Dekkingsplan Brandweer Zeeland. Dekkingsplan versie 1.0

Transcriptie

1 Rampenbestrijding & Crisisbeheersing Brandweerzorg Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR) Gezamenlijke Meldcentrale Zeeland (GMZ) Dekkingsplan Dekkingsplan versie 1.0 Rapportagedata Kenmerk : v1/dekkingsplan ZLD/RD Versie/datum : 1.0 / 9 oktober 2008 Status : Definitief Opgesteld door : R. Duerink Projectleider Dekkingsplan R. Ovaa Beheerder Dekkingsplan Concept Gecontroleerd door : Projectgroep Dekkingsplan R. Duerink, Projectleider Dekkingsplan Datum : 2 oktober 2008 Paraaf : Concept Gecontroleerd door : L.P.A. van Dijk Commandant, namens RMO Datum : 8 oktober 2008 Paraaf : Definitief Geautoriseerd door : L.P.A. van Dijk, Commandant namens RMO Datum : 10 oktober 2008 Paraaf :

2 Inhoudsopgave SAMENVATTING INLEIDING AANPAK DEKKINGSPLAN BRANDWEER ZEELAND Nulmeting Project Dekkingsplan Advies op maat en verbeteringen in het korps Geactualiseerde nulmeting Normatief kader Testperiode concept Dekkingsplan Definitieve versie Dekkingsplan Implementatie & Operationalisatie DEKKINGSPLAN VERSIE Normatief kader en opkomsttijd Dag / Nacht Uitgangspunten Dekkingsplan Repressief beleid Veilig en verantwoord Regionaal Resultaten Dekkingsplan Resultaten Dekkingsplan 1.0 DAG Resultaten Gemeentelijk DAG FINANCIEEL HET PROCES, DEKKINGSPLAN BRANDWEER ZEELAND...27 BIJLAGE A : VASTGESTELDE UITGANGSPUNTEN DEKKINGSPLAN BIJLAGE B : DAGBEROEPSPLOEG...30 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 2 /

3 SAMENVATTING Om hulpdiensten adequaat en efficiënt in te kunnen zetten en optimale kwaliteit en zorg te kunnen garanderen wordt veelal gebruik gemaakt van een Dekkingsplan. In het Dekkingsplan wordt de juiste afstemming gevonden om regionaal de meest ideale situatie te creëren, waarbij in heel Zeeland hulpverleningseenheden binnen bepaalde normen met het juiste materieel kunnen worden ingezet. De basis voor het huidige dekkingsplan in Zeeland is gelegd in 1996, waarna dit in 2001 is geoperationaliseerd. In de periode van 2001 tot heden is zowel de omgeving, als de brandweer en haar organisatie sterk veranderd. Reeds in 2006 heeft een nulmeting naar de spreiding van de brandweerzorg in Zeeland aangetoond dat in Zeeland niet aan de norm van de brandweerzorg kan worden voldaan. Ook de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid stelt in 2007 vast dat niet wordt voldaan aan de norm zoals vastgesteld in de Handleiding Brandweerzorg. Het Regionaal Management Overleg (RMO) van, waarin alle commandanten zijn vertegenwoordigd, heeft reeds in 2006 besloten deze problematiek in gezamenlijkheid aan te pakken. De voorbijgaande periode is aangewend om de brandweerzorg op een hoger niveau te krijgen. Individueel zijn door korpsen maatregelen getroffen in de organisatie door bijvoorbeeld werving en selectie, opleiding, kazerne locaties aan te passen etc. In gezamenlijkheid is het project Dekkingsplan vorm gegeven. In het najaar van 2007 is op verzoek van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland een nulmeting uitgevoerd naar de kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland, de zgn. Kwaliteitsfoto. Op basis van de resultaten van de kwaliteitsfoto hebben de burgemeesters van Zeeland in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland op 28 februari 2008 een bestuursovereenkomst gesloten t.a.v. het verbeteren van de kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland. Het project Dekkingsplan is onderdeel van de Kwaliteitsverbetering. Het project Dekkingsplan heeft als hoofddoelstelling eind 2009 te voldoen aan de gestelde eisen in de kwaliteitsfoto. Het project brengt gefaseerd, middels drie versies, een gezamenlijk Zeeuws Dekkingsplan. Dit document geeft een weergave van de eerste versie van het Dekkingsplan. Deze versie concentreert zich op de inzet van de basiseenheid binnen de brandweerzorg, namelijk de eerste tankautospuit. Volgende versies bieden grootschalig optreden, inzet van specialismen zoals redvoertuigen, gaspakkenteams, waterongevallen etc., interregionale en internationale samenwerking. Dekkingsplan 1.0 N.a.v. de resultaten uit de nulmeting is vanuit het project een Advies-op-maat samengesteld voor alle gemeenten. Deze adviezen zijn specifiek gericht op gesignaleerde knelpunten in de nulmeting. Vervolgens is eind 2007 een geactualiseerde nulmeting samengesteld. Deze vormt de basis voor Dekkingsplan 1.0. De geactualiseerde nulmeting bevestigt nogmaals dat binnen Zeeland niet wordt voldaan aan de norm. Vanuit het project en het RMO zijn daarom een aantal oplossingen aangedragen om op korte termijn toch een optimale dienstverlening aan de burger te bieden. streeft ernaar om op termijn wel volgens standaard te voldoen aan de normen zoals gesteld in de Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg. Waar in Dekkingsplan versie 1.0 maatregelen worden getroffen in de vorm extra alarmering, streeft ernaar in volgende projectfasen, een optimale afstemming te realiseren in vraag en aanbod van de brandweerzorg. In tegenstelling tot het normatief kader uit de Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg, wordt bij de berekening voor het Dekkingsplan, als uitgangspunt voor de uitruktijd 6 minuten gehanteerd in de dagsituatie; Om in de huidige dagsituatie met de beschikbare middelen een optimale dienstverlening te bieden worden drie repressieve varianten gedefinieerd: o Standaard Tankautospuit, eenheid welke volgens de standaard met 6 gekwalificeerde functionarissen binnen 6 minuten uitrukt; o TS-4, eenheid welke in afwijking met de standaard, uitrukt met 4 gekwalificeerde functionarissen binnen 6 minuten. Deze eenheid wordt altijd, ongeacht prioriteit, aangevuld met een tweede eenheid van een aangrenzende brandweerpost; Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 3 /

