Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid vzw Havenlaan 86C bus BRUSSEL 02/ /

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid vzw Havenlaan 86C bus 302 1000 BRUSSEL 02/204.56.80 02/204.56.89 info@p-i.be www.p-i."

Transcriptie

1 Jaarverslag 2006 Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid vzw Havenlaan 86C bus BRUSSEL 02/ / /50

2

3 1. INTERNE WERKING Beheer Centrale Cel Verbindingspersonen Vergaderingen met de verbindingspersonen ARBEIDSONGEVALLEN UITZENDKRACHTEN Nationale cijfers De ongevallencijfers van de verschillende uitzendbureaus Arbeidsongevallen van de uitzendkrachten verdeeld volgens het gewest Uitzendkracht versus gemiddelde werknemer Typologie van het ongeval Dodelijke arbeidsongevallen Samenvatting Besluiten ONGEVALLEN JOBSTUDENTEN - UITZENDKRACHTEN De evolutie sinds Cijfergegevens per leeftijdscategorie Plaats van het letsel Samenvatting SENSIBILISATIECAMPAGNES Agenda Voorbereiding van de agenda Preventiecampagne bij de jobstudenten ADVIESVERLENING Opvolging van de vragen Website PI News Groen nummer STUDIE EN ONDERZOEK Technische documentatie Onderzoek en campagnes ism andere preventieorganisaties Een veiligheidscertificaat voor de uitzendondernemingen (VCU) Evaluatie van de wetgeving over welzijn op het werk voor uitzendkrachten Deelname studie- en informatie- en vormingsactiviteiten VORMING E-learning Vergaderingen met de verbindingspersonen Cursus Veilig uitzendwerk Basisopleiding preventie en bescherming voor de verbindingspersonen Cursus sociaal recht voor uitzendconsulenten ACTIEPLAN BIJLAGE: LEDEN PREVENTIE EN INTERIM /50

4

5 Voorwoord De lichte stijging van de frequentie van de ongevallen van uitzendkrachten in 2006 is geen verrassing voor wie het arbeidsmilieu van nabij opvolgt. Deze evolutie die eerst werd vastgesteld in de globale ongevallenstatistieken wordt bevestigd bij de uitzendkrachten. De sector kende een groei van meer dan 13% van de gepresteerde uren ten opzichte van 2005 waardoor de impact van de ongevallen van de uitzendkrachten op de algemene ongevallencijfers toeneemt. Een toename van activiteit leidt meestal tot een relatief grotere toename van de arbeidsongevallen. De verhoogde vraag zet meer druk op de kantoren en de bedrijven om de werknemers zo snel mogelijk aan het werk te zetten zodat een grotere aandacht noodzakelijk is voor een juiste selectie en het onthaal. Sinds Preventie en Interim de ongevallencijfers verwerkt, werd eerst in 2000, samen met een sterke stijging van de tewerkstelling binnen de sector, een stijging van het ongevallencijfer vastgesteld, maar daarna daalde zowel het aantal als de gevolgen van de arbeidsongevallen van de uitzendkrachten met meer dan 30% bevestigt dit bereikte niveau, maar betekent toch onderbreking in de daling die zich sedert 5 jaar heeft ingezet. Uitzendkrachten blijven omwille van hun leeftijd, het gebrek aan ervaring en hun onbekendheid met het arbeidsmilieu een kwetsbare groep die prioritaire aandacht vraagt. De vele inspanningen van de sector hebben resultaat gebracht, maar er moet verder gewerkt worden aan de knelpunten i.v.m. opleiding en onthaal. Preventie en Interim heeft in 2006 zijn inspanningen t.o.v. de jobstudenten opgevoerd en kreeg daarbij de steun van de overheid en het Europees agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk, in het kader van de actie voor jongeren. Verschillende opleidingsmodules, waaronder de basisveiligheid Safestart werden ontwikkeld via e-learning om meer en moeilijkere doelgroepen te bereiken. Dit wordt voor de volgende jaren het speerpunt om via scholen en tewerkstellingsorganisaties ALLE jongeren op te leiden alvorens ze een job met risico s aanvatten bracht nog niet de nieuwe wetgevende impulsen voor een betere organisatie van het medisch onderzoek en het omvormen van de werkpostfiche tot het basisinstrument bij de aanvraag, de selectie en het onthaal van de uitzendkracht. De nieuwe minister van arbeid zal er eindelijk werk moeten van maken zodat dit tot een nieuwe impuls bij alle betrokkenen kan leiden. De vernieuwde VCU-certificatie en het groeiend belang van de VCA was voor heel wat uitzendkantoren de stimulans om meer aandacht te besteden aan de veilige tewerkstelling en de opleiding van hun personeel om met kennis van zaken met de bedrijven te communiceren over arbeidsrisico s. Een verdere mobilisatie van zowel overheid, inlenende bedrijven, opleidingsinstellingen en werknemersorganisaties is voor 2007 noodzakelijk om de knik in de dalende evolutie van de arbeidsongevallen weg te werken. Marie-Claire Clabots Voorzitter Hendrik De Lange Directeur 3/50

6

7 1. INTERNE WERKING 1.1 Beheer Preventie en Interim telt 146 leden (lijst zie bijlage). De Raad van Beheer bestaat op 31/12/2006 uit volgende leden: Marc BUVE Ann CATTELAIN Virginie CAVERNEELS Marie-Claire CLABOTS (voorzitter) Greta DEBAENE Dirk DE CLERCQ Linda HENDRICKX Marie-José JANSSEN Frédéric LAMBEAU André LEURS Paul LOOP Herwig MUYLDERMANS Pascal POCHET Johan ROELANDT Bergie VAN DEN BOSSCHE Anne-Marie VERSCHETSE-VERVAEKE Walter VERWIMP Pascale WIRKEN T-SERVICE INTERIM BRUSSEL FEDERGON De Algemene Centrale, ABVV PEOPLE INTERIM CREYF S RANDSTAD BELGIUM MANPOWER BELGIUM IDEAL INTERIM DAOUST INTÉRIM ACV TRACE FEDERGON UNIQUE INTERIM ACLVB ACV KONVERT INTERIM T-GROEP De Algemene Centrale, ABVV De Raad van Beheer heeft in 2006 driemaal vergaderd: 5 april, 24 mei en 22 november Centrale Cel De Centrale Cel is als volgt samengesteld - Hendrik DE LANGE Directeur Preventie en Interim - Martine DHUYVETTER Preventieadviseur - Sophie GODEFROID Preventieadviseur - Kristien DE RO Adviseur Vormingen - Anne GODIN Adviseur Communicatie - Jerry VAN OUDENHOVE Secretariaat 4/50

8 1.3 Verbindingspersonen 126 verbindingspersonen vormen samen met de Centrale Cel de gemeenschappelijke preventiedienst. Daarvan hebben: 11 verbindingspersonen een bijkomende opleiding niveau 1 14 verbindingspersonen een bijkomende opleiding niveau 2 56 verbindingspersonen een basisopleiding (niveau 3) 5 verbindingspersonen zijn in opleiding niveau 2 en 1 in opleiding niveau 1 37 verbindingspersonen hebben tot nog toe geen bewijs van een bijkomende opleiding geleverd. Dit betreft de buitenlandse maatschappijen (17) zonder agentschap in België en verbindingspersonen die minder dan 6 maanden geleden de functie opgenomen hebben 1.4 Vergaderingen met de verbindingspersonen De verbindingspersonen en de Centrale Cel vergaderen in plenaire vergadering op: - 23 mei 2006: thema crisiscommunicatie - 23 november 2006: thema werken op hoogte en valbeveiliging De werkgroep communicatie kwam samen op 14 september /50

9 2. ARBEIDSONGEVALLEN UITZENDKRACHTEN Nationale cijfers 2006 De gegevens werden verzameld via de rapporten van de verschillende uitzendondernemingen en verwerkt door Preventie en Interim (PI) Tewerkstelling miljoen uren werden gepresteerd door uitzendkrachten (jobstudenten inbegrepen) waarvan 66% van de uren door de arbeiders en 34% door de bedienden. Gemiddeld waren uitzendkrachten elke dag aan het werk. Uit de cijfers van het Sociaal Fonds voor Uitzendkrachten blijkt dat uitzendkrachten één of meerdere opdrachten hebben volbracht. Daar moeten dan nog de jobstudenten-uitzendkrachten worden toegevoegd. In totaal geeft dat een cijfer van tewerkgestelde uitzendkrachten Arbeidsongevallen arbeidsongevallen (op de plaats van het werk) met minimum één dag arbeidsongeschiktheid waarvan: - 4 dodelijke ongevallen ongevallen met blijvende ongeschiktheid dagen arbeidsongeschiktheid Één op de 42 uitzendkrachten had een arbeidsongeval met minimum één dag werkverlet en één op de 530 uitzendkrachten had een blijvende arbeidsongeschiktheid tengevolge van een ongeval op de werkplaats. Vermits uitzendkrachten meestal geen volledig jaar tewerkgesteld zijn als uitzendkracht (dit kan variëren van één week tot een volledig jaar) ligt deze verhouding natuurlijk lager dan het gemiddelde van de werkende bevolking waar één op de 25 werknemers elk jaar een ongeval heeft met minstens één dag arbeidsongeschiktheid. Om deze reden worden ongevallencijfers omgerekend tot coëfficiënten die rekening houden met het aantal uur dat de betrokken werknemers tewerkgesteld zijn per jaar: de frequentie en de ernstgraad Frequentiegraad: 68,42 Werkelijke ernstgraad: 1,26 Globale ernstgraad: 3,61 Frequentiegraad: Fg = 100 komt overeen met ofwel: één op 6 fulltime tewerkgestelde werknemers heeft elk jaar een arbeidsongeval 6/50

10 ofwel: een werknemer heeft 7 arbeidsongevallen tijdens een volledige beroepsloopbaan van 40 jaar Werkelijke ernstgraad: Weg = 1 komt overeen met 1,5 dag werkongeschiktheid tijdens één jaar voor elke fulltime tewerkgestelde werknemer Globale ernstgraad (Geg) houdt ook rekening met de dodelijke arbeidsongevallen en de blijvende arbeidsongeschiktheid. Dit wordt voor elk arbeidsongeval afzonderlijk vastgelegd., Volgende richtwaarden worden gehanteerd: 7500 dagen voor een dodelijk arbeidsongeval 4450 dagen voor het verlies van een hand 2800 dagen voor het verlies van een oog 825 dagen voor het verlies van een vinger Opmerking: als men het hier heeft over blijvende ongeschiktheid, dan dient men voor ogen te houden dat het gaat om de prognose van de verzekeraar aan het eind van het jaar en niet om een definitief erkende blijvende ongeschiktheid. Elke werkgever is verplicht deze coëfficiënten te berekenen voor de ongevallen binnen zijn bedrijf. Zowel de FOD WASO (Tewerkstelling) als het Fonds voor Arbeidsongevallen berekenen deze cijfers voor de verschillende activiteitssectoren. Op basis daarvan heeft men idee van de ongevallenrisico s binnen een bepaalde sector (chemie, bouw, transport ). Deze cijfers zijn terug te vinden via de website van FAO Evolutie Evolutie van het aantal uren blootstelling Uren (miljoen) ,98 146,23 151,08 137,50 130,60 129,14 128, /50

