Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

Transcriptie

1

2 Drie medewerkers in de executieve dienst en twee medewerkers van de afdeling MSO van Bureau Scheveningen. Vier medewerkers in de executieve dienst en drie medewerker van de afdeling Intake & Service van Bureau Leiden Noord. Vijf medewerkers in de executieve dienst en twee medewerkers van de afdeling Intake & Service van Bureau Gouda. Tijdens de interviews is de implementatie van het PSA beleid getoetst en is gesproken over de mate waarin medewerkers te maken krijgen met agressie in het werk. Op de hierboven genoemde locaties heeft de inspecteur een rondgang gemaakt langs de balies van de afdelingen MSO en Intake & Service. Hierbij is gekeken naar technische en bouwkundige maatregelen. Directie Arbo Datum 27 mei 2014 Onze referentie A1107/1/05 Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en. Met mijn brief van 12 februari 2014, kenmerk A1107/1/01 bent u geïnformeerd over de tekortkomingen die tijdens het inspectiebezoek zijn geconstateerd. In deze brief is een aantal punten geformuleerd waaraan u dient te voldoen. Een aantal van deze punten betrof het voornemen u eisen te stellen voor de manier waarop u overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwetgeving dient op te heffen. Het voornemen om eisen te stellen had betrekking op de volgende overtredingen: 1. Het verdiepend onderzoek naar werkdrukfactoren is niet meer actueel, terwijl werkdrukfactoren wel een rol spelen in de beleving van werkdruk bij medewerkers. Dit is een overtreding van artikel 2.15, 1e lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit. 2. In het kader van risicobeoordeling rondom onderlinge ongewenste omgangsvormen is, voor de locaties van voormalig korps Haaglanden,niet beoordeeld in hoeverre intimidatie door leidinggevenden een risico vormt. Dit is een overtreding van artikel 2.15, 1e lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit. 3. In het kader van onderlinge ongewenste omgangsvormen zijn medewerkers niet bekend met de externe klachtencommissie. Voorlichting hierover heeft onvoldoende plaats gevonden. Dit is een overtreding van artikel 2.15, 2e lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit. In de brief bent u gelegenheid gesteld uw zienswijzen hierover kenbaar te maken. U heeft hiervan gebruik gemaakt. De zienswijzen zijn als bijlage 1 bij deze brief gevoegd. In deze zienswijze gaat u in op de volgende onderwerpen: Aanvullende inventarisatie rondom PSA risico s; Agressietrainingen. Hetgeen in de zienswijzen wordt gesteld is geen reden om van de eisen af te zien. Voor de in de kennisgeving en hierboven genoemde overtredingen stel ik u, daartoe bevoegd op grond van de Arbeidsomstandighedenwet artikel 27, de volgende eisen: 1. Met betrekking tot de overtreding genoemd onder 1: U voert voor de eenheid Den Haag een verdiepend werkdrukonderzoek uit. Voor dit onderzoek maakt u gebruikt van een erkend instrument om werkdruk en werkbeleving te inventariseren. Hierbij valt te denken aan een Pagina 2 van 5

3 methode als WeBa of VBBA. Een vergelijkbaar instrument gebruiken kan ook. De respons van het onderzoek dient minimaal 50% te zijn, zodat de resultaten als representatief kunnen worden beschouwd. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek stelt u maatregelen op ter verbetering van de werkdrukbeleving. Na het uitvoeren van de maatregelen beoordeeld u het effect van de getroffen maatregelen. U voert het onderzoek uit op alle locaties behorende bij de eenheid Den Haag. Directie Arbo Datum 27 mei 2014 Onze referentie A1107/1/05 2. Met betrekking tot de overtreding genoemd onder 2: Voor de bureaus van het voormalig korps Haaglanden voegt u aan het werkdrukonderzoek/werkbelevingsonderzoek een aspect toe dat beoordeeld in hoeverre de medewerkers op verschillende locaties te maken krijgen met intimidatie door leidinggevenden en/of het misbruiken van posities door leidinggevenden. Daar waar een negatieve score het resultaat is neemt u maatregelen ter verbetering. Na uitvoering van deze maatregelen evalueert u het effect van de genomen maatregelen. 3. Met betrekking tot de overtreding genoemd onder 3: U geeft uw medewerkers voorlichting over de externe klachtencommissie, zodat zij bekend zijn met de mogelijkheden van deze commissie. Daarnaast zorgt u ervoor dat uw vertrouwenspersonen, wanneer er een vertrouwelijk gesprek wordt gevoerd, de medewerkers wijzen op de mogelijkheden van de externe klachtencommissie. U dient binnen 6 maanden na dagtekening van deze brief aan de eerste twee eisen voldaan te hebben. Voor de eis genoemd onder 3 geldt een periode van 3 maanden. Na afloop van de termijn kan gecontroleerd worden of u de geëiste maatregelen heeft getroffen. De overige punten die genoemd staan in de brief van 12 februari 2014 betreffen zogenoemde waarschuwingen. Deze zijn van andere juridische aard. Het neemt niet weg dat u ook deze waarschuwingen uit de brief van 12 februari 2014 dient op de volgen. Deze eis is geen bestuurlijke boete. Na afloop van de (langste) termijn wordt uw organisatie opnieuw geselecteerd voor een inspectie op de overtreden onderwerpen. Worden tijdens deze nieuwe inspectie dezelfde of soortgelijke overtredingen als bedoeld in artikel 8.29c van de Arboregeling aangetroffen, dan wordt hiervoor een boeterapport opgemaakt, tenzij er maatregelen zijn genomen die een vergelijkbaar niveau voor de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemer(s) tot stand brengen als in de gestelde eis. In deze eisen is bepaald dat er ook verplichtingen rusten op werknemers. U bent verplicht deze werknemers hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen. Dit is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Meer informatie over de Arbeidsomstandighedenwetgeving en handhaving door de Inspectie SZW kunt u vinden op Een afschrift van deze brief is verzonden aan uw medezeggenschapsorgaan. U kunt schriftelijk reageren op deze brief. U wordt daarbij verzocht het kenmerk en de datum van deze brief te vermelden. U kunt ook bellen met bovengenoemde contactpersoon. Pagina 3 van 5

4

5 Het bezwaar schort de werking van deze beschikking niet op. Dit houdt in dat, ook al is er bezwaar aangetekend tegen deze beschikking, de bestuurlijke boete binnen de gestelde termijn dient te worden betaald. Directie Arbo Datum 27 mei 2014 Onze referentie A1107/1/05 Pagina 5 van 5

6

7