Functiespecifieke voorwaarden Getuigschrift goed gedrag en zeden type 2

Transcriptie

1 CAW NOORD-WEST-VLAANDEREN Functieomschrijving Onthaalhulpverlener 1. Identificatie van de functie Functiebenaming hulpverlener onthaal Werkvorm ambulant Team Jongerenteam regio Brugge Functiewaarderingsniveau PC Barema b1c Opleidingsniveau Minimaal bachelorniveau Functiespecifieke voorwaarden Getuigschrift goed gedrag en zeden type 2 2. Doel van de functie Instaan voor het eerste hulpverlenend contact met cliënten (fysiek/chat/mail): bieden van een luisterend oor, verkennen en verduidelijken van de vraag en bieden van directe hulp via informatie, advies en praktische dienstverlening. Mensen ondersteunen, krachtiger maken, hun netwerken versterken en perspectief bieden. In functie van cliënthulp samenwerken met andere diensten in een hulpverleningsnetwerk. Waar zinvol een coördinerende rol opnemen. Als nodig cliënten oriënteren en/of doorverwijzen naar interne en externe hulpverlening op maat. Het subsidiariteitsprincipe is hierbij van toepassing. Signaleren van terugkerende problemen met als doel situaties van verontrusting en achterstelling op te heffen. Het ontwikkelen van preventieve acties ten aanzien van de doelgroep en de bredere samenleving, vanuit waargenomen signalen. Uitbouwen en meewerken aan acties zoals bekendmaking, sensibilisering, informeren, vorming geven, 3. Plaats in de organisatie Je maakt deel uit van het Jongerenteam regio Brugge en bent ingebed in het samenwerkingsverband Route 36. Als hulpverlener in het jongerenteam neem je een sleutelpositie in voor onze werking. Je bent voor de hulpvrager de eerste hulpverlener binnen het CAW waarmee hij/zij contact heeft. Je kan er mee voor zorgen dat mensen zich gehoord, begrepen en geholpen voelen. Je motiveert hen om verder te werken richting een meer kwalitatief leven. 1

2 Je kan zelfstandig werken, maar werkt ook in nauwe verbinding met de andere collega s van je team. Met inhoudelijke vragen kan je terecht bij collega's en op het teamoverleg. In het kader van interne en externe doorverwijzing heb je een grondige kennis van de sociale kaart en werk je vlot samen met andere hulpverleners. Je wordt aangestuurd en gecoacht door je teamverantwoordelijke. 4. Functieprofiel 4.1. Resultaatsgebieden op cliëntniveau: - Cliënten die zich gehoord en begrepen voelen. - Goed geïnformeerde hulpvragers die het advies kunnen wikken en wegen in functie van de keuze die ze willen maken. - Cliënten die krachtiger zijn, meer zelfredzaam en die hun eigen hulpbronnen kunnen inschakelen. - Cliënten die hun versterkte netwerken in beeld hebben en die appelleren in nood. - Cliënten die gemotiveerd zijn voor hulp- of dienstverlening - Cliënten die verwezen worden naar de minst ingrijpende vorm van hulpverlening. op organisatieniveau: - Terugkerende situaties van verontrusting zijn in signalen omgezet en doorgegeven via het teamoverleg. - Hulpverleners registreren en rapporteren hun werk op een correcte manier. - Hulpverleners bieden juiste en volledige informatie aan collega s die instaan voor vervolghulp. - Hulpverleners werken intern en extern samen en investeren in netwerken. - Maatschappelijke tendensen worden opgepikt, waar zinvol gesignaleerd aan preventieteam en/of omgezet in gerichte (preventieve) acties Taken Iedere hulpverlener beschikt over een gemeenschappelijke basiskennis om elke vraag te kunnen verduidelijken en er op maat mee aan de slag te gaan. Op basis van specifieke competenties en talenten zal de hulp verlener een major en minor expertisedomein ontwikkelen. Cliëntniveau - De vragen en behoeften van de doelgroep centraal stellen rekening houdend met de opdrachten van het team en de organisatie - Via een professionele en eigentijdse communicatie het contact met cliënt opbouwen 2