11 Frequentiegraad (Fg) De frequentiegraad is een maat voor het aantal ongevallen en wordt berekend door het aantal arbeidsongevallen (met minimum 1 dag werkongeschiktheid) te vermenigvuldigen met en te delen door het totaal aantal uren dat door alle uitzendkrachten gewerkt werd in het betreffende kalenderjaar. Evolutie Fg: arbeiders Evolutie Fg: bedienden ,0 134,7 124,6 110, ,9 91,9 95,4 120 Fg 80 Fg ,8 13,5 15,0 16,7 13,8 15,4 16, Evolutie Fg: arbeiders + bedienden ,6 94,3 87,8 79,6 71,4 65,9 68,5 Fg /50

12 Werkelijke ernstgraad (Weg) De werkelijke ernstgraad is een maat voor de menselijke schade tengevolge van alle ongevallen en wordt berekend door het totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid (van alle uitzendkrachten samen) te vermenigvuldigen met 1000 en te delen door het totaal aantal uren dat door alle uitzendkrachten gewerkt werd in het betreffende kalenderjaar. Evolutie Weg: arbeiders Evolutie Weg: bedienden Weg 3 2 o 2,49 2,67 2,41 2,15 1,94 1,77 1,77 Weg ,25 0,22 0,25 0,27 0,20 0,25 0, Evolutie Weg: arbeiders + bedienden 3 Weg 2 1,81 1,85 1,68 1,54 1,38 1,25 1, /50

13 Globale ernstgraad (Geg) De globale ernstgraad is een maat voor de totale menselijke schade tengevolge van alle arbeidsongevallen en wordt berekend door het totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid te vermeerderen met een forfaitair aantal dagen (dat rekening houdt met de blijvende ongeschiktheid en de dodelijke arbeidsongevallen) en te vermenigvuldigen met 1000 en te delen door het aantal uren dat door alle uitzendkrachten gewerkt werd in het betreffende kalenderjaar. Evolutie Geg: arbeiders Evolutie Geg: bedienden 8 6 5,77 6,78 6,48 5,45 4,94 5,25 5, Geg 4 Geg ,57 0,55 0,67 0,61 0,66 0,69 0, Evolutie Geg: arbeiders + bedienden 8 Geg 6 4 4,19 4,70 4,53 3,86 3,56 3,70 3, /50

14 Samenvatting: / /2006 Alle uitzendkrachten Fg 99,60 94,29 87,76 79,58 71,40 65,96 68,42 + 3,7% Weg 1,81 1,85 1,68 1,54 1,38 1,25 1,26 + 0,8% Geg 4,19 4,70 4,53 3,86 3,56 3,74 3,61-3,5% Arbeiders Fg 135,79 134,70 124,56 110,26 99,85 91,92 95,47 + 3,9% Weg 2,49 2,67 2,41 2,15 1,94 1,77 1,77 / Geg 5,77 6,78 6,48 5,45 4,94 5,31 5,16-2,8% Bedienden Fg 15,77 13,50 15,03 16,73 13,77 15,39 16,29 + 5,8% Weg 0,25 0,22 0,25 0,27 0,20 0,25 0,26 + 4% Geg 0,57 0,55 0,67 0,61 0,66 0,69 0,62-10,1% -31% -30% -14% -30% -29% -14% +3% +4% +9% Opmerking: de frequentie- en de ernstgraad voor bedienden en arbeiders samen is procentueel meer gedaald dan voor beide groepen afzonderlijk omdat in 2006 het aandeel van de bedienden in de totale populatie groter is dan in 2000, en de bedienden veel minder ongevallen hebben dan de arbeiders Samengevat: De frequentiegraad (Fg) van de arbeidsongevallen met uitzendkrachten neemt in 2006 met 3,7% toe in vergelijking met Er wordt een stijging waargenomen van 3,9% bij de arbeiders, tegenover een stijging van 5,8% bij de bedienden. De toename bij de bedienden kan onder meer verklaard worden doordat meer en meer werknemers van het arbeidersstatuut naar het statuut bedienden overgaan, met behoud van de taak. De werkelijke ernstgraad (Weg) van de arbeidsongevallen is lichtjes gestegen (+0,8%) voor alle uitzendkrachten samen. Bij de arbeiders blijft het cijfer nagenoeg gelijk, bij de bedienden is het cijfers met 4% gestegen. De globale ernstgraad (Geg) daalde met 3,5% voor alle uitzendkrachten samen. We zien een afname van 2,8% bij de arbeiders en met 10,1% bij de bedienden. Deze daling heeft onder andere te maken met het aantal dodelijke ongevallen: 4 in 2006 tegenover 7 in /50

15 Ten opzichte van 2005 stijgt het aantal blootstellingsuren bij de arbeiders met 13%, bij de bedienden met 14%. Een toename van activiteit leidt meestal tot een relatief grotere toename van de arbeidsongevallen. De verhoogde vraag zet meer druk op de kantoren en de bedrijven om de werknemers zo snel mogelijk aan het werk te zetten, zodat soms de aandacht voor een juiste selectie en het nodige onthaal verzwakt Overzicht van de gegevens over arbeidsongevallen bij uitzendkrachten Arbeiders + bedienden aantal uren blootstelling aantal ongevallen aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid aantal dodelijke arbeidsongevallen aantal dagen arbeidsongeschiktheid aantal forfaitaire dagen frequentiegraad 99,6 65,96 68,42 werkelijke ernstgraad 1,81 1,25 1,26 globale ernstgraad 4,19 3,74 3,61 Arbeiders procentueel aandeel blootstelling aantal uren blootstelling aantal ongevallen aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid aantal dodelijke arbeidsongevallen aantal dagen arbeidsongeschiktheid aantal forfaitaire dagen frequentiegraad 135,97 91,92 95,47 werkelijke ernstgraad 2,49 1,77 1,77 globale ernstgraad 5,77 5,31 5,16 Bedienden procentueel aandeel blootstelling aantal uren blootstelling aantal ongevallen aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid aantal dodelijke arbeidsongevallen aantal dagen arbeidsongeschiktheid aantal forfaitaire dagen frequentiegraad 15,77 15,39 16,29 werkelijke ernstgraad 0,25 0,25 0,26 globale ernstgraad 0,57 0,69 0,62 12/50

16 2.2 De ongevallencijfers van de verschillende uitzendbureaus Voor elke uitzendonderneming zijn, afzonderlijk voor de arbeiders en de bedienden, de ernst- en de frequentiegraad berekend. Naargelang de onderneming, situeert de frequentiegraad van de arbeiders zich tussen 50 en 170, de werkelijke ernstgraad tussen 1 en 4 en de globale ernstgraad tussen 1,5 en 10. De ongevallencijfers (Fg, Weg en Geg) van de bedienden wijken veel minder af van het gemiddelde van de sector af. 2.3 Arbeidsongevallen van de uitzendkrachten verdeeld volgens het gewest Bron: de gegevens verzameld door PI via de rapporten van de verschillende uitzendondernemingen. Vlaanderen Wallonië Brussel Nationaal Tewerkstelling 65,7 % 25,2 % 9,1 % 100 % ARBEIDERS Fg 82,34 87,49 116, ,85 66,90 91,92 95,47 Weg 1,48 1,51 2,61 2,59 2,14 1,56 1,77 1,77 Geg 4,25 3,97 6,99 7,97 5,40 5,29 5,31 5,16 BEDIENDEN Fg 13,02 15,69 30,90 23,09 8,07 9,30 15,39 16,29 Weg 0,21 0,23 0,56 0,40 0,14 0,14 0,25 0,26 Geg 0,66 0,55 1,11 0,97 0,45 0,38 0,69 0,62 ALLE Fg 61,14 65,13 90,93 91,40 30,69 32,79 65,96 68,42 Weg 1,09 1,11 2,0 1,89 0,74 0,72 1,25 1,26 Geg 3,15 2,91 5,25 5,74 1,92 2,39 3,74 3,61 Er is een opvallend verschil tussen de ongevallencijfers in de drie regio s. De cijfers evolueren verschillend in Vlaanderen en Wallonië, maar de verschillen blijven zeer groot, alhoewel daar geen voldoende verklaring voor gevonden wordt. Het zeer hoge cijfer voor de ernst wordt ondermeer verklaard doordat in Vlaanderen 1 en Wallonië 3 dodelijke arbeidsongevallen gebeurden. 13/50

17 2.4 Uitzendkracht versus gemiddelde werknemer Vaststelling Uit Het verslag van de arbeidsongevallen in de sector van de uitzendarbeid 2005 en het globaal verslag over de arbeidsongevallen 2005 en 2006 Arbeidsongevallen, private sector, statistische tabellen, beiden opgesteld door het Fonds voor Arbeidsongevallen kan men afleiden dat 9,6% van de arbeidsongevallenaangiftes betrekking hebben op uitzendkrachten. Dit heeft weliswaar betrekking op bijna werknemers (of 16% van de werknemers de jobstudenten meegerekend), maar zij vertegenwoordigen in arbeidsvolume nog geen 3% van de tewerkstelling. ARBEIDERS Uitzendsector 2006 Alle werknemers* Frequentie 95,47 48,69 Werkelijke ernstgraad 1,77 1,31 Globale ernstgraad 5,16 5,60 BEEDDI IIEENNDDEENN Frequentie 16,29 6,60 Werkelijke ernstgraad 0,26 0,14 Globale ernstgraad 0,62 0,80 * Schatting op basis van de gegevens van het FAO voor 2005 De samenstelling van beide werknemerspopulaties is echter niet gelijklopend omdat zowel de leeftijd, de blootstelling aan het risico, als de ervaring en de vertrouwdheid met het arbeidsmilieu van de betrokken werknemers sterk verschillen Frequentie van de ongevallen Invloed van de leeftijd De min-30 jarigen hebben relatief gezien, in functie van hun leeftijdscategorie tussen 1 tot 2 maal zoveel ongevallen als hun collega s van meer dan 30 jaar. Tabel: Verdeling van de ongevallen van de uitzendkrachten (2005) en van hun tewerkstelling (2004) verhouding ongevallen en tewerkstelling, volgens de leeftijd van de uitzendkracht leeftijd ongevallen uitzendkrachten 2005 volume uren gepresteerd door uitzendkrachten 2004 verhouding ongevallen/tewerkstelling jaar 11,2% 8,7% 1, jaar 51,4% 44,2% 1, jaar 22,1% 24,5% 0, jaar 11,7% 15,9% 0, jaar 3,1% 6,1% 0,5 60 jaar en + 0,3% 0,4% 0,8 14/50

