Samenwerking en bestrijding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenwerking en bestrijding"

Transcriptie

1 Samenwerking en bestrijding Onderzoek naar organisatorische grenzen voor de muskusrattenbestrijding 8 april /AS/jg/md

2 Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting Inleiding... 7 Achtergrond en aanleiding... 7 Aanpak onderzoek... 7 Leeswijzer Beschrijving van varianten en hun voor- en nadelen... 9 Interviews... 9 Streefbeeld Nederland vanuit landelijk perspectief... 9 Criteria Streefbeelden: geen landelijke organisatie Streefbeeld Regio Noorden Midden Westen Zuiden Resultaten van de multicriteria-analyse Varianten De criteria De weging van de criteria De multicriteria-analyse Noorden Midden Westen Zuiden Het beeld op de kaart van Nederland Vele varianten mogelijk, aansluiten bij trend samenwerking, opschaling en denken in stroomgebieden Naar een gewenste situatie in Nederland Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen A Varianten in kaartbeeld Noorden Midden Westen Inhoud 2

3 Zuiden B Varianten en hun voor- en nadelen Noorden Voor- en nadelen variant N Voor- en nadelen variant N Voor- en nadelen variant N Voor- en nadelen variant N Midden Voor- en nadelen variant M Voor- en nadelen variant M Voor- en nadelen variant M Voor- en nadelen variant M Westen Voor- en nadelen variant W Voor- en nadelen variant W Voor- en nadelen variant W Zuiden Voor- en nadelen variant C Geïnterviewde personen Overzicht groepsinterviews Geïnterviewde personen D Formatie bestaande organisaties Inhoud 3

4 Samenvatting Aanleiding en doel Op 1 januari 2011 zal de taak van muskusrattenbestrijding middels de Waterwet overgedragen worden van de provincies naar de waterschappen. De wettelijke taak komt daarmee bij de waterschappen te liggen. Dit betekent dat de vraag actueel is op welke wijze de ontvangende waterschappen de bestrijding het beste kunnen organiseren. De Unie van Waterschappen heeft PricewaterhouseCoopers (PwC) gevraagd onderzoek te doen naar de organisatorische grenzen van de muskusrattenbestrijding. Het doel van de opdracht was tweeledig: a Er is dient een overzicht gemaakt te worden van de organisatorische varianten die mogelijk zijn en de voor- en nadelen daarvan dienen in kaart gebracht te worden; b Er dient een advies gegeven te worden over de meest wenselijke organisatorische grenzen van de nieuwe organisatie, gelet op het ambtelijk en bestuurlijk draagvlak. De opdrachtgever heeft drie uitgangspunten geformuleerd: c De waterschapsgrenzen zijn leidend bij het bepalen van de organisatorische grenzen; d Er mogen niet meer bestrijdingsorganisaties ontstaan dan de huidige elf; e Ieder waterschap heeft te maken met maximaal één bestrijdingsorganisatie. Aanpak Om de vragen te beantwoorden is een startbijeenkomst gehouden met de begeleidingscommissie, zijn streefbeelden/varianten geïnventariseerd, zijn hun voor- en nadelen benoemd en is een multicriteria-analyse uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in deze rapportage. Het onderzoek is uitgevoerd door Jan Gronouwe en Marinka Deddens-Joosse van de adviesgroep Binnenlands Bestuur van PwC. Conclusies Er zijn veel mogelijke organisatorische varianten. In principe is elke samenwerking tussen naast elkaar gelegen waterschappen mogelijk. Om binnen deze enorme veelheid aan varianten een selectie te maken heeft de opdrachtgever een aantal uitgangspunten meegegeven, zijn de interviews gebruikt en is gekeken naar belangrijke trends in de water(schaps)wereld. Dit leidt ertoe dat sommige varianten buiten beschouwing kunnen blijven. De inventarisatie van varianten middels interviews heeft tot 12 varianten geleid. Voor- en nadelen van de varianten liggen met name op het vlak van de bestaande samenwerking, schaalgrootte, Samenvatting 4

5 draagvlak en aansluiting bij stroomgebieden. Op basis van expert judgement zijn door PwC enkele varianten toegevoegd aan de genoemde varianten. Dit betreft varianten die naar de toekomst toe haalbaar en wenselijk worden geacht door PwC. Om op basis van de in beeld gebrachte varianten tot een keuze te komen voor de gewenste organisatorische grenzen is een aantal aspecten van doorslaggevend belang geweest. Ontwikkelingen die gaande zijn in de waterwereld, zoals de Kaderrichtlijn Water en het denken in stroomgebieden, verdergaande samenwerking en opschaling hebben hun plaats gekregen in de afweging door veel waarde toe te kennen aan toekomstbestendigheid. Op basis daarvan en met het bestaande draagvlak als aanvullend aspect wordt onderstaande indeling van bestrijdingsorganisaties als meest wenselijk geacht. Geconcludeerd wordt dat de organisatorische grenzen van de muskusrattenbestrijdingsorganisaties zo getrokken moeten worden dat het beeld ontstaat zoals hierboven geschetst, bestaande uit 6 bestrijdingsorganisaties die nauw aansluiten bij de stroomgebieden. Samenvatting 5

6 Aanbevelingen Geadviseerd wordt op korte termijn het proces van totstandkoming van de zes bestrijdingsorganisaties in gang te zetten door de betreffende waterschappen met elkaar in contact te laten treden. Dit wordt aanbevolen, omdat in een aantal regio s bestaande samenwerkingsverbanden opgeheven moeten worden en nieuwe tot stand moeten komen. Zo moeten in het noorden en het midden van Nederland bestaande verbanden worden verbroken en nieuwe worden ingericht. In het westen bestaat er nog geen ervaring bij de waterschappen ten aanzien van samenwerking voor wat betreft de muskusrattenbestrijding. Ideevorming over hoe de samenwerking vorm te geven (organisatie van de bestrijdingsuitvoering) zal nog moeten plaatsvinden. In andere regio s is overleg op korte termijn nodig om te bepalen of er voldoende draagvlak op korte termijn te genereren is om het wensbeeld waar te maken. Een voorbeeld daarvan is het zuiden. Het zou wenselijk zijn om bij overdracht van de muskusrattenbestrijding naar de waterschappen in een vergevorderd stadium van overeenstemming te zijn ten aanzien van de organisatie van de bestrijding. Zoals reeds aangegeven is de vraag naar hoe de samenwerking tussen waterschappen vorm te geven en hoe de bestrijding vervolgens te organiseren van groot belang. Vragen die daarbij spelen zijn onder andere: a Welke samenwerkingsvorm verdient de voorkeur (lichte gemeenschappelijke regeling, zware gemeenschappelijke regeling, etc.); b Gaat één of meerdere waterschap(pen) de bestrijding uitvoeren? c Komt het bestrijdingspersoneel bij één of meerdere waterschappen in dienst? d Op welke wijze wordt flexibiliteit georganiseerd? Om het proces van totstandkoming te faciliteren en om de te maken keuzes verder te onderbouwen wordt aanbevolen verder onderzoek te doen naar de organisatorische aspecten per bestrijdingsorganisatie, zoals hierboven genoemd. Aanbevolen wordt om de stap naar het wensbeeld in één keer te maken en niet te faseren. Iedere tussenstap leidt tot extra kosten en onrust. Samenvatting 6

7 1 Inleiding 1.01 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de achtergrond en de aanleiding van het onderzoek. Daarnaast wordt de aanpak die gevolgd is tijdens het onderzoek beschreven. Tenslotte wordt aan het eind van dit hoofdstuk beschreven hoe deze rapportage is opgebouwd. Achtergrond en aanleiding 1.02 De muskusrattenbestrijding is in Nederland een bij wet opgedragen taak van de provincies. Op dit moment zijn er nog vier provincies die de uitvoering van de bestrijding in eigen beheer doen. Het betreft Groningen, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Binnen de overige provincies geven waterschappen uitvoering aan de muskusrattenbestrijding Op 1 januari 2011 zal de taak van muskusrattenbestrijding middels de Waterwet overgedragen worden van de provincies naar de waterschappen. De wettelijke taak komt daarmee bij de waterschappen te liggen. Dit betekent dat, in ieder geval bij de vier provincies die de bestrijding nog in eigen beheer uitvoeren, de vraag actueel is op welke wijze de ontvangende waterschappen de bestrijding het beste kunnen organiseren. Gezien de overlap tussen waterschaps- en provinciegrenzen en de huidige organisatorische situatie van de bestrijding bij waterschappen, zal de blik zich ook op de waterschappen moeten richten die de bestrijding reeds uitvoeren dan wel die dat in samenwerking met andere waterschappen doen Bij de overdracht van de taak van muskusrattenbestrijding naar de waterschappen doet zich de vraag voor op basis van welke grenzen de bestrijding het beste georganiseerd kan worden. De werkgroep van de Unie van Waterschappen die zich bezighoudt met de overdracht ziet zich voor deze vraag gesteld. De Unie van Waterschappen heeft PricewaterhouseCoopers (verder: PwC) gevraagd een onderzoek te doen naar de mogelijke en wenselijke organisatorische grenzen voor de muskusrattenbestrijding. Het onderzoek is uitgevoerd door Jan Gronouwe en Marinka Deddens-Joosse van de adviesgroep Binnenlands Bestuur. Dit rapport geeft de resultaten van dit onderzoek weer. Aanpak onderzoek 1.05 Het doel van de opdracht was tweeledig: a Er is dient een overzicht gemaakt te worden van de organisatorische varianten die mogelijk zijn en de voor- en nadelen daarvan dienen in kaart gebracht te worden; b Er dient een advies gegeven te worden over de meest wenselijke organisatorische grenzen van de nieuwe organisatie, gelet op het ambtelijk en bestuurlijk draagvlak Voor het onderzoek is een aantal uitgangspunten geformuleerd door de opdrachtgever. Varianten in kaartbeeld 7