3 - Beluisteren en verhelderen van de vragen - Informatie geven en advies op maat bieden - Geschikte gesprekstechnieken en methodieken inzetten - Ondersteunen en motiveren van cliënten - Samen zoeken naar de krachten, hulpbronnen en netwerken en deze leren benutten en versterken - Gericht intern en/of extern verwijzen - Handelend optreden in crisissituaties - Omgaan met signalen van verontrusting - Structurele signalen kunnen omzetten in preventieve acties - Hindernissen en problemen op een creatieve wijze aanpakken - Projectmatig werken aan de hand van behoeften en ervaringen van de doelgroep, mogelijks in groep. Werkorganisatie - Dagelijks zicht hebben op de uit te voeren taken - Werkinhoud verdelen, plannen en uitvoeren - Registreren van cliëntcontacten - Collega's informeren over het uitgevoerde werk - Up to date houden van kennis mbt sociale kaart, rechtenverkenner, relevante methodieken Netwerken - Coördineren van netwerken rond de cliënt - Samenwerken met anderen (eigen collega s en collega s van partnerorganisaties), steeds in het belang van de cliënt en de organisatie. 4.3 Basishouding: Een medewerker van het CAW valt op door zijn/haar klantgerichtheid. De vragen en noden van de cliënt staan steeds centraal. Een CAW- medewerker is gedreven en overtuigd dat hij/zij het verschil kan maken, is integer door zich te verbinden aan de waarden en omgangsregels die gelden voor de functie. De medewerker kan reflecteren over de eigen waarden en normen en realiseert dat deze cultuurbepaald zijn. Deze cultuursensitieve basishouding vertaalt zich ook in het zich op een onbevooroordeelde wijze kunnen verplaatsen in de waarden en normen van de ander. Iedere medewerker zet zijn/haar talenten in en geeft het beste van zichzelf. De ander en zijn/haar context zetten we in hun kracht. De CAW-medewerker heeft een gedeelde verantwoordelijkheid in functie van het realiseren van de teamdoelstellingen en de beleidsdoelstellingen op organisatieniveau. 3

4 4

5 4.4. Competenties Kerncompetenties Competenties Interne en externe klantgerichtheid De vragen en behoeften van de klant/cliënt staan centraal in het handelen, dit rekening houdend met de doelstellingen van het team/organisatie Zelfstandig werken Organiseren van het eigen werk en inschatten en aangeven wat je daar voor nodig hebt. Samenwerken Op een effectieve wijze meewerken aan een gezamenlijk resultaat Kwaliteitsgerichtheid Streven naar een borging en verbetering van de kwaliteit van het werk binnen de contouren van het kwaliteitskader Gedragsindicatoren Benadert klanten/cliënten met open mind en open aandacht. Is duidelijk tegenover de klant/cliënt over het aanbod van de dienst/organisatie. Kan zich inleven in de situatie van de klant/cliënt en heeft aandacht en begrip voor andere meningen en omgangsvormen. Stelt zich consequent en congruent op bij vragen van de klant/cliënt. Is flexibel indien de context van de klant/cliënt dit vereist. Kan met de nodige instructies aan de slag. Laat zich aan- en bijsturen indien nodig. Kan werken zonder externe controle. Kan op creatieve wijze hindernissen of problemen bij de uitvoering van het werk oplossen. Spreekt op een eerlijke en open wijze over de uitvoering van het werk met leidinggevende. Werkt taken en opdrachten tijdig en volledig af Komt gemaakte afspraken op team- en organisatieniveau na. Staat open voor de meningen en ideeën van andere teamleden. Ondersteunt en helpt anderen in het team en neemt zo nodig taken over van een collega. Gaat respectvol en waarderend om met collega's en leidinggevenden. Participeert actief in netwerk- en samenwerkingsverbanden binnen het kader en opdracht van zijn/haar functie. Voert het werk correct en verzorgd uit. Controleert het eigen werk op fouten en stuurt bij indien nodig. Vraagt regelmatig feedback over de kwaliteit van het werk aan team/leidinggevende/klant/cliënt. Is kritisch ten aanzien van het eigen werk en controleert of het eigen werk voldoet aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen. Bespreekt op een transparante wijze het eigen functioneren met leidinggevende/team o.m. in functie van het waarborgen van de kwaliteitsnormen. 5

