Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 21/04/2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 21/04/2015"

Transcriptie

1 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 21/04/2015 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 8 december 2014 tot en met 5 februari De bezwaren en adviezen zijn als volgt in te delen: Groep Aantal Adviezen ontvankelijk 2 Bezwaren niet-ontvankelijk niet aangetekend of geen ontvangstbewijs 2 Bezwaren ontvankelijk 107 De adviezen zijn afkomstig van: 2 Ruimte Vlaanderen 65 Gemeenteraad Sint-Niklaas Ruimte Vlaanderen adviseert het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' slechts gunstig als voldaan is aan volgende randvoorwaarden: - De omzetting van onbebouwde percelen naar recreatief woongebied zal moeten meegerekend in het gemeentelijke woonquotum voor de gemeente Stekene. Binnen de gegeven ruimtelijke context wordt voorgesteld om minstens de verkaveling van 7 november 2005 (deelplan 1) uit te sluiten. De PROCORO neemt akte van dit standpunt maar is van mening dat dit beperkt bijkomend juridisch aanbod niet zou moeten in rekening worden gebracht van de gemeentelijke woonquota voor de gemeente Stekene. Hoogstens zal hiermee rekening kunnen gehouden worden bij het bepalen van toekomstige woonbehoeften. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters 1

2 weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Volgens de uitgangsprincipes is er voor de verkaveling in het oostelijk gedeelte van plangebied 1 geen andere mogelijkheid dan het voorzien van de bestemming 'recreatief woongebied'. Dit gedeelte is binnen woonomgeving gelegen want het sluit onmiddellijk aan op het juridisch woongebied langs Bosdorp en de Heimeersstraat. Een open-ruimtebestemming (op termijn) is hier niet te verantwoorden want het gaat om een bestaande verkaveling die binnen een woonomgeving en niet binnen een open-ruimte-omgeving gelegen is. Ook een typisch toeristische bestemming is hier niet aan de orde gezien de bestaande verkaveling voor privatieve weekendverblijven en de aanwezigheid van camping Vlasaard iets verderop. Het gedeelte behouden als recreatiegebied is ook geen optie gezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. - Het tot 1 januari 2022 toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde percelen in het Bekafcomplex en Stropersbos legt een zware hypotheek op de nabestemming bosgebied. Voorgesteld wordt om geen verdere bebouwing op onbebouwde percelen toe te laten binnen de gebieden aangeduid door de deelplannen 2 en 3. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in 2

3 hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. - Het versoepelen van de decretale regeling inzake het woonrecht (oa. door af te wijken van de norm van maximaal 300 m³ en een gewijzigde vervalregeling van het woonrecht) kan niet onder de vorm van een stedenbouwkundig voorschrift. De bijkomende mogelijkheden inzake permanent woonrecht (deelplannen 2 en 3) dienen worden geschrapt. De PROCORO vindt dat het om een voorschrift gaat dat losstaat van de decretaal geregelde bepalingen. Bovendien gaat het om een stedenbouwkundig voorschrift dat de functie 'wonen' regelt. Het gaat hierbij dus weldegelijk om een bestemmingsvoorschrift. - De compensatiegebieden op vlak van wonen (deelplannen 4 en 5) moeten in dienst staan van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven. Vraag is verder of het plan de toets aan de omzendbrief RWO/2014/1 doorstaat. Hoe verhoudt zich het percentage 20-25% sociale woningen zich tot de werkelijke nood? De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een openruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. o Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). 3

4 o o Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. Verder is de PROCORO van mening dat het plan weldegelijk de toets aan de omzendbrief RWO/2014/1 doorstaat. Er is immers voldaan aan alle voorwaarden. Verder moet er rekening worden gehouden met de decretaal vastgelegde termijn van 30 april Artikel , eerste lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voor de planopmaak bevoegde bestuursniveaus onderzoeken of planologische oplossingen kunnen worden geboden voor bestaande knelpunten op het vlak van de ruimtelijke inplanting en de permanente bewoning van weekendverblijven. Deze onderzoeken worden uiterlijk op 30 aprll 2012 afgerond. De ruimtelijke uitvoeringsplannen die gevolg geven aan het door deze onderzoeken vooropgestelde oplossingskader, worden uiterlijk op 30 april2015 definitief vastgesteld. De uitspraken in artikel 5.4.2, 2 e lid VCRO kunnen o.i. niet los worden gezien van deze decretaal vastgelegde termijnen. De PROCORO is van mening dat de deadline een termijn van orde is. Er staan geen sancties op het niet halen van de deadline. Gemeenteraad Sint-Niklaas beslist een gunstig advies uit te brengen overwegende dat er geen consequenties zijn voor de stad Sint-Niklaas. De PROCORO neemt hiervan akte. 4

5 De adviezen, bezwaren en opmerkingen werden genummerd en vervolgens thematisch gebundeld en behandeld. Volgende 14 thema's komen hierbij aan bod: - Uitgangsprincipes en visie - Wooncompensatie - Overgangsperiode - Financiële aspecten - Beleid in het verleden - Burgerparticipatie - Sociale aspecten - Woonrecht, handhaving en andere juridische aspecten - Milieuscreening - Deelplan 1 - Deelplan 2 - Deelplan 3 - Deelplan 5 - Andere zones De nummers van de bezwaren waarin het element staat dat behandeld wordt, staan steeds aangegeven. Als er een * na het nummer staat, gaat het om de behandeling van een aanvullend element op een generiek bezwaarschrift. 5

6 Uitgangsprincipes en visie 3, 14, 67, 69*, 70, 89 Na 2022 zal het probleem niet opgelost zijn.veel bewoners van recreatiewoningen zullen geen andere oplossing gevonden hebben en zullen er, al dan niet ingeschreven,toch nog wonen. Men gaat er van uit dat de weekendverblijven op (lange) termijn door de eigenaars zullen verwaarloosd worden. De goede staat van onderhoud van bepaalde weekendverblijven bewijst evenwel het tegendeel. De Vlaamse overheid heeft de provincie Oost-Vlaanderen belast met het zoeken naar een oplossing voor het probleem van de permanente bewoning van de weekendverblijven in Stekene. Door de voorgestelde oplossing, nl. het herbestemmen naar een open-ruimte bestemming wordt het probleem van de permanente bewoning niet fundamenteel opgelost. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Zo maakt het PRUP duidelijk dat er in het zuidelijk deel van zone D5 en in de zones F2, F3, F4, F5 en F6 ook in de toekomst geen permanente bewoning mogelijk zal zijn. Bovendien voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden. Op die manier krijgen permanente bewoners van weekendverblijven een alternatief aangeboden. De eigenaars van deze wooncompensatiegebieden hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat zij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. Verder is het zo dat over een hele lange periode de gewenste open-ruimte-bestemming kan bereikt worden door o.a. verkrotting. Dit is een natuurlijk proces dat niet door het PRUP wordt opgelegd, maar dat gebeurt door de dalende vraag naar echte weekendverblijven en het bouwverbod vanaf 6

7 2022. Uiteraard is het de bedoeling dat krotten dan worden afgebroken, zodat de open-ruimtebestemming effectief tot stand komt. Dat bepaalde weekendverblijven blijvend goed worden onderhouden (wat zeker niet voor alle weekendverblijven in de betreffende zones het geval is / zal zijn) staat het doel van het PRUP niet in de weg. Daarenboven voorziet het PRUP voor deze zones in een voorkooprecht voor het Agentschap voor Natuur en Bos van 15 jaar, de maximaal decretaal toegelaten termijn. Op die manier kan de realisatie van de gewenste eindbestemming vlugger worden bereikt. 3, 54*, 64, 67, 69*, 70, 88*, 89, 95*, 100*, 102* Het PRUP promoot verkrotting van perfect bewoonbare huizen of weekendverblijven, met bouwvergunning. Er is sprake van een mensonwaardige verkrottingsstrategie. De verkrottingsstrategie van de overheid is irreëel en houdt geen rekening met de feitelijke permanente bewoning. Welk ander plan van de overheid gaat dit doen? Terwijl de gemeenten er alles aan doen om,via boetes, verkrotting tegen te gaan. Dit lijkt me tegenstrijdig voor een goed bestuur. Het PRUP legt uiteraard geen verkrotting op. Integendeel, bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Alleen is het zo dat over een hele lange periode de gewenste open-ruimte-bestemming kan bereikt worden door o.a. verkrotting. Dit is een natuurlijk proces dat niet door het PRUP wordt opgelegd, maar dat gebeurt door de dalende vraag naar echte weekendverblijven en het bouwverbod vanaf 1 7

8 januari Uiteraard is het de bedoeling dat krotten dan worden afgebroken, zodat de openruimte-bestemming effectief tot stand komt. Daarenboven voorziet het PRUP voor deze zones in een voorkooprecht voor het Agentschap voor Natuur en Bos van 15 jaar, de maximaal decretaal toegelaten termijn. Op die manier kan de realisatie van de gewenste eindbestemming vlugger worden bereikt. 11, 12, 67, 70 We hebben geen gok gewaagd. We hebben officiële recreatiegrond aangekocht! In het officiële visiedocument van de provincie wordt op verschillende plaatsen gebruik gemaakt van subjectief en suggestief taalgebruik. Dit duidt op een vooringenomenheid, die de objectieve waarde van dit beleidsdocument sterk ondermijnt. Het zijn niet de kopers zijn die een gokje hebben gewaagd, maar wel de immo-kantoren, projectontwikkelaars, notarissen en gemeente. Met het gebruik van de uitdrukking "een gok gewaagd", die trouwens uit de beleidsnota voor de algemene aanpak van de problematiek van de weekendverblijven en dus niet uit het PRUP zelf komt, wordt enkel bedoeld dat bepaalde personen er in het verleden al voor kozen om hun perceel te bebouwen. Dit terwijl anderen hun perceel nog niet bebouwd hebben en het als investering of als reserve voor later kochten. Er wordt hierover geen waardeoordeel uitgesproken. De bedoeling is enkel om de personen die hun perceel nog niet bebouwden, nog tot 1 januari 2022 de kans te geven om dit wel te doen, zodat ze op dit punt niet benadeeld worden ten opzichte van de personen die hun perceel wel al bebouwd hebben. De notaris heeft een informatieplicht om in de aankoopakte van een onroerend goed de juiste vergunningstoestand weer te geven. Indien deze fout is, kan de notaris daarvoor aansprakelijk worden gesteld. Een foute weergave in een aankoopakte kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. 8

9 12, 67, 70, 89 Dat het statuut 'recreatiegrond' niet meer in trek zou zijn lijkt me een beetje het gevolg van een lang aanslepende onzekerheid van hogerhand, en geen desinteresse van de bevolking. lmmers, aan de zee en in andere gebieden, wordt vrolijk verder gebouwd in natuurgebieden. Er is weldegelijk vraag naar tweede verblijven. Maar dan wel op betrouwbare basis. De inkleuring van de gewestplannen dateert al van de jaren Het is niet onlogisch dat in de loop van de jaren nieuwe behoeften en nieuwe inzichten ontstaan. De PROCORO is van mening dat er op vandaag geen behoefte meer is aan het aansnijden van nieuwe zones voor weekendverblijven. Het bestaande aanbod aan (nu vaak permanent bewoonde) weekendverblijven volstaat ruimschoots om de toekomstige recreatieve behoefte (toeristisch gebruik en gebruik als tweede verblijf) op te vangen. Het feit dat een (zeer) groot aandeel weekendverblijven permanent bewoond zijn, is het beste bewijs van het feit dat de vraag naar echte tweede verblijven klein geworden is. De nog bestaande vraag naar echte tweede verblijven kan dus zeker worden opgevangen binnen het bestaande aanbod aan weekendverblijven. 13, 60*, 61*, 67, 70, 75*, 89, 93*, 94*, 100*, 102* Het willekeurige beleid van een recreatiegebied lijkt ons een duidelijke vorm van discriminatie. Er was nooit een onderscheid gemaakt bij de aanschaf van ons stuk weekendgrond, ongeacht de ligging ervan. Ik dacht dat iedereen gelijk is voor de wet. Er wordt nog steeds met 2 maten en gewichten gewogen, de ene mag blijven, de andere niet. Is dat geen ongelijkheid in de rechten van de mens? Latere fases maken trouwens kans op voordelen. Een verschillende aanpak wordt niet aanvaard door de betrokken bewoners en zelfs niet door ex-burgemeester Rollier. Het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden doordat het PRUP Fase 1 bewoners anders behandelt dan Fase 2 bewoners. Mensen met soortgelijke stedenbouwkundige overtredingen zullen in Fase 1 hun deels niet vergunde constructie conform hun bouwvergunning moeten zetten, en bovendien de permanente bewoning staken. Bewoners in Fase 2 zullen voor diezelfde stedenbouwkundige overtredingen, inclusief permanent wonen in een weekendverblijf, niet meer worden gehandhaafd. 9

10 Deze bewoners verwerven definitief hun woonrecht en meerwaarde bij verkoop, terwijl vervolging voor hetzelfde misdrijf (meestal permanent wonen) niet meer aan de orde is. Het gelijkheidsbeginsel stelt dat gevallen in een gelijke situatie op een gelijke manier moeten worden behandeld. Welnu, de zones die (op termijn) worden omgezet naar een open-ruimte-bestemming enerzijds, en de zones die worden omgezet naar recreatief woongebied anderzijds, bevinden zich niet in de zelfde (ruimtelijke) situatie. Het grote verschilpunt tussen beide is dat de zones die worden omgezet naar recreatief woongebied ruimtelijk een aansluiting hebben bij de bestaande woonomgeving. Dat is niet het geval bij de de zones die (op termijn) worden omgezet naar een openruimte-bestemming. Er is dus geen sprake van discriminatie omdat het over verschillende ruimtelijke situaties gaat. Verder geeft de PROCORO aan dat het weldegelijk de bedoeling is om de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) volledig uit te voeren, ook wat latere fases betreft. Dat soortgelijke overtredingen uit het verleden in de toekomst binnen recreatieve woongebieden anders worden benaderd dan binnen gebieden die (op termijn) naar open ruimte worden herbestemd, is louter het gevolg van een objectief te verantwoorden herbestemming. Er is geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. Het is trouwens zo dat om permanente bewoning binnen recreatieve woongebieden mogelijk te maken, een functiewijziging naar wonen moet vergund worden. Dit zal dan weer gepaard gaan met een planbatenheffing. Op de meerwaarde wordt dus een belasting geheven. Verder is het zo dat voorliggend PRUP de mogelijkheid biedt om in de overgangsperiode (tot 1 januari 2022) eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven nog recht te zetten. De stedenbouwkundige voorschriften stellen immers: "Bestaande niet hoofdzakelijk vergund(e) (geachte) constructies met overtredingen dienen voor 1 januari 2022 in overeenstemming gebracht te worden met alle bovenstaande bepalingen, inclusief de bepalingen die gelden voor nieuwbouw en herbouw van openluchtrecreatieve verblijven." 13, 89 Ecologisch gezien lijkt ons een permanente bewoning gunstiger, zeker in de gebieden waar de verblijven goed onderhouden worden en waar alle voorzieningen voorhanden zijn. Het toestaan hiervan zou betekenen dat er voor veel bewoners geen nieuwe woningen voorzien moeten worden en dat de verblijven ten volle benut kunnen worden. 10

11 In het zuidelijk deel van zone D5 en in de zones F2, F3, F4, F5 en F6 is permanente bewoning toelaten omwille van ruimtelijke redenen niet aangewezen. Betreffende zones sluiten niet aan bij een woonomgeving en liggen daarenboven midden in waardevol open-ruimte-gebied, respectievelijk in het Bekaf boscomplex en in het Stropersboscomplex. Vanuit ecologisch standpunt is het volgens de PROCORO ook beter om op deze ruimtelijk kwetsbare locaties geen permanente bewoning toe te laten, omdat de ruimtelijke impact van permanente bewoning groter is dan die van weekendverblijven. Bovendien is het de bedoeling van het PRUP dat de aanwezige bebouwing op lange termijn verdwijnt. Hierdoor zal de ecologische impact sowieso verkleinen. Het verder bijkomend belasten van de ruimtelijk kwetsbare omgevingen van het Bekaf boscomplex en het Stropersboscomplex weegt vanuit ecologisch standpunt zwaarder door dan het voorzien van wooncompensatiegebieden op ruimtelijk goed gelegen locaties (aansluitend bij hoofddorp of woonkern). 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 Hoe kan op een redelijke manier verantwoord worden dat de bijkomende bebouwingsmogelijkheden die er zijn tot 1- januari 2022 'geen grote ruimtelijke impact hebben'? Welk verschil in impact er bestaat tussen het gebruik als weekendverblijf (waar op zich niet is aangegeven hoeveel dagen men daar maximaal mag vertoeven zodat men daar bv. 5 dagen in de week kan zijn) en de permanente bewoning 7/7 van een bestaande vergunde constructie? Bezwaarschrijvers zijn van oordeel dat deze (bijkomende) impact nihil tot onbestaande is. De weekendverblijven werden namelijk opgericht met een stedenbouwkundige vergunning. De functie mag dan al niet vergund zijn, de constructie is dat hoofdzakelijk wel. Bovendien liggen de weekendverblijven binnen grotendeels gerealiseerde verkavelingen. De prioritaire herbestemming tot open ruimte is arbitrair en tegenstrijdig, omdat er enerzijds wordt beweerd dat de permanente bewoning van de bestaande, vergunde weekendverblijven de ruimtelijke draagkracht van de omgeving zou overschrijden en er anderzijds bijkomende bouwmogelijkheden worden gecreëerd. 11

12 De PROCORO merkt ten eerste op dat de ruimtelijke draagkracht vandaag vooral wordt overschreden doordat heel wat weekendverblijven permanent worden bewoond. De PROCORO is van mening dat de ruimtelijke impact van permanente bewoning wel groter is dan die van weekendverblijven. Weekendverblijven kunnen kleiner zijn in volume en oppervlakte, kunnen een lager uitrustingsniveau hebben, de wegen die ernaar toe lopen hoeven niet verhard te zijn, Een belangrijk element is ook dat er niet permanent personen aanwezig zijn, waardoor er minder energie verbruikt wordt en de mobiliteitsimpact kleiner is. Bezwaarschrijvers geven een louter theoretisch voorbeeld van een weekendverblijf dat permanent toeristisch zou worden verhuurd. In de praktijk komt zo een geval echter heel weinig voor. Ook al zouden er een paar dergelijke gevallen zijn, dan nog wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden, wat wel het geval zou zijn als alle verblijven permanent zouden worden bewoond. De bebouwingsmogelijkheden die tot 1 januari 2022 nog bestaan, hebben geen grote ruimtelijke impact. Vooreerst is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Ten tweede mogen deze verblijven niet permanent bewoond worden en ten derde zorgen de nieuwe voorschriften (die van toepassing zijn tot het ingaan van de open-ruimte-nabestemming op 1 januari 2022) er voor dat de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf klein is. Zo mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 Elke nauwkeurige en up-to-date informatie en inventarisatie van de verschillende clusters ontbreekt. De visievorming is gebaseerd op een oude inventaris uit 2005 die bovendien foutieve informatie bevat. ln dit ontwerp-prup wordt nog steeds gewerkt met de gegevens die in de visieteksten van 2009 ook reeds figureerden. Vijf jaar later werden deze gegevens dus niet 12

13 geactualiseerd, dit terwijl de bezwaarindieners kennis hebben van de afgifte van recente stedenbouwkundige vergunningen. Daarenboven moet benadrukt worden dat de informatie uit 2009 een schromelijke onderschatting is van de weekendverblijven en in het bijzonder de permanente bewoning ervan. Het is onduidelijk hoe de inventarisatie van de weekendverblijven precies gebeurde. De Provincie geeft zelf aan dat een exacte inschatting van de problematiek moeilijk is (bv. schijnadres,...). Zij komt, op basis van bv. belastingkohier 2009 en inschrijving in het bevolkingsregister, tot het besluit dat er ca. 750 weekendverblijven moeten zijn in Stekene. Erg vreemd is ook dat de provincie reeds op 24 juli 2006 de afweging van het Vlaams gewest ontving. Dit kan onmogelijk gebeurd zijn op basis van deze (relatief recente) gegevens, die van latere datum (2009) dateren. Frappant is dat een vorige visietekst refereerde aan gegevens uit De gegevens werden derhalve niet, minstens niet op een accurate manier geactualiseerd, zodat ernstig kan worden getwijfeld aan een juiste inschatting van de weekendverblijvenproblematiek. De Vlaamse overheid heeft zich wel gebaseerd op die verouderde cijfers om een overweging op te maken. De weegfactor die de Vlaamse overheid heeft toegekend aan deze parameter aanwezigheid van permanente bewoning is onbekend. De inventarisatie werd tijdens de procedure aangepast en bijgestuurd om alle betrokkenen te laten geloven dat er op basis van actuele en accurate gegevens wordt beslist over deze belangwekkende, maatschappelijke problematiek. De uiteindelijke evaluatie gebeurde op Vlaams niveau op basis van de oude cijfers uit het visiedocument. Deze Vlaamse evaluatie werd overgenomen. In de opmaak van de inventaris werd geen rekening gehouden met clusters die reeds vóór 1991 werden bewoond, terwijl dit door de Vlaamse overheid duidelijk werd geëist in de procedure. De toenmalige minister stelde zelfs samen met ARP dat alles wat dateert van voor 31 december 1991 de ruimtelijke draagkracht niet verzwaart omdat de mensen er al wonen. De PROCORO merkt op dat de informatie in de toelichtingsnota weldegelijk werd geactualiseerd als gevolg van haar opmerking n.a.v. het vorige openbaar onderzoek. De stelling dat nog steeds de cijfers van 2009 worden gehanteerd, is dus niet correct. Het is voor de PROCORO nu weldegelijk duidelijk hoeveel weekendverblijven er zijn binnen de plangebieden en in hoeveel weekendverblijven er inschrijvingen in het bevolkingsregister zijn. Verder merkt de PROCORO op dat voor het bepalen van de permanente bewoning inschrijvingen in het bevolkingsregister het enige objectieve criterium zijn. De PROCORO is het eens met bezwaarschrijvers wanneer zij stellen dat de feitelijke permanente bewoning vermoedelijk hoger ligt. Ook de toelichtingsnota maakt trouwens deze kanttekening. Uiteraard is de afweging op Vlaams niveau gebaseerd op oudere gegevens, aangezien ze al in 2006 werd gemaakt. De afweging op provinciaal niveau, waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is, is echter gebaseerd op basis van recente gegevens. 13

14 De geactualiseerde cijfers brengen inderdaad geen andere visie op de zones voor verblijfsrecreatie met zich mee. Ook het al dan niet permanent bewoond zijn van voor 1991 (een datum die trouwens te maken heeft met het bepalen van woonbehoeften in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) brengt geen andere visie met zich mee. Dat komt omdat de toekomstige bestemming van de zones voor verblijfsrecreatie werd bepaald op basis van een gebiedsgerichte ruimtelijke visie. Het zijn dus hoofdzakelijk ruimtelijke argumenten die de doorslag gaven bij het kiezen van een toekomstige bestemming. De belangrijkste elementen hierbij zijn het al dan niet aansluiten van de betreffende zone bij een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn van de betreffende zone midden in een waardevolle open-ruimte-omgeving. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Verder wijst de PROCORO er op dat de evaluatie op Vlaams niveau niet zomaar werd overgenomen. Deze evaluatie werd louter beschouwd als een advies voor de provinciale ruimtelijke visie. Het oplossen van de problematiek van de weekendverblijven is namelijk een provinciale bevoegdheid. Daarnaast stelde toenmalig minister Dirk Van Mechelen (dan nog mondeling in een commissie en niet in een tekst met enige juridische waarde) dat alle permanente bewoning die dateert van voor 31 december 1991 de ruimtelijke draagkracht niet verzwaart omdat de mensen er al wonen. Dat wil niet zeggen dat de ruimtelijke draagkracht al niet overschreden is. In diezelfde commissie geeft toenmalig minister Van Mechelen trouwens ook aan dat voor clusters die op Vlaams niveau de afweging 2a meekregen (zoals de zones aan de Koestraat) permanent wonen toelaten niet kan. Bezwaarschrijvers hebben de tussenkomst niet volledig geciteerd. 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 Bezwaarindieners twijfelen aan het feit of het oplossen van de problematiek van de weekendverblijven wel een provinciale bevoegdheid is. De decretale regeling verfijnt nergens dat het provinciale niveau het aangewezen niveau is. Er wordt enkel gesproken over'de voor de planopmaak bevoegde bestuursniveaus'. Dat de provincie de voor de planopmaak bevoegde overheid zou zijn, vloeit klaarblijkelijk voort uit het beleidsplan voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven (2002) en de daaruit voortvloeiende resolutie (2003), waarin de rol van de provincie werd bepaald. Het komt de bezwaarindieners erg bevreemdend over dat deze bevoegdheidsverdeling kan worden bepaald in een beleidsdocument dat geen enkele juridisch bindende waarde heeft. Deze twijfel wordt daarenboven nog gevoed door het feit dat de problematiek van de (individuele) weekendverblijven als een exclusieve bevoegdheid aan het 14

15 Vlaamse gewest wordt toevertrouwd volgens het RSV. De beleidsplanning is momenteel drieledig opgebouwd, waarbij het lagere niveau zich steeds dient te schikken naar de hogere planningsdocumenten. Deze planningssystematiek werkt door in de op te maken RUP's. Er moet dan ook worden vastgesteld dat de opmaak van een RUP zonder de in het RSV opgelegde taakstelling te volgen de nietigheid van het RUP in kwestie tot gevolg heeft. De provincie is niet bevoegd om een plan op te stellen voor de vergunde constructies groter dan 300 m³, gezien deze constructies niet voldoen aan de definitie van weekendverblijf gesteld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, en gezien de provincie enkel bevoegd is voor de problematiek van de weekendverblijven. Deze constructies voldoen ook niet aan de definitie van openluchtrecreatief verblijf. De problematiek van de zonevreemde woningen in Stekene is een gemeentelijke bevoegdheid en behoort niet toe aan het provinciaal niveau. Het subsidiariteitsbeginsel is geschonden. De Gemeente Stekene heeft al een gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen. Recreatie op bovenlokaal niveau is sowieso een provinciale bevoegdheid, zoals in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is aangegeven. Hoewel een ministerieel beleidsplan inderdaad geen wettekst is, heeft het wel verordenende waarde voor overheden. Binnen het beleidsplan voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven (Parlementaire stuk 1266 ( ). Nr 1) werd een stappenplan bestaande uit vier stappen voorzien: - Inventarisatie - Afweging vanuit elementen van Vlaams niveau - Uitwerken visie, ruimtelijke afweging en voorstel van ontwikkelingsperspectief - Opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen De vierde stap is dus weldegelijk de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Hierin wordt de provinciale bevoegdheid nog eens bevestigd. Voorliggend PRUP is één van de bedoelde provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Verder gaat het planinitiatief over de herbestemming van zones voor verblijfsrecreatie met het oog op het oplossen van de problematiek van de permanente bewoning. Het gaat dus geenszins om "individuele weekendverblijven", maar over een globaal planologisch initiatief inzake bovenlokale verblijfsrecreatie, wat duidelijk wel een provinciale bevoegdheid is volgens het RSV. In dat kader doet het er dan ook niet toe of de weekendverblijven al dan niet groter zijn dan 300 m³. De essentie is de herbestemming van zones voor verblijfsrecreatie. Het zijn trouwens in elk geval wel openluchtrecreatieve verblijven. Het PRUP definieert 'openluchtrecreatief verblijf' als volgt (definitie overgenomen uit het logiesdecreet): "Een openluchtrecreatief verblijf is elke verblijfsvorm die niet is ontworpen om als vaste woonplaats te dienen en/of niet als dusdanig wordt gebruikt of mag worden gebruikt." Zonevreemde woningen zijn inderdaad een gemeentelijke problematiek. Het gaat hier echter niet over zonevreemde woningen maar om zone-eigen al dan niet permanent bewoonde openluchtrecreatieve verblijven. Het gaat dus niet over eenzelfde problematiek. Het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen geeft trouwens expliciet aan dat de hoofdbestemming deze is zoals 15

16 vastgelegd in het geldende gewestplan of, in voorkomend geval, gewestelijk of provinciaal RUP. De stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP gaan uitsluitend over zonevreemde woningen (permanente woonfunctie vergund of vergund geacht) en blijven van toepassing zoals in voorliggend PRUP ook is aangegeven. Het subsidiariteitsbeginsel is dus niet geschonden. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 41*, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 Er wordt systematisch afgeweken van het provinciaal uitgangspunt bij de opmaak van het PRUP Reconversie verblijfsrecreatie Stekene Fase 1, met name "Waar gebouwd kan worden, kan gewoond worden", aangezien alle vergunde clusters momenteel ruime bouwmogelijkheden hebben. Ook vanaf de inwerkingtreding tot 2022 geeft het PRUP bouwmogelijkheden, terwijl het PRUP duidelijk stelt dat permanente bewoning niet toegelaten is. De vertaling van de visie tot PRUP is (onderling) tegenstrijdig met haar uitgangspunten. Het is zo dat de Provincie op termijn af wil van de dubbelzinnige bestemming 'zone voor verblijfsrecreatie' door alle zones voor verblijfsrecreatie te herbestemmen. Het planologisch standpunt "Waar gebouwd kan worden, kan ook gewoond worden." is uiteraard maar van toepassing in de toekomst, bij het ingaan van de open-ruimte-(na)bestemming. Dit principe geldt niet op vandaag, want zou betekenen dat er binnen alle zones voor verblijfsrecreatie kan gewoond worden. Dit is ruimtelijk niet te verantwoorden. Als alle zones binnen de provincie herbestemd zijn en de voorziene (na)bestemmingen in werking zijn getreden, zal het principe "Waar gebouwd kan worden, kan ook gewoond worden." van toepassing worden. Binnen de recreatieve woongebieden zal nog gebouwd kunnen worden en dus ook gewoond kunnen worden. In de zones met een open-ruimte-bestemming zal niet meer gebouwd kunnen worden en dus ook niet meer gewoond kunnen worden. 16

17 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 De verantwoording voor de herbestemming van de zones D5 zuid, F2, F4, F5 en F6 naar een open ruimtebestemming binnen deze eerste fase gebeurt door te wijzen naar de categorisering op Vlaams niveau, zonder deze categorisering op te nemen en dit dus zonder meer te poneren. De PROCORO merkt op dat de categorisering op Vlaams niveau op haar vraag weldegelijk is aangevuld in de toelichtingsnota. Verder is het zo dat de afwegingen van het Vlaamse niveau enkel een input / advies gaven voor de uiteindelijke provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012), waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 De verantwoording voor de beleidskeuze om geen permanent wonen toe te laten wordt gesteund op de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Dat is een erg ruim, niet objectief te meten criterium dat door de planopmakende overheid naar eigen goeddunken wordt ingezet. Het begrip draagkracht wordt niet gedefinieerd, en misleidend gebruikt om aan te tonen dat permanente bewoning niet kan getolereerd worden. Als men 365 dagen "verblijft" in zijn weekendwoning of men "woont" er 365 dagen, dan brengt dit exact dezelfde overlast met zich mee. Juridisch werd immers niet vastgelegd hoeveel dagen men in een weekendverblijf mag verblijven. De nutsvoorzieningen liggen er reeds meer dan 20 jaar (Elektriciteit, TV, Internet, Telefoon). Iemand die verblijft heeft net dezelfde behoeften aan nutsvoorzieningen als iemand die woont. De rechtbank is terecht van mening dat het louter bewonen, in tegenstelling tot het optrekken van een constructie, geen enkele ruimtelijke impact heeft. 17

18 Ruimtelijke planning is geen exacte wetenschap. Een eenduidige definitie van het begrip 'draagkracht' is dan ook moeilijk te geven. Om de ruimtelijke draagkracht van een bepaalde omgeving te bepalen, werd gebruik gemaakt van objectieve bestaande juridische en beleidsdocumenten. Hierbij gaat het om de ligging van VEN-gebieden, de ligging van Ramsar-, vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebieden, de ligging van beschermde monumenten, landschappen en stads- en dorpsgezichten, de inkleuring op de biologische waarderingskaart en de ligging van puntrelicten, lijnrelicten, ankerplaatsen en relictzones. Daarenboven zien bezwaarschrijvers over het hoofd dat voor het al dan niet toelaten van permanente bewoning in de toekomst (herbestemming naar recreatief woongebied) in eerste instantie wordt gekeken naar het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving. Het voorbeeld van een weekendverblijf waarin iemand 365 dagen per jaar verblijft, is louter theoretisch. In de praktijk komt zo een geval heel weinig voor. Ook al zouden er een paar dergelijke gevallen zijn, dan nog wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden, wat wel het geval zou zijn als alle verblijven permanent zouden worden bewoond. Het aangehaalde voorbeeld van een uitspraak van de rechtbank gaat ten eerste niet over een uitspraak in laatste aanleg en gaat ten tweede niet over een ruimtelijk vergelijkbare situatie. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 67, 68, 69, 70, 71, 71*, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 De verwezenlijking van de doelstelling van het PRUP wordt afhankelijk gemaakt van weinig concrete maatregelen: er is geen onteigeningsplan, een beperkt voorkooprecht en een niet-uitgewerkte krotbelasting. Dit toont aan dat de herbestemming tot bosgebied onbepaald in de tijd wordt uitgesteld, wat niet aanvaard kan worden. Men heeft geen budget om gedupeerden fatsoenlijk te onteigenen zoals de VCRO dat oplegt. Gedupeerden worden gedwongen om massaal hun rechten voor een rechtbank op te eisen. Omdat het gaat om zo veel gedupeerden (de uitzondering wordt de regel) wordt tegen dit structureel probleem bezwaar aangetekend. Voor een structureel probleem moet een structurele oplossing geboden worden, niet één die mensen individueel voor een rechtbank moeten zoeken. 18

