Nota van Beantwoording Prins Hendrikzanddijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota van Beantwoording Prins Hendrikzanddijk"

Transcriptie

1 Nota van Beantwoording Beantwoording ingebrachte zienswijzen en weergave van ambtshalve wijzigingen Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V. Corsa nummer Referentienummer EDM Versie 01 Status Definitief Afdeling Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Stationsstraat 136 Postbus AG Heerhugowaard

2 2 van 47 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 2 Besluitvorming tot en met onherroepelijke en 5 3 De zienswijzen Gevolgde werkwijze Afweging van alternatieven Thematische behandeling van zienswijzen Effecten op het grondwatersysteem en zoute kwel Effecten door zandverstuiving Toekomstig landbouwkundig gebruik en ontwikkelruimte Recreatief (mede)gebruik Nadeelcompensatie 13 4 De afzonderlijke zienswijzen K. en K. van der Zwaag te Den Hoorn Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) te 't Horntje Kamperen bij de Boerin, A. Visser-Jansen te Den Hoorn M.L. Verhagen te Den Burg VOF Van Leeuwen te Den Hoorn Rijkswaterstaat Noord-Nederland V.o.f. Terpstra-Brouwer te Den Hoorn J.W. Bakker te Den Burg P. van Leeuwen te t Horntje G. Terpstra Maatschap Kikkert te Den Burg M. Stuut te Culemborg Dorpscommissie Oudeschild te Oudeschild A. Hottentot en P. Prins te Den Burg D.J. Drijver/Stichting Natuur en Mens Texel te Den Burg 41 5 Ambtshalve wijzigingen Inleiding Nieuwe wet- en regelgeving Tekstuele wijzigingen 44 Bijlage I Fietsroute huidige en toekomstige situatie 47

3 3 van 47 1 Inleiding Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna: hoogheemraadschap) is voornemens sectie 9 van de Waddenzeedijk van Texel, genaamd Prins Hendrikdijk, te versterken. De doelstelling van de versterking van de Waddenzeedijk is dat het hoogheemraadschap deze afgekeurde sectie van de primaire waterkering zodanig verbetert, dat deze weer voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm. De versterking van de Prins Hendrikdijk is onderdeel van het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2). De versterking van de Prins Hendrikdijk verschilt zowel qua techniek als financiering van de binnendijkse versterking van de andere secties op Texel. Daarom is dit project losgekoppeld van planvorming en uitvoering ten aanzien van de versterking van de overige secties. Het projectplan voor de versterking van de overige secties op Texel is reeds eerder vastgesteld en is inmiddels onherroepelijk geworden. De buitendijkse versterking van de Prins Hendrikdijk wordt gerealiseerd door aanleg van een gevarieerd zandig (duin)gebied passend bij het Waddengebied. Het veiligheidsduin ligt voor de huidige dijk en wordt glooiend vormgegeven, zoals een natuurlijk duin. Voor dit veiligheidsduin ligt een gebied bestaande uit schorren en slikken, delen die soms onder water, soms boven water liggen. Achter een schiereiland van zand en schelpen ligt een lagune, die in open verbinding staat met de zee. De buitendijkse dijkversterking wordt hierna aangeduid als de ''. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Noord-Holland, het Waddenfonds, de gemeente Texel en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben de handen ineengeslagen om deze unieke dijkversterking mogelijk te maken. Het hoogheemraadschap is op grond van artikel 5.4 van de Waterwet verplicht voor de versterking van de primaire waterkering een projectplan vast te stellen. Dit besluit behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten coördineren de procedure voor de totstandkoming van het projectplan en de voor het project benodigde uitvoeringsbesluiten (vergunningen en ontheffingen). Deze zogenaamde projectprocedure is vastgelegd in hoofdstuk 5, paragraaf 2 van de Waterwet. Het ontwerpprojectplan, milieueffectrapport en bijbehorende ontwerpbesluiten hebben ter visie gelegen van 19 december 2016 tot en met 30 januari Het onderhavig document beantwoordt de zienswijzen die gedurende de periode van terinzagelegging zijn ingebracht. Daarnaast bespreekt het de wijzigingen van de en die het hoogheemraadschap zelf heeft doorgevoerd, de zogenaamde ambtshalve wijzigingen.

4 4 van 47 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de (nog te) doorlopen besluitvormingsprocedure rond de ter inzage gelegde (ontwerp)en. Hoofdstuk 3 bevat allereerst een weergave van de werkwijze van het hoogheemraadschap en de voor vergunningverlening bevoegde bestuursorganen bij het behandelen van de ingebrachte zienswijzen. Aansluitend worden in hoofdstuk 4 de zienswijzen behandeld en de wijze waarop hoogheemraadschap en de overige bevoegde bestuursorganen hiermee bij de vaststelling van de definitieve en zijn omgegaan. Vervolgens geeft hoofdstuk 5 een toelichting op de ambtshalve wijzigingen die het hoogheemraadschap in de en heeft doorgevoerd. Ook de wijzigingen in de vergunningen zijn in dit hoofdstuk opgenomen.

5 5 van 47 2 Besluitvorming tot en met onherroepelijke en De projectprocedure voor de begon met het vaststellen van het ontwerp projectplan en het ontwerp-leggerbesluit op 25 oktober en met het indienen van de aanvragen van de voor de uitvoering vereiste vergunningen en ontheffingen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (hierna: GS), hebben de ontwerp en en de van de tot vergunningverlening bevoegde bestuursorganen ontvangen ontwerpbeschikkingen 2 van 19 december 2016 tot en met 30 januari 2017 voor een ieder ter inzage gelegd en daarbij de mogelijkheid geboden zienswijzen in te brengen. GS hebben tegelijkertijd de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna: de Commissie voor de m.e.r.) gevraagd een toetsingsadvies uit te brengen over het Milieueffectrapport, inclusief het Addendum MER en om daarbij de ontvangen zienswijzen te betrekken. Op 15 maart 2017 heeft de Commissie voor de m.e.r. haar advies uitgebracht. Na beantwoording van de zienswijzen worden de en waar nodig aangepast. Hierna gaan de bestuursorganen op basis van deze definitieve en over tot het verlenen van de (definitieve) vergunningen en wordt het projectplan naar verwachting op 17 mei 2017 ter vaststelling voorgelegd aan het college van hoofdingelanden (algemeen bestuur) van het hoogheemraadschap. Bij de besluitvorming betrekken de bevoegde bestuursorganen de ontvangen zienswijzen en het toetsingsadvies van de Commissie voor de m.e.r.. Hun beslissingen over de zienswijzen staan verwoord in deze. Na vaststelling verzoekt het hoogheemraadschap GS het projectplan goed te keuren (naar verwachting eind juni 2017). Bij dit besluit betrekken GS zowel het toetsingsadvies van de Commissie voor de m.e.r. als de zienswijzen. GS leggen na goedkeuring vervolgens de van de tot vergunningverlening bevoegde bestuursorganen ontvangen definitieve vergunningen, het projectplan, het (addendum) MER, deze nota, inclusief het advies van de Commissie voor de m.e.r. samen met het goedkeuringsbesluit voor een periode van zes weken ter inzage. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden die eerder een zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht en belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen zienswijze hebben ingediend, beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. 1 Besluit college van dijkgraaf en hoogheemraden van 25 oktober 2016, nr Voor inspraak zijn daarbij ter inzage gelegd het ontwerpprojectplan, het Milieueffectrapport Versterking Waddenzeedijk Texel (voor zover betrekking hebbend op sectie 9), het Addendum MER, de ontwerpvergunningen ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998, de ontwerpvergunning Ontgrondingenwet, het ontwerpbesluit uitgebreide omgevingsvergunning en de ontwerp Eerste wijziging Legger Primaire waterkeringen Texel 2016.

6 6 van 47 3 De zienswijzen In dit hoofdstuk wordt als eerste ingegaan op de gevolgde werkwijze bij de beantwoording op de zienswijze. Vervolgens wordt een toelichting gegeven op het proces hoe tot is gekomen. Daarna wordt op een viertal thema s de ingebrachte zienswijzen gezamenlijk behandeld. Als laatste wordt nog een toelichting gegeven op de mogelijkheden en randvoorwaarden om in aanmerking te komen voor nadeelcompensatie. 3.1 Gevolgde werkwijze Gedurende de periode van terinzagelegging van de ontwerpbesluiten hebben GS in totaal 15 zienswijzen ontvangen. Alle zienswijzen zijn in deze samengevat weergegeven met daarbij een reactie van het bevoegd gezag op de betreffende zienswijze. Indien een zienswijze leidt tot aanpassing van de en, dan is dit ook in de tabel weergegeven. De inhoud van deze nota is door alle bevoegde bestuursorganen gezamenlijk opgesteld en afgestemd. Uiteraard is elk bevoegd gezag in beroep slechts aan te spreken op het besluit dat het uiteindelijk nam. 3.2 Afweging van alternatieven Het hoogheemraadschap heeft op 27 maart 2009 de startnotitie MER gepubliceerd voor de versterking van de Waddenzeedijk Texel, inclusief sectie 9. De Gemeente Texel heeft namens het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), Coöperatie Texel Energie u.a., Vereniging Natuurmonumenten Texel, Staatsbosbeheer Texel, Vereniging tot behoud van de Waddenzee, Stichting Waddengroep (keurmerk 'Waddengoud'), Dorpscommissie Den Hoorn, Dorpscommissie Oudeschild en Bewoners Prins Hendrikpolder een zienswijze ingediend op de startnotitie MER. De zienswijze bevat het verzoek om buitenwaarts een 'Nieuwe Dijk' te ontwikkelen inclusief de natuurontwikkeling. De Commissie MER heeft geadviseerd om bij de alternatiefontwikkeling ook de (on)mogelijkheden om lokaal een keuze te maken die afwijkt van het huidige dijktracé aan een beschouwing te onderwerpen. Het hoogheemraadschap heeft vervolgens een variantenonderzoek uitgevoerd voor een buitenwaartse variant. In de Oplegnotitie startnotitie MER is ten aanzien van sectie 9 aangegeven dat naast de binnendijkse varianten, ook een buitenwaartse zandige oplossing wordt onderzocht. De Gemeente Texel heeft mede namens Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Land en Tuinbouworganisatie en vereniging voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer een zienswijze op de Oplegnotitie startnotie MER ingediend waarin nogmaals is aangegeven dat er een bijzonder breed, zo niet unaniem draagvlak is voor een zeewaartse versterking. De varianten zijn vervolgens per (deel)sectie als volgt samengesteld: - eerst zijn oplossingen voor elk type probleem geïdentificeerd; - vervolgens zijn zinvolle integrale varianten samengesteld. In elke (deel) sectie is vaak meer dan één probleem aan de orde. Bovendien geldt dat een belangrijke samenhang bestaat tussen maatregelen op basis waarvan slimme combinaties gemaakt kunnen worden. Een integrale benadering van de problematiek per sectie is daarom noodzakelijk;