6 4.5 Functiespecifieke competenties Competenties Cultuursensitieve beroepshouding Kan reflecteren op de eigen waarden en normen en is er zich van bewust dat deze cultuurbepaald zijn, en kan zich op een onbevoordeelde wijze verplaatsen in de waarden en normen van de cliënt en het cliëntsysteem en van andere interne en externe collega's Inlevingsvermogen Zich bewust zijn van de houding, gevoelens en omstandigheden van cliënten en van de invloed van het eigen gedrag ( en houding) op hen. Probleemanalyse Ontrafelen van complexe cliëntsituaties, herkennen van belangrijke en relevante informatie en zoeken naar onderlinge verbanden en oorzaken Bemiddelen In staat zijn om mensen met verschillende standpunten naar elkaar te laten luisteren en tot een compromis te komen Flexibel gedrag Vlot inspelen op veranderingen en nieuwe ontwikkelingen in functie van vooruitgang en gestelde doelen Gedragsindicatoren kent de eigen waarden en normen, kan hierop reflecteren en is zich bewust dat anderen op een andere manier kunnen reflecteren kan zich vanuit bewustzijn van de eigen identiteit open stellen voor de cliënt/cliëntsysteem en collega's heeft een nieuwsgierige en open en onbevoordeelde houding is op zoek naar gemeenschappelijkheid, maar kan ook herkennen en accepteren dat de waarden en normen van de cliënt en van zichzelf kunnen verschillen en dat die verschillen soms niet op te lossen zijn en ook gerust kunnen aanwezig zijn is respectvol ten opzichte van andere waarden, normen, culturen, overtuigingen, levensstijlen, geaardheden geeft erkenning aan gevoelens en ervaringen van de cliënt onderkent spanningen en conflicten tussen mensen bewaakt het evenwicht tussen afstand en nabijheid maakt het cliënten gemakkelijk om delicate gevoelens en kwesties bespreekbaar te maken benoemt vermoedens van onuitgesproken gevoelens en onvrede op een manier dat de cliënt zich begrepen voelt brengt problemen in kaart door gerichte vragen te stellen en desgevallend ook meerdere bronnen te beluisteren ondersteunt cliënten in het helpen structureren van hun verhaal en hoofdzaak van bijzaak te onderscheiden helpt cliënten om prioriteiten te stellen ondersteunt cliënten om tot inzichten te komen helpt collega's en externe partners om na te denken over moeilijke cliëntsituaties signaleert terugkerende problemen blijft rustig in conflictsituaties kan verschillende perspectieven beluisteren en die opentrekken voor beide partijen getuigt van meerzijdige partijdigheid kan een gesprek in goede banen leiden heeft kennis van conflictstijlen en manieren van onderhandelen helpt mensen groeien en leren via bemiddeling staat open voor nieuwe ontwikkelingen in het hulpverleningslandschap stelt problemen in een ander daglicht hanteert nieuwe methodieken staat open voor veranderingen binnen de organisatie is bereid om nieuwe opdrachten op te nemen laat zich niet leiden door frustraties en machteloosheid speelt soepel in op onvoorziene omstandigheden kan omgaan met spanningsvelden 6

7 Stressbestendigheid Effectief gedrag vertonen bij druk en stressvolle situaties Mondelinge vaardigheid Spreken in een begrijpelijke taal en het taalgebruik aanpassen aan het niveau van de ander Schriftelijke vaardigheid Duidelijke rapportage en brieven opmaken, mailen of chatten in een begrijpelijke taal Netwerken Ontwikkelen en verstevigen van relaties en verbanden om informatie, steunen medewerking te krijgen. bewaakt een evenwicht tussen draagkracht en draaglast en raakt niet uit evenwicht wanneer een grote hoeveelheid werk dient verricht te worden kan omgaan met moeilijk en eisend gedrag kan goed omgaan met teleurstellingen en feedback stelt prioriteiten blijft kalm in stressvolle situaties behoudt overzicht relativeert moeilijke contexten en onredelijke kritiek kan duidelijk communiceren wat we wel en niet kunnen doen heeft notie van Frans en Engels kan werken met tolken kan telefonische hulp bieden kan het aanbod van het CAW bekend maken aan individuen en groepen weet een complex verhaal te vereenvoudigen zodat het voor iedereen te volgen is rapporteert op helder wijze in logboek, registratiesysteem maakt brieven op, mailt en chat in een voor cliënten begrijpbare taal maakt verslagen op over cliëntsituaties in functie van samenwerking en verwijzingen met focus op de relevante gegevens bouwt verslagen gestructureerd op en maakt een heldere indeling is nauwkeurig, zorgzaam en stipt werkt samen met externe partners bouwt aan netwerken rond cliënten neemt deel aan cliëntoverleg met andere partners is aanwezig op intern en extern overleg in functie van samenwerking onderhoudt contacten met belangrijke contactpersonen 7