WERKTEKST WITBOEK BRV

Transcriptie

1 WERKTEKST WITBOEK BRV WVI BARON RUZETTELAAN BRUGGE T E wvi@wvi.be

2 PROCES

3 PROCES groenboek 2013 herlanceren proces BRV op te Oostende 10 pilootregio s juni 2015 opleveren rapporten pilootregio s

4 PROCES beleidsatria Lokale Besturen december mening en ambitie lokale besturen kennen 10 december overleg met kabinet over quick wins met 10 pilootregio s

5 PROCES

6 INHOUDSTAFEL WERKTEKST

7 INHOUDSTAFEL WERKTEKST WITBOEK BRV vooraf 10 grote beleidsmatige veranderingen deel 1: strategische visie ruimtelijke staat van Vlaanderen perspectief voor toekomst ruimtelijke ontwikkelingsprincipes werven van ontwikkeling en verandering deel 2: operationalisering operationele werkprogramma s krachtlijnen voor regiovorming monitoring beleidsplanning

8 0. VOORAF

9 10 GROTE BELEIDSMATIGE VERANDERINGEN 1. planvormingsproces: van technocratisch naar participatief 2. inhoudelijk: van allesomvattend naar strategisch 3. samenwerking: van hiërarchie naar gelijkwaardig partnerschap 4. proces: van Vl afbakeningen naar geïntegreerde gebiedsontwikkeling 5. programma: van uitbreiding naar transformatie op basis van ruimtelijk rendement 6. kernontwikkeling: van hiërarchisch en proportioneel naar groeimodel op basis van potenties 7. open ruimte: van monofunctioneel naar verbrede rol; multifunctioneel 8. maatschappelijke uitdagingen: innovatieve concepten voor klimaat en energie 9. ondernemen: van aanbodbeleid naar een projectmatige aanpak 10. monitoring: bestemmingsopvolging aanvullen met realisatiemonitoring

10 DEEL 1. STRATEGISCHE VISIE

11 1. RUIMTELIJKE STAAT VAN VLAANDEREN transformatie van de bebouwde ruimte steden zijn de groeipolen suburbanisatie + toename ruimtebeslag bebouwde ruimte heeft herontwikkelingskansen transformatie van de open ruimte open ruimte heeft toekomstwaarde; strategische aaneengesloten landbouwcultuurgronden(w-vl) kleine open ruimtes bieden ademruimte divers gebruik van open ruimte, verweving

12 1. RUIMTELIJKE STAAT VAN VLAANDEREN ruimtelijke samenhang Vlaanderen als onderdeel van Europa grote toegangspoorten en concentratiezones hangen samen; belang havens) functionele regio s; minuten grens realisatiegerichte gebiedsontwikkeling ruimtelijke ontwikkeling = steeds meer een kwestie van bestaande ruimtes geschikt maken voor nieuwe noden i.p.v. nieuwe bestemmingswijzigingen i.f.v. uitbreiding

13 2. PERSPECTIEF VOOR TOEKOMST goed gelegen bebouwde ruimtes die onderbenut zijn of verouderd zijn omgetoverd tot gemengde kernen om te wonen en werken te voet, met fiets of OV groen en natuur volop aanwezig maximaal inzetten op herontwikkeling i.p.v. uitbreiding samen werken aan vernieuwde ruimte

14 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. meer doen met minder ruimte 2. ontwikkelen van ruimtelijke samenhang 3. leefkwaliteit bevorderen 4. samen aan de slag

15 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. meer doen met minder ruimte 2. ontwikkelen van ruimtelijke samenhang 3. leefkwaliteit bevorderen 4. samen aan de slag

16 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. ruimtelijk rendement verhogen huidig ruimtebeslag beter gebruiken intensivering hergebruik verweving tijdelijk ruimtegebruik