18 Tabel Verdeling van de arbeidsongevallen (2005),van de tewerkstelling (2004) en van de verhouding ongevallen/tewerkstelling van alle werknemers volgens de leeftijd van de werknemers leeftijd Arbeidsongevallen in de privé sector 2005 Arbeidsvolume privé sector 2004 verhouding ongevallen / tewerkstelling jaar 3,7% 2,1% 1, jaar 31,0% 24,9% 1, jaar 29,3% 31,5% 0, jaar 24,3% 26,9% 0, jaar 10,9% 13,5% 0,8 60 jaar en + 0,8% 1,1% 0,7 Binnen de uitzendpopulatie is 53% jonger dan 30 jaar, binnen de globale werknemerspopulatie is dit slechts 27% Beroep van het slachtoffer Manuele arbeid leidt natuurlijk tot meer ongevallen dan administratieve arbeid. Een job in de transportsector is gevaarlijker dan een functie bij een bank of verzekeringsmaatschappij. Uitzendkrachten zijn niet gelijk verdeeld over alle sectoren. Metaal en transport, sectoren met hogere risico s nemen veel uitzendkrachten af. Volgens de statistische analyse van het Fonds voor Arbeidsongevallen hebben arbeiders vijfmaal meer ongevallen dan bedienden. De uitzendkrachten hebben voor 66% arbeiderswerk, terwijl dit slechts ongeveer 45% is voor de algemene populatie. Tabel: Verdeling van de ongevallen naargelang het beroep van het slachtoffer Bron: FAO 2005 Beroep van het slachtoffer aantal bouwvakkers handlangers transport, laden, lossen 8965 handlangers verwerkende nijverheid 8124 assemblagearbeiders 6421 mecanciens, herstellers apparatuur 6107 arbeiders voedingsninverheid 5941 bestuurders motorvoertuigen 5518 verplegend en verzorgend personeel 5363 lassers, plaatwerkers monteurs 5106 gezinshelpers, schoonmaaksters 4416 verkopers 2039 restauratiediensten 1559 metaalbewerking /50

19 In bovenstaande lijst zijn de beroepen opgenomen met de meeste arbeidsongevallen. De uitzendkrachten zijn zeer ruim vertegenwoordigd in deze lijst (bouwvakkers uitgezonderd) Ervaring en integratie in het arbeidsmilieu Uit ongevallenanalyses op bedrijfsniveau blijkt dat vooral de lichtere ongevallen gebeuren tijdens de eerste dagen en weken van de tewerkstelling. Er zijn geen gegevens ter beschikking om de invloed van ervaring en bekendheid met het arbeidsmilieu te meten en te binden aan het ongevalsgebeuren Ernst van de ongevallen Het FAO heeft een vergelijking gemaakt tussen uitzendkrachten (arbeiders bedienden) en de totale populatie arbeiders en bedienden (zie tabel- bron FAO 2005). Beroepscategorie arbeiders uitzendarbeiders bedienden uitzendbedienden gevolg N % N % N % N % Z.G ,65% ,93% ,69% ,18% T.A.O ,98% ,90% ,30% ,64% B.A.O ,28% 765 6,12% ,97% 48 4,10% D.O 98 0,08% 6 0,05% 12 0,04% 1 0,09% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% totaal ,00% ,00% ,00% ,00% Bij uitzendkrachten is het aandeel van de ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid belangrijker dan bij de totale populatie (dit ten nadele van de ongevallen zonder gevolg (dit zijn ongevallen met enkel medische verzorging en/of geen arbeidsongeschiktheid). Opmerkelijk is echter dat het aandeel van de ongevallen met blijvende ongeschiktheid veel lager is dan bij de totale populatie. Dit leidt dan ook tot een lagere globale ernstgraad bij de uitzendkrachten in vergelijking met de totale populatie. Dit kan ondermeer verklaard worden door de leeftijd van het slachtoffer, zoals hoger reeds aangegeven. Jongeren hebben meer ongevallen, maar met minder arbeidsongeschiktheid per ongeval Besluit Voor de invloed van de leeftijd kan men op basis van de cijfers de invloed op het ongevallencijfer inschatten. Het grote verschil in de frequentiegraad tussen uitzendkrachten en andere werknemers kan daardoor grotendeels verklaard worden. Ook de kleinere globale ernstgraad van de ongevallen van uitzendkrachten t.o.v. van de andere arbeiders heeft met de leeftijd te maken. 16/50

20 Het beroep ven het slachtoffer bepaalt aan welke risico s de werknemer is blootgesteld en is tevens een indicatie voor de verschillen in ongevallencijfers tussen uitzendkrachten en de gemiddelde werknemer. Voor de invloed van ervaring en de graad van integratie van de uitzendkracht binnen zijn arbeidsmilieu kan geen schatting gemaakt worden, maar de impact ervan is onbetwistbaar. De belangrijkste conclusie uit deze overwegingen is dat de uitzendkrachten omwille van de vermelde invloeden (leeftijd, risicovolle sector, beroep en integratie in het arbeidsmilieu) meer ongevalsvatbaar zijn. Door preventieve acties die inwerken op deze factoren kan een doeltreffend beleid gevoerd worden om deze arbeidsongevallen te verminderen. 2.5 Typologie van het ongeval Bron: FAO (Fonds voor Arbeidsongevallen) Het onderzoek van de arbeidsongevallen uitgevoerd door het Fonds voor Arbeidsongevallen heeft betrekking op de ongevallen in 2005 ( ongevallen waarvan ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid en 813 ongevallen met blijvende ongeschiktheid). 17/50

21 2.5.1 Het werk op het ogenblik van het ongeval Vaststelling Tabel: verdeling van het aantal ongevallen van de uitzendkrachten naargelang van de activiteit op het ogenblik van het ongeval privé Soort werk Totaal sector 2005 N % % 10 Productie, verwerking, bewerking, opslag - ongeacht de aard - niet gespecificeerd ,1% 7,7% 11 Productie, verwerking, bewerking - ongeacht de aard ,4% 16,9% 12 Opslag - ongeacht de aard ,2% 7,6% 19 Overige soorten werk, behorend tot groep 10, hierboven niet vermeld 79 0,6% 1,2% 20 Grondverzet, bouw, onderhoud, sloop - niet gespecificeerd 102 0,8% 1,8% 21 Grondverzet 14 0,1% 0,3% 22 Nieuwbouw - gebouw 172 1,3% 3,3% 23 Nieuwbouw - kunstwerken, infrastructuur, wegen, bruggen, dammen, havens 67 0,5% 0,6% 24 Renovatie, reparatie, aanbouw, onderhoud - ongeacht het soort bouwwerk 327 2,4% 4,0% 25 Sloop - ongeacht het soort bouwwerk 33 0,2% 0,2% 30 Werk in de landbouw, bosbouw, tuinbouw, visteelt, met levende dieren - niet gespecificeerd 22 0,2% 0,3% 32 Werk in de landbouw - met gewassen, tuinbouw 40 0,3% 0,5% 40 Zakelijke en/of persoonlijke dienstverlening; hoofdarbeid - niet gespecificeerd 105 0,8% 1,6% 41 Dienstverlening, verzorging, bijstand, aan personen 288 2,1% 8,4% 42 Hoofdarbeid - onderwijs, opleiding, informatieverwerking, kantoorwerk, organisatie en management 130 1,0% 2,6% 43 Commerciële werkzaamheden - inkoop, verkoop, bijbehorende dienstverlening 464 3,5% 4,6% 51 Plaatsing, voorbereiding, installatie, montage, losmaken, demontage 966 7,2% 9,1% 52 Onderhoud, reparatie, regeling, afstelling 568 4,2% 6,1% 53 Schoonmaken van ruimten, machines - industrieel of handmatig 682 5,1% 4,5% 54 Afvalbeheer, verwijdering, behandeling van afval ongeacht de aard 264 2,0% 0,9% 55 Bewaking, inspectie, van fabricageprocédés, ruimten, transportmiddelen, apparatuur - met of zonder controlemiddelen 64 0,5% 1,1% 60 Verkeer, sportbeoefening, kunst - niet gespecificeerd 31 0,2% 0,3% 61 Verkeer, ook in vervoermiddelen 338 2,5% 5,3% 62 Sportbeoefening, kunst 15 0,1% 0,8% ,0% 18/50

22 Besluit Veel voorkomende werkzaamheden zijn: Productie, verwerking, bewerking Opslag Plaatsing, voorbereiding, installatie, montage, losmaken, demontage Schoonmaken van ruimten, machines - industrieel of handmatig Onderhoud, reparatie, regeling, afstelling Uit deze cijfers komt duidelijk naar voor dat de activiteiten van de uitzendkrachten vooral gericht zijn op verwerking en bewerking van producten en opslag van goederen Afwijkende gebeurtenis Vaststelling Tabel: Verdeling van de ongevallen van uitzendkrachten naargelang de afwijkende gebeurtenis die geleid heeft tot het ongeval Laatste afwijkende gebeurtenis 10 Afwijkende gebeurtenis als gevolg van een elektrische storing, explosie, brand - niet gespecificeerd privé Totaal sector 2005 N % % 12 0,1% 0,1% 11 Elektrische storing met indirect contact tot gevolg 15 0,1% 0,1% 12 Elektrische storing met direct contact als gevolg 22 0,2% 0,2% 13 Explosie 15 0,1% 0,1% 14 Brand, vuurzee 15 0,1% 0,2% 19 Overige afwijkende gebeurtenissen, behorend tot groep 10, hierboven niet vermeld 24 0,2% 0,1% 20 Afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen, verdampen, vrijkomen - niet gespecificeerd 55 0,4% 0,3% 21 In vaste toestand - overlopen, kantelen 47 0,3% 0,3% 22 In vloeibare toestand - lekken, sijpelen, leeglopen, spatten, sproeien 298 2,2% 1,8% 23 In gasvormige toestand - verdampen, aërosolvorming, gasvorming 49 0,4% 0,4% 24 In poedervorm - rookontwikkeling, stof, deeltjes 397 2,9% 3,0% 30 Breken, barsten, glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - niet gespecificeerd 292 2,1% 1,1% 31 Breken van materiaal, op de voegen of verbindingen 50 0,4% 0,7% 32 Breken, barsten, waarbij scherven/spanen ontstaan (hout, glas, metaal, steen, kunststof, overige) 488 3,6% 2,7% 33 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - hoger gelegen (op het slachtoffer vallend) ,1% 6,2% 34 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - lager gelegen (het slachtoffer meeslepend) 113 0,8% 1,0% 35 Glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp - op gelijke hoogte gelegen 324 2,4% 2,3% 19/50