4 o Blusreserve, posten welke niet kunnen beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel worden separaat gealarmeerd. Bij incidenten in de verzorgingsgebieden van dergelijke posten wordt altijd een snelst beschikbaar aangrenzende post gealarmeerd. In het eigen verzorgingsgebied wordt de blusreserve, indien men beschikt over voldoende gekwalificeerd personeel (inzetbaar conform minimaal TS-4) alsnog ingezet voor de incidentbestrijding. Zeeland beschikt momenteel over 1 korps met een dagberoepsploeg, nl. de Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen - Middelburg. Deze wordt separaat opgenomen in het Dekkingsplan. Vanuit het project en korps wordt deze werkwijze geëvalueerd en waar nodig bijgesteld; Een aantal korpsen in Zeeland heeft zelf reeds maatregelen getroffen om een optimale brandweerzorg te kunnen garanderen. Deze korpsen maken hierbij gebruik van een alternatieve repressieve variant (bijv. Snel Interventie Voertuig) en hebben deze zowel in de organisatie als bestuurlijk verankerd. Binnen het project worden geen van deze vormen uitgesloten, maar daarentegen geëvalueerd en getoetst op hun waarde binnen het Zeeuwse dekkingsplan Dekkingsplan 1.0 bestaat uit een theoretisch model, testresultaten van alle betrokken partijen en de praktijk! Het moet worden onderkend dat hiermee een continu proces wordt ingezet. Deze eerste stap leidt tot resultaten in de praktijk op basis waarvan bijstelling en nieuwe inzichten worden geïmplementeerd. Dekkingsplan 1.0 biedt een optimale spreiding van de brandweerzorg gebaseerd op een categorisering van inzetvarianten. Dit biedt echter nog geen garanties voor de beschikbaarheid van eenheden en de kwaliteit van de brandweerzorg. Inherent aan de organisatievorm van de brandweer in Zeeland, is dat geen garantie kan worden gegeven op de beschikbaarheid van vrijwilligers. De brandweerorganisatie in Zeeland bestaat voor meer dan 90% uit vrijwilligers. Dekkingsplan 1.0 beperkt dit risico door voorwaarden te creëren, zodat meer capaciteit beschikbaar is voor de incidentbestrijding. Financiële consequenties in de gemeentelijke organisatie welke voortvloeien uit het Dekkingsplan (werving & selectie, opleidingskosten etc.) worden gemeentelijk geborgd en hebben een relatie met de beleidsplannen t.a.v. de kwaliteitsfoto. Indien andere financiële effecten in het vervolg van het project ontstaan, dan worden deze voorgelegd aan het Algemeen Bestuur VRZ. Het project continueert, middels het actualiseren van operationele grenzen, de besluitvorming inzake de repressieve brandweerzorg in operationele grenzen uit De gekozen oplossingsrichting wordt ondersteund door repressief beleid. Om veilig en verantwoord af te kunnen wijken van standaarden zijn instrumenten ontwikkeld. Tevens wordt de inzet van de TS-4 continu gemonitord vanuit de korpsen en regionaal geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Ook landelijke ontwikkelingen en leermomenten worden hierbij gebruikt. Het Dekkingsplan 1.0 is tot stand gekomen op basis van besluitvorming in het RMO. Dit document geeft de uitwerking hiervan. Om het dekkingsplan ook bestuurlijk te verankeren wordt een besluit gevraagd van het bestuur. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 4 /

5 Gevraagd besluit: U wordt gevraagd akkoord te gaan met onderstaande uitgangspunten en deze voor te leggen aan de Colleges van B&W, met inachtneming van art.25 (adviesplicht medezeggenschap) en vast te laten stellen om te komen tot een nieuw operationeel regionaal dekkingsplan. Akkoord te gaan met de uitgangspunten en uitwerking van Dekkingsplan versie 1.0; o Als uitgangspunt voor de berekening van het dekkingsplan een uitruktijd van 6 i.p.v. 4,5 minuten te kiezen voor de dagsituatie; o Akkoord gaan met afwijkende repressieve inzetvorm TS-4, bij te geringe opkomst, onder voorwaarde van juiste toepassing van regionale repressieve richtlijnen en alarmering van tweede eenheid als ondersteuning van de TS-4 o Akkoord te gaan met de positionering van de Blusreserve Akkoord te gaan met door het RMO vast te stellen regionale repressieve richtlijnen ter ondersteuning van Dekkingsplan 1.0 Akkoord te gaan met het actualiseren van de operationele grenzen en uiterlijk formeel te hanteren per februari 2009 bij de repressieve brandweerzorg; Het project opdracht geven Dekkingsplan 1.0 te implementeren en te operationaliseren; Waar de resultaten van het Dekkingsplan dit aangeven, de repressieve organisatie op het gewenste niveau te brengen teneinde aan de doelstelling van de kwaliteitsfoto te voldoen. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 5 /