7 7 van 47 - vervolgens zijn er per sectie locatiespecifieke afwegingen aan de orde. Vanwege die locatiespecifieke afwegingen wordt in sommige gevallen afgeweken van de standaard integrale oplossingen. In onderstaande tabel zijn de varianten voor sectie 9 samengevat. Tabel 1 Faalmechanismen onder ontwerprandvoorwaarden in sectie 9 sectie faalmechanisme variant 1 variant 2 variant 3 variant 4 variant 5 variant 6 9a Microstabiliteit Vervangen kleilaag op talud binnenberm nieuw profiel Aanbrengen Aanbrengen Aanbrengen binnenberm Afschuiven binnentalude construc- verticaal ge- grondverbeschuiving grondkeren- Aanbrengen Aanbrengen i.c.m. asver- /onderberm met kleibekleding Piping tie otextiel tering buitenwaarts (verlegging) Erosie buitentalud Vervangen/aanbrengen harde bekleding 9b + Erosie binnentalud 9c door golfoverslag Aanbrengen Vervangen kleilaag op binnentalud nieuw profiel Microstabiliteit i.c.m. asverschuiving Afschuiven binnentalud grondkerendrikzanddijk Aanbrengen Prins Hen- Aanbrengen Aanbrengen Aanbrengen binnenberm verticaal geotextietering (verlegging) grondverbe- buitenwaarts Piping de constructie /onderberm Erosie buitentalud Vervangen / aanbrengen harde bekleding 9d + 9e Erosie binnentalud door golfoverslag Vervangen kleilaag op binnentalud Aanbrengen nieuw profiel i.c.m. asverschuiving buitenwaarts (verlegging) Variant 6 is een innovatieve variant. Deze variant is ontstaan vanuit de wens om binnendijks ruimtebeslag te voorkomen. In de uiteindelijke afweging zijn de binnendijkse varianten afgevallen, omdat een grondoplossing een significant ruimtebeslag van landbouwgrond en natuur heeft. Daarnaast is een grondkerende constructie niet sober en uitbreidbaar en daarmee niet doelmatig. Verder zijn andere innovatieve oplossingen, zoals grondverbetering en geotextiel, nog geen bewezen technieken en verdienen daarmee niet de voorkeur. Met het doel om binnenwaarts ruimtebeslag te voorkomen, zijn meerdere buitenwaartse oplossingen verkend. De onderstaande oplossingen zijn afgevallen, omdat deze niet haalbaar bleken: - een verdere buitenwaartse verlegging van de waterkering, waarmee sprake is van een vergroting van het binnendijkse gebied, leidt tot aantasting van het Natura 2000-gebied, zonder dat dit meerwaarde oplevert voor het Natura 2000-gebied. Om deze reden is de variant afgevallen; - dijk in duin. Deze variant is onderzocht en blijkt onvoldoende probleemoplossend. De geconstateerde problematiek aan de Prins Hendrikdijk, vooral het afschuiven binnentalud, maakt dat bij deze variant de huidige waterkering alsnog verbeterd moet worden. Dit leidt tot ruimtebeslag binnendijks. Daarnaast geldt dat de huidige waterkering zijn waterkerende functie behoudt. Dit leidt tot extra inspanning en kosten wat betreft aanleg, beheer en onderhoud van de waterkering. De aanleg is relatief duur omdat zowel de dijk moet worden aangepast als dat het zandlichaam gerealiseerd dient te worden. Het onderhoud van een dijk onder een veiligheidsduin is complexer doordat deze verborgen is onder het zand; - Groene dijk of Dollard dijk. De groene dijk, ook wel Dollard dijk genoemd, is een brede groene dijk zonder harde bekleding op het buitentalud plus een kweldervoorland. De groene dijk vraagt echter alsnog om aanleg van een pipingberm, die vanwege de aantasting van gebruiksfuncties

8 8 van 47 binnendijks, ongewenst is. Daarnaast leidt ook deze variant tot een onacceptabele aantasting van het Natura 2000-gebied Waddenzee. De is een integrale oplossing die de doelstelling voor hoogwaterveiligheid combineert met natuurontwikkeling. De leidt tot extra kosten ten opzichte van een conventionele en sobere versterking. De subsidieregeling van het hoogwaterbeschermingsprogramma, waaruit de versterking gesubsidieerd wordt, biedt geen dekking voor de extra kosten. Dat betekent dat voor de extra kosten andere financieringsbronnen beschikbaar moeten zijn. Deze zijn gevonden bij het Waddenfonds, de gemeente Texel, de provincie Noord-Holland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De natuurontwikkeling is voor deze partijen een uitgangspunt om de financiële middelen beschikbaar te stellen. Alleen voor de hebben diverse stakeholders financiële middelen beschikbaar gesteld; dit geldt niet voor de overige varianten. 3.3 Thematische behandeling van zienswijzen Gekozen is om zienswijzen over thema's die verschillende keren in de individuele zienswijzen terugkomen te beantwoorden in een algemeen deel van deze. Aan elk van deze thema's is een aparte paragraaf gewijd in de volgorde van onderstaande opsomming. Bij het beantwoorden van de afzonderlijke zienswijzen in hoofdstuk 4 is bij deze onderwerpen een verwijzing naar het betreffende onderdeel van het algemeen deel van de nota van beantwoording geplaatst. Alle overige zienswijzen zijn eveneens inhoudelijk beantwoord in hoofdstuk 4 'De afzonderlijke zienswijzen'. In de zienswijzen zijn de volgende thematische onderwerpen te onderscheiden die meerdere malen terugkomen: 1. Effecten op het grondwatersysteem en zoute kwel; 2. Effecten door zandverstuiving; 3. Toekomstig landbouwkundig gebruik en ontwikkelruimte; 4. Recreatief (mede)gebruik Effecten op het grondwatersysteem en zoute kwel Een aantal indieners (agrariërs) hebben in de zienswijze aangegeven te vrezen voor negatieve effecten op het grondwatersysteem en zoute kwel. De agrariërs hebben aangegeven, dat zij voor de teelt van hun producten onder andere groot belang hebben bij de aanwezige zoetwaterlens. In de uitgevoerde geohydrologische effectstudie is op basis een worst-case uitvoeringswijze het effect bepaald op het grondwatersysteem en de zoute kwel in zowel de aanleg- en gebruiksfase. In paragraaf 6.8 van het projectplan zijn de conclusies van deze studie samengevat. Uit deze studie blijkt dat in de aanlegfase onder andere de kweldruk in het achterland kan toenemen en dat de zoutvracht binnendijks kan toenemen. In de gebruiksfase kan onder andere de freatische grondwaterstand zeer beperkt veranderen. Voor de aanleg- en gebruiksfase zijn effectieve en uitvoerbare maatregelen opgenomen die de effecten tot een minimum beperken. De maatregelen die in de aanlegfase genomen kunnen worden zijn onder andere het aanpassen van de aanlegmethode door minder hoog of op grotere afstand

9 9 van 47 van de huidige dijk het zand op te spuiten. Ook het toepassen van een binnendijkse bemaling is een optie. Voor beiden fasen kan voor de landbouw onder andere de perceelsdrainage aangelegd en verbeterd worden. Door het treffen van deze maatregelen kunnen de effecten tot een minimum beperkt worden. Aan de aannemer wordt in het contract de verplichting opgelegd om de effecten tot een minimum te beperken. Aangezien het hoogheemraadschap hier veel belang aan hecht, is het beperken van de effecten voor kwel één van de selectiecriteria in de aanbestedingsprocedure. De plannen van de aannemers die in aanmerking willen komen voor uitvoering van het werk worden hierop beoordeeld. Nadat de gunning door het hoogheemraadschap heeft plaatsgevonden wordt dit nader gecommuniceerd en afgestemd met de omgeving. Om veranderingen in de waterkwantiteit en -kwaliteit in de aanleg- en gebruiksfase te meten wordt het gehele samenhangende watersysteem (grondwater, oppervlaktewater en zoetwaterlenzen) in het invloedgebied, dat wil zeggen tot circa 300 meter landinwaarts, gemonitord. Hiervoor is een monitoringsplan opgesteld als onderdeel van het projectplan. Aan dit plan is al vanaf 2015 nadere invulling gegeven. In 2015 zijn 38 peilbuizen in en om de Prins Hendrikdijk geplaatst, die de grondwaterstand meten. Aanvullend op de peilbuizen uit 2015, worden in het voorjaar van peilbuizen in het achterland geplaatst die de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater (chloridegehalte en grondwaterstanden/stijghoogtes van zowel het freatische grondwater als het watervoerende pakket) in het achterland in beeld brengen. Tevens wordt met slimme meetkastjes (zogenaamde LoRa kastjes) de kwaliteit (zoutgehalte) van het oppervlaktewater gemeten. Deze metingen vormen een aanvulling op Texelmeet (bij de LoRa kastjes wordt gebruik gemaakt van dezelfde sensortechniek als bij Texelmeet). De bepaling van de locatie van de extra peilbuizen en de LoRa kastjes gebeurt in overleg met de grondeigenaren in de Prins Hendrikpolder. De metingen van het grond- en oppervlaktewater betreffen continue metingen. Daarnaast laat het hoogheemraadschap met behulp van grondradar de dikte van aanwezige zoetwaterlens vooraf in beeld brengen. Deze zoetwaterlens wordt gedurende de aanleg- en gebruiksfase vervolgens periodiek wordt gemonitord (op gezette tijden tijdens het groeiseizoen). De focus ligt hierbij op de percelen waar gezien de verbouwde gewassen het grootste risico's op schade bestaat. De start van de werkzaamheden is naar verwachting in De metingen vinden al plaats voorafgaand aan de aanleg van de, om zo de nulsituatie vast te stellen. Gedurende de aanleg- en gebruiksfase vindt de monitoring plaats overeenkomstig het opgestelde monitoringsplan en de hierboven genoemde uitwerking hiervan. Uitkomsten van de monitoring worden periodiek afgestemd met de direct belanghebbenden. Als uit de resultaten blijkt dat de monitoring langer noodzakelijk is, wordt deze uiteraard voortgezet. Verwacht wordt dat met de te nemen voorzorgsmaatregelen geen schade optreedt voor de agrariërs ten gevolge van wijzigingen in het grondwatersysteem of van zoute kwel. Mocht onverhoopt toch sprake zijn van schade, dan kan een verzoek om schadevergoeding worden ingediend op grond van de regeling voor nadeelcompensatie. Het projectplan en monitoringsplan worden tekstueel aangevuld naar de meest recente inzichten over de nadere invulling van de reeds opgestarte monitoring.