19 De realisatie van de (na)bestemming bosgebied moet inderdaad gezien worden op lange termijn. Er is geen enkele reden waarom dit niet zou kunnen. Over een hele lange periode kan de gewenste open-ruimte-bestemming bereikt worden door o.a. verkrotting. Dit is een natuurlijk proces dat niet door het PRUP wordt opgelegd, maar dat gebeurt door de dalende vraag naar echte weekendverblijven en het bouwverbod vanaf Uiteraard is het de bedoeling dat krotten dan worden afgebroken, zodat de open-ruimte-bestemming effectief tot stand komt. Daarenboven voorziet het PRUP voor deze zones in een voorkooprecht voor het Agentschap voor Natuur en Bos van 15 jaar, de maximaal decretaal toegelaten termijn. Op die manier kan de realisatie van de gewenste eindbestemming vlugger worden bereikt. De PROCORO is van mening dat een onteigening een te drastisch instrument is. De VCRO legt geen onteigening op, in tegenstelling tot wat bezwaarschrijvers stellen. Art heeft het over aankoopplicht (iets anders dan onteigening) en stelt dat de eigenaar van een onroerend goed van het Vlaamse Gewest de verwerving daarvan kan eisen indien hij aantoont dat, ten gevolge van de vaststelling van één of meer al dan niet opeenvolgende ruimtelijke uitvoeringsplannen, de waardevermindering van zijn onroerend goed ernstig is. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Het is echter zo dat dit op vandaag ook al het geval is binnen de gewestplanbestemming 'zone voor verblijfsrecreatie', zodat hier geen is van een ernstige waardevermindering. Mensen zijn uiteraard niet verplicht om een "oplossing voor de rechtbank te zoeken". Het is alleen zo dat als mensen vinden dat ze financieel verlies lijden, ondanks het feit dat bestaande rechten worden behouden, ze een procedure voor het verkrijgen van planschade kunnen opstarten. De Gemeente kan parallel met het PRUP een krotbelasting uitwerken. Een RUP kan iets dergelijks echter vanuit juridisch oogpunt niet opleggen. 19

20 35, 36, 37, 38 Bezwaarschrijvers vragen zich af waarom de Provincie Oost-Vlaanderen de weekendverblijven van de kaart wil vegen? Men kan niet ontkennen dat er vergunningen zijn afgeleverd en dat deze rechtsgeldig blijven. Het ziet er naar uit dat de Provincie Oost-Vlaanderen duidelijk heeft gekozen voor het verdrijven van de verblijfsrecreatie in haar provincie. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Vergunde weekendverblijven worden niet van de kaart geveegd. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari De inkleuring van de gewestplannen dateert al van de jaren Het is niet onlogisch dat in de loop van de jaren nieuwe behoeften en nieuwe inzichten ontstaan. De PROCORO is van mening dat er op 20

21 vandaag geen behoefte meer is aan het aansnijden van nieuwe zones voor weekendverblijven. Het bestaande aanbod aan (nu vaak permanent bewoonde) weekendverblijven volstaat ruimschoots om de toekomstige recreatieve behoefte (toeristisch gebruik en gebruik als tweede verblijf) op te vangen. Het feit dat een (zeer) groot aandeel weekendverblijven permanent bewoond zijn, is het beste bewijs van het feit dat de vraag naar echte tweede verblijven klein geworden is. De nog bestaande vraag naar echte tweede verblijven kan dus zeker worden opgevangen binnen het bestaande aanbod aan weekendverblijven. Daarnaast wordt ook voorzien in herbestemmingen naar typisch toeristische bestemmingen (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Dit zorgt er voor dat deze vormen van verblijfsrecreatie net meer rechtszekerheid krijgen. Er is dus geen sprake van het verdrijven van de verblijfsrecreatie uit de provincie. 35, 36, 37, 38 Bezwaarschrijvers stellen vast dat een aantal zones vanaf 1 januari 2020 wordt omgevormd naar open ruimte. Wat de betekenis van open ruimte juist inhoudt, wordt volgens hen echter niet geformuleerd. De PROCORO is van mening dat 'open ruimte' in de betreffende zones wel duidelijk wordt omschreven. Het gaat namelijk over de bestemming 'bosgebied'. Daaraan worden eveneens duidelijke stedenbouwkundige voorschriften gekoppeld. Wat de betekenis van open ruimte juist inhoudt, wordt dus wel geformuleerd. Advies PROCORO 41*, 46 21

22 Men zou de toestand moeten laten zoals ze nu is (eenmalige goedkeuring van vaste woonst toelaten onder voorwaarden) maar voorkomen dat er nog nieuwbouw bij komt om bewoond te worden. De PROCORO is van mening dat de ruimtelijke impact van de huidige permanente bewoning te groot is voor de gebieden die binnen een waardevolle open-ruimte-omgeving gelegen zijn. Het is dus geen optie om enkel permanente bewoning in nieuwbouw tegen te gaan. Dat zou trouwens de duidelijkheid niet ten goede komen. Verder wijst de PROCORO op het feit dat permanent wonen kan indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Voor de rijken kan alles geregeld worden, zoals voor wijlen koning Boudewijn in Opgrimbie. Onze droom kan niet in vervulling gaan. U ziet dat toch niet iedereen gelijk is voor de wet. De PROCORO geeft aan dat voorliggend PRUP een uitvoering is van de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012). Dit is een gedegen en ruimtelijk onderbouwde visie die de toekomstperspectieven voor elke zone voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene schetst. Alles vertrekt vanuit een ruimtelijke argumentatie, het al dan niet wonen van 'rijken' in bepaalde zones heeft hier niets mee te maken. 22

23 64, 67, 70, 89 Bezwaarindieners stippen aan dat de overheid uit het oog verliest dat zij zonevreemdheid stimuleert. De zonevreemde basisrechten zijn er nochtans gekomen om de fouten uit het verleden op een rechtvaardige manier 'recht te zetten', terwijl met voorliggend PRUP zonevreemde bebouwing in de hand wordt gewerkt. Dat kan allerminst de bedoeling zijn van een goed ruimtelijk beleid. De vergunde weekendverblijven die voordien zone-eigen binnen recreatiezone waren gelegen, krijgen na dit PRUP een rechtsonzekere toestand, omdat ze zonevreemde weekendverblijven worden. Een toestand die eerst rechtszeker was, wordt daarna rechtsonzeker. De bezwaarindieners durven er in dit verband ook op wijzen dat het wel erg vreemd overkomt dat het gemeentelijk RUP 'Zonevreemde woningen' in overdruk van toepassing blijft. Op die manier wordt het mogelijk dat binnen de waardevolle open ruimte een zonevreemde woning wordt bestendigd, terwijl op een naastgelegen perceel een weekendverblijf wordt opgetrokken dat op termijn zonevreemd zal worden en bovendien niet permanent bewoond mag worden omwille van de overschrijding van de ruimtelijke draagkracht. Ruimtelijke planning is een proces op lange termijn. De gewenste eindbestemming op lange termijn is voor het zuidelijk deel van zone D5 en voor de zones F2, F3, F4, F5 en F6 bosgebied. Vandaar dat deze zones nu als bosgebied worden bestemd. Dat het gevolg daarvan is dat zonevreemde constructies ontstaan, betekent niet dat er een rechtsonzekere toestand ontstaat. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Zonevreemde (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) woningen kunnen als woning behouden blijven, omdat de (permanente) woonfunctie er stedenbouwkundig steeds toegelaten is. Verder is het aantal zonevreemde woningen niet van die aard dat er een gevaar is op het overschrijden van de ruimtelijke draagkracht. Permanente bewoning toelaten in alle weekendverblijven in het zuidelijk deel van zone 23

24 D5 en de zones F2, F3, F4, F5 en F6 zou daarentegen wel een overschrijding van de ruimtelijke draagkracht teweeg brengen. 67, 70, 89 De afwegingen vanuit Vlaams niveau zijn niet onderbouwd. Er wordt geen gebruik gemaakt van duidelijk meetbare criteria die leiden tot weegfactoren om tot besluitvorming te komen. Er wordt eerder uitgegaan van vooraf vastgelegde conclusies gebaseerd op foute premissen i.p.v. dat een duidelijke objectieve redenering wordt opgebouwd. Op die manier is de besluitvorming m.b.t. clusters B4, B5 (zones F4, F5) waardeloos. De opmerking heeft betrekking op de afweging die het Vlaamse niveau voor de verschillende clusters van weekendverblijven heeft gemaakt. De opmerking heeft dus geen betrekking op voorliggend PRUP of de provinciale visie zelf. De PROCORO is trouwens van mening dat deze afweging op Vlaams niveau wel voldoende onderbouwd werd en duidelijk uitging van de bestaande ruimtelijke context van de verschillende clusters van weekendverblijven. In elk geval is de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012), waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is, wel goed onderbouwd. De afwegingen van het Vlaamse niveau gaven enkel een input / advies voor de uiteindelijke provinciale visie. Advies PROCORO 67, 70, 89 Gezien een zone voor verblijfsrecreatie de facto nooit tot een woongebied kan behoren, zou deze regel betekenen dat geen enkele zone kan omgevormd worden naar recreatieve woonzone, want geen enkele zone waar ook ligt binnen woongebied. De betekenis binnen woongebied gelegen is dus onmogelijk en moet aangepast worden naar sluit aan bij woongebied (in deze context wordt algemeen aangenomen dat aansluiten bij betekent gelegen zijn op een afstand van minder dan 100m ). 24

25 Het provinciaal beleidskader heeft het niet over "binnen woongebied gelegen" maar over "binnen een woonomgeving gelegen". Het beleidskader stelt dat zones die binnen een woonomgeving gelegen zijn, in aanmerking komen voor een herbestemming naar recreatief woongebied. 'Woonomgeving' is niet het zelfde als juridisch ingekleurd 'woongebied'. Een zone voor verblijfsrecreatie ligt binnen woonomgeving, wanneer ze aansluit bij juridisch woongebied en wanneer ze morfologisch deel uitmaakt van de woonomgeving. Advies PROCORO 67, 70, 111 Er wordt bezwaar aangetekend tegen de onduidelijke beslissingscriteria van de provincie Oost- Vlaanderen zonder dat er gebruik gemaakt wordt van duidelijke objectieve meetbare criteria die via weegfactoren worden opgeteld om zo een totaalscore te krijgen die bepaalt wanneer een cluster in aanmerking komt voor herbestemming naar recreatief woongebied of open-ruimte. Er wordt geen rekening gehouden met belangrijke criteria zoals historiek, de reeds aanwezige bebouwingsgraad, nutsvoorzieningen, toegankelijkheid, bereikbaarheid, voorkomen en aard van de gebouwen, de reeds aanwezige belasting van de omgeving door toerisme, De aanpak is slordig en getuigt van een tunnelvisie. De verschillende motivaties doorheen de jaren zijn contradictorisch, maar leiden tot dezelfde initiële besluiten. Dit is een sluipende besluitvorming. In andere provincies gebeurde deze afweging op een meer degelijke manier. De PROCORO is van mening dat de afweging wel degelijk op een goed onderbouwde manier is gebeurd. Er werd een gedegen gebiedsgerichte provinciale ruimtelijke visie opgemaakt, 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012). Voorliggend PRUP is hiervan een uitvoering. Aanknopingspunten bij het evalueren van de ruimtelijke mogelijkheden voor weekendverblijven binnen zones voor verblijfsrecreatie zijn onder meer de aansluiting bij bestaande bebouwing, de interne en externe ontsluiting van de clusters, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit. Uit de structuurplannen en het afbakeningsproces van de natuurlijke en de agrarische structuur blijkt echter dat deze aandachtspunten eerder van secundair belang zijn, tegenover het belang van de natuurlijke en open ruimte structuren, zowel op gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk als op Europees vlak. 25

26 De grote natuurlijke en landschappelijke waarde had een enorme aantrekkingskracht op het bouwen van weekendverblijven. De clusters weekendverblijven binnen de zones voor verblijfsrecreatie zijn dan ook, op enkele uitzonderingen na die zich in een denser bebouwde omgeving bevinden, rechtstreeks te linken met de grote open ruimte structuren. De draagkracht van de natuurlijke en landschappelijke structuren binnen Stekene is echter beperkt en bepaalt op die manier prioritair de mogelijke inplanting van nieuwe of het behoud van bestaande weekendverblijven, al dan niet met een permanente bewoning, binnen de zones voor verblijfsrecreatie. Aangezien de draagkracht en daarmee ook de mogelijkheden voor recreatie in het algemeen en weekendverblijven in het bijzonder sterk afhankelijk is van het type en de functie van het natuurlijklandschappelijk geheel, werd geopteerd deelgebieden af te bakenen binnen de gemeente Stekene waarbinnen een gedifferentieerd beleid voor de zones voor verblijfsrecreatie mogelijk wordt. Het aanduiden van deze deelgebieden is ook in overeenstemming met de visie en het actieprogramma van de afbakening van de natuurlijke en de agrarische structuur. Het was dus een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Ruimtelijke planning is uiteraard geen exacte wetenschap, maar om bij de visievorming werd gebruik gemaakt van objectieve bestaande juridische en beleidsdocumenten. Hierbij gaat het om de ligging van VENgebieden, de ligging van Ramsar-, vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebieden, de ligging van beschermde monumenten, landschappen en stads- en dorpsgezichten, de inkleuring op de biologische waarderingskaart en de ligging van puntrelicten, lijnrelicten, ankerplaatsen en relictzones. Advies PROCORO 67, 70, 89, 111 Het PRUP strookt niet met de intenties van de Vlaamse decreetgever, die stelde dat een planologische oplossing enkel meer rechtszekerheid dient te bieden door de bewoners meer rechten te geven dan de huidige bestaande. De gewestplannen bieden meer rechtszekerheid. Art de lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt o.a.: "In hoofde van permanente bewoners waarvoor geen planologische oplossing geboden wordt, geldt ten persoonlijken titel een aanvullend woonrecht vanaf de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, vermeld in artikel 5.4.2, tot en met 31 december 2029." Het is dus klaar en duidelijk 26

27 dat een planologische oplossing in hoofde van permanente bewoners geen verplichting is. Een dergelijke oplossing kan enkel indien deze ruimtelijk verdedigbaar is. Daarenboven wijst de PROCORO ook op de Vlaamse afweging die voor bepaalde clusters stelt dat permanente bewoning toelaten ruimtelijk niet aanvaardbaar is. 71*, 89 Op Vlaams niveau wilde men de verdere versnippering tegen gaan door enkel de onbebouwde percelen in het plangebied te vrijwaren van verdere bebouwing (terwijl er daarvoor trouwens nog bouwmogelijkheden zijn tot 2022), niet de reeds bebouwde. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Advies PROCORO 89,

28 De onmenselijke en vernederende aanpak van de overheid staat niet in verhouding tot de feiten. Het beoogde doel staat niet in verhouding tot de particuliere schade. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene (na)bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Omdat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven in stand kunnen worden gehouden, intern kunnen worden verbouwd en bij overmacht kunnen worden herbouwd en omdat bovendien het PRUP voorziet in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voor onbebouwde percelen langs voldoende uitgeruste wegen en/of binnen verkavelingen, is de PROCORO van mening dat het gebruikte middel (herbestemming naar open ruimte) wel in verhouding staat tot het doel (permanente bewoning tegen gaan). 28

29 111 De arrogantie van deze besluitvorming is mateloos, vindt geen voldoende motivatie in het algemeen belang en aldus strijdig met de grondwettelijke regels van dit land, en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. De PROCORO wijst er op dat voorliggend PRUP weldegelijk is opgesteld vanuit het algemeen belang. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. 29

30 Wooncompensatie 2 De compensatiegebieden op vlak van wonen (deelplannen 4 en 5) moeten in dienst staan van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven. Vraag is verder of het plan de toets aan de omzendbrief RWO/2014/1 doorstaat. Hoe verhoudt zich het percentage 20-25% sociale woningen zich tot de werkelijke nood? De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een open-ruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. o Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). o Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. o Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal 30

31 gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. Verder is de PROCORO van mening dat het plan weldegelijk de toets aan de omzendbrief RWO/2014/1 doorstaat. Er is immers voldaan aan alle voorwaarden. 3, 15, 16, 17, 17*, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 39*, 40, 41, 41*, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 53, 54, 54*, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 66, 67, 68, 69, 69*, 70, 71, 71*, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 88*, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 95*, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 106*, 107, 108, 109, 110 De term wooncompensatie is zeer misleidend want er wordt niets gratis aangeboden. We zijn financieel niet in staat een andere woning te kopen. Ook een sociale huurwoning is niet haalbaar omdat dit een extra kost betekent bovenop het afbetalen van onze hypotheek. Het is onmenselijk om een groep die reeds sociaal zwak is 2 hypotheekleningen te doen afbetalen. Het flankerend beleid is onvoldoende uitgewerkt in het PRUP en is absoluut niet realistisch:vele mensen hebben niet de (financiële) mogelijkheden om te verhuizen naar de voorgestelde woonuitbreidingsgebieden die zullen aangesneden worden. Het sociaal begeleidingsplan is niet bij het ontwerp PRUP toegevoegd. We zouden gratis een gelijkaardige woning moeten kunnen krijgen. Wonen is nochtans een grondwettelijk recht. Bij de bezwaarindieners bestaat de perceptie dat de wooncompensatiegebieden worden meegenomen bij de opmaak van dit PRUP, omdat dit - op basis van de overlegmomenten - van een behoorlijk bestuur mag worden verwacht. Er kan evenwel getwijfeld worden aan de concrete 31

32 uitwerking van dit voorstel. Bovendien wordt de wooncompensatie louter bekeken in functie van dit PRUP en niet in het licht van de nog op te maken PRUP's voor de 2 de en 3 de fase. Verder lijkt de specifieke behoefte en de keuze voor deze locatie-alternatieven - naar het oordeel van de Provincie - voldoende onderbouwd, hoewel er geen haalbaarheidsstudie of een ander document aan het ontwerp-prup werd toegevoegd, waaruit moet blijken dat dit standpunt degelijk onderbouwd is. De provinciale overheid schermt op dat vlak met de intentieverklaringen van de betrokken eigenaars, maar het juridisch statuut van deze documenten is twijfelachtig en moeilijk afdwingbaar. 'Compensatie' in de term wooncompensatiegebieden slaat louter op een ruimtelijke compensatie. De Provincie biedt de permanente bewoners van een weekendverblijf van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) een alternatief aan. Het gaat inderdaad niet om een financiële compensatie. Een financiële compensatie is ook niet aan de orde. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Verder betwist de PROCORO niet dat wonen een grondwettelijk recht is. Mede ook daarom voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden. De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. 32

33 o o o o o o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een open-ruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. Er worden in voorliggend PRUP enkel wooncompensatiegebieden voorzien in functie van de herbestemmingen naar open ruimte in voorliggend PRUP. De PROCORO vindt dat ook logisch. Het is niet mogelijk om voor het PRUP van de 3 de fase nu al in wooncompensatiegebieden te voorzien, aangezien de zones van de 3 de fase zelf nog niet worden herbestemd. In het PRUP van de 3 de fase zullen ook wooncompensatiegebieden worden voorzien voor de zones die in dat RUP naar open ruimte worden bestemd. Het aansnijden van twee wooncompensatiegebieden werd weldegelijk afdoende gemotiveerd. De PROCORO verwijst wat dat betreft ook naar het advies van het departement Ruimte Vlaanderen dat stelt dat de keuze voor de locatie-alternatieven ruim gemotiveerd is in de toelichtingsnota. Bij het zoeken naar locaties voor wooncompensatiegebieden werd de woningprogrammatie zoals voorzien 33

34 in het GRS bekeken. Volgens de (geactualiseerde) woningprogrammatie van het GRS komen volgende gebieden in aanmerking om (gedeeltelijk) ingezet te worden als wooncompensatiegebied: - WUG 'Kemzekestraat' in hoofddorp Kemzeke - WUG 'Habroek' (ook bekend onder de naam 'Spoorweg/Voorhout') in hoofddorp Kemzeke - WUG 'Merlanstraat' in woonkern Klein Sinaai Bij het bepalen van (een) locatie(s) voor wooncompensatiegebieden werd uitgegaan van volgende principes: 1. Het is aangewezen om de wooncompensatie te spreiden om een sociale mix te bewerkstelligen. 2. Er wordt gekozen voor de zone(s) die volgens ruimtelijke principes het best gelegen is/zijn. 3. Er wordt rekening gehouden met de uitvoerbare realisatie op het terrein van het/de wooncompensatiegebied(en). Met het oog op een sociale mix werd er dus voor geopteerd om de wooncompensatie te spreiden. Het is namelijk niet aangewezen om alle ex-weekendverblijfbewoners te concentreren in 1 gebied of in de zelfde kern. Vandaar dat er wordt voor geopteerd om de wooncompensatie gedeeltelijk in Kemzeke en gedeeltelijk in Klein Sinaai te voorzien. Aangezien Kemzeke in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) werd geselecteerd als hoofddorp en Klein Sinaai (slechts) als woonkern, wordt ervoor geopteerd om het grootste gedeelte van de compenserende wooneenheden te voorzien in Kemzeke (ca. 30), een kleiner aandeel wordt voorzien in Klein Sinaai (ca. 20). Het aandeel voor Klein Sinaai wordt voorzien in het WUG 'Klein Sinaai'. Hiertoe wordt een gedeelte van dit WUG (ca. 1,8 ha) herbestemd in voorliggend PRUP (deelplan 5). Het betreft de kadastrale percelen Stekene, 4 de afdeling Klein Sinaai, perceelsnummers 463C, 463T en 463X. Deze zijn gelegen in het westelijk gedeelte van het WUG. Dit is ruimtelijk gezien de meest logische oplossing, aangezien de ontwikkeling voortbouwt op de meest recente verkaveling aan de Vijfstekestraat. Betreffende zone is in eigendom van diverse private eigenaars. Zij hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat ze de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. Voor het aandeel in Kemzeke waren er twee opties: het WUG 'Kemzekestraat' en het WUG 'Habroek'. Tussen deze twee gebieden moest een keuze worden gemaakt op basis van ruimtelijke motieven. Beide WUG's zijn gelegen in onmiddellijke aansluiting met de bebouwde omgeving van het hoofddorp Kemzeke. Ze kunnen beide als kernversterkend worden beschouwd. Het WUG 'Habroek' heeft echter een rechtstreekse ontsluiting met de N403 (Stationsstraat), die in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) werd geselecteerd als secundaire weg. Het WUG 'Kemzekestraat' ontsluit via de Kemzekestraat en Kemzekedorp naar de N403 en is bijgevolg minder goed ontsloten. In het WUG 'Habroek' is een oude bedrijfssite van Aswebo gelegen. Het aansnijden van deze bedrijfssite kan dus beschouwd worden als een reconversie van een verlaten bedrijfssite. Ruimtelijk valt dit aan te moedigen. Het WUG 'Kemzekestraat' is op vandaag een volledig greenfield. Het aansnijden van dit gebied zou dus een bijkomend aansnijden van open ruimte betekenen. 34

35 Wat de ontsluiting voor fietsverkeer betreft, is het WUG 'Habroek' direct gelegen aan een hoofdroute (de oude spoorwegzate Moerbeke Sint-Gillis-Waas Sint-Niklaas) én aan een functionele fietsroute (N403 Nederland Sint-Niklaas) van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Het WUG 'Kemzekestraat' is minder goed ontsloten voor fietsverkeer. Wat de ontsluiting met het openbaar vervoer betreft, is het WUG 'Habroek' onmiddellijk aan een bushalte gelegen (ter hoogte van de N403 Stationsstraat) met verbindingen naar Sint-Niklaas, Hulst, Stekene, Klein Sinaai en Moerbeke. Het WUG 'Kemzekestraat' is verder van een bushalte gelegen. Bovendien heeft de eigenaar van het WUG 'Habroek' via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat hij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners wil realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. De potentiële ontwikkelaar van het WUG 'Kemzekestraat' is enkel bereid om ca. 30 percelen te voorzien voor wooncompensatie indien hij de toestemming krijgt om het volledige gedeelte van het woonuitbreidingsgebied 'Kemzekestraat' binnen de contour van het BPA Kemzeke te ontwikkelen. Dit zou neerkomen op ca. 110 wooneenheden. Zowel vanuit het aspect 'ruimtelijke motieven' als vanuit het aspect 'uitvoerbare realisatie op het terrein' was het dus aangewezen om in Kemzeke te kiezen voor een gedeeltelijke aansnijding van het WUG 'Habroek', meer bepaald het gedeelte dat overeenkomt met het vroegere bedrijfsterrein van Aswebo en het gedeelte tussen dit bedrijfsterrein en de N403 Stationsstraat (deelplan 4). Het betreft de kadastrale percelen Stekene, 3 de afdeling Kemzeke, sectie A, perceelsnummers 575H, 575/02, 589A (gedeelte), en 599/02C2. Deze zone is bruto ca. 2 ha groot. Er kunnen ca. 30 (compensatie)woningen worden voorzien. De behoefte voor het aansnijden van dit gebied werd weldegelijk aangetoond. Voor deelplan 2 (zuidelijk deel zone voor verblijfsrecreatie D5) en voor deelplan 3 (zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6) moet op zoek worden gegaan naar een alternatief voor de permanente bewoners. In totaal moet worden op zoek gegaan naar compensatie voor ca. 50 permanent bewoonde verblijven. Het gaat om weekendverblijven die feitelijk permanent bewoond zijn van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde tijdelijk woonrecht VCRO). Om in aanmerking te komen voor wooncompensatie geldt enkel deze tijdsvoorwaarde. De andere voorwaarden om in het verleden aanspraak te kunnen maken op tijdelijk woonrecht zijn niet van toepassing. Het gaat om feitelijke bewoners, dus het al dan niet gedomicilieerd zijn doet ook niet terzake. Verder wenst de PROCORO nog op te merken dat andere bezwaarschrijvers net aangeven dat er te veel wooncompensatiegebied wordt voorzien. 9 35

36 Hierbij dienen we bezwaar in tegen het gelijktijdig aansnijden van twee compensatie woongebieden voor bewoners van weekendverblijven. We stellen voor om een aanvang te nemen met één compensatie woongebied in Kemzeke. Pas als dit volzet is door bewoners van weekendverblijven die wensen te verhuizen, kan een tweede compensatie woongebied aangeboden worden in Klein Sinaai. We zijn tevens van oordeel dat het voorkooprecht van één jaar voor de bewoners van weekendwoningen onvoldoende is. Ze brengen volgende motivatie aan: - Momenteel is er geen behoeftestudie gemaakt van bewoners van weekendhuizen die wensen te verhuizen. - Slechts enkele bewoners van weekendverblijven hebben een tijdelijk woonrecht en op deze basis komen ze ook in aanmerking voor het alternatieve woonaanbod. Een zestigtal bewoners van weekendhuizen in de clusters die hiervoor in aanmerking komen hebben een domicilie in Stekene. - Het betreft twee woonuitbreidingsgebieden. Hier moeten we met de grootste zorg mee omspringen om de toekomst niet te bezwaren. - Het woonaanbod in Kemzeke moet exclusief voorbehouden worden voor de bewoners van weekendverblijven. Het aansnijden van twee wooncompensatiegebieden werd weldegelijk afdoende gemotiveerd. De PROCORO verwijst wat dat betreft ook naar het advies van het departement Ruimte Vlaanderen dat stelt dat de keuze voor de locatie-alternatieven ruim gemotiveerd is in de toelichtingsnota. Bij het zoeken naar locaties voor wooncompensatiegebieden werd de woningprogrammatie zoals voorzien in het GRS bekeken. Volgens de (geactualiseerde) woningprogrammatie van het GRS komen volgende gebieden in aanmerking om (gedeeltelijk) ingezet te worden als wooncompensatiegebied: - WUG 'Kemzekestraat' in hoofddorp Kemzeke - WUG 'Habroek' (ook bekend onder de naam 'Spoorweg/Voorhout') in hoofddorp Kemzeke - WUG 'Merlanstraat' in woonkern Klein Sinaai Bij het bepalen van (een) locatie(s) voor wooncompensatiegebieden werd uitgegaan van volgende principes: 4. Het is aangewezen om de wooncompensatie te spreiden om een sociale mix te bewerkstelligen. 5. Er wordt gekozen voor de zone(s) die volgens ruimtelijke principes het best gelegen is/zijn. 6. Er wordt rekening gehouden met de uitvoerbare realisatie op het terrein van het/de wooncompensatiegebied(en). Met het oog op een sociale mix werd er dus voor geopteerd om de wooncompensatie te spreiden. Het is namelijk niet aangewezen om alle ex-weekendverblijfbewoners te concentreren in 1 gebied of in de zelfde kern. Vandaar dat er wordt voor geopteerd om de wooncompensatie gedeeltelijk in Kemzeke en gedeeltelijk in Klein Sinaai te voorzien. Aangezien Kemzeke in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) werd geselecteerd als hoofddorp en Klein Sinaai (slechts) als woonkern, wordt ervoor geopteerd om het grootste gedeelte van de compenserende wooneenheden te voorzien in Kemzeke (ca. 30), een kleiner aandeel wordt voorzien in Klein Sinaai (ca. 20). Het aandeel voor Klein Sinaai wordt voorzien in het WUG 'Klein Sinaai'. Hiertoe wordt een gedeelte van dit WUG (ca. 1,8 ha) herbestemd in voorliggend PRUP (deelplan 5). Het betreft de kadastrale 36

37 percelen Stekene, 4 de afdeling Klein Sinaai, perceelsnummers 463C, 463T en 463X. Deze zijn gelegen in het westelijk gedeelte van het WUG. Dit is ruimtelijk gezien de meest logische oplossing, aangezien de ontwikkeling voortbouwt op de meest recente verkaveling aan de Vijfstekestraat. Betreffende zone is in eigendom van diverse private eigenaars. Zij hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat ze de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. Voor het aandeel in Kemzeke waren er twee opties: het WUG 'Kemzekestraat' en het WUG 'Habroek'. Tussen deze twee gebieden moest een keuze worden gemaakt op basis van ruimtelijke motieven. Beide WUG's zijn gelegen in onmiddellijke aansluiting met de bebouwde omgeving van het hoofddorp Kemzeke. Ze kunnen beide als kernversterkend worden beschouwd. Het WUG 'Habroek' heeft echter een rechtstreekse ontsluiting met de N403 (Stationsstraat), die in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) werd geselecteerd als secundaire weg. Het WUG 'Kemzekestraat' ontsluit via de Kemzekestraat en Kemzekedorp naar de N403 en is bijgevolg minder goed ontsloten. In het WUG 'Habroek' is een oude bedrijfssite van Aswebo gelegen. Het aansnijden van deze bedrijfssite kan dus beschouwd worden als een reconversie van een verlaten bedrijfssite. Ruimtelijk valt dit aan te moedigen. Het WUG 'Kemzekestraat' is op vandaag een volledig greenfield. Het aansnijden van dit gebied zou dus een bijkomend aansnijden van open ruimte betekenen. Wat de ontsluiting voor fietsverkeer betreft, is het WUG 'Habroek' direct gelegen aan een hoofdroute (de oude spoorwegzate Moerbeke Sint-Gillis-Waas Sint-Niklaas) én aan een functionele fietsroute (N403 Nederland Sint-Niklaas) van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Het WUG 'Kemzekestraat' is minder goed ontsloten voor fietsverkeer. Wat de ontsluiting met het openbaar vervoer betreft, is het WUG 'Habroek' onmiddellijk aan een bushalte gelegen (ter hoogte van de N403 Stationsstraat) met verbindingen naar Sint-Niklaas, Hulst, Stekene, Klein Sinaai en Moerbeke. Het WUG 'Kemzekestraat' is verder van een bushalte gelegen. Bovendien heeft de eigenaar van het WUG 'Habroek' via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat hij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners wil realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. De potentiële ontwikkelaar van het WUG 'Kemzekestraat' is enkel bereid om ca. 30 percelen te voorzien voor wooncompensatie indien hij de toestemming krijgt om het volledige gedeelte van het woonuitbreidingsgebied 'Kemzekestraat' binnen de contour van het BPA Kemzeke te ontwikkelen. Dit zou neerkomen op ca. 110 wooneenheden. Zowel vanuit het aspect 'ruimtelijke motieven' als vanuit het aspect 'uitvoerbare realisatie op het terrein' was het dus aangewezen om in Kemzeke te kiezen voor een gedeeltelijke aansnijding van het WUG 'Habroek', meer bepaald het gedeelte dat overeenkomt met het vroegere bedrijfsterrein van Aswebo en het gedeelte tussen dit bedrijfsterrein en de N403 Stationsstraat (deelplan 4). Het betreft de kadastrale percelen Stekene, 3 de afdeling Kemzeke, sectie A, perceelsnummers 575H, 575/02, 589A (gedeelte), en 599/02C2. Deze zone is bruto ca. 2 ha groot. Er kunnen ca. 30 (compensatie)woningen worden voorzien. 37

