NATIONALE REKENINGEN. Aggregaten en Rekeningen. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NATIONALE REKENINGEN. Aggregaten en Rekeningen. Instituut voor de Nationale Rekeningen"

Transcriptie

1 NATIONALE REKENINGEN Deel I Aggregaten en Rekeningen Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel

2 Conventionele tekens n.b. niet beschikbaar p.m. pro memorie v voorlopig 0 nul of kleiner dan de helft van de gebruikte eenheid Instituut voor de Nationale Rekeningen / Nationale Bank van België, Brussel. Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. D/1997/0210/31

3 Woord vooraf Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), opgericht bij wet van 21 december, draagt de eindverantwoordelijkheid voor de opstelling van de volgende statistieken: de nationale rekeningen, de rekeningen van de overheid, de inputoutputtabellen, de economische begroting en de statistieken van de buitenlandse handel. Het INR doet voor de uitoefening van zijn taken een beroep op drie geassocieerde instellingen: het Nationaal Instituut voor de Statistiek, het Federaal Planbureau en de Nationale Bank van België. De Nationale Bank van België is krachtens een wettelijke bepaling belast met de opstelling van de nationale rekeningen ten behoeve van het INR. Daartoe doet zij in ruime mate een beroep op de door het Nationaal Instituut voor de Statistiek verzamelde basisgegevens; wat de opstelling van de rekening van de overheid betreft, heeft de Nationale Bank van België nauw samengewerkt met het Federaal Planbureau. Hierbij streeft het INR de volgende drie doelstellingen na. Een eerste doelstelling bestaat erin de nationale rekeningen sneller te publiceren. Dat heeft echter tot gevolg dat bepaalde basisinformatie op het ogenblik waarop de rekeningen worden afgesloten nog onvollediger of voorlopiger is dan tevoren en dat dus ramingen moeten worden gemaakt die achteraf aanleiding kunnen geven tot - soms ingrijpende - herzieningen. De eerste cijfers - inzonderheid de meer gedetailleerde rubrieken - dienen dan ook met enige omzichtigheid te worden beschouwd. Slechts in het daaropvolgende jaar krijgen de cijfers een meer definitief karakter. Een tweede doelstelling is de modernisering van sommige, enigszins achterhaalde methoden. Om te beginnen waren enige aanpassingen vereist omdat sommige basisstatistieken (b.v. door de invoering van Prodcom en Intrastat) ingrijpend zijn gewijzigd en omdat sommige statistieken niet meer worden geproduceerd. Bovendien is voorrang verleend aan die wijzigingen die worden opgelegd door de BNP-richtlijn en andere Europese beslissingen die erop gericht zijn de vergelijkbaarheid van de cijfers voor de lidstaten te bevorderen. De cijfers van de nationale rekeningen spelen immers een niet onbelangrijke rol bij het bepalen van de vierde middelenbron van de Europese Unie, bij het evalueren van buitensporige overheidstekorten en weldra ook in het kader van het pact voor stabiliteit en groei. Zoals eerder reeds is gebleken en zoals ook in deze publicatie duidelijk zal worden, zijn dergelijke aanpassingen soms zeer verstrekkend en kunnen zij herzieningen veroorzaken in de reeksen. Tot slot is het de bedoeling manifeste vergissingen te corrigeren, die door de jaren heen in de methoden waren geslopen. Dit laatste is echter een langdurig proces dat zal uitmonden in een volgende fase, namelijk de volledige vernieuwing van de rekeningen naar aanleiding van de implementatie, vanaf april 1999, van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR ). Het Wetenschappelijk Comité heeft van die doelstellingen akte genomen net als van de in deel 1 Synthese beschreven methodologische wijzigingen, die de basis vormen van de huidige rekeningen. De meest ingrijpende veranderingen dit jaar Nationale rekeningen - ESER 3

4 hebben betrekking op de toegevoegde waarde van de woondiensten, de rekening buitenland en de rekening van de overheid. Het Comité is er zich van bewust dat ondanks de inmiddels aangebrachte verbeteringen, in de huidige methodologie en basisgegevens enkele lacunes blijven bestaan. Het dringt er ten stelligste op aan dat zo snel mogelijk de nodige voorbereidingen zouden worden getroffen opdat het nieuwe ESR, de derde doelstelling terzake, tegen de geplande datum zou kunnen worden opgestart. Met die voorbereidingen is inmiddels een aanvang gemaakt. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek is begonnen met orde op zaken te stellen wat het bedrijfsregister betreft en met de uitvoering van de zogeheten structuurenquête bij de bedrijven opdat de nationale rekeningen vanuit een volwaardig productie-oogpunt zouden kunnen worden benaderd. De Nationale Bank van haar kant heeft een aantal werkgroepen gecreëerd die de implementatie van het ESR zullen ondersteunen. Op basis van een analyse van de bruikbaarheid van het beschikbare statistische materiaal zijn die werkgroepen begonnen met de omzetting van het ESR in de Belgische context. Het Wetenschappelijk Comité zal die nieuwe ontwikkelingen op de voet volgen. Onder het bovenvermelde voorbehoud heeft het Wetenschappelijk Comité een gunstig advies uitgebracht over de nationale rekeningen. De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de Nationale Rekeningen Lambert Verjus Brussel, juni Nationale rekeningen - ESER

5 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESER 1979). Zij worden in twee keer gepubliceerd. De eerste publicatie verschijnt in juni van het jaar dat volgt op het beschouwde jaar en bevat de belangrijkste aggregaten en rekeningen voor de laatste tien jaar. De tweede publicatie, met alle gedetailleerde rekeningen en tabellen over een langere tijdspanne, verschijnt tegen het einde van het jaar dat volgt op het beschouwde jaar. Deze publicatie omvat de belangrijkste aggregaten en rekeningen voor de periode tot en met. Zij bestaat uit twee hoofdstukken: het eerste bevat de synthese van de resultaten met daarbij een korte beschrijving en een methodologische toelichting, het tweede bevat de statistische tabellen. De rekeningen zijn opgesteld op basis van de op 16 mei 1997 beschikbare gegevens. Bestelinformatie Prijs per los nummer: 800 BEF (BTW inbegrepen). Voor bestelling van en informatie over abonnementen en kortingen: Nationale Bank van België, dienst Documentatie - Publicaties, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel. Telefoon: 02 / Fax: 02 / Voor meer informatie Zij die meer informatie wensen over de inhoud, de methodologie, de berekeningswijze, de bronnen e.d. kunnen terecht bij de dienst Financiële en Economische Statistieken van de Nationale Bank van België. Telefoon: 02 / Fax: 02 / Verantwoordelijke uitgever B. Meganck, Chef van het departement Algemene Statistiek, Nationale Bank van België. Nationale rekeningen - ESER 5

6 INHOUD Woord vooraf 3 Inhoud 6 1 Synthese 7 2 ESER-statistieken Aggregaten Belangrijkste aggregaten tegen werkelijke prijzen Besteding en oorsprong van goederen en diensten Tegen werkelijke prijzen Tegen prijzen van Rekeningen Nationale economie Vennootschappen, quasi-vennootschappen, privaatrechtelijke instellingen en gezinshuishoudingen (S10 - S40 - S50 - S70 - S80) Vennootschappen en quasi-vennootschappen (S10 - S40 - S50) Privaatrechtelijke instellingen en gezinshuishoudingen (S70 - S80) Overheid (S60) Buitenland (S90) Bijlagen Bijlage I - Bruto toegevoegde waarde tegen marktprijs per activiteitsklasse Bijlage I-1 - Ramingen tegen werkelijke prijzen Bijlage I-2 - Ramingen tegen prijzen van Bijlage II - Verdeling van het nationaal product over de productiefactoren, ramingen tegen werkelijke prijzen Bijlage III - Besteding van het nationaal product Bijlage III-1 - Ramingen tegen werkelijke prijzen Bijlage III-2 - Ramingen tegen prijzen van 85 6 Nationale rekeningen - ESER