10 10 van Effecten door zandverstuiving Een aantal indieners van zienswijzen heeft aangegeven overlast en negatieve effecten van zandverstuiving te verwachten, onder andere op (landbouw)gewassen. In de uitgevoerde analyse zandverstuiving is op basis een worst-case uitvoeringswijze het effect bepaald voor zandverstuiving in zowel de aanleg- en gebruiksfase. In paragraaf 6.10 van het projectplan zijn de conclusies van deze studie samengevat. Uit deze studie blijkt dat in de aanleg- en gebruiksfase het zand bij een aanlandige wind met name tussen het veiligheidsduin en de huidige Prins Hendrikdijk terecht komt. Bij een aflandige wind komt het zand in de vooroever van de Prins Hendrikzanddijk terecht. Voor de aanleg- en gebruiksfase zijn effectieve en uitvoerbare maatregelen opgenomen die de effecten tot een minimum beperkten. In de beide fasen kunnen onder andere papierpulp, vegetatie, anti-stuifschermen worden aangebracht om zand af te vangen of vast te houden. Door het treffen van de maatregelen worden de effecten tot een minimum beperkt. Aan de aannemer wordt in het contract de verplichting opgelegd om de effecten tot een minimum te beperken. Aangezien het hoogheemraadschap hier veel belang aan hecht, is het beperken van de effecten voor zandverstuiving één van de selectiecriteria in de aanbestedingsprocedure. De plannen van de aannemers die in aanmerking willen komen voor uitvoering van het werk worden hierop beoordeeld. Nadat de gunning door het hoogheemraadschap heeft plaatsgevonden wordt dit nader gecommuniceerd en afgestemd met de omgeving. Om een eventuele toename van zandverstuiving in de aanleg- en gebruiksfase te meten is een monitoringsplan opgesteld als onderdeel van het projectplan. In december 2016 zijn in vijf lijnen landinwaarts dwars op de dijk zandvangers geplaatst. De zandvangers meten de hoeveelheid stuifzand. Bij twijfels over de herkomst van het zand kan aan de hand van de korrelgrootte worden bepaald of het zand vanuit het projectgebied van de toekomstige komt, of een andere oorsprong heeft (zoals van de percelen zelf). De start van de werkzaamheden is naar verwachting in De metingen vinden al plaats voorafgaand aan de aanleg van de, om zo de nulsituatie vast te stellen. Gedurende de aanleg- en gebruiksfase vindt de monitoring plaats overeenkomstig het opgestelde monitoringsplan en de hierboven beschreven nadere uitwerking hiervan. Uitkomsten van de monitoring worden periodiek afgestemd met de direct belanghebbenden. Als uit de resultaten blijkt dat de monitoring langer noodzakelijk is, wordt deze voortgezet. Mocht ondanks deze voorzorgmaatregelen toch sprake zijn van schade voor de omgeving, dan kan een verzoek om schadevergoeding worden ingediend op grond van de regeling voor nadeelcompensatie. Het projectplan en monitoringsplan wordt tekstueel aangevuld naar de meest recente inzichten over de hierboven beschreven nadere invulling van de opgestarte monitoring.

11 11 van Toekomstig landbouwkundig gebruik en ontwikkelruimte Indieners vrezen dat zij door de realisatie van de in de toekomst hun agrarisch bedrijf niet meer kunnen uitbreiden vanwege met name de stikstofdepositie op nieuwe (stikstofgevoelige) natuur. In de huidige situatie is het plangebied voor de onderdeel van het Natura 2000-gebied Waddenzee. Dit wijzigt niet met de komst van de. Ten opzichte van de huidige habitattypen die voorkomen, is het nieuw te ontwikkelen habitattype 'grijze duinen' meer gevoelig voor stikstofdepositie. De ontwikkeltermijn van grijze duinen is 10 tot 15 jaar. Hierdoor wordt in de eerste 10 tot 15 jaar niet verwacht dat uitbreiding of wijziging van de bedrijfsvoering door bedrijven voor wat betreft stikstofdepositie beperkt wordt als gevolg van de aanleg van de. De exacte ontwikkelingen in de toekomst kunnen op dit moment niet met zekerheid worden beschreven, maar gezien de huidige aanpak in het Programma Aanpak Stikstof (afgekort PAS) is de verwachting dat voldoende ontwikkelruimte voor bedrijven beschikbaar blijft. Mocht ondanks deze verwachting in de toekomst toch een beperking in de bedrijfsvoering optreden door de ontwikkeling van stikstofgevoelige natuur, dan kan een verzoek om schadevergoeding worden ingediend op grond van de regeling voor nadeelcompensatie tot 20 jaar na het schadeveroorzakende besluit. Het projectplan wordt tekstueel aangevuld, zodat de effecten op toekomstig landbouwkundig gebruik en de ontwikkelruimte worden toegelicht Recreatief (mede)gebruik Indieners van zienswijzen wijzen er op dat het plangebied in de huidige situatie recreatief wordt gebruikt voor vissen, pieren steken, schelpen rapen, zwemmen, strandrecreatie en (kite)surfen. Indieners beroepen zich op het bestaand gebruik binnen Natura 2000-gebieden, waaronder de Waddenzee, waarover veel is discussie (geweest), onder andere bij het vaststellen van de Natura 2000-beheerplannen. Met name eilandbewoners hebben zich ingezet voor behoud van diverse vormen van bestaand gebruik 3 dat in de Natura 2000-beheerplannen wordt omschreven als 'kleinschalig historisch medegebruik'. Met de aanleg van de verdwijnt het huidige wad en strandje Ceres onder het zand van de versterking. Het strandje is ontstaan na de dijkversterking in 1976 door natuurlijke aanzanding. Het strandje is gelegen langs de dijk over een lengte van circa 250 meter en wordt hoofdzakelijk gebruikt door bewoners uit de directe omgeving en gasten van in de buurt liggende boeren campings. Het huidige recreatieve gebruik van het strandje Ceres bestaat uit strandrecreatie, baden/zwemmen en activiteiten als wandelen (al dan niet met de hond), schelpjes rapen etc. Het strandje is niet aangewezen als officiële zwemwaterlocatie of als kitesurflocatie. 3 In de zin van de Wet natuurbescherming is sprake van bestaand gebruik indien activiteiten al voor 31 maart 2010 plaatsvonden en deze activiteiten sindsdien niet meer in betekenende mate zijn gewijzigd. Dergelijke activiteiten zijn vergunningvrij in de zin van deze wet.

12 12 van 47 Ter hoogte van waar nu het strandje ligt en langs de rest van de Prins Hendrikdijk, komt kwetsbare, verstoringsgevoelige natuur. Het gebied is straks een plek waar vogels kunnen broeden en vogels en zeehonden kunnen rusten tijdens hoogwater. De keuze voor droge voeten (waterveiligheidsbelang) en daarbij het sparen van landbouwgrond en de kwaliteitsimpuls die dit oplevert voor de natuur in de Waddenzee, heeft in de afweging meer zwaarte gekregen dan het behoud van het strandje en de andere mogelijkheden tot kleinschalig (recreatief) medegebruik binnen het projectgebied. De is voortgekomen uit een breed gedragen initiatief vanuit de samenleving. De geeft een nieuwe invulling aan het gebied, waarbij een natuurlijke overgang van land naar water wordt gecreëerd. Hierdoor ontstaan nieuwe leefgebieden, onder andere voor (verstoringsgevoelige) vogels. Om ervoor te zorgen dat deze natuur zich in de ook echt blijvend kan ontwikkelen en vestigen, is het gebied beperkt toegankelijk. De mogelijkheden voor recreatieve voorzieningen zijn zorgvuldig ingepast. Binnen het plan is voorzien in nieuwe recreatieve voorzieningen, een fietspad, een wandelpad en uitzichtpunten. Deze worden landschappelijk zorgvuldig ingepast, zodat verstoring van kwetsbare en verstoringsgevoelige natuur wordt voorkomen. De toegankelijkheid van het veiligheidsduin is hetzelfde als in andere duingebieden die fungeren als primaire waterkering: op de paden. De noodzaak tot een goede regulering van de toegankelijkheid blijkt ook uit het advies van de Commissie voor de m.e.r. waarin is aangegeven: De Commissie is er bij de beoordeling van uitgegaan dat de verstorende effecten van recreatief medegebruik worden gereguleerd op de wijze die in de ingediende vergunningaanvragen en bijbehorende stukken is omschreven. Een grotere verstoring, met name verstoring waarbij geen gewenning kan optreden, zou de beschreven positieve effecten op leefgebieden van soorten geheel of gedeeltelijk teniet kunnen doen. In het huidige Natura 2000-beheerplan voor de Waddenzee is rekening gehouden met 'kleinschalig historisch. Dat betekent niet dat er geen ontwikkelingen mogelijk zijn die tot gevolg hebben dat dat gebruik moet worden beëindigd. Met de aanleg van de ontstaat bovendien een nieuwe situatie met andere habitattypen en soorten. Uitgangspunt is dat het hoogheemraadschap de gebruiksfuncties die worden aangetast zoveel mogelijk terug brengt. Bij de afweging kijkt het hoogheemraadschap naar het maatschappelijk en individueel belang en of elders in de buurt goede bestaande alternatieven zijn voor het gebruik. Dat is hier het geval. Zo is er het strandje bij de jachthaven in Oudeschild voor strandrecreatie. Voor kitesurfers is aan de Waddenzee de officiële kitesurflocatie Dijkmanshuizen. Daarnaast hebben de bij het project betrokken samenwerkingspartners zich tot het uiterste ingespannen om toch te voorzien in recreatieve voorzieningen die de beleving van het gebied door de mens mogelijk maken, zoals een fietspad, wandelpad en uitzichtpunt. Twee indieners geven aan dat het door het hoogheemraadschap en de gemeente Texel genoemde bestaande alternatief bij de haven van Oudeschild niet geschikt is, vooral omdat het karakter anders is dan van het huidige strandje Ceres. Indieners uiten de wens om een nieuw alternatief voor het strandje Ceres te ontwikkelen. Daarbij heeft één van de indieners gewezen op een strandje dat in de beginperiode van de planontwikkeling (2011) voor de buitendijkse versterking ter sprake is geweest, met name tijdens een verkennende Workshop ecologische meerwaarde zandige variant versterking Prins Hendrikdijk, en destijds op een tekening van de gemeente Texel is aangegeven.

