EINDRAPPORT. Onderzoek naar het gehanteerde opnamebeleid van erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EINDRAPPORT. Onderzoek naar het gehanteerde opnamebeleid van erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders."

Transcriptie

1 EINDRAPPORT Onderzoek naar het gehanteerde opnamebeleid van erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders 15 september 2007 MAS Market Analysis & Synthesis Brusselsesteenweg 46a 3000 Leuven In opdracht van Kind en Gezin

2 INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING METHODIEK OPNAMEBELEID VAN DE ERKENDE OPVANGVOORZIENINGEN Contactname Inleiding Algemeen Vraag naar opvang Bekendmaking In aanmerking komen van de opvangvraag Inleiding Tijdstip Welke opvangvragen komen niet in aanmerking Opnamebeleid Inleiding Voorrangscriteria Toepassen wettelijke voorrangscriteria Transparantie Toezegging Wachtlijst Overzicht behouden op de wachtlijst Verdere opvolging Opvullen van vrije plaats Korte termijn Langere termijn Tijdelijke plaats Deeltijdse plaats Bezetting Profiel kinderen in de opvang Overzicht behouden op de bezetting SAMENVATTING EN CONCLUSIES

3 TABELLEN Tabel 1. Algemene bereikbaarheid...9 Tabel 2. Inschakelen antwoordapparaat kinderdagverblijven...9 Tabel 3. Bereikbaarheid m.b.t. opvangvraag...11 Tabel 4. Afwezigheid leidinggevende...12 Tabel 5. Bekendmaking algemeen en vrije plaatsen kinderdagverblijven...13 Tabel 6. Bekendmaking algemeen en vrije plaatsen dienst...14 Tabel 7. Tijdstip van de plaatsaanvraag...16 Tabel 8. Niet in aanmerking komen van plaatsaanvraag kinderdagverblijven...17 Tabel 9. Niet in aanmerking komen van plaatsaanvraag diensten...18 Tabel 10. Voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen dan men kon opnemen...20 Tabel 11. Mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang kinderdagverblijven...21 Tabel 12. Mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang diensten...23 Tabel 13. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar mate van verstedelijking kinderdagverblijven...28 Tabel 14. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar mate van verstedelijking diensten...29 Tabel 15. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar type organiserend bestuur kinderdagverblijven...30 Tabel 16. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar type organiserend bestuur diensten 31 Tabel 17. Top 3 criteria bij verlenen van voorrang...32 Tabel 18. Bepaling opnamebeleid...34 Tabel 19. Werkt met een wachtlijst...36 Tabel 20. Aantal ouders op de wachtlijst...38 Tabel 21. Handelingswijze bij geen plaats...40 Tabel 22. Gegevens op wachtlijst...41 Tabel 23. Regelmaat uitzuiveren wachtlijst...42 Tabel 24. Uitzuiveren wachtlijst...43 Tabel 25. Beheer wachtlijst kinderdagverblijven...44 Tabel 26. Vrijkomen plaats op korte termijn kinderdagverblijf...49 Tabel 27. Vrijkomen plaats op korte termijn diensten...50 Tabel 28. Vrijkomen plaats op langere termijn kinderdagverblijf...51 Tabel 29. Vrijkomen plaats op langere termijn diensten...52 Tabel 30. Percentage van wachtlijst die men kunnen plaatsen heeft...54 Tabel 31. Vrijkomen tijdelijke plaats...55 Tabel 32. Vrijkomen deeltijdse plaats...56 Tabel 33. Organisaties waar men afspraken mee heeft...58 Tabel 34. Percentage kinderen die minstens 4 volle dagen per week komen...61 Tabel 35. Percentage kinderen met een alleenstaande ouder...62 Tabel 36. Percentage kinderen met een moeder van allochtone origine...63 Tabel 37. Percentage kinderen van ouders met een ouderbijdrage van minder dan 3,60 euro...64 Tabel 38. Percentage kinderen met een wisselend opvangpatroon...65 Tabel 39. Gemiddeld percentage kinderen met specifieke profiel dat wordt opgevangen...66 Tabel 40. Significante effecten op percentage kinderen dat minstens vier volle dagen komt...67 Tabel 41. Significante effecten op percentage kinderen met een alleenstaande ouder...68 Tabel 42. Significante effecten op percentage kinderen met een moeder van allochtone origine...69 Tabel 43. Significante effecten op percentage kinderen van ouders met een ouderbijdrage van minder dan 3,60 euro

4 Tabel 44. Significante effecten op percentage kinderen met wisselend opvangpatroon...71 Tabel 45. Gemiddeld percentage kinderen met specifieke profiel dat wordt opgevangen naargelang de mate van verstedelijking...72 FIGUREN Figuur 1. Gedetailleerde mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang kinderdagverblijven...22 Figuur 2. Gedetailleerde mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang diensten

5 1. INLEIDING Eén van de hoofdtaken van Kind en Gezin is de gezondheid en het welzijn van alle kinderen te behartigen. Het ondersteunen van ouders bij de zorg voor hun kinderen is hier onlosmakelijk mee verbonden. Dit houdt onder meer in dat ouders de mogelijkheid moeten hebben om hun kind zij het nu uit noodzaak, pedagogische overwegingen of beide naar de kinderopvang te laten gaan. Voor Kind en Gezin is het dan ook uiterst belangrijk dat ouders een geschikte kinderopvangplaats vinden die voldoet aan de wensen en behoeften van de ouders, alsook aan deze van het kind. Kind en Gezin wenst dan ook in eerste instantie een objectief zicht te krijgen op het zoekproces van ouders naar een geschikte formele opvangplaats voor hun kind en met welke problemen de ouders zoal geconfronteerd worden. De resultaten van deze eerste deelstudie werden uitvoerig beschreven in het eerste deelrapport Zoekproces. Het zoekproces van ouders en in zekere mate ook de problemen waar men onderweg mee te maken krijgt, hangt evenwel samen met hoe de opvangvoorzieningen hun opnamebeleid praktisch organiseren. Vandaar dat het noodzakelijk is tevens een blik te werpen op de aanbodzijde, zijnde de opvangvoorzieningen, om op die manier het zoekproces en al zijn aspecten in een ruimer kader te kunnen zien. Dit onderzoek met betrekking tot het opnamebeleid had echter niet enkel de doelstelling om het opnamebeleid in kaart te brengen, maar was er eveneens op gericht om good practices op te sporen. Onder good practices verstaan we het op een efficiënte wijze omgaan met de toevloed aan opvangvragen, zodanig dat de opvangvoorziening in staat is de ouders een duidelijk antwoord te formuleren, waardoor ouders zich niet in het ongewisse gelaten voelen en de opvangvoorziening niet regelmatig onnodig opnieuw contacteert. In dit opzicht moet het tweede luik van het onderzoek gezien worden als een opportuniteit om zowel bij de opvangvoorzieningen als bij de ouders eventuele spanningen te verminderen door de good practices van de opvangvoorzieningen te identificeren. 5

6 2. METHODIEK Om een zicht te krijgen op het opnamebeleid van de erkende opvangvoorzieningen werd geopteerd voor een schriftelijke bevraging. Zoals eerder vermeld, was een van de doelstellingen van dit luik meer zicht te krijgen op het opnamebeleid van de erkende opvangvoorzieningen. Daarenboven was het mede de betrachting na te gaan welke de uitwerking van dit opnamebeleid is op de opvangpopulatie. Het specifieke profiel van de kinderen in de opvangvoorziening is echter niet enkel afhankelijk van het opnamebeleid. Het opnamebeleid is immers enkel van toepassing op ouders die effectief contact opnemen met de opvangvoorziening. Vandaar het belang ook na te gaan op welke manier de opvangvoorziening zich bekend maakt naar de ouders toe en welke kanalen ze de ouders ter beschikking stelt om contact op te nemen. De structuur van de vragenlijst kan aldus worden ingedeeld in drie delen: 1. Inleidende vragen m.b.t. de contactname ; 2. Vragen met betrekking tot het opnamebeleid; 3. Vragen met betrekking tot het profiel van de opvangpopulatie. Aangezien het opnamebeleid van een dienst voor onthaalouders een bijkomend element kent in de mate dat men rekening dient te houden met de verschillende onthaalouders die zijn aangesloten bij de dienst, werden hieromtrent in de vragenlijst voor de diensten een aantal extra vragen opgenomen. Een belangrijke doelstelling van dit luik was good practices op te sporen. Om te vermijden dat door het nemen van een steekproef, zijnde een beperkt staal van de populatie, good practices werden mislopen, werd besloten om alle erkende opvangvoorzieningen, zijnde de erkende kinderdagverblijven en de diensten voor onthaalouders, in het Vlaamse Gewest te bevragen 1. Met andere woorden, de steekproef is gelijk aan de populatie. In totaal maakten aldus 288 erkende kinderdagverblijven en 192 diensten voor onthaalouders deel uit van de steekproef. In de erkende sector vinden we naast kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders nog een ander type opvangvoorziening terug, met name de buurt en nabijheidsdiensten. 1 Met uitzondering van de erkende opvangvoorzieningen ingericht door de stad Gent en door de stad Antwerpen, aangezien beide steden een centraal aanmeldingspunt hebben ingericht. Ouders met een vraag naar opvang dienen zich aldus tot het aanmeldingspunt te richten en niet meer tot elke opvangvoorziening afzonderlijk. 6