6 1. Inleiding Om hulpdiensten adequaat en efficiënt in te kunnen zetten en optimale kwaliteit en zorg te kunnen garanderen, wordt veelal gebruik gemaakt van een Dekkingsplan. In het Dekkingsplan wordt de juiste afstemming gevonden om regionaal de meest ideale situatie te creëren, waarbij in heel Zeeland hulpverleningseenheden binnen bepaalde normen met het juiste materieel kunnen worden ingezet. In de huidige situatie is het zo dat iedere gemeente voor zich een zo optimaal mogelijk dekkingsplan heeft vastgesteld. Hiervoor is grote inspanning vereist van zowel korpsen individueel, als van de meldkamerorganisatie om alle individuele organisatievormen en mogelijkheden te ondersteunen. Het huidige dekkingsplan in heel Zeeland stamt uit 2001! De wereld verandert echter in snel tempo, zo ook Zeeland en de Brandweer in Zeeland. Reeds in 2006 is vastgesteld door het RMO dat de huidige situatie niet langer acceptabel is. Derhalve is in 2006 een nulmeting van de actuele dekking van de brandweerzorg in Zeeland uitgevoerd en is de toenmalige dekking vastgesteld. De nulmeting heeft overduidelijk aangegeven dat de huidige situatie niet voldoet en daarmee Zeeland niet aan de normen van de brandweerzorg kan voldoen. Op basis van deze kennis is besloten om in gezamenlijkheid een nieuw regionaal Dekkingsplan op te stellen. In het najaar van 2007 is op verzoek van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland een nulmeting uitgevoerd naar de kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland, de zgn. Kwaliteitsfoto. Deze kwaliteitsfoto bestond uit een waardering van de brandweerzorg in alle gemeenten en de regio op basis van een bestuurlijk vastgestelde selectie van landelijke kwaliteitscriteria (op grond van onder meer de Brandweerwet 1985, de Wet Rampen en Zware Ongevallen, landelijke leidraden en methodieken en het Normenboek NVBR). Op basis van deze criteria is een selectie gemaakt van meest essentiële elementen voor het leveren van goede brandweerzorg. Hierbij is gekozen voor kwaliteitscriteria die outputgericht zijn, zodat direct wordt aangesloten bij de ontwikkeling van een AMvB met kwaliteitsnormen die aan het (ontwerp)besluit Veiligheidsregio s wordt verbonden. Op basis van de resultaten van de kwaliteitsfoto hebben de burgemeesters van Zeeland in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland op 28 februari 2008 een bestuursovereenkomst gesloten over het verbeteren van de kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland. Dit samen, met de ingeslagen weg van een gezamenlijk regionaal Dekkingsplan, geven de legitimering en kaders voor het project Dekkingsplan Zeeland als onderdeel van Kwaliteitsverbetering. Uitgaande van de huidige situatie zoals bovenstaand omschreven, worden door het project doelen gesteld. Hoofddoelstelling is om eind 2009 te voldoen aan de kwaliteitsnorm van 62,5% zoals gesteld in de Kwaliteitsfoto. Het project laat zich derhalve als onderstaand definiëren: Opstellen, implementeren en operationaliseren van het dekkingsplan in Zeeland uitgaande van de actuele situatie in Zeeland anno 2007, gefaseerd doorgroeien naar een situatie waarbij in 2009 wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitsnorm van 62,5% als opstap naar de norm zoals gesteld in het (ontwerp)besluit VeiligheidsRegio s. Om het proces vanaf 2006 tot de doelstelling eind 2009 beheersbaar te doorlopen wordt het project in vier fasen gerealiseerd. Momenteel bevindt het project zich in fase 2 waarin de eerste versie van het Dekkingsplan 1 wordt gerealiseerd, geïmplementeerd en geoperationaliseerd. Hoewel deze versie van het Dekkingsplan nog niet voldoet aan de uiteindelijke doelstelling, biedt deze versie een eerste grote stap voorwaarts in kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland en daarmee de dienstverlening aan de burgers in Zeeland. 1 Tijdens het project worden vier fasen doorlopen. Op deze manier wordt gecontroleerd gewerkt naar de doelstelling zoals vastgesteld in de kwaliteitsfoto. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 6 /

7 Tijdslijn Dekkingsplan Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 7 /

8 2. Aanpak Dekkingsplan 2.1 Nulmeting In 2006 heeft een nulmeting naar de dekking van de brandweerzorg in Zeeland plaats gevonden. De resultaten van deze meting hebben aangetoond dat in Zeeland niet wordt voldaan aan een voldoende dekkingspercentage. Tijdens de dagsituatie (tijdens kantooruren) een overschrijding van gemiddeld 39% en tijdens de nachtsituatie (buiten kantooruren) een overschrijding van gemiddeld 18%. Maar liefst 44 van de 67 brandweerposten ( 65.7%) hebben een bezettingsprobleem tijdens de dagsituatie. Voor de dagsituatie is een gerichte oplossing noodzakelijk. 2.2 Project Dekkingsplan heeft n.a.v. de resultaten besloten deze problematiek gezamenlijk aan te pakken. Hiertoe is een project ingericht, welke de opdracht heeft gekregen een gezamenlijk dekkingsplan samen te stellen en oplossingen aan te dragen van de uitdagingen waar de brandweer in Zeeland voor staat. Omdat een regionaal dekkingsplan, niet slechts gemeentelijk, maar juist grensoverschrijdende brandweerzorg realiseert, is samenwerking zowel organisatorisch binnen de Zeeuwse Brandweerkorpsen, als ook bestuurlijk in alle Zeeuwse gemeenten cruciaal! Projectfasering Door het project is een strategie ontwikkeld, waarbij gefaseerd wordt gewerkt naar het einddoel, namelijk een Zeeuws dekkingsplan, welke voldoet aan de norm zoals gesteld in de kwaliteitsfoto. Om dit te kunnen bereiken zijn een aantal fasen geformuleerd, waarin achtereenvolgens drie versies van het dekkingsplan worden geoperationaliseerd. 1. De eerste versie van het Dekkingsplan biedt, vanuit de huidige situatie en mogelijkheden een optimale brandweerzorg voor de burger in Zeeland, gericht op de basisbrandweerinzet; 2. De tweede versie continueert de eerste versie, maar biedt een brede brandweerzorg. Dit houdt in dat specialismen, grootschaligoptreden en interregionale- en internationale samenwerking in het dekkingsplan worden geborgd; 3. In de derde versie wordt de brandweerzorg afgestemd op de normeringen zoals gesteld in de kwaliteitsfoto. Gelijktijdig met dit project worden resultaten zichtbaar van de kwaliteitsverbetering Brandweer Zeeland. Het totaal van maatregelen geeft dat op termijn volgens standaarden kan worden ingezet, in tegenstelling tot de concessies welke bij aanvang worden gedaan. Na afronding van het project is een continu proces geborgd in de VRZ-organisatie. Hiermee is spreiding van de brandweerzorg in Zeeland vanaf 2010 geborgd en wordt de kwaliteit bewaakt. 2.3 Advies op maat en verbeteringen in het korps N.a.v. de resultaten van de nulmeting is in augustus 2007 per gemeente een advies op maat samengesteld. Deze adviezen richtten zich voor de korte termijn op de brandweerorganisatie per gemeente. In deze adviezen zijn handreikingen gedaan om de brandweerzorg in de gemeenten te optimaliseren, door bijvoorbeeld een andere inzet van vrijwilligers, werving en selectie etc. 2.4 Geactualiseerde nulmeting Een aantal korpsen heeft deze periode aangegrepen om verbetering in de brandweerzorg door te voeren. Tevens is er aandacht geweest voor het extra opleiden van personeel waardoor cruciale functies beter bezet zijn. Deze nieuwe situatie, met beter geborgde functies, is de basis geweest voor het opstellen van een geactualiseerde nulmeting. Deze geactualiseerde nulmeting is in het najaar van 2007 gereed gesteld. 2.5 Normatief kader Het project Dekkingsplan heeft de Kwaliteitsfoto als referentiekader. T.a.v. de brandweerzorg is dit gebaseerd op de Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg. Deze leidraad geeft richting aan de basisbrandweerzorg in Zeeland t.a.v. organisatie en verantwoordelijkheid. Tevens biedt de leidraad ruimte waardoor het mogelijk is de brandweerzorg maatwerk af te stemmen voor de Zeeuwse situatie. Het normatief kader biedt bestuurlijk de mogelijkheid een verantwoorde brandweerzorg in Zeeland te verankeren. De fasering in het project zal, met de Leidraad als richtinggevend instrument, achtereenvolgens de kwaliteit van de brandweerzorg op een gewenst niveau brengen. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 8 /