17 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. ruimtelijk rendement verhogen bijkomend ruimtebeslag stelselmatig verminderen met marge voor gerichte uitbreiding maximum van ha gedomineerd door ruimtebeslag (wonen/werken/recreatie/voorzieningen) veiligstellen van strategische open ruimtevoorraden voor bestemmingen niet gedomineerd door ruimtebeslag: min ha landbouw; natuur/bos en andere min ha ruimtelijke uitbreiding kan indien: aangetoonde maatschappelijke vraag én geen redelijke alternatieven via rendementsverhoging

18 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 2. multifunctioneel ruimtegebruik en verweving robuuste, veerkrachtige multifunctionele open ruimte multifunctionaliteit als basishouding dynamiek recreatief medegebruik afstemmen op hoofdfunctie functies bundelen en verweven in het ruimtebeslag verweven waar het kan, scheiden waar het moet vb. integreren van KMO in kernen ruimte voor hergebruik op maat van draagkracht vb. wonen en werken in bestaande bebouwing open ruimte

19 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. meer doen met minder ruimte 2. ontwikkelen van ruimtelijke samenhang 3. leefkwaliteit bevorderen 4. samen aan de slag

20 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. samenhangende steden en dorpen centraal ruimtelijk principe: knooppuntwaarde en voorzieningenniveau bepalen ontwikkelingsmogelijkheden zoals uitbreidingsmogelijkheden, streefwaarden voor rendement, typen en mix van activiteiten,

21 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. samenhangende steden en dorpen ontwikkelen op knooppunten van collectieve vervoersstromen

22 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. samenhangende steden en dorpen ontwikkelen op basis van bestaande voorzieningenniveau nieuwe ontwikkelingen op wandelafstand van basisvoorzieningen voorzieningenniveau houdt gelijke tred met andere ontwikkelingen

23 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES

24 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 2. samenhangende veerkrachtige (open) ruimte ruimte voor landbouw, natuur en water in samenhangend en functioneel geheel fijnmazige groenblauwe dooradering groenblauwe aders multifunctioneel ontwikkelen bij ruimtelijke rendementsverhoging: voldoende groen en publiek domein als randvoorwaarde veerkrachtige inrichting die voedselproductie, biodiversiteit, bodeminfiltratie en regenwaterrecuperatie garandeert

25 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. meer doen met minder ruimte 2. ontwikkelen van ruimtelijke samenhang 3. leefkwaliteit bevorderen 4. samen aan de slag

26 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. welzijn, woonkwaliteit en gezondheid woningbestand ~ demografische veranderingen gezonde ruimte: belang van zwakke weggebruiker publieke ruimte en landschap: kwaliteit en erfgoed 2. energie en delfstofwinning ruimte energiezuinig organiseren en gebruiken energie-uitwisseling ruimtelijk organiseren hernieuwbare energie: locatiekeuze : 1 nabijheid eindgebruiker 2 in ruimten met grote infra 3 in open ruimte

27 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES 1. meer doen met minder ruimte 2. ontwikkelen van ruimtelijke samenhang 3. leefkwaliteit bevorderen 4. samen aan de slag

28 3. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSPRINCIPES ruimtelijke ontwikkeling = samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en ondernemingen klemtoon op transformeren en vernieuwen van de ruimte, i.p.v. uitbreiding en nieuwe bestemmingen gebiedsgericht ruimtelijk ontwikkelingsbeleid samenwerkende partners formuleren gebiedsvisie, doelstellingen en acties wordt zo veel mogelijk lokaal getrokken intergemeentelijke samenwerking voorziet in een programmatie voor wonen, werken, voorzieningen en infra

29 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING grote veranderingsopgaven waarvoor het Vlaams Ruimtelijk Beleid een belangrijke rol zal opnemen 1. internationale concurrentiekracht 2. robuuste en samenhangende open ruimte 3. steden en dorpen 4. strategische speerpunten per gewestdeel

30 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING Steden en dorpen geïntegreerde gebiedsontwikkeling in regionaal platform regio = platform waar partners samen komen om projecten af te stemmen en te realiseren bij voorkeur getrokken door samenwerkende gemeenten of de provincie 2 soorten: regio s met stedelijk karakter en regio s met landelijk karakter