7 Zij verschillen van de twee vorige types in dat ze in hun doelstelling verder gaan dan het louter aanbieden van kinderopvang en zich specifiek richten tot kansarme groepen in de populatie. Vandaar dat Kind en Gezin het belangrijk vond om ook op het opnamebeleid van deze diensten een zicht te krijgen. Bijgevolg werden ook alle 14 buurt en nabijheidsdiensten gelegen in het Vlaamse Gewest in het onderzoek opgenomen 2. De vragenlijsten werden verzonden op vrijdag 1 december 2006 met de vraag ze naar M.A.S. te retourneren ten laatste op vrijdag 15 december Om een zo hoog mogelijke medewerking te verkrijgen werd ervoor gekozen een tweede zending te versturen naar alle voorzieningen die nog geen vragenlijst hadden teruggestuurd. Deze tweede zending werd verzonden maandag 8 januari 2007 waarbij men tot dinsdag 19 januari de tijd had de ingevulde vragenlijst aan M.A.S. te bezorgen. De medewerkingsgraad bedroeg na de eerste zending reeds 71. Na de tweede zending steeg deze nog eens 18, hetgeen de finale medewerkingsgraad op 89 brengt (88 voor de kinderdagverblijven, 91 voor de diensten voor onthaalouders en 64 voor de buurt en nabijheidsdiensten). De methode van bevraging (schriftelijke enquêtering) in acht genomen, betreft dit een zeer hoge responsgraad. Aangezien er geen selectieve uitval is met betrekking tot de locatie waarin de opvangvoorziening gelegen is en het type van organiserend bestuur, en dit zowel voor de kinderdagverblijven als voor de diensten voor onthaalouders, kan gesteld worden dat de resultaten van het onderzoek als zijnde representatief kunnen beschouwd worden voor alle erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders gelegen in het Vlaamse Gewest 3. De gegevens werden ingevoerd, verwerkt en getabuleerd in SPSS. Alvorens met de verwerking te starten, werd de data grondig gecleaned. Zo werd gekeken of alle vragen beantwoord werden, open vragen werden gecodeerd en extra variabelen werden aangemaakt wanneer nodig voor de verwerking. 2 De resultaten van de buurt- en nabijheidsdiensten werden beschreven in een afzonderlijk deelrapport. 3 Met uitzondering van de erkende opvangvoorzieningen ingericht door de stad Gent en de stad Antwerpen. 7

8 3. OPNAMEBELEID VAN DE ERKENDE OPVANGVOORZIENINGEN 3.1 Contactname I NLEIDING Alvorens we gaan kijken naar hoe het opnamebeleid er in concreto uitziet en hoe zich dit vertaalt naar het profiel van de kinderen die worden opgevangen, dient een blik geworpen te worden op de kanalen waarlangs de opvangvoorzieningen kunnen gecontacteerd worden. De verscheidenheid of het gebrek eraan kan immers reeds een eerste selectie doorvoeren A LGEMEEN Veel kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders beschikken over meerdere kanalen waarlangs ze gecontacteerd kunnen worden. Personen die informatie wensen omtrent opvang in het algemeen hebben aldus verschillende mogelijkheden om deze informatie te bekomen. Bijna alle kinderdagverblijven, met name 91,7, zijn zowel persoonlijk als telefonisch te bereiken. Andere kanalen waarlangs de kinderdagverblijven te bereiken zijn, betreffen e mail (88,6 ), fax (51,6 ) en brief (72,0 ). Gemiddeld is de leidinggevende van een kinderdagverblijf 39,6 uur per week bereikbaar. Dit varieert echter sterk tussen de verschillende kinderdagverblijven, gaande van 10 uur per week tot 168 uur per week, zijnde 24 uur per dag en dit 7 dagen per week. De meeste leidinggevenden (83,1 ) zijn echter een minimum van 30 uur per week bereikbaar. 8

9 Tabel 1. Algemene bereikbaarheid Kinderdagverblijven (N=254) Diensten (N=174) Persoonlijk langskomen 91,7 96,6 Telefonisch 91,7 94,3 E mail 88,6 90,8 Fax 51,6 88,5 Brief 72,0 75,9 Basis : alle opvangvoorzieningen de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven Wanneer het kinderdagverblijf gesloten is, schakelt 13,4 een antwoordapparaat in. Men zou kunnen verwachten dat deze 13,4 voornamelijk kinderdagverblijven betreft waarvan de leidinggevende slechts een beperkt aantal uur per week bereikbaar is. Dit is echter niet het geval. De leidinggevenden van kinderdagverblijven die een antwoordapparaat inschakelen zijn gemiddeld zelfs een paar uur meer beschikbaar (hoewel het verschil niet significant is) dan deze die geen antwoordapparaat gebruiken. Amper 13,3 van de kinderdagverblijven die een antwoordapparaat gebruiken vermeldt hierop wanneer het kinderdagverblijf wel telefonisch te bereiken is. De meeste kinderdagverblijven (93,1 ) voorzien wel de mogelijkheid om een bericht na te laten op het antwoordapparaat en nemen ook daadwerkelijk contact op met de ouders in zoverre deze een telefoonnummer hebben nagelaten (88,5 ). Tabel 2. Inschakelen antwoordapparaat kinderdagverblijven Na sluitingsuur 66,7 In het weekend 60,0 Tijdens het verlof 66,7 Basis : N = 30 kinderdagverblijven die met een antwoordapparaat werken de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven 9

10 Kinderdagverblijven die gebruik maken van een antwoordapparaat schakelen dit zowel na sluitingsuur (66,7 ), tijdens het weekend (60,0 ) als tijdens het verlof (66,7 ) in. Ook wanneer niet wordt opgenomen of wanneer de lijn bezet is, wordt men vaak automatisch naar het antwoordapparaat doorgeschakeld. Net zoals bij de kinderdagverblijven ontbreekt het personen die informatie over opvang in het algemeen wensen niet aan mogelijkheden om diensten voor onthaalouders te contacteren. Bij de overgrote meerderheid van de diensten kan men persoonlijk langsgaan (96,6 ), telefonisch contact opnemen (94,3 ), een e mail sturen (90,8 ), een brief opsturen (88,5 ) of een fax verzenden (75,9 ). Een dienstverantwoordelijke is gemiddeld 15,8 uur per week bereikbaar. Dit verklaart dan ook waarom het percentage diensten dat een antwoordapparaat inschakelt wanneer er geen permanentie is, veel hoger is dan bij de kinderdagverblijven, met name 70,1. Aangezien vele diensten slechts een beperkt aantal uur bereikbaar zijn, vermeldt de meerderheid (79,7 ) dan ook op hun antwoordapparaat wanneer de dienst(verantwoordelijke) wel telefonisch te bereiken valt. Ouders zijn over het algemeen ook in staat een bericht na te laten op het antwoordapparaat (92,6 ) en worden daadwerkelijk teruggebeld indien de aard van het bericht hierom vraagt (95,5 ) V RAAG NAAR OPVANG Ouders die een opvangplaats willen aanvragen hebben ook hier verschillende kanalen ter hunner beschikking. Bijna alle kinderdagverblijven geven aan dat ouders hiervoor persoonlijk kunnen langskomen (98,8 ) (sic). 75,3 laat weten dat dit ook telefonisch kan gebeuren en 70,5 van de kinderdagverblijven verklaart dat ouders via e mail een opvangplaats kunnen aanvragen. Opnieuw is per fax (34,3 ) of per brief (53,0 ) minder gebruikelijk. Wanneer het er effectief op aankomt ouders in te schrijven voor een opvangplaats, verwachten de meeste kinderdagverblijven evenwel een persoonlijk onderhoud ongeacht de wijze waarop men oorspronkelijk zijn aanvraag gedaan heeft. 10

11 Tabel 3. Bereikbaarheid m.b.t. opvangvraag Kinderdagverblijven (N=251) Diensten (N=171) Persoonlijk langskomen 98,8 95,3 Telefonisch contact opnemen 75,3 82,5 E mail 70,5 74,9 Brief 53,0 66,7 Fax 34,3 56,7 Basis : alle opvangvoorzieningen de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven Ook bij de diensten voor onthaalouders kan een opvangplaats op verscheidene manieren worden aangevraagd: persoonlijk langskomen (95,3 ) (sic), telefonisch (82,5 ), per e mail (74,9 ), per brief (66,7 ) en per fax (56,7 ). Ook hier dient te worden opgemerkt zoals een aantal diensten aangaf dat ouders steeds worden uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek om hun opvangaanvraag te bevestigen. Ouders die zich telefonisch richten tot de opvangvoorziening met een vraag naar opvang op een tijdstip dat de leidinggevende/dienstverantwoordelijke afwezig is, zien zelden hun plaatsaanvraag genoteerd. Bij slechts 20,1 van de kinderdagverblijven kunnen de begeleid(st)ers of het administratief personeel een plaatsaanvraag noteren. Veelal noteren begeleid(st)ers of administratief personeel de gegevens van de ouders, zodat de leidinggevende hen zelf kan terugbellen (59,8 ). Bijna drie op tien van de kinderdagverblijven (28,1 ) zegt systematisch tegen ouders om terug te bellen op een tijdstip dat de leidinggevende wel aanwezig is. Ook bij de diensten zien we hetzelfde, waarbij slechts in 11,0 van de diensten het administratief personeel systematisch elke plaatsaanvraag noteert. Bij een vijfde van de diensten komen ouders steeds op het antwoordapparaat terecht wanneer ze de dienst trachten te bereiken op een tijdstip dat de dienstverantwoordelijke afwezig is. Rekening houdend met het feit dat veel dienstverantwoordelijken sowieso slechts een beperkt aantal uur per week bereikbaar zijn, vereist het van ouders wel dat ze zich kunnen vrijmaken op specifieke tijdstippen om hun opvangvraag kenbaar te kunnen maken. 11