9 2.6 Testperiode concept Dekkingsplan 1.0 Met het normatief kader, afgestemd op de Zeeuwse situatie wordt een concept Dekkingsplan 1.0 samengesteld. Dit concept wordt door de betrokken partijen getoetst, zowel op inhoud t.a.v. de repressieve brandweerzorg als op beheersbaarheid en bruikbaarheid vanuit korpsen, meldkamer en beheerorganisatie. 2.7 Definitieve versie Dekkingsplan 1.0 Na afronding van de testperiode, worden cruciale aanpassingen doorgevoerd in het Dekkingsplan en verwerkt in de definitieve versie van Dekkingsplan Implementatie & Operationalisatie Met alle betrokkenen wordt een implementatietraject afgestemd, waarna Dekkingsplan 1.0 gecontroleerd wordt geoperationaliseerd. Gelijktijdig hiermee start een continu proces van verbetering en optimalisatie. De belangrijkste ingrediënten voor dit proces zijn een periodieke nulmeting van de dekking, statistieken o.b.v. gegevens uit de meldkamer en praktijkervaring van de korpsen en meldkamer. 3. Dekkingsplan versie 1.0 Dekkingsplan versie 1.0 biedt een nieuw dekkingsplan voor, gericht op de basisinzet van de brandweer, te weten de eerste tankautospuit. De resultaten uit de geactualiseerde nulmeting hebben overduidelijk aangegeven, dat in Zeeland in veel gevallen niet binnen de normtijden kan worden uitgerukt. onderkent dit probleem en werkt enerzijds aan haar organisatie in de vorm van personeel (O&O) en Beleid. Om de burger in Zeeland nu reeds een optimale dienstverlening te bieden, worden een aantal maatregelen getroffen om toch snel een kwalitatief goede, veilig en verantwoorde dienst te kunnen leveren. Het dekkingsplan biedt in deze versie een maatwerkoplossing voor de actuele situatie in Zeeland. 3.1 Normatief kader en opkomsttijd Normenkader uit leidraad (bron Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg) Streefwaarden: Verwerkingstijd Alarmcentrale 1 minuut; Uitruktijd beroeps 1 minuut; Uitruktijd vrijwilligers dagsituatie 4,5 minuten; Uitruktijd vrijwilligers avond/nacht/weekend 3,5 minuten. Beoordeling Berekening van de overschrijding is volgens de voorgeschreven normen conform de Handleiding Brandweerzorg. Volgens de overschrijdingspercentages is de volgende kwaliteitsniveau van toepassing: o Hoogstens 1%: Goed; o Hoogstens 10%: Voldoende; o Hoogstens 20%: Onvoldoende, doch onder voorwaarden acceptabel; o Groter dan 20%: Slecht; Bepaling beschikbaarheid Een tankautospuit rukt uit met 6 personen: 1 chauffeur, 1 bevelvoerder en 4 manschappen. De toegekende beschikbaarheid van iedere individuele functionaris is bepalend voor de uitruktijd per brandweerpost. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 9 /