13 13 van 47 Het betreft een locatie gelegen iets ten oosten van het bestaande strandje Ceres. Deze locatie is destijds opgenomen in een schets die nog uitging van het zogenaamde 'eilandontwerp'. Na 2011 is de planontwikkeling en het onderzoek in het kader van de Milieueffectrapportage verder gegaan en is een uitgebreide morfologische ontwerpstudie uitgevoerd om inzicht te krijgen in welke technische eisen en eisen qua natuurontwikkeling gesteld worden aan het ontwerp met het oog op waterveiligheid en vergunbaarheid. Uit deze studie werd duidelijk het 'eilandontwerp' veelvuldig onderhoud behoeft wegens het niet blijven liggen van het zand. Dit heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van de beoogde habitats en soorten en bovendien hoge onderhoudskosten. Daardoor is uiteindelijk een ander ontwerp gekomen (strandhaakontwerp) dat onder andere voor wat betreft de morfologische eigenschappen en natuur(ontwikkeling) beter is, omdat het zand beter blijft liggen. Uit de morfologische studie is tevens gebleken dat het door indiener genoemde strandje uit het eerdere ontwerp niet blijft liggen en een korte interval (minder dan 5 jaar) van suppleren kent. Bovendien zijn de stroomsnelheden van de nabij dit alternatieve strandje gelegen Texelstroom relatief hoog. Deze snelheden vormen een potentieel risico voor zwemmers. Hierdoor komt het nieuwe strandje niet tegemoet aan de door indieners veel genoemde wens van een veilige zwemlocatie met name voor kinderen, vergelijkbaar met de omstandigheden op het huidige strandje Ceres. Samengevat: Het belang van dijkversterking en natuurontwikkeling weegt zwaarder dan het belang van behoud van het strandje op de huidige locatie. De risico's voor de natuurontwikkeling maken dat het niet redelijkerwijs mogelijk en wenselijk wordt geacht een alternatief strandje te ontwikkelen binnen het plangebied. Er komen diverse andere recreatieve voorzieningen in de plaats van het strandje. Er zijn op Texel en in de nabijheid voldoende alternatieven voor de diverse door indieners genoemde vormen van huidig gebruik van het strandje. Mocht er desondanks sprake zijn van schade dan kan een verzoek om nadeelcompensatie worden ingediend. Het projectplan wordt tekstueel aangevuld, zodat het huidige recreatieve (mede)gebruik in beeld wordt gebracht en de gemaakte afweging wordt toegelicht. 3.4 Nadeelcompensatie In deze nota van beantwoording wordt diverse keren verwezen naar nadeelcompensatie. Op grond van artikel 5.4 Waterwet tweede lid moet het projectplan tenminste een beschrijving van het betrokken werk bevatten en de wijze waarop dat wordt uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van het werk. Uitgangspunt is dus dat nadelige effecten zoveel mogelijk worden voorkomen of ongedaan worden gemaakt. Desondanks zijn nadelige effecten voor belanghebbenden door op zichzelf rechtmatige maatregelen vanuit de overheid niet altijd te voorkomen. Daarom is in artikel 7.14 van de Waterwet voorzien in een wettelijke grondslag voor de vergoeding van schade als gevolg van de 'rechtmatige taakuitoefeningen' door het hoogheemraadschap. Indien een belanghebbende door de uitvoering van het projectplan schade leidt, dan kan deze bij het hoogheemraadschap een verzoek om schadevergoeding (nadeelcompensatie) indienen. Het

14 14 van 47 hoogheemraadschap keert een schadevergoeding uit voor zover de schade redelijkerwijs niet ten laste van de indiener moet komen en de schade niet al anderszins is verzekerd. Schade die binnen het normaal maatschappelijk risico valt wordt daarom niet vergoed. Bij de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie past het hoogheemraadschap de Verordening nadeelcompensatie hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2015 toe. Zie voor meer informatie zoekterm 'schade'. Voor een beroep op de regeling voor nadeelcompensatie is het niet nodig eerst in beroep te gaan tegen het projectplan of de vergunningen.

15 15 van 47 4 De afzonderlijke zienswijzen 4.1 K. en K. van der Zwaag te Den Hoorn A Indieners zijn woonachtig aan De Rede, dichtbij de geplande. Zij vinden het plan een mooie, innovatieve en veilige manier van dijkversterking en juichen de komst van de zanddijk in principe toe. Ze willen met de zienswijze niet zozeer bezwaren uiten, maar wel een aantal wensen, bedenkingen en zorgen kenbaar maken. In de eerste plaats willen zij in verband met mogelijke schade een bouwkundige vooropname van hun huis en bijgebouwen door een onafhankelijk deskundige. B Indieners dringen aan op een goede overlegstructuur met omwonenden, de aannemer en het hoogheemraadschap tijdens de aanlegperiode voor signalering van overlast, wijziging in de uitvoeringsplanning en informatie over de voortgang. Daarmee zijn tijdens de bouw van het gemaal Prins Hendrik goede ervaringen opgedaan. Deelname van het hoogheemraadschap aan de overlegstructuur achten zij noodzakelijk. Ze benadrukken de eindverantwoordelijkheid van het hoogheemraadschap. De aannemer is verplicht bouwkundige opname te laten maken door een onafhankelijk deskundige van de buitenen binnenzijde van de gebouwen (inclusief kelders) tot ten minste 200 meter buiten het plangebied. Dit is vastgelegd in de contractdocumenten. De gebouwen van de indiener bevinden zich binnen de afstand van 200 meter. Het hoogheemraadschap is eindverantwoordelijke voor de realisatie van de. Het hoogheemraadschap stemt de wensen over de overlegstructuur in de komende periode nader met de omwonenden af. In zijn algemeenheid verzorgt het hoogheemraadschap de publiekscommunicatie en de aannemer de projectcommunicatie. niet tot een aanpassing van het projectplan. niet tot een aanpassing van het projectplan.

16 16 van 47 C Verder geven indieners aan dat ongetwijfeld overlast ontstaat en zij vrezen vooral voor: 1. lawaai door schepen, pompen, materieel; 2. stuifzand; 3. verkeer over de binnendijkse werkweg en de Amaliaweg. Indieners willen graag van tevoren afspraken maken over eventuele tegemoetkoming of compensatie wanneer sprake is van overlast. Waar gewerkt wordt, kan hinder niet volledig worden uitgesloten. De werkzaamheden voor de aanleg van de vinden voornamelijk vanaf zee plaats, waardoor binnendijks minimale hinder te verwachten is. De aanvoer van zand vindt volledig via zee plaats. Voor het aspect geluid zijn in paragraaf 6.11 van het projectplan de effecten in beeld gebracht net als de maatregelen die genomen kunnen worden. Hieruit blijkt dat het geluidsniveau door de werkzaamheden binnen de wettelijke normen blijft. niet tot een aanpassing van het projectplan. Voor het aspect stuifzand is de inhoudelijke reactie opgenomen onder nummer 2 'Effecten door verstuiving' van de thematische behandeling van de zienswijzen. Indien schade ontstaat is het hoogheemraadschap het aanspreekpunt. De schadebeoordeling en -afhandeling bij dit type publieke werken vindt plaats via de regeling nadeelcompensatie. 4.2 Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) te 't Horntje A Indiener geeft aan dat het onderzoeksinstituut NIOZ al jaren diverse onderzoekwerkzaamheden uitvoert op de hoek van de NIOZ-haven en het wad voor de Prins Hendrikpolder. Het gaat om langjarige vismonitoring met een fuik en het testen van apparatuur op het 'proefwad' tegen Het hoogheemraadschap heeft in het kader van de voorbereiding van het ontwerpprojectplan diverse overleggen gevoerd met indiener, waarbij onder meer is gesproken over de onderzoeklocatie voor het testen van onderwaterapparatuur op en onderzoek in de wad bodem en de fuik waarmee in het kader van wetenschappelijk onderzoek monitoring met betrekking tot vis plaats Het projectplan onder paragraaf 7.1. wordt aangevuld om de testlocaties en fuik specifiek te beschrijven.

17 17 van 47 de NIOZ-haven aan. Indiener geeft aan voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek te beschikken over vergunningen. Indiener wil tijdens en na de aanleg van de Prins Hendrikzanddijk deze belangen veiliggesteld zien om de eerdergenoemde activiteiten te kunnen voortzetten. vindt. Testlocatie apparatuur NIOZ heeft toegelicht dat het onderwaterapparatuur test onder natuurlijke omstandigheden door plaatsing van deze apparatuur op de wad bodem, op het schorretje tussen de NIOZ-haven en de dijk. Het hoogheemraadschap is in gesprekken met NIOZ op zoek gegaan naar een geschikte locatie waar in de toekomst het testen van apparatuur kan plaatsvinden. Deze locatie is gevonden aan de kop van de havendam van NIOZ-haven. Bij het testen van de apparatuur gaat het om een activiteit die naar verwachting geen significante effecten heeft op de aanwezige en te ontwikkelen natuur(waarden). De apparatuur wordt door een medewerker op de wad bodem geplaatst en na enige tijd weer verwijderd. Verdere voorzieningen zijn niet nodig voor het testen. Naar verwachting is daarom geen vergunning op grond van de Wet natuurbescherming nodig, maar het bevoegd gezag heeft aangegeven dat NIOZ te zijner tijd bij twijfel voor de zekerheid een aanvraag kan indienen om dit te laten toetsen. De nieuwe locatie staat de taakuitoefening van het hoogheemraadschap niet in de weg en kan wat het hoogheemraadschap betreft dan ook na de aanleg van de in gebruik worden genomen. Fuik De fuik van indiener staat aan het uiteinde van de havendam van de NIOZhaven. NIOZ heeft deze fuik in 2015 geplaatst op basis van een overeenkomst met de Staat der Nederlanden (Ministerie van EZ voor de verhuring

18 18 van 47 van visvakken voor de visserij met vaste vistuigen). Deze is ingegaan op 1 april 2015 en eindigt op 31 maart NIOZ heeft in gesprekken aangegeven, dat ook op andere locaties vismonitoring plaatsvindt, maar dat deze locaties niet ideaal zijn. Ook heeft NIOZ benadrukt dat de onderzoeksresultaten vanaf 2015 waardeloos worden als de fuik verplaatst moet worden. Om de fuik te kunnen verplaatsen moet een bepaalde periode zowel op de oude als de nieuwe locatie gemeten worden om de resultaten te kalibreren. Allereerst wijst het hoogheemraadschap erop dat de fuik is geplaatst, nadat al publiek bekend was dat de het voorkeuralternatief is voor de dijkversterking. Dit voorkeursalternatief is vastgesteld op 26 maart Mogelijke problemen met de voortzetting van onderzoek op deze locatie waren dus voorzienbaar. Dat neemt niet weg dat het hoogheemraadschap uiteraard oog heeft voor de belangen van NIOZ en is tijdens eerdergenoemde gesprekken gesproken over het behoud van de fuik op de locatie aan de havendam. De fuik moet na de aanleg van de iets worden opgeschoven naar de plek die met het NIOZ is afgestemd. Deze locatie is tevens geschikt voor het testen van de apparatuur. Ook bij deze activiteit gaat het om extensief gebruik dat naar verwachting geen significante effecten heeft op de aanwezige en te ontwikkelen natuur(waarden). Over de bruikbaarheid van de fuik in de aanlegfase vindt overleg met NIOZ plaats.