12 Tabel 4. Afwezigheid leidinggevende Als de leidinggevende/dienstverantwoordelijke afwezig is, wordt het antwoordapparaat ingeschakeld Er wordt aan de ouders gezegd terug te bellen op een tijdstip dat de leidinggevende wel aanwezig is. De begeleid(st)ers of het administratief personeel noteren gegevens zodat de leidinggevende de ouders zelf kan terugbellen. De begeleid(st)ers of het administratief personeel kunnen de plaatsaanvraag noteren. Kinderdagverblijven Diensten (N=249) (N=172) / 45,9 60,2 29,1 59,8 57,0 20,1 25,6 Basis : alle opvangvoorzieningen de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven B EKENDMAKING Nu we weten via welke kanalen men de opvangvoorzieningen kan bereiken, kan ook een blik worden geworpen op de kanalen die de opvangvoorzieningen zelf hanteren om ouders te bereiken. Het onderzoek geeft aan dat de meerderheid van de kinderdagverblijven (77,6 ) zijn werking in het algemeen bekend maakt naar de buitenwereld toe. De meest gebruikte kanalen hiervoor zijn: het lokaal overleg (59,8 ), de eigen website van het kinderdagverblijf (45,4 ), een opendeur of infodag (36,6 ) en advertenties in dagen/of weekbladen (20,6 ). Voorts merkt 15,5 van de kinderdagverblijven nog op dat ze hun werking ook bekendmaken via de website van Kind en Gezin. Het valt echter veel minder vaak voort dat men de vrije plaatsen bekend maakt naar de ouders toe. Het onderzoek geeft aan dat slechts 12,6 van de kinderdagverblijven vrije plaatsen bekend maakt naar de buitenwereld toe. Een aantal kinderdagverblijven merkte hierbij expliciet op dat ze gewoonweg geen vrije plaatsen hebben om bekend te maken. 12

13 De 32 kinderdagverblijven die aangaven dat ze wel hun vrije plaatsen bekendmaken, doen dit voornamelijk via het lokaal overleg (48,1 ), de eigen website (25,9 ), via andere opvangvoorzieningen (25,9 ), via een opendeur of infodag (22,2 ) of door middel van advertenties in dag en/of weekbladen (18,5 ). Tabel 5. Bekendmaking algemeen en vrije plaatsen kinderdagverblijven Algemeen (N=194) Vrije plaatsen (N=27) Advertenties in dag en/of weekbladen 20,6 18,5 De eigen website van het kinderdagverblijf 45,4 25,9 Advertenties op het internet 4,6 3,7 Advertenties op prikborden, affiches, 4,6 7,4 verspreiden van folder/flyer Een opendeur of infodag 36,6 22,2 Deelname aan activiteiten in de buurt 7,7 100,0 We zoeken contact met specifieke organisaties 10,3 3,7 Via het lokaal overleg 59,8 48,1 Basis : kinderdagverblijven die resp. hun werking en/of vrije plaatsen bekend maken de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven Ook diensten voor onthaalouders komen niet echt naar buiten met hun vrije plaatsen. De 30 diensten (17,5 ) die dit toch doen, maken voornamelijk gebruik van advertenties in dag en/of weekbladen (33,3 ), de eigen website van de dienst (20,0 ), advertenties op prikborden, affiches, folders (26,7 ), het lokaal overleg (50,0 ) en contact opzoeken met specifieke organisaties (20,0 ). De overgrote meerderheid (96,5 ) maakt echter wel zijn werking in het algemeen bekend, waarbij opnieuw voornamelijk gebruik wordt gemaakt van bovenstaande kanalen. 13

14 Tabel 6. Bekendmaking algemeen en vrije plaatsen dienst Algemeen (N=167) Vrije plaatsen (N=30) Advertenties in dag en/of weekbladen 43,7 33,3 De eigen website van de dienst 66,5 20,0 Advertenties op het internet 6,0 0,0 Advertenties op prikborden, affiches, 44,3 verspreiden van folder/flyer 26,7 Een opendeur of infodag 12,0 3,3 Deelname aan activiteiten in de buurt (bv 15,0 buurtfeesten, babybeurs, ) 6,7 We zoeken contact met specifieke organisaties 22,2 20,0 Via het lokaal overleg 73,1 50,0 Basis : diensten die resp. hun werking en/of vrije plaatsen bekend maken de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven 14

15 3.2 In aanmerking komen van de opvangvraag I NLEIDING Wanneer ouders zich tot de opvangvoorziening richten met een opvangvraag is het nog niet zeker dat deze in aanmerking komt, ongeacht of de opvangvoorziening plaats heeft of niet. Opvangvoorzieningen kunnen immers bepaalde eisen stellen alvorens ze een opvangvraag zelfs maar in overweging willen nemen. Aangezien dit ook een onderdeel van het opnamebeleid is, zal in wat volgt besproken worden welke eisen de opvangvoorzieningen hanteren T IJDSTIP Over het algemeen zien we dat de erkende opvangvoorzieningen geen specifieke vereisten hebben wat betreft het tijdstip van de opvangvraag. De overgrote meerderheid laat weten dat een opvangvraag altijd in aanmerking wordt genomen (mits er sprake is van een zwangerschap). Slechts een beperkt percentage geeft aan dat men kijkt naar het tijdstip van de vermoedelijke bevallingsdatum of de gewenste startdatum om te bepalen of de opvangvraag al dan niet in aanmerking komt. De meeste kinderdagverblijven (82,4 ) vereisen geen specifiek tijdstip vanaf wanneer een opvangvraag in aanmerking wordt genomen. 11,4 van hen geeft aan dat een plaatsaanvraag altijd in aanmerking komt, maar vermeldt er wel expliciet bij dat er sprake moet zijn van een zwangerschap. Voorts stelt 8,2 dat een plaatsaanvraag in aanmerking wordt genomen vanaf een bepaald tijdstip voor de gewenste startdatum van de opvang. Men legt dit tijdstip gemiddeld op 8,7 maanden voor de gewenste startdatum, met een standaardafwijking van 3,90. 5,7 laat weten dat een plaatsaanvraag slechts in aanmerking wordt genomen vanaf een bepaald tijdstip voor de vermoedelijke bevallingsdatum, met een gemiddelde van 6,3 maanden (s = 1,60). 15

16 Tabel 7. Tijdstip van de plaatsaanvraag Kinderdagverblijven (N=245) Diensten (N=171) Altijd 82,4 88,9 Vanaf een bepaald aantal maanden voor 8,2 5,3 de gewenste startdatum van opvang Vanaf een bepaald aantal maanden voor de vermoedelijke bevallingsdatum 5,7 1,2 Basis : alle opvangvoorzieningen de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven De diensten aanvaarden over het algemeen ook steeds alle opvangvragen (88,9 ), waarbij ook hier een kleine minderheid opmerkt dat er wel sprake moet zijn van een zwangerschap (9,2 ). Acht diensten laten weten dat een opvangvraag pas in overweging wordt genomen vanaf een bepaald aantal maanden voor de gewenste startdatum, waarbij deze periode gemiddeld 6,6 maanden bedraagt (s = 3,66). Slechts twee diensten kijken naar de periode tussen het stellen van de vraag naar opvang en de vermoedelijke bevallingsdatum, waarbij de ene dienst de lat op twee maanden en de andere de lat op 8 maanden voor de vermoedelijke bevallingsdatum legt W ELKE OPVANGVRAGEN KOMEN NIET IN AANMERKING Niet alleen het tijdstip kan een rol spelen om te bepalen of een plaatsaanvraag al dan niet in aanmerking komt, ook een hele resem andere factoren kunnen een rol spelen. Zo geeft 51,8 van de kinderdagverblijven aan dat ze de voorbije zes maand vragen naar opvang ontvangen hebben die niet in aanmerking kwamen (om een andere reden dan geen vrije plaats). De meest aangehaalde redenen zijn: het ging niet om een minimum aantal dagen per week (54,2 ), het kind was te oud (35,1 ), geen van beide ouders of de alleenstaande ouder ging uit werken en studeerde ook niet (19,1 ) en geen van beide ouders of de alleenstaande ouder woonde in de gemeente/stad (16,0 ). Opvallend is dat 11,5 van deze kinderdagverblijven aangeeft een plaatsaanvraag te hebben geweigerd omdat geen van beide ouders of de alleenstaande ouder voldoende Nederlands sprak, twee derde van deze kinderdagverblijven zijn gelegen in Brussel. 16