7 1 SYNTHESE

8 SLEUTELGEGEVENS UIT DE NATIONALE REKENINGEN Naar volume groeit het bruto binnenlands product (BBP) in met 1,5 pct. De in opgetekende groeivertraging - in dat jaar beliep de groei 2,1 pct. tegen 2,4 pct. in - zet dus door in. De gemiddelde jaarlijkse BBP-groei over de jaren - bedraagt 2,0 pct. en evenaart aldus, na de inzinking van, de gemiddelde jaarlijkse groei over de periode -. Het bruto nationaal product (BNP), waarbij ook het saldo is inbegrepen van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland, stijgt in naar volume met 1,6 pct., tegen 2,4 pct. in het voorgaande jaar. Het BBP tegen werkelijke prijzen beloopt miljard fr., wat neerkomt op een nominale groei met 3,1 pct. Het BNP tegen werkelijke prijzen bedraagt miljard fr., wat neerkomt op een nominale groei met 3,3 pct. Naar volume stijgt de uitvoer van goederen en diensten met 3,2 pct., terwijl de invoer ervan met 2,8 pct. toeneemt. De nettouitvoer draagt ten belope van 0,4 procentpunt bij tot de volumegroei van het BBP, tegen 0,7 procentpunt in. In het vlak van de binnenlandse bestedingen, die de complementaire bijdrage van 1,1 procentpunt tot de volumegroei van het BBP leveren, trekt de particuliere consumptie licht aan (+ 1,3 pct.). De volumegroei van de overheidsconsumptie valt in met 1,8 pct. tweemaal zo groot uit als tijdens het jaar voordien. De brutovorming van vast kapitaal, die in een volumegroei met 3,2 pct. te zien gaf, laat in - voornamelijk dankzij de brutovorming van vast kapitaal door de bedrijven - een geringe groei met 0,6 pct. optekenen. Ten aanzien van de sectorale rekeningen kunnen de volgende vaststellingen worden gemaakt. De financieringsbehoefte van de gezamenlijke overheid beloopt 267 miljard fr., wat een aanzienlijke daling tegenover betekent. Aldus komt de financieringsbehoefte van de gezamenlijke overheid in uit op 3,2 pct. BBP, tegen 3,9 pct. het jaar voordien. Het bruto beschikbare inkomen van de vennootschappen en de quasi-vennootschappen stijgt in met 65 miljard fr. tot 972 miljard fr. Hun financieringsvermogen bedraagt 121 miljard fr. tegen 50 miljard fr. het jaar voordien. Wat de gezinnen betreft, ten slotte, stelt men vast dat hun bruto beschikbare inkomen met 1,9 pct. stijgt. Hun consumptieve bestedingen tegen werkelijke prijzen nemen met 3,6 pct. toe, wat al met al resulteert in een teruggang van hun brutobesparingen met 6,2 pct. De spaarquote, dat is de verhouding van de brutobesparingen tot het beschikbare gezinsinkomen rekening houdend met de veranderingen in de wiskundige pensioenreserves, daalt voor het derde jaar op rij en bedraagt 16,3 pct., tegen nog 20,2 pct. in. De Belgische economie vertoont sinds 1986 een financieringsvermogen. Dat surplus neemt in met 24 miljard fr. toe tot 378 miljard fr., wat neerkomt op 4,5 pct. BBP. 8 Nationale rekeningen - ESER

9 SLEUTELGEGEVENS UIT DE NATIONALE REKENINGEN Tegen prijzen van, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar Bruto nationaal product 2,6 4,7 3,7 2,7 2,1 1,3-0,5 2,6 2,4 1,6 Bruto binnenlands product 2,4 4,7 3,6 3,0 1,6 1,5-1,5 2,4 2,1 1,5 Particuliere consumptie 2,3 3,2 3,7 2,9 2,9 2,3-1,4 1,4 1,1 1,3 Overheidsconsumptie 0,1-0,9-0,9-0,5 2,0 0,1 1,2 1,6 0,9 1,8 Brutovorming van vast kapitaal 6,3 16,4 11,4 9,6-4,7 1,3-3,6-0,1 3,2 0,6 Binnenlandse bestedingen 3,3 4,9 4,2 3,4 1,3 1,9-1,6 1,4 1,4 1,1 Uitvoer van goederen en diensten 4,4 9,1 8,2 4,3 3,1 3,5-0,7 9,5 6,8 v 3,2 Invoer van goederen en diensten 6,1 9,7 9,4 4,9 2,8 4,1-0,7 8,2 6,1 v 2,8 Tegen werkelijke prijzen, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar Bruto nationaal product 4,8 7,0 8,6 5,9 5,4 5,0 3,6 5,0 4,1 3,3 Bruto binnenlands product 4,5 6,9 8,4 6,3 4,8 5,2 2,6 4,8 3,8 3,1 Particuliere consumptie 4,5 4,4 7,9 6,3 6,3 4,6 2,0 4,2 2,8 3,6 Overheidsconsumptie 0,5 0,1 3,1 3,8 7,4 3,8 5,9 4,6 4,0 2,3 Brutovorming van vast kapitaal 7,3 18,7 16,3 12,7-2,7 4,3-2,0 2,1 5,0 1,5 Binnenlandse bestedingen 5,1 6,2 8,7 6,8 4,7 4,5 1,8 4,2 3,4 2,9 Uitvoer van goederen en diensten 0,9 13,1 15,7 2,7 2,4 2,3-1,8 9,8 7,4 v 5,0 Invoer van goederen en diensten 1,5 12,2 16,5 3,3 2,2 1,1-3,4 9,2 7,2 v 4,9 Procenten BBP Financieringsbehoefte van de overheid -7,6-6,8-6,2-5,5-6,3-6,9-7,1-4,9-3,9-3,2 Financieringsvermogen tegenover het buitenland 0,7 1,2 1,2 0,5 1,1 1,4 3,1 3,7 4,4 4,5 Tegen werkelijke prijzen, miljarden franken Bruto beschikbaar inkomen van de vennootschappen en quasivennootschappen Procenten van het bruto beschikbare inkomen van de gezinnen Spaarquote van de gezinnen 14,0 15,3 16,3 16,6 18,2 18,9 20,2 18,5 17,7 16,3 v Het veranderingspercentage moet met omzichtigheid worden geïnterpreteerd vanwege breuken in de brutostromen tussen en. Nationale rekeningen - ESER 9