8 Het betreft de volgende drie uitgangspunten: a De waterschapsgrenzen zijn leidend bij het bepalen van de organisatorische grenzen; b Er mogen niet meer bestrijdingsorganisaties ontstaan dan de huidige elf; c Ieder waterschap heeft te maken met maximaal één bestrijdingsorganisatie Een bestrijdingsorganisaties is een (cluster van) waterschap(pen) dat verantwoordelijk is voor de muskusrattenbestrijding De vraag van het onderzoek beperkt zich tot de organisatorische grenzen. De vraag naar hoe de samenwerking tussen waterschappen en de bestrijdingsuitvoering te organiseren valt buiten dit onderzoek. Inventarisatie Startbijeenkomst streefbeeld, (Multicriteria) Rapportage voor- en nadelen analyse en draagvlak Procesbewaking 1.09 Het onderzoek is gestart met een startbijeenkomst waarin wederzijdse verwachtingen zijn afgestemd met betrekking tot het onderzoek Tijdens de tweede stap is het streefbeeld in kaart gebracht en zijn voor- en nadelen en het bestaande draagvlak geïnventariseerd. Interviews met de betrokken organisaties vormden hierbij het belangrijkste onderdeel. Voor een overzicht van personen die geïnterviewd zijn wordt verwezen naar bijlage C De bevindingen uit de interviews zijn geanalyseerd en vervolgens is aan de hand van een multicriteria-analyse een aantal varianten ten opzichte van elkaar gewogen De resultaten zijn uiteindelijk in deze rapportage neergelegd na bespreking van een conceptrapportage met de begeleidingscommissie. Leeswijzer 1.13 Deze rapportage is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk twee beschrijft de organisatorische varianten en de voor- en nadelen die uit de interviews naar voren zijn gekomen. Het derde hoofdstuk gaat in op de multicriteria-analyse. Tenslotte worden in hoofdstuk vier conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Varianten in kaartbeeld 8

9 2 Beschrijving van varianten en hun voor- en nadelen 2.01 Dit hoofdstuk beschrijft de huidige situatie per regio ten aanzien van organisatorische grenzen van muskusrattenbestrijdingsorganisaties en de verschillende varianten voor de organisatie van de muskusrattenbestrijding, die voortgekomen zijn uit de interviews. Tevens worden de thema s die de rode draad hebben gevormd bij de interviews kort beschreven. In dit hoofdstuk treft u geen mening of analyse van PwC aan Voor een beschrijving van de voor- en nadelen van de varianten zoals die tijdens de interviews zijn genoemd wordt verwezen naar bijlage B. Voor de varianten op kaartbeeld wordt verwezen naar bijlage A. Interviews 2.03 De interviews zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de mogelijke organisatorische varianten van de muskusrattenbestrijding en hun voor- en nadelen. De interviews zijn ambtelijk ingestoken, maar deze interviews zijn ook gebruikt om de bestuurlijke standpunten inzichtelijk te maken. Het bleek echter niet mogelijk om voor alle waterschappen het bestuurlijk standpunt helder te krijgen In de interviews is stilgestaan bij de volgende onderwerpen: a Huidige situatie organisatie van de muskusrattenbestrijding, met sterke en verbeterpunten b Wensbeeld organisatorische grenzen vanuit landelijk perspectief c Wenselijke organisatorische situatie in de betreffende regio, bezien vanuit het perspectief van het eigen waterschap d Verschillende samenwerkingsvarianten en grenzen, met de voor- en nadelen e Criteria en de wegingsfactor daarvan, die gebruikt wordt in de multicriteria-analyse Streefbeeld Nederland vanuit landelijk perspectief 2.05 In het onderzoek is ervoor gekozen niet alleen in te zoomen op regioniveau, maar om de geïnterviewden ook te vragen naar een wenselijke indeling van bestrijdingsorganisaties op landelijk niveau. Tevens is daarbij gevraagd naar de achterliggende argumenten. De meerwaarde daarvan ligt op meerdere terreinen. Er ontstaat een beeld van de criteria die men toepast om tot invulling van het landelijke streefbeeld te komen, de wenselijkheid van één landelijke bestrijdingsorganisatie kan getoetst worden en er ontstaat een beeld hoe door partijen uit een bepaalde regio gedacht wordt over andere regio s De meest voorkomende streefbeelden uit de interviews zullen kort beschreven worden. Tevens wordt hieronder op de gehanteerde criteria ingegaan. Later in de rapportage komt een deel Varianten in kaartbeeld 9

10 van de criteria weer terug. Tevens zal kort iets verwoord worden over de wens tot het komen tot één landelijke bestrijdingsorganisatie. Criteria 2.07 Bij het bepalen van het streefbeeld voor Nederland gebruiken de geïnterviewden verschillende criteria. De criteria komen deels overeen tussen de verschillende groepsinterviews en verschillen deels van elkaar. Op hoofdlijnen zijn de volgende criteria onderscheiden (in willekeurige volgorde): a Natuurlijke grenzen en type gebied zoals grote rivieren, kanalen en droge barrières; b Waterschapsgrenzen; c Gelijkwaardigheid in oppervlakte, organisatieomvang en landelijke en regionale positionering onderling (macht en kracht ten opzichte van elkaar); d (Deel)stroomgebieden; e Instroom en verplaatsingspatronen van muskusratten; f Provinciegrenzen; g Stuurbaarheid van de organisatie met elementen als span of control, grootte van een mogelijke afdeling Muskusrattenbestrijding; h Reeds bestaande samenwerkingsvormen; i Schaalgrootte Een aantal criteria is meerdere malen genoemd of is als belangrijk benoemd. In het kader van aansluiting vinden bij bestaand beleid en (Europese) ontwikkelingen (Kaderrichtlijn Water) is het denken in (deel)stroomgebieden als van meerwaarde naar voren geschoven. Aangezien muskusrattenbestrijding een waterschapstaak wordt zijn waterschapsgrenzen als zeer belangrijk criterium benoemd. Verder zijn de stuurbaarheid van de organisatie en de juiste schaalgrootte in het kader van efficiency als criterium relatief vaak naar voren gekomen Bij het beschrijven van de voor- en nadelen van de verschillende varianten zullen de genoemde criteria weer aan de orde zijn. Tevens zal in het hoofdstuk waarin ingegaan wordt op de multicriteria-analyse beschreven worden hoe met de genoemde criteria omgegaan is in het onderzoek. Streefbeelden: geen landelijke organisatie 2.10 Er zijn verschillende streefbeelden tijdens de interviews naar voren gebracht. De geïnterviewden komen allemaal tot een streefbeeld dat bestaat uit een beperkt aantal regio s. Dit loopt uiteen van vier tot zeven regio s. Eén landelijke organisatie komt bij de streefbeelden niet voor Een streefbeeld dat meerdere malen door de geïnterviewden naar voren is gebracht is hieronder beschreven. Daarbij wordt opgemerkt dat dit een beeld betreft waarbij geïnterviewden Varianten in kaartbeeld 10

11 ook een uitspraak doen over regio s waarbinnen ze niet zelf actief zijn en waarbij aan hen gevraagd is vrij te denken (los van de uitgangspunten van dit onderzoek). Er is geen overeenstemming over deze variant. Dit streefbeeld moet dan ook niet gezien worden als een beeld dat in de regio s wenselijk wordt geacht. Het wordt om die reden niet verder verwerkt in de rapportage. a Regio Noord bestaande uit: Wetterskip Fryslân, waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa s, waterschap Reest en Wieden en waterschap Velt en Vecht; b Regio Midden bestaande uit: waterschap Zuiderzeeland, waterschap Groot Salland, waterschap Regge en Dinkel, waterschap Rijn en IJssel, waterschap Veluwe, waterschap Vallei en Eem en waterschap Rivierenland c Regio West bestaande uit: hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier, hoogheemraadschap van Rijnland, hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, hoogheemraadschap van Delfland, waterschap Hollandse Delta en hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard d Regio Zuid bestaande uit: waterschap Zeeuws-Vlaanderen, waterschap Zeeuwse Eilanden, waterschap Brabantse Delta, waterschap De Dommel, waterschap Aa en Maas, waterschap Peel en Maasvallei en waterschap Roer en Overmaas Het midden en westen van het land zorgen voor de meeste discussie. In deze regio s kunnen de streefbeelden op het gebied van de grenzen uiteen lopen. Zo wordt de combinatie Waterschap Rivierenland en Waterschap Hollandse Delta ook genoemd in het streefbeeld voor Nederland of worden de waterschappen Groot Salland en Regge en Dinkel bij de noordelijke regio getrokken. Een enkele keer wordt Waterschap Hollandse Delta bij Waterschap Zeeuws- Vlaanderen en Waterschap Zeeuwse Eilanden betrokken. Streefbeeld Regio 2.13 In dit deel van de rapportage wordt ingegaan op de organisatorische grenzen zoals de betrokken waterschappen dat in hun regio als mogelijk en wenselijk beschouwen. Het woord regio is daarbij niet gedefinieerd, maar pragmatisch ingestoken om de interviews te kunnen organiseren. Als voorbeeld is de regio Noord dus niet vooraf begrensd in het kader van de inhoud van de gesprekken Van belang is te beseffen dat in een aantal gevallen provinciegrenzen een belangrijke rol spelen in de afbakening van bestrijdingsorganisaties in de huidige situatie. Zo kent bijvoorbeeld Waterschap Rivierenland een gemeenschappelijke regeling met twee andere waterschappen, maar heeft zij nu ook nog te maken met de provincie Zuid-Holland en Noord-Brabant en de bestrijdingsorganisaties binnen de provincie Utrecht en Overijssel, omdat Waterschap Rivierenland binnen deze provinciegrenzen ligt. Bij de beschrijving van varianten worden samenwerkingsverbanden tussen waterschappen beschreven, waarbij ervan uit gegaan wordt dat Varianten in kaartbeeld 11