10 Voor de bepaling van de beschikbaarheid wordt gebruik gemaakt van beschikbaarheidpercentages tijdens zowel de dagsituatie als nachtsituaties. 3.2 Dag / Nacht Het dekkingsplan wordt voor twee situaties samengesteld, de dagsituatie en de avond/nacht/weekend situatie. De nulmeting in 2006 en de geactualiseerde nulmeting in 2007 heeft aangetoond dat de problematiek van de brandweerzorg in Zeeland zich concentreert tijdens de dagsituatie. Derhalve is besloten de avond/nacht/weekend situatie wel opnieuw in te voeren, maar geen aanvullende maatregelen te nemen welke de brandweerzorg veranderen voor deze situatie. Het project concentreert zich derhalve op de dagsituatie en neemt maatregelen om te komen tot een voldoende kwalitatief goede brandweerzorg. 3.3 Uitgangspunten Dekkingsplan 1.0 Het RMO heeft daarom een aantal regionale uitgangspunten vastgesteld voor de dagsituatie: Streef-uitruktijd tijdens de dagsituatie wordt vastgesteld op 6 minuten in afwijking met de streeftijd uit de Leidraad van 4,5 minuten. O.b.v. hiervan wordt een uitgangssituatie berekend voor de dekking binnen Zeeland. Dit is een theoretisch vertrekpunt, hetgeen in de praktijk moet worden getoetst en bijgesteld. Alle brandweerposten in Zeeland worden v.w.b. de basisbrandweerinzet gepositioneerd in het dekkingsplan volgens de 6 minutennorm; Voor een optimale dienstverlening worden drie repressieve inzetvormen vastgesteld: o Standaard tankautospuit (volgens actuele standaard met 6 gekwalificeerde personen); o TS-4. Indien een post niet binnen 6 minuten met 6 gekwalificeerde personen inzetbaar is, echter wel met 4 gekwalificeerde personen, dan wordt dit toegestaan. Hieraan zijn voorwaarden verbonden om een veilig en verantwoord optreden mogelijk te maken. heeft hiertoe repressief beleid ontwikkeld. Een TS-4 is geen operationele eenheid, daarom wordt in deze situatie altijd een tweede tankautospuit extra gealarmeerd. Op deze manier wordt bereikt, dat altijd voldoende capaciteit en materieel ter plaatse komt. o Blusreserve. Indien een brandweerpost niet in staat is om binnen 6 minuten met minimaal 4 gekwalificeerde personen uit te rukken, dan wordt deze post als blusreserve opgenomen in het dekkingsplan. In deze situatie wordt een aangrenzende post gealarmeerd, zodat de brandweerzorg kan worden geborgd. Daarnaast worden de brandweerlieden van de blusreserve wel gealarmeerd binnen het eigen verzorgingsgebied, maar worden deze alleen ingezet als aan een aantal criteria is voldaan (minimaal conform TS-4). Dagberoepsploeg. In het Stadsgewest Vlissingen-Middelburg wordt tijdens kantooruren de gegarandeerde beroepskazerne post Stromenweg (dagbezetting) binnen de gemeente Vlissingen en Middelburg als eerste gealarmeerd. De vrijwilligers worden niet als eerste gealarmeerd voor incidenten binnen de gemeente Vlissingen- Middelburg. In overleg met het korps vindt afstemming plaats omtrent de realisatie hiervan (bijvoorbeeld detaillering van periferie zoals Arnemuiden en Oost-Souburg, gemeente Veere, Goes en Borsele). Deze oplossing wordt binnen het project betiteld als proef dagbezetting en zal derhalve worden geëvalueerd. Repressieve varianten Een aantal korpsen in Zeeland heeft zelf reeds maatregelen getroffen om een optimale brandweerzorg te kunnen garanderen. Deze korpsen maken hierbij gebruik van een alternatieve repressieve variant en hebben deze zowel in de organisatie als bestuurlijk verankerd. Binnen het project worden geen van deze vormen uitgesloten, maar daarentegen geëvalueerd en getoetst op hun waarde binnen het Zeeuwse dekkingsplan. Voorbeelden zijn Borsele, Terneuzen waar een SIV 2 wordt ingezet en Noord-Beveland waar een ondersteunend voertuig wordt ingezet voor de brandweerzorg. 2 SIV, Snel Interventie Voertuig. Dit is een snel inzetbaar voertuig uitgerust met een aantal middelen om een beperkte inzet te kunnen uitvoeren. De SIV heeft de beschikking over minimaal 4 gekwalificeerde personen. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 10 /

11 Dekkingsplan 1.0 neemt als uitgangspunt voor de berekening van de KVT s 3 in de dagsituatie een streef-uitruktijd van 6 minuten. De nulmeting heeft aangetoond dat veel korpsen niet in staat zijn om de streeftijd van 4,5 minuten te behalen. Dit wordt veroorzaakt door een aantal factoren zoals het gestrekt landelijk gebied, het grote aantal vrijwilligers (92%) en de beperking in garantie van kritische functionarissen. Dekkingsplan 1.0 wordt ingericht tijdens de dagsituatie op basis van 3 verschillende repressieve varianten, nl. de standaard Tankautospuit, de 4-persoons tankautospuit (TS-4) en de Blusreserve. Het gebruik van andere inzetvormen (TS-4 en Blusreserve) dan de standaard, is een concessie aan het gestelde einddoel van het project. Deze concessie is in de actuele situatie noodzakelijk om een goede dienstverlening aan de Zeeuwse burger te kunnen garanderen! 3.4 Repressief beleid Om veilig en verantwoord af te kunnen wijken van standaarden is voorzien in repressief beleid. Onderdeel van dit beleid is protocollering en instructie middels opleiden&oefenen, alsmede continue monitoring en bijsturing. Het repressief beleid is uitgewerkt door de Taakgroep Repressie in de vorm van een uitrukprotocol, een protocol om verantwoord nakomen mogelijk te maken, evaluatie, opleiden en oefenen etc. Het repressief beleid wordt vanuit de taakgroep bewaakt, geëvalueerd en afhankelijk van de behoefte bijgesteld. 3.5 Veilig en verantwoord Veel aandacht gaat uit naar een veilig en verantwoorde repressieve inzet, waarbij de burger een optimale dienstverlening krijgt. Een voorbeeld hiervan is, dat in het geval een korps met 4 personen uitrukt, altijd een tweede tankautospuit van een aangrenzend korps of post wordt gealarmeerd. Op deze manier wordt altijd aan de doelstelling voldaan, voldoende personeel en middelen op locatie te hebben om vervolgens veilig een kwalitatief goede dienst te verlenen. Indien korpsen ook niet aan een bezetting van 4 gekwalificeerde personen kunnen voldoen, wordt binnen het betreffende verzorgingsgebied de brandweerzorg geborgd door inzet van aangrenzende brandweereenheden. De korpsen/posten welke dit betreft, worden aanvullend gealarmeerd en mits deze veilig en verantwoord kunnen worden ingezet, na overleg met de leidinggevende van het betreffende incident, worden deze toegevoegd aan het incident. Deze oplossingsrichting wordt Blusreserve genoemd. Landelijke ontwikkelingen, zoals de 4-mans-tankautospuit, maar ook de leermomenten uit de onderzoeken naar de brand in De Punt, worden toegepast. 3.6 Regionaal Dekkingsplan 1.0 is in gezamenlijkheid vanuit samengesteld. Besluitvorming heeft in eerste aanzet plaats gevonden in het RMO van. Ook bestuurlijk zal het Dekkingsplan regionaal en gemeentelijk worden vastgesteld. Afwijkingen van het Regionaal Dekkingsplan Indien in gemeenten wordt afgeweken van het regionaal dekkingsplan, dient dit door de betreffende gemeente bestuurlijk te worden verankerd. 3 KVT, Kazerne Volgorde Tabel. Dit is een lijst met beschikbare brandweereenheden welke in een vak achtereenvolgens kunnen worden gealarmeerd. Een verzorgingsgebied bestaat uit meerdere vakken. Ieder vak heeft een eigen KVT zodat een optimale afstemming mogelijk is t.a.v. uitrukvolgorde in het betreffende vak. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 11 /