10 OORSPRONG VAN HET NATIONAAL PRODUCT Na een stabilisatie in daalt de bruto toegevoegde waarde tegen vaste prijzen in de landbouw in met 4,3 pct. Rekening houdend met de sterke krimp, met 6,4 pct., in is de toegevoegde waarde tegen vaste prijzen over een periode van drie jaar met 10,0 pct. teruggelopen. De vermindering in is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de tegenvallende groente- en vooral fruitoogst. Het productievolume van de graan- en de industriële gewassen is daarentegen toegenomen. De veeteelt is relatief stabiel gebleven. De toegevoegde waarde tegen vaste prijzen van de totale industrie, exclusief de bouwnijverheid, neemt in met slechts 0,9 pct. toe, na twee jaren van forsere groei. De meest dynamische takken zijn onder meer de chemische nijverheid, die er met 4,3 pct. op vooruitgaat en aldus haar stijgende tendens voortzet, en de garages, die hun toegevoegde waarde, na verscheidene jaren van lichte daling, met 5,7 pct. in de hoogte zien gaan. De kledingnijverheid, die gedurende twee jaar stabiel is gebleven, laat daarentegen een fikse daling met 15,5 pct. optekenen. De textielnijverheid (+ 1,1 pct.) en de metaalverwerkende nijverheid (+ 0,1 pct.) blijven vrij stabiel. De sector elektriciteit, gas en water zet de in ingezette groei voort en stijgt in met 4,0 pct. De toegevoegde waarde van de bouwnijverheid, ten slotte, daalt in met 2,3 pct., na een toename in en. OORSPRONG VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT Tegen prijzen van, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar Landbouw, bosbouw, visserij -6,3 5,4 1,6-2,8 6,0 9,9 4,8-6,4 0,5-4,3 Industrie 0,6 5,1 5,6 2,6 0,3-0,5-2,8 3,9 3,0 0,9 Bouwnijverheid 2,4 13,8 4,1 5,7 1,5 2,9-4,1 2,2 1,1-2,3 Verhandelbare diensten 3,6 4,7 4,1 1,6 3,4 2,2 0,2 2,0 1,9 3,0 Niet-verhandelbare diensten -0,4-0,2 1,0 0,7 1,7 2,3 1,0 2,1 1,2 1,5 Bruto binnenlands product 2,4 4,7 3,6 3,0 1,6 1,5-1,5 2,4 2,1 1,5 Bruto nationaal product 2,6 4,7 3,7 2,7 2,1 1,3-0,5 2,6 2,4 1,6 De tertiaire sector - verhandelbare en niet-verhandelbare diensten -, die zowat twee derde van het bruto binnenlands product uitmaakt, groeit in met 2,7 pct. De verhandelbare diensten nemen met 3,0 pct. toe, een stijging die hoofdzakelijk terug te voeren is op de financiële diensten (+ 14,8 pct.), het luchtvervoer (+ 13,3 pct.), het verkeer (+ 10,7 pct.), de andere diensten aan bedrijven (+ 7,5 pct.) en de andere diensten aan gezinnen (+ 4,5 pct.). De toegevoegde waarde loopt daarentegen het sterkst terug in de tak van de groot- en kleinhandel, die met 3,3 pct. daalt, en vooral in de tak van de havens, die een krimp met 7,2 pct. laat optekenen. De verhoging van de toegevoegde waarde van de niet-verhandelbare diensten is in met 1,5 pct. minder uitgesproken dan die van de verhandelbare diensten. 10 Nationale rekeningen - ESER

11 VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUCT In bedraagt het netto nationale inkomen tegen factorkosten miljard fr., vergeleken met miljard fr. in. Dat is een toename met 2,7 pct. Het bruto nationale inkomen tegen factorkosten van zijn kant neemt toe tot miljard fr. De bezoldiging van werknemers vertegenwoordigt 64,6 pct. van het totale nationale inkomen in. Het aandeel van de bezoldigingen in het nationale inkomen heeft echter de neiging om af te brokkelen: in maakte de bezoldiging van werknemers nog 65,5 pct. uit van het totale nationale inkomen. De bezoldigingen gaan in met slechts 1,3 pct. in de hoogte, tegen nog 3,4 pct. in. Het inkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen neemt tijdens het verslagjaar met 4,3 pct. toe, tegen 1,3 pct. in. Terwijl de inkomens van personenvennootschappen en vrije beroepen een stijging met respectievelijk 9,2 en 4,8 pct. laten optekenen, nemen de inkomens van handelaars en ambachtslieden in met 2,5 pct. toe. Het inkomen uit vermogen dat toevloeit aan particulieren daalt met 0,5 pct. na in reeds met 1,1 pct. te zijn geslonken. Dat resultaat is het gevolg van de vermindering van de rente-inkomens (- 2,9 pct.), die voor het derde opeenvolgende jaar wordt veroorzaakt door de lagere rentetarieven. De reëel ontvangen en toegerekende huurgelden laten daarentegen een groei optekenen (+ 4,0 pct.), die vooral voortkomt uit de gestegen huur voor bebouwde eigendommen. De uitgekeerde dividenden, de tantièmes en de giften, van hun kant, nemen af met 1,4 pct., vooral ten gevolge van het verloop van de inkomens uit investeringen in het buitenland; deze laatste nemen af met 2,8 pct. De niet-uitgekeerde winst van de vennootschappen stijgt met 18,8 pct., tegen 23,7 pct. in. De directe belastingen van vennootschappen die zijn opgericht in welke juridische vorm ook stijgen met 5,7 pct. Het inkomen uit vermogen en het ondernemersinkomen die toevloeien aan de overheid nemen met 0,7 pct. af, wat vooral te wijten is aan een daling van het desbetreffende inkomen voor de overheid (namelijk met 10,4 pct.), exclusief de centrale overheid. Nationale rekeningen - ESER 11

12 VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUCT Tegen werkelijke prijzen, miljarden franken Inkomen uit bezoldigde arbeid Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren Reserveringen van de vennootschappen Directe belastingen van de vennootschappen Inkomen uit vermogen en ondernemersinkomen toevloeiend aan de overheid Minus: interesten op de overheidsschuld en consumptief krediet Nationaal inkomen Afschrijvingen Indirecte belastingen minus subsidies Bruto nationaal product tegen marktprijzen BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUCT De particuliere consumptie, het grootste bestanddeel van de binnenlandse bestedingen, stijgt in reële termen met 1,3 pct. In wordt een lichte toename opgetekend van de uitgaven voor huur, belastingen en water (+ 1,3 pct.), persoonsverzorging en hygiëne (+ 1,2 pct.), vrijetijdsbesteding (+ 0,9 pct.) en duurzame huishoudartikelen (+ 0,9 pct.). De stijging is meer uitgesproken bij de uitgaven voor verwarming en verlichting (+ 9,1 pct.), financiële diensten (+ 6,8 pct.) en vervoer (+ 4,8 pct.). De aankoop van voedingsmiddelen daalt in met bijna 1,0 pct. Ook de uitgaven voor kleding vertonen in een teruggang (- 2,6 pct.). De overheidsconsumptie neemt naar volume met 1,8 pct. toe. De bezoldigingen en pensioenen vertonen een stijging met 1,8 pct., de lopende aankopen van goederen en diensten gaan met 3,1 pct. in de hoogte. 12 Nationale rekeningen - ESER