23 40 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) over een machine, vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp, dier - niet gespecificeerd 41 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een machine (inclusief onbedoeld starten) en over het met de machine bewerkte materiaal 42 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een vervoer- of transportmiddel (al dan niet gemotoriseerd) 43 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een handgereedschap (al dan niet gemotoriseerd) en over het met het gereedschap bewerkte materiaal 573 4,2% 1,2% 369 2,7% 2,4% 425 3,1% 3,1% 917 6,7% 6,9% 44 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een voorwerp (dat wordt gedragen, verplaatst, gehanteerd enz.) ,8% 8,5% 45 Verlies van controle (geheel of gedeeltelijk) - over een dier 5 0,0% 0,1% 50 Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - niet gespecificeerd 432 3,2% 2,1% 51 Vallen van personen - van hoogte 498 3,6% 5,0% 52 Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - op ± dezelfde hoogte ,4% 8,7% 60 Bewegen van het lichaam zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot uitwendig letsel) - niet gespecificeerd 257 1,9% 0,9% 61 Op een snijdend voorwerp stappen 34 0,2% 0,2% 62 Knielen, gaan zitten, tegen iets leunen 28 0,2% 0,2% 63 Door een voorwerp of de vaart daarvan gegrepen of meegesleept worden 726 5,3% 3,3% 64 Ongecoördineerde, onbeheerste of verkeerde bewegingen ,9% 10,9% 70 Bewegen van het lichaam met of zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot inwendig letsel) - niet gespecificeerd 227 1,7% 1,2% 71 Optillen, dragen, opstaan 576 4,2% 4,6% 72 Duwen, trekken 226 1,7% 1,7% 73 Neerzetten, bukken 87 0,6% 0,5% 74 Buigen, draaien, zich omdraaien 97 0,7% 0,8% 75 Zwaarbeladen lopen, misstap of uitglijden zonder vallen 226 1,7% 2,8% 80 Verrassing, schrik, geweldpleging, agressie, bedreiging, aanwezig zijn - niet gespecificeerd 9 0,1% 0,2% 81 Verrassing, schrik 26 0,2% 0,2% 82 Geweldpleging, agressie, bedreiging tussen personeelsleden van de werkgever 15 0,1% 0,2% 83 Geweldpleging, agressie, bedreiging door buitenstaanders jegens de slachtoffers in het kader van hun beroepsuitoefening (bankoverval, buschauffeurs enz.) 64 0,5% 1,3% 84 Aangevallen, omvergelopen worden - door een dier 25 0,2% 0,3% % 100,0% Besluit Belangrijke afwijkende gebeurtenissen: Ongecoördineerde, onbeheerste of verkeerde bewegingen Glijden, vallen, instorten van het hoger gelegen voorwerp 20/50

24 Verlies van controle over een voorwerp dat wordt gedragen, verplaatst, Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen - op ± dezelfde hoogte Verlies van controle over een handgereedschap en materiaal Door een voorwerp of de vaart daarvan gegrepen of meegesleept worden Betrokken voorwerp Vaststelling Tabel: Verdeling van de ongevallen van uitzendkrachten naargelang het betrokken voorwerp dat verband houdt met de afwijkende gebeurtenis die geleid heeft tot het ongeval Betrokken voorwerp Totaal privé sector 2005 N % % GEEN BETROKKEN VOORWERP of GEEN INFORMATIE 337 2,5% 4,7% GEBOUWEN, CONSTRUCTIES, OPPERVLAKKEN - GELIJKVLOERS (binnen of buiten, vast of verplaatsbaar, tijdelijk of permanent) ,1% 11,3% GEBOUWEN, CONSTRUCTIES, OPPERVLAKKEN - BOVENGRONDS (binnen of buiten) GEBOUWEN, CONSTRUCTIES, OPPERVLAKKEN - ONDERGRONDS (binnen of buiten) 798 5,8% 6,8% 63 0,5% 0,7% DISTRIBUTIE- en TOEVOERSYSTEMEN VOOR MATERIALEN, LEIDINGEN - NIET GESPECIFICEERD 118 0,9% 1,1% MOTOREN, SYSTEMEN VOOR TRANSMISSIE EN OPSLAG VAN ENERGIE 43 0,3% 0,4% HANDGEREEDSCHAP - NIET GEMOTORISEERD ,8% 9,2% MET DE HAND BEDIEND GEREEDSCHAP - MECHANISCH 649 4,7% 3,6% HANDGEREEDSCHAP - ZONDER AANDUIDING OVER AANDRIJVING 327 2,4% 2,1% MACHINES EN UITRUSTING - DRAAGBAAR OF VERPLAATSBAAR 230 1,7% 1,3% MACHINES EN UITRUSTING - VAST GEMONTEERD 803 5,9% 3,8% SYSTEMEN VOOR INTERN EN CONTINUTRANSPORT EN OPSLAG ,3% 9,1% VOERTUIGEN VOOR TRANSPORT OVER LAND 428 3,1% 5,3% OVERIGE TRANSPORTVOERTUIGEN 68 0,5% 0,7% MATERIALEN, OBJECTEN, PRODUCTEN, ONDERDELEN VAN MACHINES ,9% 23,3% CHEMISCHE STOFFEN, EXPLOSIEVEN, RADIOACTIEVE STOFFEN, BIOLOGISCHE STOFFEN 383 2,8% 2,2% VEILIGHEIDSSYSTEMEN EN VEILIGHEIDSUITRUSTING 22 0,2% 0,2% KANTOORUITRUSTING EN PERSOONLIJKE UITRUSTING, SPORTUITRUSTING, WAPENS 281 2,1% 3,6% LEVENDE ORGANISMEN EN MENSEN 298 2,2% 3,9% BULKAFVAL 110 0,8% 0,5% FYSISCHE VERSCHIJNSELEN EN NATUURLIJKE ELEMENTEN 59 0,4% 0,7% OVERIGE BETROKKEN VOORWERPEN, 441 3,2% 5,5% Totaal % 100,0% Besluit Het hoogste percentage voor de ongevallen (28,9%) vindt men onder rubriek «14. Materialen en producten» Uitzendkrachten zijn in vergelijking met andere werknemers meer betrokken bij ongevallen met materialen (behandeling, transport van goederen), met systemen voor intern transport en opslag (heftrucks) en vast opgestelde machines 21/50

25 2.5.4 Wijze van verwonding Vaststelling Tabel: Verdeling van het aantal ongevallen van uitzendkrachten naargelang de wijze van verwonding Wijze van verwondering Secteur Total privé 2005 N % % 10 Contact met elektrische stroom, temperatuur, gevaarlijke stof ,3% 0,2% 11 Indirect contact met vlamboog, bliksem (passief) 20 0,1% 0,1% 12 Direct contact met elektriciteit, een elektrische ontlading op het lichaam krijgen 13 0,1% 0,2% 13 Contact met open vlam of met voorwerp of omgeving - heet of brandend 221 1,6% 1,3% 14 Contact met voorwerp of omgeving - koud of bevroren 24 0,2% 0,5% 15 Contact met gevaarlijke stoffen - via de neus, mond, ademhaling 77 0,6% 0,5% 16 Contact met gevaarlijke stoffen - op of via de huid of de ogen 637 4,7% 3,4% 17 Contact met gevaarlijke stoffen - via de spijsvertering door inslikken, opeten 1 0,0% 0,0% 20 Verdrinking, begraving, insluiting - niet gespecificeerd 8 0,1% 0,0% 21 Verdrinking in een vloeistof 0 0,0% 0,0% 22 Begraving door een vaste stof 7 0,1% 0,0% 23 Insluiting of omgeving door gassen of zwevende deeltjes 15 0,1% 0,2% 30 Verplettering door verticale of horizontale beweging op of tegen een onbeweeglijk voorwerp (het slachtoffer beweegt) - niet gespecificeerd 206 1,5% 1,5% 31 Verticale beweging, verplettering op/tegen (gevolg van een val) ,3% 12,9% 32 Horizontale beweging, verplettering op/tegen 232 1,7% 3,0% 40 Stoot door een bewegend voorwerp, botsing - niet gespecificeerd 407 3,0% 2,0% 41 Stoot door voorwerp - weggeslingerd 398 2,9% 3,8% 42 Stoot door voorwerp - vallend ,5% 7,1% 43 Stoot door voorwerp - zwaaiend 197 1,5% 1,2% 44 Stoot door voorwerp, voertuigen daaronder begrepen - draaiend, bewegend, zich verplaatsend 290 2,1% 1,8% 45 Botsing met een bewegend voorwerp, voertuigen daaronder begrepen - botsing met een persoon (het 156 1,2% 1,4% slachtoffer beweegt ook) 50 Contact met een snijdend, puntig, hard of ruw voorwerp - niet gespecificeerd 309 2,3% 1,8% 51 Contact met een snijdend voorwerp (mes enz.) ,6% 8,7% 52 Contact met een puntig voorwerp (spijker, puntig gereedschap) 408 3,0% 3,5% 53 Contact met een hard of ruw voorwerp ,2% 9,4% 60 Beknelling, verplettering enz. - niet gespecificeerd 46 0,3% 0,3% 61 Beknelling, verplettering - in 88 0,7% 0,6% 62 Beknelling, verplettering - onder 389 2,9% 1,7% 63 Beknelling, verplettering - tussen ,6% 6,5% 64 Afrukken, afsnijden van een lichaamsdeel, een hand, een 20 0,1% 0,1% 22/50

26 vinger 70 Fysieke belasting van het lichaam, psychische belasting - niet gespecificeerd 336 2,5% 2,1% 71 Fysieke belasting - van het bewegingsapparaat 868 6,4% 11,0% 72 Fysieke belasting - door straling, lawaai, licht, druk 21 0,2% 0,2% 73 Psychische belasting, psychische shock 35 0,3% 0,6% 80 Beet, trap enz. (van dier of mens) - niet gespecificeerd 8 0,1% 0,2% 81 Beet van 5 0,0% 0,2% 82 Steek van een insect, vis 15 0,1% 0,1% 83 Klap, trap, kopstoot, wurging 49 0,4% 1,0% ,0% Besluit De wijze waarop het letsel ontstaat is gebonden aan de soort activiteit dat uitzendkrachten het meest uitvoeren. Bij de behandeling van goederen komen zij in contact met vast voorwerpen, of ze worden gegrepen door bewegende delen van transportsystemen of machines Ook het contact met gevaarlijke stoffen (code 16) en kwetsuren tengevolge van fysieke belasting (bv. tillen) is belangrijk 23/50

27 2.5.5 Aard van het letsel Vaststelling Tabel: Verdeling van het aantal ongevallen van uitzendkrachten naargelang de aard van de verwonding Aard van het letsel Totaal privé sector 2005 N % % 10 Fracturen 759 5,6% 6,4% 20 Ontwrichtingen 286 2,1% 1,6% 25 Verstuikingen en verzwikkingen ,9% 14,8% 30 Schuddingen en andere inwendige traumata 492 3,6% 4,9% 40 Afzettingen en enucleaties 68 0,5% 0,3% 41 Andere verwondingen ,0% 26,7% 50 Oppervlakkige traumata ,2% 10,4% 55 Kneuzingen en verbrijzelingen ,5% 22,0% 60 Brandwonden 447 3,3% 2,5% 70 Acute vergiftigingen en acute intoxicaties 41 0,3% 0,4% 80 Effecten van het gure weder en andere uitwendige factoren 7 0,1% 0,0% 81 Verstikkingen 25 0,2% 0,1% 82 Schadelijke effecten van de elektriciteit 83 Schadelijke effecten van de radiaties 7 0,1% 0,1% 8 0,1% 0,0% 90 Meervoudige letsels van verscheidene aard 131 1,0% 1,7% 99 Andere traumata en slecht bepaalde traumata 653 4,8% 8,1% Totaal ,0% 100,0% Besluit De aard van het letsel is vrijwel gelijklopend voor uitzendkrachten en andere werknemers Fracturen, verstuikingen en kneuzingen geven het leeuwenaandeel van de arbeidsongeschiktheid Plaats van het letsel Vaststelling Tabel: Verdeling van het aantal ongevallen van uitzendkrachten naargelang de plaats van het letsel Totaal privé 24/50