38 De behoefte voor het aansnijden van dit gebied werd weldegelijk aangetoond. Voor deelplan 2 (zuidelijk deel zone voor verblijfsrecreatie D5) en voor deelplan 3 (zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6) moet op zoek worden gegaan naar een alternatief voor de permanente bewoners. In totaal moet worden op zoek gegaan naar compensatie voor ca. 50 permanent bewoonde verblijven. Het gaat om weekendverblijven die feitelijk permanent bewoond zijn van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde tijdelijk woonrecht VCRO). Om in aanmerking te komen voor wooncompensatie geldt enkel deze tijdsvoorwaarde. De andere voorwaarden om in het verleden aanspraak te kunnen maken op tijdelijk woonrecht zijn niet van toepassing. Het gaat om feitelijke bewoners, dus het al dan niet gedomicilieerd zijn doet ook niet terzake. Verder was het een uitgangsprincipe om de wooncompensatie te spreiden om een sociale mix te bewerkstelligen. Alles voorzien in één gebied is dan ook geen optie. Verder wenst de PROCORO nog op te merken dat andere bezwaarschrijvers net aangeven dat er niet voldoende wooncompensatiegebied wordt voorzien. Verder is de PROCORO van oordeel dat het voorbehouden voor permanente bewoners van weekendverblijven van de gronden/ woningen in de wooncompensatiegebieden tot één jaar na het verkoopbaarheidsattest wel voldoende is. Eén jaar is namelijk lang genoeg voor de permanente bewoners om de afweging te kunnen maken. 35, 36, 37, 38, 41*, 66 Er is voorzien dat de zones die (op termijn) naar open ruimte bestemd worden tegen 1 januari 2022 volledig dienen te worden ontruimd, wat niet haalbaar is, gezien er geen vervangwoningen voorzien zijn. Blijft de vraag of de eigenaars bereid zijn, in Stekene nog een woning te betrekken, gezien de overheid hun eigendom waardeloos heeft gemaakt. Het aanbieden van alternatieve woningen zal niet lukken want er staan duizenden mensen op de wachtlijst. Ook voor een home komen we niet in aanmerking. De zones die (op termijn) naar open ruimte bestemd worden, moeten niet worden ontruimd. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund 38

39 (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Bovendien voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden. Op die manier krijgen permanente bewoners van weekendverblijven wel een alternatief aangeboden. De eigenaars van deze wooncompensatiegebieden hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat zij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. Deze wooncompensatiegebieden staan weldegelijk in dienst van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven, waardoor er voorrang is voor deze doelgroep en zij niet onderaan de wachtlijsten komen. De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een open-ruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. o Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). o Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. 39

40 o Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. Advies PROCORO 46 België is al volgebouwd. Het voorzien van bijkomende woongebieden is niet aangewezen omdat hierdoor een waterprobleem ontstaat. Vanuit ecologisch standpunt is het volgens de PROCORO beter om op ruimtelijk kwetsbare locaties geen permanente bewoning toe te laten, omdat de ruimtelijke impact van permanente bewoning groter is dan die van weekendverblijven. Bovendien is het de bedoeling van het PRUP dat de aanwezige bebouwing op lange termijn verdwijnt. Hierdoor zal de ecologische impact sowieso verkleinen. Het verder bijkomend belasten van de ruimtelijk kwetsbare omgevingen van het Bekaf boscomplex en het Stropersboscomplex weegt vanuit ecologisch standpunt zwaarder door dan het voorzien van wooncompensatiegebieden op ruimtelijk goed gelegen locaties (aansluitend bij hoofddorp of woonkern). Bovendien toont de watertoets aan dat er geen problemen te verwachten zijn bij het aansnijden van de twee wooncompensatiegebieden. 40

41 67, 70, 89 In Knesselare hebben slechts een 5-tal mensen op een totaal van 62 permanent bewoonde weekendverblijven interesse getoond in de voorstellen voor wooncompensatie. Hieruit blijkt duidelijk dat de flankerende maatregelen een maat voor niets zijn en pas worden opgestart als het PRUP al gestemd is, dus buiten het vizier van de provincieraadsleden. Het kalf is dan al verdronken. Vanuit juridisch oogpunt kunnen niet alle flankerende maatregelen een (verordenende) doorvertaling krijgen in een RUP. De elementen die in het verordenend deel van een RUP kunnen geregeld worden zijn namelijk afgelijnd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het moet gaan om bestemmings-, inrichtings- en/of beheervoorschriften. Het is niet omdat een flankerende maatregel geen verordenende doorvertaling krijgt in een RUP, dat deze een maat voor niets is. De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een open-ruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. o Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). 41

42 o o Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. 42

43 Overgangsperiode 2, 6 Het tot 1 januari 2022 toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde percelen in het Bekafcomplex en Stropersbos legt een zware hypotheek op de nabestemming bosgebied. Voorgesteld wordt om geen verdere bebouwing op onbebouwde percelen toe te laten binnen de gebieden aangeduid door de deelplannen 2 en 3. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 43

44 5 We dienen bezwaar in tegen het feit dat bouwovertredingen, ook van illegale constructies, tot 2022 kunnen geregulariseerd worden. De PROCORO acht het redelijk om personen de kans te geven om bouwovertredingen uit het verleden recht te zetten. Dit zorgt niet voor een bijkomende ruimtelijke impact. Integendeel, doordat de voorschriften op dit punt stellen dat inclusief aan de bepalingen die gelden voor nieuwbouw en herbouw van openluchtrecreatieve verblijven moet voldaan zijn, zal de ruimtelijke impact nog verkleinen. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 11, 12, 15*, 89 Om nieuw te bouwen moet men een K-peil behalen van max 30. Je mag er niet wonen, dus moet je voor een buitenverblijf toch niet voldoen aan die norm? Jullie handhaven deze norm, omdat er gewoonweg niet meer kan gebouwd worden met dergelijke norm. De constructie die men nog toelaat te bouwen tot 2022 is totaal niet vergelijkbaar met wat voordien vergund kon worden. De voorwaarden zorgen er voor dat het zeer duur is om te bouwen. Dit is onverantwoord voor een weekendverblijf. We gaan niet akkoord met het verlies van onze oorspronkelijk bouwrechten. Voor nieuwbouw en herbouw tijdens de overgangsperiode tot 1 januari 2022 zijn er strenge normen opgenomen om de ruimtelijke impact zoveel als mogelijk te beperken en om zoveel als mogelijk 44

45 tegen te gaan dat de nieuwe constructies permanent worden bewoond. Het is technisch perfect mogelijk om aan deze normen te voldoen, ook aan de norm voor het K-peil. Advies PROCORO 12, 89 De bouwmogelijkheden zijn beperkt in de tijd. Door de nieuwe maatregelen worden we verplicht nu vlug te beslissen. Want ná 2022 hebben we geen bouwrecht meer. Er wordt net voorzien in overgangsmaatregelen in een voldoende lange periode (meer dan 5 jaar) om eigenaars nog bebouwingsmogelijkheden te geven. Het is namelijk zo dat, omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, de PROCORO het redelijk acht niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Advies PROCORO 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 54*, 57, 58, 59, 60, 60*, 61, 62, 63, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 88*, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 94*, 95, 95*, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 De bouwmogelijkheden die worden toegestaan tot 1 januari 2022 zijn niet logisch en verdedigbaar omdat ze ingaan tegen het planopzet om bijkomend bosgebied te creëren en open ruimte te vrijwaren. Bezwaarindieners houden voor dat de provinciale visie onderling tegenstrijdig is en zelfs wordt verlaten door, in strijd met de doelstellingen van het ontwerp-prup, toch nog bouwmogelijkheden te voorzien. Dit gaat in tegen de standpunten op Vlaams niveau. Het meest frappante voorbeeld is de 45

46 herbestemming die wordt doorgevoerd in deelplan 2. Een soortgelijke vaststelling kan worden gemaakt voor de 'geleidelijke' herbestemming van gronden in deelplan 3, waarbij een identieke strijdigheid met de hogere, Vlaamse visie werd vastgesteld. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. Verder merkt de PROCORO op dat het Vlaams Gewest de problematiek van de weekendverblijven als opdracht heeft doorgeschoven naar de provincies omdat het volgens hen gaat om een provinciale problematiek. De PROCORO ziet de afwegingen van het Vlaamse niveau enkel als een input / advies voor de provinciale visie en plannen. De PROCORO is niet de mening toegedaan dat het Vlaams gewest moet gezien worden als de 'hogere' overheid. Conform het subsidiariteitsbeginsel heeft elke overheid de bevoegdheid over die elementen die het best op het niveau van die overheid behandeld worden. 46

47 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 De bouwmogelijkheden die worden toegestaan tot 2022 zijn niet logisch en verdedigbaar omdat kort na hun oprichting deze constructies zonevreemd worden en zelfs in ruimtelijk kwetsbaar gebied komen te liggen, dit terwijl zonevreemdheid net de uitzondering zou moeten zijn. Ruimtelijke planning is een proces op lange termijn. De gewenste eindbestemming op lange termijn is voor het zuidelijk deel van zone D5 en voor de zones F2, F3, F4, F5 en F6 bosgebied. Vandaar dat deze zones vanaf 1 januari 2022 als bosgebied worden bestemd. Dat het gevolg daarvan is dat zonevreemde constructies ontstaan, is geen probleem. De bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) constructies komen geenszins in een rechtsonzekere toestand terecht. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één 47

48 verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 17, 54*, 88*, 95* De bouwmogelijkheden die worden toegestaan tot 2022 kunnen op geen enkele manier ruimtelijk verantwoord worden. Het gaat er enkel om te vermijden dat dit PRUP financiële consequenties heeft voor de planopmakende overheid. Een dergelijke werkwijze kan niet worden aanvaard van een behoorlijk bestuur. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Er is dus geen sprake van een omzeiling van de planschade. Het al dan niet ontstaan van planschade moet gezien worden als een gevolg van een plan. Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 48

49 Financiële aspecten 3, 11, 14, 35, 36, 37, 38, 54*, 64, 67, 69*, 70, 71*, 76*, 88*, 89, 95*, 100*, 102*, 111 De herbestemming heeft een belangrijke financiële impact op de eigendom. Ons weekendverblijf kent een enorme waardevermindering of wordt zelfs waardeloos. Er zal geen enkele interesse meer zijn voor de aankoop van onze weekendverblijven. Dit terwijl het gaat om vergunde verblijven binnen recreatiegebied. We kregen ook de toestemming om elektriciteit aan te leggen. We voelen ons totaal bedrogen door de overheid. Voor de eigenaars van weekendverblijven en vaste bewoners in Stekene binnen zones die (op termijn) worden omgezet naar bosgebied, zijn de voorstellen een drama. De getroffen eigenaars waarvan een groot aantal reeds meer dan 40 jaar hun eigendom in Stekene hebben, zijn diep ontgoocheld en voelen zich zeer ongerust over de toekomst van hun eigendom. Bezwaarschrijvers kunnen zich niet van de indruk ontdoen dat men voorstellen doet die aan een aantal eigenaars woonrecht geeft en anderen hun eigendom dienen op te geven. Wat het financieel verlies van deze laatste eigenaars betekent, is niet te schatten. Van enige planschade of vergoedingen is er geen sprake in het PRUP. De PROCORO wijst er in de eerste plaats op dat het niet om vergunde woningen gaat maar om vergunde openluchtrecreatieve verblijven. De permanente woonfunctie is hier nooit vergund geweest. Verder is de PROCORO van mening dat openluchtrecreatieve verblijven niet waardeloos worden. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Het is echter zo dat dit op vandaag ook al het geval is binnen de gewestplanbestemming 'zone voor verblijfsrecreatie', zodat hier geen sprake lijkt te zijn van een waardevermindering. 49

50 De PROCORO wijst er verder op dat waardeverminderingen, als die er al zouden zijn, kunnen gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 11, 12, 15*, 16*, 67, 70, 89, 111 Onbebouwde percelen zullen niets meer waard zijn of kennen ten minste een serieus waardeverlies. Eventuele planschade moet berekend worden volgens gangbare prijzen. Mijn spaarcenten zitten hier in! Voor onbebouwde percelen die op vandaag nog bebouwbaar zijn omdat ze langs een voldoende uitgeruste weg en/of in een verkaveling liggen, voorziet het PRUP in overgangsmaatregelen, waardoor er nog bebouwingsmogelijkheden bestaan tot 1 januari Een eventuele waardevermindering lijkt er hier dus niet te zijn. De PROCORO wijst er verder op dat waardeverminderingen, als die er al zouden zijn, kunnen gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 35, 36, 37, 38, 111 Het voorkooprecht maakt zowel de woningen als de grond waardeloos. De tactiek van de ontwerpers is duidelijk: eerst de eigendom waardeloos maken door er open ruimte van te maken, daarna aankopen aan een verwaarloosde prijs. Dit is kortweg grondroof. Door het voorkooprecht van goedkope bosgrond of open ruimte, vallen de gronden zeer voordelig in de handen van de overheid. Dit doet ons denken aan vroegere Oost-Europese toestanden. 50

51 Het voorzien van voorkooprecht zorgt niet voor een waardevermindering. De verkopen gebeuren sowieso aan marktconforme prijzen. Bij een verkoop wordt eerst een compromis getekend. Daarna is de notaris verplicht om het goed aan de in de compromis afgesproken prijs eerst aan te bieden aan de instantie(s) met voorkooprecht, die dan beslist om het goed aan die prijs al dan niet aan te kopen. Het voorzien van voorkooprecht heeft dus geen invloed op de prijsvorming. 54*, 64, 67, 70, 71*, 88*, 89, 95*, 100*, 102*, 111 De Provincie omzeilt op een zeer slinkse wijze de planschaderegeling door te bepalen dat de gronden die tot open ruimte zullen worden herbestemd door voorliggend PRUP en dus principieel in aanmerking komen voor planschadevergoeding voor een overgangsperiode (die loopt tot 1 januari 2022) nog bebouwbaar zullen zijn. Deze overgangsperiode is toevallig net lang genoeg om het recht op planschade, dat moet ontstaan binnen de 5 jaar na de inwerkingtreding van het PRUP, te doen vervallen. Het lijkt er sterk op dat op die manier aan een ruimtelijke ordening met 2 snelheden wordt gewerkt: wie kapitaalkrachtig is, bebouwt nog vlug zijn eigendom; wie minder financiële marge heeft, bouwt niet en wordt niet vergoed voor de waardevermindering als gevolg van deze bestemmingswijziging. Dit is een ontoelaatbare aantasting van het eigendomsrecht. Een dergelijke werkwijze is een behoorlijk bestuur onwaardig! Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Er is dus geen sprake van een 'omzeiling' van de planschade. Het al dan niet ontstaan van planschade moet gezien worden als een gevolg van een plan. Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. 51

52 52

53 Beleid in het verleden 3, 41*, 69*, 89, 100*, 102* ln de aankoopakte staat vermeld: "aankoop van een woning". Het gaat dus om een woning. De notaris liet na om me bij aankoop correct in te lichten. Degenen die uit heel de operatie winsten hebben gehaald moeten aansprakelijk worden gesteld en zouden moeten mee betalen aan schadevergoedingen. Een constructie kan maar als woning worden beschouwd als de woonfunctie ook effectief stedenbouwkundig vergund of vergund geacht is. Bestaande constructies waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel wordt aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, worden geacht te zijn vergund, tenzij het vergund karakter wordt tegengesproken middels een procesverbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie. De notaris heeft een informatieplicht om in de aankoopakte van een onroerend goed de juiste vergunningstoestand weer te geven. Indien deze fout is, kan de notaris daarvoor aansprakelijk worden gesteld. Een foute weergave in een aankoopakte kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. 3, 14, 41*, 64, 69* lk bezit een bouwvergunning maar volgens het PRUP geeft deze geen enkele bescherming terwijl deze volledig legaal is.er zijn ook verkavelingsvergunningen afgeleverd. Dit is onredelijk en oneerlijk. 53

54 Afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen blijven bestaan en bieden wel bescherming. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari De verkavelingsvergunningen die in het verleden werden afgeleverd, zijn alle afgeleverd voor de oprichting van weekendverblijven, niet van permanente woningen. 16*, 39*, 66, 67, 70, 75*, 89, 105*, 106* Men heeft me jaren terug ingeschreven en gezegd dat ik hier mocht blijven wonen. In 1991 werd door 3 wase burgemeesters een akkoord bereikt dat we konden blijven wonen. Er was in het verleden een laks inschrijvingsbeleid. Nog in 2008 kregen we toestemming om hier 29 jaar te wonen. De gemeente Stekene bevestigde reeds in 1996 dat de wet op Stedenbouw en de wet op Bevolking met elkaar in tegenspraak zijn met betrekking tot permanent bewonen van een weekendverblijf. Nochtans beweren de planologen van de provincie Oost-Vlaanderen dat de weekendverblijvers reeds vanaf begin jaren 90 duidelijkheid hebben gekregen. Het is niet meer redelijk om na al die jaren nu te zeggen dat permanent wonen niet meer kan. Het is niet correct om de burger, die het slachtoffer werd van niet behoorlijk bestuur, nu plots te gaan behandelen als zware crimineel, enige verantwoordelijke en volledig het gelag te laten betalen. Het is net die onduidelijkheid uit het verleden waarmee de provincie komaf wil maken. Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, 54

55 goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het in het geval van zones voor verblijfsrecreatie om een stedenbouwkundige overtreding. Stedenbouwkundig is permanente bewoning dus nooit toegelaten geweest. De louter toegestane domiciliëring kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. De stelling dat planologen beweren dat er al vanaf begin jaren '90 duidelijkheid was, heeft geen betrekking op het RUP en heeft in elk geval ook niet meegespeeld in de beslissingen. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schuift als datum 1 september 2008 voorop. Het PRUP heeft die datum overgenomen. In de voorschriften is opgenomen dat permanent wonen kan voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari , 36, 37, 38, 41*, 60*, 94*, 100*, 102* 55

56 Wat het beleid van zowel de Gemeente Stekene als de Provincie Oost-Vlaanderen in het verleden betreft, kunnen we kort zijn, er was geen beleid. Het feit dat de Vlaamse- en federale overheid nooit hebben ingegrepen om bepaalde toestanden in vraag te stellen, liet de eigenaars toe om de bestaande situatie als gedoogd en goedgekeurd te beschouwen. ln de jaren '70 en' 80 konden een aantal makelaars(?) naar hartenlust verkavelen en verkopen zonder dat de overheid ingreep, zodat alleen de gewone burger (eigenaar) nu het slachtoffer wordt van al deze wanpraktijken die jarenlang oogluikend werden toegestaan. Het is net die onduidelijkheid uit het verleden waarmee de Provincie komaf wil maken. Voorliggend PRUP biedt een oplossing voor een aantal zones en zorgt voor de duidelijkheid die er vroeger niet was. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het in het geval van zones voor verblijfsrecreatie om een stedenbouwkundige overtreding. Stedenbouwkundig is permanente bewoning dus nooit toegelaten geweest. De louter toegestane domiciliëring kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. Personen worden daarenboven niet in hun bestaande rechten geschaad. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) 56

57 openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Advies PROCORO 41* We willen kunnen blijven wonen. Onze woning is vergund, we betalen belastingen en we zijn niemand tot last. Daarenboven zijn we al oud. We willen onze kinderen niet opnieuw tot last zijn. De PROCORO merkt op dat als het effectief om een (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) woning gaat, er ook in de toekomst blijvende kan permanent gewoond worden. De woning is dan te beschouwen als een zonevreemde woning binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari De PROCORO merkt op dat permanent wonen binnen zones voor verblijfsrecreatie stedenbouwkundig nooit is toegelaten (tenzij de woonfunctie vergund of vergund geacht is). Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in weekendverblijven in de toekomst hangt af 57

58 van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. 100*, 102* De gemeente had de versnippering toch kunnen zien aankomen bij het voorzien van zones voor verblijfsrecreatie op de gewestplannen? Was de toenmalige visie niet te gemakkelijk om de bestemming te wijzigen van bos- naar weekendgrond? De inkleuring van de gewestplannen dateert al van de jaren Het is niet onlogisch dat in de loop van de jaren nieuwe behoeften en nieuwe inzichten ontstaan. De PROCORO is van mening dat er op vandaag geen behoefte meer is aan het aansnijden van nieuwe zones voor weekendverblijven. Het bestaande aanbod aan (nu vaak permanent bewoonde) weekendverblijven volstaat ruimschoots om de toekomstige recreatieve behoefte (toeristisch gebruik en gebruik als tweede verblijf) op te vangen. Advies PROCORO 58

59 Burgerparticipatie 11 Iedereen moet nu een nieuw bezwaar indienen, waarom kunnen al die bezwaren van enkele jaren terug niet gewoon geldig blijven? De meerderheid van de eigenaars (sommige zijn bewoners) hebben moeite om dergelijke brieven op te maken, en zullen nu waarschijnlijk geen bezwaar indienen, zij zijn het moe, zij zijn het beu. Dat komt jullie goed uit. Je zal zien dat je dit keer een pak minder bezwaren zult binnenkrijgen. Er kan vanuit juridisch oogpunt alleen maar rekening gehouden worden met bezwaren die tijdens de periode van het openbaar onderzoek worden ingediend. Aangezien er voor het PRUP een nieuw openbaar onderzoek moest georganiseerd worden, was er geen andere mogelijkheid dan dat bezwaren uit het eerste openbaar onderzoek opnieuw moesten worden ingediend. Dit is zeker geen bewuste strategie. De PROCORO wijst er bovendien op dat alle eigenaars binnen de plangebieden op de hoogte werden gebracht van het nieuwe openbaar onderzoek en van het feit dat bezwaren opnieuw moesten worden ingediend. Verder merkt de PROCORO op dat er niet minder maar iets meer bezwaren werden ingediend. 51, 52 Over deelplan 5 werden we nooit geïnformeerd. Er zijn zelfs geen uitnodigingen verstuurd voor de informatievergadering van 19 november Er werd enkel een aanplakbiljet in de Vijfstekestraat voorzien, niet in de Merlanstraat. De periode om bezwaar in te dienen was te kort. Dit alles is bewust gebeurd om private belangen te dienen. De PROCORO wenst op te merken dat tijdens het proces van visievorming diverse informatieavonden werden georganiseerd, hoewel strikt juridisch niet noodzakelijk. Ook tijdens het eerste openbaar onderzoek over voorliggend PRUP werd een informatieavond georganiseerd (op 19 november 2013), hoewel strikt juridisch ook niet noodzakelijk. Hierover werd ruim gecommuniceerd: aankondigingen 59

60 op de websites van de provincie en de gemeente, aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in 3 kranten met provinciale verspreiding en uitnodigingen binnen en in de directe omgeving van plangebieden 1, 2 en 3. Ook het nieuwe openbaar onderzoek werd aangekondigd zoals het hoort: aankondiging op de website van de Provincie, aanplakking op het gemeentehuis van Stekene en aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in drie kranten met een provinciale verspreiding. Daarenboven werden alle eigenaars binnen de plangebieden via een persoonlijk schrijven op de hoogte gebracht van het nieuwe openbaar onderzoek, hoewel dit niet juridisch vereist is. Betrokkenen werden dus zoveel als mogelijk wel degelijk geïnformeerd. Verder wordt de duur van 60 dagen voor een openbaar onderzoek over een RUP decretaal bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Advies PROCORO 52 Ik ben niet op de hoogte gebracht van de nieuwe stappen in dit onderzoek. Het nieuwe openbare onderzoek dat loopt van 8 december 2014 tot en met 5 februari 2015 is mij nooit persoonlijk meegedeeld, ondanks het feit dat ik - met een eigendom recht tegenover één van de geplande uitritten rechtstreeks betrokken partij ben. Ook langs de openbare weg is aan de geplande informatieplicht hier verzaakt: dit nieuwe openbare onderzoek is ter plaatse via de vereiste aanplakbrief niet bekend gemaakt, waardoor ik als omwonende maar zeer laat - via de goodwill van andere omwonenden op de hoogte ben gebracht en te weinig tijd heb gekregen om mij goed voor te bereiden op mijn bezwaar. De PROCORO merkt op dat het nieuwe openbaar onderzoek werd aangekondigd zoals het hoort: aankondiging op de website van de Provincie, aanplakking op het gemeentehuis van Stekene en aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in drie kranten met een provinciale verspreiding. Daarenboven werden alle eigenaars binnen de plangebieden via een persoonlijk schrijven op de hoogte gebracht van het nieuwe openbaar onderzoek, hoewel dit niet juridisch vereist is. Betrokkenen werden dus zoveel als mogelijk wel degelijk geïnformeerd. De PROCORO merkt op dat, in tegenstelling tot wat bezwaarschrijver stelt, een aanplakbrief ter plaatse niet vereist is. Er is dus niet aan de informatieplicht verzaakt. 60

61 61*, 93* Buitenstaanders die niet vertrouwd zijn met de problematiek krijgen stemrecht en kunnen zomaar beslissen over het lot van vele getroffenen. Het is eigen aan een representatieve democratie dat vertegenwoordigers van het volk de beslissingen nemen en niet het volk zelf. Daarnaast is het nogal kort door de bocht dat het gaat om 'buitenstaanders die niet vertrouwd zijn met de problematiek'. Gelet op het inhoudelijk debat in de provincieraad bij de voorlopige vaststelling van het PRUP, kan bezwaarlijk gesteld worden dat er niet met kennis van zaken wordt gestemd. Advies PROCORO 67, 70, 71*, 89 Voor de herbestemmingen naar open ruimte is er geen draagvlak bij het overgrote deel van de betrokken burgers. Er wordt in dit PRUP niet aangetoond of bewezen dat de vraag naar een aaneengesloten groengebied of bosuitbreiding vanuit de lokale bevolking gevraagd wordt. Men moet daarenboven vermijden om 'alibi-consultaties' te houden. Wetgeving, visie en uitvoeringsplannen werden in alle stilte doorgedrukt zonder dat de betrokken burger vooraf voldoende werd betrokken, geraadpleegd of ingelicht. Een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt in het kader van het algemeen belang en niet louter vanuit de vragen van de lokale bevolking. Vanuit dit algemeen belang werd de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' opgemaakt (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012). Deze biedt een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. De PROCORO wenst verder op te merken dat tijdens het proces van visievorming diverse informatieavonden werden georganiseerd, hoewel strikt juridisch niet noodzakelijk. Ook tijdens het eerste openbaar onderzoek over voorliggend PRUP werd een informatieavond georganiseerd (op 19 november 2013), hoewel strikt juridisch ook niet noodzakelijk. Hierover werd ruim gecommuniceerd: aankondigingen op de websites van de provincie en de gemeente, aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in 3 kranten met provinciale verspreiding en uitnodigingen binnen en in de directe 61

62 omgeving van plangebieden 1, 2 en 3. Ook het nieuwe openbaar onderzoek werd aangekondigd zoals het hoort: aankondiging op de website van de Provincie, aanplakking op het gemeentehuis van Stekene en aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in drie kranten met een provinciale verspreiding. Daarenboven werden alle eigenaars binnen de plangebieden via een persoonlijk schrijven op de hoogte gebracht van het nieuwe openbaar onderzoek, hoewel dit niet juridisch vereist is. Betrokkenen werden dus zoveel als mogelijk wel degelijk geïnformeerd. De bedoeling van dit alles was in de eerste plaats informeren. Er is nooit de indruk gewekt dat betrokkenen konden mee beslissen over de toekomstplannen. Dat is trouwens vanuit het algemeen belang ook niet te verantwoorden. Advies PROCORO 100*, 102* Ik dacht altijd dat de provincie er was voor al haar burgers.maar deze maniervan handelen houdt duidelijk geen rekening met onze vragen, met onze bevindingen en de enorme gevolgen. Het gevoel bekruipt me steeds dat er boven ons hoofd wordt beslist. We worden enkel ingelicht als het al beslist is. Onze argumenten worden van tafel geveegd en niet op een humane manier in overweging genomen. De PROCORO wenst op te merken dat tijdens het proces van visievorming diverse informatieavonden werden georganiseerd, hoewel strikt juridisch niet noodzakelijk. Ook tijdens het eerste openbaar onderzoek over voorliggend PRUP werd een informatieavond georganiseerd (op 19 november 2013), hoewel strikt juridisch ook niet noodzakelijk. Hierover werd ruim gecommuniceerd: aankondigingen op de websites van de provincie en de gemeente, aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in 3 kranten met provinciale verspreiding en uitnodigingen binnen en in de directe omgeving van plangebieden 1, 2 en 3. Ook het nieuwe openbaar onderzoek werd aangekondigd zoals het hoort: aankondiging op de website van de Provincie, aanplakking op het gemeentehuis van Stekene en aankondigingen in het Belgisch Staatsblad en in drie kranten met een provinciale verspreiding. Daarenboven werden alle eigenaars binnen de plangebieden via een persoonlijk schrijven op de hoogte gebracht van het nieuwe openbaar onderzoek, hoewel dit niet juridisch vereist is. Betrokkenen werden dus zoveel als mogelijk wel degelijk geïnformeerd. Argumenten worden niet zo maar van tafel geveegd. Er werd en wordt steeds gemotiveerd waarom op bepaalde elementen niet wordt of kan worden ingegaan. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. 62

63 Advies PROCORO 63

64 Sociale aspecten 3, 16*, 17*, 35, 36, 37, 38, 61*, 69*, 76*, 89, 93*, 100*, 102*, 103*, 105* Het PRUP is onmenselijk. Na het PRUP zullen er honderden mensen op straat staan. Dit is een bewust gecreëerd sociaal drama. Illegalen en asielzoekers worden in dit land beter behandeld. Deze toestanden verergeren mijn al zwakke gezondheid. Wie gaat de verantwoordelijkheid hiervoor dragen? Ruimtelijke ordening is een zaak van mensen en niet alleen van natuur. Mensen zijn niet minder belangrijk dan de natuur. De spanningen in de zones, die (op termijn) naar open ruimte worden omgevormd, zijn zo hoog dat er nog moeilijk sprake kan zijn van een menselijke en sociale oplossing, als deze al voorhanden mocht zijn. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Omwille van het feit dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven als weekendverblijf kunnen worden bestendigd, dat er tijdelijk nog mogelijkheden zijn om permanent te wonen (weliswaar onder voorwaarden) en dat daarenboven het PRUP voorziet in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voor onbebouwde percelen langs voldoende uitgeruste wegen en/of binnen niet-vervallen verkavelingen, is de PROCORO van mening dat het PRUP niet onmenselijk is. Het is namelijk zo dat bestaande rechten niet worden geschaad. Verder wijst de PROCORO er op dat permanente bewoning stedenbouwkundig nooit is toegelaten geweest binnen zones voor verblijfsrecreatie. Het PRUP bevestigt deze situatie en voorziet tegelijkertijd in overgangsmaatregelen. Bovendien voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden voor de feitelijke permanente bewoners van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde VCRO) van weekendverblijven binnen 64

65 zones die (op termijn) naar open ruimte worden herbestemd. Op die manier krijgen permanente bewoners van weekendverblijven een alternatief aangeboden. De eigenaars van deze wooncompensatiegebieden hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat zij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. 3, 69*, 76* Het PRUP zorgt voor een belasting van het sociale opvangnet. Al de bewoners van de recreatiewoningen moeten op dit moment geen beroep doen op sociale woningen, zodat deze toegekend worden aan mensen die er werkelijk nood aan hebben. Het PRUP zorgt er voor dat mensen die een bewoonbare woning bezitten uit hun woning worden gejaagd, richting sociale woning en OCMW en zo de sociale zorg nog meer belasten. En dit terwijl dit kan vermeden worden. Het PRUP gaat dus doelbewust de gemeente en de bewoners in de problemen brengen. Het PRUP voorziet in twee wooncompensatiegebieden voor de feitelijke permanente bewoners van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde VCRO) van weekendverblijven binnen zones die (op termijn) naar open ruimte worden herbestemd. Op die manier krijgen permanente bewoners van weekendverblijven een alternatief aangeboden. De eigenaars van deze wooncompensatiegebieden hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat zij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. Deze wooncompensatiegebieden betekenen een bijkomend aanbod, deels ook voor sociale woningen. Hierdoor zal het bestaande sociale opvangnet dus niet belast worden. 60*, 94* 65

66 Geef iedereen permanent woonrecht, dan wordt ineens alle leed opgelost waar ze ca. 30 jaar problemen over hebben. Ruimtelijk valt het niet te verantwoorden om alle zones voor verblijfsrecreatie om te vormen naar recreatief woongebied. Een omvorming naar recreatief woongebied is enkel ruimtelijk te verantwoorden als de zone gelegen is binnen een bestaande woonomgeving. Deze ruimtelijke afweging is gebeurd in de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012), waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is. 67, 70, 89 De voorwaarde van de gemeente Stekene gesteld in de adviesnota, om tot een duurzame, humane en sociale oplossing te komen voor mensen die in deze zone verblijven en ingeschreven zijn, werd niet voldaan. Er wordt niet meer, maar wel minder rechtszekerheid geboden. Er is weldegelijk rekening gehouden met humane en sociale aspecten. Omwille van het feit dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven als weekendverblijf kunnen worden bestendigd en dat daarenboven het PRUP voorziet in overgangsmaatregelen met bebouwingsmogelijkheden voor onbebouwde percelen langs voldoende uitgeruste wegen, is het PRUP niet onmenselijk. Het is namelijk zo dat bestaande rechten niet worden geschaad. Permanente bewoning is stedenbouwkundig nooit toegelaten geweest binnen zones voor verblijfsrecreatie. Het PRUP bevestigt deze situatie alleen maar. Bovendien voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden voor de feitelijke permanente bewoners van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde VCRO) van weekendverblijven binnen zones die (op termijn) naar open ruimte worden herbestemd. Op die manier krijgen permanente bewoners van weekendverblijven een alternatief aangeboden. De eigenaars van deze wooncompensatiegebieden hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat zij de doelstelling van de plannende overheid i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. In de stedenbouwkundige voorschriften werd volgend voorschrift opgenomen: "Personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken 66