13 De brutovorming van vast kapitaal laat een lichte volumestijging optekenen (+ 0,6 pct.). De bedrijfsinvesteringen, die in hun opmars inzetten, nemen in totaal met 4,7 pct. toe. Het zijn de industriële ondernemingen die met een investeringsgroei van 7,1 pct. het meest tot die vooruitgang bijdragen. Het gaat daarbij inzonderheid om de ondernemingen in de chemische nijverheid (+ 21,3 pct.) en in de metaalverwerkende nijverheid (+ 8,6 pct.). De investeringen in woningbouw en de brutovorming van vast kapitaal door de overheid gaan er daarentegen fors op achteruit. De daling van de bestedingen voor woongebouwen (- 4,0 pct.) weerspiegelt de scherpe vermindering van het aantal in aanbouw genomen woningen in de tweede helft van en de stagnatie van dat aantal in de eerste maanden van. De teruggang van de overheidsinvesteringen (- 14,2 pct.), van zijn kant, komt in hoofdzaak door de verkoop van overheidsgebouwen. BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUCT Tegen prijzen van, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar Particuliere consumptie 2,3 3,2 3,7 2,9 2,9 2,3-1,4 1,4 1,1 1,3 Overheidsconsumptie 0,1-0,9-0,9-0,5 2,0 0,1 1,2 1,6 0,9 1,8 Brutovorming van vast kapitaal 6,3 16,4 11,4 9,6-4,7 1,3-3,6-0,1 3,2 0,6 Bedrijfsinvesteringen 8,2 15,4 15,3 11,8-4,2-1,0-6,7-3,3 5,1 4,7 Woongebouwen 8,8 25,0 17,6 8,2-9,1 5,0 1,7 5,5 2,8-4,0 Overheidsinvesteringen -6,8 4,6-26,0-4,7 8,6 9,5 5,2 5,8-8,3-14,2 Voorraadwijzigingen 1 0,8 0,2-0,3-0,2 0,1 0,1-0,2 0,3 0,0-0,1 Uitvoer van goederen en diensten 4,4 9,1 8,2 4,3 3,1 3,5-0,7 9,5 6,8 v 3,2 Invoer van goederen en diensten 6,1 9,7 9,4 4,9 2,8 4,1-0,7 8,2 6,1 v 2,8 Bruto binnenlands product 2,4 4,7 3,6 3,0 1,6 1,5-1,5 2,4 2,1 1,5 1 Bijdrage tot de verandering van het BBP. v Het veranderingspercentage moet met omzichtigheid worden geïnterpreteerd vanwege breuken in de brutostromen tussen en. Nationale rekeningen - ESER 13

14 SECTORALE REKENINGEN Financieringssaldi van de sectoren Het totale financieringssaldo van de volkshuishouding ten opzichte van het buitenland is systematisch toegenomen van een overschot van 36 miljard fr. in tot 378 miljard fr. in. Na de toename van het financieringstekort van de overheid aan het begin van de jaren negentig getuigt de daling ervan sedert van de volgehouden inspanningen om de overheidsfinanciën gezond te maken. Het financieringsvermogen van de vennootschappen en de quasi-vennootschappen neemt toe, mede onder invloed van de overheidsmaatregelen. De daling van het financieringsvermogen van de gezinnen, onder meer als gevolg van de verminderde spaarquote, valt geringer uit dan de verbetering van de financieringspositie van de overheid, de vennootschappen en quasivennootschappen zodat, per saldo, het financieringsvermogen van de nationale economie toeneemt. FINANCIERINGSBEHOEFTE (-) OF -VERMOGEN (+) PER SECTOR Tegen werkelijke prijzen, miljarden franken Vennootschappen en quasi-vennootschappen Gezinshuishoudingen en privaatrechtelijke instellingen Overheid Totaal van de volkshuishouding De overheid De financieringsbehoefte van de overheid daalt met 49 miljard fr., van 316 tot 267 miljard fr., en is aldus teruggebracht van 3,9 tot 3,2 pct. BBP. Die verbetering vloeit vooral voort uit een reductie van de uitgaven in verhouding tot het BBP: zij bedragen 50,1 pct. BBP, of 0,6 procentpunt minder dan in. De ontvangsten nemen in ten opzichte van het BBP nauwelijks toe en komen op 46,9 pct. BBP uit, een stijging met 0,1 pct. BBP. De vermindering van de financieringsbehoefte van de gezamenlijke overheid vloeit voort uit een verbetering van het saldo van de centrale overheid. De financieringsbehoefte van deze laatste daalt met 86 miljard fr., namelijk van 375 tot 289 miljard fr. Het financieringsvermogen van de lokale overheid daarentegen loopt terug van 31 tot 20 miljard fr.; ook dat van de sociale zekerheid slinkt, namelijk van 28 tot 2 miljard fr. Splitst men de rekeningen van de centrale overheid op in die van de federale overheid en die van de gemeenschappen en de gewesten, dan blijkt 14 Nationale rekeningen - ESER

15 ONTVANGSTEN EN UITGAVEN VAN DE OVERHEID Tegen werkelijke prijzen, miljarden franken Lopende uitgaven en kapitaaluitgaven (procenten BBP) 50,7 51,6 52,3 53,1 52,0 50,7 50,1 Primaire uitgaven waarvan: Brutolonen en -salarissen Sociale uitgaven Rentelasten Totale ontvangsten (procenten BBP) 45,2 45,3 45,4 46,0 47,1 46,8 46,9 waarvan: Indirecte belastingen Belastingen op het inkomen en op het vermogen Sociale bijdragen Financieringsbehoefte (-) (procenten BBP) -5,5-6,3-6,9-7,1-4,9-3,9-3,2 Primair saldo (procenten BBP) 5,0 3,8 3,8 3,6 5,1 5,1 5,3 dat de federale overheid haar financieringsbehoefte met 71 miljard fr. heeft verlaagd tot 250 miljard fr.; de financieringsbehoefte van de gemeenschappen en de gewesten bedraagt 39 miljard fr., dat is een verbetering met 15 miljard fr. De inkrimping van het federaleoverheidstekort is toe te schrijven aan de daling van de uitgaven, alsook aan de stijging van de niet-fiscale en niet-parafiscale ontvangsten. Voor de gemeenschappen en de gewesten is de verbetering te danken aan de geringe toename van hun uitgaven, namelijk met 2,3 pct., dat is de kleinste stijging sinds. De vermindering van het financieringsvermogen van de lokale overheid vloeit voort uit de stagnatie van haar ontvangsten op het peil van, een jaar waarin die ontvangsten uitzonderlijk hoog waren. Het overschot van de sociale zekerheid is teruggelopen vanwege de geringere toename van de ontvangsten, als gevolg van de ontwikkeling van de sociale bijdragen en de vermeerdering van de uitgaven voor gezondheidszorg. De uitgaven voor de effectieve bezoldiging van de werknemers ten laste van de overheid nemen met slechts 1,4 pct. toe vanwege het uitstel, tot begin 1997, van de betaling van de eindejaarspremies aan het personeel van de federale overheid, de Franse gemeenschap en het Waalse gewest. De rentelasten zijn voor het derde opeenvolgende jaar in absolute waarde gedaald. De lopende overdrachten aan particulieren stijgen met 3,6 pct.; er is onder meer een toename met 6,4 pct. van de uitgaven voor gezondheidszorg, zelfs na correctie voor de uitgestelde factureringen, die tussen en bijzonder omvangrijk zijn geweest. De lopende overdrachten en kapitaalover- Nationale rekeningen - ESER 15

