Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen

Transcriptie

1 Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 9 augustus 2006 Ons Kenmerk B210706NJA1687-CV Bijlage(n) 3 Onderwerp Voortgang invoering zorgzwaartebekostiging Contactpersoon dhr. M.A.C.G. (Marcel) Klieverik/ mw. drs. C. (Claire) Vermolen Telefoonnummer / adres mklieverik@vgn.org/ cvermolen@vgn.org Geacht bestuur, geachte directie, Op 18 juli 2006 heeft u per directi een overzicht ontvangen van de antwoorden op de vragen over de zorgzwaartebekostiging, die in de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 27 juni 2006 zijn gesteld. Met deze brief informeren wij u over de laatste stand van zaken betreffende de zorgzwaartebekostiging en het vervolgtraject. Stand van zaken zorgzwaartebekostiging Op 3 juli 2006 heeft een Bestuurlijk Overleg tussen de staatssecretaris en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) plaatsgevonden over de zorgzwaartebekostiging. De bestuurlijke afspraken 1 tussen de VGN en het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) hebben als leidraad gediend tijdens het overleg. Specifiek is er gesproken over het invoeringsmodel, de financiering van dagbesteding en behandeling, alsmede de facilitering van aanbieders. Per onderwerp wordt hieronder de stand van zaken toegelicht. Invoeringsmodel Over de te hanteren invoeringsstrategie voor de zorgzwaartebekostiging is nog geen overeenstemming bereikt. Wel is er overeenstemming over de volgende randvoorwaarden die mede van belang zijn bij de keuze van de invoeringsstrategie: - Invoering dient verantwoord te zijn voor zorgaanbieder, cliënt, zorgkantoor en overheid (zowel bestuurlijk als financieel); - Invoering per AWBZ-sector budgettair neutraal; - Vanaf 1 januari 2007 één taal in de keten van zorgzwaartebekostiging: de zorgzwaartepakketten (ZZP s); 1 De bestuurlijke afspraken tussen VGN en het ministerie van VWS zijn vastgelegd in een voortgangsoverzicht. Dit overzicht is toegevoegd aan de agendastukken voor de ALV van 27 juni Oudlaan GA Utrecht Postbus AK Utrecht info@vgn.org T (030) F (030) Postbank Rabobank BTWnr B.01 KvK Utrecht

2 pagina 2 - Het controleren van het scoren dient op een onafhankelijke wijze door of onder leiding van het Centrum voor Indicatiestelling Zorg (CIZ) te worden gedaan. Bijkomende randvoorwaarden van de kant van de VGN zijn: goede uitvoerbaarheid, herkenbaarheid voor de cliënt en toekomstbestendigheid van het systeem. Bij een verantwoorde invoering ontstaat een spanningsveld tussen het geven van voldoende tijd aan zorgaanbieders om de bedrijfsvoering aan te passen en de verzilvering van nieuwe indicaties in ZZP s door cliënten. Het is van belang dat zorgaanbieders tijdig inzicht hebben in de financiële gevolgen van de invoering en dat er sprake is van een geleidelijke herallocatie. De VGN heeft tijdens het Bestuurlijk Overleg aangegeven dat het maken van productieafspraken in zorgzwaartepakketten (ZZP s) per 2007 problemen met zich mee brengt. Vooral het scoren in het najaar 2006 en controle in het voorjaar 2007 vraagt aandacht. De VGN gaf om deze reden in overweging of zorginkoop in termen van de huidige bekostigingssystematiek voor 2007 geen betere optie is. De staatssecretaris houdt echter vast aan de uitgezette lijn, waarin de zittende cliënten in het najaar 2006 worden gescoord en de productieafspraken 2007 in termen van zorgzwaartebekostiging worden gemaakt. De staatssecretaris wil hierbij wel rekening houden met de door de VGN aangedragen problemen. Op 5 juli 2006 heeft het CTG/ZAio twee invoeringsstrategieën gepresenteerd, te weten de strategie van een gefaseerde ingroei en de strategie van een integrale invoering. De laatste strategie heeft de voorkeur van de betrokken partijen, waaronder de VGN. Bij integrale invoering zijn verschillende varianten denkbaar die momenteel nader worden uitgewerkt. De Adviescommissie Financieel Economische Aangelegenheden (AFEA) van de VGN zal de VGN hierover adviseren op 22 augustus Dagbesteding De VGN is akkoord met het voorstel van het ministerie van VWS om de dagbesteding integraal via een aparte module in de ZZP s op te nemen. Per cliënt wordt conform zijn indicatie bepaald of de cliënt wel of geen recht heeft op dagbesteding (dit wordt kortweg aangeduid met: de module staat aan of uit ). De integraliteit houdt in dat er sprake is van een 1 op 1 relatie tussen een ZZP en het aantal dagdelen dagbesteding. De dagbesteding behoeft echter uitwerking op een aantal punten. De essentie van het probleem rondom de dagbesteding is dat er een historie is met twee verschillende regimes en de daarbij behorende verwachtingen van zorgaanbieders en hun cliënten. Het huidige semimurale regime is financieel ruimer ten aanzien van de dagbesteding dan het intramurale, in het bijzonder waar het gaat om kinderen. De VGN heeft hierover voor interne doeleinden een berekening gemaakt (zie bijlage 1). Harmoniseren zal niet zonder problemen gaan en de vraag is hoe zich dit verhoudt tot uitgangspunten vanuit de Tweede Kamer, de cliëntenorganisaties en de VGN om dagbesteding intramuraal op hetzelfde niveau te brengen als extramuraal en de keuzevrijheid te bevorderen. Harmonisatie van het tarief voor de intramurale