31 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING A. gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter regio s met stedelijk karakter = meerdere kernen (stadscentra, wijken en dorpen) rond minstens één metropolitaans knooppunt en verbonden door een performant collectief vervoerssysteem

32 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING A. Gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter sterke en gemengde kernen ontwikkelen evenwichtige kernontwikkeling op basis van knooppuntwaarde en voorzieningenniveau gelijktijdig ontwikkelen van railnetwerk en ruimtelijk programma

33 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING A. Gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter bestendigen als economische groeipolen stimuleren van verweven economie (nieuwe maakindustrie, diensten, ) voorbehouden en benutten van ruimte voor moeilijk verweefbare economische activiteiten nieuwe BT: bij voorkeur op plaatsen met hoge knooppuntwaarde en aansluitend op bestaande BT gebiedswerking en overheden maken afspraken omtrent aanbodbeheer en begeleiding van nieuwe projecten naar juiste locatie winkelapparaat versterken (vooral in kernen)

34 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING A. Gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter leefkwaliteit en open ruimte versterken stedelijke kernen op mensenmaat: bouw van woningen op plaatsen waar al concentraties van voorzieningen zijn fijnmazig netwerk van groenblauwe aders vrijwaren van open ruimte: principe: geen verderzetting van traditioneel verkavelen enkel op meest geschikte locaties i.f.v. evenwichtige kernontwikkeling kan niettemin gemotiveerd nieuwe open ruimte aangesneden worden

35 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING B. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter regio s met landelijk karakter = ruimtelijk samenhangende en robuuste open ruimte waarin een samenhangend geheel van kleine steden en dorpen de levenskracht mee ondersteunt

36 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING B. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter sterke steden en dorpen als dragers demografische en economische evoluties en dynamiek opvangen in steden en dorpen eigen behoefte opvangen in kernen met behoorlijk voorzieningenniveau en voldoende knooppuntwaarde max inzetten op transformatie: aanpakken leegstand, verdichten op maat, stoppen verdere versnippering schrappen van slecht gelegen juridisch aanbod voor economie in ruil voor ontwikkeling bedrijvigheid op juiste plaats

37 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING B. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter sterke steden en dorpen als dragers gemengde leefomgevingen clusteren van voorzieningen in kernen met een minimum draagvlak, verdichten en benutten knooppuntwaarde investeren in meer groen en blauw samenwerken tussen steden en dorpen houdt voorzieningenniveau op peil elke kern: eigen rol en potentieel voor ontwikkeling van bijkomend aanbod aan voorzieningen en woon- of werkplekken intergemeentelijke samenwerking faciliteert de gebiedsgerichte ontwikkeling van woonbehoefte en economische dynamiek

38 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING B. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter in relatie met open ruimte verbreed gebruik van open ruimte (zorgboerderijen, natuureducatie, hoevetoerisme, ) bepalen welke delen van niet-gerealiseerd aanbod al dan niet kan ontwikkeld worden kansen voor leegstaande hoeves: vwdn:1) draagkracht 2) mobiliteit 3) geen bijkomende verharding of ruimtebeslag landschappelijke ruis wegwerken door schrappen slecht gelegen aanbod, verdichten van VK en,

39 4. WERVEN VAN ONTWIKKELING EN VERANDERING B. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter in relatie met stedelijk karakter stad-land relaties versterken en potenties benutten landelijke en stedelijke regio s verbinden enkele hubs (kleine steden en kernen met hoge knooppuntwaarde) verbinden landelijke regio met stedelijke regio s en Vlaanderen uitbouw fijnmazig fietsnetwerk van kernen naar deze hubs

40 DEEL 2. OPERATIONALISERING

41 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S bieden een overzicht van onderdelen van de strategische visie waarvoor de Vlaamse Regering op korte termijn een operationeel beleid zal ontwikkelen schetsen beleidslijnen en voorstellen voor de formulering van operationele doelstellingen en acties voor thema s of gebieden