67 (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, kunnen permanent wonen in betreffend openluchtrecreatief verblijf tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren. Permanent wonen kan sowieso niet meer vanaf 1 januari 2030." Dit voorschrift zorgt weldegelijk voor bijkomende rechten aangezien de volumevoorwaarde van 300 m³ hierdoor wegvalt. Op vandaag is er wat dat betreft geen enkele bescherming. Het PRUP biedt hier dus weldegelijk een meerwaarde. Dat het stedenbouwkundig voorschrift een 'blauwdruk' is van het woonrecht uit de VCRO was uitdrukkelijk te bedoeling. Weinig mensen beschikken over het decretale tijdelijk woonrecht omwille van de volumevoorwaarde van 300 m³. Vandaar dat die volumevoorwaarde in het voorschrift van het PRUP werd geschrapt. Het klopt trouwens niet dat slechts 2 personen op het grondgebied van de gemeente Stekene in aanmerking kwamen voor het decretale tijdelijk woonrecht. Het klopt wel dat slecht 2 positieve declaratieve attesten zijn afgeleverd. Mensen die nooit een declaratief attest hebben aangevraagd, kunnen echter ook voldoen aan de voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden blijven nog het (hoofdzakelijk) vergund (geacht) zijn en het bewoonbaar zijn volgens de Vlaamse wooncode van de constructie. De PROCORO is van mening dat dit logische voorwaarden zijn. Tijdelijk permanent wonen toelaten in niet (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) en/of niet-bewoonbare constructies is niet te verantwoorden. Het klopt niet dat een weekendverblijf niet hoofdzakelijk vergund is als er illegaal een veranda werd aangebouwd. Art van de VCRO definieert hoofdzakelijk vergund als een stedenbouwkundige vergunningstoestand, waarbij geldt dat overige constructies (zoals openluchtrecreatieve verblijven) slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien ten minste negentig procent van het bruto-bouwvolume van de constructie, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld en van de fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, vergund of vergund geacht is, ook wat de functie betreft. Een veranda is een fysisch aansluitende aanhorigheid en die moet niet worden meegerekend. Het voorschrift in het PRUP heeft het bewust over openluchtrecreatieve verblijven en niet over de in de VCRO gedefinieerde 'weekendverblijven'. De volumevoorwaarde van 300 m³ is dus niet van toepassing. Wat de financiële aspecten betreft, treedt er voor de bestaande weekendverblijven geen waardevermindering op. Het is namelijk zo dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) constructies in stand kunnen worden gehouden. Dergelijke gebouwen en constructies worden met de realisatie van de voorziene bestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden en in stand kunnen worden gehouden. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of indien de bewoners beschikken over een tijdelijk 67

68 woonrecht voor de duur van dit woonrecht en maximaal tot 31 december 2029, zoals in de voorschriften bepaald. Het is echter zo dat dit op vandaag ook al het geval is binnen de gewestplanbestemming 'zone voor verblijfsrecreatie', zodat hier geen sprake lijkt te zijn van een waardevermindering. Voor wat betreft de onbebouwde percelen die op vandaag nog bebouwbaar zijn omdat ze langs een voldoende uitgeruste weg en/of in een verkaveling liggen, voorziet het PRUP in overgangsmaatregelen, waardoor er nog bebouwingsmogelijkheden bestaan tot 1 januari Een eventuele waardevermindering lijkt er hier dus ook niet te zijn. Als er al waardeverminderingen zouden zijn, kunnen die gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden. Een onteigening is een te drastisch instrument. Het voorkooprecht is een beter en afdoende instrument. 100*, 101*, 102* Er zijn onduidelijkheden en onrechtvaardigheden. Kan ik de woning van mijn ouders overnemen of niet? Als ik trouw mag mijn vrouw dan hier ingeschreven worden of moet zij ergens anders ingeschreven blijven? Vervalt mijn woonrecht als miin ouders er niet meer ingeschreven zijn? Hoe zit het dan met eventuele toekomstige kinderen? Krijgen zij woonrecht? Hoe komt het dat degene die veel winst hebben gemaakt met grondspeculatie door bosgrond om te zetten naar weekendgrond buiten schot blijven? Waarom de wet Tobback niet blijven toepassen: "Waar gewoond kan worden: inschrijven"? Dit PRUP hypothekeert onze toekomst, van mijn eventuele gezin en zelfs toekomstige kleinkinderen die zich wellicht niet meer zullen kunnen inschrijven in onze huidige woning en de kleine eigenaar wordt genekt door grondspeculanten en immobiliënhandelaar. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 68

69 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven kunnen ook als weekendverblijf worden overgenomen en doorverkocht. Vanuit federale wetgeving zijn gemeenten verplicht om mensen (voorlopig) in te schrijven op het door hen gevraagde adres, ook al gaat het in het geval van zones voor verblijfsrecreatie om een stedenbouwkundige overtreding. Stedenbouwkundig is permanente bewoning dus nooit toegelaten geweest. De louter toegestane domiciliëring kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. De notaris en het immokantoor hebben een informatieplicht. In de aankoopakte van een onroerend goed moet de juiste vergunningstoestand weergeven worden. Indien deze fout is, kan de notaris daarvoor aansprakelijk worden gesteld. Een foute weergave in een aankoopakte kan geen argument zijn om permanente bewoning stedenbouwkundig toe te laten. Het al dan niet kunnen toelaten van permanente bewoning in de toekomst hangt af van de ruimtelijke situatie van de betreffende zone. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) biedt wat dat betreft een gedegen en onderbouwde visie voor alle zones voor verblijfsrecreatie op het grondgebied van de gemeente Stekene. 69

70 Woonrecht, handhaving en andere juridische aspecten 2 Het versoepelen van de decretale regeling inzake het woonrecht (oa. door af te wijken van de norm van maximaal 300 m³ en een gewijzigde vervalregeling van het woonrecht) kan niet onder de vorm van een stedenbouwkundig voorschrift. De bijkomende mogelijkheden inzake permanent woonrecht (deelplannen 2 en 3) dienen worden geschrapt. De PROCORO vindt dat het om een voorschrift gaat dat losstaat van de decretaal geregelde bepalingen. Bovendien gaat het om een stedenbouwkundig voorschrift dat de functie 'wonen' regelt. Het gaat hierbij dus weldegelijk om een bestemmingsvoorschrift. 2 Verder moet er rekening worden gehouden met de decretaal vastgelegde termijn van 30 april Artikel , eerste lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voor de planopmaak bevoegde bestuursniveaus onderzoeken of planologische oplossingen kunnen worden geboden voor bestaande knelpunten op het vlak van de ruimtelijke inplanting en de permanente bewoning van weekendverblijven. Deze onderzoeken worden uiterlijk op 30 aprll 2012 afgerond. De ruimtelijke uitvoeringsplannen die gevolg geven aan het door deze onderzoeken vooropgestelde oplossingskader, worden uiterlijk op 30 april2015 definitief vastgesteld. De uitspraken in artikel 5.4.2, 2 e lid VCRO kunnen o.i. niet los worden gezien van deze decretaal vastgelegde termijnen. De PROCORO is van mening dat de deadline een termijn van orde is. Er staan geen sancties op het niet halen van de deadline. 70

71 4, 111 Deze reconversie zal klaarblijkelijk een aantasting van de eigendom- en gebruiksrechten inhouden. Zowel het oprichten van de chalet als de onderhoudsverplichtingen zijn gebeurd conform de wettelijke voorschriften en in overeenstemming met de afgeleverde vergunningen. De omkaderende maatregelen zijn niet gericht op een bescherming van de burger, maar eerder op het omgekeerde: het onmogelijk maken het eigendomsrecht nog uit te oefenen. De PROCORO wijst er op dat bestaande rechten uit afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen behouden blijven. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Verder wijst de PROCORO op art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat expliciet stelt dat stedenbouwkundige voorschriften eigendomsbeperkingen kunnen inhouden, met inbegrip van bouwverbod. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109,

72 Na overmacht (bv. brand, storm, etc.) mogen de vergunde weekendverblijven, die destijds meestal groter dan 300 m³ werden vergund, niet meer herbouwd worden volgens de bestaande vergunning. Deze bewering is onjuist. De basisrechten voor bestaande zonevreemde constructies, niet zijnde woningbouw, uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn van toepassing. Art stelt: "Als een zonevreemde constructie, niet zijnde woningbouw, vernield of beschadigd werd ten gevolge van een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend, kunnen herstelwerken worden vergund, in afwijking van de bestemmingsvoorschriften, voor zover voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden : 1 de constructie werd in het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging daadwerkelijk uitgebaat, waarbij deze uitbating kan worden aangetoond middels alle rechtens toegelaten bewijsmiddelen; 2 de aanvraag gebeurt binnen de drie jaar na de toekenning van het verzekeringsbedrag of, zo de vernieling of beschadiging niet door een verzekering gedekt zijn, binnen de vijf jaar na het optreden van deze vernieling of beschadiging; 3 het bouwvolume van de herstelde constructie blijft beperkt tot het vergunde of vergund geachte bouwvolume." Herbouw bij overmacht kan dus weldegelijk mogelijk met een volume dat even groot is als het vergund (geachte). 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 Het verankeren van het aanvullend woonrecht in het PRUP heeft geen enkele nuttige impact (slechts 2 gezinnen) en biedt op geen enkele manier een duurzame, humane en sociale oplossing, wat nochtans door het schepencollege van Stekene werd geëist in haar advies over dit PRUP. Van alle 44 bekende gevallen in Oost-Vlaanderen (uit Berlare, Knesselare, Sint-Gillis-Waas en Sint- Niklaas) werd geen enkel positief declaratief attest afgeleverd. 72

73 In de stedenbouwkundige voorschriften werd volgend voorschrift opgenomen: "Personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, kunnen permanent wonen in betreffend openluchtrecreatief verblijf tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren. Permanent wonen kan sowieso niet meer vanaf 1 januari 2030." Dit voorschrift zorgt weldegelijk voor bijkomende rechten aangezien de volumevoorwaarde van 300 m³ hierdoor wegvalt. Op vandaag is er wat dat betreft geen enkele bescherming. Het PRUP biedt hier dus weldegelijk een meerwaarde. Het klopt trouwens niet dat slechts 2 personen op het grondgebied van de gemeente Stekene in aanmerking kwamen voor het decretale tijdelijk woonrecht. Het klopt wel dat slecht 2 positieve declaratieve attesten zijn afgeleverd. Mensen die nooit een declaratief attest hebben aangevraagd, kunnen echter ook voldoen aan de voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden blijven nog het (hoofdzakelijk) vergund (geacht) zijn en het bewoonbaar zijn volgens de Vlaamse wooncode van de constructie. De PROCORO is van mening dat dit logische voorwaarden zijn. Tijdelijk permanent wonen toelaten in niet (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) en/of niet-bewoonbare constructies is niet te verantwoorden. 22, 60*, 61*, 93*, 94* Cliënte kocht haar woning in 2010 en valt dus uit de boot voor de regeling van het tijdelijk woonrecht. Ze verliest hierdoor haar recht op wonen, welke nochtans voorzien is in artikel 23 van de Grondwet. De datum van 1 september 2009 is ook discriminerend bepaald. Het PRUP voert eigenlijk retroactief een bepaalde regeling in, hetgeen strijdig is met het rechtszekerheidsbeginsel. In Europa heeft iedereen recht op woonst. Allochtonen hebben echter meer rechten dan wij. Wij houden de economie draaiende. 73

74 De datum van 1 september 2008 is overgenomen uit de regeling voor het tijdelijk woonrecht in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het PRUP voert dus niet retroactief een bepaalde regeling in. Verder is de PROCORO van mening dat iedereen die is permanent gaan wonen vanaf 1 september 2008 weldegelijk op de hoogte moest geweest zijn van het feit dat permanente bewoning in weekendverblijven binnen zones voor verblijfsrecreatie niet mogelijk is. Het kan niet de bedoeling zijn om tijdelijk woonrecht toe te kennen aan mensen die bewust de wet hebben overtreden. Verder betwist de PROCORO niet dat wonen een grondwettelijk recht is. Mede ook daarom voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden. De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een open-ruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. o Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). o Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. o Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of 74

75 kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. 22 Kan in de voorschriften verduidelijkt of gestipuleerd worden dat er nog steeds een functiewijziging naar 'wonen' kan gevraagd worden conform artikel 1 van het gemeentelijk RUP? De stedenbouwkundige voorschriften van het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen zijn uitsluitend van toepassing op zonevreemde woningen (permanente woonfunctie vergund of vergund geacht). Weekendverblijven kunnen hier dus geen gebruik van maken. Er is dus op vandaag voor weekendverblijven geen functiewijziging naar wonen mogelijk en dat blijft in zones met een toekomstige open-ruimte-bestemming uiteraard ook verboden omdat in die zones permanente bewoning vanuit ruimtelijk oogpunt niet te verantwoorden valt. Het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen geeft trouwens expliciet aan dat de hoofdbestemming deze is zoals vastgelegd in het geldende gewestplan of, in voorkomend geval, gewestelijk of provinciaal RUP. en blijven van toepassing zoals in voorliggend PRUP ook is aangegeven. 54*, 88*, 95* 75

76 De rechten en plichten die ik nog heb rond mijn wettelijk vergund weekendverblijf na de herbestemming naar "Bos" zijn erg vaag. Kan ik mijn weekendverblijf op dat moment gewoon blijven verkopen als weekendverblijf? De uitdoofpolitiek staat in schril contrast met de schijnbare wens van de Gemeente Stekene en de Provincie dat bewoners van voor 1 september 2008, wanneer er duidelijk sprake is van verjaring, hun woonrechten in de toekomst blijven behouden. Het lijkt me zeer onrechtvaardig om het PRUP goed te keuren, zonder dat de gevolgen voor de bewoners eenduidig in kaart zijn gebracht. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Doorverkopen van een weekendverblijf als weekendverblijf is dus ook mogelijk. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Handhaving van stedenbouwkundige overtredingen gebeurt conform de geldende regels ter zake. Gemeente en Provincie bepalen deze regels niet, het gaat om gewestelijke materie. De PROCORO is van mening dat de omzetting naar ruimtelijk kwetsbaar gebied niets zal veranderen aan de situatie voor reeds verjaarde stedenbouwkundige misdrijven, omdat een plan volgens de grondwet geen retroactieve werking kan hebben op strafgebied. Verder is het zo dat een stedenbouwkundig misdrijf blijft bestaan, ook al is de strafrechterlijke vervolgingsmogelijkheid ervan verjaard. Er is dus ook bij verjaring geen sprake van een rechtszekere toestand. De PROCORO merkt op dat in de nieuwe toelichtingsnota van het PRUP ter info de mogelijkheden voor bestaande vergund(e) (geachte) constructies zijn aangeven, zoals ze had gevraagd. De gevolgen voor de eigenaars en bewoners zijn dus weldegelijk in kaart gebracht. 76

77 60*, 94* De G.S.I. komt zelfs onaangekondigd op het officiele adres van mij, zonder huiszoekingsbevel, met een smoesje geraken ze binnen, ik heb niets te verbergen. Wat met het recht op privacy? De opmerking heeft geen rechtstreekse betrekking op voorliggend PRUP maar op de werking van het agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening. Permanente bewoning is binnen zones voor verblijfsrecreatie stedenbouwkundig nooit toegelaten geweest. Het PRUP bevestigt deze situatie alleen maar. 64 De Provincie wijst er op dat de impact van nieuw gebouwde weekendverblijven in de overgangsperiode geminimaliseerd moet worden door de provinciale verordening en de beperkende stedenbouwkundige voorschriften. De bezwaarindieners willen dit 'statement' alvast nuanceren door erop te wijzen dat het statuut van deze verordening precair is, gelet op de ingestelde vernietigingsberoepen (die potentieel tot de vernietiging zullen leiden). De PROCORO wenst eerst op te merken dat het er momenteel allesbehalve naar uitziet dat de provinciale 'Verordening Weekendverblijven' zal worden vernietigd. Daarenboven zijn de bepalingen van de verordening expliciet in het PRUP ingeschreven als verordenende stedenbouwkundige voorschriften. Het al dan niet 'precaire' karakter van de verordening doet dus helemaal niet terzake, aangezien voor het PRUP wel een screening naar de milieueffecten is gebeurd. 77

78 67, 70, 89, 111 Het aanvullend woonrecht biedt geen rechtszekerheid, zelfs niet tot 2029, omdat het Hof van Beroep in Gent het "uitdovend woonrecht" buiten toepassing laat wegens schending van de redelijke termijn. De opmerking heeft geen rechtstreekse betrekking op voorliggend PRUP. Verder merkt de PROCORO op dat het PRUP voorziet in volgend voorschrift dat losstaat van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: "Personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, kunnen permanent wonen in betreffend openluchtrecreatief verblijf tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren. Permanent wonen kan sowieso niet meer vanaf 1 januari 2030." Advies PROCORO 67, 70, 89, 100*, 102*, 105*, 106* De 5-jarige verjaringstermijn biedt slechts in beperkte mate bescherming tegen handhaving tot Maar de kern van de zaak is dat na 2022 de vergunde constructies van de clusters die prioritair worden omgevormd naar open-ruimte, in bosgebied komen te liggen. Dit betekent: zonevreemd in ruimtelijk kwetsbaar gebied, terwijl het op dit moment niet het geval is. Dit houdt in dat verjaringstermijnen vanaf 2022 vervallen, zodat zelfs de kleinste bouwovertredingen, inclusief permanent wonen zelfs als ze decennia geleden gebeurd zijn, correctioneel vervolgd kunnen/zullen worden. Er is momenteel bovendien juridische discussie die stelt dat de in het verleden "verworven verjaring" vervalt zelfs als het betreffende gebied pas ná de overtreding, naar kwetsbaar gebied wordt omgevormd. Deze "verworven verjaring" biedt dus geen bescherming voor de betrokken bewoners wegens de nabestemming bosgebied. Eigenaars en bewoners worden een doelwit voor de inspectie (GSI). De handhaving treedt nu reeds op basis van de visienota uit 2009 massaal op. Onmenselijk en herhaaldelijk toepasbare administratieve boetes van euro per inwoner werden mogelijk gemaakt, zonder dat er nog één 78

79 rechter aan te pas hoeft te komen. De bestraffing staat absoluut niet in verhouding tot het misdrijf. Stekene neemt 62% van alle Oost-Vlaamse pv s van de GSI mbt. permanent bewonen van een weekendverblijf voor zijn rekening! Handhaving van stedenbouwkundige overtredingen gebeurt conform de geldende regels ter zake. De PROCORO is van mening dat de omzetting naar ruimtelijk kwetsbaar gebied niets zal veranderen aan de situatie voor reeds verjaarde stedenbouwkundige misdrijven, omdat een plan volgens de grondwet geen retroactieve werking kan hebben op strafgebied. Verder is het zo dat een stedenbouwkundig misdrijf blijft bestaan, ook al is de strafrechterlijke vervolgingsmogelijkheid ervan verjaard. Er is dus ook bij verjaring geen sprake van een rechtszekere toestand. De PROCORO wijst er op dat omzendbrief RO/2014/03 (Afwegingskader voor stakingsbevelen bij gebruik) stelt dat het opleggen van een stakingsbevel een duidelijk preventief karakter moet hebben. Stakingsbevelen zijn daardoor niet het juiste middel om (al lang durende) permanente bewoning van weekendverblijven aan te pakken. Verder vindt de PROCORO het niet onlogisch dat ca. 60% van alle PV's in Oost-Vlaanderen betrekking hebben op Stekene. De problematiek van permanente bewoning in weekendverblijven in Stekene t.o.v. andere Oost-Vlaamse gemeenten ligt in dezelfde verhouding. 67, 70 Dit PRUP is ongeldig omdat het nooit meer definitief vastgesteld kan worden vóór 30 april 2015 volgens de bepaling vastgelegd in de VCRO art Dat ook de deputatie hierover vragen heeft, blijkt uit een schrijven aan de bevoegde minister. De PROCORO is van mening dat de deadline een termijn van orde is. Er staan geen sancties op het niet halen van de deadline. De deputatie heeft op 5 december 2014 inderdaad een schrijven gericht aan bevoegd minister Schauvliege met de vraag om de deadline te herevalueren. Dit om aan te geven dat de deadline voor een aantal PRUP's (waaronder voorliggend) niet zal worden gehaald, niet omdat er twijfels zouden zijn over de juridische gevolgen van het niet halen van de deadline. 79

80 67, 70, 89 Het uitdovend/aanvullend woonrecht, bepaald in de VCRO en herhaald in de PRUP, is enkel bedoeld voor onvergunde, solitaire weekendverblijven, gelegen in kwetsbaar gebied. Het grootste deel van de weekendverblijven uit fase 1 zijn vergund, niet-solitair (cluster) en niet gelegen in kwetsbaar gebied. Nergens in de VCRO is bepaald dat woonrecht er enkel zou zijn voor bewoners van onvergunde, solitaire weekendverblijven, gelegen in kwetsbaar gebied. Integendeel, art maakt duidelijk dat het juist moet gaan om een vanuit bouwfysisch oogpunt hoofdzakelijk vergunde constructie. Wat bezwaarschrijvers stellen, is dus niet correct. 67, 70, 89 De gewestelijke verordening kent aan een openluchtrecreatief verblijf een maximaal volume van 240 m³ toe. Het aanvullend woonrecht tot 2029, vastgelegd binnen dit PRUP, legt nog striktere voorwaarden op kwa volumebeperking dan het aanvullend woonrecht VCRO, nl. 240m³ ipv. 300m³ waardoor minder dan 2 gezinnen op grondgebied Stekene hiervan gebruik kunnen maken. Het PRUP definieert 'openluchtrecreatief verblijf' als volgt (definitie overgenomen uit het logiesdecreet): "Een openluchtrecreatief verblijf is elke verblijfsvorm die niet is ontworpen om als vaste woonplaats te dienen en/of niet als dusdanig wordt gebruikt of mag worden gebruikt." De beperkingen (naar oppervlakte, volume, ) die aan een nieuw op te richten openluchtrecreatief verblijf worden toegekend in de gewestelijke verordening, de provinciale verordening en het PRUP zijn niet van toepassing voor bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) constructies. De PROCORO adviseert wel om dit bij de definitie van een openluchtrecreatief verblijf in de toelichtende kolom van de voorschriften te verduidelijken. Het klopt trouwens niet dat slechts 2 personen op het grondgebied van de gemeente Stekene in aanmerking kwamen voor het decretale tijdelijk woonrecht. Het klopt wel dat slecht 2 positieve 80

81 declaratieve attesten zijn afgeleverd. Mensen die nooit een declaratief attest hebben aangevraagd, kunnen echter ook voldoen aan de voorwaarden. De PROCORO adviseert om bij de definitie van een openluchtrecreatief verblijf in de toelichtende kolom van de voorschriften te verduidelijken dat de beperkingen (naar oppervlakte, volume, ) die aan een nieuw op te richten openluchtrecreatief verblijf worden toegekend in de gewestelijke verordening, de provinciale verordening en het PRUP zijn niet van toepassing voor bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) constructies. 111 Het plan is een aanfluiting van het arrest van het Europese Hof, zoals men trouwens zelf stelt. Het is niet duidelijk waar bezwaarschrijver op doelt. Bezwaarschrijver geeft niet voldoende informatie om te kunnen reageren. 81

82 Milieuscreening 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111 Bezwaarschrijvers geven aan dat de screening van de milieueffecten onvolledig is. Aan het PRUP werd een screeningsnota van de milieueffecten toegevoegd. Dit heeft ertoe geleid dat er een ontheffing werd bekomen en er geen plan-mer diende opgemaakt te worden. Bezwaarindieners merken hierbij op dat de provinciale overheid wel erg 'beperkend' te werk gaat bij de beoordeling van de milieueffecten. lmmers, de beoordeling van alle milieueffecten die de problematiek van de weekendverblijven met zich zou (kunnen) meebrengen ontbreekt. Nochtans wordt de problematiek van de weekendverblíjven in de provinciale visie alomvattend, zij het gefaseerd aangepakt voor het grondgebied van Stekene. Dit PRUP heeft enkel betrekking op fase 1. En zelfs hierbij werden twee screeningsnota's opgesteld: één voor dit PRUP en één voor het PRUP dat het volledige grondgebied van de provincie bestrijkt (PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie naar open ruimtegebied: fase 1 deelrup's Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene). Een beoordeling van alle milieueffecten die de problematiek van de weekendverblijven met zich zou kunnen meebrengen (dus alle PRUP's, ook die van fase 2 en 3), ontbreekt. Door de fasering - en bijgevolg de opsplitsing in verschillende PRUP's en bijhorende screeningsnota's - worden de milieueffecten onnauwkeurig en onvolledig in kaart gebracht. In dat verband kan ernstig worden getwijfeld aan een juiste inschatting van de weekendverblijvenproblematiek. De screening van de milieueffecten die gepaard gaan met de opmaak van het PRUP is aangetast door onnauwkeurigheid: ondanks de 'nieuwe' procedure werd er geen nieuwe inschatting gemaakt van de milieueffecten. ln het bijzonder kan worden benadrukt dat de sociale en maatschappelijke aspecten (mens-milieu) niet werden onderzocht. Bovendien gaat de huidige screeningsnota onvoldoende na wat de impact is op de mens / menselijke gezondheid van de herbestemming tot open ruimtegebied. Meer in het bijzonder wordt slechts zeer summier aandacht geschonken aan het onderdeel 'mens - gezondheid en veiligheid'. Voor het PRUP werd een milieuscreeningsprocedure gevoerd, waarbij alle geldende regels werden toegepast. Op zich klopt het dat er voor de herbestemmingen van de zones voor verblijfsrecreatie diverse PRUP's worden opgemaakt. In de screeningsnota of het plan-mer voor elk van deze PRUP's wordt, in de mate van het nodige, echter ook rekening gehouden met de milieueffecten die de andere herbestemmingen zouden hebben. De opsplitsing vormt dus geen probleem. 82

83 In de screeningsnota's van voorliggend PRUP wordt weldegelijk het aspect 'mens - gezondheid en veiligheid' besproken op afdoende wijze. Bovendien heeft de dienst Milieueffectrapportagebeheer van het departement LNE geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-mer niet nodig is. Ze heeft dit n.a.v. de nieuwe procedure voor voorliggend PRUP nogmaals bevestigd. Deze beslissing is opgenomen in het milieuscreeningsdossier. Dat is ook logisch omdat er aan de planinhoud niets fundamenteels is veranderd. 67, 70, 89 Het milieu-effectenrapport (PLAN-MER) is niet rechtsgeldig omdat het bestemd was voor een vorig PRUP. De wijzigingen in het nieuwe PRUP en de impact daarvan op mens en milieu werden niet onderzocht. De dienst Milieueffectrapportagebeheer van het departement LNE heeft geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-mer niet nodig is. Ze heeft dit n.a.v. de nieuwe procedure voor voorliggend PRUP nogmaals bevestigd. Deze beslissing is opgenomen in het milieuscreeningsdossier. Dat is ook logisch omdat er aan de planinhoud niets fundamenteels is veranderd. Het klopt dus niet dat de milieuscreening niet meer rechtsgeldig is. 67, 70, 89 In de screeningnota en eerste visienota worden andere (minder scherpe) uitgangspunten gebruikt dan die vermeld in het PRUP. Gezien daar een fout is gebeurd, wordt dit nu handig gecamoufleerd door de planologen door een nuance toe te voegen: midden in wordt vervangen door in of aansluitend bij. 83

84 Er worden geen andere of minder scherpe uitgangspunten gebruikt in de screeningsnota en de visienota dan in het PRUP zelf. Er zijn ook geen verschillen tussen het vorige PRUP en het voorliggende. Alle documenten hebben het over "gelegen midden in waardevol open-ruimtegebied". Het is echter zo dat een ligging aansluitend bij een habitatrichtlijngebied en/of VEN-gebied ook (mogelijks) een ligging midden in waardevol open-ruimte-gebied betekent. Het is namelijk vaak zo dat zones voor verblijfsrecreatie ingesloten liggen tussen habitatrichtlijngebied en/of VEN-gebied maar er op vandaag niet toe behoren, bijvoorbeeld omdat ze bebouwd zijn. Ruimtelijk-morfologisch zijn dergelijke zones echter wel midden in waardevol open-ruimte-gebied gelegen. 84

85 Deelplan 1 1 Bezwaarschrijver bewoont een weekendverblijf langs de Heirweg, dat ontsluit via een achterliggende zanddreef. Over deze zanddreef zou bezwaarschrijver graag duidelijkheid hebben inzake de aansprakelijkheid. Deze dreef wordt door diverse mountainbikers en mountainbikeverenigingen gebruikt. Bijna elk weekend hangen er pijltjes en passeren er verschillende fietsers. Aangezien de dreef een stuk van elke bewoner/eigenaar is, stelt bezwaarschrijver zich vragen of dit toegelaten is. Zij dienen deze dreef vrij te houden voor hun buren maar mag iedereen zomaar gebruik maken van de private dreef? Wat zijn de gevolgen wanneer een fietser een lelijke val doet op 'hun stuk' van de dreef? Kunnen zij aansprakelijk gesteld worden? Bezwaarschrijver stelt verder vast dat volgens het PRUP er diverse (wandel)paden bijkomen achter hun woningen. Zijn deze dan voor iedereen toegankelijk? Wat met ons stuk van de dreef? Wordt dit dan onteigend? De vraag over aansprakelijkheid heeft geen rechtstreekse betrekking op voorliggend PRUP. Het PRUP verandert niets aan de huidige situatie op dit punt. De dreef blijft in private handen met diverse eigenaars. Het PRUP voorziet in een aantal verbindingen voor langzaam verkeer. De visie bestaat er in om de zone recreatief toegankelijk te maken voor wandelaars en fietsers. Aan het PRUP is geen onteigeningsplan gekoppeld. De effectieve realisatie op het terrein moet nog verder bekeken worden. Het PRUP wil alleen het recreatief toegankelijk maken vereenvoudigen. 1 Bezwaarschrijver bewoont een weekendverblijf langs de Heirweg, dat ontsluit via een achterliggende zanddreef. Waarom de percelen langs de Heirweg geen ingang/oprit mogen hebben aan de straatkant is onduidelijk. Zowel voor hen (als bewoners) als voor Bpost en vuilnisomhaling zou dit een grote verbeteringzijn. Dan zouden al deze vrachtwagens, die de zanddreef nu kapot rijden, niet 85

86 meer door de zanddreef moeten rijden. Ook is bezwaarschrijver van mening dat een ingang aan de straatkant eveneens zeer waardevol is bij dringende interventies. De watertoevoer bevindt zich eveneens aan de straatkant. Bezwaarschrijver stelt zich dan ook de vraag of de woningen langs de Heirweg geen ingang kunnen krijgen via de straatkant. De opmerking heeft geen rechtstreekse betrekking op voorliggend PRUP. Het PRUP maakt het op zich niet onmogelijk om (ook) een rechtstreekse toegang naar de Heirweg te voorzien. Het is aan de gemeente om hierover te oordelen. Verkeersveiligheid zal hierbij een belangrijk punt zijn. 1 Bezwaarschrijver geeft aan dat hun woning buiten een kwetsbaar gebied ligt en een bestaande goede woonkwaliteit heeft. Aangezien zij hier reeds diverse jaren permanent wonen hebben zij geen 'nieuwe' impact meer op de omgeving. Volgens het plan heeft zone A2 een boskarakter. Bezwaarschrijver stelt dat er achter hun woningen een bos ligt (bosrijker maar wel met bebouwing en een voetbalveld met kantine) maar hun woning zelf zou absoluut niet in een bosrijke omgeving liggen. Zij liggen tussen de straatkant en een zandweg. Volgens het plan liggen zij in de ecologische corridor tussen het Wullebos en het Kanaal van Stekene. Liggen de woningen rechtover onze woningen dan ook niet in deze corridor? Worden dan ook deze woningen aangepast naar recreatiegrond met permanente bewoning? Krijgen die dan ook beperkingen inzake hun bebouwbare oppervlakten, tuinzones, bijgebouwen,...? Het lijkt volgens bezwaarschrijver logischer dat de inkleuring van hun percelen wordt gelijkgesteld met hun andere buren aan de Heirweg, aangezien ze toch niet echt in kwetsbaar gebied en in gebied zonder recreatief karakter (want aan een drukke verkeersader) liggen. Worden de woonbeperkingen/normen aangepast omwille van de permanente bewoning? De strook van het plangebied gelegen langs de Heirweg heeft weldegelijk nog een bebost karakter en maakt ruimtelijk-morfologisch deel uit van de ruimere weekendverblijvencluster. Een herbestemming naar woongebied zonder beperkingen naar oppervlakte en volume is voor de PROCORO dan ook ruimtelijk niet aangewezen. Verder hebben de woningen aan de overkant van de Heirweg een ander juridisch statuut. Deze constructies werden vergund als woning. De (permanente) woonfunctie is er stedenbouwkundig steeds toegelaten geweest. Dit is een cruciaal verschil met weekendverblijven: hier is de permanente woonfunctie stedenbouwkundig nooit toegelaten geweest. Ook de verkavelingsvergunningen zijn 86

87 alle afgeleverd voor de oprichting van recreatieve verblijven. Er is dus op dit punt geen schending van het gelijkheidsbeginsel, want het gaat niet om gelijke situaties. 1 Bezwaarschrijver stelt zich de vraag wat er met hun huisnummers zal gebeuren. Vervalt de 'W' en krijgen ze een gewoon huisnummer? De opmerking heeft geen rechtstreekse betrekking op voorliggend PRUP. Het PRUP doet hierover geen uitspraken. Het is aan de gemeente om te bepalen wat er met de huisnummers gebeurt. 1 Bezwaarschrijver stelt dat zij, de bewoners, graag duidelijkheid hebben. Zij zouden reeds jaren in ongewisse worden gelaten. De lokale overheid zou hen steeds gesteund hebben. Zij zouden alle nodige vergunnigen hebben gekregen en mochten hier permanent wonen. Nu na al die jaren komt er plots een nieuw uitvoeringsplan. Zij zouden steeds alles correct betaald en onderhouden hebben. Nu krijgen zij een uitvoeringsplan van enkele honderden bladzijdes dik waarbij zijzelf niets zouden hebben kunnen inbrengen. Wel werd hen medegedeeld dat zij een meerkost zouden moeten betalen aangezien hun gronden/woningen nu meer waard zijn. Bezwaarschrijver gaat hiermee akkoord en is uiteraard bereid om een vergoeding/aanpassing hiervoor te betalen. Maar graag had bezwaarschrijver hierover meer duidelijkheid gekregen. De PROCORO is van mening dat het ontwerp PRUP duidelijkheid biedt. De betreffende zone wordt omgevormd naar recreatief woongebied. Dit betekent dat de permanente woonfunctie er vergunbaar wordt. Het verkrijgen van een vergunning voor permanente bewoning gaat gepaard met een planbatenheffing, zoals ook staat aangegeven in het register terzake in de toelichtingsnota van 87