28 Plaats van het letsel (Codex tabel F) sector 2005 N % % 11 schedelstreek 373 2,7% 2,9% 12 oog ,2% 8,7% 19 hoofd, niet elders geklasseerd 371 2,7% 3,1% 20 hals 125 0,9% 1,3% 31 rug 729 5,3% 6,8% 32 schouder 323 2,4% 2,8% 33 borst 185 1,4% 2,1% 34 buik 43 0,3% 0,3% 35 bekken en heupen 93 0,7% 0,7% 41 arm en elleboog 525 3,8% 3,5% 42 voorarm en polsen 897 6,6% 5,2% 43 handen ,2% 7,3% 44 vingers ,5% 21,7% 51 dij 87 0,6% 0,8% 52 knie 679 5,0% 5,5% 53 been 378 2,8% 3,1% 54 enkel en voeten ,6% 12,0% 55 tenen 211 1,5% 1,4% 61 hoofd en romp, hoofd en meerdere ledematen 217 1,6% 1,4% 62 romp en een of meerdere ledematen 95 0,7% 0,8% 63 een der bovenste en een der onderste ledematen of meer 87 0,6% 0,7% 68 andere letsels op verschillende plaatsen 123 0,9% 2,0% 69 verschillende niet vermelde plaatsen 38 0,3% 1,4% 71 bloedsomloop in het algemeen 2 0,0% 0,0% 72 ademhalingsstelsel 67 0,5% 0,3% 73 spijsverteringsstelsel 6 0,0% 0,0% 74 zenuwstelsel 14 0,1% 0,4% 79 andere algemene letsels 278 2,0% 3,5% 0 0,0% 0,1% ,0% 100,0% Besluit Meer nog dan voor de andere werknemers zijn de vingers, de handen en de enkels van de uitzendkrachten het kwetsbaarst. Dit houdt zeker verband met de overwegend manuele arbeid die aan heel wat uitzendkrachten toevertrouwd wordt en het ontbreken van doeltreffende persoonlijke beschermingsmiddelen Het lage aantal ongevallen met tenen is zeker het gevolg van de efficiënte bescherming van de tenen door de stalen tip in de veiligheidsschoen 25/50

29 2.6 Dodelijke arbeidsongevallen In 2006 waren er 4 dodelijke ongevallen met uitzendkrachten op de werkplaats: schedelbreuk na een val bij vervangen van een coil van 800 kg op een installatie voor vormen van metaalprofielen uit voertuig geslingerd bij kantelen van kraan van 35 ton verpletterd door grote heftruck bij achteruitrijden verbrand na uiteenspatten van betonnen matrijs met vloeibaar metaal 2.7 Samenvatting De frequentiegraad (Fg) van de arbeidsongevallen met uitzendkrachten neemt in 2006 met 3,7% toe in vergelijking met 2005, een stijging van 3,9% bij de arbeiders, tegenover een stijging van 5,8% bij de bedienden. De werkelijke ernstgraad (Weg) van de arbeidsongevallen is lichtjes gestegen (+0,8%) voor alle uitzendkrachten samen. Bij de arbeiders blijft het cijfer nagenoeg gelijk, bij de bedienden is het cijfer met 4% gestegen. De globale ernstgraad (Geg) daalde met 3,5% voor alle uitzendkrachten samen, een afname van 2,8% bij de arbeiders en 10,1% bij de bedienden. Ten opzichte van 2005 stijgt het aantal blootstellingsuren bij de arbeiders met 13%, bij de bedienden met 14%. Er is een opvallend verschil tussen de ongevallencijfers in de drie regio s. De cijfers evolueren verschillend in Vlaanderen en Wallonië, maar de verschillen blijven zeer groot Bij uitzendkrachten is het aandeel van de ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid belangrijker dan bij de totale populatie. Het aandeel van de ongevallen met blijvende ongeschiktheid is er veel lager dan bij de totale populatie. Dit leidt dan ook tot een lagere globale ernstgraad bij de uitzendkrachten in vergelijking met de totale populatie Uit een diepgaandere analyse naar de oorzaken, de omstandigheden de gevolgen van de ongevallen, komen volgende factoren naar voren: Manuele behandeling en bewerking van goederen en producten geven aanleiding tot de meeste ongevallen, meestal met lichte kwetsuren Glijden, vallen van voorwerpen, controle verliezen over gereedschap of materiaal dat behandeld wordt zijn de meest voorkomende afwijkende gebeurtenissen die aan de oorsprong liggen van een ongeval De ledematen, in het bijzonder de vingers, zijn de meest kwetsbare lichaamsdelen Ongevallen met voertuigen (op de weg en intern transport) en bewerkingsmachines veroorzaken de meest ernstige ongevallen 26/50

30 2.8 Besluiten De lichte stijging van de frequentie van de ongevallen van uitzendkrachten in 2006 is geen verrassing voor wie het arbeidsmilieu van nabij opvolgt. Deze evolutie die eerst werd vastgesteld in de globale ongevallenstatistieken wordt bevestigd bij de uitzendkrachten. Een toename van activiteit leidt meestal tot een relatief grotere toename van de arbeidsongevallen. De verhoogde vraag zet meer druk op de kantoren en bedrijven om de werknemers zo snel mogelijk aan het werk te zetten zodat een grotere aandacht noodzakelijk is voor een juiste selectie en het onthaal. Uit de vergelijking tussen de uitzendkrachten en de volledige werknemers populatie komen belangrijke verschillen naar voor die in grote mate kunnen verklaard worden door de leeftijd van slachtoffers en het soort activiteit en functie die zij vervullen. Sinds Preventie en Interim de ongevallencijfers verwerkt, werd eerst in 2000, samen met een sterke stijging van de tewerkstelling binnen de sector, een stijging van het ongevallencijfer vastgesteld, maar daarna daalde zowel het aantal als de gevolgen van arbeidsongevallen van uitzendkrachten met meer dan 30% bevestigt dit bereikte niveau, maar betekent toch een onderbreking in de daling die zich sedert 5 jaar heeft ingezet. Uitzendkrachten blijven omwille van hun leeftijd, het gebrek aan ervaring en hun onbekendheid met het arbeidsmilieu een kwetsbare groep die prioritaire aandacht vraagt. De vele inspanningen van de sector hebben resultaat gebracht, maar er moet verder gewerkt worden aan de knelpunten i.v.m. opleiding en onthaal 27/50

31 3. ONGEVALLEN JOBSTUDENTEN - UITZENDKRACHTEN De evolutie sinds ,7 60,9 53, ,7 45,9 45,3 41,9 37, Figuur 1: Frequentiegraad van 1999 tot en met ,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,62 0,51 0,43 0,44 0,40 0,38 0,32 0,37 0,2 0, Figuur 2: Ernstgraad van 1999 tot en met ,91 8,35 8,11 9,43 8,70 8,30 7,64 10, Figuur 3: Aantal dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval van 1999 tot en met /50

32 Onderstaande tabel vergelijkt de arbeidsongevallencijfers van de jobstudentenuitzendkrachten voor de periode 1999 tot en met Deze basisgegevens stellen quasi de totale uitzendmarkt voor. In de voorlaatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen 2005 en Er wordt vastgesteld dat de frequentiegraad daalde met 11,4% en dat de ernstgraad steeg met 5,6%. Het aantal dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval stijgt met 31,4%. In de laatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen 1999 en We stellen vast dat de cijfers met bijna de helft dalen voor de frequentiegraad en met 40% voor de ernstgraad / /1999 Frequentiegraad 71,7 60,9 53,2 46,7 45,9 45,3 41,9 37,1-11,4% - 48,2% Ernstgraad 0,62 0,51 0,43 0,44 0,40 0,38 0,32 0, ,6% - 40,3% Dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval 9,91 8,35 8,11 9,43 8,70 8,30 7,64 10, ,4% + 1,3% Tabel 1: Vergelijking 1999/2006 arbeidsongevallen jobstudenten-uitzendkrachten 3.2 Cijfergegevens per leeftijdscategorie Algemeen Bij de groep "18-20 jaar" daalt het aantal gepresteerde uren lichtjes, namelijk met 1,2% tegenover 2005, maar deze categorie staat nog altijd bovenaan, met 47,7% van het totale aantal gepresteerde uren. De categorie "minder dan 18 jaar" presteerde 12% uren minder dan in Die daling is onder meer het gevolg van de preventieaanpak binnen de sector. De voorkeur wordt immers altijd gegeven aan meerderjarigen en meestal op vraag van het bedrijf en enkel voor jobs met weinig risico s worden jobstudenten jonger dan 18 jaar tewerkgesteld. In de categorie "21 jaar en meer" daarentegen, stijgt het aantal gepresteerde uren met 11% tegenover % 80% 30,0% 33,3% 60% >=21 40% 48,3% 47,7% <18 20% 0% 21,7% 19,1% Figuur 4: Verdeling van de jobstudenten volgens leeftijd 29/50

33 3.2.2 Frequentie- en ernstgraad volgens leeftijd Onderstaande figuren (fig. 5 en 6) hernemen de evolutie van de frequentie en de ernstgraad van de ongevallen voor de periode volgens leeftijd. De algemene tendens die wordt waargenomen sinds 1999 is de daling van de frequentiegraad. In 2006 kent enkel de categorie "minder dan 18 jaar" een stijging van 7% wat de frequentie betreft. Voor de andere leeftijdscategorieën stellen we vast dat die frequentiegraad daalt met 5% voor de groep "18-20 jaar" en met 25% voor "21 jaar en meer". De ernstgraad stijgt in alle leeftijdscategorieën: +25% voor de categorie "minder dan 18 jaar", +14% voor "18-20 jaar" en +4% voor "21 jaar en meer" < >=21 Figuur 5: Evolutie van de frequentiegraad 1,0 0,8 0,6 0,4 0, ,0 < >=21 Figuur 6: Evolutie van de ernstgraad 30/50

34 3.3 Plaats van het letsel 1,4% 4,3% 8,6% 4,3% 60% 17,1% Figuur 7: plaats van het letsel en duur van de ongeschiktheid in procent Plaats van het letsel Aantal ongevallen % 18. Hoofd 1 1,4 30. Rug 2 2,9 42. Borststreek 1 1,4 51. Schouder 3 4,3 52. Arm 6 8,6 53. Hand 7 10,0 54. Vinger 33 47,1 55. Pol 2 2,9 62. Been 3 4,3 63. Enkel 5 7,1 64. Voet 6 8,6 65. Tenen 1 1,4 Totaal Tabel 2: Verdeling van het aantal ernstige ongevallen volgens de plaats van het letsel Vingers! Letsels aan de vingers maken bijna de helft van alle arbeidsongevallen uit (47,1%). Bij dit cijfer moeten we de 10% ongevallen optellen met letsels aan de handen. De ongevallen komen meestal voor bij het gebruik van snijmachines (snijwonden) of door het verkeerd verhandelen van voorwerpen (gekneld geraken). Voeten! In aantal zorgen ze voor 17,1% van alle ongevallen. In 2005 werden de meeste ongevallen met voetletsels voornamelijk veroorzaakt bij het verhandelen van paletten of bij het gebruik van een gemotoriseerd transportvoertuig. In 2006 zijn er uiteenlopende oorzaken: geknelde voet, vallen op begane grond, vallen van een hoogte (bij het afstappen van een ophaalvrachtwagen) en vallen van een voorwerp. 31/50