12 3.7 Resultaten Dekkingsplan 1.0 In deze paragraaf worden de resultaten van Dekkingsplan 1.0 geografisch weergegeven, zowel in de AVOND/NACHT/WEEKENDsituatie als in de DAGsituatie. Voor alle weergaven geldt: Vanuit de geactualiseerde nulmeting zijn operationele grenzen berekend. Op deze manier wordt bereikt dat de snelst beschikbare brandweerpost wordt gealarmeerd. De burger krijgt hierdoor zo snel mogelijk hulp van de snelst arriverende brandweerpost (van gelijke kwaliteit); De operationele grenzen bepalen het verzorgingsgebied van een brandweerpost; Het verzorgingsgebied is onderverdeeld in vakken; Voor ieder vak is een alarmeringsvolgorde bepaald (KVT); Kring Zeeuws-Vlaanderen Operationele grenzen vakken avond-nacht-weekend dekkingsplan 1.0 Operationele grenzen vakken DAG dekkingsplan 1.0 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 12 /

13 Kring Walcheren - Noord-Beveland Operationele grenzen vakken avond-nacht-weekend dekkingsplan 1.0 Operationele grenzen vakken DAG dekkingsplan 1.0 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 13 /

14 Kring Oosterschelde Bekken Operationele grenzen vakken avond-nacht weekend dekkingsplan 1.0 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 14 /

15 Operationele grenzen vakken DAG dekkingsplan 1.0 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 15 /

16 3.7.1 Resultaten Dekkingsplan 1.0 DAG Omdat in de DAGsituatie wordt afgeweken van de standaard inzetvormen (TS-4 en Blusreserve), wordt onderstaand gedetailleerd de dagsituatie weergegeven. Ieder verzorgingsgebied heeft een kleur welke verwijst naar het type repressieve uitrukvorm Standaard TS=groen, TS-4=oranje, Blusreserve=rood); Ieder verzorgingsgebied is gelabeld met het type van de eerste twee TS-en uit de KVT; Kritisch zijn vooral die vakken waarbij de eerste twee TS-en uit de KVT gelabeld zijn als Blusreserve. Voor de betreffende vakken worden voldoende gekwalificeerde TS-en uit de 3 e en/of zelfs 4 e plaats van de KVT gealarmeerd! Aantal Percentage Blusreserve 12 18% TS % TS6 (STNDRD) 29 45% Totaal: % 45% 18% 37% Blusreserve TS4 TS6 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 16 /

17 3.8 Resultaten Gemeentelijk DAG Vanuit het totaaloverzicht wordt in deze paragraaf verder ingezoomd per gemeente en inzichtelijk gemaakt op welke manier het dekkingsplan is ingericht. DAG situatie gemeente Sluis Kritisch zijn vooral die vakken waarbij de eerste twee TS-en uit de KVT gelabeld zijn als blusreserve. Voor betreffende vakken worden voldoende gekwalificeerde TS-en uit de 3 e en/of zelfs 4 e plaats van de KVT gealarmeerd. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 17 /

18 DAG situatie gemeente Terneuzen Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 18 /

19 DAG situatie gemeente Hulst Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 19 /

20 DAG situatie gemeente Reimerswaal DAG situatie gemeente Kapelle Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 20 /

21 DAG situatie gemeente Goes DAG situatie gemeente Borsele Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 21 /

22 DAG situatie gemeente Vlissingen & Middelburg DAG situatie gemeente Veere Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 22 /

23 DAG situatie gemeente Noord-Beveland Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 23 /

24 DAG situatie gemeente Schouwen-Duiveland (1/2) DAG situatie gemeente Schouwen-Duiveland (2/2) Kritisch zijn vooral die vakken waarbij de eerste twee TS-en uit de KVT gelabeld zijn als blusreserve. Voor betreffende vakken worden voldoende gekwalificeerde TS-en uit de 3 e en/of zelfs 4 e plaats van de KVT gealarmeerd. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 24 /