88 voorliggend PRUP. De planbatenheffing zelf verloopt via de voorziene procedure in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De PROCORO wenst verder nog aan te geven dat tijdens het proces van visievorming diverse informatieavonden werden georganiseerd, hoewel juridisch niet noodzakelijk. Ook tijdens het openbaar onderzoek over voorliggend PRUP zelf werd een informatieavond georganiseerd (op 19 november 2013), hoewel juridisch ook niet noodzakelijk. Betrokkenen werden dus zoveel als mogelijk wel geïnformeerd. 2 De omzetting van onbebouwde percelen naar recreatief woongebied zal moeten meegerekend in het gemeentelijke woonquotum voor de gemeente Stekene. Binnen de gegeven ruimtelijke context wordt voorgesteld om minstens de verkaveling van 7 november 2005 (deelplan 1) uit te sluiten. De PROCORO neemt akte van dit standpunt maar is van mening dat dit beperkt bijkomend juridisch aanbod niet zou moeten in rekening worden gebracht van de gemeentelijke woonquota voor de gemeente Stekene. Hoogstens zal hiermee rekening kunnen gehouden worden bij het bepalen van toekomstige woonbehoeften. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Volgens de uitgangsprincipes is er voor de verkaveling in het oostelijk gedeelte van plangebied 1 geen andere mogelijkheid dan het voorzien van de bestemming 'recreatief woongebied'. Dit gedeelte 88

89 is binnen woonomgeving gelegen want het sluit onmiddellijk aan op het juridisch woongebied langs Bosdorp en de Heimeersstraat. Een open-ruimte-bestemming (op termijn) is hier niet te verantwoorden want het gaat om een bestaande verkaveling die binnen een woonomgeving en niet binnen een open-ruimte-omgeving gelegen is. Ook een typisch toeristische bestemming is hier niet aan de orde gezien de bestaande verkaveling voor privatieve weekendverblijven en de aanwezigheid van camping Vlasaard iets verderop. Het gedeelte behouden als recreatiegebied is ook geen optie gezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. 7 We dienen bezwaar in tegen het feit dat permanent wonen toegestaan wordt. Het permanent wonen verhoogt de druk op de natuurlijke, bosrijke omgeving. Dit voornemen zal de speculanten en de overtreder van de wet belonen vermits de eigendom hierdoor een enorme meerwaarde krijgt. De bijdrage voor de planbaten zijn in verhouding met de echte meerwaarde onbeduidend. De maatschappelijke kost zal zwaar om dragen zijn. Aanleg en aansluiting van riolering, verharding van de wegen,... Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Volgens de uitgangsprincipes is er voor het oostelijk en westelijk gedeelte van zone A2 geen andere mogelijkheid dan het voorzien van de bestemming 'recreatief woongebied'. Deze delen zijn binnen woonomgeving gelegen want ze sluiten onmiddellijk aan op het juridisch woongebied (deels met landelijk karakter) langs Bosdorp, de Heirweg en de Heimeersstraat. Een open-ruimte-bestemming 89

90 (op termijn) is hier niet te verantwoorden want het gaat om delen die binnen een woonomgeving en niet binnen een open-ruimte-omgeving gelegen zijn. Ook een typisch toeristische bestemming is hier niet aan de orde gezien de bestaande verkavelingen voor privatieve weekendverblijven en de aanwezigheid van camping Vlasaard iets verderop. De delen behouden als recreatiegebied is ook geen optie gezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. De stedenbouwkundige voorschriften zorgen er verder voor dat de ruimtelijke impact beperkt blijft. Vooreerst is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder is er een maximale grondoppervlakte van 80 m² en een maximaal volume van 240 m³, wordt slechts 1 bijgebouw toegelaten, mag max. 20 m² van het niet-bebouwde gedeelte verhard worden in waterdoorlatend materiaal, mogen op het niet-verharde gedeelte geen bomen gerooid worden, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 4 m en de nokhoogte max. 7 m, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. Het is verder zo dat om permanente bewoning binnen recreatieve woongebieden mogelijk te maken, een functiewijziging naar wonen moet vergund worden. Dit zal dan weer gepaard gaan met een planbatenheffing. Op de meerwaarde wordt dus een belasting geheven. De grootte hiervan is decretaal bepaald. Het PRUP kan hier niets aan veranderen. Verder legt het PRUP de aanleg van riolering en / of verharde wegen niet op. Voor de behandeling van vervuild water is ook de aanleg van een IBA of gesloten opvangsysteem mogelijk. 8 We dienen bezwaar in tegen het feit dat delen omgezet worden naar recreatief woongebied terwijl er onduidelijkheid is op de impact van de woonquota bij deze maatregel door het verstrijken van de deadline van 30 april Alle omzettingen naar recreatief woongebied zouden in het PRUP van de 2 de fase moeten opgenomen worden. Dan zal er wellicht meer duidelijkheid zijn over de gevolgen voor de gemeentelijke woonquota en berekening van de woonbehoeften en kan men met degelijke kennis van zaken een grondige beslissing nemen. De PROCORO is van mening dat de deadline een termijn van orde is. Er staan geen sancties op het niet halen van de deadline. Verder stelt art , 2 de lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat planologische omzettingen van op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het bestemmingsplan bestaande en al dan niet permanent bewoonde weekendverblijven naar een zone waar permanent verblijf 90

91 toegelaten is, niet worden aangerekend op de gemeentelijke woonquota, zoals bepaald door het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Zij worden evenmin meegerekend in de berekening van de woonbehoeften in het kader van de structuurplanning. 14, 64 Bepaalde gronden zullen wel worden omgezet in recreatief woongebied. Daarbij moet worden vastgesteld dat het in deze gevallen niet louter gaat om een standstill van de bestaande weekendverblijven, die de mogelijkheid krijgen om permanent bewoond te worden, maar tevens om onbebouwde gronden die door deze bestemmingswijziging volwaardige bouwgrond worden (voor de oprichting van zgn. openluchtrecreatieve verblijven). Hierdoor wordt bijkomend bebouwing toegelaten. De creatie van bijkomende bebouwing is echter strijdig met de doelstelling van dit 'eerste fase ontwerp-prup', aangezien dit ontwerp-prup net tot doel heeft de bestaande open ruimte maximaal te behouden. Zone voor verblijfsrecreatie A2 werd in het PRUP voor de 1 ste fase opgenomen omdat een aanzienlijk deel ervan op vandaag nog niet bebouwd of verkaveld is. Om een verkaveling / bebouwing van dit gedeelte in de toekomst te vermijden en om de open ruimte corridor tussen het Wullebos en de vallei van het Kanaal van Stekene te behouden, wordt dit gedeelte in de 1 ste fase herbestemd naar gemengd openruimtegebied. Omdat al een gedeelte van zone A2 moest herbestemd worden, vindt de PROCORO het niet meer dan logisch dat de volledige zone in de 1 ste fase werd meegenomen. In die zin is zone A2 geen 'typische' 1 ste fase zone. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, 91

92 een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Volgens de uitgangsprincipes is er voor de verkaveling in het oostelijk gedeelte van plangebied 1 geen andere mogelijkheid dan het voorzien van de bestemming 'recreatief woongebied'. Dit gedeelte is binnen woonomgeving gelegen want het sluit onmiddellijk aan op het juridisch woongebied langs Bosdorp en de Heimeersstraat. Een open-ruimte-bestemming (op termijn) is hier niet te verantwoorden want het gaat om een bestaande verkaveling die binnen een woonomgeving en niet binnen een open-ruimte-omgeving gelegen is. Ook een typisch toeristische bestemming is hier niet aan de orde gezien de bestaande verkaveling voor privatieve weekendverblijven en de aanwezigheid van camping Vlasaard iets verderop. Het gedeelte behouden als recreatiegebied is ook geen optie gezien het juist de bedoeling is om deze dubbelzinnige bestemming overal te schrappen. De PROCORO is van mening dat het toelaten van bebouwing op onbebouwde percelen in het westelijk deel van het plangebied aanvaardbaar is. Dit gedeelte is binnen woonomgeving gelegen want het sluit onmiddellijk aan op het juridisch woongebied (deels met landelijk karakter) langs de Heirweg. Het gaat om slechts 10 restpercelen op een totaal van 59. De stedenbouwkundige voorschriften zorgen er voor dat de ruimtelijke impact van een nieuw gebouwd(e) woning / recreatief verblijf beperkt blijft. Vooreerst is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder is er een maximale grondoppervlakte van 80 m² en een maximaal volume van 240 m³, wordt slechts 1 bijgebouw toegelaten, mag max. 20 m² van het niet-bebouwde gedeelte verhard worden in waterdoorlatend materiaal, mogen op het niet-verharde gedeelte geen bomen gerooid worden, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 4 m en de nokhoogte max. 7 m, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 14 De omzetting naar open ruimtebestemming en recreatief woongebied zou gebeuren op basis van een inrichtingsstudie. Deze inrichtingsstudie is in elk geval niet aan het dossier toegevoegd tijdens het openbaar onderzoek. Er werd wel degelijk een inrichtingsschets opgemaakt in het kader van het PRUP. Deze is terug te vinden in de toelichtingsnota. 92

93 31, 72 We vragen om het gebied van de percelen 165a, 171g, 171n, 171p, 170e en 170d een open-ruimtebestemming te geven i.p.v. de bestemming recreatief woongebied omwille van volgende redenen: - We zijn voorstander voor een behoud van open ruimte en groen in Stekene. Elke koper was in 1974 op de hoogte van het feit dat het niet toegelaten was om weekendhuisjes te plaatsen. - De ontsluiting van de percelen is hoe dan ook te beperkt. Zwaar verkeer en dagelijks gebruik verzwaren de erfdienstbaarheid van de toegangsweg die over onze percelen loopt. Een schrijven van de brandweer geeft aan dat deze beperkte toegang een reëel probleem is. Een onteigening i.f.v. de bereikbaarheid is de wereld op zijn kop: mensen die de wet niet respecteerden worden bevoordeeld. De goedkoop verkregen weekendgrond zal in waarde stijgen. - Volgens de visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' zou ons perceel 165a een open-ruimte-bestemming moeten krijgen, terwijl wij de wet respecteerden. Voor dit perceel en onze percelen 174c en 165e zullen we planschade lijden. - Het afvalwater van de weekendverblijven kan onmogelijk afgevoerd worden naar het rioleringsnetwerk aangezien deze percelen meer dan 1,5 meter onder het straatniveau gelegen zijn. Hoewel de Gemeente een IBA oplegde, hebben de huidige bewoners zich daar niets van aangetrokken. Hun afwalwater gaat naar andermans terrein of komt in het Kanaal van Stekene terecht. Het toekennen van de woonfunctie zal dit probleem alleen maar verergeren. - Het verwondert ons ook dat de percelen niet op de kaart als overstromingsgevoelige gebieden zijn ingekleurd. - Het woonrecht vervalt bij het begaan van een stedenbouwkundig misdrijf na 1 september Zal ook dit dode letter blijven? - De weekendverblijven zijn niet in orde met de voorschriften. - Deze wijziging voorziet in een uitdoofscenario inzake permanente bewoning, waardoor sociale drama's bij de huidige bewoners vermeden worden. Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient 93

94 gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Volgens de uitgangsprincipes is er voor het westelijk gedeelte van zone A2 geen andere mogelijkheid dan het voorzien van de bestemming 'recreatief woongebied'. Deze delen zijn binnen woonomgeving gelegen want ze sluiten onmiddellijk aan op het juridisch woongebied (deels met landelijk karakter) langs de Heirweg. Een open-ruimte-bestemming (op termijn) is hier niet te verantwoorden want het gaat om hoofdzakelijk bebouwde delen die binnen een woonomgeving en niet binnen een openruimte-omgeving gelegen zijn. Ook een typisch toeristische bestemming is hier niet aan de orde gezien de bestaande verkavelingen voor privatieve weekendverblijven en de aanwezigheid van camping Vlasaard iets verderop. De PROCORO is van mening dat het probleem van ontsluiting oplosbaar is. Het PRUP laat toe om de toegangswegen te verbreden indien nodig. Het is verder zo dat om permanente bewoning binnen recreatieve woongebieden mogelijk te maken, een functiewijziging naar wonen moet vergund worden. Dit zal dan weer gepaard gaan met een planbatenheffing. Op de meerwaarde wordt dus een belasting geheven. De grootte hiervan is decretaal bepaald. Perceel 165a krijgt in voorliggend PRUP ook de bestemming 'recreatief woongebied' omdat het ruimtelijk-morfologisch deel uitmaakt van de bestaande cluster weekendverblijven in het westen van het plangebied. Het klopt dus niet dat er hier een open-ruimte-bestemming wordt voorzien. Voor percelen 174c en 165e wijst de PROCORO er op dat waardeverminderingen, als die er al zouden zijn, kunnen gecompenseerd worden via de bestaande figuur van de planschade (schadevergoeding van 80 %). Het is aan de rechtbank van eerste aanleg om te bepalen of er planschade dient uitbetaald te worden, zoals dat ook in de toelichtingsnota van het PRUP is aangegeven. Voor wat betreft de behandeling van het afvalwater legt het PRUP op dat het verboden is vervuild water in het oppervlaktewater te lozen. Er dient verplicht te worden aangesloten op een bestaande riolering. Indien dit niet mogelijk is, dient een systeem van Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) of een betonnen opvangput van 10 m³ zonder overloop op eigen terrein te worden voorzien. Hieraan moet voldaan worden om de functiewijziging naar wonen vergund te krijgen. Het naleven van de voorschriften is een zaak van handhaving. Een RUP kan alleen maar verplichtingen opleggen. Volgens de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden is de volledige omgeving van het westelijk gedeelte van de zone inderdaad niet effectief of mogelijk overstromingsgevoelig. Deze kaart is gebaseerd op een model maar in dit gedeelte zijn er ook geen recente overstromingen gekend. Het tijdelijk woonrecht is niet meer relevant voor voorliggende zone omdat de met weekendverblijven bebouwde delen worden omgezet naar recreatief woongebied. De permanente woonfunctie wordt er dus vergunbaar voor een onbeperkte termijn. Wel is het zo dat de verblijven 94

95 ook zullen moeten voldoen aan de inrichtingsvoorschriften van voorliggend PRUP om een functiewijziging naar wonen vergund te krijgen. 31, 72 Er is een mogelijke gedeeltelijke onteigening van perceel 174c en 165a om een verbinding voor langzaam verkeer aan te leggen tussen het Wullebos en de vallei van het Kanaal van Stekene. Welk signaal wil de overheid hiermee geven als de bestaande zandweg ten westen van de zone hier veel geschikter voor is? Het PRUP voorziet niet in een onteigeningsplan voor de realisatie van de langzaam verkeer verbindingen. Genoemde verbinding kan hiervoor nu al dienst doen. Deze verbinding is aanvullend op de zandweg ten westen van de zone. 55, 56 De grenslijn van het PRUP loopt dwars door ons huis waardoor de ene helft zijn eigenlijke bestemming behoudt, maar de andere helft gemengd openruimtegebied wordt. Dus valt ons huis en bijhorende grond onder twee verschillende soorten bestemming, inclusief bijhorende rechten en plichten. Dat wil zeggen dat voor een deel van onze woning bouwen/verbouwen mogelijk beperkt wordt. U begrijpt dat dit een onnodig complexe situatie met zich meebrengt. Het lijkt ons dan ook logisch om de grens van het PRUP in dit geval te laten samenvallen met de perceelgrenzen. De PROCORO merkt op dat op vandaag ook de gewestplangrens door bezwaarschrijvers hun huis loopt. Op vandaag is het huis dus al deels zonevreemd omdat het deels binnen zone voor verblijfsrecreatie ligt. Daarnaast is het zo dat bezwaarschrijvers voldoende rechtszekerheid behouden door hun stedenbouwkundige vergunning, hun gedeeltelijke ligging binnen woongebied 95

96 en de bepalingen van het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen voor het gedeelte in gemengd openruimtegebied. Het namelijk is zo dat voorliggend PRUP expliciet bepaalt dat het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen binnen plangebied 1 blijft bestaan. Verder merkt de PROCORO op dat het herbestemmen van of het aanbrengen van een overdruk op zonevreemde woningen een gemeentelijke bevoegdheid is en geen provinciale. Betreffende percelen uit het PRUP laten is ook geen optie omdat in dat geval een strook 'zone voor verblijfsrecreatie' zou overblijven. Het is echter net de bedoeling om deze bestemming overal te schrappen. Dit zou daarenboven het probleem van de gedeeltelijke zonevreemdheid van de woning van bezwaarschrijvers niet oplossen. 96

97 Deelplan 2 11 Enkele honderden meters verder, zijn er burgers die gebouwd hebben op bosgebied (wet overtreden) die nu beloond worden omdat hun percelen ook een herbestemming krijgen, maar dan naar woongebied. Er is geen enkel PRUP dat voorziet in de herbestemming van bosgebied naar woongebied. De bewering van de bezwaarschrijver is dan ook onjuist. 11, 12, 13, 15, 16, 16*, 17, 17*, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 35, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 We gaan niet akkoord met de herbestemming naar 'zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een beboste omgeving met nabestemming bosgebied' omwille van volgende redenen: - ln de meeste gebieden is het bos in zo'n heel kleine stukjes verkaveld, dat het net een camping is. In ons gebied hebben burgers relatief grote stukken aangekocht, net om het bosimago te behouden. En daar zijn wij nu de dupe van. Onze zone ziet er daardoor nog heel natuurlijk uit. (11) - Zolang wij daar ons weekend hebben doorgebracht, hebben wij nooit (ook in de winter niet) een overstroming gehad. De zone is goed geschikt als echt recreatief gebied omdat ze niet op de lijst staat van mogelijks overstromingsgevoelige gebieden. ln Vlaanderen zijn er zoveel gebieden, waar gebouwd mag worden, en die toch in een overstromingsgebied liggen. (11, 12) - We bevinden ons niet in prioritair open ruimtegebied maar wel in overgangszone, net als zone D5 noord. Zone A2 bevindt zich volgens het ecologisch netwerk in 'zeer waardevol gebied' en wordt toch 'recreatief woongebied'. (12) 97

98 - Het is niet logisch dat het noordelijk deel van de zone voor verblijfsrecreatie D5 recreatief woongebied wordt en het zuidelijk niet. De volledige zone D5 zou recreatief woongebied moeten worden: (12, 13, 15, 16, 16*, 17, 17*, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) o De ruimtelijke situatie van het noordelijk en het zuidelijk deel zijn gelijkaardig. Het zuidelijk deel ligt ook aan de rand van het bos en wordt begrensd door de zelfde weilanden als het noordelijk deel. Het zuidelijk deel ligt dus niet midden in het bos. Het is trouwens vanuit bosbeheer beter om het bos niet rechtlijnig te begrenzen maar met een zaagtand. Bovendien blijft door de aanplantingen van bomen op de percelen het bosgevoel behouden. Delen waar eigenaars de bomen wel tegen de wet in kapten, worden nu beloond met een opwaardering naar recreatief woongebied. Dit is discriminerend want oorspronkelijk hadden we alle het zelfde statuut. Het gelijkheidsbeginsel moet gerespecteerd worden. (12) o Het zuidelijk deel zou te ver van de openbare weg liggen, maar om van het noordelijk deel naar Stekene te rijden, moet men via het zuidelijk deel. (12) o Beide gebieden zijn met weekendverblijven bebouwd en op basis van bereikbaarheid en de aanwezige bebossing kan geen sprake zijn van een onderscheid. (13) o De enige correcte natuurlijke grens is de waterloop ten zuiden van het zuidelijk deel. Dit is een argument om zone D5 niet op te splitsen. (13) o Minister Muyters gaf uitdrukkelijk aan dat het op basis van het gelijkheidsbeginsel onaanvaardbaar is dat binnen één zone verschillende bestemmingen zouden opgelegd worden. Nochtans wordt zone D5 wel opgedeeld in 2 delen. Het noordelijk deel wordt herbestemd naar zone voor verblijfsrecreatie waar permanente bewoning toegelaten wordt. Het zuidelijk deel krijgt een openruimte bestemming waarbij permanente bewoning niet wordt toegestaan. Hiertegen wordt fundamenteel bezwaar aangetekend op basis van het gelijkheidsbeginsel. (15, 16, 17, 17*, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) o In zone D5 noord wonen er mensen die een hooggeplaatse functie hebben. Dat is geen reden om deze zone naar recreatif woongebied om te vormen en D5 zuid niet. (16*) - Het is voor wandelaars mooi om een zekere afwisseling te hebben in het landschap. Enige bebouwing moet hier dus mogelijk zijn. (12) - Gezien de enorme bezetting van weekendverblijven n.l. 160 weekendverblijven, waarvan er 18 officieel zijn bewoond, is er al lang geen sprake meer van open ruimte. Daarenboven zijn de meeste weekendverblijven geregulariseerd of hebben een vermoeden van vergunning. Het gebied is bovendien reeds verkaveld en de nodige infrastructuur aa ngelegd. (35) 98

99 Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Voor het zuidelijk deel van de zone voor verblijfsrecreatie D5 werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat het plangebied gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Het zuidelijk deel van de zone voor verblijfsrecreatie D5 wordt omsloten door de Grote Eenheid Natuur (GEN) 'Het Bekaf-complex', die tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) behoort. Volgens de biologische waarderingskaart bestaat het grootste gedeelte van het plangebied uit een complex van biologisch minder waardevolle en biologisch waardevolle elementen. Een tweetal percelen zijn biologisch waardevol met daarop een biologisch zeer waardevol element. Daarnaast is er ook nog een perceel met een complex van biologisch minder waardevolle, biologisch waardevolle en biologisch zeer waardevolle elementen. Het plangebied behoort verder volledig tot de relictzone 'Bosgebied NW Stekene'. Het zuidelijk deel van zone D5 is dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en is niet binnen woonomgeving gelegen. De reden van de (na)bestemming 'bosgebied' is dus de ruimtelijke ligging. Het feit dat de zone er nog heel natuurlijk uitziet, is hier niet van doorslaggevend belang. Het loutere feit dat de zone niet overstromingsgevoelig is, is natuurlijk geen argument om ze naar recreatief woongebied te herbestemmen. Zone voor verblijfsrecreatie A2 ligt wel binnen een bestaande woonomgeving want ze sluit onmiddellijk aan op het juridisch woongebied (deels met landelijk karakter) langs Bosdorp, de Heirweg en de Heimeersstraat. Dat is het grote ruimtelijke verschil met het zuidelijk deel van zone D5. Zone A2 enerzijds en het zuidelijk deel van zone D5 anderzijds, bevinden zich dus niet in een gelijke (ruimtelijke) situatie. Een verschil in behandeling is dan ook objectief te motiveren. Verder wijst de PROCORO er op dat geen enkel deel van zone A2 binnen het Vlaams ecologisch netwerk is 99

100 gelegen en dat de aaneengesloten onbebouwde delen van zone A2 een open-ruimte-bestemming krijgen. Het noordelijk deel van de zone D5 ligt wel binnen een bestaande woonomgeving. Dat is het grote ruimtelijke verschil met het zuidelijk deel. Het noordelijk deel enerzijds en het zuidelijk deel anderzijds, bevinden zich dus niet in een gelijke (ruimtelijke) situatie. Een verschil in behandeling is dan ook objectief te motiveren. Er kan dan ook geen sprake zijn van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Het noordelijk en het zuidelijk deel zijn ruimtelijk goed van elkaar te onderscheiden. Ruimtelijk gaat het in feite om twee zones die elkaar slechts op één punt raken. Een verschil in behandeling is dus ruimtelijk te motiveren en zorgt niet voor een ruimtelijk onsamenhangend gebied. De ligging van een waterloop ten zuiden van het zuidelijk deel verandert niets aan deze situatie. De omvorming van zone D5 noord naar recreatief woongebied is ingegeven vanuit een ruimtelijke argumentatie, het al dan niet wonen van 'hooggeplaatste personen' in deze zone heeft hier niets mee te maken. Een toekomstige herbestemming van het noordelijk deel naar recreatief woongebied, zal er niet voor zorgen dat het zuidelijk deel binnen woonomgeving gelegen is. Het zuidelijk deel snijdt daarentegen diep het VEN-gebied in. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Er zal dus bebouwing kunnen blijven staan, zodat er een afwisseling in het landschap blijft (wat door een bezwaarschrijver als mooi wordt ervaren). 100

101 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 Op Vlaams niveau wordt duidelijk gesteld dat in zone D5 geen bijkomende bebouwing kan worden toegelaten en dat het boskarakter dient bewaard te worden. De afweging op Vlaams niveau wordt genegeerd. De afwegingen van het Vlaamse niveau gaven enkel een input / advies voor de uiteindelijke provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012), waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is. In zone D5 noord wordt bijkomend bebouwing toegelaten omdat het ruimtelijk aanvaardbaar is om deze zone om te zetten naar recreatief woongebied. Zone D5 noord ligt namelijk binnen een bestaande woonomgeving. In zone D5 zuid worden nog beperkt bouwmogelijkheden toegelaten tot 1 januari Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 101

102 66 Mijn vrouw en ik zijn bejaard en hebben verschillende ziektes. Hoe lang is ons hier nog vergund te leven? Waar kunnen we naartoe? We vragen toestemming om onze laatste paar levensjaren hier a.h.w. uit te doven. Stedenbouwkundig is permanente bewoning in weekendverblijven nooit vergund geweest. Wel stelt het PRUP dat permanent wonen kan voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Hierdoor is het onder voorwaarden mogelijk om "a.h.w. uit te doven", zoals bezwaarschrijvers vragen. Daarnaast voorziet het PRUP in twee wooncompensatiegebieden. De PROCORO geeft aan dat de concrete realisatie van de wooncompensatiegebieden verder projectmatig werd en wordt uitgewerkt, parallel aan de opmaak van voorliggend PRUP en na definitieve vaststelling van voorliggend PRUP. Als overlegstructuur wordt hiervoor het bestaande lokaal woonoverleg in Stekene gebruikt. De betrokkenen hierbij zijn, naast de Provincie, de Gemeente, de sociale huisvestingsmaatschappij, Wonen Vlaanderen en de private ontwikkelaars. Er vonden in het kader van de wooncompensatieprojecten al 3 overlegmomenten plaats: op 19 november 2012, op 15 april 2014 en op 2 juni Voor de wooncompensatieprojecten zijn volgende ontwikkelingsvoorwaarden van toepassing: o De ontwikkeling dient te gebeuren op korte termijn. Dit betekent binnen de 12 maanden na inwerkingtreding van het PRUP. o Indien private percelen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na het bouwrijp maken te worden voorbehouden voor de doelgroep (permanente bewoners van voor 1 september 2008 van weekendverblijven binnen zones die op termijn een open-ruimte-bestemming krijgen). Een privaat perceel is bouwrijp als er een verkoopbaarheidsattest voor is. o Indien private eengezinswoningen worden ontwikkeld, dienen deze tot 1 jaar na de bouw te worden voorbehouden voor de doelgroep. Een private eengezinswoning is gebouwd als er een verkoopbaarheidsattest voor is. 102

103 o o o o Ontwikkelde private percelen en ontwikkelde private eengezinswoningen dienen aangeboden te worden aan marktconforme prijzen. Dit om te voorkomen dat de prijzen gedurende de 'voorrangsperiode' voor de doelgroep kunstmatig hoog worden gehouden. Voor het sociale gedeelte (20 à 25 %) dient de ontwikkelaar verplicht afspraken te maken met de sociale huisvestingsmaatschappij over de concrete inplanting van de sociale woningen en het aandeel huur / koop / kavel (mede afhankelijk van de bevraging van de doelgroep, zie verder). Voor de toewijzing van sociale huurwoningen in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiertoe zal een annex aan het gemeentelijk toewijzingsreglement van Stekene worden toegevoegd. Voor de toewijzing van sociale koopwoningen en sociale kavels in de wooncompensatiegebieden zal voorrang worden gegeven aan de doelgroep. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van het overdrachtenbesluit dat het mogelijk maakt om specifieke projecten voor te behouden voor een specifieke doelgroep. Bedoeling is om na de definitieve vaststelling van het PRUP de doelgroep te bevragen. Dit om een zicht te krijgen om de benodigde typologieën van woningen, bv. wat het aantal slaapkamers betreft, en om een zicht te krijgen op wie in aanmerking komt voor welke sociale woning (huur, koop en/of kavel). De bevraging gebeurt maar nadat het plan definitief is omdat er anders verkeerde verwachtingen zouden kunnen ontstaan. Op basis van de resultaten van de bevraging dienen de ontwikkelaars dan concreet uitgewerkte inrichtingsstudies op te maken. Op basis hiervan kunnen verkavelingsvergunningen en/of stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd worden. Vervolgens zal op basis van de definitieve plannen aan de doelgroep een effectief alternatief van overheidswege voor het weekendverblijf worden aangeboden. Degenen die in aanmerking willen komen voor een sociale woning zullen zich hiertoe op de wachtlijst(en) moeten inschrijven. 67, 70 Nadat wij een bezwaar kenbaar maakten tijdens het openbaar onderzoek van het PRUP van 9 oktober 2013 (dat in juni 2014 niet definitief kon vastgesteld worden wegens een QUORUM probleem tijdens stemming), werd een frase over het Vlaams standpunt dat er voor zone D5 geen bebouwingsmogelijkheden meer mogen zijn bewust door de planologen volledig weggelaten uit de toelichtingsnota van het nieuwe PRUP (informatie werd achtergehouden voor de provincieraadsleden). 103

104 Er werd helemaal geen "frase weggelaten". Het PRUP werd integendeel aangevuld en geactualiseerd, o.a. n.a.v. de opmerkingen van het vorige openbaar onderzoek. De PROCORO is trouwens van mening dat de communicatie naar alle betrokkenen en niet in het minst naar de provincieraadsleden altijd open is gebeurd. Er is helemaal geen sprake van het bewust achterhouden van informatie. 67, 70 Zone D5 Noord wordt omgevormd naar recreatieve woonzone, waar de bouwmogelijkheden onbeperkt in de tijd worden uitgebreid incl. permanent wonen. Zone D5 Zuid wordt omgevormd naar open-ruimte, waar nog tot 2022 nieuwe bebouwing wordt toegelaten. Op Vlaams niveau wordt duidelijk gesteld dat in zone D5 geen bijkomende bebouwing kan worden toegelaten en dat het boskarakter dient bewaard te worden. Ook wat betreft zones D10, D11 en E1 negeert de provincie flagrant de afweging op Vlaams niveau waarbij Vlaanderen klaar en duidelijk stelt dat er voor deze clusters geen bijkomende bebouwing kan voorzien worden. Deze clusters horen dus in fase 1, binnen dit PRUP, niet in fase 2. De herbestemming van zones voor verblijfsrecreatie is een provinciale bevoegdheid. De Vlaamse afweging wordt beschouwd als input / advies voor de provinciale ruimtelijke visie. Het is de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012) die de gedegen en ruimtelijk onderbouwde visie vormt voor voorliggend PRUP. Zones D5 noord, D10, D11 en E1 zijn binnen een woonomgeving en niet midden in een waardevol open-ruimte-gebied gelegen. Vandaar dat deze binnen fase 2 kunnen worden herbestemd naar recreatief woongebied en niet thuis horen binnen fase 1. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het voor zone D5 zuid redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan. Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger 104

105 zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. 67, 70 Zone D5 moet als geheel in fase 1 behandeld worden. Een opsplitsing in D5 Zuid en Noord is op basis van de afweging op Vlaams niveau in het geheel niet aan de orde! Het noordelijk en het zuidelijk deel zijn ruimtelijk goed van elkaar te onderscheiden. Ruimtelijk gaat het in feite om twee zones die elkaar slechts op één punt raken. Een verschil in behandeling is dus ruimtelijk te motiveren en zorgt niet voor een ruimtelijk onsamenhangend gebied. Zone D5 noord is binnen een woonomgeving en niet midden in een waardevol open-ruimte-gebied gelegen. Zone D5 zuid is gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). De zone wordt omsloten door de Grote Eenheid Natuur (GEN) 'Het Bekaf-complex', die tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) behoort. Volgens de biologische waarderingskaart bestaat het grootste gedeelte van het plangebied uit een complex van biologisch minder waardevolle en biologisch waardevolle elementen. Een tweetal percelen zijn biologisch waardevol met daarop een biologisch zeer waardevol element. Daarnaast is er ook nog een perceel met een complex van biologisch minder waardevolle, biologisch waardevolle en biologisch zeer waardevolle elementen. Het plangebied behoort verder volledig tot de relictzone 'Bosgebied NW Stekene'. De herbestemming van zones voor verblijfsrecreatie is een provinciale bevoegdheid. De Vlaamse afweging wordt beschouwd als input / advies voor de provinciale ruimtelijke visie. Het is de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de 105

106 deputatie in mei 2012) die de gedegen en ruimtelijk onderbouwde visie vormt voor voorliggend PRUP. 106