35 3.4 Samenvatting Na analyse van de enquêteresultaten kunnen we de volgende vaststellingen naar voren schuiven: 1 student op 145 raakt gewond op het werk en 1 student op 538 is in 2006 meer dan 5 dagen arbeidsongeschikt. Ten opzichte van 2005 daalt de frequentiegraad met 11,4% en stijgt de ernstgraad met 15,6%. Ten opzichte van 1999 daalt de frequentiegraad met 50% en de ernstgraad met 40%. De leeftijdscategorie "18-20 jaar" presteerde het grootste aantal uren (47,7%). Daling van de frequentie bij de verschillende leeftijdscategorieën en vooral bij de categorie "21 jaar en meer" (-25%). Enkel voor de categorie "minder dan 18 jaar" stijgt de frequentiegraad (+7%). De ernstgraad is gestegen voor de drie leeftijdscategorieën en in het bijzonder voor de jobstudenten van minder dan 18 jaar (+25%). De meeste ongevallen met meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid komen vooral voor bij het gebruik van snijmachines, met als letsel snijwonden aan de vingers. Heel wat ongevallen worden veroorzaakt door het foutief behandelen en verplaatsen van voorwerpen. De categorie "16-17 jaar" heeft relatief gezien het meeste ongevallen met meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid. De vaakst getroffen lichaamsdelen zijn de vingers (47,1%) en de voeten (17,1%). We kunnen concluderen dat de daling van het aantal ongevallen overkomen aan jobstudenten-uitzendkrachten zeer bemoedigend is. De toename van de ernst van die ongevallen daarentegen kan worden verklaard door de tendens om steeds vaker risicotaken aan jobstudenten toe te vertrouwen. Uit de cijfers en de evolutie van 1999 tot 2006 kunnen volgende lessen voor de toekomst getrokken worden: de sensibilisatieacties hebben geleid tot een blijvende vermindering van het aantal arbeidsongevallen de beslissing om jobstudenten jonger dan 18 jaar zo weinig mogelijk aan taken met risico bloot te stellen heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de verbetering van de ongevallencijfers. Dit wordt bevestigd door de cijfers van 2006 waaruit blijkt dat deze groep nog altijd de hoogste frequentie heeft, maar wel met beperkte ernst tot gevolg. De vraag kan daarom gesteld worden waarom de minister vanaf nu (KB BS ) aan 16- en 17-jarige jobstudenten de mogelijkheid biedt transpaletten met geringe hefhoogte te bedienen. Dit zal geen aanleiding geven tot ernstige ongevallen, maar zeker en vast de frequente van lichte ongevallen verhogen (klemming tenen, enkels en voeten). In verhouding tot de sensibilisatieacties die voor deze jongeren worden gevoerd, stellen we toch vast dat in deze categorie meer ongevallen gebeuren. Sensibilisering heeft dus minder effect bij deze leeftijdsgroep. Daarom is onze actie er vooral op gericht 32/50

Evolutie van de ongevalsaangiften

Evolutie van de ongevalsaangiften 1 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2016 - privésector 1. Aangiften : 250.000 Evolutie van de ongevalsaangiften 200.000 150.000 202.208 202.415 207.384 185.628

Nadere informatie

BIJLAGEN. Verdeling van de arbeidsongevallen volgens het soort werk - Uitzendkrachten Soort werk

BIJLAGEN. Verdeling van de arbeidsongevallen volgens het soort werk - Uitzendkrachten Soort werk BIJLAGEN Verdeling van de arbeidsongevallen volgens het soort werk - Uitzendkrachten - 2007 Soort werk 2007 N % privé sector 2007 10 Productie, verwerking, bewerking, opslag - ongeacht de aard - niet gespecificeerd

Nadere informatie

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector Statistisch verslag 2017 Arbeidsongevallen Privésector 1 1. Aangiften : 250.000 Evolutie van de ongevalsaangiften 202.415 200.000 150.000 202.208 207.384 185.628 197.883 190.381 178.186 171.229 161.829

Nadere informatie

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector Statistisch verslag 217 Arbeidsongevallen Privésector 1 1. Aangiften : 25. Evolutie van de ongevalsaangiften 22.415 2. 15. 22.28 27.384 185.628 197.883 19.381 178.186 171.229 161.829 157.242 16.717 164.786

Nadere informatie

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2005

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2005 ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2005 Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid Havenlaan 86C bus 302 1000 BRUSSEL 02/204.56.80 02/204.56.89

Nadere informatie

Arbeidsongevallen uitzendkrachten Hoofdstuk 2

Arbeidsongevallen uitzendkrachten Hoofdstuk 2 Arbeidsongevallen uitzendkrachten 21 Hoofdstuk 2 2.1 Nationale cijfers 21 De gegevens werden verzameld via de rapporten van de verschillende uitzendbureaus en verwerkt door Preventie en Interim (PI). 2.1.1

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE TEXTIELSECTOR IN 2005 April 2007

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE TEXTIELSECTOR IN 2005 April 2007 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE TEXTIELSECTOR IN 2005 April 2007 1 Inleiding Alle arbeidsongevallengegevens zijn afkomstig van de Gegevensbank van het Fonds voor Arbeidsongevallen

Nadere informatie

Inhoud. 6. Studie en onderzoek... 59. 1. Interne werking... 7. 2. Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007... 11. 7. Vorming... 65

Inhoud. 6. Studie en onderzoek... 59. 1. Interne werking... 7. 2. Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007... 11. 7. Vorming... 65 Inhoud 1. Interne werking... 7 2. Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2007... 11 2.1 Nationale cijfers 2007... 12 2.2 De ongevallencijfers van de verschillende uitzendbureaus... 19 2.3 Arbeidsongevallen

Nadere informatie

Ongevallen. Guy Linten preventieadviseur-coördinator Gemeenschappelijke preventiedienst

Ongevallen. Guy Linten preventieadviseur-coördinator Gemeenschappelijke preventiedienst Ongevallen Guy Linten preventieadviseurcoördinator Gemeenschappelijke preventiedienst http://pro.go.be/gezondheidenpreventie/preventie Procedures: arbeidsongeval en ernstig arbeidsongeval Jaarverslag Jaarverslag

Nadere informatie

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2010

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2010 ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2010 Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid Havenlaan 86C bus 302 1000 BRUSSEL 02/204.56.80 02/204.56.89

Nadere informatie

Bijlage bij nota Onderhoud : Tabellen

Bijlage bij nota Onderhoud : Tabellen 1 Bijlage bij nota Onderhoud 2008-2009: Tabellen Tabel 1 : Verdeling in absolute en relatieve frequentie van arbeidsongevallen bij onderhoudswerkzaamheden volgens hun gevolg in 2008 en 2009 Gevolgen van

Nadere informatie

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN - 2005 BIJLAGE I : Algemeen overzicht Tabel 1 : Evolutie van het aantal werknemers (VTE) en van de ongevallen op de arbeidsplaats in de sector van de voedingsindustrie

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Januari 2012 De arbeidsongevallen in de sector van de bouwnijverheid in 2010 Inleiding De dienst Gegevensbank van het Fonds voor arbeidsongevallen doet elk jaar een statistische

Nadere informatie

Jobstudenten zomer Sterke daling van de arbeidsongevallen dankzij sensibilisatieacties van Preventie en Interim

Jobstudenten zomer Sterke daling van de arbeidsongevallen dankzij sensibilisatieacties van Preventie en Interim Jobstudenten zomer 2008 Sterke daling van de arbeidsongevallen dankzij sensibilisatieacties van Preventie en Interim Preventie en Interim Perscontact: Hendrik De Lange: hdl@p-i.be Centrale Preventiedienst

Nadere informatie

ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN

ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN IN 25 1 Nationale cijfers 25 De gegevens werden verzameld via de rapporten van de verschillende uitzendondernemingen en verwerkt door Preventie en Interim (PI).

Nadere informatie

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN veiligheidsberichten -0-009 009/ ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN Zowel bij havenarbeid als logistieke arbeid kunnen onder bepaalde voorwaarden ook interimarbeiders tewerkgesteld

Nadere informatie

2.ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN Resultaten van de jaarverslagen van de uitzendondernemingen 2001

2.ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN Resultaten van de jaarverslagen van de uitzendondernemingen 2001 2.ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN 2001 2.1. Resultaten van de jaarverslagen van de uitzendondernemingen 2001 De gegevens betreffende de uitzendkrachten voor 2001 werden verzameld via de rapporten

Nadere informatie

Ernstige Arbeidsongevallen

Ernstige Arbeidsongevallen Ernstige Arbeidsongevallen www.werk.belgie.be > Thema's > Welzijn op het werk > Arbeidsongevallen > Ernstige ongevallen ir Paul Van Haecke - TWW OVL 27 november 2015 1 INHOUD 1. Wetgeving EAO 2. Wat is

Nadere informatie

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN veiligheidsberichten 05-0-00 00/ ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN De procedure met de te nemen acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen (Z)EAO werd licht aangepast t.o.v. ons vorig bericht

Nadere informatie

Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen

Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen Veiligheidsberichten 01-08-2017 2017/11 Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen Dit veiligheidsbericht is de gecoördineerde tekst van ons Veiligheidsbericht van 5 maart 2010 en alle wijzigingen en

Nadere informatie

Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen - interimarbeid

Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen - interimarbeid Veiligheidsberichten 12-10-2016 2016/15 Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen - interimarbeid Het veiligheidsbericht van 5 maart 2010 beschrijft de acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen (Z)EAO

Nadere informatie

Een arbeidsongeval: wat nu?

Een arbeidsongeval: wat nu? Een arbeidsongeval: wat nu? 1. Wanneer is het een arbeidsongeval? Definitie Een arbeidsongeval veronderstelt: een plotselinge gebeurtenis; één of meerdere uitwendige oorzaken; het bestaan van een letsel

Nadere informatie

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2007

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2007 ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2007 Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid Havenlaan 86C bus 302 1000 BRUSSEL 02/204.56.80 02/204.56.89

Nadere informatie

activiteitenverslag 2009

activiteitenverslag 2009 activiteitenverslag 2009 Activiteitenverslag 2009 Inhoud Voorwoord... 4 Hoofdstuk 1 Interne werking 7 1.1 Beheer... 8 1.2 Centrale Cel... 8 1.3 Verbindingspersonen... 9 1.4 Vergaderingen met de verbindingspersonen...

Nadere informatie

Analyse van de arbeidsongevallen in de houtsector 2002

Analyse van de arbeidsongevallen in de houtsector 2002 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Analyse van de arbeidsongevallen in de houtsector 1 Inleiding De gegevensbank van het Fonds voor Arbeidsongevallen krijgt informatie van de verzekeringsondernemingen die haar

Nadere informatie

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2015 - privésector 1. Aangiften : In 2015 werden 157.242 aangiften genoteerd. Het betreft een verdere daling (-6,5% t.o.v.