3 pagina 3 dagbesteding, tot op het niveau van het tarief voor de extramurale dagbesteding, staat op gespannen voet met de macro budgettair neutrale invoering van de zorgzwaartebekostiging. Als gevolg van het persoonsvolgende karakter van het nieuwe systeem lijken de mogelijkheden van cliënten ruimer te worden. Dat vraagt meer middelen of een beperking van de keuzevrijheid van de cliënt. De staatssecretaris begrijpt dat er hierdoor een zekere mate van onrechtvaardigheid ontstaat en heeft het CTG/ZAio gevraagd, in overleg met de VGN en het ministerie van VWS, deze problematiek inzichtelijk te maken en oplossingsvarianten aan te dragen. Verschillende varianten in vormgeving en financiering worden momenteel doorgerekend door het CTG/ZAio. De VGN zal de tussentijdse uitkomsten op 22 augustus 2006 voorleggen aan de AFEA. In het volgende Bestuurlijk Overleg wordt het onderwerp dagbesteding opnieuw geagendeerd. Ter voorbereiding op de begroting 2007 van het ministerie van VWS, heeft de VGN een voorstel neergelegd voor ophoging van de intramurale dagbestedingsbudgetten. Behandeling Conform dagbesteding wordt behandeling (voorzover die behandeling onderdeel is van de AWBZ) afzonderlijk onderscheiden binnen de ZZP s. Er zijn twee meetmethoden gehanteerd om de component behandeling in beeld te krijgen en te koppelen aan de ZZP s, te weten tijdschrijven door de behandelaars en benaderen van de omvang via de formatiegegevens van de behandelaars. Het eindresultaat is meegenomen in de ZZP s die gebruikt zijn voor de pilot zorgzwaartebekostiging. Daarbij is slechts in beperkte mate gedifferentieerd tussen de pakketten voor wat betreft de omvang van de behandelcomponent. Uit de pilot zorgzwaartebekostiging blijkt namelijk dat het aantal uren behandeling niet automatisch toeneemt bij een zwaardere ZZP. De staatssecretaris en de VGN zijn het er over eens dat de functie behandeling om een nadere uitwerking vraagt met daarmee een reële schatting van de tijdsinvestering per cliënt. Bij de uitwerking gaat het om het in de ZZP s opgenomen gemiddeld aantal uren behandeling in relatie tot de werkelijk gerealiseerde uren behandeling. Momenteel worden door VWS enkele mogelijke varianten nader onderzocht. Hierbij valt te denken aan de variant ZZP s met of zonder behandeling (aan/ uit module), de variant zwaardere ZZP s met behandeling en lichtere ZZP s zonder behandeling of de variant voortzetting van de huidige systematiek voor behandeling. De VGN onderzoekt momenteel wat de voor- en nadelen zijn van de diverse varianten. In september 2006 wil VWS meer duidelijkheid geven over behandeling. Facilitering van de zorgaanbieders Door de invoering van de zorgzwaartebekostiging moeten diverse bedrijfsprocessen binnen de instellingen op onderdelen worden aangepast. Daarnaast is er sprake van een verhoging van de administratieve lastendruk voor de instellingen als gevolg van de invoering van de zorgzwaartebekostiging en de ultieme vulling van de AWBZ brede zorgregistratie (AZR). Hiervoor is extra personele capaciteit voor de duur van de