107 Deelplan 3 3, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 60*, 61, 61*, 62, 63, 64, 67, 68, 69, 69*, 70, 71, 71*, 73, 74, 75, 75*, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 93*, 94, 94*, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 100*, 101, 102, 102*, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110 We gaan niet akkoord met de herbestemming binnen fase 1 naar 'zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een beboste omgeving met nabestemming bosgebied'. De zones komen daarentegen in aanmerking voor een herbestemming naar binnen fase 2 naar 'recreatief woongebied' omwille van volgende redenen: - Er staan ook zonevreemde woningen (geregeld in een RUP), zelfs een restaurant met een uitbaatvergunning (geregeld in een RUP: uitbreiding met groot terras en grote speeltuin). Na in werking treden van het PRUP zullen deze niet verdwijnen. In de regularisatievergunning van café Boshoeve, werd de nabestemming (als het café/restaurant ophoudt te bestaan) vastgelegd als "wonen", terwijl dit café ook in ditzelfde (volgens de provincie "waardevol en kwetsbare gebied") gelegen is (gelijkheidsbeginsel). De mobiliteitsoverlast veroorzaakt door bezoekers van café Boshoeve en door dagrecreanten die het bos bezoeken, overstijgt de overlast veroorzaakt door de weekendverblijven in ruime mate. Het ontstaan van de open ruimte is dus een illusie. Daarenboven zouden weekendverblijven gelijk moeten behandeld worden als de zonevreemde woningen en het restaurant. Er bestaat een tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van dit PRUP met betrekking tot permanent wonen en het RUP zonevreemde woningen dat in overdruk ligt. Tevens wordt op deze wijze het gelijkheidsbeginsel geschonden. Sommige bewoners mogen er wonen, andere niet. (3, 61*, 67, 70, 71*, 75*, 89, 93*, 100*, 102*) - Vermits de zonevreemde woningen de verwezenlijking van de open ruimte in de weg staan, lijkt het me dan ook meer aangewezen dat het PRUP alle recreatiewoningen gewoon omvormt tot zonevreemde woningen. Dit zou ervoor zorgen dat het gelijkheidsprincipe van de democratie niet geschonden wordt, dat rechtszekerheid geboden wordt en dat een sociaal bloedbad vermeden kan worden. (3, 69*) - De zones aan de Koestraat vormen geenszins een ongeschonden open gebied. De zones zijn zo goed als volledig bebouwd. Gezien de enorme bezetting van weekendverblijven is er al lang geen sprake meer van open ruimte. Daarenboven zijn de meeste weekendverblijven geregulariseerd of hebben een vermoeden van vergunning. Het gebied is bovendien reeds verkaveld en de nodige infrastructuur aa ngelegd. Het gaat om een versnipperd gebied. De nabestemming bosgebied is geenszins afdoende te verantwoorden in lijn met de beleidslijn om de ongeschonden zones te herbestemmen. Bovendien worden er voor nog onbebouwde percelen bouwmogelijkheden voorzien tot (14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 107

108 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - Het PRUP voorziet in het behoud van de camping die eveneens in de onmiddellijke omgeving van het Stropersbos gelegen is. (14, 64) - De zones maken geen deel uit van het Domeinbos Stropersbos. (14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - De zeer drukke N49/E34 autosnelweg ten zuiden en de gewestweg N403 ten westen doorsnijdt het ganse Stropersgebied en laat zijn geluidsoverlast door gans het Stropersbos horen. Er lopen militaire vluchtlijnen voor de luchtvaart over dit gebied. (14, 61*, 64, 67, 70, 75*, 89, 93*) - Zones F2, F4, F5 en F6 hebben geen bijzondere natuurwaarde want ze maken geen deel uit van ruimtelijk kwetsbaar gebied (gebied voor verblijfsrecreatie op het gewestplan), Bosreservaat, GNBS (verweving/militair/natuur), Natuurreservaat, VEN, Habitatrichtlijngebied, Ramsar gebied, Vogelrichtlijngebied, Ecologisch impulsgebied, Regionaal landschap en Weidevogelgebied. De zones bevinden zich in niet-prioritair kwetsbaar gebied, namelijk zone 1A (verbindingsbebied), met weegfactor 1. (14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - Anders dan het RUP beoogde, heeft de vooropgestelde nabestemming bosgebied niet gezorgd voor bijkomend open ruimte gebied, maar wel voor een snellere bebouwing van de betrokken clusters. Op die manier is de visie voor deze clusters (in de mate dat er al sprake zou zijn van open gebieden in deze clusters) volledig voorbijgestreefd. (14, 64) - De zones sluiten aan bij een cluster van zonevreemde woningen die in de Koestraat is gelegen. Als men dan kijkt naar de bestaande reguliere bewoning in de Koestraat, dan sluiten de weekendverblijven van de zones F4 en F5 aan bij de woonkorrel Koestraat (op minder dan 50m) tussen de bestaande zone-vreemde en zone-eigen woningen. (14, 64, 67, 70, 89, 100*, 102*) - De Koestraat en Kolshoekstraat zijn volwaardig uitgeruste en officiële gemeentewegen, voorzien van alle nutsvoorzieningen. Er is ook een bushalte van De Lijn midden in de Koestraat. In het zoneringsplan is de aanleg van een riolering voorzien. Bepaalde zones zonder riolering krijgen wel permanent woonrecht. (14, 60*, 61*, 64, 67, 70, 71*, 89, 93*, 94*) - De concrete beoordeling komt weinig consequent over: (nagenoeg) identieke ruimtelijke situaties worden niet (altijd) op dezelfde manier behandeld / verantwoord. De zones E1, E2, D10 en D11, die wel naar recreatief woongebied worden herbestemd, hebben een relatief beperkt aantal percelen dat bebouwd is met een kwalitatief weekendverblijf, zijn gelegen aan onverharde wegen die niet voldoende breed zijn en zijn niet gelegen in een woonkorrel of vlakbij een woonomgeving / woonkern. (14, 64) - De weekendverblijven binnen zones F4 en F5 komen in aanmerking voor permanente bewoning omdat ze wel degelijk uitgerust zijn voor permanente bewoning. Ook de 108

109 verkavelingsvergunningen spreken van woonverblijf en woonverblijfconstructie, en de ruime bouwmogelijkheden groter dan 300 m³ werken dit mee in de hand. Sommige notariële aktes gebruiken de term 'woning'. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - In andere provincies wordt een voor iedereen aanvaardbare oplossing geboden. Er is een ernstige inbreuk op het gelijkheidsbeginsel. Voor cluster Vijverbos (PRUP West-Vlaanderen) enerzijds en de zones F4 en F5 anderzijds, geldt er een verschillende benadering om een oplossing te zoeken, terwijl de randvoorwaarden dezelfde zijn. Voor cluster Vijverbos wordt er aangedrongen op een oplossing voor het probleem van de permanente bewoning. Voor zones F4 en F5 wordt permanente bewoning op voorhand uitgesloten. Eenzelfde gebied wordt dus in gelijkaardige omstandigheden op een verschillende manier behandeld. De cluster Vijverbos is een cluster van weekendverblijven die juridisch en planologisch volledig vergelijkbaar is met de zones F4 en F5) van de Koestraat in Stekene. Op sommige punten scoort deze cluster zelfs slechter wat betreft ecokwetsbaarheid en uitzicht als woonkorrel. De provincie West-Vlaanderen vindt het op basis van categorie 2a toch relevant om voor cluster Vijverbos wel de mogelijkheid te onderzoeken om permanente bewoning te onderzoeken op basis van het provinciaal beleidskader, terwijl de provincie Oost-Vlaanderen binnen diezelfde categorie het bestendigen van permanent wonen niet wenselijk acht voor zones F4 en F5 en dus ook het provinciaal beleidskader niet in overweging neemt. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 71*, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - Gelet op het feit dat zone D5 noord enerzijds, en zones F4 en F5 anderzijds, gelegen zijn in een gelijkwaardig eco-kwetsbaar gebied en omgeving (alle in de nabijheid van een ecologisch waardevol boscomplex), gelet op het feit dat zones F4 en F5 beter scoren op visuele criteria en grootte van de cluster om permanente bewoning te bestendigen, gelet op het feit dat voor zone D5 noord een omvorming mogelijk wordt gemaakt naar recreatieve woonzone en dat dit voor zones F4 en F5 uitgesloten wordt, wordt op basis van het gelijkheidsbeginsel bezwaar aangetekend. Zones F4 en F5 dienen daarom gelijk behandeld te worden en ook omgevormd te worden tot recreatieve woonzone. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - Zone E5 is in alle opzichten vergelijkbaar met zones F4 en F5 en scoort zelfs op visuele criteria en grootte van de cluster slechter op vlak van overweging om permanente bewoning te bestendigen. Toch wordt zone E5 herbestemd naar recreatieve woonzone en zones F4 en F5 niet. Hiertegen wordt op basis van het gelijkheidsbeginsel bezwaar aangetekend en gesteld dat op basis van objectieve criteria zones F4 en F5 gelijkwaardig dienen beoordeeld te worden als zone E5. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) 109

110 - Het is opmerkelijk dat er binnen eenzelfde gebied zonevreemde woningen voorkomen (cf. gemeentelijk RUP), maar de -eveneens vergunde weekendverblijven zouden bij permanente bewoning de ruimtelijke draagkracht overschrijden. Deze aanname is dan ook niet verdedigbaar. (15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33, 34, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49, 53, 54, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 67, 68, 69, 70, 71, 71*, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110) - Een overgroot deel van zowel de weekend- als de permanent bewoonde verblijven, zijn ofwel vergund of komen in aanmerking om opgenomen te worden in het vergunningenregister van de gemeente. (36, 37, 38, 60*, 61*, 93*, 94*) - De zones zijn gelegen buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied. (67, 70) - Er is een goede bestaande woonkwaliteit en grote aanwezigheid van permanent bewoonde verblijven. (67, 70) - Er is ter hoogte van de Boshoeve al permanente bewoning te zien op de Ferrariskaart. (67, 70) - De zone 'Berlare: Kouter' wordt wel herbestemd naar recreatief woongebied, terwijl de ruimtelijke situatie hier gelijk is aan die van zones F4 en F5. Bovendien kreeg deze cluster op Vlaams niveau ook de zelfde categorisering 2a mee. (67, 70, 89) - Nu wonen we hier in een rustige, groene omgeving. Hoe kunnen we zo een woonvoordeel zomaar achter laten? (100*, 102*) Volgens de uitgangsprincipes voor de aanpak van de problematiek van de weekendverblijven, goedgekeurd door de provincieraad in mei 2012, wenst de Provincie Oost-Vlaanderen te komen tot duidelijkheid en zodoende de piste van de zonering 'verblijfsrecreatie' principieel te verlaten. Het voorkomen van een verdere toename van permanente bewoning hangt feitelijk samen met het voorkomen van het tot stand komen van nieuwe weekendverblijven of het uitbreiden van bestaande 'echte' weekendverblijven (caravans, kleinschalige bungalows) tot de wettelijke norm zoals voorzien in de gewestelijke en provinciale verordening. Belangrijk hierbij is dat niet alleen een oplossing dient gezocht te worden voor de bestaande clusters weekendverblijven, maar ook algemeen over alle zones voor verblijfsrecreatie, gezien het reële gevaar dat deze op korte termijn kunnen bebouwd en aldus bewoond kunnen worden. Een visie op deze zones is noodzakelijk om geen ongewenste verschuiving van de problematiek te verkrijgen. Voor de huidige zones voor verblijfsrecreatie zijn er volgens de uitgangsprincipes drie toekomstige typebestemmingen mogelijk: recreatief woongebied, een open-ruimte-bestemming of een typisch toeristische bestemming (zone voor openluchtrecreatieve terreinen). Een omvorming van de weekendverblijven in zones F2, F3, F4, F5 en F6 naar zonevreemde woningen zou feitelijk neerkomen op een omvorming naar recreatief woongebied. Een omvorming naar een bepaalde vorm van woongebied is echter vanuit ruimtelijk standpunt niet verdedigbaar. Voor de zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat het plangebied gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. 110

111 Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 worden omsloten door de Grote Eenheid Natuur (GEN) 'De Stropers', die tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) behoort. Verder worden de zones omgeven door delen van het habitatrichtlijngebied 'Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel'. Een deel van het plangebied is zelfs binnen dit habitatrichtlijngebied gelegen. Ook werden de zones omgeven door het beschermd landschap 'De Stropers en De Linie' (betreffend beschermingsbesluit werd echter vernietigd bij arrest van de Raad van State). Volgens de biologische waarderingskaart zijn er binnen het plangebied een biologisch zeer waardevol perceel, meerdere biologisch waardevolle percelen en heel wat percelen met een complex van biologisch minder waardevolle en biogisch waardevolle elementen aanwezig. De zones behoren alle tot de relictzone 'Stropersbos Stekene'. Bovendien behoren drie van de vijf zones volledig en één voor een stukje tot de ankerplaats 'Stropersbos'. De zones F2, F3, F4, F5 en F6 liggen dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en zijn niet binnen woonomgeving gelegen. Het PRUP zal ervoor zorgen dat de open ruimte op termijn nog wordt versterkt. De aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak doen hieraan geen afbreuk. De zones samen vormen geen bestaande juridische woonomgeving omdat de permanente woonfunctie binnen zones voor verblijfsrecreatie stedenbouwkundig nooit is toegelaten. Ook de aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak vormen geen bestaande woonomgeving. Er is nergens aansluiting met juridisch woongebied. De aanwezigheid van de E34 met reservatiestrook ten zuiden van het gebied, de gewestweg N403 ten westen van het gebied en militaire vluchtlijnen doen geen afbreuk aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied zelf. De algemene beleidsaanpak stelt dat in de eerste fase ook PRUP's worden opgemaakt voor die zones waarvoor geen discussie kan bestaan over de herbestemming naar open ruimte. Het gaat in de eerste fase dus niet enkel over nog niet-bebouwde zones. Over de zones F2, F3, F4, F5 en F6 bestaat geen discussie omwille van de ruimtelijke ligging (zie hierboven). De visie is hier niet voorbijgestreefd louter omwille van het feit dat de zones al grotendeels bebouwd zijn. Het PRUP heeft als bedoeling om duidelijk te maken dat permanente bewoning hier ook in de toekomst verboden blijft. Bovendien is het de bedoeling van het PRUP dat de aanwezige bebouwing op lange termijn verdwijnt. Hierdoor zal de ruimtelijke en ecologische impact opnieuw verkleinen. Omwille van de onduidelijkheid die al zeer geruime tijd omtrent de weekendverblijven heerst, acht de PROCORO het redelijk niet onmiddellijk tot een herbestemming en absolute bouwstop over te gaan maar een overgangsperiode te voorzien tot 1 januari Het voorziene gefaseerde uitdoofbeleid laat personen die op vandaag bouwmogelijkheden hebben toe deze voor een beperkte periode nog uit te oefenen. Zodoende worden zij niet in hun rechten geraakt en krijgen zij dezelfde mogelijkheden als die personen die in het verleden al een gok gewaagd hebben. Daarenboven kunnen eventuele stedenbouwkundige overtredingen aan bestaande weekendverblijven binnen de overgangsperiode nog worden rechtgezet. Sowieso wordt vastgesteld dat de loten die op vandaag onmiddellijk bebouwbaar zijn langs een voldoende uitgeruste weg moeten liggen en zich derhalve veelal in reeds grotendeels ontwikkeld of versnipperd gebied bevinden. Enige bijkomende bebouwing zal dan ook geen grote ruimtelijke impact hebben. Bovendien is het zo dat de voorschriften in het PRUP een stuk strenger 111

112 zijn dan de vigerende verkavelingsvoorschriften, waardoor de ruimtelijke impact van een (op)nieuw gebouwd weekendverblijf en de kans op permanente bewoning klein zijn. Zo is er een beperking van één verblijf per perceel en een verbod op verkavelen. Verder mag nooit meer dan de helft van het perceel ontbost worden, is er een maximale grondoppervlakte van 60 m² en een maximaal volume van 200 m³, kan er enkel een gelijkvloerse verdieping zijn, dient een bijgebouw bouwfysisch verbonden te zijn met het hoofdgebouw, dient een K-peil van max. 30 behaald te worden, bedraagt de totale verharde oppervlakte max. 100 m², mag max. 1 autostaanplaats van max. 15 m² in waterdoorlatend materiaal worden voorzien, zijn zwembaden, zwemvijvers, tuinconstructies en tuinverlichting verboden, bedraagt de kroonlijsthoogte max. 3 m en de nokhoogte max. 5 m, moet het verblijf zoveel als mogelijk in hout worden opgetrokken, moet een groendak voorzien worden, moet het verblijf uitgevoerd worden in natuurlijke, donkere materialen, moet het hemelwater op eigen terrein vastgehouden worden en mag er geen vervuild water in het oppervlaktewater geloosd worden. De PROCORO stelt vast dat ook voor de camping wordt voorzien in een nabestemming bosgebied. Er is dus geen verschil in behandeling met de zones die met weekendverblijven zijn bebouwd. Zones F2, F3, F4, F5 en F6 maken morfologisch-ruimtelijk weldegelijk deel uit van het Stropersboscomplex. Bezwaarschrijvers geven alleen maar aan dat ze momenteel niet gelegen zijn binnen het domeinbos Stropersbos van het Agentschap voor Natuur en Bos. Uiteraard maken de zones voor verblijfsrecreatie op vandaag geen deel uit van dit domeinbos, omdat ze noch in eigendom noch in beheer van ANB zijn. De visie gaat uit van de ruimtelijke context, niet van een huidige eigendom- of beheerstructuur. De zones D5 noord, D10, D11, E1, E2 en E5 liggen wel binnen een bestaande woonomgeving. Dat is het grote ruimtelijke verschil met de zones F2, F3, F4, F5 en F6. De zones D5 noord, D10, D11, E1, E2 en E5 enerzijds en de zones F2, F3, F4, F5 en F6 anderzijds, bevinden zich dus niet in een gelijke (ruimtelijke) situatie. Een verschil in behandeling is dan ook objectief te motiveren. Er kan dan ook geen sprake zijn van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari

113 Het Vlaams gewest was van oordeel dat, volgens het principe van de subsidiariteit, het provinciale niveau het meest geschikte niveau is om de problematiek van de weekendverblijven aan te pakken. In die zin is het niet abnormaal dat er verschillen in aanpak en inhoudeijke verschillen tussen de provincies onderling bestaan. Zolang gelijke (ruimtelijke) situaties binnen de provincie Oost- Vlaanderen zelf op een zelfde manier worden behandeld (en de PROCORO is van mening dat dat het geval is), is er dus geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel. De PROCORO is trouwens ook van mening dat de inhoudelijke verschillen tussen de provincies onderling niet erg groot zijn. Wel is het zo dat de aanpak binnen de provincie Oost-Vlaanderen in haar totaliteit moet bekeken worden. Voorliggend PRUP herbestemt zones (op termijn) naar een open-ruimtebestemming. Dit kan verkeerdelijk de indruk wekken dat de Provincie Oost-Vlaanderen enkel herbestemmingen naar open ruimte doorvoert. In de tweede fase zullen echter ook herbestemmingen naar recreatief woongebied (waar permanente bewoning wel mogelijk is) doorgevoerd worden. Wat het concrete voorbeeld van het PRUP 'Vijverbos' in Zonnebeke betreft, wil de PROCORO nog toevoegen dat volgens de visie op Vlaams niveau een bestendiging van de permanente woonfunctie op deze locatie niet wenselijk was. In tegenstelling tot wat bezwaarschrijvers stellen, is voor de zones F2, F3, F4, F5 en F6 wel het provinciaal beleidskader toegepast. De afweging op Vlaams niveau werd hierbij enkel als input / advies gebruikt. Zonevreemde (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) woningen kunnen als woning behouden blijven, omdat de (permanente) woonfunctie er stedenbouwkundig steeds toegelaten is. Dit is een cruciaal verschil met weekendverblijven: hier is de permanente woonfunctie stedenbouwkundig nooit toegelaten geweest. Ook de verkavelingsvergunningen zijn alle afgeleverd voor de oprichting van recreatieve verblijven. Er is dus op dit punt geen schending van het gelijkheidsbeginsel, want het gaat niet om gelijke situaties. Verder is het aantal zonevreemde woningen niet van die aard dat er een gevaar is op het overschrijden van de ruimtelijke draagkracht. Permanente bewoning toelaten in alle weekendverblijven in de zones F2, F3, F4, F5 en F6 zou daarentegen wel een overschrijding van de ruimtelijke draagkracht teweeg brengen. Ook de horecazaak 'Boshoeve' zorgt niet voor een overschrijden van de ruimtelijke draagkracht, temeer omdat via het gemeentelijk RUP'Lokale recreatieve knooppunten' oplossingen werden geboden voor o.a. de parkeerproblematiek. Dat de zones op vandaag grotendeels ontwikkeld zijn en een hoog percentage aan permanente bewoning kennen (die trouwens voor het overgrote gedeelte illegaal is), betekent nog niet dat een omzetting naar recreatief woongebied te verantwoorden is. Ten eerste is de ruimtelijke impact van permanente bewoning groter dan die van weekendverblijven. Weekendverblijven kunnen kleiner zijn in volume en oppervlakte, kunnen een lager uitrustingsniveau hebben, de wegen die ernaar toe lopen hoeven niet verhard te zijn, Een belangrijk element is ook dat er niet permanent personen aanwezig zijn, waardoor er minder energie verbruikt wordt en de mobiliteitsimpact kleiner is. Ten tweede is het juist de bedoeling dat op lange termijn heel wat bebouwing zal verdwijnen (o.a. door verkrotting), waardoor de ruimtelijke impact gevoelig zal verkleinen. Uiteraard gaat het om zones voor verblijfsrecreatie op het gewestplan. Op vandaag gaat het dan ook niet over ruimtelijk kwetsbaar gebied, hoewel de zones midden in een waardevolle open-ruimteomgeving gelegen zijn. Vandaar ook de herbestemming (op termijn) naar ruimtelijk kwetsbaar gebied (bosgebied). 113

114 Wat de vergelijking met de zone 'Kouter' in Berlare betreft: deze zone maakt ruimtelijk-morfologisch geen deel uit van een waardevol open-ruimte-gebied. Enkel het Donkmeer zelf en haar oevers behoren hiertoe. De zone 'Kouter' maakt integendeel ruimtelijk-morfologisch deel uit van de woonkern 'Donk' en is dus binnen woonomgeving gelegen. Zoals hierboven gesteld, is dat niet het geval voor de zones F2, F3, F4, F5 en F6. Het gaat hier dus oververschillende ruimtelijke situaties. Er is geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel. 3, 69* Men maakt een onderscheid tussen de bouwvergunning van een zonevreemde woning en deze van een recreatiewoning. Na het PRUP is de vergunning van een recreatiewoning niets meer waard en deze van een zonevreemde woning blijft in orde.dit is fundamenteel oneerlijk want het gaat in beide gevallen om legaal verkregen vergunningen. Het lijkt me dan ook fundamenteel oneerlijk dat mijn gebuur, in zijn zonevreemde woning,mag blijven wonen terwijl mijn recreatiewoning die slechts op enkele meters afstand staat van de woning van mijn gebuur moet verdwijnen. Dit creëert ongelijkheid en is onaanvaardbaar in een democratie. Zonevreemde (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) woningen kunnen als woning behouden blijven, omdat de (permanente) woonfunctie er stedenbouwkundig steeds toegelaten is. Dit is een cruciaal verschil met weekendverblijven: hier is de permanente woonfunctie stedenbouwkundig nooit toegelaten geweest. Er is dus op dit punt geen schending van het gelijkheidsbeginsel, want het gaat niet om gelijke situaties. Daarenboven is de vergunning van een weekendverblijf wel nog iets waard en moet een weekendverblijf niet verdwijnen. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het 114

115 moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Het is echter zo dat dit op vandaag ook al het geval is binnen de gewestplanbestemming 'zone voor verblijfsrecreatie', zodat hier geen sprake lijkt te zijn van een waardevermindering. 54*, 88*, 95* Het is erg onbegrijpelijk dat de woonhuizen in eenzelfde cluster wel als zonevreemd worden ingekleurd, ook na De logica gebiedt om na 2022 de weekendverblijven in bosgebied in het PRUP eerder als zonevreemd in te kleuren dan een officieel woonhuis, aangezien een weekendhuis sterker aanleunt bij bos en recreatie! De mensen met een weekendverblijf worden hier zeer nadelig behandeld t.o.v. deze met een woonhuis en dit in dezelfde cluster. Gelieve hier de logica te hanteren. De woonhuizen worden niet zonevreemd 'ingekleurd'. Het gemeentelijk RUP Zonevreemde woningen voorziet in een overdruk op het gewestplan met voorschriften voor zonevreemde woningen. De gewestplanbestemming blijft hier echter behouden en is ook bepalend voor de mogelijkheden van de zonevreemde woningen. Deze woningen blijven dus zonevreemd, net als bestaande weekendverblijven door het PRUP ook zonevreemd worden vanaf 1 januari Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari

116 67, 70 We stellen voor om, naar analogie met het PRUP voor de cluster Vijverbos in Zonnebeke volgend voorschrift te voorzien: "Permanente bewoners van recreatieverblijven, die vergund zijn opgetrokken binnen recreatiezone, die reeds permanent bewoond werden vóór 1 september 2008, die geschikt zijn voor bewoning volgens de criteria bepaald in de Vlaamse wooncode, en die door uitvoering van een RUP zonevreemd binnen een open-ruimte/kwetsbaar gebied komen te liggen, krijgen de mogelijkheid om een functiewijziging aan te vragen naar zone-vreemde woning, binnen een periode van 1 jaar na inwerking treden van het RUP. De zonevreemde basisrechten worden daardoor van toepassing." Een herbestemming naar bosgebied met een omvorming van de bestaande weekendverbijven naar zonevreemde woningen betekent de facto een herbestemming naar recreatief woongebied. Permanente bewoning is binnen de zones F2, F3, F4, F5 en F6 vanuit ruimtelijk oogpunt echter niet mogelijk. Voor de zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat het plangebied gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 worden omsloten door de Grote Eenheid Natuur (GEN) 'De Stropers', die tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) behoort. Verder worden de zones omgeven door delen van het habitatrichtlijngebied 'Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel'. Een deel van het plangebied is zelfs binnen dit habitatrichtlijngebied gelegen. Ook werden de zones omgeven door het beschermd landschap 'De Stropers en De Linie' (betreffend beschermingsbesluit werd echter vernietigd bij arrest van de Raad van State). Volgens de biologische waarderingskaart zijn er binnen het plangebied een biologisch zeer waardevol perceel, meerdere biologisch waardevolle percelen en heel wat percelen met een complex van biologisch minder waardevolle en biogisch waardevolle elementen aanwezig. De zones behoren alle tot de relictzone 'Stropersbos Stekene'. Bovendien behoren drie van de vijf zones volledig en één voor een stukje tot de ankerplaats 'Stropersbos'. De zones F2, F3, F4, F5 en F6 liggen dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en zijn niet binnen woonomgeving gelegen. Het PRUP zal ervoor zorgen dat de open ruimte op termijn nog wordt versterkt. De aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een 116

117 (historisch al heel lang bestaande) horecazaak doen hieraan geen afbreuk. De zones samen vormen geen bestaande juridische woonomgeving omdat de permanente woonfunctie binnen zones voor verblijfsrecreatie stedenbouwkundig nooit is toegelaten. Ook de aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak vormen geen bestaande woonomgeving. Er is nergens aansluiting met juridisch woongebied. De aanwezigheid van de E34 met reservatiestrook ten zuiden van het gebied doet geen afbreuk aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied zelf. 67, 70, 89 Het is onaanvaardbaar dat men de term geen discussie gebruikt in een besluitvorming met zo n grote impact op 1000-den bewoners. Elke beslissing van zo n omvang moet ondersteund worden met objectieve argumenten en geen discussie sluit elke vorm van argumenteren uit. De term geen discussie kan dus enkel geïnterpreteerd worden als zou de beslissing op voorhand al genomen zijn op Vlaams niveau, dit terwijl de Vlaamse overheid nu net de provincie heeft belast met het uitwerken van een oplossing voor het probleem van de weekendverblijven en de daarmee samenhangende permanente bewoning. De Vlaamse overheid delegeert de problematiek naar provinciaal niveau. De provincie stelt in haar visienota dat de beslissing al genomen is op Vlaams niveau, zonder dat er discussie kan bestaan. Er kan echter wel discussie zijn omdat in de Vlaamse afweging de clusters aan de Koestraat zijn ondergebracht in categorie 2. Vlaanderen stelt dat er wel een afweging kan gebeuren. Met de bewoording 'geen discussie' wil de provincie aangeven dat het vanuit de ruimtelijke context alleen maar mogelijk is dat de zones F2, F3, F4, F5 en F6 worden omgezet naar een open-ruimtebestemming. Deze beslissing wordt wel degelijk ondersteund door objectieve elementen. Voor de zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat het plangebied gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimte-gebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 worden omsloten door de Grote Eenheid Natuur (GEN) 'De Stropers', die tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) behoort. Verder worden de zones omgeven door delen van het habitatrichtlijngebied 'Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel'. Een deel van het plangebied is zelfs binnen 117

118 dit habitatrichtlijngebied gelegen. Ook werden de zones omgeven door het beschermd landschap 'De Stropers en De Linie' (betreffend beschermingsbesluit werd echter vernietigd bij arrest van de Raad van State). Volgens de biologische waarderingskaart zijn er binnen het plangebied een biologisch zeer waardevol perceel, meerdere biologisch waardevolle percelen en heel wat percelen met een complex van biologisch minder waardevolle en biogisch waardevolle elementen aanwezig. De zones behoren alle tot de relictzone 'Stropersbos Stekene'. Bovendien behoren drie van de vijf zones volledig en één voor een stukje tot de ankerplaats 'Stropersbos'. De zones F2, F3, F4, F5 en F6 liggen dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en zijn niet binnen woonomgeving gelegen. Het PRUP zal ervoor zorgen dat de open ruimte op termijn nog wordt versterkt. De aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak doen hieraan geen afbreuk. De zones samen vormen geen bestaande juridische woonomgeving omdat de permanente woonfunctie binnen zones voor verblijfsrecreatie stedenbouwkundig nooit is toegelaten. Ook de aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak vormen geen bestaande woonomgeving. Er is nergens aansluiting met juridisch woongebied. De aanwezigheid van de E34 met reservatiestrook ten zuiden van het gebied doet geen afbreuk aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied zelf. Deze beslissing wordt wel degelijk ook op provinciaal niveau, in de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' en in de toelichtingsnota van voorliggend PRUP, gemotiveerd. Op Vlaams niveau werd hierin geen beslissing genomen. De afwegingen van het Vlaamse niveau gaven enkel een input / advies voor de uiteindelijke provinciale visie. Verder wijst de PROCORO er op dat bezwaarschrijvers de Vlaamse afweging en de provinciale aanpak verwarren. Ook al is een verdere afweging volgens de Vlaamse afweging mogelijk (categorie 2), kan het zijn dat er vanuit het provinciale kader geen discussie kan bestaan omwille van de ligging in een waardevol open-ruimte-gebied. Advies PROCORO 59 De Vlaamse overheid heeft beslist om zones F4 en F5 prioritair om te vormen naar een open-ruimte bestemming in fase. Er wordt echter niet meegedeeld in welke categorie clusters B4 en B5 op Vlaams niveau werden ingedeeld (1, 2a, 2b, 3a, 3b). Het ontbreekt hier verder aan duidelijke meetbare weegfactoren. De beslissingstabel wordt niet meegedeeld. Bezwaar wordt aangetekend tegen deze ontransparante werkwijze. 118

119 De opmerking heeft betrekking op de afweging die het Vlaamse niveau voor de verschillende clusters van weekendverblijven heeft gemaakt. De opmerking heeft dus geen betrekking op voorliggend PRUP of de provinciale visie zelf. De PROCORO is trouwens van mening dat deze afweging op Vlaams niveau wel voldoende onderbouwd werd en duidelijk uitging van de bestaande ruimtelijke context van de verschillende clusters van weekendverblijven. In elk geval is de provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' (goedgekeurd door de deputatie in mei 2012), waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is, wel goed onderbouwd. De afwegingen van het Vlaamse niveau gaven enkel een input / advies voor de uiteindelijke provinciale visie. Verder wijst de PROCORO op het feit dat op haar vraag in de toelichtingsnota van het PRUP de Vlaamse categorisering van de clusters weldegelijk werd opgenomen. Advies PROCORO 67, 70, 89 Voor wat betreft de zones gelegen in het gebied Stropers, heeft men de normale argumentatie opzij geschoven om plaats te maken voor een wat men noemt gebiedsgerichte benadering. Men stelt dus dat het bosgebied Stropers deel uitmaakt van de bosstructuur op Vlaams niveau, daarom is het aangewezen om herbestemming van onbebouwde delen van het recreatiegebied door te voeren. Gezien de zones F4 en F5 hoofdzakelijk volgebouwd zijn, kan men niet spreken van onbebouwd. Dit argument houdt dus geen steek. Gezien zones F4 en F5 hoofdzakelijk bebouwd zijn en aangezien ze niet gelegen zijn binnen de grenzen van het Stroperscomplex, moet fundamenteel bezwaar worden aangetekend tegen de ganse redenering. Met als gevolg dat de normale redenering (provinciaal beleidskader) die de provincie aanhaalt dient gevolgd te worden om deze zones te beoordelen. Er is niet zoiets als een normale argumentatie en een gebiedsgerichte benadering. Overal werd dezelfde logica gevolgd. Voor de zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 werd gekozen voor de (na)bestemming 'bosgebied' (een open-ruimte-bestemming) omdat het plangebied gelegen is in een gebied met grote landschappelijke en natuurlijke waarde (midden in waardevol open-ruimtegebied). Het was een beleidsmatige keuze om bij de visievorming ruimtelijke argumenten de doorslag te laten geven. Hierbij zijn hoofdzakelijk het al dan niet gelegen zijn binnen een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn midden in waardevol open-ruimte-gebied van belang. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. De zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 worden omsloten door de Grote Eenheid Natuur (GEN) 'De Stropers', die tot het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) behoort. Verder worden de zones 119