12 de waterschapsgrenzen het gebied afbakenen. Als dus gesproken wordt over het voortzetten van de bestaande samenwerking tussen waterschappen betekent dat wel een wijziging van het bestrijdingsgebied in gevallen zoals bij Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland bestrijdt dan op haar hele beheersgebied Theoretisch zijn er vele varianten denkbaar. Afbakening van het aantal varianten heeft plaatsgevonden door realisme. Alleen de varianten die enige mate van kans van slagen hebben zijn in de rapportage opgenomen. De interviews hebben bij deze afbakening een belangrijke rol gespeeld. Het kan echter voorkomen dat er varianten zijn genoemd en beschreven waar niet alle waterschappen van de betreffende regio in opgenomen zijn. In dit hoofdstuk en in hoofdstuk 3 Resultaten van de multicriteria-analyse worden alleen de genoemde varianten benoemd en wordt er niet gekeken naar de overgebleven waterschappen in de betreffende regio. Noorden Korte beschrijving huidige situatie 2.16 Inzicht in de bestaande organisatorische situatie vergroot het begrip van deze rapportage. Daarom wordt per regio op hoofdlijnen de bestaande situatie geschetst Wetterskip Fryslân voert de bestrijding in heel de provincie Friesland als zelfstandig waterschap uit. Hetzelfde geldt voor Waterschap Zuiderzeeland in de provincie Flevoland De provincie Groningen heeft de muskusrattenbestrijding nog zelf in huis De waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s, Reest en Wieden, Velt en Vecht, Groot Salland en Regge en Dinkel voeren op het beheersgebied van de provincies Drenthe en Overijssel als zelfstandige waterschappen de muskusrattenbestrijding uit en kennen een coördinatiecommissie die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de bestrijding over de waterschapsgrenzen heen. Dit wordt in dit onderzoek als één bestrijdingsorganisatie beschouwd De waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa s liggen binnen de provinciegrenzen van Groningen, maar voeren de bestrijding in Groningen dus niet uit. De varianten 2.21 In de interviews komen twee varianten naar voren als wenselijk en haalbaar en twee extra varianten als mogelijk op de langere termijn. Bij de eerste variant (variant N1) blijft de huidige situatie grotendeels zoals het is. Wetterskip Fryslân en Waterschap Zuiderzeeland voeren de bestrijding zelfstandig uit en de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s, Reest en Wieden, Velt en vecht, Groot Salland en Regge Dinkel voeren zelfstandig de bestrijding uit onder de coördinerende rol van de bestaande coördinatiecommissie. De wijziging die zich voordoet ten Varianten in kaartbeeld 12

13 opzichte van de huidige situatie is dat de bestrijders in dienst van de provincie Groningen bij de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa s in dienst zullen treden. Zie bijlage A De tweede variant (N2) is gelijk aan variant N1 alleen vormen Wetterskip Fryslân en Waterschap Zuiderzeeland samen één bestrijdingsorganisatie Bij de derde variant (N3) sluit Wetterskip Fryslân zich aan bij de zes waterschappen van Groningen, Drenthe en Overijssel. Waterschap Zuiderzeeland voert in dat geval zelfstandig de bestrijding uit De laatste variant (N4) betreft de variant N3 waarbij Waterschap Zuiderzeeland de samenwerking zoekt met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Midden Korte beschrijving huidige situatie 2.25 Waterschap Rivierenland, Waterschap Veluwe en Waterschap Rijn en IJssel vormen één bestrijdingsorganisatie op basis van een gemeenschappelijke regeling waarbij Waterschap Rivierenland de bestrijding ook namens beide andere waterschappen uitvoert en de medewerkers in dienst heeft Waterschap Rivierenland heeft echter niet de bestrijding binnen haar eigen waterschapsgrenzen geheel in eigen handen. De gedeelten die binnen de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant vallen worden niet bestreden vanuit Waterschap Rivierenland. Over de bestrijding in die gebieden heeft Waterschap Rivierenland afspraken gemaakt met de betreffende organisaties Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voert de bestrijding uit op basis van een gemeenschappelijke regeling met Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en Waterschap Vallei en Eem. De varianten 2.28 Verschillende varianten zijn tijdens het interview aan de orde geweest. Een belangrijke rol in het gesprek over varianten is de tevredenheid over de bestaande situatie. Dat geldt zowel voor de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling met Waterschap Rivierenland als voor de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Eén van de varianten (M1) ligt dan ook dicht tegen de bestaande situatie aan. Daarbij zou de bestaande samenwerking tussen Waterschap Rivierenland, Waterschap Veluwe en Waterschap Varianten in kaartbeeld 13

14 Rijn en IJssel worden uitgebreid met Waterschap Hollandse Delta. De samenwerking tussen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterschap Vallei en Eem en Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht blijft daarbij ongewijzigd, met dien verstande dat de bestrijding het gehele beheersgebied van de betreffende waterschappen beslaat Een tweede variant (M2) is gelijk aan variant M1, alleen wordt de bestrijdingsorganisatie met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden uitgebreid naar het westen met het Hoogheemraadschap van Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard De variant (M3) waarbij de bestrijdingsorganisatie van Waterschap Rivierenland ongewijzigd blijft is besproken, maar een uitbreiding naar Waterschap Hollandse Delta heeft voor Waterschap Rivierenland een sterke voorkeur Een variant (M4) die besproken is, is een samenwerking tussen de waterschappen Vallei en Eem, Veluwe en Zuiderzeeland. Qua ligging zou dit een goed kunnen zijn volgens de geïnterviewden. Echter de bestaande situatie en de tevredenheid daarover maakt deze varianten voor de geïnterviewden niet voor de hand liggend op dit moment. Westen Korte beschrijving huidige situatie 2.33 In het westen van het land is de bestrijding relatief eenvoudig georganiseerd. Zowel de provincie Zuid-Holland als de provincie Noord-Holland voeren de bestrijding binnen hun eigen provinciegrenzen uit. De varianten 2.34 De eerste variant (W1) die tijdens het interview naar voren is gebracht is een bestrijdingsorganisatie bestaande uit het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, het Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, het Hoogheemraadschap van Delfland, het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Wat er met Waterschap Hollandse Delta moet gebeuren is niet besproken De tweede variant (W2) is een variant die slechts een gedeelte van het westen beslaat. In dat geval vormen het Hoogheemraadschap van Rijnland, van Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard en Waterschap Hollandse Delta samen één bestrijdingsorganisatie Een laatste variant (W3) is een samenwerking tussen de hoogheemraadschappen van Rijnland, De Stichtse Rijnlanden, Hollands Noorderkwartier en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en vecht. Varianten in kaartbeeld 14

15 Zuiden Korte beschrijving huidige situatie 2.37 In het zuiden is de huidige situatie als volgt. In Limburg voeren de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas de bestrijding beiden zelfstandig uit. Om zaken af te stemmen tussen de waterschappen is er een coördinator werkzaam. De provincie Noord-Brabant voert de bestrijding zelf uit op haar beheersgebied. De waterschappen Zeeuwse Eilanden en Zeeuws- Vlaanderen kennen een gemeenschappelijke regeling op basis waarvan Waterschap Zeeuwse Eilanden de bestrijding uitvoert namens beide waterschappen en de bestrijders in dienst heeft Tijdens de onderzoeksperiode zijn er ontwikkelingen gaande die relevant zijn. Zo hebben de provincie Noord-Brabant en de waterschappen Brabantse Delta, De Dommel en Aa en Maas afgesproken de muskusrattenbestrijding te delegeren naar de waterschappen. Uitgangspunt daarbij is een ongedeelde delegatie (personeel blijft bij elkaar). Aandachtspunt daarbij is het voormalige beheersgebied van Waterschap Alm en Biesbosch dat onderdeel is van Waterschap Rivierenland en binnen de Noord-Brabantse provinciegrenzen ligt. Bij de beschrijving van de varianten wordt hier op terug gekomen Daarnaast zijn de Zeeuwse waterschappen aan het fuseren tot een waterschap. De varianten 2.40 Bezien vanuit de interviews is er slechts één variant mogelijk in het zuiden. De gemaakte afspraken in Noord-Brabant tussen provincie en waterschappen worden in Noord-Brabant als enige optie beschouwd. In de interviews is gebleken dat het uitgangspunt dat ieder waterschap met maximaal één bestrijdingsorganisatie te maken heeft de bestaande ideeën in Noord-Brabant in de weg staat. In Noord-Brabant is men voornemens de bestrijding met drie waterschappen gezamenlijk vorm te gaan geven (Brabantse Delta, De Dommel en Aa en Maas) op het gehele Noord-Brabantse beheersgebied. Dus ook op het deel van Waterschap Rivierenland dat in Noord- Brabant ligt. Waterschap Rivierenland zou in die situatie met meerdere bestrijdingsorganisaties te maken krijgen In dat kader heeft Waterschap Rivierenland de wens uitgesproken de bestrijding op haar gehele beheersgebied te willen uitvoeren. Het waterschap is verantwoordelijk voor de veiligheid binnen haar eigen grenzen en wil dan ook alle middelen om die veiligheid te garanderen in eigen handen hebben. De muskusrattenbestrijding is daar onderdeel van De Zeeuwen zien geen enkele reden om de huidige situatie te wijzigen aangezien de resultaten goed zijn. De fusie leidt uiteindelijk tot één waterschap die de bestrijding in Zeeland uitvoert. Varianten in kaartbeeld 15

16 2.43 Voor de Limburgse waterschappen geldt een soortgelijke redenering. Zij geven aan geen noodzaak te zien tot verandering van de huidige situatie. Zonder noodzaak is er ook geen bereidheid tot wijziging van de bestaande situatie. De resultaten zijn de laatste jaren goed te noemen en de organisatie functioneert naar behoren De enige variant in het zuiden is de situatie waarbij Zeeland bestreden wordt door één bestrijdingsorganisatie (het nieuwe waterschap dat ontstaat als gevolg van de fusie), Limburg blijft zoals het nu is en in Noord-Brabant de bestrijding wordt uitgevoerd door de drie waterschappen als één bestrijdingsorganisatie. Zie bijlage A. Varianten in kaartbeeld 16

