 8 juli 2015 Ruimte Vlaanderen Afdeling Gebieden en Projecten Koning Albert II-laan

Nadere informatie

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011 RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:...

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Federaal comité tot aankoop van onroerende goederen Adres Kruidtuinlaan 50 398 1000 Brussel Uw bericht van: 9 januari 2019 Uw kenmerk: 46013/128 Ons

Nadere informatie

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4 STAD LEUVEN Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4 ONTWERP Deel 4: Het register planbaten, planschade, kapitaal- en gebruikersschade Gezien en voorlopig

Nadere informatie

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde en deels zonevreemde terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, opgemaakt in toepassing

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

23070_E_0141_V_000_00

23070_E_0141_V_000_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Carl Ockerman Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 Brussel Datum van aanvraag: 25 september 2015 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Berquin Notarissen Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 brussel Datum van aanvraag: 15/09/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Definities

Hoofdstuk 1: Definities OPGELET: De Vlaamse Regering heeft op 5 juli 2013 deze nieuwe verordening hemelwater definitief goedgekeurd. Het besluit treedt in werking op 1 januari 2014. Hieronder vindt u de tekst die van toepassing

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Ruimtelijke ordening. Uitvoering RSPA : PRUP Oude

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE pagina 1 van 7 STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Geachte mevrouw Geachte heer Hierbij vindt u het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: IDENTIFICATIE

Nadere informatie

23016_D_0145_X_003_00

23016_D_0145_X_003_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Dirk Van Den Haute Beroep: Notaris Adres: Gustaaf Vandersteenstraat 10 1750 Sint-Kwintens-Lennik Datum van aanvraag: 31/08/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente:

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding. 3. Vrijstellingen van activeringsheffing. a. Hoe kan ik een vrijstelling verkrijgen? 4. Meer informatie.

INHOUD. Inleiding. 3. Vrijstellingen van activeringsheffing. a. Hoe kan ik een vrijstelling verkrijgen? 4. Meer informatie. ACTIVERINGSHEFFING INHOUD Inleiding 1. Register van onbebouwde percelen. a. Wanneer is een perceel onbebouwd? b. Zijn er uitzonderingen? C. Begrip eigenaar. d. Hoe wordt een onbebouwd perceel vastgesteld?

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED Schoorman Anne-marie Oude Houtlei 15 9000 Gent Uw bericht van: 21 februari 2019 Uw kenmerk: 00-0-1464 Onze referte: 22954 Datum: 22 februari 2019 Contactpersoon: Leen Guns Stedenbouwkundig uittreksel Geachte

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED Appelmans Immo Keizersplein 71 9300 Aalst Uw bericht van: 1 oktober 2018 Uw kenmerk: 1/10/2018-1- Onze referte: 21761 Datum: 2 oktober 2018 Contactpersoon: Leen Guns Stedenbouwkundig uittreksel Geachte

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0162 van 9 november 2011 in de zaak 2010/0276/SA/3/0255 In zake: 1.... 2.... beiden wonende te... advocaat Gert BUELENS kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Solitaire vakantiewoningen - Midden West-Vlaanderen Gemeenten Ardooie, Dentergem, Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lendelede, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED Appelmans Immo Keizersplein 71 9300 Aalst Uw bericht van: 22 oktober 2018 Uw kenmerk: 22/10/2018(1) Onze referte: 21937 Datum: 23 oktober 2018 Contactpersoon: Leen Guns Stedenbouwkundig uittreksel Geachte

Nadere informatie

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage IV. Register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding

Nadere informatie

23016_D_0157_H_011_00

23016_D_0157_H_011_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Gemeentebestuur Dilbeek Beroep: Gemeentebestuur Adres: Gemeenteplein 1 1700 Dilbeek Datum van aanvraag: 23 februari 2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK

Nadere informatie

Stedenbouwkundig uittreksel

Stedenbouwkundig uittreksel Stedenbouwkundig uittreksel A. Gegevens van de aanvrager Dossiernummer: 39298 maandag 07 januari 2019 Angelinio Degrijse Publiekrechtelijke rechtspersoon (overheidsinstelling, kerkfabriek,...) Federaal

Nadere informatie