16 drachten aan het buitenland, inclusief de overgedragen belastingen, gaan met 4,0 pct. omhoog vanwege de gestegen overdrachten aan de instellingen van de Europese Unie uit hoofde van de vierde middelenbron. De brutovorming van vast kapitaal daalt met 13,7 pct., voornamelijk als gevolg van de verkoop van gebouwen door de federale overheid, alsook van de verdere vermindering van de investeringen van de lokale overheid. De nettoaankopen van grond en onlichamelijke zaken worden beïnvloed door de ontvangst van 9 miljard fr. naar aanleiding van de verkoop van de eerste mobilofoonlicentie aan Belgacom. Het rendement van de belastingen en sociale bijdragen in procenten BBP blijft vrijwel onveranderd. De niet-fiscale en nietparafiscale ontvangsten zijn gestegen als gevolg van de vermeerdering van de stortingen van de Nationale Bank van België aan de Schatkist. FINANCIERINGSBEHOEFTE OF -VERMOGEN VAN DE SUBSECTOREN VAN DE OVERHEID Procenten BBP Overheid -5,5-6,3-6,9-7,1-4,9-3,9-3,2 Centrale overheid -6,1-6,2-7,0-6,8-5,6-4,7-3,5 Federale overheid -5,6-5,4-6,1-6,2-4,9-4,0-3,0 Gemeenschappen en gewesten -0,5-0,9-0,9-0,6-0,7-0,7-0,5 Lokale overheid 0,1 0,3 0,2-0,2 0,0 0,4 0,2 Sociale zekerheid 0,5-0,3-0,1-0,1 0,7 0,4 0,0 Buitenland De totale uitvoer van goederen en diensten naar waarde stijgt met 5,0 pct. en bedraagt miljard fr. De overeenstemmende totale invoer stijgt met 4,9 pct. en beloopt miljard fr., waardoor het saldo van het goederen- en dienstenverkeer oploopt tot 393 miljard fr., tegen 370 miljard fr. in. De factorinkomens (inkomens uit ondernemersactiviteit, uit vermogen en uit arbeid) tonen een batig saldo van 123 miljard fr. Houdt men eveneens rekening met het negatieve saldo van de overige transacties - waaronder inkomensen kapitaaloverdrachten - ten belope van 139 miljard fr., dan vertoont de Belgische economie een financieringsvermogen van 378 miljard fr., wat neerkomt op een stijging met 24 miljard fr. ten opzichte van. Het financieringsvermogen bedraagt aldus 4,5 pct. BBP. TRANSACTIES MET HET BUITENLAND Tegen werkelijke prijzen, miljarden franken Saldo van het lopende verkeer met het buitenland Saldo van het goederen- en dienstenverkeer Saldo van de factorinkomens Saldo van de overige transacties Saldo van de kapitaaloverdrachten Financieringsvermogen (+) van de volkshuishouding Nationale rekeningen - ESER

17 Vennootschappen en gezinnen Het bruto beschikbare inkomen van de vennootschappen en de quasivennootschappen stijgt met 7,1 pct. tot 972 miljard fr. Rekening houdend met de veranderingen in de wiskundige pensioenreserves leidt dat tot brutobesparingen van 951 miljard fr. Worden ook de netto ontvangen kapitaaloverdrachten en de nettoaankoop van gronden en onlichamelijke zaken (32 miljard fr.) alsmede de brutoinvesteringen (862 miljard fr.) in rekening gebracht, dan leidt dat tot een financieringsvermogen van 121 miljard fr. Het bruto beschikbare inkomen van de gezinnen groeit met 1,9 pct. tot miljard fr. Hun consumptie stijgt met 3,6 pct. tot miljard fr. Rekening houdend met de veranderingen in de wiskundige pensioenreserves, leidt dat tot brutobesparingen van miljard fr. en een spaarquote van 16,3 pct. tegen 17,7 pct. in. Worden ook de netto betaalde kapitaaloverdrachten en de nettoverkoop van gronden en onlichamelijke zaken (8 miljard fr.) alsmede de brutoinvesteringen (502 miljard fr.) in rekening gebracht, dan geeft dat aanleiding tot een financieringsvermogen van 524 miljard fr., dat is een daling met 95 miljard fr. REKENINGEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN EN DE GEZINNEN VENNOOTSCHAPPEN EN QUASI- VENNOOTSCHAPPEN Tegen werkelijke prijzen, miljarden franken Bruto beschikbaar inkomen Veranderingen in wiskundige pensioenreserves Brutobesparingen Nettokapitaaloverdrachten en nettoaankoop van gronden en onlichamelijke zaken Brutokapitaalvorming Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) GEZINSHUISHOUDINGEN EN PRIVAATRECHTELIJKE INSTELLINGEN Bruto beschikbaar inkomen Finaal verbruik Veranderingen in wiskundige pensioenreserves Brutobesparingen Nettokapitaaloverdrachten en nettoaankoop van gronden en onlichamelijke zaken Brutokapitaalvorming Financieringsvermogen (+) Nationale rekeningen - ESER 17

18 METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de versie van heeft deze publicatie Nationale rekeningen - Deel I een reeks methodologische wijzigingen ondergaan. De toegevoegde waarde in de verwerkende nijverheid Wegens het verdwijnen van het vroegere indexcijfer van de industriële productie (maandstatistiek van de productie) waren de cijfers over uitzonderlijk berekend op basis van de omzetstatistieken volgens de BTW. In werden de gegevens van de nieuwe productiestatistiek Prodcom voor het eerst gebruikt voor de becijfering van de toegevoegde waarde in de industrie. Men diende echter met een constant staal te werken teneinde het effect te elimineren van de grotere omvang van het staal waarop de enquête betrekking had. Die wijziging in de omvang van het ondervraagde staal hield verband met het feit dat de Prodcom-enquête nieuw was en zij deed zich in niet opnieuw voor. Voor diende derhalve niet de methode van het constante staal te worden toegepast en konden de nieuwe indexcijfers van de industriële productie direct worden gebruikt om het verloop van de toegevoegde waarde te berekenen. De particuliere consumptie Voor de rubrieken van de particuliere consumptie die berekend worden volgens het commodity flow -principe (steunend op de gelijkheid tussen, enerzijds, de binnenlandse output en de invoer en, anderzijds, de finale bestedingen, de intermediaire consumptie en de uitvoer) is de invoer- en uitvoercomponent gebaseerd op de statistiek van de buitenlandse handel (INR). Sinds worden die gegevens via twee kanalen verzameld: de Intrastat-enquête voor de intracommunautaire handel en de douanedocumenten voor de extracommunautaire handel. De statistieken voor de extracommunautaire handel zijn exhaustief, wat niet kan worden gezegd van de Intrastatgegevens. Naast de individuele rapporteringsvrijstelling - momenteel bepaald op een jaarlijkse maximale intracommunautaire handel van 4,2 miljoen fr. - is vooral de nonresponse de oorzaak van de nietexhaustiviteit. In het verleden werd aan de hand van de BTW-gegevens steeds een globale correctie verricht voor de als gevolg van de rapporteringsvrijstelling ontbrekende Intrastat-gegevens. De correctie voor de nonresponse gebeurde in het verleden alleen voor de invoer. Vanaf, en met terugwerkende kracht tot in, wordt de correctie zowel voor de non-response - inclusief voor de intracommunautaire uitvoer - als voor de rapporteringsvrijstelling verricht op het niveau van de ondernemingen aan de hand van voornoemde BTWgegevens. Die verbeterde bijschatting heeft geleid tot een geringe daling van de particuliere consumptie in vergelijking met de resultaten die voorkomen in de rekeningen. Voor het meest recente jaar wordt een voorlopige correctie gemaakt op basis van de techniek van het constante staal. De raming van de woondiensten De toegevoegde waarde van de woondiensten wordt berekend als zijnde het verschil tussen de productie, die gemeten wordt op basis van de door de huurders betaalde huurprijzen plus de aan eigenaarsbewoners toegerekende huurprijzen, en het intermediaire verbruik, dat gemeten wordt op basis van het totale bedrag van de aan de eigenaars ten laste vallende onderhouds- en herstellingskosten van de woningen. In de 18 Nationale rekeningen - ESER