42 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. ruimtelijk rendement 2. robuust en samenhangende open ruimte 3. ruimte voor energie 4. centraal deel van Vlaanderen 5. logistiek netwerk 6. gebiedsontwikkeling in regio s

43 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. ruimtelijk rendement 2. robuust en samenhangende open ruimte 3. ruimte voor energie 4. centraal deel van Vlaanderen 5. logistiek netwerk 6. gebiedsontwikkeling in regio s

44 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S BL 1 zorgvuldig ruimtegebruik stimuleren met goede instrumentmix en aangepaste regelgeving verouderde of gedetailleerde planvoorschriften uitschakelen flexibiliteit in oude verkavelingen verkennen van verhandelbare ontwikkelingsrechten verkennen van stedenbouwkundige lasten en voorwaarden

45 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S BL 2 ruimtelijk rendement integreren in bouwcultuur BL 3 gebieds-specifiek toepassen van ruimtelijk rendement in beleidskader gieten voor variatie aan typelocaties een differentiatie van ruimtelijk rendement beleidskader voor ruimtelijk uitbreiden wanneer rendementsverhoging ontoereikend is BL 4 afnemend ruimtebeslag doorzetten in ontwikkeling maatschappelijke activiteiten

46 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. ruimtelijk rendement 2. robuust en samenhangende open ruimte 3. ruimte voor energie 4. centraal deel van Vlaanderen 5. logistiek netwerk 6. gebiedsontwikkeling in regio s

47 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S BL 1 blijvend innoveren in gebiedsgerichte programma s voor natuur, bos en landbouw BL 2 lokale besturen ondersteunen bij veerkrachtsverhoging kwantitatieve en kwalitatieve richtlijnen BL 3 steunen van burgers, bedrijven en ontwikkelaars om veerkracht verhogende maatregelen te nemen afstemmen financiële en fiscale stimuli op collectieve (eerder dan individuele) initiatieven

48 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. ruimtelijk rendement 2. robuust en samenhangende open ruimte 3. ruimte voor energie 4. centraal deel van Vlaanderen 5. logistiek netwerk 6. gebiedsontwikkeling in regio s

49 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S BL 1 ruimtelijke faciliteren van programma s voor hernieuwbare energie potentieanalyse voor de verschillende hernieuwbare energiebronnen (vb. geothermie en windenergie) BL 2 gebiedsgericht omgaan met energie pilootprojecten voor energielandschappen via gebiedswerking potenties nagaan BL 3 aanpassen instrumentarium i.f.v. hernieuwbare energie

50 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. ruimtelijk rendement 2. robuust en samenhangende open ruimte 3. ruimte voor energie 4. centraal deel van Vlaanderen 5. logistiek netwerk 6. gebiedsontwikkeling in regio s

51 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S BL 1 regionale logistieke knooppunten ontwikkelen kansenkaart voor regionale logistieke knooppunten BL 2 territoriale performantie van logistieke knooppunten verhogen BL 3 leefkwaliteit in omgeving van logistieke knooppunten versterken BL 4 infrastructuurnetwerk voor logistiek ruimtelijk optimaliseren

52 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. ruimtelijk rendement 2. robuust en samenhangende open ruimte 3. ruimte voor energie 4. centraal deel van Vlaanderen 5. logistiek netwerk 6. gebiedsontwikkeling in regio s

53 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter opvang demografische veranderingen inclusief migratie naar Vlaanderen met een landelijk karakter opvang interne behoefte

54 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter BL 1 bevolkingsgroei opvangen in kernen in samenhang met railnetwerk knooppuntwaarde van kern als bepalende factor per regio een streefpercentage voor aan bijkomende woningen op wandel- en fietsafstand van haltes railnet BL 2 economische activiteiten vasthouden in kernen criteria waarbinnen (types) economische activiteiten verweven kunnen worden binnen (types) woonweefsel