17 Tabel 8. Niet in aanmerking komen van plaatsaanvraag kinderdagverblijven (1) (2) De moeder was nog niet lang genoeg zwanger / de startdatum van de opvang 1,5 0,8 was nog te veraf Het kind was te jong 3,1 1,6 Het kind was te oud 35,1 18,1 Het ging niet om een minimum aantal dagen per week 54,2 28,0 Het ging niet om een regelmatig opvangpatroon (opvang op vaste dagen) 5,3 2,8 Ouders waren niet van plan hun kind naar de gevraagde school te sturen 1,5 0,8 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder ging uit werken of studeerde 19,1 9,8 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder woonde in de gemeente/stad 16,0 8,3 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder werkte in de gemeente/stad 0,8 0,4 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder sprak voldoende Nederlands 11,5 5,9 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder was tewerkgesteld bij een 0 0 specifieke werkgever (bv. ziekenhuis, gemeente/stad, OCMW, ) Ander antwoord 24,4 12,6 Ik heb geen aanvragen moeten weigeren om andere reden dan geen vrije plaats / 48,2 Basis : (1) N = 131 kinderdagverblijven die een aanvraag ontvangen hebben die niet in aanmerking kwam (2) N = 254 alle kinderdagverblijven de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven. De meest voorkomende reden waarom een aanvraag tot opvang niet in aanmerking wordt genomen, is omdat het geen minimum aantal dagen per week betreft. Zo vereist drievierde van de kinderdagverblijven (73,1 ) een minimale aanwezigheid per week. 18,1 stelt hier geen eisen rond en 8,8 geeft aan dat er geen minimale aanwezigheid vereist is, maar dat de voorkeur wel uitgaat naar kinderen die een minimum aantal dagen zullen komen. De meeste kinderdagverblijven die een minimale aanwezigheid vereisen rekenen in opvangmomenten, waarbij 1 opvangmoment overeenkomt met een halve dag. Gemiddeld vraagt men een minimale aanwezigheid van 3,5 opvangmomenten per week (s = 1,06). Twintig kinderdagverblijven (11,0 ) laten echter weten dat een kind een minimum aantal volle dagen aanwezig dient zijn. Bij 7 van hen bedraagt dit minimaal drie volle dagen per week, bij de overige 14 gaat het om 2 volle dagen per week. De kinderdagverblijven die enkel een voorkeur hebben voor kinderen die per week een minimaal aantal dagen aanwezig zijn, houden het gemiddeld bij 3,4 opvangmomenten per week. 17

18 Opnieuw zien we bij de diensten voor onthaalouders grotendeels dezelfde resultaten. Een kleine meerderheid (57,2 ) geeft aan dat ze de voorbije zes maand vragen naar opvang ontvangen hebben die niet in aanmerking kwamen. De meest aangehaalde redenen komen grotendeels overeen met deze van de kinderdagverblijven, met die uitzondering dat helemaal bovenaan opvangvragen staan die buiten de openingsuren van de onthaalouders vallen (ochtend, avond, nacht, weekend). Niet minder dan 42,4 van de diensten gaf deze reden op een reden die niet was opgenomen in de antwoordmogelijkheden nota bene. Dit duidt erop dat de vraag naar dergelijke opvang wel degelijk aanwezig is, maar dat de diensten niet in staat zijn hierop in te spelen. Tabel 9. Niet in aanmerking komen van plaatsaanvraag diensten (1) (2) De moeder was nog niet lang genoeg zwanger / de startdatum van de opvang 8,1 4,6 was nog te veraf Het kind was te jong 1,0 0,6 Het kind was te oud 9,1 5,1 Het ging niet om een minimum aantal dagen per week 24,2 13,7 Het ging niet om een regelmatig opvangpatroon (opvang op vaste dagen) 3,0 1,7 Ouders waren niet van plan hun kind naar de gevraagde school te sturen 0 0 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder ging uit werken of studeerde 12,1 6,9 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder woonde in de gemeente/stad 18,2 10,3 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder werkte in de gemeente/stad 5,1 2,9 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder sprak voldoende Nederlands 3,0 1,7 Geen van de ouders of de alleenstaande ouder was tewerkgesteld bij een 1,0 0,6 specifieke werkgever (bv. ziekenhuis, gemeente/stad, OCMW, ) Ander antwoord (o.a. openingsuren) 69,7 39,4 Ik heb geen aanvragen moeten weigeren / 42,8 Basis : (1) N = 99 diensten die een aanvraag ontvangen hebben die niet in aanmerking kwam (2) N = 175 alle diensten de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven. 18

19 In vergelijking met erkende kinderdagverblijven vereisen diensten voor onthaalouders veel minder vaak van ouders dat hun kind een minimum aantal dagen per week naar de onthaalouder gaat, met name 23,0. Gemiddeld vereisen deze diensten 3,5 opvangmomenten per week (s = 0,90). Een vijfde (19,5 ) geeft aan een voorkeur te hebben voor kinderen die een minimum aantal dagen per week zullen komen, waarbij deze voorkeur gemiddeld 3,4 opvangmomenten bedraagt (s = 1,01). Een meerderheid van de diensten stelt echter helemaal geen vereisten (57,5 ). 19

20 3.3 Opnamebeleid I NLEIDING Nu we weten welke opvangvragen niet in aanmerking worden genomen door de opvangvoorzieningen, kan de vraag gesteld worden hoe men omgaat met de (veelheid aan) opvangvragen die wel in aanmerking komen V OORRANGSCRITERIA Indien een opvangvraag in aanmerking wordt genomen, is het maar de vraag in hoeverre een opvangvoorziening daadwerkelijk deze plaatsaanvraag positief kan beantwoorden. De grote meerderheid van de bevraagde opvangvoorzieningen laat weten dat ze de voorbije zes maanden meer aanvragen naar opvang ontvangen hebben dan er plaatsen vrij waren, met name 69,2 van de diensten voor onthaalouders en maar liefst 97,2 van de kinderdagverblijven. Dit noopt de voorzieningen ertoe om keuzes te maken tussen de verschillende ouders die zich aanbieden en aldus kan de vraag gesteld worden op basis van welke criteria de opvangvoorzieningen beslissen welke ouders ze een plaats toezeggen en welke niet. Tabel 10. Voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen dan men kon opnemen Kinderdagverblijven (N=254) Diensten (N=172) Ja 97,2 69,2 Nee 2,8 30,8 Totaal Basis : alle opvangvoorzieningen 20

21 Om dit na te gaan kregen de opvangvoorzieningen een aantal criteria voorgelegd waarbij men kon aangeven in welke mate dit criterium een rol speelt bij het al dan niet verlenen van voorrang aan bepaalde ouders. Hiervoor werd een 7 puntenschaal gebruikt, waarbij 1 stond voor speelt geen rol en 7 voor speelt een belangrijke rol. Tabel 11 geeft telkens het gemiddelde ( x ) en de standaardafwijking (s) weer voor de verscheidene criteria en dit zowel voor de kinderdagverblijven als voor de diensten voor onthaalouders. Tabel 11. Mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang kinderdagverblijven Criterium x s Rangorde Ouders hebben reeds een kind in deze opvangvoorziening 6,68 0,90 1 Ouders hadden vroeger een kind in deze opvangvoorziening 4,79 2,02 5 Ouders gaan uit werken of studeren 4,66 2,14 6 Ouders die zich het eerst hebben aangemeld krijgen voorrang 5,70 1,50 3 Crisissituatie in het gezin (bv. ziekenhuisopname) 5,37 1,63 4 Regelmatig opvangpatroon 2,80 1,88 15 Hoog aantal dagen per week 2,84 1,91 14 Toekomstige schoolkeuze 1,45 1,25 19 Ouders wonen in de gemeente/stad 3,18 2,49 11 Ouders werken in de gemeente/stad 2,08 1,74 18 Gezin heeft laag inkomen 3,57 2,20 8 Alleenstaande ouder 4,60 2,06 7 Ouder werkt in deze opvangvoorziening 5,86 1,86 2 Ouder is familie van personeelslid 2,88 2,04 13 Ouders spreken voldoende Nederlands 2,36 2,16 16 Ouders werken bij specifieke werkgever 2,26 2,09 17 Kind zal tot jongste leeftijdsgroep behoren 3,26 2,34 10 Ouders zoeken opvang wegens wegvallen van gebruikelijke 3,38 1,84 9 opvang Opvang is voor voldoende lange periode 2,89 2,13 12 Basis : kinderdagverblijven die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 247) de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven 21

22 Figuur 1. Gedetailleerde mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang kinderdagverblijven Ouders hebben reeds een kind in deze opvangvoorziening Ouders hadden vroeger een kind in deze opvangvoorziening Ouders gaan uit w erken of studeren Ouders die zich het eerst hebben aangemeld krijgen voorrang Crisissituatie in het gezin (bv. ziekenhuisopname) Regelmatig opvangpatroon Hoog aantal dagen per w eek Toekomstige schoolkeuze Ouders w onen in de gemeente/stad Ouders w erken in de gemeente/stad Gezin heeft laag inkomen Alleenstaande ouder Ouder w erkt in deze opvangvoorziening Ouder is familie van personeelslid Ouders spreken voldoende nederlands Ouders w erken bij specifieke w erkgever Kind zal tot jongste leeftijdsgroep behoren Ouders zoeken opvang w egens w egvallen van gebruikelijke opvang Opvang is voor voldoende lange periode Minder belangrijke rol Neutraal Belangrijke rol Basis : kinderdagverblijven die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 247) de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven 22

23 Tabel 12. Mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang diensten Criterium x s Rangorde Ouders hebben reeds een kind in deze 6,71 0,56 1 opvangvoorziening Ouders hadden vroeger een kind in deze 4,20 1,90 6 opvangvoorziening Ouders gaan uit werken of studeren 4,78 2,15 4 Ouders die zich het eerst hebben aangemeld 5,90 1,40 2 krijgen voorrang Crisissituatie in het gezin (bv. 5,78 1,63 3 ziekenhuisopname) Regelmatig opvangpatroon 1,98 1,32 15 Hoog aantal dagen per week 2,11 1,34 13 Toekomstige schoolkeuze 1,33 0,90 19 Ouders wonen in de gemeente/stad 2,43 2,22 9 Ouders werken in de gemeente/stad 1,81 1,55 16 Gezin heeft laag inkomen 3,52 2,10 8 Alleenstaande ouder 4,57 2,06 5 Ouder werkt in deze opvangvoorziening 2,35 1,81 11 Ouder is familie van personeelslid 2,13 1,61 12 Ouders spreken voldoende Nederlands 1,66 1,25 17 Ouders werken bij specifieke werkgever 1,37 1,04 18 Ouders zoeken opvang wegens wegvallen van 3,56 1,96 7 gebruikelijke opvang Opvang is voor voldoende lange periode 2,40 1,71 10 Basis : diensten die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 119) de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven 23