19 19 van Kamperen bij de Boerin, A. Visser-Jansen te Den Hoorn A Indiener is agrariër in de Prins Hendrikpolder en heeft als nevenactiviteit een kleine camping. Ze vraagt aandacht voor het belang van schapen op de Prins Hendrikdijk. Ze stelt dat als straks geen schapen meer op de dijk mogen ook de samenwerking met de V.o.f. Van Leeuwen terugloopt, die naast schapen op de dijk ook schapen weidt op het grasland van indiener. Zonder de schapen wordt de bedrijfsvoering in de periode 1 juli t/m 31 maart een stuk lastiger en wellicht onmogelijk. V.o.f Van Leeuwen heeft de Prins Hendrikdijk gepacht en deze overeenkomst is ten einde. Op dit moment gebruikt V.o.f. Van Leeuwen de dijk voor het beweiden van schapen op basis van een gebruiksovereenkomst. In december 2016 is met V.o.f. Van Leeuwen afgesproken dat hij na aanleg van de de dijk opnieuw in pacht mag nemen en dat daarvoor te zijner tijd een pachtovereenkomst wordt opgesteld. Tevens is afgesproken dat deze de dijk tot en tijdens de realisatie onder voorwaarden en voor zover de realisatie dit mogelijk maakt, mag gebruiken voor het beweiden met schapen. Dit heeft het hoogheemraadschap schriftelijk bevestigd. Hiermee is de samenwerking met indiener ook in de toekomst mogelijk. De afspraken over toekomstige pacht worden toegevoegd in paragraaf en paragraaf 7.2 in het projectplan. B Indiener maakt zich zorgen over de verandering van de grondwaterstand en verzilting na de dijkversterking. Ze acht het noodzakelijk de percelen direct grenzend aan de dijk te draineren om het zoute grondwater af te voeren, zodat de teeltlaag niet verzilt. Ervaringen uit het verleden met dergelijke maatregelen, in de tijd van de ruilverkaveling, geven aan dat dit een beproefde methode is. onder nummer 1 'Effecten op de grondwaterstand en kwel' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan onder paragraaf 6.8 en een aanpassing van het monitoringsplan. C Indiener geeft aan dat het strandje Ceres, dat bij de aanleg van de verdwijnt, veel wordt bezocht door haar campinggasten. Het aantal plaatsen aan de Waddenzeekant waar mag onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

20 20 van 47 worden gezwommen wordt wel erg klein. Meerdere van de gasten komen op haar camping kamperen vanwege het strandje en de veiligheid hiervan voor kinderen. D Indiener geeft aan dat jonge kinderen vanaf de camping nu nog alleen op de fiets naar Oudeschild kunnen door het overal toegankelijke fietspad. Door de indiener wordt waarschijnlijk bedoeld dat de fietsroute van de camping naar Oudeschild wijzigt. In bijlage I zijn afbeeldingen opgenomen van de huidige en de toekomstige situatie. niet tot een aanpassing van het projectplan. In de huidige situatie is deze route: 1. Over de Redoute en vervolgens over het gedoogde fietspad op de buitenberm van de waterkering, of; 2. Over de Redoute en vervolgens over het vrij liggende fietspad naast de Redoute. In de toekomstige situatie is de fietsroute: 1. Over de Redoute, vervolgens over het vrij liggende fietspad en na De Schans over het gedoogde fietspad op de buitenberm van de waterkering. Hierbij vinden twee extra oversteken plaats, of; 2. Over de Redoute en vervolgens over het vrij liggende fietspad naast de Redoute. Deze route is ongewijzigd. E Gasten informeren nu al of de aanleg van de gepaard gaat met geluidsoverlast en overlast van stuivend zand. De wijzigingen van de fietsroute via de dijk zijn dusdanig gering, dat hiervoor het plan niet aangepast dient te worden. Voor het aspect geluid zijn in paragraaf 6.11 van het projectplan de effecten in beeld gebracht net als de maatregelen die genomen kunnen worden. Overigens zou bij een binnenwaartse versterking de geluids- en verkeersoverlast aanzienlijk groter zijn dan de huidige buitenwaartse versterking. niet tot een aanpassing van het projectplan.

21 21 van 47 F Indiener vreest dat gasten straks uitwijken naar de Noordzeekant van Texel met als gevolg verlies van inkomsten en een onzekere toekomst voor de kinderen die het bedrijf mogelijk in de toekomst willen voortzetten. Voor het aspect stuifzand is de inhoudelijke reactie opgenomen onder nummer 2 'Effecten door verstuiving' van de thematische behandeling van de zienswijzen. Mocht er sprake zijn van (inkomens)schade, dan kan een verzoek worden ingediend om nadeelcompensatie. De wordt een bijzonder en mooi gebied met bijzondere natuurwaarden en vogelsoorten die op dit moment hier niet voorkomen. Deze waarden kunnen (meer) gasten met andere interesses aantrekken. Daarbij wordt in het gebied een fietsroute en een wandelpad aangelegd, waardoor de op een aantrekkelijke wijze kan worden beleefd. niet tot een aanpassing van het projectplan. 4.4 M.L. Verhagen te Den Burg A Indiener is van mening dat de zanddijk landschappelijk niet past in dit deel van de Waddenzee. De oostkust van Texel ontleent haar karakter aan de dijk en schorren die daar langs liggen. De westkust heeft stranden. Een kunstmatige ingreep om natuur na te bootsen past niet in het unieke en natuurlijke karakter van de Waddenzee. Met de aanleg van de verandert het beeld van (een deel van) de Waddenkust. Aan de Waddenzeezijde van Texel wordt een veiligheidsduin gecombineerd met onder andere slikken en schorren, waarmee een meer natuurlijke gradiënt tussen land en water wordt teruggebracht. De bestaande harde grens tussen land en water wordt vervangen door een bredere zone met meer ruimte voor dynamiek en natuurlijke processen. Vanuit landschappelijk oogpunt past deze ingreep bij het karakter van de Waddenzee: niet tot een aanpassing van het projectplan. 1. Sinds 1170 is Texel een eiland en wordt de Waddenzeekust van Texel gekenmerkt door menselijk ingrepen. De dijken zijn daar het duidelijkste voor-

22 22 van 47 beeld van. De aanleg van de is enerzijds een toevoeging aan de lange historie van menselijk ingrepen maar anderzijds ook het terugbrengen van een meer natuurlijke en oorspronkelijke staat. 2. Het veiligheidsduin krijgt andere kenmerken dan het duin aan de Noordzeezijde. De kustverdediging krijgt het karakter van een zand-dijk; een langgerekte structuur met in aanleg een relatief uniform profiel. Ook blijft de Prins Hendrikdijk als landschappelijk element gehandhaafd. De bestaande landschappelijke structuren van polders en dijken worden door de nieuwe toevoeging niet aangetast en daarmee blijft de ontstaansgeschiedenis van het eiland en het verschil tussen Noordzeezijde en de wad-kant afleesbaar uit het landschap. B Het gebied bevat oester- en mosselbanken en is een gebied waar vogels en vissen foerageren. De oesters en mossels verstikken onder het zand. Daarnaast is in het Natura beheerplan Waddenzee aangeven dat de met zijn brede, zandige kwelderachtige vooroever zorgt voor een kwaliteitsimpuls voor de natuur. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) heeft het bodemleven dat voorkomt op de locatie waar de wordt aangelegd in de jaren 2014, 2015 en 2016 onderzocht. In de analyse van de in deze jaren verzamelde gegevens is geconcludeerd dat de biomassa van de aanwezige bodemdieren laag is. Wel zijn in 2014 op enkele plaatsen schelpdierbanken aangetroffen. In 2015 en 2016 zijn deze niet meer aangetroffen. Aangezien de biomassa bodemdieren in het algemeen laag is en vrijwel geheel uit wormen en kleine jonge schelpdieren bestaat, is de betekenis voor duikende watervogels gering. Deze zienswijze leidt tot een tekstuele aanpassing van paragraaf van het projectplan en de analyse van het bodemleven is toegevoegd als bijlage XII, zodat de informatie over bodemdieren wordt opgenomen.

23 23 van 47 Door de realisatie van de worden de omstandigheden en vestigingsfactoren voor onder andere schelpdieren en daarmee vogelsoorten juist verbeterd. C Het zand dat wordt aangebracht gaat verstuiven over aangrenzende landerijen. Dit doet zich incidenteel al voor bij het strandje Ceres waar kunstmatig zand is opgebracht. In de huidige situatie zonder strand vindt geen verstuiving plaats, omdat het zand bij eb nooit helemaal opdroogt tussen de getijdewisseling. D Het zand verplaatst zich mogelijk naar de vaargeul en dit brengt de bereikbaarheid van Texel in gevaar. De veerboot kan nu al bij oostenwind niet varen, omdat er dan te weinig water in de vaargeul staat. Er is veel waterbeweging, wat het zand meeneemt. Door vaker voorkomende stormen nemen de risico's van zandbeweging toe. E De dijk kan ook op andere manieren versterkt worden. De dijk kan inwendig versterkt worden met nieuwe technieken, zonder dat verbreding of ophoging nodig is. onder nummer 2 'Effecten door verstuiving' van de thematische behandeling van de zienswijzen. In paragraaf 6.9 van het projectplan zijn de effecten en de te nemen maatregelen ten behoeve van de verzanding van havens beschreven. Ten grondslag hieraan ligt een uitgebreide studie die als bijlage X aan het projectplan is toegevoegd. Uit de studie blijkt dat door de aanleg van de geen noemenswaardige extra verzanding van vaargeul en havens optreedt. Dat de veerboot onder bepaalde omstandigheden niet kan varen is een combinatie van een ondiepe vaargeul, een verlaagde waterstand door afwaaiing en de diepgang van de veerboot. De heeft geen noemenswaardige invloed op deze factoren. Het wel of niet varen van de veerboot wordt dan ook niet beïnvloed door de. In paragraaf 3.2. is een toelichting gegeven op de wijze waarop de alternatieven zijn afgewogen en wat het resultaat hiervan is. Een oplossing met inwendige versterking (middels een damwand), waarbij niet tot nauwelijks sprake is van verbreding, is onderzocht in het MER. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan onder paragraaf 6.10 en een aanpassing van het monitoringsplan. niet tot aanpassing van het projectplan. niet tot aanpassing van het projectplan.