19 rekeningen zijn de ramingsmethoden voor de productie en het intermediaire verbruik gewijzigd. De productie is preciezer kunnen worden geraamd dankzij een betere stratificatie van het woongebouwenbestand voor het basisjaar. De methoden voor extrapolatie en retropolatie van de resultaten zijn niet gewijzigd. Wat het intermediaire verbruik betreft, verschilt de in de rekeningen voorgestelde methodologie op twee punten van de vroegere. Het eerste verschil is conceptueel: terwijl bij de oude methode de door de eigenaars verrichte uitgaven, die ook voor hun rekening zouden zijn geweest indien zij huurders waren geweest, niet in het intermediaire verbruik werden opgenomen, zijn bij de nieuwe methode, conform de principes van het ESER 1979, alle door de eigenaars ten laste genomen onderhouds- en herstellingskosten bij het intermediaire verbruik inbegrepen. Het tweede verschil bestaat in het bijwerken van de statistische basisgegevens: het gebruik van de resultaten van de jongste NIS-enquête naar het budget van de gezinnen (-) heeft de betrouwbaarheid van de ramingen flink verbeterd. De retropolatie gebeurt door middel van een prijsindexcijfer (gewogen gemiddeld verloop van de prijzen van de arbeid en het materiaal die aan het onderhoud van de woning verbonden zijn) en een hoeveelheidsindexcijfer (verloop van het bedrag van de huurgelden tegen vaste prijzen). De brutovorming van vast kapitaal voor woongebouwen In de nationale rekeningen is bijna 75 pct. van de brutovorming van vast kapitaal voor woongebouwen afkomstig van de bouw van nieuwe woningen. De berekening van het hoeveelheidsindexcijfer dat wordt gebruikt om het verloop van die investeringen in nieuwe woongebouwen te ramen, berust op de NIS-statistiek van de in aanbouw genomen woongebouwen. In heeft het NIS de coderingsmethode van die statistiek aangepast: de gegevens worden voortaan op de werkelijke aanvangsdatum van de bouwwerken geregistreerd, en niet langer op de ontvangstdatum van de formulieren. De statistische reeks is bijgevolg verbeterd voor de periode vanaf en de rekeningen zijn vanaf die datum aangepast. Sedertdien is de reeks gecorrigeerd vanaf 1980 en de rekeningen zijn dus van dan af herzien. Vermits de statistische gegevens over onvolledig zijn, berust het cijfer voor dat jaar op een econometrische raming. De brutovorming van vast kapitaal in de industrie De definitieve raming van de brutovorming van vast kapitaal in de industrie (extractieve nijverheid, verwerkende nijverheid, bouwnijverheid en elektriciteit, gas en water) is normaliter gebaseerd op de resultaten van de jaarlijkse investeringsenquête van het NIS. Vanaf worden die resultaten niet meer in aanmerking genomen bij de becijfering van de nationale rekeningen, aangezien in de enquête geen rekening wordt gehouden met de sedert opgerichte ondernemingen waardoor de verkregen resultaten onvolledig zijn. In de rekeningen is de raming van de investeringen in de industrie, voor de jaren -, gesteund op het verloop van de BTW-statistiek. Voor de jaren en wordt de NIS-statistiek betreffende de investeringen gebruikt om dat totaal over de drie soorten van investeringsgoederen (voertuigen, ander materiaal, gebouwen) te verdelen. De indeling van werd ook voor de jaren en gehanteerd. Nationale rekeningen - ESER 19

20 De rekening Buitenland In het najaar van zijn, dankzij het nieuwe collectesysteem van het BLWI, voor en afzonderlijke cijfers voor de Belgische en Luxemburgse lopende rekeningen van de betalingsbalans beschikbaar gekomen. Voorheen werd de betalingsbalans uitsluitend voor de BLEU opgemaakt. Voor wat de nationale rekeningen betreft, is in het verleden steeds getracht uit die BLEU-betalingsbalanscijfers de invloed van Luxemburg te elimineren. Voor de goederentransacties gebeurde dat aan de hand van de gegevens van de statistiek buitenlandse handel (voor de goederentransacties van Luxemburg met derde landen) en van Statec-informatie (voor de goederentransacties tussen België en Luxemburg). Ook werden er correcties voor de inkomens uit beleggingen en investeringen verricht. Er waren geen of slechts minimale correcties voor de dienstentransacties, de inkomens uit arbeid en de overdrachten van particulieren. Op basis van de BLEU-betalingsbalans, opgesplitst naargelang het transacties met Belgische of Luxemburgse ingezetenen betreft, en in combinatie met gegevens afkomstig van Statec, is het voor de periode vóór mogelijk gebleken de invloed van Luxemburg volledig te elimineren. Daarbij werden, enerzijds, de transacties van Luxemburg met derde landen uit de cijfers verwijderd en werd, anderzijds, wel rekening gehouden met de onderlinge transacties tussen België en Luxemburg. De inkomens uit arbeid zijn, in de Belgische lopende rekening van de betalingsbalans voor en, herberekend op basis van de door het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling gepubliceerde cijfers over het aantal grensarbeiders. Deze arbeidsinkomens worden bruto geregistreerd, dat betekent inclusief de sociale bijdragen ten laste van werknemers en van werkgevers, die als tegenboeking in de overdrachten worden opgenomen. Verder zijn de lonen van ambtenaren bij internationale instellingen in de betalingsbalans van de BLEU vervangen door gegevens betreffende in België gevestigde internationale instellingen. Voor de verzekeringsoperaties en de overheidsoverdrachten is, net als in het verleden, gesteund op informatie van respectievelijk de Controledienst voor de Verzekeringen en de overheidsbegroting. De correcties hebben geleid tot een daling van de netto-uitvoer van goederen en diensten, alsook tot een verhoging van het saldo van de inkomens uit arbeid. De daling van de netto-uitvoer van goederen en diensten heeft een overeenstemmende daling van het BBP tot gevolg. Wat het BNP en het financieringssaldo van de Belgische economie betreft, wordt die daling deels gecompenseerd door de toename van het saldo van de factorinkomens. De rekening van de overheid Dit jaar zijn extra inspanningen geleverd om de overheidsrekeningen in overeenstemming te brengen met de voorschriften van het ESER Het gebruik van de economische classificatie Benelux 81, ter vervanging van die uit 1964, in de begrotingen van de federale overheid maakt een directe link met het ESER 1979 mogelijk. Bovendien zijn, conform het ESER 1979, een aantal instellingen en operaties geherklasseerd. Daarnaast heeft Eurostat, met de steun van het Committee on Monetary, Financial and Balance of Payments Statistics in het kader van de Verordening 3605/93 betreffende de gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, enkele beslissingen genomen. Deze zijn erop gericht om de, meestal nieuwe, ontwikkelingen op een conforme en internationaal vergelijkbare wijze te verwerken in de nationale rekeningen. Die beslissingen heeft Eurostat bekendgemaakt in de periode tussen 3 februari en 30 april De nationale rekeningen van België zijn, indien nodig, aan die Eurostat-beslissingen aangepast. 20 Nationale rekeningen - ESER