24 Figuur 2. Gedetailleerde mate van belangrijkheid criteria bij verlenen van voorrang diensten Ouders hebben reeds een kind in deze opvangvoorziening 5 95 Ouders hadden vroeger een kind in deze opvangvoorziening Ouders gaan uit w erken of studeren Ouders die zich het eerst hebben aangemeld krijgen voorrang Crisissituatie in het gezin (bv. ziekenhuisopname) Regelmatig opvangpatroon Hoog aantal dagen per w eek Toekomstige schoolkeuze Ouders w onen in de gemeente/stad Ouders w erken in de gemeente/stad Gezin heeft laag inkomen Alleenstaande ouder Ouder w erkt in deze opvangvoorziening Ouder is familie van personeelslid Ouders spreken voldoende nederlands Ouders w erken bij specifieke w erkgever Ouders zoeken opvang w egens w egvallen van gebruikelijke opvang Opvang is voor voldoende lange periode Minder belangrijke rol Neutraal Belangrijke rol Basis : diensten die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 119) de opvangvoorzieningen konden meer dan één antwoord geven Uit hun antwoorden blijkt dat beide types van erkende voorzieningen in de eerste plaats voorrang verlenen aan ouders die reeds een kind in de betreffende opvangvoorziening hebben, met een gemiddelde score van 6,7 bij beide groepen. De consensus omtrent het belang van dit criterium is trouwens groot zowel binnen de groep van de kinderdagverblijven als binnen de verschillende diensten, aangezien bij beiden de standaardafwijking de kleinste van alle criteria bedraagt. 24

25 Op een paar uitzonderingen na, zijn de meningen van kinderdagverblijven en diensten omtrent het belang van de verscheidene criteria relatief gelijklopend. Volgende criteria vinden beide types van opvangvoorzieningen relatief belangrijk om een ouder voorrang te verlenen op een andere ouder: ouders die zich het eerst hebben aangemeld, crisissituatie in het gezin, ouders hadden vroeger een kind in de opvangvoorziening, ouders gaan uit werken of studeren, en een alleenstaande ouder. Voor de kinderdagverblijven komt daar nog bij ouder werkt in de opvangvoorziening, hetgeen de tweede hoogste score krijgt. Een criterium waar men eerder neutraal tegenover staat, betreft gezin heeft een laag inkomen. Voorts staan de diensten voor onthaalouders eerder neutraal ten aanzien van het criterium ouders zoeken opvang wegens het wegvallen van de gebruikelijke opvang. Deze neutrale score duidt erop dat beide criteria het kinderlandschap verdelen, dit wil zeggen dat er opvangvoorzieningen zijn die dit criterium wel belangrijk vinden, maar er zijn evengoed opvangvoorzieningen die dit criterium minder belangrijk vinden. Beide groepen voorzieningen heffen elkaar op, zodanig dat een neutrale score verkregen wordt. Tot slot zijn beide types opvangvoorzieningen van mening dat volgende criteria geen doorslaggevende rol spelen bij het verlenen van voorrang aan bepaalde ouders: ouders wonen in de gemeente/stad, ouders werken in de gemeente/stad, opvang is voor een voldoende lange periode, ouder is familie van een personeelslid van de opvangvoorziening, kind zal hoog aantal dagen per week komen, kind zal regelmatig opvangpatroon hebben, ouders spreken voldoende Nederlands, ouders werken bij een specifieke werkgever en toekomstige schoolkeuze van het kind. Voor de kinderdagverblijven zijn ook de criteria ouders zoeken opvang wegens het wegvallen van de gebruikelijke opvang en kind zal tot de jongste leeftijdsgroep behoren minder belangrijk. Zowel Tabel 11 en Tabel 12 geven naast de gemiddelde score ook telkens de rangorde weer van elk criterium binnen beide types van opvangvoorzieningen. Het criterium met rangorde 1 is dan het criterium waar men het meeste belang aan hecht, met andere woorden de ouder die aan dat criterium voldoet zal bij voorkeur een plaats worden toegezegd, dit in tegenstelling tot een ouder die niet aan dat criterium voldoet. 25

26 Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar kenmerken van de opvangvoorziening Door middel van een regressie analyse werd nagegaan of bepaalde kenmerken van de opvangvoorzieningen een invloed uitoefenen op de mate van belangrijkheid die men aan de afzonderlijke criteria hecht. In de analyse werden volgende kenmerken opgenomen: startdatum van de opvangvoorziening, erkende capaciteit van de opvangvoorziening, de mate van verstedelijking van de gemeente/stad waarin de opvangvoorziening gelegen is en het type van organiserend bestuur dat de opvangvoorziening heeft. In wat volgt zal steeds per kenmerk besproken worden welke de significante effecten 4 waren op de verscheidene criteria waarbij steeds gecontroleerd werd voor het effect van de andere variabelen in de analyse. Startdatum van de opvangvoorziening Hoe langer een kinderdagverblijf bestaat, hoe meer belang men hecht aan het feit of een ouder reeds een kind in het kinderdagverblijf heeft of had om een ouder voorrang te verlenen. Ouders die zich eerst aanmelden zullen eerder voorrang genieten naarmate een kinderdagverblijf langer in werking is. Bijkomend hechten kinderdagverblijven die reeds langer bestaan meer belang aan het feit of een kind een hoog aantal dagen per week zal komen een bevinding die ook bij de diensten naar voor komt. Hoe jonger het kinderdagverblijf, hoe groter de kans dat een alleenstaande ouder voorrang zal genieten. Kinderdagverblijven die reeds langer bestaan hechten op hun beurt meer belang aan het feit of een ouder familie is van een personeelslid, terwijl we bij de diensten terugvinden dat hoe langer een dienst reeds in werking is, hoe meer belang ze zal hechten aan het feit of de ouder zelf in de dienst werkt. Tot slot kan bij de diensten nog worden vastgesteld dat diensten die reeds langer bestaan sneller voorrang zullen verlenen aan ouders die opvang voor een voldoende lange periode zoeken, dan diensten die nog niet zolang bestaan. 4 Significantieniveau p < 0,05. Wanneer verder in het rapport gesproken wordt over significante effecten, betreft dit steeds p < 0,05. 26

27 Wanneer we bovenstaande bevindingen bekijken met de wettelijke voorrangscriteria in het achterhoofd, kan aldus voorzichtig worden afgeleid dat opvangvoorzieningen die reeds langer in werking zijn minder belang hechten aan deze criteria en dat ouders die bij wet voorrang zouden moeten genieten, dit eerder bij de jongere opvangvoorzieningen zullen verkrijgen. Erkende capaciteit Uit het onderzoek blijkt dat hoe kleiner het kinderdagverblijf, hoe meer belang men hecht aan het feit of de ouders in de gemeente/stad wonen en aan het feit of de ouders (voldoende) Nederlands spreken. Hoe groter het kinderdagverblijf, hoe meer belang men hecht aan het feit of de ouder bij een specifieke werkgever werkt. Bij de diensten vinden we terug dat kleinere diensten meer belang hechten aan het feit of de ouders vroeger reeds een kind in de dienst had, het een regelmatig opvangpatroon betreft, het kind een hoog aantal dagen per week zal komen en de opvang voor een voldoende lange periode is. Voornamelijk bij de diensten valt op dat kleinere diensten in vergelijking met grotere diensten meer belang hechten aan de specifieke kenmerken van de opvangvraag, zoals daar zijn het aantal dagen per week een kind zal komen en de regelmaat van het opvangpatroon. Mate van verstedelijking Ouders die vroeger reeds een kind in het kinderdagverblijf hadden, zouden bij de grootstedelijke kinderdagverblijven eerder voorrang krijgen dan bij de kinderdagverblijven in niet centrumsteden. Voorts valt op dat grootstedelijke kinderdagverblijven minder belang hechten aan de volgorde van aanmelden dan kinderdagverblijven in centrumsteden en niet centrumsteden en meer belang aan het feit of het een alleenstaande ouder betreft. Voorts hechten ze meer belang aan het feit of de ouders in de gemeente/stad werken en ze (voldoende) Nederlands spreken. Tot slot verschillen ze van kinderdagverblijven uit de centrumsteden in dat ze het minder belangrijk vinden dat beide ouders uit werken gaan of studeren. 27

28 Tabel 13. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar mate van verstedelijking kinderdagverblijven Kinderdagverblijven Grootstedelijk Centrumstad Nietcentrumstad Vroeger een kind in de opvangvoorziening 5,45 4,62 4,84 Ouders gaan uit werken/studeren 5,29 3,93 4,62 Wie zich eerst heeft aangemeld 4,98 5,83 5,98 Ouders werken in de gemeente/stad 2,76 1,45 1,98 Het gaat om een alleenstaande ouder 5,06 4,21 4,53 Ouders spreken (voldoende) Nederlands 3,86 1,40 1,89 Basis : kinderdagverblijven die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 243) Bij de diensten is het zo dat deze in centrumsteden, meer belang hechten aan het feit of het kind een hoog aantal dagen per week zal komen dan diensten in grootsteden en tevens of het een regelmatig opvangpatroon betreft, hetgeen ze ook significant belangrijker vinden dan diensten uit de niet centrumsteden. In vergelijking met diensten uit de niet centrumsteden vinden de diensten uit de centrumsteden ook de toekomstige schoolkeuze van het kind belangrijker en voorts verschillen de diensten in grootstedelijk gebied nog van deze in niet centrumsteden in dat ze minder belang hechten aan het feit dat het een alleenstaande ouder betreft, een bevinding die tegenovergesteld is aan wat we bij de kinderdagverblijven waarnemen, en minder belang aan het feit dat de ouders in de gemeente/stad wonen. 28