55 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter BL 3 voorzieningenniveau ontwikkelen in gelijke tred met demografie geïntegreerde Vlaamse ontwikkelings- en investeringsprogramma s voor voorzieningen in afstemming met gebiedsvisie Vlaams ruimtelijk beleid = brug tussen intergemeentelijk samenwerkingsverband en bevoegde Vlaamse beleidsdomeinen

56 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 1. gebiedsontwikkeling in regio s met stedelijk karakter BL 4 groenblauwe netwerken en open ruimte ontwikkelen groenblauw netwerk als onderdeel van ruimtelijk ontwikkelingsprogramma voor regio

57 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 2. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter BL 1 sterke steden en dorpen als basis voor gemengde leefomgeving BL 2 voorzieningenniveau op peil houden elke kern heeft eigen rol en potentieel voor ontwikkeling van bijkomend aanbod aan voorzieningen, woon- of werkplekken minimaal voorzieningenniveau per type landelijke kern (stad of verzorgend dorp) met knooppuntwaarde belang van interbestuurlijke samenwerking voor een toegankelijk en volledig aanbod binnen regio

58 1. OPERATIONELE WERKPROGRAMMA S 2. gebiedsontwikkeling in regio s met landelijk karakter geïntegreerde Vlaamse ontwikkelings- en investeringsprogramma s voor voorzieningen (zorg, onderwijs, OV, ) realiseren in afstemming met de gebiedsvisie Vlaams ruimtelijk beleid = brug tussen intergemeentelijk samenwerkingsverband en bevoegde Vlaamse beleidsdomeinen BL 3 kansen vanuit stedelijke context benutten verruimen functiemogelijkheden in hoeves en bijgebouwen

59 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 1. geïntegreerde gebiedsgerichte ruimtelijke ontwikkeling 2. regiovorming als stap naar het (ontwerp) BRV 3. operationalisering van gebiedswerking 4. rol van Vlaanderen 5. relatie met beleidsplanning

60 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 1. geïntegreerde gebiedsgerichte ruimtelijke ontwikkeling regio = plaats waar ruimte gestalte krijgt verschillende overheden, maatschappelijke partners, burgers en ondernemers komen samen in regio om vanuit gebiedsvisie een ruimtelijk ontwikkelingsprogramma op te stellen trekker = groep gemeenten of provincie platform voor afstemming van projecten

61 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 2. regiovorming als stap naar het (ontwerp) BRV regio = ruimtelijk samenhangend gebied waar het zinvol is ruimtelijke vraagstukken geïntegreerd te bekijken en ontwikkelen

62 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 2. regiovorming als stap naar het (ontwerp) BRV 2 varianten: regiovormingstraject in aanloop naar het ontwerp-brv zodat gebiedswerking overal operationeel is direct na definitieve vaststelling BRV regisseur = gemeenten, tenzij gemeenten er niet in slagen samenwerkingsintenties te bekrachtigen voor ontwerp-brv, dan provincie (landelijke regio) of Vlaams Gewest (stedelijke regio) gebiedswerking in eerste fase in enkele goed georganiseerde regio s die piloten

63 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 2. regiovorming als stap naar het (ontwerp) BRV uitnodiging tot regiovorming door Vlaanderen vanuit een ruimtelijk-inhoudelijke hypothese van mogelijke regio s hypothese wordt in uitnodigingsnota rondgestuurd regio s sluiten maximaal aan bij bestaande lokale/regionale samenwerkingsverbanden en initiatieven op vlak van regiovorming

64 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 2. regiovorming als stap naar het (ontwerp) BRV neutrale verkenner, aangeduid door Vlaanderen, start aftastende gesprekken op op basis van bestaande regionale samenwerkingen (intergemeentelijke samenwerking, burgemeestersoverleg, intercommunales met mandaat, ) rapportage aan minister met duiding van regio s die snel van start kunnen gaan een gebiedsgericht ruimtelijk ontwikkelingsbeleid te voeren

