2. Doel van de functie De doelgroep een zinvolle vrijetijdsbesteding aanbieden, op maat van hun leefwereld en behoeften met oog voor hun welzijn.

Transcriptie

1 Functieomschrijving Jeugdwelzijnswerker Route 36/RegioBrugge3 1. Identificatie van de functie Functiebenaming Jeugdwelzijnswerker Route 36/RegioBrugge3 Werkvorm ambulant Team team t Salon, deelwerking van het Jongerenteam Brugge Functiewaarderingsniveau PC Barema b1c Opleidingsniveau Minimaal bachelorniveau Functiespecifieke voorwaarden - inzetten van gesprekstechnieken - kennis en inzicht in de leefwereld van jongeren - kennis van de sociale kaart - basiskennis informatica - rijbewijs is een meerwaarde 2. Doel van de functie De doelgroep een zinvolle vrijetijdsbesteding aanbieden, op maat van hun leefwereld en behoeften met oog voor hun welzijn. De jeugdwelzijnswerker zet in op vier functies: - Laagdrempelige vrijetijdsbesteding en ontmoeting aanbieden aan maatschappelijk kwetsbare jongeren tussen 12 en 18 jaar (met mogelijkheid tot 21 jaar) (jeugdwerkfunctie) - Naast het organiseren van instuif, ontspannende en vormende activiteiten is er ook aandacht voor het persoonlijke verhaal en het individueel welzijn van de jongeren. (welzijnsfunctie) - Op maat en op het tempo van de jongeren werken en hen verwijzen naar een andere dienst indien nodig en met toestemming. (brugfunctie) - De stem van maatschappelijk kwetsbare jongeren versterken en signalen uitsturen die betrekking hebben op de leefwereld en de maatschappelijke situatie van kwetsbare jongeren. (signaalfunctie) 3. Plaats in de organisatie Je maakt deel uit van het Jongerenteam Brugge van CAW Noord-West-Vlaanderen. Je bent ingebed in het samenwerkingsverband Brugge(n) voor Jongeren, Route 36 ( Je bent het gezicht van Route 36 in de regio Brugge 3, zijnde Zeebrugge, Lissewege en Zwankendamme. Deze functie is nieuw en de invulling ervan zal dynamisch vormgegeven worden in een samenwerkingsverband dat ook jong is. 1

2 Jouw opdracht vraagt heel wat pionierswerk op verschillende fronten en wordt voornamelijk zelfstandig uitgevoerd. Je bent voor de jongere vaak de eerste welzijnswerker. Je kan er mee voor zorgen dat mensen zich gehoord, begrepen en geholpen voelen. Je motiveert hen om verder te werken richting een meer kwalitatief leven. Je kan zelfstandig werken en je werkt in nauwe verbinding met de andere collega s van je team. Met inhoudelijke vragen kan je terecht bij collega's en op het teamoverleg. In het kader van interne en externe doorverwijzing heb je een grondige kennis van de sociale kaart en werk je vlot samen met andere hulpverleners. Je wordt aangestuurd en gecoacht door je teamverantwoordelijke. 4. Functieprofiel 4.1. Resultaatsgebieden - Er is een evenwicht tussen welzijn op groeps- en individueel niveau - De groep wordt als instrument aangewend in functie van welzijn - Jongeren stellen zich weerbaar op - Cliënten voelen zich gehoord en begrepen - Goed geïnformeerde hulpvragers die het advies kunnen wikken en wegen in functie van de keuze die ze willen maken - Cliënten zijn krachtiger, meer zelfredzaam en kunnen hun eigen hulpbronnen inschakelen - Cliënten hebben hun versterkte netwerken in beeld en appelleren in nood - Cliënten zijn gemotiveerd voor hulp- of dienstverlening - Cliënten worden verwezen naar de minst ingrijpende vorm van hulpverlening - Terugkerende situaties van verontrusting zijn in signalen omgezet en doorgegeven via het teamoverleg - Jeugdwelzijnswerkers registreren en rapporteren hun werk op een correcte manier - Jeugdwelzijnswerkers werken intern en extern samen en investeren in netwerken 4.2. Taken Cliëntniveau - De vragen en behoeften van de doelgroep centraal stellen rekening houdend met de doelstelling van het team en de organisatie - Present zijn; dit vertaalt zich in een luisterend oor, actief meewerken aan ontmoeting tussen de jongeren en hun omgeving, verbindend werken tussen verschillende doelgroepen jongeren - Beluisteren en verhelderen van de vragen - Informatie geven en advies op maat bieden - Geschikte gesprekstechnieken en methodieken inzetten, individueel en in groep - Ondersteunen en motiveren van cliënten - Zoeken naar de krachten en netwerken en die versterken - Samen zoeken naar hulpbronnen en die leren te benutten - Gericht intern en/of extern verwijzen - Handelend optreden in crisissituaties 2