17 3 Resultaten van de multicriteria-analyse 3.01 In dit hoofdstuk worden de organisatorische varianten die mogelijk zijn gewogen. Dit gebeurt door middel van de mulitcriteria-analyse. De voor- en nadelen vinden hun plek in de afwegingen bij de multicriteria-analyse en zijn voortgekomen uit de interviews met de betrokken organisaties. De multicriteria-analyse heeft als doel om verschillende varianten ten opzichte van elkaar te wegen. Varianten 3.02 De varianten die in het vorige hoofdstuk genoemd zijn komen voort uit de interviews. De geïnterviewden beschouwen die varianten als meest reëel. De multicriteria-analyse wordt alleen uitgevoerd op die varianten die binnen het kader van het onderzoek passen en voldoen aan de uitgangspunten van het onderzoek De uitgangspunten voor het onderzoek zijn: a De waterschapsgrenzen zijn leidend bij het bepalen van de organisatorische grenzen; b Er mogen niet meer bestrijdingsorganisaties ontstaan dan de huidige elf; c Ieder waterschap heeft te maken met maximaal één bestrijdingsorganisatie Kijkend naar de beschreven varianten blijkt dat één van de varianten niet aan deze criteria voldoet. De enige variant die voor het zuiden is beschreven past niet in dit beeld en dan met name het Noord-Brabantse deel daarvan. Provincie en waterschappen in Noord-Brabant zijn overeengekomen dat de bestrijding bij voorkeur ongedeeld gedelegeerd wordt aan de waterschappen. Dat betekent dat de Noord-Brabantse waterschappen de bestrijding op een deel van het beheersgebied van Waterschap Rivierenland zal uitvoeren. Deze variant is in strijd met uitgangspunt a en uitgangspunt c. Immers bij deze variant ontstaat een grens binnen Waterschapschap Rivierenland. En Waterschap Rivierenland zou te maken krijgen met twee bestrijdingsorganisaties. Deze variant wordt niet meegenomen in de multicriteria-analyse De hierboven beschreven variant in Noord-Brabant is de variant die de voorkeur heeft voor de betrokken partijen aldaar. Waterschap Rivierenland vormt daar een uitzondering op, omdat zij aangegeven hebben in control te willen zijn over het garanderen van veiligheid binnen hun waterschapsgrenzen. Muskusrattenbestrijding maakt daar onderdeel van uit. De overige waterschappen in Noord-Brabant (Brabantse Delta, De Dommel en Aa en Maas) en de provincie Noord-Brabant beschouwen het, volgens de geïnterviewden, als de meest wenselijke optie Er zijn wellicht varianten denkbaar en reëel die niet tijdens de interviews naar voren zijn gekomen. Een kleine aanpassing van bestaande varianten laat ze beter aansluiten bij de uitgangspunten van het onderzoek, dan wel leidt tot interessante extra varianten. De Noord- Varianten in kaartbeeld 17

18 Brabantse situatie kan hier als voorbeeld dienen. De variant waarbij de drie waterschappen de bestrijding gezamenlijk gaan vormgeven op hun eigen beheersgebied, dus zonder het deel van waterschap Rivierenland, maakt deze variant passend bij de uitgangspunten. Dergelijke varianten zullen worden meegenomen in de afwegingen binnen dit hoofdstuk. De criteria 3.07 De criteria die gebruikt worden zijn deels in overleg met de opdrachtgever tot stand gekomen en deels uit de interviews afgeleid. PwC heeft op basis van haar expertview een definitieve keuze gemaakt Een deel van de in de interviews genoemde criteria zal niet gebruikt worden in de analyse. Zo zullen provinciegrenzen buiten beschouwing blijven omdat dit onderzoek uitdrukkelijk plaatsvindt vanuit het perspectief van de waterschappen. Als gevolg van Invoeringswet (Waterwet) zal het een taak van de waterschappen zijn De instroom- en verplaatsingspatronen van muskusratten blijven worden tevens niet gebruikt in de analyse. De instroom vanuit de aangrenzende landen is vooral een zaak van grensoverleg en afstemming tussen de organisaties aan beide kanten van de grens. Dat wordt in de huidige organisatie reeds georganiseerd met meerdere bestrijdingsorganisaties De verplaatsingspatronen van muskusratten zijn in het binnenland minder relevant, omdat iedere organisatie zijn eigen populatie kent. Deze populaties zijn in beweging en bewegen over grenzen heen. Bij het bepalen van grenzen zijn deze bewegingen moeilijk hanteerbaar. Het pleit echter wel voor het creëren van zo min mogelijk (organisatorische) grenzen en bestrijdingsorganisaties die flexibel genoeg zijn om over grenzen heen te werken. In die zin zal dit criterium meegenomen worden De overig genoemde criteria tijdens de interviews zijn impliciet dan wel expliciet onderdeel van de analyse. Zo wordt het denken in (deel)stroomgebieden (Kaderrichtlijn Water (KRW)) meegenomen bij de toekomstbestendigheid. Probleem daarbij is dat de stroomgebieden niet volledig aansluiten bij waterschapsgrenzen. Dat belemmert het denken in stroomgebieden in dit onderzoek enigszins. Gezien het belang van de Kaderrichtlijn Water voor de toekomst is het toch meegenomen in de analyse Aangezien het onderzoek zich beperkt tot het bepalen van organisatorische grenzen en het organiseren van de bestrijding binnen die grenzen buiten de opdracht valt, zijn criteria als efficiency en effectiviteit moeilijk hanteerbaar. Dergelijke aspecten zijn namelijk sterk afhankelijk van hoe de bestrijdingsorganisaties georganiseerd worden Om te komen tot een keuze tussen de varianten is het echter niet mogelijk om de organisatieaspecten van een bestrijdingsorganisatie volledig buiten beschouwing te laten. Daar Varianten in kaartbeeld 18

19 waar dat noodzakelijk is voor keuzes zullen organisatorische aspecten gerelateerd aan de varianten kort betrokken worden bij het oordeel. De omvang van het personeelsbestand ten aanzien van de muskusrattenbestrijding in de huidige situatie daartoe weergegeven in bijlage D De criteria die worden gehanteerd zijn: a Draagvlak: de mate waarin een variant door de betrokken partijen wenselijk geacht wordt, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Hierbij moet opgemerkt worden dat een relatief groot deel van de geïnterviewden niet met zekerheid kon zeggen dat zij het bestuurlijk standpunt van hun waterschap verwoorden. Dit maakt de inschatting minder betrouwbaar. b Eenvoud: de mate waarin de variant leidt tot beperkte afstemming, coördinatie en nieuwe (bestuurlijke) besluitvorming. c Toekomstbestendigheid; de mate waarin de variant aansluit bij ontwikkelingen die gaande zijn of te verwachten zijn in de nabije toekomst. d Aansluiting bij bestaande situatie: de mate waarin de variant aansluit bij de bestaande samenwerking ten aanzien van de muskusrattenbestrijding. De weging van de criteria 3.15 Niet ieder criterium kent eenzelfde belang bij de keuze voor een bepaalde variant. Op basis van de interviews en het expert judgement van PwC is een wegingsfactor toegekend aan de verschillende criteria. Hieronder worden die wegingsfactoren in beeld gebracht Het eerste en het derde criterium worden zwaarder gewogen dan het tweede en het laatste criterium. Zonder draagvlak voor een variant bij de betrokken partijen zal de totstandkoming daarvan zeer moeizaam, dan wel onmogelijk zijn. Draagvlak is van vele factoren afhankelijk en deels wellicht ook van enkele andere aspecten. Toch wordt het van belang geacht dit criterium apart te beschouwen Indien een variant tot een grote complexiteit leidt zal dat een goed functionerende bestrijdingsorganisatie in de weg staan Indien een variant niet aansluit bij ontwikkelingen die gaande zijn dan wel te verwachten zijn is een wijziging op de termijn te verwachten. Dit leidt tot nieuwe kosten en wordt onwenselijk geacht Het tweede en het laatste criterium zijn minder belemmerend voor de totstandkoming en het functioneren van een bestrijdingsorganisatie dan de andere twee hierboven genoemde. Daarom worden deze twee (beperkt) minder zwaar gewogen. Varianten in kaartbeeld 19

20 Criterium Weging Draagvlak 1,5 Eenvoud 1 Toekomstbestendigheid 1,5 Aansluiting bij bestaande situatie 1 De multicriteria-analyse 3.20 Bij de multicriteria-analyse wordt voor de scores een vijfpuntsschaal gebruikt, lopend van 1 tot en met 5. De score 1 is daarbij de meest negatieve score en de score 5 de meest positieve. Noorden Multicriteria-analyse 3.21 In de onderstaande tabel is het resultaat van de multicriteria-analyse weergegeven voor het noordelijke deel van Nederland. Onder de tabel wordt een toelichting gegeven op de toegekende score. Om een herhaling van argumenten te voorkomen worden niet alle scores toegelicht. Criterium Weging N1 N2 N3 N4 Draagvlak 1, Eenvoud Toekomstbestendigheid 1, Aansluiting bij bestaande situatie Totaal (score x weging) 17 14, ,5 Toelichting op de score 3.22 In variant N1 wordt de bestaande bestrijdingsorganisatie uitgebreid met het bestrijdingspersoneel van de provincie Groningen en blijven Wetterskip Fryslân en Waterschap Zuiderzeeland zelfstandige bestrijdingsorganisaties Deze variant sluit maximaal aan bij de wensen van de betrokkenen. De zes reeds samenwerkende waterschappen willen de samenwerking graag voortzetten, voordat verdere uitbreiding plaatsvindt, het Wetterskip Fryslân wil eerst orde op zaken stellen en Waterschap Zuiderzeeland is tevreden over de huidige situatie Deze variant scoort neutraal op eenvoud. De zelfstandigheid van Wetterskip Fryslân en Waterschap Zuiderzeeland maakt interne besluitvorming relatief eenvoudig. Afstemming is nodig Varianten in kaartbeeld 20