29 Tabel 14. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar mate van verstedelijking diensten Diensten Grootstedelijk Centrumstad Nietcentrumstad Hoog aantal dagen per week 1,75 2,47 2,09 Regelmatig opvangpatroon 1,67 2,56 1,90 Toekomstige schoolkeuze 1,33 1,83 1,22 Ouders wonen in de gemeente/stad 1,08 1,72 2,77 Het gaat om een alleenstaande ouder 3,39 4,78 4,71 Basis : diensten die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 119) Hoewel er significante verschillen vast te stellen zijn tussen opvangvoorzieningen in de drie regio s, tonen Tabel 13 en Tabel 14 duidelijk aan dat men dit enigszins in perspectief moet zien. Ondanks de significante verschillen, zijn er veelal geen verschillen in termen van het als minder belangrijk, neutraal of meer belangrijk beschouwen van een criterium. Zo verschillen bijvoorbeeld de diensten in de drie regio s significant in hun quotering voor wat betreft het criterium ouders wonen in de gemeente/stad, maar zijn ze desondanks allen van mening dat het een minder belangrijk criterium betreft. Organiserend bestuur Kinderdagverblijven die de gemeente als organiserend bestuur hebben, vinden het minder belangrijk dat de ouders vroeger reeds een kind in het kinderdagverblijf hadden dan kinderdagverblijven met een vzw als organiserend bestuur. Voorts vinden ze het belangrijker dan laatstgenoemden en kinderdagverblijven met een OCMW als organiserend bestuur dat beide ouders uit werken gaan of studeren en het gezin een laag inkomen heeft. Wanneer we kinderdagverblijven van de gemeente vergelijken met deze die een vzw als organiserend bestuur hebben, blijkt tevens dat de eerstgenoemde het belangrijker vinden of het een crisissituatie betreft, de ouders in de gemeente/stad wonen, de ouders in de gemeente/stad werken, en de ouders bij een specifieke werkgever werken. 29

30 In vergelijking met kinderdagverblijven van het OCMW zijn deze van de gemeente dan weer van mening dat het criterium ouders spreken (voldoende) Nederlands van meer belang is. In vergelijking met kinderdagverblijven die een vzw als organiserend bestuur kennen, hechten kinderdagverblijven van het OCMW meer belang aan het feit of de ouders in de gemeente/stad wonen, de ouders in de gemeente/stad werken, de ouders bij een specifieke werkgever werken, het kind tot de jongste leeftijdsgroep zal behoren en minder belang aan het feit of ouders opvang zoeken wegens het wegvallen van de gebruikelijke opvang. Tabel 15. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar type organiserend bestuur kinderdagverblijven Kinderdagverblijven Gemeente OCMW vzw Ouders hadden reeds vroeger een kind in de 4,33 4,00 5,05 opvangvoorziening Ouders gaan uit werken/studeren 5,57 4,13 4,56 Ouders wonen in de gemeente/stad 5,50 4,33 2,61 Ouders werken in de gemeente/stad 2,94 2,50 1,90 Gezin heeft een laag inkomen 5,15 3,41 3,33 Ouders spreken (voldoende) Nederlands 3,03 1,23 2,42 Ouders werken bij specifieke werkgever 3,03 2,86 2,00 Ouders zoeken opvang wegens wegvallen gebruikelijke opvang 3,91 2,36 3,41 Basis : kinderdagverblijven die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 240) De diensten voor onthaalouders die de gemeente als organiserend bestuur hebben, vinden de volgorde van aanmelden minder belangrijker dan diensten met een vzw aan het hoofd. Voorts vinden ze het net zoals bij de kinderdagverblijven belangrijker dat de ouders in de gemeente/stad wonen. Evenzo zijn de diensten met het OCMW als organiserend bestuur meer geneigd voorrang te verlenen aan ouders die in de gemeente/stad wonen en ouders die in de gemeente/stad werken dan diensten met een vzw als organiserend bestuur. 30

31 Zo ook zijn ze in vergelijking met de twee andere groepen eerder geneigd voorrang te verlenen aan ouders die bij een specifieke werkgever werken. Tabel 16. Verschillen in mate van belangrijkheid criteria naar type organiserend bestuur diensten Diensten Gemeente OCMW vzw Ouders die zich het eerst hebben aangemeld 5,00 5,72 6,10 Ouders wonen in de gemeente/stad 3,56 4,84 1,64 Ouders werken in de gemeente/stad 2,31 2,89 1,47 Ouders werken bij specifieke werkgever 1,00 2,06 1,26 Basis : diensten die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen (N = 117) Ook hier kan dezelfde bemerking gemaakt worden als deze bij de significante verschillen naar mate van verstedelijking, met name dat ondanks de significante verschillen men het veelal eens is over de mate van belangrijkheid in termen van minder belangrijk, neutraal of meer belangrijk T OEPASSEN WETTELIJKE VOORRANGSCRITERIA Erkende opvangvoorzieningen zijn bij wet verplicht een aantal voorrangsregels toe te passen. Het betreft het voorrang verlenen aan kinderen : a) van ouders die door werkomstandigheden hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen; b) voor wie het vanwege sociale en/of pedagogische motieven wenselijk is dat zij gedurende de dag opvang en begeleiding krijgen buiten het eigen gezin; c) van wie de ouders het laagste inkomen hebben; d) van alleenstaande ouders. 31

32 Daarnaast kunnen erkende opvangvoorzieningen nog eigen selectiecriteria toepassen, maar deze zijn ondergeschikt aan de vier bovenstaande wettelijk vastgelegde voorrangscriteria. Zoals daarnet reeds werd aangehaald, werd naast het aangeven van de mate van belangrijkheid die men hecht aan de verscheidene voorrangscriteria aan de voorzieningen ook gevraagd hun top 3 weer te geven. Nemen we Tabel 11 en Tabel 12 nog eens in beschouwing, dan zien we dat de wettelijk vastgelegde voorrangsregels respectievelijk op de zesde, vierde, achtste en zevende plaats staan bij de kinderdagverblijven en op de vierde, derde, achtste en vijfde plaats bij de diensten voor onthaalouders. Slechts één van de vier bij wet vastgelegde voorrangscriteria scoort relatief goed, met name de crisissituatie die op een schaal van 7 een gemiddelde score van 5,4 bij de kinderdagverblijven en 5,8 bij de diensten behaalt. De drie overige criteria scoren matig tot positief, waarbij een gezin met een laag inkomen slechts een neutrale 3,6 bij de kinderdagverblijven en 3,5 bij de diensten scoort en aldus door beiden als een minder belangrijk criterium aanzien wordt. Tabel 17. Top 3 criteria bij verlenen van voorrang Criterium Kinderdagverblijven Diensten Ouders hebben reeds een kind in deze opvangvoorziening Ouder werkt in deze opvangvoorziening Ouders die zich het eerst hebben aangemeld krijgen voorrang Ouders gaan uit werken of studeren Crisissituatie in het gezin (bv. ziekenhuisopname) Alleenstaande ouder Gezin heeft laag inkomen Basis : opvangvoorzieningen die de voorbije zes maand meer aanvragen ontvangen hebben, dan ze konden opnemen Het voorrangscriterium dat voor de opvangvoorziening op de eerste plaats kwam, kreeg tijdens de verwerking een score 3, het criterium dat op de tweede plaats kwam, kreeg score 2 en het voorrangscriterium dat op de derde plaats kwam, kreeg score 1. Voor elk voorrangscriterium werden vervolgens de scores gesommeerd, hetgeen resulteerde in de uiteindelijke score die terug te vinden is in bovenstaande tabel. 32

Persoonlijk langskomen Telefoon Fax Brief Ander antwoord :

Persoonlijk langskomen Telefoon Fax  Brief Ander antwoord : Onderzoek naar het opnamebeleid 1. Hoe kan iemand jouw dienst contacteren voor informatie over opvang? Meerdere antwoorden mogelijk Persoonlijk langskomen Telefoon Fax E-mail Brief 2. a. Wordt er gewerkt

Nadere informatie

1. Hoe kan iemand jouw kinderdagverblijf contacteren voor informatie over de opvang? Persoonlijk langskomen Telefoon Fax E-mail Brief Ander antwoord :

1. Hoe kan iemand jouw kinderdagverblijf contacteren voor informatie over de opvang? Persoonlijk langskomen Telefoon Fax E-mail Brief Ander antwoord : Onderzoek naar het opnamebeleid 1. Hoe kan iemand jouw kinderdagverblijf contacteren voor informatie over de opvang? Persoonlijk langskomen Telefoon Fax E-mail Brief 2. a. Wordt er gewerkt met een antwoordapparaat

Nadere informatie

wegwijs in opvang voor je baby of peuter

wegwijs in opvang voor je baby of peuter wegwijs in opvang voor je baby of peuter 1. Opvang zoeken 1.1 Wat zijn je wensen? De opvang zorgt samen met jou voor de opvoeding van je kind. Daarom is opvang kiezen een belangrijke keuze, waar je zelf

Nadere informatie

Kinderopvang in Vlaanderen

Kinderopvang in Vlaanderen Kinderopvang in Vlaanderen Karlien Vanpée, Leen Sannen & Georges Hedebouw (2000), Kinderopvang in Vlaanderen. Gebruik, keuze van de opvangvorm en evaluatie door de ouders, HIVA- K.U.Leuven, 348 p. De vraag

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Resultaten enquête behoefte kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar. Er werden 420 enquêtes verstuurd waarvan er 95 enquêtes werden ingevuld dat is 22,6%

Resultaten enquête behoefte kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar. Er werden 420 enquêtes verstuurd waarvan er 95 enquêtes werden ingevuld dat is 22,6% Resultaten enquête behoefte kinderopvang van 0 tot 2,5 jaar Er werden 420 enquêtes verstuurd waarvan er 95 enquêtes werden ingevuld dat is 22,6% DEEL 1: Algemene gegevens 1. In welk jaar is/wordt uw kindje

Nadere informatie

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen Kinderopvang cijfert Voorrangsgroepen 2015-2016 Inleiding Elke subsidiegroep met subsidie inkomenstarief (trap 2 of T2) moet op jaarbasis minstens 20% kinderen uit specifieke voorranggroepen opvangen.