25 DAG situatie gemeente Tholen Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 25 /

26 4. Financieel Brandweerorganisatie Consequenties in de gemeentelijke organisatie welke voortvloeien uit het Dekkingsplan, zoals werving en selectie, opleiding en oefenen etc. worden gemeentelijk geborgd en hebben een relatie met de beleidsplannen t.a.v. de kwaliteitsfoto. Beheerorganisatie Dekkingsplan Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de huidige beheerorganisatie (1FTE) afdoende is voor het beheer van deze versie. In het vervolg van het project zal de beheerorganisatie worden afgestemd naar behoefte. Indien ten gevolge van het Dekkingsplan de organisatie moet worden aangepast, eventueel met financiële effecten als gevolg, dan zal dit worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur VRZ. Operationele grenzen Reeds in 1996 is in Zeeland besloten operationele grenzen te hanteren voor een optimale spreiding van de brandweerzorg. Doelstelling hiervan is dat de burger de snelst beschikbare hulp krijgt, ongeacht in welke gemeente en door welke gemeentelijke brandweer deze wordt geboden. Gelijktijdig is besloten hiervoor gemeentelijk geen onderlinge kosten in rekening te brengen. Dekkingsplan 1.0 actualiseert operationele grenzen op basis van actuele gegevens met als uitgangspunt het besluit operationele grenzen in 1996 zoals bovenstaand omschreven. Maatregelen Dekkingsplan 1.0 Teneinde een optimale beschikbaarheid van brandweereenheden te creëren zijn maatregelen getroffen om een adequaat antwoord te geven op de actuele problematiek. Door randvoorwaarden te creëren, kan in repressieve (dag)situatie veilig en verantwoord, in afwijking tot de standaard worden opgetreden. Het komt hierdoor voor dat tijdens de dagsituatie (kantooruren) extra eenheden worden gealarmeerd teneinde voldoende slagkracht en personeel beschikbaar te hebben voor de incidentbestrijding. In de praktijk blijkt dat 20-25% van de brandbestrijding tijdens de dagsituatie plaats vindt. De kosten kunnen hierdoor maximaal 25% toenemen, afhankelijk van de categorisering (Standaard-TS, TS-4 en Blusreserve). Dekkingsplan 1.0 gaat uit van 37% TS-4-posten. De maximale toename in kosten als gevolg hiervan is minder dan 10%. Dekkingsplan 1.0 zorgt aan de voorzijde van het proces voor bepaalde randvoorwaarden, terwijl in de praktijk dit veelal aan de achterzijde reeds gebeurt. De kosten in de actuele praktijksituatie zijn moeilijk te kwantificeren, omdat deze ongestructureerd tijdens repressieve situatie ontstaan. Deze kosten worden echter wel reeds gemaakt! Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 26 /

27 5. Het proces, Dekkingsplan Dekkingsplan versie 1.0 biedt een eerste stap in de kwaliteitsverbetering van de brandweerzorg in Zeeland en, een voor Zeeland, optimale brandweerzorg. Het Dekkingsplan als onderdeel van de Kwaliteitsverbetering vormt, samen met o.a. de Kwaliteitsfoto s en de daarop in gemeentelijke en regionale beleidsplannen geformuleerde verbetervoorstellen, de kwaliteitsverbetering van de brandweerzorg. Garantie Dekkingsplan 1.0 biedt een optimale spreiding van de brandweerzorg gebaseerd op een categorisering van inzetvarianten. Dit biedt echter nog geen garanties voor de beschikbaarheid van eenheden en de kwaliteit van de brandweerzorg. Inherent aan de organisatievorm van de brandweer in Zeeland, is dat geen garantie kan worden gegeven op de beschikbaarheid van vrijwilligers. De brandweerorganisatie in Zeeland bestaat voor meer dan 90% uit vrijwilligers. Dekkingsplan 1.0 beperkt dit risico door voorwaarden te creëren, zodat meer capaciteit beschikbaar is voor de incidentbestrijding. Proces Dekkingsplan 1.0 bestaat uit een theoretisch model, testresultaten van alle betrokken partijen en de praktijk! Het moet worden onderkend dat hiermee een continu proces wordt ingezet. Deze eerste stap leidt tot resultaten in de praktijk op basis waarvan bijstelling en nieuwe inzichten worden geïmplementeerd. In het slechtste geval leert de praktijk dat de uitdaging waarvoor staat, een andere aanpak vraagt. is echter Daadkrachtig, Behulpzaam en Deskundig en zal hierdoor in de praktijk bijstellen, zich ontwikkelen en verder uitgroeien tot één professionele organisatie om zodoende voldoende garanties te kunnen geven op de dienstverlening welke de burger in Zeeland verdient! Volgende projectfasen De volgende versies van het Dekkingsplan zullen verbreding en verdieping geven t.a.v. de spreiding van de brandweerzorg in Zeeland. Verbreding Verbreding waar het gaat om de totale brandweerzorg in het algemeen en specialismen, grensoverschrijdend optreden en grootschalig optreden in het bijzonder. Versie 1.0 van het Dekkingsplan is daarentegen gericht op de basisinzet van de brandweer. Verdieping Verdieping door oplossingen aan te dragen en te implementeren welke ertoe leiden dat op termijn wordt voldaan aan de norm in de Leidraad Basis Brandweerzorg. In tegenstelling tot de huidige situatie waar een concessie wordt gedaan op het theoretisch model door een uitruktijd van 6 minuten te hanteren voor de berekening van de KVT s. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 27 /