21 met de omringende organisaties. De samenwerking van de zes noordelijke waterschappen is relatief complex. De betrokkenheid van zes waterschappen bij de bestrijding leidt tot complexiteit bij besluitvorming. In het noorden heeft men dat opgelost door een coördinatiecommissie in het leven te roepen, waarin de onderlinge afstemming plaatsvindt. Muskusrattenbestrijding wordt daarbij als uitvoerende taak gezien die binnen de bedrijfsvoering plaatsvindt De toekomstbestendigheid van deze variant is laag. Alle betrokken partijen geven aan dat een verdere samenwerking in het noorden in de toekomst voor de hand ligt. Daarnaast sluit deze variant weinig aan bij het denken in stroomgebieden, zoals dat binnen de Kaderrichtlijn Water vorm heeft gekregen en als belangrijk voor de toekomst wordt beschouwd. De bestrijdingsorganisatie van Waterschap Zuiderzeeland is naar de toekomst toe kwetsbaar als gevolg van de geringe omvang De aansluiting bij de bestaande situatie is maximaal. Enig wijziging is dat het bestrijdingpersoneel van de provincie naar de waterschappen wordt overgebracht. Op de organisatorische grenzen van de bestrijdingsorganisatie heeft dat echter geen invloed Variant N2 is gelijk aan N1 waarbij het Wetterskip en Waterschap Zuiderzeeland één bestrijdingsorganisatie vormen. De argumentatie van de scores ten aanzien van N1 voor wat betreft de bestrijdingsorganisatie van de zes samenwerkende waterschappen blijft dan ook gelijk Het draagvlak scoort neutraal omdat zowel Wetterskip Fryslân als Waterschap Zuiderzeeland op dit moment geen behoefte heeft om een samenwerking aan te gaan, maar het op termijn niet uitsluiten. Een verdere samenwerking in het noorden en met elkaar behoort dan tot de reële mogelijkheden. De toekomstbestendigheid scoort daarmee hoger dan bij N De samenwerking tussen Wetterskip Fryslân en Waterschap Zuiderzeeland leidt niet tot een wezenlijke verandering van de eenvoud Bij variant N3 is Wetterskip Fryslân onderdeel van de bestaande bestrijdingsorganisatie van de zes waterschappen en Waterschap Zuiderzeeland blijft een zelfstandige bestrijdingsorganisatie Ten aanzien van het draagvlak geldt eenzelfde redenering als bij N De eenvoud neemt af omdat een bestrijdingsorganisatie ontstaat met zeven waterschappen, één extra waterschap. Dat vraagt extra afstemming en een nieuwe gewenningsperiode in de samenwerking De toekomstbestendigheid is neutraal en hoger dan bij de eerdere varianten. Vooral omdat alle partijen een uitbreiding van de bestaande samenwerking met het Wetterskip als voor de hand liggend zien. De samenwerking tussen Wetterskip Fryslân en Noorderzijlvest sluit aan bij Varianten in kaartbeeld 21

22 stroomgebied Rijn-Noord Variant N4 is gelijk aan N3, waarbij Waterschap Zuiderzeeland één bestrijdingsorganisatie met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vormt Het draagvlak hiervoor is beperkt. Waterschap Zuiderzeeland heeft geen behoefte op korte termijn een samenwerking aan te gaan en Hollands Noorderkwartier heeft een samenwerking met Waterschap Zuiderzeeland niet als optie benoemd De eenvoud is vergelijkbaar met N3. Samenwerking tussen Waterschap Zuiderzeeland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier laat de complexiteit niet wezenlijk toenemen De aansluiting bij stroomgebieden is zeer beperkt. Toch is de toekomstbestendigheid als neutraal te beschouwen. De samenwerkingsverbanden die ontstaan staan een langere samenwerking niet wezenlijk in de weg Andere varianten zijn natuurlijk denkbaar. Aansluitend op de stroomgebieden Rijn-Noord en Eems is een variant denkbaar waarbij Wetterskip Fryslân en de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa s een bestrijdingsorganisatie vormen. De waterschappen Reest en Wieden, Velt en Vecht Groot Salland en Regge en Dinkel en Rijn en IJssel zouden dan tevens een bestrijdingsorganisatie kunnen vormen. Waterschap Zuiderzeeland zou in dat geval de samenwerking zuidelijk zoeken met waterschap Veluwe Deze variant kent echter een beperkt draagvlak op dit moment. De zes samenwerkende waterschappen in het noorden willen graag de bestaande samenwerking handhaven en wellicht in de toekomst uitbreiden met Wetterskip Fryslân. Ook de samenwerking van Waterschap Rijn en IJssel met de noordelijk gelegen waterschappen is niet als optie naar voren gekomen in de interviews. Wetterskip Fryslân beschouwt een samenwerking met de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa s wel als toekomstige optie Ten aanzien van de criteria eenvoud en toekomstbestendigheid scoort deze variant goed. Het aantal samenwerkende waterschappen binnen een bestrijdingsorganisatie is relatief beperkt. Aangezien het gestoeld is op de gedachte van de stroomgebieden is de toekomstbestendigheid wat dat element betreft goed te noemen. Deze variant staat ver af van de huidige situatie. Midden Multicriteria-analyse 3.41 In de onderstaande tabel is het resultaat van de multicriteria-analyse weergegeven voor het midden van Nederland. Onder de tabel wordt een toelichting gegeven op de toegekende score. Varianten in kaartbeeld 22

23 Criterium Weging M1 M2 M3 M4 Draagvlak 1, Eenvoud Toekomstbestendigheid 1, Aansluiting bij bestaande situatie Totaal (score x weging) 14, Toelichting op de score 3.42 De analyse van de varianten in het midden van het land begint met het criterium toekomstbestendigheid omdat het zeer bepalend is bij de keuze. Waterschap Veluwe en Waterschap Vallei en Eem hebben de wens uitgesproken te willen fuseren en zijn daarover in gesprek met elkaar. In de analyse wordt er van uitgegaan dat de fusie doorgang zal vinden. Dat betekent dat alle varianten waarbij deze twee waterschappen geen onderdeel van één bestrijdingsorganisatie zijn in de nabije toekomst als irreëel moeten worden beschouwd. De varianten M1, M2 en M3 vallen daarmee af en worden verder niet meegenomen in toelichting op de analyse. Voor de volledigheid worden de varianten kort beschreven Bij variant M1 wordt de bestaande bestrijdingsorganisatie bestaande uit de waterschappen Rivierenland, Veluwe en Rijn en IJssel uitgebreid met Waterschap Hollandse Delta, waarbij Waterschap Rivierenland de bestrijding binnen haar grenzen zelf uitvoert. Dit betekent dat er bestrijdingspersoneel van de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland bij Waterschap Rivierenland wordt ondergebracht, evenals van de huidige bestrijdingsorganisaties bestaande uit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Vallei en Eem en Amstel, Gooi en Vecht en de noordelijke organisatie in Drenthe en Overijssel. De bestaande bestrijdingsorganisatie waar het Hoogheemraadscha De Stichtse Rijnlanden deel van uitmaakt blijft daarbij in tact en ontvangt een deel van het bestrijdingspersoneel van de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland Variant M2 is gelijk aan M1, waarbij het Hoogheemraadschap van Delfland en het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard zich aansluiten bij de bestrijdingsorganisatie waar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden deel van uitmaakt Bij variant M3 blijft de huidige bestrijdingsorganisatie waar Waterschap Rivierenland deel van uitmaakt in stand, maar bestrijdt de muskusrat op heel haar beheersgebied Variant M4 is de enige genoemde optie die overeind blijft bij een fusie tussen waterschap Veluwe en Vallei en Eem. Het betreft een samenwerking tussen Waterschap Zuiderzeeland en de waterschappen Veluwe en Vallei en Eem Het draagvlak voor deze variant is beperkt. Waterschap Veluwe heeft aangegeven liefst de bestaande samenwerking met Waterschap Rivierenland te handhaven. Waterschap Zuiderzeeland heeft deze variant niet genoemd tijdens de interviews. Varianten in kaartbeeld 23

24 3.48 Het betreft uiteindelijk een samenwerking tussen twee waterschappen, na een fusie. Deze constructie leidt tot relatieve eenvoud De toekomstbestendigheid is hoog, want het sluit aan bij de fusieperikelen die er zijn en de variant heeft een grote overlap met het stroomgebied Rijn-Midden Als dicht bij de genoemde varianten gebleven wordt en rekening gehouden wordt met de fusie tussen Waterschap Veluwe en Vallei en Eem ontstaat een aantal mogelijkheden Bij variant M1 zou een keuze gemaakt moeten worden of de waterschappen Vallei en Eem en Veluwe bij de bestrijdingsorganisatie van Waterschap Rivierenland of bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden aansluiten. Deze variant is qua draagvlak relatief beperkt. De toekomstbestendigheid is in die zin beperkt dat slechts beperkt wordt aangesloten bij stroomgebieden Indien gekozen wordt voor aansluiting bij Waterschap Rivierenland blijft een relatief kleine bestrijdingsorganisatie van De Stichtse Rijnlanden en Amstel, Gooi en Vecht over. In dat geval ligt het voor de hand dat die bestrijdingsorganisaties andere partners zoekt In dat geval komen het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en van Delfland in zicht. Dat is variant M2 met aansluiting van Vallei en Eem bij Waterschap Rivierenland. Draagvlak is vergelijkbaar met de vorige variant en ook de aansluiting bij stroomgebieden is beperkt Variant M4 bestaat uit een samenwerking tussen de waterschappen Zuiderzeeland, Vallei en Eem en Veluwe. Deze variant is te combineren met verschillende varianten ten aanzien van het midden van het land zoals reeds besproken. Deze variant sluit goed aan bij de stroomgebieden, zeker als Waterschap Rivierenland de samenwerking zoekt met Waterschap Hollandse Delta, uitgaande van de bestaande situatie. De Stichtse Rijnlanden kan in dat geval uitbreiden met het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard en Delfland. Westen Multicriteria-analyse 3.55 In de onderstaande tabel is het resultaat van de multicriteria-analyse weergegeven voor het westen van Nederland. Onder de tabel wordt een toelichting gegeven op de toegekende score. Varianten in kaartbeeld 24