24 24 van 47 Deze oplossing heeft niet de voorkeur gekregen omdat deze onder andere duurder (niet sober) en niet uitbreidbaar is (niet doelmatig). Verder is het aanleggen van een tweede binnendijk of binnendijkse verbreding mogelijk. Dit is in visueel opzicht jammer, maar landschappelijk wel aanvaardbaar. Het specifieke karakter van het cultureel erfgoed blijft daarmee behouden. Oplossingen met een binnendijkse verbreding is in het MER onderzocht en afgewogen. In die afweging is het landschappelijke effect, waaronder het culturele karakter, betrokken. Deze oplossing heeft niet de voorkeur gekregen om de redenen opgenomen in paragraaf 3.2. Een tweede binnendijk is niet beschouwd, omdat het geen redelijk alternatief is onder andere vanwege de doelmatigheid. Deze oplossing is ook niet door iemand ingebracht. Er staan nauwelijks huizen achter de dijk, en zeker geen woningen die qua landschappelijke schoonheid of architectuur de moeite waard zijn om te behouden. Indiener stelt dat waarschijnlijk geen woningen hoeven te verdwijnen bij binnendijkse versterking. F Met de aanleg van de zanddijk verdwijnt strandje Ceres. Dit is een verlies voor aan- en omwonenden die veilig willen zwemmen zonder hinder van gevaarlijke stroming. Hier wordt veel gebruik van gemaakt. Het belang om de woningen achter de dijk te sparen, is niet ingegeven door hun landschappelijke betekenis, maar door het belang van de eigenaren en gebruikers. Het is inderdaad mogelijk dat bij binnendijkse oplossingen de woningen worden ingepast door het plaatsen van damwanden. Dat is opgenomen in het MER en in de afweging meegewogen. Echter is omwille van de redenen genoemd in paragraaf 3.2. de keuze gemaakt om de te realiseren. onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanpassing wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf VOF Van Leeuwen te Den Hoorn

25 25 van 47 A Indiener vindt dat hij wordt benadeeld doordat de mogelijkheden van oesters en kokkels rapen, vissen, pieren steken, (kite)surfen en zwemmen bij het strandje Ceres worden afgenomen. Vreemd is volgens indiener dat het 'onderzoekswad' van NIOZ wel verplaatst kan worden in Natura 2000-gebied, maar dat de bevolking niets terug krijgt van bovenvermelde activiteiten. Dit plan gaat ten koste van het woongenot. B Indiener geeft aan dat het hoogheemraadschap stelt dat de bevolking dit plan wil, maar hem is niets gevraagd. onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. Voor een toelichting over de mogelijkheden voor verplaatsing van het 'onderzoekswad' van NIOZ: zie 4.2 A. Voor de versterking van de Waddenzeedijk is in 2009 een startnotitie in het kader van de m.e.r.-procedure gepubliceerd. Een ieder is in de gelegenheid gesteld op deze startnotitie een zienswijze in te dienen. Indiener heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. De tekstuele aanpassing wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf niet tot een aanpassing van het projectplan. Een brede groep van organisaties heeft dit wel gedaan. Daaruit is de wens voor een buitendijkse zandige oplossing naar voren gekomen. Deze oplossing is, mede op verzoek van de Commissie voor de m.e.r, opgenomen in een oplegnotitie op de eerder uitgebrachte startnotitie. Deze documenten hebben wederom ter inzage gelegen en eenieder kon hier zienswijzen op indienen. Door indiener is hier geen gebruik van gemaakt. Bij de nadere uitwerking is door het hoogheemraadschap meerdere keren overlegd met indiener, waarbij het planvoornemen ook is doorgesproken. Indiener is hiermee op de hoogte van het voornemen om de te realiseren. Daarnaast is indiener ondertekenaar van een pamflet tegen de en heeft hij dit meerdere keren in overleggen

26 26 van 47 C Indiener is van mening dat zoute kwel kan ontstaan en dat het hoogheemraadschap daar nogal laconiek over doet. Nu heeft hij geen last van zoute kwel. D Indiener vreest overlast van stuifzand, zeker bij wind vanuit oostelijke en (zuid)oostelijke richting, windkracht 6. De aannemer kan dit niet onder controle krijgen. Hierdoor ontstaat gewasschade en schade aan materiaal dat buiten staat en in huis. E Indiener wijst op het risico dat door de druk van het zand binnendijks slappere plekken in de bodem omhoog komen. Hij vindt dat hiervoor een nulmeting moet komen, maar het hoogheemraadschap acht dat niet nodig. naar voren gebracht. Het hoogheemraadschap heeft een maatschappelijk belang, te weten hoogwaterveiligheid, te vertegenwoordigen. In haar afwegingen kan vanwege dit belang niet altijd met iedere individuele mening rekening worden gehouden. De gemaakte afwegingen door het hoogheemraadschap om tot de te komen zijn vastgelegd in het MER, Addendum MER en projectplan. onder nummer 1 'Effecten op de grondwaterstand en kwel' van de thematische behandeling van de zienswijzen. onder nummer 2 'Effecten door verstuiving' van de thematische behandeling van de zienswijzen. Het klopt dat in de Prins Hendrikpolder op een aantal plekken slappe grondlagen voorkomen. Door het aanbrengen van het zand voor de zou gedurende de uitvoering de waterspanning tijdelijk kunnen toenemen; dit zou kunnen leiden tot afname van de sterkte van de ondergrond. Door maatregelen te nemen, zoals bijvoorbeeld het aanpassen van de aanlegmethode door minder hoog of op grotere afstand van de huidige dijk het zand op te spuiten of binnendijkse bemaling, wordt gezorgd dat toename van grondwaterstanden buiten de bandbreedtes van de huidige fluctuaties niet optreedt. De voorziene monitoring van de (grond)waterkwantiteit voorziet in de De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.8 en een aanpassing van het monitoringsplan. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.10 en een aanpassing van het monitoringsplan. niet tot een aanpassing van het projectplan.

27 27 van 47 borging. F Indiener wijst erop dat de grijze duinen die worden ontwikkeld verzuringsgevoelig zijn, wat grote gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering van het boerenbedrijf. G Indiener vreest schade, onder andere doordat bepaalde gewassen niet meer kunnen worden geteeld en grond minder waard wordt. Hij wil hierover goede afspraken maken. onder nummer 3 Toekomstig landbouwkundig gebruik en ontwikkelruimte van de thematische behandeling van de zienswijzen. In onderzoeken die als bijlage bij het projectplan zijn opgenomen, zijn de effecten in de aanleg- en gebruiksfase bepaald alsmede de maatregelen die getroffen kunnen worden. Hierdoor zijn de uiteindelijke effecten bij de aanleg en in de definitieve situatie hooguit heel beperkt. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf niet tot een aanpassing van het projectplan. Het hoogheemraadschap heeft met indiener en diverse andere agrariërs in het gebied gesprekken gevoerd en daarbij onder andere toegelicht hoe de monitoring van grondwater, zoutgehaltes en stuifzand plaatsvindt en uitleg gegeven over de contractuele verplichting van de aannemer om maatregelen te nemen. Daarbij is tevens een toelichting gegeven op de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie voor het geval desondanks toch schade ontstaat. H Volgens de indiener stelt het hoogheemraadschap dat geen landbouwgrond verdwijnt, maar als de huidige dijk bij het natuurgebied wordt getrokken wordt wel degelijk landbouwgrond gebruikt. De huidige Prins Hendrikdijk is geen landbouwgrond. Het is een waterstaatswerk. Het hoogheemraadschap heeft de mogelijkheid om via een pachtovereenkomst de waterkering te laten beweiden. De beweiding is niet noodzakelijk voor het beheer van de waterkering. De afspraken over toekomstige pacht worden tekstueel aangevuld in het projectplan in paragraaf 7.1, 7.2 en In december 2016 is met indiener afgesproken dat hij na aanleg van de Prins Hendrikzanddijk de dijk opnieuw in pacht mag nemen en dat daarvoor ter zijner tijd een pachtovereenkomst wordt opgesteld. Tevens is afgesproken dat deze de dijk tot en tijdens de realisatie

28 28 van 47 I Indiener vindt de buitendijkse versterking een belachelijk plan dat de gemeenschap veel geld kost, terwijl onzeker is wat er met de zanddijk gaat gebeuren. J Indiener geeft aan dat de Texelse bevolking niet op het plan zit te wachten en dat er niet naar de omgeving wordt geluisterd. onder voorwaarden mag gebruiken, voor het beweiden met schapen. Dit is door het hoogheemraadschap schriftelijk aan indiener bevestigd. De is getoetst op zijn morfologische stabiliteit, waarbij onderzoek is gedaan naar getij- en weersinvloeden (wind, stromingen, golven) en erosie als gevolg hiervan. Deze toetsing heeft plaatsgevonden in een uitgebreide morfologische modelstudie. In paragraaf van het projectplan wordt een beschrijving gegeven van de doelstellingen alsmede de resultaten van deze studie. Tevens is de studie in bijlage II van het projectplan opgenomen. De studie toont onder andere aan dat de een stabiel ontwerp is en ook op lange termijn blijft bestaan. Zie hiervoor de reactie onder 'B'. Daarbij kan aangevuld worden dat de gemeente Texel voorstander is van het voorgenomen plan en ook bereid is om hieraan mee te betalen. niet tot aanpassing van het projectplan. niet tot aanpassing van het projectplan. 4.6 Rijkswaterstaat Noord-Nederland A Rijkswaterstaat Noord- Nederland geeft aan dat door het intensieve vooroverleg de belangen van Rijkswaterstaat goed en herkenbaar zijn opgenomen in het ontwerpprojectplan en dat inzichtelijk is hoe deze belangen worden geborgd. Rijkswaterstaat heeft derhalve geen bezwaren tegen de uitvoering van de Prins Hendrikzanddijk. Het hoogheemraadschap dankt indiener voor deze positieve reactie. De reactie leidt niet tot aanpassing van het projectplan.