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 De arbeidsongevallen in de sector van de bouwnijverheid in 2011 Inleiding De dienst Gegevensbank van het Fonds voor arbeidsongevallen doet elk jaar een statistische

Nadere informatie

ARBEIDSONGEVALLEN BIJ JONGE WERKNEMERS MAI 2006

ARBEIDSONGEVALLEN BIJ JONGE WERKNEMERS MAI 2006 Fonds voor Arbeidsongevallen Inleiding ARBEIDSONGEVALLEN BIJ JONGE WERKNEMERS MAI 26 De Europese statistieken inzake arbeidsongevallen die door Eurostat gepubliceerd werden, tonen aan dat de frequentiegraad

Nadere informatie

VERANTWOORDELIJKHEID INLENER EN UITZENDBUREAU HENDRIK DE LANGE, DIRECTEUR PREVENTIE EN INTERIM

VERANTWOORDELIJKHEID INLENER EN UITZENDBUREAU HENDRIK DE LANGE, DIRECTEUR PREVENTIE EN INTERIM Studienamiddag Leuven 22.10.2010 Arbeidsongevallen: verzoening tussen regelgeving en praktijk VERANTWOORDELIJKHEID INLENER EN UITZENDBUREAU HENDRIK DE LANGE, DIRECTEUR PREVENTIE EN INTERIM Uitzendkrachten

Nadere informatie

ARBEIDSONGEVALLEN UITZENDKRACHTEN 2008

ARBEIDSONGEVALLEN UITZENDKRACHTEN 2008 ARBEIDSONGEVALLEN UITZENDKRACHTEN 2008 1.1 Nationale cijfers 2008 De gegevens werden verzameld via de rapporten van de verschillende uitzendbureaus en verwerkt door Preventie en Interim (PI). 1.1.1 Tewerkstelling

Nadere informatie

Inhoud van de arbeidsongevallensteekkaart - Bijlage IV KB IDPB 27/03/1998 Inhoud geldig tot 31/12/2007 Inhoud geldig vanaf 01/01/2008

Inhoud van de arbeidsongevallensteekkaart - Bijlage IV KB IDPB 27/03/1998 Inhoud geldig tot 31/12/2007 Inhoud geldig vanaf 01/01/2008 I.Inlichtingen betreffende de steekkaart I. Inlichtingen betreffende de steekkaart 1. Jaar. 1. Jaar. 2. Chronologisch nummer van de steekkaart in het jaar. 2. Chronologisch nummer van de steekkaart in

Nadere informatie

Aantal ongevallen op de werkplek

Aantal ongevallen op de werkplek Enkele cijfers: preventie-inspanningen en arbeidsongevallen 1. Preventie Elke dag werken duizenden mensen aan veiligheid op de werkvloer. Er werden naar schatting 2.000 personen opgeleid tot preventieadviseur

Nadere informatie

Inhoud. 6. Adviesverlening Interne werking Studie en onderzoek Arbeidsongevallen uitzendkrachten Vorming...

Inhoud. 6. Adviesverlening Interne werking Studie en onderzoek Arbeidsongevallen uitzendkrachten Vorming... Inhoud 1. Interne werking...7 1.1 Beheer... 8 1.2 Centrale Cel... 8 1.3 Verbindingspersonen... 9 1.4 Vergaderingen met de verbindingspersonen... 9 2. Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2008...11 2.1 Nationale

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 1. Inleiding ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN (NACE 15) - 2005 Januari 2008 Dit rapport werd opgemaakt op basis van

Nadere informatie

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE UITZENDARBEID IN 2008 Oktober 2009 1 Inleiding Gegevensbronnen Voor het statistisch jaarverslag van de arbeidsongevallen in de uitzendsector

Nadere informatie

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE UITZENDSECTOR ( ) 28 oktober 2008

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE UITZENDSECTOR ( ) 28 oktober 2008 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE UITZENDSECTOR (2005 2007) 28 oktober 2008 1 Inleiding De gegevensbank van het FAO werd in het begin van de jaren negentig opgericht en wordt gevoed

Nadere informatie

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte (Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte Infodag contactpersonen & directie Rodolf Broers Karen Brems 1 Probleemstelling In de school meldt een aannemer zich aan om te komen bekijken welke sanitaire werken

Nadere informatie

Sensibilisatiecampagne jobstudenten 2009 www.p i.be

Sensibilisatiecampagne jobstudenten 2009 www.p i.be Sensibilisatiecampagne jobstudenten 2009 www.p i.be Preventie en Interim Contact pers NL: Hendrik De Lange hdl@p i.be of 0477 23 97 83 Contact pers FR: Anne Godin: ag@p i.be of 0475 91 63 49 Centrale Preventiedienst

Nadere informatie

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet:

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: 7.1.2 Bestrijding van ernstige arbeidsongevallen Wat is een ernstig arbeidsongeval? Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: Een ongeval dat zich op de arbeidsplaats

Nadere informatie

Statistieken inzake arbeidsongevallen bij jonge werknemers in 2005. Colloquium «Start veilig!»

Statistieken inzake arbeidsongevallen bij jonge werknemers in 2005. Colloquium «Start veilig!» FONDS VOOR ARBEIDONGEVALLEN Statistieken inzake arbeidsongevallen bij jonge werknemers in 2005 Colloquium «Start veilig!» 23 oktober 2006 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Januari 2008 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen in de publieke sector in 2006 1 Inleiding In deze nota presenteren we de statistieken van de arbeidsongevallen overkomen

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN VERKEERSRISICO OP DE ARBEIDSWEG MAART 2006 1. Inleiding In een eerste deel van deze nota worden cijfergegevens verstrekt over de arbeidswegongevallen met een (al of niet) gemotoriseerd

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen in 2006 1 Inleiding De arbeidsongevallenaangifte vormt de basis voor de verzameling van de gegevens met betrekking tot

Nadere informatie

Daling van het aantal ongevallen op de arbeidsplaats (-2 %) en op de arbeidsweg (-19 %) in 2011, ondanks een stijging van de werkgelegenheid (+2,4 %)

Daling van het aantal ongevallen op de arbeidsplaats (-2 %) en op de arbeidsweg (-19 %) in 2011, ondanks een stijging van de werkgelegenheid (+2,4 %) Daling van het aantal ongevallen op de arbeidsplaats (-2 %) en op de arbeidsweg (-19 %) in 2011, ondanks een stijging van de werkgelegenheid (+2,4 %) Arbeidsplaats: het risico op een ongeval blijft stabiel

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 1 Inleiding De arbeidsongevallen van uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd aan de hand van 3 selectiecriteria

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN September 2016 Statistisch verslag over de arbeidsongevallen van 2014 in de publieke sector De methode om de gegevens over de arbeidsongevallen in de publieke sector te verzamelen

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

BIJLAGEN De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011

BIJLAGEN De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 BIJLAGEN De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011 Tabel 1 : Arbeidsplaats - Verdeling van de arbeidsongevallen in de uitzendkrachtsector volgens de beroepscategorie van het slachtoffer van 2007

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012 Analyse van de arbeidsongevallen tussen 2005 en 2007 - situatie in oktober 2012 Inleiding In 2011 werd er beslist om een jaarlijkse studiedag in te voeren die

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Juli 2015 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2014 - Privésector 1 De arbeidsongevallen in 2014: Daling met 4,4 % op de arbeidsplaats Daling met 13,1 % op de weg

Nadere informatie

VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005

VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005 1. INLEIDING Deze studie handelt over de arbeidsongevallen in het «verkeer» die zich gedurende de periode

Nadere informatie

Persbericht Preventie en Interim

Persbericht Preventie en Interim Preventie en Interim (PI) is de Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid en heeft als opdracht het verlagen van arbeidsongevallen van uitzendkrachten via sensibilisatie en bewustmaking

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria

Nadere informatie

De arbeidsongevallen in het kader van de onderhoudswerkzaamheden 2008 en 2009 December 2010

De arbeidsongevallen in het kader van de onderhoudswerkzaamheden 2008 en 2009 December 2010 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 1. Inleiding De arbeidsongevallen in het kader van de onderhoudswerkzaamheden 2008 en 2009 December 2010 Eén van de doelstellingen van de dienst gegevensbank van het Fonds

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Preventie & Interim

Jaarverslag 2012 Preventie & Interim Jaarverslag 2012 Preventie & Interim Inhoud Inhoud Voorwoord 4 1 Interne werking 7 1.1 Beheer... 8 1.2 Preventie en Interim... 8 1.3 Verbindingspersonen... 9 2 Tewerkstelling in de uitzendsector 11 2.1

Nadere informatie

Uitzendkrachten en jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. PREBES 7 juni 2016

Uitzendkrachten en jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. PREBES 7 juni 2016 Uitzendkrachten en jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid PREBES 7 juni 2016 INHOUD 1. Wat is Preventie en Interim 2. Uitzendkrachten 3. Jobstudenten 1. Wat is Preventie en Interim Preventie

Nadere informatie

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR Pagina / 15 1 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE VERZORGINGSINSTELLINGEN (ZIEKENHUIZEN, RUSTHUIZEN, PARAMEDISCHE ACTIVITEITEN EN THUISZORG) - 2007 Oktober 2008 1 Inleiding

Nadere informatie

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE UITZENDARBEID 2004 Maart 2006

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE UITZENDARBEID 2004 Maart 2006 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE UITZENDARBEID 2004 Maart 2006 1 Inleiding Bij de analyse van de arbeidsongevallen in de sector van de uitzendarbeid stuit men telkens

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2008 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen in de publieke sector in 2007 1 Inleiding In deze nota presenteren we de statistieken van de arbeidsongevallen overkomen

Nadere informatie

Definitie van een ernstig ongeval waarvan een ongevallenverslag moet opgesteld worden (Codex, Titel I, Hoofdstuk III, artikel 26)

Definitie van een ernstig ongeval waarvan een ongevallenverslag moet opgesteld worden (Codex, Titel I, Hoofdstuk III, artikel 26) Definitie van een ernstig ongeval waarvan een ongevallenverslag moet opgesteld worden (Codex, Titel I, Hoofdstuk III, artikel 26) Codex, Titel I, Hoofdstuk III, artikel 26 4 : Als een ernstig arbeidsongeval

Nadere informatie

Anderstaligheid bij uitzendkrachten

Anderstaligheid bij uitzendkrachten Anderstaligheid bij uitzendkrachten 9 oktober 2013 ir. Marijke Bruyninckx Directeur Preventie en Interim Inhoud Preventie en Interim Principe uitzendarbeid in België Uitzendsector en anderstaligheid Rol

Nadere informatie

DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR

DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR 999-8 GLOBAAL Belgische ondernemingen NACE-BEL CODE 8 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media NACE-BEL CODE 8. Drukkerijen en diensten in verband met drukkerijen

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

De arbeidsongevallen in de bouwsector

De arbeidsongevallen in de bouwsector De arbeidsongevallen in de bouwsector Studievoormiddag van de Vaste Commissie Bouw 24.02.2015 Bernard Renneson Fonds voor arbeidsongevallen 1. Statistische gegevens op basis van de NACEcode en niet op

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 2003 JUNI 2005

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 2003 JUNI 2005 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 23 JUNI 25 1. Inleiding Daar er in België en in het bijzonder in het Brussels

Nadere informatie

Schadeaangifte Arbeidsongeval

Schadeaangifte Arbeidsongeval Schadeaangifte Arbeidsongeval Polisnummer Verzekeraar Stuur dit formulier, binnen de 8 dagen na het ongeval naar de verzekeraar, samen met het medisch attest van eerste verzorging (art.62 van de arbeidsongevallenwet

Nadere informatie

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR 2004 Juni 2005

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR 2004 Juni 2005 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR 2004 Juni 2005 1. Inleiding In de houtsector zijn er vier fases te onderscheiden: - bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten (Nace

Nadere informatie

activiteitenverslag 2010

activiteitenverslag 2010 activiteitenverslag 2010 Activiteitenverslag 2010 Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 Interne werking 7 1.1 Beheer 8 1.2 Centrale Cel 8 1.3 Verbindingspersonen 9 Hoofdstuk 2 Arbeidsongevallen uitzendkrachten

Nadere informatie

VERSLAG INZAKE DE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2005 IN BELGIË

VERSLAG INZAKE DE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2005 IN BELGIË FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN VERSLAG INZAKE DE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2005 IN BELGIË PRIVÉSECTOR 6/12/2006 Openbare instelling van sociale zekerheid Troonstraat 100 BE-1050 BRUSSEL Tel. : 02 506 84 11 Fax

Nadere informatie

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor?