3 - Omgaan met signalen van verontrusting - Structurele signalen kunnen omzetten in preventieve acties. - Hindernissen en problemen op een creatieve wijze aanpakken - Projectmatig werken aan de hand van behoeften en ervaringen van de doelgroep, mogelijks in groep. Werkorganisatie - Dagelijks zicht hebben op de uit te voeren taken - Werkinhoud verdelen, plannen en uitvoeren - Registreren van contacten en activiteiten - Collega's informeren over het uitgevoerde werk - Logistieke taken opnemen in de werking - Samenwerken met en ondersteunen van (doelgroep-)vrijwilligers Netwerken - Coördineren van netwerken rond de cliënt - Samenwerken met anderen (eigen collega s en collega s van partnerorganisaties), steeds in het belang van de cliënt en de organisatie. Je bouwt een netwerk uit met plaatselijke organisaties en de buurtgemeenten aan de Oostkust (Blankenberge en Knokke). Je verricht hierin pionierswerk en investeert hier sterk in Competenties Kerncompetenties Competenties Gedragsindicatoren Gedrevenheid Inzetten vanuit de overtuiging dat je het verschil kan maken, uitgedaagd worden om op een betrokken en solidaire manier je ten volle in te zetten met voldoende aandacht voor je eigen grenzen. Interne en externe klantgerichtheid De vragen en behoeften van de klant/cliënt staan centraal in het handelen dit rekening houdend met de doelstellingen van het team/organisatie. Integer zijn Zich houden aan de waarden, afspraken en omgangsregels die gelden voor de functie en de cultuur waarin men werkt. staat open voor vragen, opdrachten en nieuwe uitdagingen werkt met goesting en enthousiasme signaleert spontaan knelpunten en verbetermogelijkheden bij de uitvoering van de job is veranderingsbereid en schoolt zich bij om nieuwe uitdagingen aan te gaan en de kwaliteit te verbeteren. kiest voluit voor het inzetten op de klant/cliënt. benadert klanten/cliënten met open mind en open aandacht is duidelijk tegenover de klant/cliënt over het aanbod van de dienst/organisatie is open en eerlijk in de communicatie met de klant /cliënt kan zich inleven in de situatie van de klant/cliënt en heeft aandacht en begrip voor andere meningen en omgangsvormen. stelt zich consequent en congruent op bij vragen van de klant/cliënt is flexibel indien de context van de klant/cliënt dit vereist. behandelt iedereen gelijk en respectvol en maakt geen onderscheid toont voorbeeldgedrag in eerlijkheid, betrouwbaarheid, erkenning, waardering en openheid binnen het kader van de deontologische afspraken draagt bij aan de gewenste organisatiecultuur gaat zorgvuldig en discreet om met vertrouwelijke informatie. 3