65 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 2. regiovorming als stap naar het (ontwerp) BRV een intergemeentelijke samenwerking of Provincie neemt regierol op bestuurlijke partners kunnen hun principieel akkoord tot regionale samenwerking kenbaar maken in najaar 2016 regio s die verstaan: belonen door erkenning als pilootregio + ondersteuning + subsidie regiocoördinatie

66 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 3. operationalisering van gebiedswerking gebiedsregisseur staat in voor opstellen interbestuurlijk samenwerkingsakkoord dat invulling geeft aan samenstelling, verantwoordelijkheden werking en inhoudelijke opdracht alle bestuurlijke partners ondertekenen akkoord opstellen gemeenschappelijke regionale gebiedsvisie en ruimtelijke ontwikkelingsprogramma

67 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING vertaling in acties om middelen, instrumenten en flankerend beleid gecoördineerd in te zetten varianten: gemeenten stemmen in het regionaal samenwerkingsverband al hun ruimtelijke ontwikkelingsprojecten af enkel ruimtelijke ontwikkelingsprojecten met een duidelijk aantoonbare bovenlokale dimensie af enkel die typen die staan opgesomd in een beleidskader van het BRV

68 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING het programma bevat ruimtelijke acties (planningsinitiatieven, infrastructuurwerken, inplanting voorzieningen, monitoring, ) uitvoerder(s) middelen die daar tegenover staan vanuit de partners timing motiveringsplicht aan burgers: bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang aan Vlaanderen: dat het bijdraagt aan Vlaamse beleidsdoelstellingen

69 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 3. rol van Vlaanderen bepalen agenda Vlaams Ruimtelijk beleid regelgevend kader en instrumentenmix ondersteunen, inspireren en faciliteren gerichte begeleiding bij gebiedsvorming kennisdeling in kennisplatforms, handreikingen financiering: enten van financiering op gebiedsgerichte programma s bestaande subsidies samenbrengen financieel vereveningssysteem + hogere subsidies voor intergemeentelijke projecten

70 2. KRACHTLIJNEN EN AANPAK REGIOVORMING 4. relatie met beleidsplanning beleidsplanning op 3 niveaus mogelijk 2 varianten maximaal ontworpen i.f.v. gebiedswerking: strategische visie van het gemeentelijk beleidsplan verplicht intergemeentelijk opgesteld. Provinciaal beleidsplan is beperkt tot uitspraken over haar eigen in te brengen projecten in de regio s beperkt ontworpen i.f.v. gebiedswerking: intergemeentelijk opstellen van beleidsplan niet verplicht. Provinciaal beleidsplan kan bijkomende normatieve uitspraken opnemen

71 3. MONITORING monitoring van strategische visie monitoring van operationeel beleid monitoring van bestemmingen

72 3. MONITORING

73 4. BELEIDSPLANNING 1. plansysteem van structuurplanning naar beleidsplanning beleidsplanning = plansysteem voor ruimtelijk beleid waarbij de verschillende bestuursniveaus vanuit een toekomstvisie en elk vanuit een eigen rol samenwerken om de ruimte te ontwikkelen in functie van steeds wijzigende maatschappelijke noden strategisch + dynamisch + realisatiegericht

74 4. BELEIDSPLANNING 2. Planfiguur en instrumentarium periodieke s.v.z. beleidsrealisatie toekomstbeeld LT operationeel KT kunnen worden herzien, aangevuld met nieuwe, overzicht van engagementen middelen, timing, instrumenten

75 4. BELEIDSPLANNING 3. formele overgang van structuurplanning naar beleidsplanning éénfasige overstap te verkiezen boven gefaseerd gemeenten moeten kunnen verder werken in uitvoering van GRS tot overstap naar beleidsplan is gemaakt geen verplichting om voor een deadline BP na datum inwerkingtreding decretale onderbouwing BP: eerstvolgende vernieuwing = BP

76 4. BELEIDSPLANNING 3. formele overgang van structuurplanning naar beleidsplanning lopende herzieningen kunnen afgewerkt worden gedurende overgangsperiode: nog opstart mogelijk voor beperkte herziening van een geldend structuurplan