Nadere informatie

EINDRAPPORT. Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats. 15 september 2007

EINDRAPPORT. Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats. 15 september 2007 EINDRAPPORT Analyse van het zoekproces van ouders naar een voorschoolse kinderopvangplaats 15 september 2007 MAS Market Analysis & Synthesis Brusselsesteenweg 46a 3000 Leuven +32 16 22 69 67 http://www.masresearch.be

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

We stellen de resultaten graag aan u voor op een informatievergadering. U zult hiervoor worden uitgenodigd in de loop van het najaar van 2009.

We stellen de resultaten graag aan u voor op een informatievergadering. U zult hiervoor worden uitgenodigd in de loop van het najaar van 2009. Betreft: bevraging jonge gezinnen in Herent Beste ouder, Mogen wij een beetje van uw tijd vragen voor deze vragenlijst? Deze enquête kunt u anoniem invullen. De vragenlijst bestaat uit drie delen: een

Nadere informatie

Kandidatuurstelling voor het huren van een starterswoning

Kandidatuurstelling voor het huren van een starterswoning Kandidatuurstelling voor het huren van een starterswoning kandidaat-huurder Naam en Voornaam: Straat en Nummer: Postcode en Gemeente: Geboorteplaats: Geboortedatum: Telefoonnummer:. GSM :.. E-Mail :..

Nadere informatie

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen Sofie Kuppens HIVA KU Leuven Kennisplatform BUITENKANS Vóór en vroegschoolse educatie in de strijd tegen kinderarmoede 27 April 2016 Overzicht Inleiding

Nadere informatie

Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang

Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang foto: Landelijke Kinderopvang vzw West-Vlaanderen komt 3.000 plaatsen in kinderopvang tekort Tanja Termote Senior researcher WES Tanja Termote De behoefte

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004 Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN versie 01 januari 2017 Dit betreft een aanvraag voor: Dossiernummer Kind en Gezin : oprichting nieuw initiatief... uitbreiding capaciteit

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE GROOTTE EN HET GEBRUIK VAN DE BUITENSPEELRUIMTE IN DE FORMELE KINDEROPVANG SYNTHESERAPPORT

ONDERZOEK NAAR DE GROOTTE EN HET GEBRUIK VAN DE BUITENSPEELRUIMTE IN DE FORMELE KINDEROPVANG SYNTHESERAPPORT ONDERZOEK NAAR DE GROOTTE EN HET GEBRUIK VAN DE BUITENSPEELRUIMTE IN DE FORMELE KINDEROPVANG SYNTHESERAPPORT 1 INHOUDSTAFEL 1. Situering... 3 2. Doelstelling van het onderzoek... 3 3. Aanpak van het onderzoek...

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Opnamereglement woonzorgcentrum Hingeheem

Opnamereglement woonzorgcentrum Hingeheem Woonzorgcentrum Hingeheem Openbaar centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gasthuisstraat 2 1730 Asse Tel. 02/452.65.05 Fax. 02/454.83.88 Erkenningsnummer ROB CE 521 Erkenningsnummer RVT VZB 378 Opnamereglement

Nadere informatie

Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse opvang

Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse opvang Hallepoortlaan 27 B-1060 BRUSSEL Telefoon: 02 533 12 11 Fax: 02 544 02 80 www.kindengezin.be e-mail : info@kindengezin.be MEDEDELING Oproep naar aanvragen voor nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse

Nadere informatie

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021. Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang Hoofdstuk 1. Algemene

Nadere informatie

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary Onderzoeksopzet De beheersovereenkomst tussen IWT en de voogdijminister voorziet in een 2-jaarlijkse klantentevredenheidsanalyse. Midden 2011 werd een eerste

Nadere informatie

Moet je overdag gaan werken, studeren, een opleiding volgen, werk zoeken,?

Moet je overdag gaan werken, studeren, een opleiding volgen, werk zoeken,? ONTHAALOUDERS Moet je overdag gaan werken, studeren, een opleiding volgen, werk zoeken,? Lukt het je niet zo goed om voor je kindje te zorgen, heeft je gezin nood aan extra ondersteuning? Ben je van plan

Nadere informatie

Kinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012

Kinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012 Kinderopvang in West- West- Werkt 3, 212 foto: Landelijke Kinderopvang vzw Aanbod in kaart 17. formele kinderopvangplaatsen in West- Lieselot Denorme en Tanja Termote WES Lieselot Denorme Tanja Termote

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Uitbreidingsronde kinderopvang. Een zorgvuldig lokaal advies

Uitbreidingsronde kinderopvang. Een zorgvuldig lokaal advies Uitbreidingsronde kinderopvang Een zorgvuldig lokaal advies Inleiding Welkomstwoord Programma: Een uitbreidingsronde: hoe zit dat in elkaar? Uitbreidingsronde kinderopvang 2017 Belang van een kwaliteitsvol

Nadere informatie

De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen

De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen De financiering van de buitenschoolse kinderopvang Het perspectief van de voorzieningen Prof. dr. Jozef Pacolet, Frederic De Wispelaere & Annelies De Coninck Studiedag SWVG Integrale zorg en ondersteuning

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor:

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: 1 Onderzoeksopzet Om bij de verdere ontwikkeling van zijn werking beter rekening

Nadere informatie

ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002

ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002 ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02/533.14.11 Wettelijk Depot 2003/4112/3 Mei 2003 Cynthia Bettens Bea

Nadere informatie

Kinderopvang in Aarschot

Kinderopvang in Aarschot Kinderopvang in Aarschot 0-3 jaar Deze brochure geeft je een handig overzicht van het opvangaanbod voor baby s en peuters van 0 tot 3 jaar in Aarschot. Beste ouder Heb je een baby of ben je in blijde verwachting

Nadere informatie

Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel

Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel Begrippen Hele dagopvang Halve dagopvang Buitenschoolse opvang Naschoolse opvang Onafgebroken opvang van 0-4 jarigen

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

TOELATINGSBELEID. : ROC van Amsterdam / ROC van Flevoland. : M. Leus, Organisatiebesturing : Toelatingsbeleid ROCvA-ROCvF DEF

TOELATINGSBELEID. : ROC van Amsterdam / ROC van Flevoland. : M. Leus, Organisatiebesturing : Toelatingsbeleid ROCvA-ROCvF DEF TOELATINGSBELEID ROC van Amsterdam ROC van Flevoland Uitgave Auteur Beschikbaar voor Platform OR ROCvA en OR ROCvF: ter informatie d.d. 29-09-2017 : ROC van Amsterdam / ROC van Flevoland : M. Leus, Organisatiebesturing

Nadere informatie

STICHTING KINDEROPVANG DE BILT

STICHTING KINDEROPVANG DE BILT Algemeen Directeur 1 van 5 Beleid 4.1.3 Algemeen plaatsingsbeleid Inleiding. De Stichting Kinderopvang De Bilt exploiteert drie kinderdagverblijven: de Torenuiltjes, de Steenuiltjes en de Bosuiltjes en

Nadere informatie

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS

AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN. Deel 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS AANVRAAG EENMALIGE INVESTERINGSTOELAGE VOOR KINDEROPVANGINITIATIEVEN versie 20 november 2013 Dit betreft een aanvraag voor: Dossiernummer Kind en Gezin : oprichting nieuw initiatief... uitbreiding capaciteit

Nadere informatie

Wat is een indicatorleerling?

Wat is een indicatorleerling? INSCHRIJVINGEN IN HET EERSTE JAAR VAN HET SINT-ROMBOUTSCOLLEGE (schooljaar 2014 2015) Sinds vorig schooljaar legt de overheid de scholen op om een evenwichtige sociale mix na te streven in hun leerlingenpopulatie.