4 Zelfstandig werken Organiseren van het eigen werk en inschatten en aangeven wat je daar voor nodig hebt. Samenwerken Op een effectieve wijze meewerken aan een gezamenlijk resultaat Kwaliteitsgerichtheid Streven naar een borging en verbetering van de kwaliteit van het werk binnen de contouren van het kwaliteitskader neemt verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen en komt open uit voor fouten spreekt collega's aan rond niet -integer gedrag kan met de nodige instructies aan de slag laat zich aan- en bijsturen indien nodig kan werken zonder externe controle kan op creatieve wijze hindernissen of problemen bij de uitvoering van het werk oplossen spreekt op een eerlijke en open wijze over de uitvoering van het werk met leidinggevende werkt taken en opdrachten tijdig en volledig af komt gemaakte afspraken op team en organisatieniveau na deelt kennis en ervaring met anderen staat open voor de meningen en ideeën van andere teamleden ondersteunt en helpt anderen in het team en neemt zo nodig taken over van een collega gaat respectvol en waarderend om met collega's en leidinggevenden stelt het teambelang boven de eigen belangen voert het werk correct en verzorgd uit controleert het eigen werk op fouten en stuurt bij indien nodig. Vraagt regelmatig feedback over de kwaliteit van het werk aan team/leidinggevende/klant/cliënt houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen is kritisch ten aanzien van het eigen werk en controleert of het eigen werk voldoet aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen bespreekt op een transparante wijze het eigen functioneren met leidinggevende/team o.m. in functie van het waarborgen van de kwaliteitsnormen Functiespecifieke competenties Competenties Cultuursensitieve beroepshouding Kan reflecteren op de eigen waarden en normen en is er zich van bewust dat deze cultuurbepaald zijn, en kan zich op een onbevooroordeelde wijze verplaatsen in de waarden en normen van de cliënt en het cliëntsysteem en van andere interne en externe collega's Inlevingsvermogen Zich bewust zijn van de houding, gevoelens en omstandigheden van cliënten en van de invloed van het eigen gedrag (en houding) op hen. Probleemanalyse Ontrafelen van complexe cliëntsituaties, herkennen van Gedragsindicatoren kent de eigen waarden en normen, kan hierop reflecteren en is zich bewust dat anderen op een andere manier kunnen reflecteren kan zich vanuit bewustzijn van de eigen identiteit open stellen voor de cliënt/cliëntsysteem en collega's heeft een nieuwsgierige en open en onbevooroordeelde houding is op zoek naar gemeenschappelijkheid, maar kan ook herkennen en accepteren dat de waarden en normen van de cliënt en van zich zelf kunnen verschillen en dat die verschillen soms niet op te lossen zijn en ook gerust kunnen aanwezig zijn is respectvol ten opzichte van andere waarden, normen, culturen, overtuigingen, levensstijlen, geaardheden geeft erkenning aan gevoelens en ervaringen van de cliënt onderkent spanningen en conflicten tussen mensen bewaakt het evenwicht tussen afstand en nabijheid maakt het cliënten gemakkelijk om delicate gevoelens en kwesties bespreekbaar te maken benoemt vermoedens van onuitgesproken gevoelens en onvrede op een manier dat de cliënt zich begrepen voelt. brengt problemen in kaart door gerichte vragen te stellen en desgevallend ook meerder bronnen te beluisteren. 4

5 belangrijke en relevante informatie en zoeken naar onderlinge verbanden en oorzaken Bemiddelen In staat zijn om mensen met verschillende standpunten naar elkaar te laten luisteren en tot een compromis te komen Flexibel gedrag Vlot inspelen op veranderingen en nieuwe ontwikkelingen in functie van vooruitgang en gestelde doelen Stressbestendigheid Effectief gedrag vertonen bij druk en stressvolle situaties Schriftelijke vaardigheid Duidelijke rapportage en brieven opmaken, mailen of chatten in een begrijpelijke taal Netwerken Ontwikkelen en verstevigen van relaties en verbanden om informatie, steunen medewerking te krijgen. ondersteunt cliënten in het helpen structureren van hun verhaal en hoofdzaak van bijzaak te onderscheiden helpt cliënten om prioriteiten te stellen ondersteunt cliënten om tot inzichten te komen. helpt collega's en externe partners om na te denken over moeilijke cliëntsituaties signaleert terugkerende problemen blijft rustig in conflictsituaties kan verschillende perspectieven beluisteren en die opentrekken voor beide partijen getuigt van meerzijdige partijdigheid kan een gesprek in goede banen leiden heeft kennis van conflictstijlen en manieren van onderhandelen helpt mensen groeien en leren via bemiddeling staat open voor nieuwe ontwikkelingen in het hulpverleningslandschap stelt problemen in een ander daglicht hanteert nieuwe methodieken staat open voor veranderingen binnen de organisatie is bereid om nieuwe opdrachten op te nemen laat zich niet leiden door frustraties en machteloosheid speelt soepel in op onvoorziene omstandigheden kan omgaan met spanningsvelden bewaakt een evenwicht tussen draagkracht en draaglast en raakt niet uit evenwicht wanneer een grote hoeveelheid werk dient verricht te worden kan omgaan met moeilijk en eisend gedrag kan goed omgaan met teleurstellingen en feedback stelt prioriteiten blijft kalm in stressvolle situaties behoudt overzicht relativeert moeilijke contexten en onredelijke kritiek rapporteert op helder wijze in logboek, registratiesysteem maakt brieven op, mailt en chat in een voor cliënten begrijpbare taal maakt verslagen op over cliëntsituaties in functie van samenwerking en verwijzingen met focus op de relevante gegevens bouwt verslagen gestructureerd op en maakt een heldere indeling is nauwkeurig, zorgzaam en stipt werkt samen met externe partners bouwt aan netwerken rond cliënten neemt deel aan cliëntoverleg met andere partners is aanwezig op intern en extern overleg in functie van samenwerking onderhoudt contacten met belangrijke contactpersonen 5