28 Bijlage A : Vastgestelde uitgangspunten Dekkingsplan 1.0 Uitgangspunten Dekkingsplan Zeeland (RMO, 8 mei 2008) Dekkingsplan Zeeland Kazernes met een gekwalificeerde bezetting van zes personen, waarvan de theoretisch berekende uitruktijd kleiner of gelijk aan zes minuten is, worden op basis van deze tijd in de KVT geplaatst. Kazernes welke niet kunnen voldoen aan de standaard bezetting van 6 personen (waarvan de theoretisch berekende uitruktijd hoger is dan zes minuten), worden berekend op basis van een TS-4-bezetting en worden op basis van zes minuten opgenomen in de KVT. Posten welke middels TS-4-bezetting worden opgenomen in het dekkingsplan, zijn wel verplicht het daguitrukprotocol TS-4 te hanteren. Een TS-4 is geen operationele eenheid, daarom wordt in deze situatie altijd een tweede tankautospuit extra gealarmeerd. Op deze manier wordt bereikt, dat altijd voldoende capaciteit en materieel ter plaatse komt. Kazernes welke overdag theoretisch minder dan vier personen hebben krijgen bij de opbouw van de KVT een vaste uitruktijd van 6 minuten, en worden uitgeroosterd in GMS totdat de commandant aangeeft dat men weer op sterkte is. De TS wordt dan niet meer gealarmeerd de blusploeg zelf wel. Dit als blusreserve voor het eigen verzorgingsgebied (het gebied waar de betreffende tankautospuit regulier zou uitrukken), uitruk vindt alleen plaats indien meer dan 4 personen aanwezig zijn en na overleg met de OVD en de RAC. In het Stadsgewest Vlissingen-Middelburg wordt tijdens kantooruren de gegarandeerde beroepskazerne post Stromenweg (dagbezetting) binnen de gemeente Vlissingen en Middelburg als eerste gealarmeerd. De vrijwilligers worden niet als eerste gealarmeerd voor incidenten binnen de gemeente Vlissingen- Middelburg. In overleg met het korps vindt afstemming plaats omtrent de realisatie hiervan (bijvoorbeeld detaillering van periferie zoals Arnemuiden en Oost-Souburg, gemeente Veere, Goes en Borsele). Deze oplossing wordt binnen het project betiteld als proef dagbezetting en zal derhalve worden geëvalueerd. Aanvullend: Opschalingsituaties en specialismen vallen buiten het bereik van Fase 2 4 van het project. Het kan hierdoor voorkomen dat standaard twee TS-en worden gealarmeerd met een TS-4-bezetting. In Fase 3 wordt ook de opschalingsituatie, alsmede grootschalig optreden geïmplementeerd. 4 Projectfase 2 biedt de eerste operationele versie van het dekkingsplan, nl. versie 1.0. In de volgende fasen wordt telkens een nieuwe versie opgeleverd, versie 2.0 en versie 3.0 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 28 /

29 In onderstaand schema wordt e.e.a. grafisch weergegeven. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 29 /

30 Bijlage B : Dagberoepsploeg Besluit Uitgangspunt dekkingsplan Stadsgewest Geachte heer Maljaars, Donderdag is er overleg geweest tussen de heren W. van Haveren en T. Duim van de Stadsgewestelijke Brandweer Vlissingen Middelburg, de projectleider dekkingsplan brandweer Zeeland dhr. R. Duerink en de beheerder dekkingsplan van de Veiligheidsregio Zeeland dhr. R. Ovaa. Onderwerp van gesprek was de detaillering van onderstaand (nieuw) uitgangspunt zoals ingebracht door de Stadsgewestelijke brandweer en conform besloten door het RMO op In het Stadsgewest Vlissingen-Middelburg wordt tijdens kantooruren de gegarandeerde beroepskazerne post Stromenweg (dagbezetting) binnen de gemeente Vlissingen en Middelburg als eerste gealarmeerd. De vrijwilligers worden niet als eerste gealarmeerd voor incidenten binnen de gemeente Vlissingen - Middelburg. In overleg met het korps vindt afstemming plaats omtrent de realisatie hiervan (bijvoorbeeld detaillering van periferie zoals Arnemuiden en Oost-Souburg, gemeente Veere, Goes en Borsele). Deze oplossing wordt binnen het project betiteld als proef dagbezetting en zal derhalve worden geëvalueerd Overzichtskaartje operationele grenzen DAG (vakken) obv uitgangspunten RMO Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 30 /

31 In het overleg van 17 april 2008 is onderstaande detaillering afgesproken met het Stadsgewest. 1. Post Veere (Veere) wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 niet als eerste gealarmeerd voor de gemeente Middelburg. (rode gedeelte uit overzichtskaartje wordt geel, theoretische opkomsttijd wordt maximaal 60 seconden langer.) 2. Post Serooskerke (Veere) wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 niet als eerste gealarmeerd voor de gemeente Middelburg. (paarse gedeelte uit overzichtskaartje wordt geel, theoretische opkomsttijd blijft gelijk.) 3. Post Olympiaweg wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 niet als eerste gealarmeerd. (groene gedeelte uit overzichtskaartje wordt geel, theoretische opkomsttijd wordt 35 seconden langer.) 4. Post Rooseveltlaan wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 niet als eerste gealarmeerd. (blauwe gedeelte uit overzichtskaartje wordt geel, theoretische opkomsttijd wordt 14 seconden langer.) 5. Post Torenweg wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 niet als eerste gealarmeerd. (conform overzichtskaartje) 6. Post Arnemuiden 5 wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 samen met de dagploeg Stromenweg direct meegealarmeerd. (conform overzichtskaartje) 7. Post Oost Souburg 6 wordt van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 17:00 samen met de dagploeg Stromenweg direct meegealarmeerd. (conform overzichtskaartje) 8. Inzet TS van Stadsgewestelijke brandweer in de gemeente Borsele of Goes. Indien Post Oost Souburg en/of Post Arnemuiden worden gealarmeerd voor inzet in de gemeenten Borsele of Goes wordt de dagploeg hiervoor niet ingezet door Stadsgewest. Gaarne verneem ik per omgaande uw schriftelijke instemming met bovenstaande 8 punten, zodat we deze vóór het RMO van 8 mei 2008 als definitief vastgestelde en goedgekeurde uitgangspunten, voor wat betreft het Stadsgewest Vlissingen Middelburg, afgehandeld hebben en het project verder kan. Met vriendelijke groet, R. Ovaa, beheerder dekkingsplan Namens R. Duerink, projectleider a.i. Dekkingsplan. 5 Indien uit evaluatie blijkt dat de werkelijke opkomsttijden van de dagploeg lager zijn dan die van de vrijwillige post dienen de inzetbehoeften en/of KVT voor die betreffende vakken te worden herzien. 6 Indien uit evaluatie blijkt dat de werkelijke opkomsttijden van de dagploeg lager zijn dan die van de vrijwillige post dienen de inzetbehoefte en/of KVT voor die betreffende vakken te worden herzien. Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 31 /

32 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 32 /

33 Dekkingsplan Versie 1.0 Pagina 33 /