29 29 van V.o.f. Terpstra-Brouwer te Den Hoorn A Indiener teelt bloembollen en vreest voor zoute kwel door de dijksterking met schade als gevolg. Hij wijst op de gevoeligheid van bloembollen voor zoute kwel. B De dijksloot is niet in staat het water snel af te voeren bij sectie 9. Deze sloot is onvoldoende diep en verzand. Ook de pijp die twee jaar geleden is geplaatst ligt te hoog en niet vlak. Hoewel dit diverse malen is aangekaart, is naar de mening van indiener onvoldoende actie ondernomen. C Het nieuw aan te leggen gebied is niet meer toegankelijk voor mensen. Indiener is het daar niet mee eens. Dit is in de adviesgroep pas op het laatste moment kenbaar gemaakt. Ook is dit ongunstig voor de exploitatie van de minicamping van indiener. onder nummer 1 Effecten op de grondwaterstand en kwel van de thematische behandeling van de zienswijzen. De afdeling beheer van het hoogheemraadschap heeft indiener reeds beantwoord naar aanleiding van zijn klacht over de huidige situatie. Op dit moment volstaat de huidige afvoer van de dijksloot. Ook de geschetste knelpunten zijn niet aan de orde of zijn reeds opgelost. Een aanpassing van de dijksloot is in de huidige situatie niet aan de orde. In de aanlegfase en later in de gebruiksfase mogen de afvoer van het watersysteem en het (water)peilbeheer niet in het geding komen. Onder de thematische behandeling van zienswijzen onder nummer 1 Effecten op de grondwaterstand en kwel is hier ook op in gegaan. onder nummer 4 Recreatief (mede)gebruik van de thematische behandeling van de zienswijzen. In de adviesgroep is in het verleden wel degelijk aangegeven dat toegankelijkheid enkel kan worden toegestaan indien de te ontwikkelen natuurwaarden zich hier niet tegen verzetten. Met de huidig inzichten, is de toegankelijkheid beperkt tot hetgeen in het projectplan is opgenomen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.8 en een aanpassing van het monitoringsplan. niet tot een aanpassing in het projectplan. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

30 30 van 47 D Indiener heeft zorgen over de afhandeling bij eventuele schade, met name voor de lange termijn en als de aannemer failliet mocht gaan. Hij vraagt wie dan de verantwoording overneemt. E Verder heeft indiener zorgen over stuifzand, vooral in de periode wanneer er nog geen begroeiing op de is. Dit is zeer schadelijk voor bloembollen. F Tenslotte vreest indiener voor een gebied met grote zoetwaterplassen die grote aantallen ganzen aantrekken, met meer overlast tot gevolg. De aannemer handelt in opdracht van het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap blijft eindverantwoordelijk. Indien schade ontstaat, kan een verzoek om nadeelcompensatie worden ingediend. Hierbij is het hoogheemraadschap het aanspreekpunt. onder nummer 2 Effecten door verstuiving van de thematische behandeling van de zienswijzen. In de zijn geen grote zoetwaterplassen opgenomen. Het buitendijks gebied is zout. De aantrekkingskracht voor ganzen is daarmee nihil. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing in het projectplan. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.10 en een aanpassing van het monitoringsplan. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het projectplan. 4.8 J.W. Bakker te Den Burg A Indiener geeft aan dat uit paragraaf 4.6 van het ontwerpprojectplan volgt dat het gebruik van het strandje Ceres in de toekomst niet meer mogelijk is. Hij geeft aan dat zijn gezin vrij intensief gebruik maakt van het strandje omdat het dichtbij, veilig en sfeervol is. Tevens is het strandje klein en overzichtelijk en daardoor onder andere bij jonge gezinnen zeer geliefd. onder nummer 4 Recreatief (mede)gebruik van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

31 31 van P. van Leeuwen te t Horntje A Indiener is tegen de aanleg van de zanddijk in een uniek stuk wad waar een kokkelbank ligt, mesheften groeien, wadpieren leven en wadvogels fourageren. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) heeft het bodemleven dat voorkomt op de locatie waar de wordt aangelegd in de jaren 2014, 2015 en 2016 onderzocht. In de analyse van de in deze jaren verzamelde gegevens is geconcludeerd dat de biomassa van de aanwezige bodemdieren laag is. Wel zijn in 2014 op enkele plaatsen schelpdierbanken aangetroffen. In 2015 en 2016 zijn deze niet meer aangetroffen. Aangezien de biomassa bodemdieren in het algemeen laag is en vrijwel geheel uit wormen en kleine jonge schelpdieren bestaat, is ook de betekenis voor duikende watervogels gering. Deze zienswijze leidt tot een tekstuele aanpassing van paragraaf van het projectplan en de analyse van het bodemleven is toegevoegd als bijlage XII, zodat de informatie over bodemdieren wordt opgenomen. B Indiener is tegen het verdwijnen van de recreatiemogelijkheden zoals zwemmen, kanoen, vissen, pieren steken, kokkels rapen. Dit is bij de vaststelling van de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden zwaar bevochten historisch medegebruik van de burger. C Indiener is het niet eens met de gang van zaken vooraf. Direct betrokkenen zijn misschien wel ingelicht over de buitendijkse versterking, maar over het feit dat het gebied op slot gaat en het feit dat het historisch medegebruik de burgers wordt ontnomen, is geen woord gerept tot het moment dat de plannen een Door de realisatie van de worden de omstandigheden en vestigingsfactoren voor onder andere schelpdieren en daarmee vogelsoortenjuist verbeterd. onder nummer 4 Recreatief (mede)gebruik van de thematische behandeling van de zienswijzen. In paragraaf 3.2. is een toelichting gegeven op de wijze waarop de alternatieven zijn afgewogen en wat het resultaat hiervan is. Door het hoogheemraadschap is in dit proces meerdere keren overlegd met indiener, adviesgroep en direct omwonenden, waarbij het planvoornemen ook is doorgesproken. Indiener is hiermee op de hoogte van het voornemen om de te realiseren en de daarbij behorende De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het projectplan.

32 32 van 47 feit waren en er geen weg meer terug was. eisen omtrent de toegankelijkheid van het gebied. D Indiener is tegen het verdwijnen van het kweldertje dat is ontstaan tussen de dijk aan de Rede en de NIOZ-loods. Vroeger lag hier een strandje waar de schapen vrij gebruik van konden maken. De aanraking van de dieren met het zoute water had een positief effect op de gezondheid van de hoefjes. Na de aanleg van asfalt op de dijk en de komst van een werkweg kwam er een einde aan het vrije gebruik door de schapen, maar na het ontstaan van het kweldertje heeft indiener een deel daarvan omheind met mondelinge toestemming van de toenmalige dijkbeheerder. Hierdoor konden de schapen daar meerdere malen per jaar lopen. Dit had hetzelfde effect als ten tijde van het strandje. E Op het beweide deel van het kweldertje zitten jaarlijks scholeksters te broeden en sinds twee jaar is dit ook deels het leefgebied van een velduil. Het gebruik van het kweldertje is niet in een overeenkomst geformaliseerd en er staat dus ook geen tegenprestatie in de vorm van een huur- of pachtsom tegenover. In de afweging van belangen weegt het belang van de dijkversterking zwaarder dan het behoud van deze functie voor indiener. Vanuit de overweging dat tegenover het niet geformaliseerde bijzondere gebruik van de openbare ruimte geen vergoeding stond, is het hoogheemraadschap van mening dat compensatie van deze functie niet noodzakelijk is. Dit nog los van de vraag of dit in de praktijk wel mogelijk is. In paragraaf van de Passende Beoordeling is beschreven dat scholekster broedt op het NIOZ-schorretje. Na realisatie neemt het areaal voor de scholekster geschikt broedgebied toe door toename van het areaal schorren. Tijdens de aanlegwerkzaamheden wordt verstoring van broedende vogels zoveel mogelijk voorkomen. Aangezien verstoring mogelijk niet geheel kan worden voorkomen, is voor het verstoren van broedvogels, waaronder scholekster, ontheffing van de Flora- en faunawet (nu Wet natuurbescherming) verkregen. niet tot een aanpassing van het projectplan. niet tot een aanpassing van het projectplan of vergunning in gevolge Wet natuurbescherming. Natura 2000-gebied Waddenzee is aangewezen voor de velduil als broedvogel. Op basis van beschikbare gegevens

33 33 van 47 F Indiener is tegen de zanddijk, omdat de werking van deze vorm van kustverdediging allerminst zeker is. Hij is er zeker van dat de (waterschaps)belastingbetaler over een aantal jaar de rekening moet betalen voor een prestigeproject. G Indiener maakt zich zorgen over de bedrijfsvoering van het bedrijf aan de Rede 3 waar hij mede-eigenaar van is. Het bedrijf is gelegen op nog geen 100 meter van de dijkversterking. Hij vreest negatieve effecten van de hoge natuurwaarden (met name grijze duinen) op de bedrijfsvoering en beperking van uitbreidingsmogelijkheden van het (NDFF) is één gedocumenteerde waarneming van een velduil bekend van het NIOZ-schorretje (maart 2016). Het NIOZ-schorretje vormt echter geen (potentieel) broedhabitat voor de velduil. De velduil prefereert grootschaliger habitat met meer rust. Voorbeelden hiervan zijn het gebied rond de Slufter en de buitendijkse kwelder ter hoogte van Utopia. Hier zijn diverse waarnemingen van broedende velduilen bekend. Het NIOZ-schorretje is mogelijk wel geschikt als jachtgebied voor de velduil. Het vormt echter geen essentieel leefgebied voor de soort, gezien de meer geschikte (eerder genoemde) gebieden in het noorden van Texel. De is getoetst op zijn morfologische stabiliteit, waarbij onderzoek is gedaan naar getij- en weersinvloeden (wind, stromingen, golven) en erosie als gevolg. Deze toetsing heeft plaatsgevonden in een uitgebreide morfologische modelstudie. In paragraaf van het projectplan wordt een beschrijving gegeven van de doelstellingen alsmede de resultaten van deze studie. Tevens is de studie in bijlage II van het projectplan opgenomen. De studie toont onder andere aan dat de een stabiel ontwerp is en ook op lange termijn blijft bestaan. onder nummer 3 'Toekomstig landbouwkundig gebruik en ontwikkelruimte' van de thematische behandeling van de zienswijzen. niet tot aanpassing van het projectplan. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.13.