4 pagina 4 invoering nodig. Tevens moeten de administratieve systemen aangepast worden. Dit leidt tot meer incidentele, maar ook tot meer structurele kosten. De VGN wil dat voor de invoering van de zorgzwaartebekostiging voldoende middelen ter beschikking worden gesteld om instellingen in staat te stellen de administratieve systemen aan te passen en de incidentele kosten te compenseren. De VGN heeft onderzocht hoeveel tijd een instelling gemiddeld per cliënt nodig heeft als gevolg van de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Dit blijkt fors meer te zijn dan de in de pilot gereserveerde tijd van gemiddeld 1 uur. De benodigde tijd wordt vooral besteed aan de opleiding van medewerkers en gesprekken met ouders/ vertegenwoordigers. Hierbij dient wel in ogenschouw te worden genomen dat de status en rol van het scoren direct van invloed is op de tijd die dit vergt. Immers, hoe meer gewicht het scoren krijgt, hoe meer werk het is (zorgvuldigheid, nauwkeurigheid) en dus hoe meer geld het kost. Het ministerie van VWS zal, in overleg met de VGN, opnieuw kijken naar de resultaten uit de pilot en de onderbouwing van de huidige begroting ter facilitering van de zorgaanbieders. Indien noodzakelijk, wordt de huidige begroting aangepast. Onnodige administratieve belasting van de zorgaanbieders wordt tegengegaan. De wijze van verantwoording naar verschillende instanties, als het zorgkantoor, het CIZ en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), dienen op elkaar afgestemd te worden. Vervolgtraject De ZZP s, ontwikkeld door HHM in overleg met betrokkenen, zijn na verwerking van de pilotgegevens en bespreking in sectorale gremia (brancheorganisaties van de zorgaanbieders, cliëntenorganisaties en Zorgverzekeraars Nederland) op 14 juli 2006 door het ministerie van VWS voorlopig definitief 2 vastgesteld (zie bijlage 2). Deze set van ZZP s is overgedragen aan het CTG/ZAio voor het berekenen van de maximumtarieven. De belangrijkste punten in de brief Overdracht ZZP s V7V en GHZ t.b.v. berekenen prijzen (zie bijlage 3) hebben betrekking op de keuzes die door het ministerie van VWS gemaakt zijn ten aanzien van de indeling van de ZZP s, de dagbesteding en de behandeling. Voor de commissie care vergadering van het CTG/ZAio van 27 september a.s. staan deze zaken geagendeerd. Ter voorbereiding hierop zal de VGN de nodige aandacht besteden aan de keuzes rond de indeling van de ZZP s, dagbesteding (incl. de bekostiging) en behandeling. Wat betekent dit concreet voor de zorgaanbieder? Voor 2007 geeft het ministerie van VWS aan dat de zorgaanbieders rekening moeten houden met een verwaarloosbare schommeling van de financiële middelen voor Voorlopig definitief houdt in dat er een definitieve set van ZZP s door VWS is aangeboden aan het CTG/ZAio. De inhoudelijke beschrijving van de pakketten kunnen echter nog gewijzigd worden (dat wil zeggen: wijzigingen in de nadere omschrijving van de cliëntgroepen in het zogenoemde cliëntprofiel van elk zorgzwaartepakket).

5 pagina 5 Het CTG/ZAio houdt hier ook rekening mee bij het vaststellen van de maximum prijzen van de ZZP s begin november Volgens de laatste planning van VWS is het voornemen de zittende cliënten dit najaar door de zorgaanbieders te laten scoren in ZZP s ten behoeve van de eerste ronde productieafspraken Mocht echter blijken dat er nog onvoldoende zaken zijn uitgewerkt of verduidelijkt, dan is de vraag of de zorgaanbieders moeten starten met het scoren van de cliënten. De VGN probeert goede afspraken te maken over het invoeringstraject van de zorgzwaartebekostiging, met als kader de reeds gemaakte bestuurlijke afspraken met het ministerie van VWS. Mocht de beslissing worden genomen het scoren van de cliënten uit te stellen tot betere uitwerking is bereikt en er meer voortgang is geboekt, dan wordt u hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd. Ook het ministerie van VWS wil zoveel mogelijk onduidelijkheid wegnemen bij de zorgaanbieders. Daarom organiseert het ministerie van VWS in september 2006 vijf voorlichtingsmiddagen om u over de invoering van de zorgzwaartebekostiging te informeren. Op de website van het ministerie ( vindt u meer informatie over deze regionale bijeenkomsten en de wijze van aanmelding. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u vragen heeft, kunt u zich richten tot de betreffende beleidsmedewerkers, die als contactpersonen in het briefhoofd staan vermeld. Met vriendelijke groet, mw. drs. J.E.A.M. Nooren Directeur Bijlagen Bijlage 1: Vergelijking budgetten per cliënt voor woonzorg en dagbesteding intra- en semimuraal Bijlage 2: Totaaloverzicht zorgzwaartepakketten, 14 juli 2006 Bijlage 3: Brief VWS aan CTG/ZAio Overdracht ZZP s V&V en GHZ t.b.v. berekenen prijzen