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor? jobstudenten Inhoud 1. Kanttekeningen bij presentatie PI : samenvatting wie doet wat? Fg is dubbel zo hoog dan het nationaal gemiddelde 2. Jongeren op het werk 3. Risico-analyse 4. Verboden werkzaamheden

Nadere informatie

Analyse Arbeidsongevallen: Periode

Analyse Arbeidsongevallen: Periode Analyse Arbeidsongevallen: Periode 2011-2015 INHOUD 1. Ongevalanalyse 2. Overzicht aangegeven ongevallen Makelaar: Broker @ Work bvba Polis Naam Adres Nr Woonplaats Aanvang Vervaldag 9123123 WORK @ nv

Nadere informatie

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67)

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) 1. Welk ongeval moet aangegeven worden? Elk feit overkomen tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst of op de arbeidsweg

Nadere informatie

Jobstudenten, werknemers van morgen

Jobstudenten, werknemers van morgen Jobstudenten, werknemers van morgen Inhoud 1. Preventie en Interim 2. Jobstudent-uitzendkracht 3. Toegelaten werk voor jobstudenten 4. Transportwerktuigen Jobstudenten, werknemers van morgen 1. PREVENTIE

Nadere informatie

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2 RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 212 TOT EN MET 215 Q2 Inhoud Inleiding... 2 1. Ongevallen zonder en met verzuim... 4 1.1.1 Vallen/struikelen/uitglijden, ongevallen zonder verzuim... 5 1.1.2 Vallen/struikelen/uitglijden,

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE ZEEVISSERIJ VAN 2006 TOT 2008

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE ZEEVISSERIJ VAN 2006 TOT 2008 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE ZEEVISSERIJ VAN 2006 TOT 2008 Januari 2010 1. Inleiding Een stuurgroep werd belast met de preventie van de arbeidsongevallen in de zeevisserij in

Nadere informatie

Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector

Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector P. Giesbertz J. Kuiper A. Bloemhoff K. Oldenziel Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam November 2007 Bij

Nadere informatie

Van deze ongevallen bij jongeren was er 16x sprake van dodelijk letsel, 331x blijvend letsel, 236x herstelbaar letsel 1 en 104x onbekend letsel.

Van deze ongevallen bij jongeren was er 16x sprake van dodelijk letsel, 331x blijvend letsel, 236x herstelbaar letsel 1 en 104x onbekend letsel. A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 21 95 F 030 274 44 42 veiligwerken@rivm.nl ONGEVALSANALYSE SECTOR METAAL - JONGEREN Deze analyse is gebaseerd

Nadere informatie

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Publieke sector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Publieke sector 1 Statistisch verslag 2016 Arbeidsongevallen Publieke sector 1 2 2 3 1. INLEIDING De methode om de gegevens over de arbeidsongevallen in de publieke sector te verzamelen is fundamenteel gewijzigd vanaf

Nadere informatie

BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN

BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN In 2003 werd de welzijnswet uitgebreid met een nieuw hoofdstuk met als titel Maatregelen om de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te voorkomen. Hiermee

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE ONGEVALLEN VAN 1996 TOT 2004 September 2006

EVOLUTIE VAN DE ONGEVALLEN VAN 1996 TOT 2004 September 2006 1. Inleiding FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN EVOLUTIE VAN DE ONGEVALLEN VAN 1996 TOT 2004 September 2006 Er kan opgemerkt worden dat het aangiften van arbeidsongevallen bij de verzekeraars gedaald is tijdens

Nadere informatie

Factsheet ongevallen havensector

Factsheet ongevallen havensector Factsheet ongevallen havensector Deze analyse is gebaseerd op de gegevens van de aan de Arbeidsinspectie (AI) gemelde en door deze dienst onderzochte ongevallen zoals geregistreerd in GISAI in de periode

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Preventie & Interim

Jaarverslag 2013 Preventie & Interim Jaarverslag 2013 Preventie & Interim Jaarverslag 2013 Preventie & Interim Inhoud Inhoud Voorwoord 4 1 Interne werking 7 1.1 Beheer... 8 1.2 Preventie en Interim... 8 1.3 Verbindingspersonen... 9 2 Tewerkstelling

Nadere informatie

FONDS DES ACCIDENTS DU TRAVAIL

FONDS DES ACCIDENTS DU TRAVAIL FONDS DES ACCIDENTS DU TRAVAIL Bijlage bij de nota - Houtsector 2008 Tabel 1 : Vergelijking van het jaarlijks tewerkstellingsvolume in voltijdse equivalenten (VTE) in de privésector en de houtsector -

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUWSECTOR IN 2007 Onderzoek van de modelongevallen in de bouwsector en subsectoren installatie (NACE 453) en afwerking van gebouwen (NACE 454) Oktober

Nadere informatie

AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL

AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL Verzekeringsonderneming Nummer verzekeringspolis: Ongevallensteekkaart: jaar nr. Bijkomende onderverdeling van het polisnummer: Nummer ongeval bij de verzekeraar: Tariefcode

Nadere informatie

AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL Exemplaar bestemd voor Ethias O.V.V. Prins Bisschopssingel, 73 3500 HASSELT Tel. : 011/28 21 11 Fax : 011/28 26 00

AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL Exemplaar bestemd voor Ethias O.V.V. Prins Bisschopssingel, 73 3500 HASSELT Tel. : 011/28 21 11 Fax : 011/28 26 00 AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL Exemplaar bestemd voor Ethias O.V.V. Prins Bisschopssingel, 73 3500 HASSELT Tel. : 011/28 21 11 Fax : 011/28 26 00 Contract nr. Dossier nr. (in te vullen door Ethias) Elk ongeval

Nadere informatie

Bijkomende onderverdeling van het polisnummer: Tariefcode van de getroffene (zie verzekeringspolis): _ ASR-nummer:

Bijkomende onderverdeling van het polisnummer: Tariefcode van de getroffene (zie verzekeringspolis): _ ASR-nummer: Verzekeringsonderneming Ongevallensteekkaart: jaar nr.. Nummer verzekeringspolis: Nummer ongeval bij de verzekeraar:.. Bijkomende onderverdeling van het polisnummer: Tariefcode van de getroffene (zie verzekeringspolis):

Nadere informatie

Jobstudenten. 9 oktober 2017 MARIJKE BRUYNINCKX DIRECTEUR PI

Jobstudenten. 9 oktober 2017 MARIJKE BRUYNINCKX DIRECTEUR PI 1 Jobstudenten 9 oktober 2017 MARIJKE BRUYNINCKX DIRECTEUR PI Inhoud Preventie en Interim Jobstudenten in uitzendsector Principe uitzendarbeid Jobstudenten Bescherming jobstudenten Gezondheidstoezicht

Nadere informatie

AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL

AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL AANGIFTE VAN ARBEIDSONGEVAL Verzekeringsonderneming 0039 AXA Belgium nv Vorstlaan 25 B-1170 Brussel tel. 02-622 70 00 - fax 02-678 81 48 - email: po.ong@axa.be Nummer verzekeringspolis: Ongevallensteekkaart:

Nadere informatie

Jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. 31 mei 2016

Jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. 31 mei 2016 Jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid 31 mei 2016 INHOUD 1. Regelgeving 2. Arbeidsongevallen 3. Wat kan (niet) 4. Gezondheidstoezicht 5. www.ikbenjobstudent.be Preventie en Interim Centrale

Nadere informatie

Letsels bij kinderen 0-4 jaar

Letsels bij kinderen 0-4 jaar Letsels bij kinderen 0-4 jaar Ongevalscijfers Kerncijfers In de periode 2006-2012 leidden ongevallen (privé, verkeer en sport) bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar tot gemiddeld naar schatting tot 94.000

Nadere informatie

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR IN 2008 ANALYSE VAN DE PROCESSEN VAN DE ERNSTIGE

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR IN 2008 ANALYSE VAN DE PROCESSEN VAN DE ERNSTIGE Pagina 2 / 25 1. Inleiding FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR IN 2008 ANALYSE VAN DE PROCESSEN VAN DE ERNSTIGE ONGEVALLEN Maart 2010 Dit is de derde studie van de gegevensbank

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

DE VERKEERSONGEVALLEN OP HET

DE VERKEERSONGEVALLEN OP HET FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE VERKEERSONGEVALLEN OP HET WERK EN OP DE ARBEIDSWEG - 2008 December 2009 1 INLEIDING Het is al vijf jaar geleden dat de dienst gegevensbank van het FAO een studie gewijd

Nadere informatie

Aangifte van arbeidsongeval

Aangifte van arbeidsongeval Aangifte van arbeidsongeval Verzekeringsonderneming:... Nummer verzekeringspolis:... Ongevallensteekkaart: jaar... nr:... Bijkomende onderverdeling van het polisnummer:... Nummer ongeval bij de verzekeraar:...

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL art 7 ERNSTIG Welzijnswet 1996, art 94bis, 1 KB Welzijnsbeleid 1998, art 26, 4 ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld: een plotse

Nadere informatie

Aangifteformulier. Arbeidsongeval Ongeval op de weg naar of van het werk. Versie 01/01/2012

Aangifteformulier. Arbeidsongeval Ongeval op de weg naar of van het werk. Versie 01/01/2012 Aangifteformulier Arbeidsongeval Ongeval op de weg naar of van het werk Versie 01/01/2012 Verzekeringskas Arbeidsongevallen Securex - Gemeenschappelijke Kas Maatschappelijke zetel: Verenigde-Natieslaan

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2013 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2012 - privésector 1 Daling van het aantal arbeidsongevallen met 7,7 % in 2012 In 2012 zijn er in de privésector

Nadere informatie

Ongevalscijfers. Arbeidsongevallen

Ongevalscijfers. Arbeidsongevallen Ongevalscijfers Arbeidsongevallen Arbeidsongevallen Ongevalscijfers Malou Eilering Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl januari 2016 Disclaimer Bij de samenstelling

Nadere informatie

Cijfer i.v.m. arbeidsongevallen in de Vlaamse land- en tuinbouw

Cijfer i.v.m. arbeidsongevallen in de Vlaamse land- en tuinbouw Cijfer i.v.m. arbeidsongevallen in de Vlaamse land- en tuinbouw In 202 zijn in Vlaanderen 2 mensen om het leven gekomen tijdens hun werkzaamheden in de landen tuinbouwsector, zo blijkt uit cijfers die

Nadere informatie