21 Invoering van de economische classificatie Benelux 1981 in de federale begroting Sommige economische codes die alleen enkele artikels van de administratieve begrotingen betreffen, zijn gewijzigd vanwege: - hetzij de volledige doorlichting van de economische classificatie van elke basisallocatie; - hetzij de toepassing van de nieuwe nomenclatuur ESER Die wijzigingen in de codes hebben breuken veroorzaakt tussen de gegevens over en de voorgaande jaren. De reeksbreuken die invloed hebben op de berekening van het BNP of van het deficit werden, voorzover mogelijk, weggewerkt door de systematische correctie van de stromen voor de jaren Een aantal correcties van codefouten verdienen bijzondere aandacht omdat zij een weerslag hebben op de financieringsbehoefte van de overheid. De begrotingsartikels betreffende het bestaansminimum en de sociale bijstand aan behoeftigen, die voorheen bij de inkomensoverdrachten aan de gezinshuishoudingen werden opgenomen, worden voortaan als inkomensoverdrachten aan de OCMW s geregistreerd. Aangezien de inkomensoverdrachten van de OCMW s aan de gezinshuishoudingen onafhankelijk van die stromen worden geraamd, zal daar een vermindering van de financieringsbehoefte van de lokale overheid uit voortvloeien. Met andere woorden, in het verleden werden die sociale uitkeringen in de rekeningen dubbel geteld: één keer als uitgaven van de federale overheid en één keer als uitgaven van de lokale overheid. De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) betaalt kinderbijslag voor rekening van de Staat aan de gewezen personeelsleden van de kaders in Afrika, aan de groot-invaliden en weduwen van militairen in vredestijd, aan de groot-invaliden en weduwen van de oorlog en aan gepensioneerde ambtenaren. Die uitgaven werden gecodeerd als een overdracht aan de sociale-verzekeringsinstellingen. In de uitgaven van de sociale zekerheid werd die kinderbijslag niet opgenomen en dus, ten onrechte, niet geteld in de nationale rekeningen. Nu wordt hij wel als een sociale uitkering van de federale overheid gecodeerd, wat het overheidstekort doet toenemen. In overeenstemming brengen met de regels van het ESER 1979 De operaties met betrekking tot de tak jaarlijkse vakantie, die vanuit historisch en juridisch standpunt nochtans een integrerend deel uitmaken van de Belgische sociale zekerheid, werden niet in de rekeningen van de sociale-verzekeringsinstellingen geregistreerd, maar de sociale bijdragen van de werkgevers werden rechtstreeks geïntegreerd in de berekening van de loonsom. Hoewel die werkwijze overeenstemt met de regels van het ESER 1979 wat de definitie van de bezoldiging van de werknemers betreft, biedt zij geen bevredigende oplossing voor de classificatie van de bewuste instellingen en de opneming van hun overige operaties. De Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV), de Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden (CBVZ) en de speciale kassen voor jaarlijkse vakantie zijn instellingen die in de nationale rekeningen moeten worden opgenomen. Aangezien die instellingen nietverhandelbare diensten leveren, moeten zij ingedeeld worden bij de overheid, en meer bepaald bij de centrale overheid (subsector federale overheid) voor wat hun overige operaties aangaat (onder meer lopende administratiekosten). De winst van de nationale loterij werd opgenomen bij de indirecte belastingen, zoals dat reeds voor de monopolierente het geval was, terwijl zij tevoren beschouwd werd als een overige overdracht afkomstig van de gezinshuishoudingen. Ook het deel van het kijk- en luistergeld dat niet bestemd is voor de BRTN, de RTBF of de BRF, en dat vroeger bij de dividenden en andere uitgekeerde inkomens van vennootschappen was ingedeeld, is bij de indirecte belastingen ondergebracht. De door de gemeenten geïnde belastingen op de openbare hygiëne slaan hoofdzakelijk Nationale rekeningen - ESER 21

22 op de distributie van vuilniszakken, de ophaling van huisvuil, het leeghalen van beerputten, de ophaling van industrieel afval en hinderlijke voorwerpen alsook diensten in verband met het beheer van begraafplaatsen. Conform 308 b) van het ESER 1979 waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen verhandelbare en nietverhandelbare diensten voor bepaalde diensten die onder beide categorieën kunnen vallen en conform de beslissing 93/570/EEG- Euratom die de afbakening van de indirecte belastingen ten opzichte van het intermediaire verbruik verduidelijkt, moeten die taksen veeleer als vergoedingen voor bewezen diensten worden beschouwd en dus worden opgenomen bij de residuele verkopen. Beslissingen van Eurostat in het kader van het Protocol over de buitensporige tekorten Wat de obligaties met nulcoupon betreft, heeft Eurostat beslist dat het verschil tussen de terugbetalingswaarde en de emissiewaarde een werkelijke rente is en geregistreerd moet worden op het ogenblik van de terugbetaling van de obligatie. Eurostat stelt dat voor de rente op de gekapitaliseerde leningen niet de accrual basis -methode moet worden gebruikt, zoals in België het geval was, maar dat de rente, zoals in het ESER 1979 is voorgeschreven, op de datum van opeisbaarheid moet worden geregistreerd, dat wil zeggen op de terugbetalingsdatum van de lening. Ten aanzien van de lineaire obligaties (OLO s) heeft Eurostat bepaald dat het emissieverschil op tranches uitgegeven binnen de eerste 12 maanden na de lancering van de OLO een kapitaalwinst of -verlies is en derhalve geen effect heeft op het overheidsdeficit. Voor later uitgegeven tranches wordt het emissieverschil als een interest beschouwd en heeft, naargelang het een premie of een disconto betreft, een positieve of negatieve weerslag op het overheidstekort. Voor beide types van tranches gebeurt de verwerking in de rekeningen op de datum van de couponbetaling. Eurostat heeft de sectorindeling van de regulerende organen van de landbouwmarkt verduidelijkt en de volgende regel voorgesteld: indien de handelsactiviteiten minstens 80 pct. vertegenwoordigen, worden zij opgenomen bij de niet-financiële vennootschappen, zo niet behoren zij tot de centrale overheid. In België was dat orgaantot 1 juli de Belgische Dienst voor Bedrijfsleven en Landbouw (BDBL), waarna het Belgische Interventie- en Restitutiebureau (BIRB) zijn taken overnam. Beide organen werden steeds bij de niet-financiële vennootschappen ingedeeld. Door de beslissing van Eurostat wordt de BIRB vanaf zijn oprichtingsdatum opgenomen in de overheidssector. Eurostat stelt verder dat de storting aan de Staat van de opbrengst van de goudverkopen door een centrale bank geregistreerd wordt zoals de indirecte verkopen van activa, dat wil zeggen als een financiële operatie. Bijgevolg is de storting aan de Staat in van de eind jaren tachtig en begin jaren negentig gerealiseerde meerwaarden op het goud dat de Nationale Bank van België op de markt verkocht of dat door de Koninklijke Munt werd gekocht van de Nationale Bank van België voor de vervaardiging van muntstukken, niet opgenomen bij de inkomsten uit kapitaaloverdrachten en heeft zij geen invloed op de financieringsbehoefte van de overheid. Loonsom De bezoldiging van ingezeten werknemers die door ingezeten en niet-ingezeten werkgevers wordt betaald, is in verschillende opzichten gewijzigd teneinde ze exhaustiever te maken. Ten eerste is de bezoldiging van de grensarbeiders en de werknemers van internationale organisaties (instellingen van de EG en van NAVO-SHAPE) in overeenstemming gebracht met die in de 22 Nationale rekeningen - ESER