25 Criterium Weging W1 W2 W3 Draagvlak 1, Eenvoud Toekomstbestendigheid 1, Aansluiting bij bestaande situatie Totaal (score x weging) 16 11,5 16 Toelichting op de score 3.56 Variant W1 bestaat uit een bestrijdingsorganisatie van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap van Delfland, van Schieland en de Krimpenerwaard en van De Stichtse Rijnlanden Alle partijen onderschreven deze variant als wenselijk tijdens de interviews. Het draagvlak is groot te noemen. Eén partij was gematigd positief en zag meer in variant W2. Andere partijen waren daarover gematigd positief De eenvoud van alle varianten in het westen is vergelijkbaar. Het betreft samenwerkingsvormen met vier tot zes partijen Variant W1 sluit goed aan bij het denken in stroomgebieden en lijkt goed toekomstbestendig Aangezien de provincies de bestrijding nog in eigen huis hebben sluit aan overdracht naar de waterschappen geenszins aan bij de bestaande situatie De tweede variant W2 bestaat uit een samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Rijnland, van Delfland, van Schieland en de Krimpenerwaard en Waterschap Hollandse Delta Eerder is het draagvlak hiervoor aangegeven en tevens is al beschreven hoe deze variant scoort op eenvoud en aansluiting bij de huidige situatie. De toekomstbestendigheid van deze variant is minder hoog omdat het niet aansluit bij het denken in stroomgebieden en de bestrijdingsorganisaties ten oosten van Hollandse Delta graag de samenwerking willen aan gaan. Dit sluit aan bij het denken in stroomgebieden De laatste variant W3 die uit de interviews naar voren is gekomen bestaat uit dezelfde partijen als W1, alleen zonder het Hoogheemraadschap van Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard Het draagvlak is groot gebleken tijdens de interviews en de toekomstbestendigheid is Varianten in kaartbeeld 25

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari 2008 leden van het Europees Parlement 10 juni 2004 leden van de gemeenteraden maart 2006 leden van de provinciale staten maart 2007 leden van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Toelichting Waterschappen onderling, dan wel waterschappen en provincies en/of waterschappen,

Nadere informatie

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Versie 1 Samenvatting Op 17 mei 2011 heeft de Eerste Kamer het voorstel tot wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet (Spoedwet) aangenomen.

Nadere informatie

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH Kenmerk: V0051/1988 Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH ONDERGETEKENDEN 1. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

Nadere informatie

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres waterschap iei en uwe uw WATERSCHAP Adres Telefoon E-Mail Website Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn (055) 527 29 11 info@vallei-veluwe.nl www.vallei-veluwe.nl Register gemeenschappelijke

Nadere informatie

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen Bijlage 2 Bijlage EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen 1. Aanleiding Gegeven de huidige situatie van de overheidsfinanciën en het EMU-tekort van Nederland krijgt het EMU-saldo van de waterschappen

Nadere informatie

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap waterschap lei en uwe uw WATERSCHAP Adres Telefoon E-Mail Website Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn (055) 527 29 11 info@vallei-veluwe.nl \www.vallei-veluwe.nl Register gemeenschappelijke

Nadere informatie

Voorstel - Kennis nemen van de managementsamenvatting van de businesscase van PwC.

Voorstel - Kennis nemen van de managementsamenvatting van de businesscase van PwC. Gezamenlijk bestuursvoorstel/oplegnotitie Overdracht van de muskus- en beverrattenbestrijding van de waterschappen in Noorden Zuid-Holland naar de bestaande bestrijdingsorganisaties van het Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Concept gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding

Concept gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Concept gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting De muskusrattenbestrijding is op dit moment een taak van de provincies. In de Waterwet wordt mede middels een noodwet

Nadere informatie

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD Datum 5 november 2015 Betreft De BGT: is de finish voor u al in zicht? Geacht

Nadere informatie

III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015

III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015 III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Waterschap Brabantse Delta T.a.v. Algemeen bestuur Postbus 5520 4801 DZ BREDA Datum 6 mei 2015 Betreft De BGT: ligt

Nadere informatie

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten PS2007RGW09 BIJLAGE3 Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging

Nadere informatie

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018 ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken November 2018 Introductie > Sinds 2015 trekken waterschappen met elkaar op om te kijken hoe we samen de zorgplicht kunnen verbeteren

Nadere informatie

In de kolom "SWS" ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente.

In de kolom SWS ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente. In de kolom "SWS" ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente. 1 = Kiezers kunnen in deze gemeente voor alle waterschapsverkiezingen stemmen in elk

Nadere informatie

Benchmark Waterschapsverkiezingen

Benchmark Waterschapsverkiezingen BENCHMARK ONDERZOEK Benchmark Waterschapsverkiezingen 18 maart 2015 Benchmark Waterschapsverkiezingen 18 maart 2015 Op 18 maart vinden de Waterschapsverkiezingen plaats. Met uitgebreide websites die veel

Nadere informatie

In aansluiting op de eerder gezonden planning. Wil ik je vragen bijgaande memo ter informatie mee te willen nemen naar de komende collegevergadering.

In aansluiting op de eerder gezonden planning. Wil ik je vragen bijgaande memo ter informatie mee te willen nemen naar de komende collegevergadering. Van: Heijloo, R. Verzonden: donderdag 24 februari 2011 9:35 Aan: Wijngaart, P. van den Paul CC: Bom - Lemstra, A.W.; Swart, I. (Ingrid) Onderwerp: FW: bijeenkomst VZHW 28 februari 2011 Urgentie: Hoog Beste

Nadere informatie

Illlllllllllllllllllll

Illlllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllll 2IN00872 C VAN WATHRSCHAPPÜN Bezoekadres O. De leden-waterschappen t.a.v. het dagelijks bestuur fk. UI - ~ CK > > (MT A(N@EIM 0 MEI 202 Koningskade 40 29 AA Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Parafering besluit PFO Bom 27-12-2010 - - D&H 4-1-2011 Conform Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N.

Parafering besluit PFO Bom 27-12-2010 - - D&H 4-1-2011 Conform Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N. agendapunt 3.a.4 924014 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden TAAKOVERDRACHT BESTRIJDING MUSKUSRATTEN VAN PROVINCIE AAN WATERSCHAPPEN Portefeuillehouder Bom - Lemstra, A.W. Datum 4 januari 2011 Aard

Nadere informatie

Wie bestuurt het waterschap?

Wie bestuurt het waterschap? Wie bestuurt het waterschap? Nederland waterland. Rivieren, kanalen, sloten, beken, meren, grachten Nederland is er vol mee. Bovendien ligt Nederland aan de Noordzee. Al dat water in en om Nederland moet

Nadere informatie

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet

Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet Anlage P Erläuterung Maßnahmen pro Teilgebiet Rijn-Noord Tijdvak 2010-2015 Art. 11-3g aanpakken riooloverstorten m3 30 30 verminderen belasting RWZI stuks 6 6 afkoppelen verhard oppervlak ha 61 28 89 saneren

Nadere informatie

Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta

Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta faculteit economie en bedrijfskunde coelo 13-04-2018 1 1 Kwijtscheldingsbeleid Drents Overijsselse Delta Effecten beperken en verruimen kwijtschelding op lastendruk Corine Hoeben Centrum voor Onderzoek

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp 5.2c, Begroting 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp.., Begroting 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer MJA-Sectorrapport 2015 Afvalwaterzuiveringsbeheer Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Afvalwaterzuiveringsbeheer Datum: 161017 Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Definitief HVDK/156024

Nadere informatie

Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma

Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma Contra-expertise lastenontwikkeling door Project Gebonden Aandeel waterschappen aan het Hoogwater Beschermingsprogramma dr. C. Hoeben prof. dr. M.A. Allers Centrum voor Onderzoek van de Economie van de

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp, Actualisatie begroting 2017 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

V.V: 30 november 2011 Datum 27 oktober 2011 Agendapuntnr. B.4 Bijlagen - besluit - bijlage 1 managementsamenvatting

V.V: 30 november 2011 Datum 27 oktober 2011 Agendapuntnr. B.4 Bijlagen - besluit - bijlage 1 managementsamenvatting Aan de leden van de verenigde vergadering V.V: 30 november 2011 Datum 27 oktober 2011 Agendapuntnr. B.4 Bijlagen - besluit - bijlage 1 managementsamenvatting - bijlage 2 kostenverdeelsleutels - bijlage

Nadere informatie

Ons kenmerk 1220039-005-VEB-0007. Aantal pagina's 5

Ons kenmerk 1220039-005-VEB-0007. Aantal pagina's 5 Verslag Datum verslag Project 1220039-005 Opgemaakt door Eric Huijskes Datum bespreking 16 juni 2015 Aantal pagina's 5 Vergadering Bijeenkomst "Noodmaatregelen bij hoogwater" - 16 juni 2015 Aanwezig Zie

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Aan Het college van hoofdingelanden van HHNK Registratienummer 13.41371 Datum 18 september 2013 Contactpersoon M.P. van Ham Onderwerp Evaluatie

Nadere informatie

Wie bestuurt het waterschap?

Wie bestuurt het waterschap? Wie bestuurt het waterschap? 2 Nederland waterland. Rivieren, kanalen, sloten, beken, meren, grachten Nederland is er vol mee. Bovendien ligt Nederland aan de Noordzee. Al dat water in en om Nederland

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Agendapunt, Onderwerp, Begroting 2019 Datum voorgelegd 19 april 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Adrie-Jan de Korte Aantal pagina s 9 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 1 juli 2013 Agendapunt, Onderwerp 5, Begroting 2014 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

Distributie. Centrale. Laag

Distributie. Centrale. Laag Distributie Centrale Laag Wat levert de CDL: Geografische data van het watersysteem, waterkeringen, kabels/leidingen en administratieve grenzen Eén landsdekkend beeld van alle waterschappen gezamenlijk

Nadere informatie

De rekenkamercommissie zal zich blijven inzetten voor samenwerking met collega rekenkamercommissies bij waterschappen.