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HEILIG HART / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

Reglement: Opnamereglement assistentiewoning. Woonzorg

Reglement: Opnamereglement assistentiewoning. Woonzorg Reglement: Opnamereglement assistentiewoning 14.10.2014 Woonzorg pagina 1 van 5 OPNAMEREGLEMENT ASSISTENTIEWONINGEN TEN HOVE & CENTRUM VAN KOEKENBEEK Dit reglement werd goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE DENNEN / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

Opnamereglement. Dagverzorgingscentrum. Gasthuisstraat Asse 02/

Opnamereglement. Dagverzorgingscentrum. Gasthuisstraat Asse 02/ Opnamereglement Dagverzorgingscentrum Gasthuisstraat 2-1730 Asse 02/452.80.67 Secretaris: Nicole De Reuse Voorzitter: Micheline De Mol Lien Van Riet November 2011 Dagverzorgingscentrum t Gastenhuis Openbaar

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE VAEREN / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

Janseniusstraat 2-3000 Leuven - 016 24 05 10 - www.ksleuven.be. Aanmelden en inschrijven in het eerste leerjaar A of B

Janseniusstraat 2-3000 Leuven - 016 24 05 10 - www.ksleuven.be. Aanmelden en inschrijven in het eerste leerjaar A of B Scholengemeenschap Katholiek Secundair Onderwijs Leuven Janseniusstraat 2-3000 Leuven - 016 24 05 10 - www.ksleuven.be Kiezen en inschrijven in KSLeuven op stap naar 2012-2013 Aanmelden en inschrijven

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT LODEWIJK / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 1/9-5/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Advies Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het toekennen van nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse kinderopvang in het Brussels hoofdstedelijk gewest Hallepoortlaan 27 B-1060

Nadere informatie

Respect en open communicatie zijn voor ons belangrijke bouwstenen.

Respect en open communicatie zijn voor ons belangrijke bouwstenen. Als kleurrijk kinderdagverblijf bieden wij kwaliteitsvolle opvang binnen een warme, huiselijke sfeer waar ELK kind centraal staat. Een enthousiast en professioneel team biedt ouders ondersteuning en houdt

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum Ambroos / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 1/9-5/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT MARIA BOODSCHAP / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 11/5-15/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001 1 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap 1. Informele kinderopvang 2. Formele kinderopvang 3. De plicht tot melding aan Kind en Gezin

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM SINT-ALEXIUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WZC Sint-Margaretha / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT BETLEHEM / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

Onderzoek financieel fitte werknemers

Onderzoek financieel fitte werknemers Onderzoek financieel fitte werknemers Een onderzoek naar de wensen en behoeften rondom hulp van de werkgever bij financiële vragen 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële gevolgen

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT AVONDVREDE / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM EDOUARD REMY / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 5/10-9/10 / 2015 / 28-jan-16

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

We stellen de resultaten graag aan u voor op een informatievergadering. U zult hiervoor worden uitgenodigd in de loop van het najaar van 2009.

We stellen de resultaten graag aan u voor op een informatievergadering. U zult hiervoor worden uitgenodigd in de loop van het najaar van 2009. Betreft: bevraging jonge gezinnen in Herent Mogen wij een beetje van uw tijd vragen voor deze vragenlijst? Deze enquête kunt u anoniem invullen. De vragenlijst bestaat uit drie delen: een eerste algemeen

Nadere informatie

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties Tess Poppe 26 maart 205 Inhoud DEEL I Knelpuntberoepen OCMW s... 2. Overzicht functies... 2.. Verpleegkundige... 3..2 Hoofdverpleegkundige...

Nadere informatie

schriftelijke overeenkomst kinderopvang

schriftelijke overeenkomst kinderopvang schriftelijke overeenkomst kinderopvang Deze schriftelijke overeenkomst legt de rechten en plichten vast tussen Felies vzw organisator van de kinderopvang en de gebruiker De schriftelijke overeenkomst

Nadere informatie

1) Welke stappen dien ik te nemen om mij zelf in te schrijven voor kinderopvang?

1) Welke stappen dien ik te nemen om mij zelf in te schrijven voor kinderopvang? 1) Welke stappen dien ik te nemen om mij zelf in te schrijven voor kinderopvang? Om in Leuven een aanvraag voor kinderopvang te doen,moeten ouders zichzelf, hun partner (indien er een partner is) en hun

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/15/018 BERAADSLAGING NR. 15/005 VAN 3 FEBRUARI 2015 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS EN GECODEERDE

Nadere informatie

INSCHRIJVINGEN IN HET EERSTE JAAR (schooljaar 2016 2017)

INSCHRIJVINGEN IN HET EERSTE JAAR (schooljaar 2016 2017) INSCHRIJVINGEN IN HET EERSTE JAAR (schooljaar 2016 2017) INSCHRIJVINGSPROCEDURE STAP 1: aanmelding, telefonisch via het callcenter (dinsdag 12 april, 19-21u) STAP 2: registratie van de aanmelding, op school

Nadere informatie

Reglement: Opnamereglement WZC Zonnig Huis Woonzorg

Reglement: Opnamereglement WZC Zonnig Huis Woonzorg Reglement: Opnamereglement WZC Zonnig Huis 14.10.2014 Woonzorg OPNAMEREGLEMENT WOONZORGCENTRUM «ZONNIG HUIS» Dit reglement werd goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn tijdens de vergadering

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE VOORZIENIGHEID / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 29/9-3/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

Statuten. Lokaal Overleg Kinderopvang. M.i.v. 25/06/2019

Statuten. Lokaal Overleg Kinderopvang. M.i.v. 25/06/2019 Statuten Lokaal Overleg Kinderopvang M.i.v. 25/06/2019 Artikel 1. Oprichting 1.1. Er wordt in Beveren een adviesraad voor kinderopvang opgericht volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013,

Nadere informatie

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart 2014. Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart 2014. Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving INKOMENSTARIEF VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart 2014 Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving INHOUD 1. Bestellen is betalen 2. Inkomenstarief: principes en

Nadere informatie

Indien het toegelaten aantal kinderen overschreden wordt, zal volgende voorrangsregel toegepast worden:

Indien het toegelaten aantal kinderen overschreden wordt, zal volgende voorrangsregel toegepast worden: t Merelhofke is de buitenschoolse kinderopvang die georganiseerd wordt door het gemeentebestuur van Hemiksem. Begeleidsters zorgen voor de opvang van uw kind(eren) voor- en na de schooluren en tijdens

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum De Wending / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 26/10-30/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer

Nadere informatie

Algemeen. Gemeente: Hasselt. Provincie: Limburg. Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt

Algemeen. Gemeente: Hasselt. Provincie: Limburg. Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt Algemeen Gemeente: Hasselt Provincie: Limburg Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Hasselt Contactgegevens: Wendy Souvereyns, Loket.kinderopvang@hasselt.be, 0486/586940 Werkingsgebied:

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/103 BERAADSLAGING NR 11/061 VAN 6 SEPTEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Melgeshof / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 10/11-14/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Lozanahof / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 17/11-21/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HET PARK NEEROETEREN / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 12/10-16/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer

Nadere informatie

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017 Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017 Greet Poelvoorde lokaal loket Silke De Ridder Nasci vzw Contact: helpdesk@kinderopvang 0488/79 09 77 Opdracht van het Lokaal Loket Kinderopvang

Nadere informatie

een inschatting van de onvervulde behoefte aan formele opvang.

een inschatting van de onvervulde behoefte aan formele opvang. Hoofdstuk 2 Rapport Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@kuleuven.be Rapport 25 Het gebruik van en de behoefte aan kinderopvang voor baby s en peuters

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA MEUNYCKENHOF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 31/8-4/9 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA BEVERSTHUIS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 27/10-31/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT JOZEF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT BERNARDUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 11/5-15/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT-JOZEF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 3/11-7/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM SINT-JOZEF / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 14/9-18/9 / 2015 / 28-jan-16

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum Mariatroon / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 18/8-22/8 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA SINT ROCHUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 10/11-14/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HOGHE CLUYSE / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 8/6-12/6 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI -

Nadere informatie

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders.

De school stelt het welzijn en de ontwikkeling van het kind voorop, is geen partij in een echtscheiding en blijft neutraal tegenover beide ouders. Protocol omgaan met gescheiden ouders April 2015 We praten over een scheiding; hiermee bedoelen we zowel de ontbinding van een huwelijk, van een geregistreerd partnerschap als het uit elkaar gaan van ouders

Nadere informatie

Contactgegevens: Wendy Valijs, of

Contactgegevens: Wendy Valijs, of Algemeen Gemeente: Maasmechelen Provincie: Limburg Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Maasmechelen Contactgegevens: Wendy Valijs, wendy.valijs@maasmechelen.be of loketkinderopvang@maasmechelen.be,

Nadere informatie

Wervings- en selectieprocedures en discriminatie: een bevraging van HRpersoneel. Lieve Eeman en Miet Lamberts - HIVA

Wervings- en selectieprocedures en discriminatie: een bevraging van HRpersoneel. Lieve Eeman en Miet Lamberts - HIVA Wervings- en selectieprocedures en discriminatie: een bevraging van HRpersoneel Lieve Eeman en Miet Lamberts - HIVA OVERZICHT 1. Situering en onderzoeksvragen 2. Methode 3. Wervings- en selectieprocedures

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM SINT-VINCENTIUS / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 3/11-7/11 / 2014 / 22-jun-15

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA TER KIMME / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 8/9-12/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT VERBERT-VERRIJDT / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 20/10-24/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer

Nadere informatie

Algemeen. Gemeente: Stad Gent. Provincie: Oost Vlaanderen. Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent

Algemeen. Gemeente: Stad Gent. Provincie: Oost Vlaanderen. Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent Algemeen Gemeente: Stad Gent Provincie: Oost Vlaanderen Naam van het lokaal loket: Kinderopvangpunt Gent Contactgegevens: Danny Verdonck, danny.verdonck@stad.gent, 09/268 20 82 Werkingsgebied: Stedelijk

Nadere informatie

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID Resultaten Dienstverlening m.b.t. de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid in het kader van het decreet van 13 juli 2001 en het

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Campus De Liberteyt / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer

Nadere informatie