23 rekening Buitenland. Een tweede verbetering bestaat in een expliciete raming van de volgende drie posten, die voorheen deel uitmaakten van een algemene, doch minder precieze raming: - de werkelijke sociale bijdragen ten laste van de werkgevers voor pensioenfondsen en groepsverzekeringen: zij vertegenwoordigen de bijdragen van de werkgevers aan de pijler van de aanvullende bovenwettelijke pensioenen en worden geraamd op basis van uit de rekening van de verzekeringsinstellingen afkomstige gegevens; - de maaltijdcheques: zij maken deel uit van de lonen en wedden in natura en worden geraamd op basis van gegevens afkomstig uit de door de Nationale Bank van België opgestelde statistieken over betaalinstrumenten; - de lonen van studenten: zij worden berekend door het aantal contracten te vermenigvuldigen met het gemiddelde gegarandeerde minimuminkomen per maand. De Kas voor Weduwen en Wezen (KWW) is geen autonoom fonds. Deze operaties verschijnen in de economische hergroepering van de federale overheid: de brutobedragen van de toegekende weduwen- en wezenpensioenen worden geregistreerd bij de inkomensoverdrachten aan de gezinshuishoudingen. De inhoudingen op lonen (die deel uitmaken van de brutolonen) worden opgetekend als ontvangsten in de vorm van sociale bijdragen. In het verleden werden de door de KWW uitbetaalde overlevingspensioenen, verminderd met de bijdragen, ten onrechte in de loonsom opgenomen. De cijfermatige impact van de belangrijkste hierboven methodologische wijzigingen wordt voor het jaar gesynthetiseerd in onderstaande tabel. Impact van de belangrijkste methodologische wijzigingen op de aggregaten in miljarden fr. p.m. procenten BNP Woondiensten ,2 Rekening overheid ,4 Buitensporige tekorten (interestbetalingen) Effect van de herklasseringen Afstemming op ESER 1979 (indirecte belastingen, enz.) Buitenland ,7 Factorinkomens + 46 Goederen en diensten + 13 Brutovorming van vast kapitaal in de industrie ,4 Loonmassa ,5 1 Volgens oorsprong. 2 Volgens verdeling. 3 Volgens bestedingen. Nationale rekeningen - ESER 23

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Aggregaten en Rekeningen. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Aggregaten en Rekeningen. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Deel 1 Aggregaten en Rekeningen Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Conventionele tekens n.b. niet

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2015 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2017 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN 1994

NATIONALE REKENINGEN 1994 NATIONALE REKENINGEN Deel 1 Aggregaten en Rekeningen Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel ÁÁÁÁÁÁÁÁ Conventionele tekens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2004 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2016 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2002 - III Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE WEKELIJKSE PUBLICATIE NATIONALE BANK VAN BELGIE DEPARTEMENT ALGEMENE STATISTIEK SYNTHESE VAN DE PROGNOSES 998 r r Realisaties NBB EC OESO EC OESO (veranderingspercentages tov het voorgaande jaar) A BBP

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Historische reeksen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Historische reeksen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Historische reeksen 1970-1994 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De historische

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie RICHTSNOEREN

Publicatieblad van de Europese Unie RICHTSNOEREN 6.9.2014 L 267/9 RICHTSNOEREN RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 juni 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/23 inzake statistieken betreffende overheidsfinanciën (ECB/2014/21) (2014/647/EU)

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Integrale versie 3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Om tegemoet te komen aan de voorschriften van het ESR 1995, werd de op de verzekeringsinstellingen

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4.

Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4. Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies)

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies) Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies) Databronnen Uitgaven : geboekte ontvangsten - aanrekeningen (bron : boekhoudsysteem + ecomptes) Ontvangsten : geboekte netto vastgestelde rechten (bron

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Rekeningen van de overheid Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Rekeningen van de overheid Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Rekeningen van de overheid Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De rekeningen

Nadere informatie

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Ruben Schoonackers Bruno Eugène INTERN Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 276/32 Publicatieblad van de Europese Unie 17.10.2008 II (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is) RICHTSNOEREN EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Databronnen Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgaven: Geboekte uitgaven - aanrekeningen (bronnen = boekhoudsystemen Phoenix, Stesud,

Nadere informatie

Administrative bron. Statistisch bedrijvenregister. Algemene informatie

Administrative bron. Statistisch bedrijvenregister. Algemene informatie Administrative bron Statistisch bedrijvenregister Algemene informatie Metadata De registers bruikbaar voor statistische doeleinden vormen een fundamenteel element van de informatiesystemen omtrent de ondernemingen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Deel 1 - Jaaraggregaten 2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De nationale

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP bijna 32 miljard gulden hoger

Persbericht. Herzien BBP bijna 32 miljard gulden hoger Persbericht PB99-102 27 april 1999 10.00 uur Herzien BBP bijna 32 miljard gulden hoger Door een herziening van definities en berekeningsmethoden komt de raming van het bruto binnenlands product (BBP) voor

Nadere informatie

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid 18-1-17 Resultaten van de najaarsenquête 17 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid De investeringen in vaste activa zouden gestegen zijn met 8,5 % in 17 in vergelijking met 16. De ondernemers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Het ESR 2010 en de overheidsrekeningen

Het ESR 2010 en de overheidsrekeningen 7 de Seminarie voor leerkrachten van het secundair onderwijs 08/10/14 Kris Van Cauter (NBB) Inleiding en achtergrondinformatie 2 / 43 Inleiding De rekeningen van de overheid zijn een gevoelig thema en

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2014-III Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 De overheid behaalde in 2016 een begrotingsoverschot van 2,9 miljard euro. Dit is 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder was

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Databronnen Boekhoudprogramma s van de gemeenten. Methodes gebruikt bij het ontbreken van gegevens Belangrijkste correcties om over te gaan naar

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN Dit Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid kadert in de voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2019-2022 dat eind april 2019 moet worden overgemaakt

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalaggregaten 2004-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalaggregaten 2004-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalaggregaten 2004-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het nieuw Europees

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies)

Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Databronnen Door de lokale besturen geboekte ontvangsten en uitgaven die via de digitale rapportering verwerkt worden in de BBC-database van het Agentschap

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Statistisch bedrijvenregister

Statistisch bedrijvenregister Administrative bron Statistisch bedrijvenregister Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie - Domein Verwante administratieve bronnen Trefwoorden - Bijwerking van het document Periodiciteit

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsopmaak 2015

VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsopmaak 2015 VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsopmaak 2015 ONTVANGSTEN 0 NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN 176.043 176.043 211.985 211.985 08 Interne verrichtingen 176.043 176.043

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Toelichting bij de recente ontwikkelingen September 2015 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Statistisch Product. Milieu-uitgaven van ondernemingen

Statistisch Product. Milieu-uitgaven van ondernemingen Metadata Statistisch Product Milieuuitgaven van ondernemingen In milieu en economie wordt enerzijds dieper ingegaan op de uitgaven voor milieu, zowel van bedrijven als van de overheid en anderzijds wordt

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen

sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsopmaak 2017 ONTVANGSTEN 0 NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN 215.092 215.093 27.775 27.775 08 Interne verrichtingen 215.092 215.093 27.775

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-087 23 december 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent Laagste economische groei sinds begin 2005 Vooral export

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent

Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent De overheid behaalde in 2018 een overschot op de begroting van ruim 11 miljard euro. D t komt overeen met 1,5 procent van het bruto binnenlands product

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Rekeningen van de overheid. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Rekeningen van de overheid. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Rekeningen van de overheid Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De rekeningen

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 1.9.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 228/25 RICHTSNOEREN EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 juli 2009 inzake statistieken betreffende overheidsfinanciën (herschikking)

Nadere informatie

Identificatie rapportering 2014

Identificatie rapportering 2014 Identificatie rapportering 214 Naam entiteit: Categorie: Adres: Contactpersoon : Instituut voor Tropische Geneeskunde S1312 Nationalestraat 155, 2 Antwerpen Annemieke Rabijns Telefoonnummer: 3/247.62.45

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-067 25 september 2008 9.30 uur Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Opwaartse bijstelling met 0,2 procentpunt Fors meer

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

(in duizend euro) 2e BA 2014 (incl. herv.) Uitvoering krediet per 30/09/14

(in duizend euro) 2e BA 2014 (incl. herv.) Uitvoering krediet per 30/09/14 VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING (VDAB) Begrotingsaanpassing 2014 ONTVANGSTEN 0 NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN 176.043 176.043 183.633 211.985 211.985 08 Interne verrichtingen 176.043

Nadere informatie