De rekenkamercommissie zal zich blijven inzetten voor samenwerking met collega rekenkamercommissies bij waterschappen. ^^^^Waterschap ^přbrabantse Delta 9t iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 15IN004040-02/02/2015 Waterschap Brabantse Delta Algemeen bestuur Postbus 5520 4801 DZ BREDA Uw schrijven van Uw kenmerk Zaaknummer Ons kenmerk

Nadere informatie

Stand van zaken baggeren. Agrarische avonden 2018

Stand van zaken baggeren. Agrarische avonden 2018 Stand van zaken baggeren Agrarische avonden 2018 Waarom baggert WSHD? Baggeren is het uitvoeren van onderhoud aan het watersysteem door het verwijderen van baggeraanwas. Baggeren is geen doel op zich,

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Agendapunt, Onderwerp, Begroting 2019 Datum voorgelegd 19 april 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

Financiële begroting 2013

Financiële begroting 2013 Financiële begroting 2013 Het Waterschapshuis 3 januari 2013 Decos nr. 2013 1 2 Inleiding In deze financiële begroting 2013 zijn de resultaten van de ombouw van de begroting 2013 opgenomen. In een afzonderlijke

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabellen Waterbeheerders (Provincies verwijderd) en BevoegdGezag

Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabellen Waterbeheerders (Provincies verwijderd) en BevoegdGezag Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabellen Waterbeheerders (Provincies verwijderd) en BevoegdGezag Indiener: Waterdienst/CBS/IDsW Kenmerk W-0802-0042 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie

Nadere informatie

Onderwerp Gezamenlijk besluit tot wijziging van het Reglement van Waterschap Vallei en Veluwe

Onderwerp Gezamenlijk besluit tot wijziging van het Reglement van Waterschap Vallei en Veluwe Wijziging Reglement Waterschap Vallei en Veluwe Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 30 juni 2015 2015/0161612 mw. CL. Brunell, telefoon 038 499 78 03 e-mail CL.Brunell@overijssel.nl Aan Provinciale Staten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34920 5 december 2014 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 november 2014, nr.

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Wet gemeenschappelijke regelingen. 24 september 2013 WPIWI. 20 augustus 2013 R. Maasdam

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Wet gemeenschappelijke regelingen. 24 september 2013 WPIWI. 20 augustus 2013 R. Maasdam VERGADERDATUM 24 september 2013 WPIWI SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 20 augustus 2013 R. Maasdam ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 11 samenvoeging laboratoria Groot Salland en Regge en

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag.

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag. College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 7 juli 2015 NUMMER PS PS2015RGW11 AFDELING FLO COMMISSIE RGW STELLER Gerard Smit DOORKIESNUMMER 3391 DOCUMENTUMNUMMER 81574F6E PORTEFEUILLEHOUDER Verbeek-Nijhof

Nadere informatie

Informatieveiligheid AB 23 maart 2017 Coenraad Doeser Programmamanager informatieveiligheid

Informatieveiligheid AB 23 maart 2017 Coenraad Doeser Programmamanager informatieveiligheid Informatieveiligheid AB 23 maart 2017 Coenraad Doeser Programmamanager informatieveiligheid Deltaplan moet 'digitaal leegjatten' NL voorkomen Koenders: niet naïef over cyberaanvallen BEVEILIGING OVERHEIDSSITES

Nadere informatie

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B De ondergetekenden: 1. de Provincie Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Fransen, Commissaris van de Koningin ingevolge het besluit van Gedeputeerde

Nadere informatie

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 16 mei 2006 V.V.: 28 juni Agendapuntnr: 22. Benchmark Analyse Ondersteunende Functies

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 16 mei 2006 V.V.: 28 juni Agendapuntnr: 22. Benchmark Analyse Ondersteunende Functies Aan de leden van de verenigde vergadering Rotterdam, 16 mei 2006 V.V.: 28 juni 2006 Onderwerp: Bijlage: Inleiding Doorlichting: Benchmark Analyse Ondersteunende Functies Rapport Deloitte Agendapuntnr:

Nadere informatie

In D&H: Steller: M. Oppenhuizen BMZ Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: Portefeuillehouder: Miltenburg

In D&H: Steller: M. Oppenhuizen BMZ Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: Portefeuillehouder: Miltenburg Onderwerp: Onderzoek actualisatie kostentoedeling Nummer: 279444 In D&H: 20-04-2010 Steller: M. Oppenhuizen In Cie: BMZ 25-05-2010 Telefoonnummer: 5883 SKK Afdeling: Overig In AB: 30-06-2010 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Mededeling aan het AB

Mededeling aan het AB BRO Algemeen Fout! Ongeldige bes tandsnaam. Mededeling aan het AB Van Dagelijks Bestuur Corsanr. coenene/2017.05745 Onderwerp Voldoen aan afnameverplichting. Agendapuntnr. 3.1 AB-vergadering 5-4-2017 Samenvatting

Nadere informatie

Sociaal Plan. Onderhandelingsakkoord, bereikt in het BGO op 5 juni 2012

Sociaal Plan. Onderhandelingsakkoord, bereikt in het BGO op 5 juni 2012 Sociaal Plan Overdracht Muskus- en beverrattenbestrijding van Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap De

Nadere informatie

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 Partijen, de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, vertegenwoordigd door hun commissaris van de Koning, de veiligheidsregio

Nadere informatie

Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg

Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg Eerste impressie Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg 30 mei 2011 Leo Cok en Hester Tjalma Wim Hoddenbagh (Transitiebureau Jeugd) Martine Meijers (project Slim Samenwerken) 1 1. Toelichting bij

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage B. Hoogwaterbeschermingsprogramma

Deltaprogramma Bijlage B. Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B 2 Beschrijving HWBPprojecten 2014-2019 Bijlage bij

Nadere informatie

Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma Lastenontwikkeling als gevolg van de bijdrage door waterschappen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma dr. C. Hoeben Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Lastenontwikkeling

Nadere informatie

JONGERENCAMPAGNE VOOR DE WATERSECTOR

JONGERENCAMPAGNE VOOR DE WATERSECTOR JONGERENCAMPAGNE VOOR DE WATERSECTOR ACHTERGROND De instroom in de watersector moet worden vergroot. Maar jongeren denken niet snel aan een carrière in deze sector. Daarom is het nodig om jongeren op een

Nadere informatie

Overige gegevens JAARVERSLAG 2013 NEDERLANDSE WATERSCHAPSBANK N.V.

Overige gegevens JAARVERSLAG 2013 NEDERLANDSE WATERSCHAPSBANK N.V. Overige gegevens 125 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van aandeelhouders van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij

Nadere informatie

V0232/H maart 2015 PARTIJEN

V0232/H maart 2015 PARTIJEN Opsteller S. Zappeij-Ploeger, A.J. de Korte RA, M.H. van der Veen-Brouwer, mr. P. Minneboo, mr. R. Jagt, mr. F. Theissen en mr. L. Huntjens kenmerk Aantal pagina s [16] Datum besluit V0232/H3517 6 maart

Nadere informatie

Financiële begroting 2014

Financiële begroting 2014 Financiële begroting 2014 1 e begrotingswijziging 2014 31 januari 2014 Decos nr. 2014 1 Inleiding In deze financiële begroting 2014 zijn de resultaten van de eerste begrotingswijziging 2014 opgenomen.

Nadere informatie

LANDELIJK JAARVERSLAG 2012 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

LANDELIJK JAARVERSLAG 2012 MUSKUS- EN BEVERRATTEN LANDELIJK JAARVERSLAG 2012 MUSKUS- EN BEVERRATTEN Leeswijzer In dit jaarverslag worden in verschillende tabellen en grafieken vergelijkingen tussen de acht beheerorganisaties gemaakt zoals die in 2012

Nadere informatie

Oplegger. Vooraf. Personele gevolgen

Oplegger. Vooraf. Personele gevolgen Oplegger Aan: Van: Dagelijkse besturen Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier,

Nadere informatie

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen agendapunt 6 ENW-T-11-13 Aan: ENW-Techniek Van: H. van Hemert - STOWA Betreft: Waarnemingen Hoogwater2011 Datum: 11 maart 2011 Projectnummer: 474.020 Kenmerk: 20110xxx Situatie Naar aanleiding van enkele

Nadere informatie

GHG huidig gemiddeld 2.1 Sneek Noorderzijlvest Assen Stadskanaal Heerenveen Fryslan Hunze en Aa's Lemmer Steenwijk Reest en Wieden Emmen Emmeloord Meppel Hoogeveen Velt en Vecht Zuiderzeeland Hardenberg

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer MJA-Sectorrapport 2014 Afvalwaterzuiveringsbeheer Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Afvalwaterzuiveringsbeheer Datum: 150625 Status: definitief Kenmerk: 1235678/156024/HVDK Locatie: Utrecht Contactpersoon:

Nadere informatie

In D&H: Steller: Marjan van Meelis BMZ Telefoonnummer: (030) SKK Afdeling: MRB In AB: Portefeuillehouder: Poelmann

In D&H: Steller: Marjan van Meelis BMZ Telefoonnummer: (030) SKK Afdeling: MRB In AB: Portefeuillehouder: Poelmann Onderwerp: Verlenging tijdelijke overeenkomst gemene rekening Muskusrattenbeheer met twee jaar Nummer: 752525 In D&H: 29-10-2013 Steller: Marjan van Meelis In Cie: BMZ 19-11-2013 Telefoonnummer: (030)

Nadere informatie

ASN Bank Issuepaper. Waterschappen. Klimaat en milieu. vragen om zorgzaamheid. en daadkracht