120 omgeven door delen van het habitatrichtlijngebied 'Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel'. Een deel van het plangebied is zelfs binnen dit habitatrichtlijngebied gelegen. Ook werden de zones omgeven door het beschermd landschap 'De Stropers en De Linie' (betreffend beschermingsbesluit werd echter vernietigd bij arrest van de Raad van State). Volgens de biologische waarderingskaart zijn er binnen het plangebied een biologisch zeer waardevol perceel, meerdere biologisch waardevolle percelen en heel wat percelen met een complex van biologisch minder waardevolle en biogisch waardevolle elementen aanwezig. De zones behoren alle tot de relictzone 'Stropersbos Stekene'. Bovendien behoren drie van de vijf zones volledig en één voor een stukje tot de ankerplaats 'Stropersbos'. De zones F2, F3, F4, F5 en F6 liggen dus weldegelijk midden in een waardevol open-ruimte-gebied en zijn niet binnen woonomgeving gelegen. Het PRUP zal ervoor zorgen dat de open ruimte op termijn nog wordt versterkt. De aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak doen hieraan geen afbreuk. De zones samen vormen geen bestaande juridische woonomgeving omdat de permanente woonfunctie binnen zones voor verblijfsrecreatie stedenbouwkundig nooit is toegelaten. Ook de aanwezigheid van een aantal solitaire zonevreemde woningen en een (historisch al heel lang bestaande) horecazaak vormen geen bestaande woonomgeving. Er is nergens aansluiting met juridisch woongebied. De aanwezigheid van de E34 met reservatiestrook ten zuiden van het gebied doet geen afbreuk aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied zelf. Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Advies PROCORO 67,

121 Er wordt beweerd dat weekendverblijven moeilijk te verantwoorden zijn binnen deze visie. Nochtans werd de omgeving er ooit anders beoordeeld op vlak van ruimtelijke ordening. Het gebied werd destijds beoordeeld als zone voor verblijfsrecreatie en bijgevolg als niet-kwetsbaar. Vervolgens werden verkavelingsplannen opgemaakt en verkavelingsvergunningen verleend in 1987 voor de zones F4 en F5 met ruime bouwmogelijkheden. Daarop werden 10-tallen bouwvergunningen uitgereikt en werden vooral in de loop van de jaren 80 en tallen weekendverblijven gebouwd. De inkleuring van de gewestplannen dateert al van de jaren Het is niet onlogisch dat in de loop van de jaren nieuwe behoeften en nieuwe inzichten ontstaan. De PROCORO is van mening dat er op vandaag geen behoefte meer is aan het aansnijden van nieuwe zones voor weekendverblijven. Het bestaande aanbod aan (nu vaak permanent bewoonde) weekendverblijven volstaat ruimschoots om de toekomstige recreatieve behoefte (toeristisch gebruik en gebruik als tweede verblijf) op te vangen. Verder is het zo dat bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd worden als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Advies PROCORO 67, 70, 89 Op verschillende plaatsen in het visiedocument wordt m.b.t. de zones F4 en F5 inconsistent omgesprongen met de termen grenst aan en midden in al naargelang het de planologen best uitkomt. Er wordt niet betwist dat het Stroperscomplex een waardevol natuurgebied is, maar er 121

122 wordt wel betwist dat zones F4 en F5 er deel van zouden uitmaken. Zones F4 en F5 zijn aangrenzend aan dit waardevol natuurgebied, maar liggen er niet midden in. Zones F2, F3, F4, F5 en F6 maken morfologisch-ruimtelijk weldegelijk deel uit van het Stropersboscomplex. Bezwaarschrijvers geven alleen maar aan dat ze momenteel niet gelegen zijn binnen het domeinbos Stropersbos van het Agentschap voor Natuur en Bos. Uiteraard maken de zones voor verblijfsrecreatie op vandaag geen deel uit van dit domeinbos, omdat ze noch in eigendom noch in beheer van ANB zijn. De visie gaat uit van de ruimtelijke context, niet van een huidige eigendom- of beheerstructuur. De PROCORO is van oordeel dat niet inconsistent met de termen "grenst aan" en "midden in" wordt omgesprongen. De visie stelt dat zones die "midden in" een waardevol open-ruimte-gebied gelegen zijn, in de eerste fase worden omgezet naar een open-ruimte-bestemming. Er wordt in deze context niet gesproken over "grenst aan". 67, 70, 89 Men wil doen geloven dat doordat de zones F4 en F5 naast habitatrichtlijngebied en VEN-gebied liggen, ze er ook de eigenschappen en wettelijke bepalingen van erven. Dat zou hetzelfde zijn als stellen dat een bouwgrond die naast landbouwgrond ligt, er de eigenschappen en wettelijke bepalingen van erft. Het feit dat er inkleuringen zijn op het gewestplan houdt impliciet in dat gebieden met contrasterende kleuren zeer dikwijls naast mekaar zullen liggen. Nergens wordt gesteld dat zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 op vandaag de eigenschappen en wettelijke bepalingen van habitatrichtlijngebied en VEN-gebied hebben, op een gedeelte van zone F5 na, dat behoort tot een habitatrichtlijngebied. Er wordt enkel vanuit de ruimtelijke context geredeneerd. Zones F2, F3, F4, F5 en F6 maken morfologisch-ruimtelijk weldegelijk deel uit van het Stropersboscomplex. Advies PROCORO 122

123 67, 70, 89 Zones F4 en F5 dienen samen als één grote cluster beoordeeld te worden, omdat ze op minder dan 100 m van elkaar gelegen zijn. Dit maakt een verschil bij het beoordelen van criteria zoals grootte in absoluut aantal en aantal permanent bewoonde weekendverblijven. De zones F2, F3, F4, F5 en F6 zijn onderling ruimtelijk van elkaar gescheiden, simpelweg omdat er andere bestemmingszones (natuur- en bosgebied) tussen gelegen zijn. De PROCORO deelt trouwens de mening van bezwaarschrijvers niet wanneer zij stellen dat het beschouwen van de verschillende zones als één grote cluster een andere visie op de zones voor verblijfsrecreatie met zich zal meebrengen. De toekomstige bestemming van de zones voor verblijfsrecreatie werd bepaald op basis van een gebiedsgerichte ruimtelijke visie. Het zijn dus hoofdzakelijke ruimtelijke argumenten die de doorslag gaven bij het kiezen van een toekomstige bestemming. De belangrijkste elementen hierbij zijn het al dan niet aansluiten van de betreffende zone bij een woonomgeving en het al dan niet gelegen zijn van de betreffende zone midden in een waardevolle open-ruimte-omgeving. Het bestaande uitrustingenniveau, de interne en externe ontsluiting, de aanwezigheid van permanente bewoning en de woonkwaliteit waren bij de visievorming van secundair belang. Advies PROCORO 67, 70 Zone F6 wordt slechts gedeeltelijk opgenomen in het PRUP. Het aantal weekendverblijven in de volledige zone F6 (ook ten zuiden van de Kolshoekstraat en ten zuiden van de E34) ligt 690% hoger dan het aantal gemeld in de toelichtingsnota! Deze cluster is dusdanig groot dat een volledig nieuwe visie moet opgebouwd worden. Ook de menselijke impact door het verbod op permanente bewoning (3 volgens de telling in de visienota) wordt schromelijk onderschat. Naar schatting zijn er honderden permanent bewoond. De zone voor verblijfsrecreatie aansluitend bij zone F6 maar op het grondgebied van Sint-Gillis-Waas is opgenomen als de zone 'Reinakker' in het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1'. In dit PRUP wordt dezelfde herbestemming doorgevoerd als in voorliggend PRUP. De zones worden dus op een gelijke manier behandeld. Uiteraard is er bij de opmaak van voorliggend PRUP rekening gehouden met de aanwezigheid van de zone voor verblijfsrecreatie 'Reinakker'. 123

124 De PROCORO merkt op dat de informatie in de toelichtingsnota weldegelijk werd geactualiseerd als gevolg van haar opmerking n.a.v. het vorige openbaar onderzoek. De cijfers zijn nu dus correct, ook voor zone F6. Het gaat hierbij uiteraard enkel over het gedeelte binnen voorliggend PRUP. Dat er een foutenmarge van 690 % zou zijn, klopt dus helemaal niet. Het is voor de PROCORO nu weldegelijk duidelijk hoeveel weekendverblijven er zijn binnen de plangebieden en in hoeveel weekendverblijven er inschrijvingen in het bevolkingsregister zijn. Verder merkt de PROCORO op dat voor het bepalen van de permanente bewoning inschrijvingen in het bevolkingsregister het enige objectieve criterium zijn. De PROCORO is het eens met bezwaarschrijvers wanneer zij stellen dat de feitelijke permanente bewoning vermoedelijk hoger ligt. Ook de toelichtingsnota maakt trouwens deze kanttekening. 67, 70 Het N-O deel van zone E5 wordt pas in fase 3 omgevormd naar open-ruimte gebied terwijl het in fase 1 thuishoort onder Deelplan 3. Het Oostelijk deel van deze cluster wordt zelfs in geen enkele fase opgenomen terwijl er wel een 3-tal bloeiende industriële bedrijven gevestigd zijn die nergens in de toelichtingsnota worden vermeld, laat staan dat de vergunning van deze gebouwen werd onderzocht. Het noordoostelijk deel van zone E5 is mee opgenomen in het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2'. Dit is conform de uitgangspunten. Wat bezwaarschrijvers vergeten te vermelden is dat de toelichtingsnota (p. 16) ook stelt dat er kan worden afgeweken van de algemene principes (bv. indien binnen een zelfde zone voor verblijfsrecreatie een deel wordt herbestemd naar recreatief woongebied en een deel naar open ruimte). Dat is voor zone E5 het geval. Het zuidwestelijk gedeelte wordt hier namelijk herbestemd naar recreatief woongebied. Vandaar dat ervoor werd geopteerd om zone E5 op te nemen in het PRUP voor de tweede fase. Het oostelijk gedeelte kent een specifieke problematiek van een aantal zonevreemde bedrijfsfuncties. Er is tijdens het proces van visievorming afgesproken dat deze problematiek op gemeentelijk niveau (met delegatie van het provinciale niveau) zal worden aangepakt. Aangezien dit gebied geen deel uitmaakt van voorliggend PRUP is er uiteraard ook geen onderzoek (o.a. naar de vergunningstoestand van de aanwezige constructies) opgenomen in de toelichtingsnota. 124

125 67, 70, 89 De provincie oordeelt dat zones gelegen nabij het Stroperscomplex (F2, F3, F4, F5 en F6) niet op provinciaal niveau moeten beoordeeld worden omdat de beoordeling reeds gebeurde op Vlaams niveau. De Vlaamse visievorming werd door de provincie ontvangen op 24 juli 2006, nog voor de vernietiging van het beschermingsbesluit. Op basis van dit ondertussen vernietigd beschermingsbesluit oordeelde de Vlaamse overheid echter dat de plangebieden van deelplan 3 (F2, F3, F4, F5 en F6) worden omgeven door het beschermd landschap 'De Stropers en De Linie'. Gezien dit beschermingsbesluit werd vernietigd nadat reeds de overweging op Vlaams niveau werd gemaakt, dient deze Vlaamse overweging te worden verworpen. Vooreerst merkt de PROCORO op dat zones F2, F3, F4, F5 en F6 weldelijk op provinciaal niveau werden geëvalueerd. De afwegingen van het Vlaamse niveau gaven enkel een input / advies voor de uiteindelijke provinciale visie. De provinciale ruimtelijke visie 'Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie', waarvan voorliggend PRUP een uitvoering is, werd door de deputatie goedgekeurd op 16 mei Op dat ogenblik was het betreffend beschermingsbesluit dus al vernietigd. Ondanks de vernieting van de bescherming als landschap, kan niet ontkend worden dat het plangebied in een voor het landschap belangrijke omgeving gelegen is. Getuige daarvan het feit dat de zones binnen deelplan 3 alle behoren tot de relictzone 'Stropersbos Stekene'. Bovendien behoren drie van de vijf zones volledig en één voor een stukje tot de ankerplaats 'Stropersbos'. Advies PROCORO 67, 70 De strenge visie in de Koestraat werd door de ambtenaren-planologen van de provincie zelf uitgewerkt, de correcte menselijke en transparante visie toegepast in de clusters Zonnebeke/Vijverbos en Berlare/Kouter, werd door een extern studiebureau uitgewerkt? Deze insinuerende opmerking slaat werkelijk nergens op. Ten eerste worden ook PRUP's die door externe studiebureaus worden opgemaakt van nabij opgevolgd door de ruimtelijk planners van de Provincie. Ten tweede zijn het niet de planners van de Provincie die uiteindelijk over de plannen 125

126 beslissen, maar wel de provincieraad. Ten derde wijst de PROCORO er op dat de provinciale ruimtelijke visie op verblijfsrecreatie in Donk, waarop het PRUP voor de zone Kouter gebaseerd is, wel door de ruimtelijk planners van de Provincie werd opgemaakt. Zoals elders aangetoond is het verschil in behandeling te wijten aan een verschillende ruimtelijke situatie. 71* In een van de documenten (uit het verleden) staat letterlijk dat het (in de toekomst te realiseren) "open ruimte" gebied enkel toegankelijk zal zijn voor de beheerder; dus niet voor de gewone burgers die volgens de ruimtelijke planners juist zo een grote nood hebben aan... De opmerking heeft geen betrekking op het PRUP zelf, maar op het concrete beheer in de omgeving van het Stropersbos. Het PRUP bevat een aantal voorschriften die gericht zijn op het recreatief en educatief toegankelijk maken van het bosgebied. Daarnaast is het zeker de bedoeling van de beheerder om grote delen van het bosgebied toegankelijk te maken, zoals dat op vandaag trouwens al het geval is voor het bestaande bosgebied. Advies PROCORO 71* We kunnen niet anders dan formeel bezwaar te maken tegen de opheffing van onze verkavelingsvergunning met bijhorende stedenbouwkundige vergunning. Alle verkavelingen binnen zones voor verblijfsrecreatie worden opgeheven, zodat overal binnen de provincie Oost-Vlaanderen met eenduidige stedenbouwkundige voorschriften kan worden gewerkt. Bovendien zorgen de nieuwe voorschriften (die van toepassing zijn tot het ingaan van de openruimte-nabestemming op 1 januari 2022) er voor dat de ruimtelijke impact van een (op)nieuw 126

127 gebouwd weekendverblijf klein is en dat de kans op permanente bewoning klein is. De PROCORO is dus van mening dat de verkavelingen weldegelijk moeten worden opgeheven. Wel is het zo dat stedenbouwkundige vergunningen van kracht blijven en dus niet door het PRUP worden opgeheven (waar bezwaarschrijver wel van uitging). Bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel 5 1 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Advies PROCORO 76* Wat als er op hetzelfde ogenblik veel weekendverblijven te koop zullen staan? De verkoopprijzen zullen in elkaar zakken, er zal leegstand ontstaan, tuinen en huizen zullen niet meer worden onderhouden. De volledige buurt zal verloederen, met alle gevolgen van dien (veiligheid? orde?). Het PRUP stuurt niet aan op verloedering. Integendeel, bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) weekendverblijven worden met de realisatie van de voorziene nabestemming beschouwd als zonevreemde constructies binnen ruimtelijk kwetsbaar gebied. De basisrechten uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn hierop van toepassing, wat betekent dat deze constructies voldoende rechtszekerheid behouden: ze kunnen in stand worden gehouden, intern worden verbouwd en bij overmacht worden herbouwd. Permanent wonen kan echter enkel indien de betreffende constructie (hoofdzakelijk) vergund (geacht) is als woning of voor personen die op 31 augustus 2009 reeds gedurende ten minste één jaar een (hoofdzakelijk) vergund (geacht) openluchtrecreatief verblijf, dat voldoet aan de vereisten vastgesteld bij en krachtens artikel

128 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als hoofdverblijfplaats betrekken (zulks blijkens een voorlopige of definitieve inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de betrokken gemeente) en die geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, en dit tot op het moment dat ze een alternatieve woning uit het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege betrekken, of tot op het moment dat ze het eerste aanbod tot herhuisvesting van overheidswege weigeren, en ten laatste tot 1 januari Daarenboven voorziet het PRUP voor betreffende zones in een voorkooprecht voor het Agentschap voor Natuur en Bos. Zij kunnen hierdoor percelen met leegkomende verblijven makkelijker aankopen om er de gewenste bestemming 'bosgebied' te realiseren. Advies PROCORO 128

129 Deelplan 5 10 In bepaalde periodes van het jaar, staat het weiland, welke zal omgetoverd worden tot woongebied volledig onder water. Indien dit zo blijft, zullen de nieuw te bouwen woningen met wateroverlast te maken hebben. Indien dit terrein wordt opgehoogd, zullen bepaalde percelen in de Vijfstekestraat met overlast te maken hebben. Mijn vraag hierbij is het waterprobleem grondig te bestuderen, zodanig dat volgende regeringen of besturen, zoals dit vandaag is, niet hoeven te zeggen dat het waterprobleem te wijten is aan de vorige regering of het vorig (gemeente) bestuur. De toelichtingsnota van het PRUP bevat een watertoets. Daaruit blijkt dat er in het plangebied zelf geen effectief of mogelijk overstromingsgevoelige gebieden gelegen zijn. Ten oosten van het plangebied zijn wel kleine stukjes mogelijk overstromingsgevoelig gebied gelegen. Er is dus geen indicatie dat dit gebied te kampen heeft met wateroverlast. Bij de verdere uitwerking van het project blijft het aspect 'water' uiteraard een aandachtspunt. 10 De percelen in de Vijfstekestraat hebben achteraan slecht een max. 5-tal meter ademruimte. Indien op het weiland woningen worden opgetrokken, komen we terecht in een getto, waarbij de afstand tussen de woningen minimaal is en dit vooral voor alle partijen veel overlast zal bezorgen. Indien men eventueel toch overgaat tot het verkavelen van dit weiland, gelieve dan op zijn minst een bufferzone (groene zone) te voorzien tussen de bestaande woningen en de nieuw te bouwen woningen. Het is de bedoeling om de bestaande typologie van de verkaveling aan de Vijfstekestraat door te trekken binnen het plangebied. Het PRUP legt nog geen concrete invulling van het plangebied op, omdat dit op planniveau niet aangewezen is. De concrete inrichting moet bekeken worden in de verkavelingsaanvraag. Hierin zal ook de aansluiting van de nieuwe woningen op de bestaande langs de Vijfstekestraat moeten bekeken worden. Het huidige inrichtingsvoorstel (niet verordenend) 129

130 voorziet alvast dat de tuinen van de nieuwe woningen gericht zijn naar de bestaande woningen aan de Vijfstekestraat. In die zin is er dus een afstandsbuffer tussen beide rijen woningen en is er geen sprake van een 'getto'. 10 Op dit weiland is een rijke fauna aanwezig: vogels overnachten in de bomen met grote getale, hazen vinden dit bovendien ook een aangename plek om te leven. Volgens de biologische waarderingskaart is het plangebied volledig biologisch minder waardevol. Er zijn geen aanwijzingen dat er binnen het plangebied een zeldzame of uitzonderlijke grote fauna aanwezig is. Het plangebied werd niet aangeduid als faunistisch voornaam gebied. 51, 52 Er moet oog zijn voor de verkeersoverlast (en bijhorende geluidshinder) die zich in de bestaande wijk Vijfstekestraat en Merlanstraat zal voordoen. Nu is de ontsluiting voorzien naar de smalle Merlanstraat (amper 3,5 m breed) en de Vijfstekestraat. Zelfs als zou overwogen worden om de Merlanstraat als eenrichtingsstraat in te richten, zou het volume aan verkeer, komende van de geplande verkaveling, dat dagelijks door een dergelijke nauwe weg wordt gedreven, totaal onaangepast zijn aan het oorspronkelijke doel van de straat: een weg voor het handjevol huizen dat in de straat aanwezig is. De geplande uitweg ter hoogte van Merlanstraat 2a is ook totaal ongeschikt wat betreft verkeersveiligheid. Vlak voor de geplande uitgang, maakt de Merlanstraat namelijk een dubbele bocht, waardoor de zichtbaarheid voor de auto's die uit de geplande wijk komen én voor verkeer dat in de Merlanstraat rijdt komende van de Koebrugstraat, slecht tot zeer slecht te noemen is. Het enige criterium dat gebruikt is om precies deze onveilige plaats te kiezen als uitvalsweg van een verkaveling, is het private belang van de eigenaar van de gronden waarop de verkaveling is gepland. Volgende verkavelingen, aansluitend bij voorliggende, zouden nog in een tweede uitweg op 130

131 de Merlanstraat voorzien. Dit betekent nog een éxtra belasting voor ons kleine straatje. Doordat 2 van de 3 uitwegen voor de volledige realisatie van het woonuitbreidingsgebied in Klein-Sinaai in de Merlanstraat liggen, zou dit betekenen dat 2/3 van het dagelijks verkeer van een toekomstige verkaveling naar de Merlanstraat wordt gedreven, richting achterland. De Merlanstraat is nooit bedoeld geweest voor doorgaand verkeer. Ook in de Edgar Tinelstraat zal er verkeersoverlast zijn. Een logische toegangsweg naar de Brugse Heirweg en/of de Koebrugstraat is niet voorzien. Nochtans zijn er minimaal 2 mogelijke rechtstreekse toegangen via de Brugse Heirweg te identificeren. Het is immers niet omdat de private eigenaars van mogelijke alternatieve uitgangswegen naar de Brugse Heirweg niet akkoord gaan om hun stukje grond momenteel te verkopen om te verkavelen als toegangsweg, dat het publieke belang van de bewoners van de Merlanstraat hierdoor zomaar kan en mag geschaad worden. Dit is een regelrechte aanfluiting van elke logica in deze zaak en zeker tegen elke logica van ruimtelijke ordening. Immers, alle verkeer dat naar de Merlanstraat zou geleid worden, moet toch ofwel naar de Koebrugstraat ofwel naar de Brugse Heirweg. Het is daarom vanuit het standpunt van leefbaarheid, ruimtelijke ordening en veiligheid niet logisch dat het verkeer niet rechtstreeks naar deze hoofdwegen wordt afgeleid. Bovendien is op de terreinen tussen de Merlanstraat en de Edgard Tinelstraat op dit moment een groene, recreatieve zone ingericht. Ook voor de activiteiten daar zou de grote toename aan verkeer in zowel Merlanstraat als Edgard Tinelstraat een nefast en gevaarlijk effect hebben. In het plangebied worden ca. 20 woningen voorzien. Naast de toegang aan de Merlanstraat, is ook een uitweg langs de Vijfstekestraat voorzien. Gezien de beperkte schaal van het project en de dubbele toegangsmogelijkheid van de zone, is de PROCORO van mening dat de verkeershinder binnen aanvaardbare perken zal blijven en dat het landelijk karakter van de dorpskern behouden blijft. De uitweg op de Merlanstraat is voorzien op een recht stuk weg met verderop een flauwe bocht en dus niet "aan een dubbele bocht" (zoals bezwaarschrijvers stellen). Er kan bezwaarlijk gesteld worden dat deze uitweg niet voldoet op het vlak van verkeersveiligheid. De vrees van een bezwaarschrijver voor schade is dan ook onterecht. Een rechtsreekse toegang naar de Brugse Heirweg is net vanuit het oogpunt 'verkeersveiligheid' minder aangewezen. Op de Brugse Heirweg is er namelijk veel doorgaand verkeer aanwezig. 51, 52 We wensen het verlies van het landelijke karakter van de dorpskern van Klein-Sinaai als belangrijk argument tegen deze plannen op te werpen. In een tijd waarin de beperkte open ruimte die ons land nog bezit, moet gekoesterd worden, stoot het tegen de borst dat een gemeentebestuur er met een dergelijke achteloosheid mee omgaat. 131

132 Het creëren van een toegangsweg ter hoogte van Merlanstraat 2a zorgt voor een waardedaling van mijn eigendom. De prijs die we hebben betaald was gebaseerd op rustig en aangenaam wonen, niet op verkeer met bijhorend lawaai en gevaar. Ik vrees ook schade aan mijn eigendom of op de oprit geparkeerde wagens door ongevallen door het extra verkeer, om naar maar te zwijgen over de potentieel menselijke schade. Ik zal dus ook extra kosten moeten maken voor een hek om mijn afrit te kunnen afsluiten. De huidige bestemming van het plangebied is woonuitbreidingsgebied (en een klein deel woongebied). Het gaat dus al sinds de inkleuring van het gewestplan in 1978 om een potentieel gebied voor woningbouw. Een waardedaling van omliggende percelen is dan niet aan de orde. Bovendien is het plangebied onmiddellijk aansluitend bij de bebouwing van de woonkern Klein Sinaai. De PROCORO verwijst naar de uitgebreide motivering om te kiezen voor betreffende zone als wooncompensatiegebied in de toelichtingsnota van voorliggend PRUP. Er kan bezwaarlijk worden gesteld dat deze keuze 'achteloos' werd gemaakt. Bij het zoeken naar locaties voor wooncompensatiegebieden werd de woningprogrammatie zoals voorzien in het GRS bekeken. Volgens de (geactualiseerde) woningprogrammatie van het GRS komen volgende gebieden in aanmerking om (gedeeltelijk) ingezet te worden als wooncompensatiegebied: - WUG 'Kemzekestraat' in hoofddorp Kemzeke - WUG 'Habroek' (ook bekend onder de naam 'Spoorweg/Voorhout') in hoofddorp Kemzeke - WUG 'Merlanstraat' in woonkern Klein Sinaai Bij het bepalen van (een) locatie(s) voor wooncompensatiegebieden werd uitgegaan van volgende principes: - Het is aangewezen om de wooncompensatie te spreiden om een sociale mix te bewerkstelligen. - Er wordt gekozen voor de zone(s) die volgens ruimtelijke principes het best gelegen is/zijn. - Er wordt rekening gehouden met de uitvoerbare realisatie op het terrein van het/de wooncompensatiegebied(en). Met het oog op een sociale mix werd er dus voor geopteerd om de wooncompensatie te spreiden. Het is namelijk niet aangewezen om alle ex-weekendverblijfbewoners te concentreren in 1 gebied of in de zelfde kern. Vandaar dat er wordt voor geopteerd om de wooncompensatie gedeeltelijk in Kemzeke en gedeeltelijk in Klein Sinaai te voorzien. Aangezien Kemzeke in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) werd geselecteerd als hoofddorp en Klein Sinaai (slechts) als woonkern, wordt ervoor geopteerd om het grootste gedeelte van de compenserende wooneenheden te voorzien in Kemzeke (ca. 30), een kleiner aandeel wordt voorzien in Klein Sinaai (ca. 20). Het aandeel voor Klein Sinaai wordt voorzien in het WUG 'Klein Sinaai'. Hiertoe wordt een gedeelte van dit WUG (ca. 1,8 ha) herbestemd in voorliggend PRUP (deelplan 5). Het betreft de kadastrale percelen Stekene, 4 de afdeling Klein Sinaai, perceelsnummers 463C, 463T en 463X. Deze zijn gelegen in het westelijk gedeelte van het WUG. Dit is ruimtelijk gezien de meest logische oplossing, aangezien de ontwikkeling voortbouwt op de meest recente verkaveling aan de Vijfstekestraat. Betreffende zone is in eigendom van diverse private eigenaars. Zij hebben via de ondertekening van een intentieverklaring effectief te kennen gegeven dat ze de doelstelling van de plannende overheid 132

133 i.f.v. wooncompensatie voor weekendverblijfbewoners willen realiseren. De realisatie op het terrein is dus uitvoerbaar. 51 We stellen ons vragen bij de behoefte naar extra woningen. Die is onvoldoende bewezen. We stellen voor om een aanvang te nemen met één compensatie-woongebied in Kemzeke. Pas als dit volzet is door bewoners van weekendverblijven die wensen te verhuizen, zou een tweede compensatiewoongebied aangeboden kunnen worden in Klein Sinaai, maar dan enkel als echt wordt bewezen dat er nood aan is. De behoefte voor het aansnijden van dit gebied werd weldegelijk aangetoond. Voor deelplan 2 (zuidelijk deel zone voor verblijfsrecreatie D5) en voor deelplan 3 (zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6) moet op zoek worden gegaan naar een alternatief voor de permanente bewoners. In totaal moet worden op zoek gegaan naar compensatie voor ca. 50 permanent bewoonde verblijven. Het gaat om weekendverblijven die feitelijk permanent bewoond zijn van voor 1 september 2008 (cfr. tijdsvoorwaarde tijdelijk woonrecht VCRO). Verder was het een uitgangsprincipe om de wooncompensatie te spreiden om een sociale mix te bewerkstelligen. Alles voorzien in één gebied is dan ook geen optie. Verder wenst de PROCORO nog op te merken dat andere bezwaarschrijvers net aangeven dat er niet voldoende wooncompensatiegebied wordt voorzien. 52 Bezwaarindiener geeft aan dat het dossier niet op een propere, correcte, wettelijke manier is gebeurd maar een gevolg is van bedenkelijke vastgoedoperaties en van het op een ongeoorloofde manier beïnvloeden van politieke verantwoordelijken uit de gemeente Stekene. Zo is de houding van de burgemeester allesbehalve ethisch verantwoord te noemen. In de aanloop naar het positieve 133

134 advies van de gemeente Stekene werd de burgemeester bewerkt en gepaaid op de manier die jammer genoeg zo vaak typisch is voor kleine dorpspolitiek. Hij liet zich de talrijke etentjes welgevallen en ging, genoegzaam knikkend en met zijn meerderheid op sleeptouw, de weg op die de verkavelaars hem zo graag wilden laten bewandelen: die van de kritiekloze goedkeuring. De PROCORO neemt akte van deze opmerking die geen rechtstreekse betrekking op voorliggend PRUP heeft. Wel verwijst de PROCORO naar de uitgebreide motivering om te kiezen voor betreffende zone als wooncompensatiegebied in de toelichtingsnota van voorliggend PRUP. 134

135 Andere zones 47* Bezwaarschrijvers formuleren opmerkingen over zone voor verblijfsrecreatie D2. Zone voor verblijfsrecreatie D2 maakt geen onderdeel uit van voorliggend PRUP. De opmerkingen hebben dan ook geen betrekking op voorliggend PRUP. 49*, 50 Bezwaarschrijvers formuleren opmerkingen over zone voor verblijfsrecreatie B4. Zone voor verblijfsrecreatie B4maakt geen onderdeel uit van voorliggend PRUP. De opmerkingen hebben dan ook geen betrekking op voorliggend PRUP. 135

136 BESLUIT Samenvattend stelt de PROCORO volgende wijziging aan het ontwerp PRUP voor De PROCORO adviseert om bij de definitie van een openluchtrecreatief verblijf ín de toelichtende kolom van de voorschriften te verduidelijken dat de beperkingen (naar oppervlakte, volume,...) die aan een nieuw op te ríchten openluchtrecreatief verblijf worden toegekend in de gewestelijke verordening, de provinciale verordening en het PRUP zijn niet van toepassing voor bestaande (hoofdzakelijk) vergund(e) (geachte) constructies. De PROCORO heeft geen bijkomende opmerkingen. Resultaat stemming over het ontwerp van advies: unaniem Na beraa ñ8, Gent, 21a 120 De voo Johan van de P rts Oost-Vlaanderen Bijlage: Advies van departe Ruimte Vlaanderen (maakt integraal deel uit van het advies van de PROCORO L36

137 AANGETEKEND Provinciebestu ur Oost-Vlaand t.a.v. PROCORO Gouvernementstraat I 9OOO GENT IN DIËT{ST NR! 2 -i' -?f,ll4 Jn1 ü ír P.A [ììf l'1 [ i'l]' \if\n!:: F V i À^i\': S i: (,.Vì, il t. I F I ) uw kenmerk vragen naar/ Koen Grootaert koen. g rootaert@rwo. vlaa nderen. be ons kenmerk 2.13t telefoonnummer bijlagen O"'IT -12- zrlt+ Betreft: Provincie Oost-Vlaanderen, provinciaal RUP "Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1" : advies tijdens het openbaar onderzoek Geachte voorzitter, Hierbij bezorg ik u het advies van het departement RWO. 1. rechtsgrond van het advies en relevante regelgeving of beleidskaders Op grond van artikel $4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bezorgt het departement aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening een advies over de overeenstemming van het ontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplannen. Artikel $5 voorziet dat dit advies integraal opgenomen dient te worden in het advies van de PROCORO. 2. samenvatting van het dossier Het voorliggende provinciaal RUP voorziet in 5 deelplannen: - Deelplan 1 voorziet in de herbestemming van zone voor verblijfsrecreatie A2 waarbij de bestaande clusters weekendverblijven worden omgezet naar recreatief woongebied en de niet ingevulde delen worden omgezet naar deels een open-ruimte-bestemming en deels recreatief woongebied. - Deelplan 2 voorziet in de herbestemming van het zuidelijk deel van zone voor verblijfsrecreatie D5 waarbij de bestaande vergunde weekendverblijven worden bestendigd (geen permanente bewoning) binnen een open-ruimtebestemming (bosgebied). - Deelplan 3 voorziet in de herbestemming van de zones voor verblijfsrecreatie F2, F3, F4, F5 en F6 waarbij de bestaande vergunde weekendverblijven worden bestendigd (geen permanente bewoning) binnen een open-ruimte-bestemming (bosgebied) en voor wat betreft F3 de bestaande campingzone wordt bestendigd met een open-ruimtenabestemming (bosgebied). - Deelplan 4 voorziet in de herbestemming van een deel van het woonuitbreidingsgebied 'Habroek' (Kemzeke) met het oog op het aanbieden van compenserende woningen voor permanente bewoners van weekendverblijven in zones die op termijn worden omgevormd naar een open-ruimte-bestemming. - Deelplan 5 voorziet in de herbestemming van een deel van het woonuitbreidingsgebied 'Merlanstraat' (Klein Sinaai) met het oog op het aanbieden van compenserende woningen voor permanente bewoners van weekendverblijven in zones die op termijn worden omgevormd naar een open-ruimte-bestemming. RuÍmte Vleanden n ûost-vla lnderen, Virgittie Lovelinggei:ouw Konin in Maria H*ndrikaplein 70 bus!)0. Ë1000 Gent w w ".tr'.'t #i tz z try v I a.* n ú* r *'*.îz ç