ASN Bank Issuepaper. Waterschappen. Klimaat en milieu. vragen om zorgzaamheid. en daadkracht ASN Bank Issuepaper Waterschappen Klimaat en milieu vragen om zorgzaamheid en daadkracht ASN Bank Issuepaper Waterschappen maart 2009 70 A Inleiding In deze ASN Bank Issuepaper Waterschappen komen achtereenvolgens

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Jaarrapportage vangstontwikkeling 2013 Muskusrattenbeheer waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland

Jaarrapportage vangstontwikkeling 2013 Muskusrattenbeheer waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland Agendapunt 5a, bijlage 3a Jaarrapportage vangstontwikkeling 2013 Muskusrattenbeheer waterschappen Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hollandse Delta en Rivierenland Datum: 14 februari 2014 Auteurs: Hans

Nadere informatie

Derde toets primaire waterkeringen. Landelijke toets 2006-2011

Derde toets primaire waterkeringen. Landelijke toets 2006-2011 Derde toets primaire waterkeringen Landelijke toets 2006-2011 Derde toets primaire waterkeringen Landelijke toets 2006-2011 Datum November 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Inspectie Verkeer

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/ januari Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp - J. Boons /

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/ januari Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp - J. Boons / Het College van Gedeputeerde Staten van Utrecht Postbus 80300 3508 TH Utrecht Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/0007 23 januari 2017 Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp -

Nadere informatie

Onderwerp: Samenwerking belastingen Nummer: 348211. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Onderwerp: Samenwerking belastingen Nummer: 348211. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 10 Onderwerp: Samenwerking belastingen Nummer: 348211 In D&H: 21 december 2010 Steller: M. Oppenhuizen In Cie: BMZ 25-01-2011

Nadere informatie

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2 1. Inleiding Voor de verdeling van de middelen uit de hoofdlijnennotitie van het ministerie van EZ ( 200 miljoen) is advies gevraagd aan onze commissie (Commissie Jansen-2). Dit advies is uitgebracht in

Nadere informatie

Onderwerp: aanpassen regelingen bestuursmodel Randstedelijke Rekenkamer

Onderwerp: aanpassen regelingen bestuursmodel Randstedelijke Rekenkamer Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 12 september 2016 Onderwerp: aanpassen regelingen bestuursmodel Randstedelijke Rekenkamer Bijlagen: - rapport Directeur of college, Advies over het bestuursmodel

Nadere informatie

Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM

Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM S T A T E N V O O R S T E L Datum : 16 maart 2004 Nummer : PS2004WEM01 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM000883i Portefeuillehouder: Binnekamp Titel : Wijziging van de

Nadere informatie

ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet vertegenwoordigd door hun voorzitter;

ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet vertegenwoordigd door hun voorzitter; Overeenkomst van kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding hoogheemraadschappen Hollands Noorderkwartier, Delfland, Schieland en de Krimpenerwaard, Rijnland en de Stichtse Rijnlanden en waterschap

Nadere informatie

LANDELIJK JAARVERSLAG 2013 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

LANDELIJK JAARVERSLAG 2013 MUSKUS- EN BEVERRATTEN LANDELIJK JAARVERSLAG 2013 MUSKUS- EN BEVERRATTEN Unie van Waterschappen Postbus 93218 2509 AE Den Haag 2 Landelijk jaarverslag 2013 Muskus- en Beverratten 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014 Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 8 juli 2014, van Zuid- Holland van 15 juli 2014 en van Utrecht van 1 juli 2014 houdende nadere regels met betrekking tot regionale waterkeringen (Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

Migreren van Geovoorziening naar CDL. 13 december 2016

Migreren van Geovoorziening naar CDL. 13 december 2016 Migreren van Geovoorziening naar CDL 13 december 2016 Wie is wie Chris Stiggelbout HWH Projectleider HWH Harrie van der Werf Geodan Projectleider Geodan Fred van Bemmel Aa en Maas Projectarchitect Nick

Nadere informatie

Ontwikkeling waterschapsheffingen

Ontwikkeling waterschapsheffingen Ontwikkeling waterschapsheffingen 2015-2019 C. Hoeben COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Faculteit

Nadere informatie

2015-WB-36 Burgemeesterbrief

2015-WB-36 Burgemeesterbrief 2015-WB-36 Burgemeesterbrief Aan de gemeenteraad van de gemeente Wijdemeren Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Datum: B/29571/15091 0/TB 10 september 2015 Behandelend ambtenaar: Doorkiesnummer: Bijlagen

Nadere informatie

Positionering Jeugdbeschermingstafel. Holland Rijnland

Positionering Jeugdbeschermingstafel. Holland Rijnland Positionering Jeugdbeschermingstafel Holland Rijnland [2] [3] 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Binnen Holland Rijnland werken we vanaf 2015 met een jeugdbeschermingstafel (JBT). Aan de JBT wordt gesproken met

Nadere informatie

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i Portefeuillehouder : J. Binnekamp Titel : wijziging

Nadere informatie

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

Directie Limburg Project: 6 sluisdeuren Locatie: Maasbracht Planning: tussen 2002-2004, 2 deuren per jaar Leverancier: Hupkes

Directie Limburg Project: 6 sluisdeuren Locatie: Maasbracht Planning: tussen 2002-2004, 2 deuren per jaar Leverancier: Hupkes 1. Rijkswaterstaat Project: vangrail Locatie: mogelijk in heel NL Opdrachtgever: RWS Planning: over een jaar waarschijnlijk in Alkmaar, Den Bosch, Roermond-Venlo of via aannemer Directie Limburg Project:

Nadere informatie

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Aanvullend advies aan het Interprovinciaal Overleg over de verdelingsvraagstukken samenhangend met de BBL-oud-grond Juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 2

Nadere informatie

In de bijlage van deze nieuwsbrief vindt u de presentatie over de bijdragen voor het HWBP.

In de bijlage van deze nieuwsbrief vindt u de presentatie over de bijdragen voor het HWBP. Nieuwsbrief voorzitter en secretarissen/directeuren week 9 CBCF van 21 februari Jaarrekening 2013 De CBCF adviseert de ledenvergadering om in te stemmen met de jaarrekening over 2013. Er is hierbij gesproken

Nadere informatie

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland

BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland BESTUURSOVEREENKOMST Uitvoeringsregeling POP-3 subsidies Zuid-Holland DE ONDERGETEKENDEN: Waterschap Rivierenland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Bassa, lid van het Dagelijks Bestuur, hierna

Nadere informatie

manifest 2: passie voor water jeugdwaterschapsbestuur

manifest 2: passie voor water jeugdwaterschapsbestuur manifest 2: passie voor water jeugdwaterschapsbestuur Jongeren weten te weinig over water. Dat is de gedachte die al enige tijd leeft bij de waterschappen. Maar, als wij u willen vertellen over de dingen

Nadere informatie

1 juni 2015 LANDELIJK JAARVERSLAG 2014 MUSKUS- EN BEVERRATTEN

1 juni 2015 LANDELIJK JAARVERSLAG 2014 MUSKUS- EN BEVERRATTEN 1 juni 2015 LANDELIJK JAARVERSLAG 2014 MUSKUS- EN BEVERRATTEN Unie van Waterschappen Postbus 93218 2509 AE Den Haag 2 Landelijk jaarverslag 2014 Muskus- en Beverratten 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 9 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Agendapunt, Onderwerp, Actualisatie begroting 2018 Datum voorgelegd 19 april 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr. 2046 19 maart 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 maart 2018, PZH-2018-641006755 (DOS 2013-0010135) tot vaststelling van het

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Cruquius Manifest. Strategische discussie over toekomstig waterbeheer in Nederland. Museumgemaal Cruquius, Dinsdag 28 Januari 2014

Cruquius Manifest. Strategische discussie over toekomstig waterbeheer in Nederland. Museumgemaal Cruquius, Dinsdag 28 Januari 2014 Cruquius Manifest Strategische discussie over toekomstig waterbeheer in Nederland Museumgemaal Cruquius, Dinsdag 28 Januari 2014 Waterbeheer in Nederland staat voor een groot uitdaging: Waterbeheerders

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen 2 mei 2018 Stand van zaken Implementatie i-sd standaarden Jeugdwet per regio Peildatum maart 2018 Verdeling Jeugdregio s per maart 2018 Mate van

Nadere informatie

Energieverbruik nationaal en regionaal waterbeheer

Energieverbruik nationaal en regionaal waterbeheer Energieverbruik nationaal en regionaal waterbeheer WINN is het Innovatieprogramma voor Wateruitdagingen van Rijkswaterstaat. WINN Energie uit Water Rijkswaterstaat gaat in WINN, samen met kennisinstituut

Nadere informatie

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord) Sociaal Plan Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn Fase I (concept onderhandelingsakkoord) Vastgesteld in de Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg d.d. 22-12 - 2010 en bekrachtigd

Nadere informatie

ALGEMEEN BESTUUR. Bespreken in het AB d.d. 10 juli 2013

ALGEMEEN BESTUUR. Bespreken in het AB d.d. 10 juli 2013 VERGADERDATUM AFDELING -7-213 Projectbureau STUKDATUM NAAM STELLERS 18-6-213 Bert Olieman Tom van t Zand ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 8 ONDERWERP Onderzoek gecombineerd en gespreid aanslag opleggen. PARAAF

Nadere informatie

Mev r. d r. C. Hoeben 1. 1 Inleiding. 2 Huidige stelsel waterschappen. zaken, niet zijnde natuurterreinen (kortweg ongebouwd);

Mev r. d r. C. Hoeben 1. 1 Inleiding. 2 Huidige stelsel waterschappen. zaken, niet zijnde natuurterreinen (kortweg ongebouwd); 1583 Voorgestelde wijzigingen waterschapsbelastingen vergroten weeffout Mev r. d r. C. Hoeben 1 1 Inleiding Sinds 2009 hanteren de waterschappen een nieuw belastingstelsel. De overstap op dit nieuwe belastingstelsel

Nadere informatie