138 Het prup wordt opgemaakt in uitvoering van het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost- Vlaanderen (PRS). De uitwerking gebeurde in een voorbereidende fase waarbij Ruimte Vlaanderen betrokken was; meer bepaald werd door het provinciebestuur een visie op weekendverblijven in de gemeente Stekene uitgewerkt. Dit past in een algemene planningsactie die voortvloeit uit het beleidsplan problematiek weekendverblijven op Vlaams niveau. 3. beknopte historiek Een vorige versie werd op 9 oktober 2013 voorlopig vastgesteld door de provincieraad van Oost-Vlaanderen. Een openbaar ondezoek werd georganiseerd van 12 november 2013 tot 10 januari Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd door de minister een voorwaardelijk gunstig advies gegeven. Volgende randvoorwaarden werden hierbij geformuleerd: - De omzetting van onbebouwde percelen naar recreatief woongebied zal moeten meegerekend in het gemeentelijke woonquotum voor de gemeente Stekene en moet het gevolg zijn van een verantwoorde ruimtelijke afweging. Binnen de gegeven ruimtelijke context wordt voorgesteld om de verkaveling vant november 2005 (deelplan 1) uit te sluiten. - Het tot 1 januari 2020 toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde percelen in het Bekafcomplex en Stropersbos legt een zware hypotheek op de nabestemming bosgebied. Voorgesteld wordt om geen verdere bebouwing op onbebouwde percelen toe te laten binnen de gebieden aangeduid door de deelplannen 2 en 3. - Het flankerende beleid rond de wooncompensatiegebieden (deelplannen 4 en 5) moet verder worden uitgewerkt om meer garanties te bieden dat deze gebieden effectief ten dienste zullen staan van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven. Het betrokken ontwerp van prup werd niet tijdig opnieuw vastgesteld waardoor het ontwerp van prup verviel. Het dossier werd op een aantal punten aangevuld en een nieuwe goedkeuringsprocedure werd og pestart. Op werd een plenaire vergadering gehouden. Het depaftement gaf slechts een gunstig advies mits voldaan kon worden aan volgende voon vaarden: - De omzetting van onbebouwde percelen naar recreatief woongebied moet worden meegerekend in het gemeentelijke woonquotum voor de gemeente Stekene en moet het gevolg zijn van een verantwoorde ruimtelijke afweging. Binnen de gegeven ruimtelijke context wordt voorgesteld om de verkaveling vant november 2005 (deelplan 1) uit te sluiten. - Het tot 1 januari 2020 toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde percelen in het Bekafcomplex en Stropersbos legt een zware hypotheek op de nabestemming bosgebied. Voorgesteld wordt om geen verdere bebouwing op onbebouwde percelen toe te laten binnen de gebieden aangeduid door de deelplannen 2 en 3. - Het flankerende beleid rond de wooncompensatiegebieden (deelplannen 4 en 5) moet verder worden uitgewerkt om meer garanties te bieden dat deze gebieden effectief ten dienste zullen staan van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven. Het voorschrift voor de zone voor eengezinswoningen in deze deelplannen moet worden afgestemd op de bepalingen van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid. - De bijkomende mogelijkheden inzake permanent woonrecht (deelplannen 2 en 3) dienen worden geschrapt. Op werd het plan voorlopig vastgesteld door de provincieraad. Het openbaar onderzoek loopt van 08/ tot ri/40aoo/L6,'L,2 pl-gr_o6. dot 2/6

139 4. Potentiële strijdigheden met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen en daaruit voortvloeiende planprocessen De clusters met weekendverblijven zijn gelegen in de gemeente Stekene die volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen deel uitmaakt van het buitengebied. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bepaalt dat alle terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven (ongeacht de bestemming op het gewestplan) moeten worden geëvalueerd i.f.v. de ruimtelijke draagkracht van het betrokken gebied. Deze benadering vertrekt van de feitelijke toestand, waarbij het zone-eigen of zonevreemd karakter en het tijdstip waarop het openluchtrecreatief verblijf is gerealiseerd slechts aspecten zijn bij de afweging. ln de praktijk kan de evaluatie voor bestaande terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven leiden: - tot het behoud van het bestaande terrein; wanneer het terrein geen recreatieve bestemming heeft, moet het worden afgebakend in een uitvoeringsplan; wanneer het terrein destijds illegaal werd opgericht, moet de (eventuele) afbakening worden voorafgegaan door een handhavingsprocedure; - tot de sanering i.f.v. de ruimtelijke draagkracht van het gebied; - het terrein wordt verplaatst naar een nieuw of bestaand terreinen in de omgeving; het nieuw terrein moet in een uitvoeringsplan worden afgebakend; - het terrein wordt venruijderd omdat het niet verenigbaar is met de ruimtelijke draagkracht; indien het terrein een recreatieve bestemming had, moet deze worden gewijzigd in een uitvoeringsplan. Deze visie op weekendverblijven leidde op Vlaams niveau tot een beleidsplan voor de problematiek van de weekendverblijven. Binnen dit beleidsplan werd een planningsgerichte aanpak voorgesteld waarin o.m. bepaald wordt dat het provinciebestuur start met de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen na een ruimtelijke afweging door de Vlaamse en de provinciale overheid. De provincieraad heeft op 16 mei 2012 de provinciale ruimtelijke visie'stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie' onderschreven. De herbestemmingen van de zones voor verblijfsrecreatie (deelplannen 1,2 en 3) zijn een uitvoering van de visie'stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie'. De keuze voor de wooncompensatiegebieden 'Habroek' en 'Merlanstraat' (deelplannen 4 en 5) wordt in de toelichtingsnota uitgebreid gemotiveerd. Deelplan 1: Volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos in de regio Waasland maakt het deelplan 1 deel uit van actiegebied l0 "Moervaartdepressie, Zuidlede, kanaal van Stekene en Durme en Moervaart ten noorden van Lokeren". Het gebied Bosdorp en Vijfbunders vormt volgens de gewenste ruimtelijke structuur een potentieel natuurvenruevingsgebied op Vlaams niveau. De bossen in dit gebied worden maximaal behouden en versterkt binnen het landschappelijk kader. Versterking kan door bosuitbreiding en het realiseren van bosverbindingen met kleine landschapselementen en stapsteenbosjes. Het Vlaams afwegingskader voor weekendverblijven (opgesteld door de toenmalige afdeling ruimtelijke planning) voorziet voor deze cluster dat het boskarakter van de omgeving niet in het gedrang mag komen. Het boskarakter moet behouden blijven waar nodig. Eventueel kan een gedeelte van het onbebouwde recreatiegebied herbestemd worden naar open ruimte. Het beleidsplan weekendverblijven van het provinciebestuur voorziet in de mogelijkheid om via de opmaak van een prup de woonfunctie van permanent bewoonde weekendverblijven te bestendigen. Voor wat betreft deelplan 1 werd bepaald dat de bestaande clusters weekendverblijven worden omgezet naar recreatief woongebied en de niet-ingevulde delen worden omgezet naar deels een open-ruimte-bestemming en deels recreatief woongebied op basis van een inrichtingsstudie. Het voorstel tot prup voorzíet voor dit plangebied een herbestemming naar gemengd open ruimtegebied en naar recreatief woongebied. ln het ontwerp wordt het centrale gedeelte herbestemd naar gemengd open ruimtegebied. De delen ten westen en oosten hiervan waar momen- 2. L3 i 4IAÇû / ú"r.2 plgr_o6. dot 3/6

140 teel weekendverblijven gelegen zijn, worden herbestemd naar recreatief woongebied waarbij wonen wordt toegelaten op alle percelen met inbegrip van de onbebouwde percelen en de percelen die op dit moment bebouwd zijn met een weekendverblijf dat niet permanent bewoond wordt. Het provinciebestuur hanteert hierbij de stelling dat er ruimtelijk geen onderscheid kan worden gemaakt tussen bewoonde weekendverblijven enerzijds en onbebouwde percelen anderzijds. Adikel tweede lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt onder meer dat p/anologische omzettingen van op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het bestemmingsplan naar een zone waar permanent verblijf toegelaten is, niet worden aangerekend op de gemeentelijke woonquota, zoals bepaald door het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Zü worden evenmin meegerekend in de berekening van de woonbehoeften in het kader van de structuurplanning. (eigen onderlijning). Deze bepaling uit de VCRO heeft m.a.w. enkel betrekking op bebouwde percelen. Voorliggend ontwerp heeft tot gevolg dat er effectief bijkomend woonaanbod wordt gecreëerd zonder dit in rekening te brengen in de gemeentelijke woonquota. Uit analyse van de bestaande structuur blijkt dat in het westelijk gedeelte van het plangebied een cluster van 49 weekendverblijven gelegen is waarvan er momenteel slechts 18 permanent bewoond zijn (domicilie). Het oostelijk gedeelte omvat een kleine cluster van 3 weekendverblijven waarvan er 2 permanent bewoond worden en een achtergelegen verkaveling. Deze verkaveling werd vergund op 7 november 2005 en uitdrukkelijk voorbehouden voor weekendverblijven. Twee loten zijn met weekendverblijven bebouwd. ln het totale plangebied liggen nog 23 onbebouwde percelen. Omdat de problematiek zich beperkt tot slechts 20 permanent bewoonde weekendverblijven op een totaal van 77 bouwmogelijkheden lijkt de volledige herbestemming naar recreatief woongebied overdreven. We stellen voor om geen bijkomende permanente bewoning toe te laten op de percelen die momenteel onbebouwd zijn; in het bijzonder op de achtergelegen verkaveling van 7 november Deelplan 2: De clusters van deelplan 2 maken deel uit van het Bekafcomplex en omgeving. Voor dit complex wordt de opmaak van een gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan overwogen voor: - de uitbreiding en structurele versterking van het ecologisch waardevolle Bekafcomplex (richtcijfer bosuitbreiding 1 50ha); - het nader uitwerken van het mozaïeklandschap rondom het Bekafcomplex en tussen het Bekafcomplex en het Stropersbos met ruimte voor grondgebonden landbouw, natuur- en bosontwikkeling; - het hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen in voor de landbouw belangrijke gebieden. De hoofdfunctie van het Bekafcomplex is "natuu/'. Volgens de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos in de regio Waasland worden deze gebieden worden uitgebouwd tot de meest waardevofle natuurkernen en behoren ze tot het VEN. Uitgaande van de bestaande boskernen is bosuitbreiding wenselijk. De zones rond het Bekafcomplex vormen potentiële natuurvenryevingsgebieden. De bossen in dit gebied worden maximaal behouden en versterkt binnen het landschappelijk kader. Versterking kan door bosuitbreiding en het realiseren van bosverbindingen met kleine landschapselementen en stapsteenbosjes. Het Vlaams afwegingskader voor weekendverblijven voorziet voor deze cluster dat er rekening moet worden gehouden met de ligging in een beboste omgeving in een bosgebied van Vlaams niveau. Er dienen maatregelen genomen te worden voor het maximale behoud van het boskarakter. Er kunnen geen mogelijkheden worden voorzien voor bijkomende bebouwing. Voor deelplan 2vooziet de provinciale visie in een bestendiging van de bestaande vergunde weekendverblijven binnen een open ruimte bestemming (bosgebied). Permanente bewoning wordt uitgesloten. De herbestemming van de zone voor weekendverblijven naar een zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een beboste omgeving met nabestemming bosgebied is slechts aanvaard- 2.).3/4ACAA/'rü..2 plgr_o6. dot 4/6

141 baar voor wat betreft de bestaande bebouwde kavels. Het toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde kavels tot stimuleert de verdere bebouwing van deze kavels en strijdt met de visie op Vlaams niveau en op provinciaal niveau. We stellen voor om de bijkomende bebouwing smogel ijkheden tot 1 I te sch rappen. Deelplan 3: De clusters in deelplan 3 maken deel uit van het Stropersbos en omgeving. Hiervoor wordt de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ovenruogen voor: - de uitbreiding en structurele versterking van het ecologisch waardevolle Stropersboscomplex; - het nader uitwerken van het mozaïeklandschap rond het Stropersbos en tussen het Stropersbos en het Bekafcomplex met ruimte voor grondgebonden landbouw, natuur- en bosontwikkeling; - het hernemen van de agrarische bestemming op de gewestplannen in voor de landbouw belangrijke gebieden. Volgens de gewestelijke ruimtelijke structuur is de hoofdfunctie van het Stropersbos "natuur". Deze gebieden worden uitgebouwd tot de meest waardevolle natuurkernen en behoren tot het VEN. Uitgaande van de bestaande boskernen is bosuitbreiding wenselijk. Zones voor weekendverblijven die gelegen zijn in of aan landschappelijk gave kernen, worden in het geheel geïntegreerd, met zowel een landschappelijke inkleding als een ontlasting van de milieudruk op de omgeving. Een andere optie kan een uitdoofbeleid zijn (vb. in de belangrijkste natuurkernen zoals Stropersbos). Voor het Stropersbos werd intussen een gewestelijk RUP goedgekeurd door de Vlaamse regering op 4 februari Het plangebied grenst ten dele aan dit gewestelijk RUP. Het Vlaams afwegingskader voor weekendverblijven voorziet voor deze cluster dat er rekening moet worden gehouden met de ligging in een beboste omgeving in een bosgebied van Vlaams niveau en met de randvoonruaarden vanuit het habitatrichtlijngebied. Het boskarakter dient maximaal te worden behouden. Voor deelplan 3 voorziet de provinciale visie in een bestendiging van de bestaande vergunde weekendverblijven binnen een open ruimte bestemming (bosgebied). Permanente bewoning wordt uitgesloten. Ook de campingzone wordt met bestendigd met een open-ruimte-nabestemming (bosgebied). Het voorontwerp van prup voorziet in een herbestemming van de bestaande camping naar een zone voor camping met nabestemming bosgebied en in 5 zones voor openluchtrecreatieve verblijven binnen een beboste omgeving met nabestemming bosgebied. Een kleine zone wordt rechtstreeks herbestemd naar bosgebied. Het voorstel om voor de camping een uitdoofscenario te volgen kan worden gevolgd. Het bestendigen van de zone voor openluchtrecreatieve verblijven is minder gewenst gezien dit gebied rechtstreeks paalt aan een natuurgebied en grote eenheid natuur zoals bepaald in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Onderdelen van de Grote Eenheid Natuur'Stropersbos'. De herbestemming van de zone voor weekendverblijven naar een zone voor openluchtrecreatieve verblijven in een beboste omgeving met nabestemming bosgebied is slechts aanvaardbaar voor wat betreft de bestaande bebouwde kavels. Het toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde kavels tot betekent een stimulering om deze kavels alsnog te laten bebouwen. Dit strijdt met de visie op Vlaams en provinciaal niveau. We stellen voor om de onbebouwde kavels onmiddellijk te herbestemmen naar bosgebied. Deelplannen 4 en 5: Plangebieden 4 en 5 zijn zogenaamde wooncompensatiegebieden. Omdat ruim 50 permanent bewoonde weekendverblijven niet worden bestendigd voorziet men in het hoofddorp Kemzeke en in de woonkern Klein-Sinaai 2 woonzones van respectievelijk 2,09 en 1,89 hectare groot. Het is echter niet duidelijk op welke wijze de wooncompensatie zal worden vormgegeven. Omdat Stekene geen specifieke behoefte heeft op vlak van aansnijden van woonuitbreidingsgebied zal voldoende moeten worden afgedwongen dat de bovengenoemde gronden effectief als compensatiegebied zullen worden aangewend. Pas dan kunnen de bepalingen van artikel , twee- 2.',L3 / 4U000 / :16)-.2 plgr_05. dot 5/6

142 de lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden ingeroepen om woonuitbreidingsgebied om te vormen tot woongebied. 5. Overige bemerkingen De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening biedt in de artikelen e.v. een duidelijk kader voor de aanpak permanente bewoning weekendverblijven. Het versoepelen van de decretale regeling inzake het woonrecht (oa. door af te wijken van de norm van maximaal 300 m3 en een gewijzigde vervalregeling van het woonrecht) kan niet onder de vorm van een stedenbouwkundig voorschrift en maakt het prup aanvechtbaar. Artikel , eerste lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat de voor de planopmaak bevoegde bestuursniveaus onderzoeken of planologische oplossingen kunnen worden geboden voor bestaande knelpunten op het vlak van de ruimtelijke inplanting en de permanente bewoning van weekendverblijven. Deze onderzoeken worden uiterlijk op 30 aprll 2012 afgerond. De ruimtelijke uitvoeringsplannen die gevolg geven aan het door deze onderzoeken vooropgestelde oplossingskader, worden uiterlijk op 30 april2015 definitief vastgesteld. De uitspraken in adikel 5.4.2,2e lid VCRO kunnen o.i. niet los worden gezien van deze decretaal vastgelegde termijnen. Met betrekking tot de wooncompensatie werd in de toelichtingsnota aangegeven op welke wijze het traject verder zal verlopen. Het is van belang dat dit flankerend beleid door de provincie ook na de goedkeuring van het prup verder wordt opgevolgd om ervoor te zorgen dat deze wooncompensatiegebieden daadwerkelijk in functie staan van weekendverblijfbewoners die zich wensen te herhuisvesten. Ook de relatie met het grond- en pandendecreet werd in de toelichtingsnota verduidelijkt. Vraag is of het plan de toets aan de omzendbrief RWOl20l4ll doorstaat. Hoe verhoudt zich het percentage 20-25% sociale woningen zich tot de werkelijke nood? 6. algemene conclusie Het advies met betrekking tot het voorliggende RUP is slechts gunstig als voldaan is aan volgende randvoonruaarden: - De omzetting van onbebouwde percelen naar recreatief woongebied zal moeten meegerekend in het gemeentelijke woonquotum voor de gemeente Stekene. Binnen de gegeven ruimtelijke context wordt voorgesteld om minstens de verkaveling van 7 november 2005 (deelplan 1) uit te sluiten. - Het tot 1 januari 2020 toelaten van nieuwe bebouwing op onbebouwde percelen in het Bekafcomplex en Stropersbos legt een zware hypotheek op de nabestemming bosgebied. Voorgesteld wordt om geen verdere bebouwing op onbebouwde percelen toe te laten binnen de gebieden aangeduid door de deelplannen 2 en 3. - De bijkomende mogelijkheden inzake permanent woonrecht (deelplannen 2 en 3) dienen worden geschrapt. - De compensatiegebieden op vlak van wonen (deelplannen 4 en 5) moeten in dienst staan van de herhuisvesting van permanente bewoners van weekendverblijven. Er moet ook rekening worden gehouden met de decretaal vastgelegde termijn van 30 april Hoogachtend, Voor het departement, Francis Beosiere, Adj. van de directeur 2.',r3/400c()/16r.2 plgr_o5. dot 6/6

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 06/06/2017

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 06/06/2017 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' behandeld in zitting van 06/06/2017 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 8 december 2014 tot en met 5 februari 2015.

Nadere informatie

Adviezen ontvankelijk 5. Bezwaren ontvankelijk 45. Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van:

Adviezen ontvankelijk 5. Bezwaren ontvankelijk 45. Ruimte Vlaanderen adviseert het ontwerp RUP gunstig met uitsluiting van: Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie naar open ruimtegebied: fase 1' te Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene behandeld in zitting van 21/04/2015

Nadere informatie

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1', behandeld in zitting van 25/03/14

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1', behandeld in zitting van 25/03/14 Advies van de PROCORO betreffende het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1', behandeld in zitting van 25/03/14 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 12 november 2013 tot en met 10 januari

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2' behandeld in zitting van 08/09/2015

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2' behandeld in zitting van 08/09/2015 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas fase 2' behandeld in zitting van 08/09/2015 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 20 april 2015 tot en

Nadere informatie

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014

Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014 Advies van de PROCORO betreffende het PRUP Reconversie zones voor verblijfsrecreatie - fase 1 behandeld in zitting van 11/03/2014 Het openbaar onderzoek liep van 12 november 2013 tot en met 10 januari

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint- Gillis-Waas fase 1' behandeld in zitting van 12/04/16

Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint- Gillis-Waas fase 1' behandeld in zitting van 12/04/16 Advies van de PROCORO over het PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint- Gillis-Waas fase 1' behandeld in zitting van 12/04/16 INLEIDING Het openbaar onderzoek liep van 21 december 2015 tot en met 18

Nadere informatie

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling?

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling? Waar is uw constructie gelegen volgens het PRUP of gewestplan? Woongebied (woongebied of landelijk woongebied volgens gewestplan of BPA, zone voor kleinschalig wonen en verblijven volgens het PRUP, niet-vervallen

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN RUP Peerlaarstraat en RUP Eertberglei gemeente Bonheiden, informatieavond 10 februari 2015 13004_PT_006_informatieavond relevante begrippen gewestplan, plan van

Nadere informatie

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan. Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan. De Vlaamse Codex RO (VCRO) geeft ondermeer aan welke de decretale mogelijkheden zijn rond vergunbaarheid.

Nadere informatie

Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen'

Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen' Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen' HOOFDSTUK I Normen voor weekendverblijven Afdeling 1 Algemene bepalingen Art. 1.1.1. 1. Dit hoofdstuk is

Nadere informatie

ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN. April 2012

ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN. April 2012 ALGEMENE AANPAK VAN DE WEEKENDVERBLIJVEN IN OOST-VLAANDEREN April 2012 2 Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie

Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie Stekene: een nieuwe kijk op verblijfsrecreatie Mei 2012 Colofon Dit document is een publicatie van: Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Dienst: Directie Ruimte Dienst Ruimtelijke Planning

Nadere informatie

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Dit bezwaar telt 6 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP Clusters

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan reconversie verblijfsrecreatie Kloosterbos en Wildestraat te Wachtebeke

ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan reconversie verblijfsrecreatie Kloosterbos en Wildestraat te Wachtebeke ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan reconversie verblijfsrecreatie Kloosterbos en Wildestraat te Wachtebeke ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 1 reconversie verblijfsrecreatie

Nadere informatie

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Dit bezwaarschrift telt 26 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Ruimtelijke Planning Verslag Datum vergadering: 12/09/2016 Betreft: Verslag plenaire vergadering voorontwerp PRUP s Nonnenbossen-Bos, Vijverbos, Nonnenbossen- Woonclusters (Zonnebeke) Bijlagen: adviezen

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Berquin Notarissen Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 brussel Datum van aanvraag: 15/09/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

23016_D_0145_X_003_00

23016_D_0145_X_003_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Dirk Van Den Haute Beroep: Notaris Adres: Gustaaf Vandersteenstraat 10 1750 Sint-Kwintens-Lennik Datum van aanvraag: 31/08/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente:

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s. Stuk 563 (2000-2001) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 5 februari 2001 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Joachim Coens c.s. houdende wijzigingen van decreten betreffende de ruimtelijke ordening,

Nadere informatie

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2 INHOUD Voorwoord Concordantietabel 1. Grondwettelijke grondslagen Grondwet, artikel 134 1 Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2 2. Vlaamse regelgeving ruimtelijke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0277 van 17 juli 2012 in de zaak 2010/0749/A/2/0675 In zake: mevrouw... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Louis LEYSEN kantoor houdende te

Nadere informatie

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming: naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming: bufferzones 1.1.1.2 een algemeen plan van aanleg (A.P.A) Niet van toepassing in Dilbeek 1.1.1.3 een

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

Dit bezwaarschrift telt 7 pagina s Bezwaarschrift. gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen

Dit bezwaarschrift telt 7 pagina s Bezwaarschrift. gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen Dit bezwaarschrift telt 7 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP

Nadere informatie

RUP zonevreemde woningen

RUP zonevreemde woningen RUP zonevreemde woningen Gemeente Sint-Gillis-Waas Informatievergadering 18 oktober 2010 1 Doel van de toelichting Voorlopige vaststelling 2 september 2010 Reeds enkele jaren bezig met opmaak RUP Openbaar

Nadere informatie

ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014

ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014 ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014 Info-avond bevolking Deel 1: Algemene toelichting Deel 2: Specifieke toelichting deelrup s Rotselaar en Wezemaal Deel 3: Mogelijkheid tot vraagstelling aan

Nadere informatie

23070_E_0141_V_000_00

23070_E_0141_V_000_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Carl Ockerman Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 Brussel Datum van aanvraag: 25 september 2015 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Vergo bvba : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan

Nadere informatie

23016_D_0157_H_011_00

23016_D_0157_H_011_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Gemeentebestuur Dilbeek Beroep: Gemeentebestuur Adres: Gemeenteplein 1 1700 Dilbeek Datum van aanvraag: 23 februari 2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK

Nadere informatie

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016 VCRO & Omgevingstrein 2016 1. Ruimtelijk rendement 2. Zorgwonen 3. Ruimte voor ondernemen 4. Watergevoelige openruimtegebieden 5. Reservatiestroken

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

ROTSELAAR informatievergadering 10 juni 2014

ROTSELAAR informatievergadering 10 juni 2014 ROTSELAAR informatievergadering 10 juni 2014 Info-avond bevolking Deel 1: Algemene toelichting Deel 2: Specifieke toelichting gemeente Rotselaar deel Werchter Deel 3: Mogelijkheid tot vraagstelling aan

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Federaal comité tot aankoop van onroerende goederen Adres Kruidtuinlaan 50 398 1000 Brussel Uw bericht van: 9 januari 2019 Uw kenmerk: 46013/128 Ons

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten 9 brochure_leidraad_a5.indd 1 19/02/14 13:26 Stedenbouwkundige voorschriften en plannen die u een vlotte vergunningsverlening

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Adres AMPE EN DEPUYDT Kloosterstraat 69B 9150 Rupelmonde (Kruibeke) Uw bericht van: 19 maart 2019 Uw kenmerk: 2190267/pf Ons kenmerk: 005606/006-2019/136

Nadere informatie

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4 STAD LEUVEN Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4 ONTWERP Deel 4: Het register planbaten, planschade, kapitaal- en gebruikersschade Gezien en voorlopig

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE. UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE. Openbare zitting van 31 januari 2017. Tegenwoordig: R. De Caluwé, burgemeester-voorzitter; P. De Bock M. Fruytier T. Walbrecht- S. Poppe,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

GGR-K2a MARTELARENLAAN -

GGR-K2a MARTELARENLAAN - STAD LEUVEN GEBIEDSGERICHT RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN GGR-K2a MARTELARENLAAN - HERZIENING Deel 4: Het register planbaten, planschade, kapitaal- en gebruikersschade DEFINITIEF Gezien en voorlopig vastgesteld

Nadere informatie

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Directie infrastructuur Dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Els Van Loon/Shary Heuninckx Telefoon - fax 016/26.75.07 016/26.75.85 E-mail weekendverblijven@vlaams-brabant.be

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie.

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie. Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en Doel van de premie. Artikel 1: 1. Om jonge gezinnen te ondersteunen in de aankoop van een woning op het grondgebied van de gemeente Middelkerke,

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 3 e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw Provincieraadsbesluit betreft verslaggever PROVINCIAAL RUP 'MUSEUMSITE VELZEKE' TE ZOTTEGEM Definitieve vaststelling de heer Marc De Buck De Provincieraad,

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution WOON RESERVE GEBIEDEN 20 juli 2018 Leiegardens 2014, Your Estate Solution SITUERING Woonreservegebieden (± 12.000ha) = woonuitbreidingsgebieden (WUG s) + specifieke reservegebieden reservegebieden voor

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Notaris Hans Van Overloop

Notaris Hans Van Overloop Nieuwe contactgegevens vanaf 10 maart 2010 Stedenbouwkundige vergunningen Loketadres op afspraak Postadres Grote Markt 1 2000 Antwerpen Tel 03 338 67 45 notaria@stad.antwerpen.be SW/V/SV Alle briefwisseling

Nadere informatie

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul STAD LEUVEN Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul Ontwerp Deel 4: Register van de percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van

Nadere informatie

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage IV. Register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

Winning van oppervlaktedelfstoffen zand- en steengroeve Balegro

Winning van oppervlaktedelfstoffen zand- en steengroeve Balegro VR 2017 3103 DOC.0316/12 Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Oosterzele ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Winning van oppervlaktedelfstoffen zand- en steengroeve Balegro : Register met

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas - Verslag plenaire vergadering 8 juli 2015 Ruimte Vlaanderen Afdeling Gebieden en Projecten Koning Albert II-laan

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE 2014-2019 Vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 2014 en vervangen bij gemeenteraadsbeslissing

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN Brussel, 9 oktober 2002 100902_AdviesErfgoedlandschappen INLEIDING De Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING TOELICHTING BIJ DE VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING EN DE UITVOERINGSBESLUITEN Veerle Strosse en Tom Van Rensbergen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE pagina 1 van 7 STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Geachte mevrouw Geachte heer Hierbij vindt u het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: IDENTIFICATIE

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES (meer info vindt u op www.ruimtelijkeordening.be) VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING HOOFDSTUK IV. Afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften AFDELING 2. Basisrechten voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Definities

Hoofdstuk 1: Definities OPGELET: De Vlaamse Regering heeft op 5 juli 2013 deze nieuwe verordening hemelwater definitief goedgekeurd. Het besluit treedt in werking op 1 januari 2014. Hieronder vindt u de tekst die van toepassing

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Adres AMPE EN DEPUYDT Kloosterstraat 69B 9150 Rupelmonde (Kruibeke) Uw bericht van: 19 maart 2019 Uw kenmerk: 2190267/pf Ons kenmerk: 000402/011-2019/135

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebieden cluster C3 Reconversiegebied Vilvoorde Machelen

afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebieden cluster C3 Reconversiegebied Vilvoorde Machelen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebieden cluster C3 Reconversiegebied Vilvoorde Machelen Bijlage IIIc: register met de percelen waarop een bestemmingswijziging

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE NOTARIS ANNELIES VERSTRAETE Zwaanaardestraat 18 9112 Sinaai (Sint-Niklaas) IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam Beroep NOTARIS ANNELIES

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten: VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam HAECK BERT Adres Kalishoekstraat(MEL) 29 9120 Melsele (Beveren) Uw bericht van: 13 oktober 2017 Uw kenmerk: 2170262 mvdj Ons kenmerk: 007581/003-2017/487

Nadere informatie

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel 2 mei 2017 Geachte, U vindt hierbij het inlichtingenformulier vastgoedinformatie en het stedenbouwkundig uittreksel betreffende het vastgoed gelegen in Dokter Haubenlaan(M)

Nadere informatie

Inhoudstafel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Inhoudstafel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Inhoudstafel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening TITEL I. Inleidende bepalingen HOOFDSTUK I. Doelstellingen en begrippen HOOFDSTUK II. Voortgangsbewaking inzake de uitvoering van het ruimtelijk structuurplan

Nadere informatie

Voorstel van Decreet wijziging Decreet Grond- en pandenbeleid

Voorstel van Decreet wijziging Decreet Grond- en pandenbeleid Voorstel van Decreet wijziging Decreet Grond- en pandenbeleid Standpunt 1. Inleiding Via een parlementair initiatief wordt een wijziging van het Decreet Grond- en Pandenbeleid voorbereid. Deze wijzigingen

Nadere informatie

Opvolgingsnota Actieprogramma voor onbebouwde percelen in publieke (en semi-publieke) eigendom GEMEENTE OPWIJK

Opvolgingsnota Actieprogramma voor onbebouwde percelen in publieke (en semi-publieke) eigendom GEMEENTE OPWIJK Opvolgingsnota Actieprogramma voor onbebouwde percelen in publieke (en semi-publieke) eigendom GEMEENTE OPWIJK Op 25 oktober 2012 keurde de gemeenteraad het actieprogramma goed. In uitvoering daarvan werd

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Leiestreek landbouw-, natuur- en bosgebieden Bouvelobos, Hemsrode en Steilrand

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ALGEMEEN BELEID, FINANCIEN EN BEGROTING

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ALGEMEEN BELEID, FINANCIEN EN BEGROTING C135 FIN7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 29 maart 2001 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ALGEMEEN BELEID, FINANCIEN EN BEGROTING Vraag om uitleg van de heer Erik Matthijs tot de heer

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften verloop stedenbouwkundige voorschriften datum verloop 27/02/2014 beslissing opmaak 01/04/2014 plenaire vergadering 03/07/2014 voorlopige vaststelling 25/08/2014-24/10/2014 openbaar onderzoek 26/02/2015

Nadere informatie

Verslag: Informatievergadering RUP Centrum 5 Noord Datum: 3/5/2017 Locatie: St.-Jorisheem. Aanwezig:

Verslag: Informatievergadering RUP Centrum 5 Noord Datum: 3/5/2017 Locatie: St.-Jorisheem. Aanwezig: Verslag: Informatievergadering RUP Centrum 5 Noord Datum: 3/5/2017 Locatie: St.-Jorisheem Aanwezig: Marc Penxten, burgemeester André Vanhex, schepen ruimtelijke ordening Barbara Ceuleers, dienst communicatie

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Algemeen - Tijdens de periode van publieke inspraak van 12 maart 2018 tot en met 12 mei 2018 zijn er verschillende

Nadere informatie

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie Departement Grondgebiedszaken Stedenbouw Contact Sofie Roose T 056 733 374 sofie.roose@harelbeke.be Bellis'immo Iepersestraat 120 8890

Nadere informatie

Deze tekst geeft kort een aantal aandachtspunten met betrekking tot het actieprogramma onbebouwde bouwgronden.

Deze tekst geeft kort een aantal aandachtspunten met betrekking tot het actieprogramma onbebouwde bouwgronden. Actieprogramma In het Decreet Grond- en Pandenbeleid INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1 Inleiding... 1 2 Waar dient het actieprogramma voor... 1 3 Procedure... 2 4 Welke percelen hoeven niet te worden

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare Bindend gedeelte Inhoud 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN VAN UIT DE GEWENSTE DEELSTRUCTUREN... 2 1.1 RUIMTELIJKE

Nadere informatie