34 34 van 47 bedrijf. H Indiener vreest zoutschade. I Indiener vreest stuifschade. J Indiener vreest beperking van de jacht en de mogelijkheid om dieren te verjagen die schade veroorzaken aan gewassen die al langs de dijk groeien zolang de Prins Hendrikpolder bestaat. K Indiener voorziet grote problemen voor de langbouwgrond in het bezit van de Vof Van Leeuwen. Een paar honderd meter voor het gemaal zit een behoorlijke verlaging in de weg. Dit duidt op een slappe plek die ondergronds ook onder het teeltoppervlak van de aangrenzende percelen loopt. Indiener vreest dat de grond door de druk van het buitendijks op te brengen zand omhoog wordt gedrukt. Dit is in de jaren 60 bij de dijkverster- onder nummer 1 'Effecten op de grondwaterstand en kwel' van de thematische behandeling van de zienswijzen. onder nummer 2 'Effecten door verstuiving' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De aan te leggen grenst net zoals het huidige wad niet direct aan het agrarische gebied dat achter de dijk ligt. Vanwege de afschermende werking van de huidige dijk is er geen reden om aan te nemen dat aanwezigheid van de een andere beperkende werking heeft op jacht en schadebestrijding in het agrarische gebied achter de dijk. Het klopt dat in de Prins Hendrikpolder op een aantal plekken slappe grondlagen voorkomen. Door het aanbrengen van het zand voor de zou gedurende de uitvoering de waterspanning tijdelijk kunnen toenemen; dit zou kunnen leiden tot afname van de sterkte van de ondergrond. Door maatregelen te nemen, zoals bijvoorbeeld het aanpassen van de aanlegmethode door minder hoog of op grotere afstand van de huidige dijk het zand op te spuiten of binnendijkse bemaling, wordt gezorgd dat toename van grondwaterstanden buiten de band- De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.8 en een aanpassing van het monitoringsplan. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.10 en een aanpassing van het monitoringsplan. niet tot een aanpassing van het projectplan. niet tot een aanpassing van het projectplan.

35 35 van 47 king ook gebeurd. Met name op die plek is ook de kans op zoutschade het grootst. breedtes van de huidige fluctuaties niet optreedt. De voorziene monitoring van de (grond)waterkwantiteit voorziet in de borging. L Indiener maakt zich zorgen om afhandeling van eventuele schades. Er is niemand die de garantie geeft dat er snel na het constateren van schade een oplossing komt. Het enige dat ze kunnen doen is gebruik maken van de nadeelcompensatieregeling. Indiener voorziet getouwtrek tussen hem, het hoogheemraadschap en de aannemer. Indiener wijst op de manier waarop PWN omgaat met de schadeafhandeling bij de aanleg van een nieuwe waterleiding naar Texel. Een telefoontje naar de betreffende projectleider is genoeg om de schade met een expert af te handelen. Indiener vraagt het hoogheemraadschap daar een voorbeeld aan te nemen. M Indiener is niet tevreden over de wijze waarop de monitoring van zoutgehaltes en stuifzand plaatsvindt en twijfelt aan de betrouwbaarheid van de monitoring. Ten aanzien van de zoutmetingen verwacht hij dat de peilbuizen die er al enige tijd staan op dit moment te hoge zoutgehaltes meten, omdat die peilbuizen in de grond geboord zijn door storende lagen heen die normaal het zout tegen Het hoogheemraadschap is eindverantwoordelijke voor de realisatie van de. Het hoogheemraadschap stemt de wensen over de overlegstructuur in de komende periode nader met de omwonenden af. In zijn algemeenheid verzorgt het hoogheemraadschap de publiekscommunicatie en de aannemer de bouwcommunicatie. Indien schade ontstaat is het hoogheemraadschap het aanspreekpunt. Echter vindt de schadebeoordeling en -afhandeling bij dit soort publieke werken plaats via nadeelcompensatie. Een toelichting op de reeds gestarte monitoring voor grondwater, zoutgehalten en verstuiving zijn gegeven onder de inhoudelijke reactie onder nummer 1 'Effecten op de grondwaterstand en kwel'. Tevens vindt overleg met indiener plaats om de monitoring nader in te vullen, waarmee ook de betrouwbaarheid gewaarborgd wordt. In de inhoudelijke reactie is aangegeven dat de monitoring reeds is opgestart en verder wordt uitgebreid. De peilbuizen waar de indiener op doelt, zijn geplaatst om de diepe kwel te meten. De monitoring van het oppervlaktewater en de zoetwaterlenzen was ten tijde van de ter inzage legging nog niet gestart. Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing in het projectplan. tot een tekstuele aanvulling van het projectplan over de monitoring van grondwater, kwel en zandverstuiving in paragraaf 6.8 en 6.10 en een aanpassing van het monitoringsplan.

36 36 van 47 houden. Dus als er straks een vergelijking tussen zoutgehaltes voor en na het project plaatsvindt dat dan de conclusie zal zijn dat de zoutgehaltes voor de uitvoering van het project ook al hoog waren (en dus niet of nauwelijks een effect). Indiener zou liever metingen in de bouwvoor verricht zien op meerdere plekken over de percelen, met monsters tot 50/80 cm diep, of wat experts op dit punt adviseren. Indiener wijst erop dat er is toegezegd dat ze de gegevens van de metingen zouden krijgen, maar dat ze tot nu toe niets ontvangen hebben. Daarbij zijn de peilbuizen dusdanig geplaatst dat geen sprake is van uitwisseling van zoute kwel tussen de verschillende grondlagen. Het hoogheemraadschap neemt het initiatief om in overleg met de direct belanghebbenden de wijze van monitoring nader uitwerking te geven. Tevens worden afspraken gemaakt over de uitvoering van het werk en het delen van de resultaten van de monitoring. Ten aanzien van de zandvangers die de effecten van stuifzand moeten meten merkt indiener op dat deze niet goed werken. Regelmatig ziet hij dat de blauwe opvangzakjes die onder in de opvangbuis het zand moeten opvangen door de zuigende werking van de wind buiten de opvangbuis wapperen. Op deze manier is de monitoring niet representatief. N Indiener is van mening dat in welke fase het project ook zit, het nog steeds mogelijk is de buitendijkse versterking af te blazen. Hij pleit voor binnendijkse dijkversterking en geeft aan dat het mogelijk is daarvoor de grond aan te kopen en bij de woningen een passende oplossing te vinden. Deze oplossing is goedkoper en dan kan iedereen 'vrolijk zijn ding blijven doen'. De uitwerking van de monitoring voor zandverstuiving is opgenomen onder de thematische behandeling onder nummer 6 'Effecten door verstuiving'. Vanaf december 2016 vindt de monitoring plaats, waarbij de zandvangers periodiek gecontroleerd en geleegd worden. Het is een enkele keer voorgekomen dat een opvangbuis niet meer op zijn plek zat, hetgeen ook direct is hersteld. Daarnaast is de hoeveelheid zand die op dit moment wordt opgevangen minimaal. In paragraaf 3.2. is een toelichting gegeven op de wijze waarop de alternatieven zijn afgewogen en wat het resultaat hiervan is. Hieruit volgt onder andere dat oplossingen met een binnendijkse versterking in het MER onderzocht en afgewogen zijn. Het MER maakt daarnaast inderdaad inzichtelijk dat bij binnendijkse oplossingen de woningen mogelijk ingepast kunnen worden. Dit is dan ook meegewogen in de keuze voor het voorkeursalternatief. niet tot aanpassing van het projectplan.

37 37 van 47 De oplossingen met een binnendijkse versterking hebben niet de voorkeur gekregen onder andere om redenen die opgenomen zijn in paragraaf G. Terpstra A Indiener geeft aan dat uit paragraaf 4.6 van het ontwerpprojectplan volgt dat het gebruik van het strandje Ceres in de toekomst niet meer mogelijk is. Hij geeft aan dat zijn gezin vrij intensief gebruik maakt van het strandje, omdat het dichtbij, veilig en sfeervol is. Door de afwezigheid van stroming is het heerlijk zwemmen. Tevens is het strandje klein en overzichtelijk en daardoor onder andere bij jonge gezinnen zeer geliefd. Indiener wil graag dat het strandje behouden blijft. onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf Maatschap Kikkert te Den Burg A Indiener geeft aan dat uit paragraaf 4.6 van het ontwerpprojectplan volgt dat het gebruik van het strandje Ceres in de toekomst niet meer mogelijk is. Ze geeft aan dat ze veel gebruik maken van het strandje, omdat het dichtbij, veilig en mooi is. Door de afwezigheid van stroming is het heer- onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

38 38 van 47 lijk zwemmen. Tevens is het strandje klein en overzichtelijk en daardoor onder andere bij jonge gezinnen zeer geliefd, en niet alleen bij gezinnen uit de buurt maar ook bij gezinnen uit Oudeschild en Den Burg. B Indiener geeft aan dat ze vanaf de jaren 80 de dijk heeft begraasd met schapen en dat ze dat graag weer wil doen. C Indiener maakt zich zorgen over overlast door stuifzand op de weilanden achter de dijk bij bepaalde windrichtingen. De beweiding met schapen door indiener vond plaats in sectie 8 van de Waddenzeedijk. Dit is de dijk ten noorden van het plangebied van de. Deze sectie is geen onderdeel van dit projectplan. Het projectplan voor sectie 1 tot en met 8 en 10 is reeds onherroepelijk. Voor vragen over verpachting kan indiener contact opnemen met cluster grondzaken van het hoogheemraadschap. onder nummer 2 'Effecten door verstuiving' van de thematische behandeling van de zienswijzen. niet tot een aanpassing van het projectplan. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 6.10 en een aanpassing van het monitoringsplan. D Verder vraagt indiener zich af of het bedrijf, gelegen op circa 300 meter van de Waddendijk, last krijgt van de grijze duinen die tot ontwikkeling worden gebracht. E Indiener wijst op de mogelijkheid dat het zand wegspoelt en dat de havenmond bij Oudeschild daardoor dichtslibt. Ze vraagt zich af of het project daardoor ook in de toekomst veel geld blijft kosten. onder nummer 3 'Toekomstig landbouwkundig gebruik en ontwikkelruimte' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De is getoetst op zijn morfologische stabiliteit, waarbij onderzoek is gedaan naar getij- en weersinvloeden (wind, stromingen, golven) en erosie als gevolg hiervan. Deze toetsing heeft plaatsgevonden in een uitgebreide morfologische modelstudie. In paragraaf van het projectplan wordt een beschrijving gegeven van de resultaten van deze studie. Tevens is de studie in bijlage II van het projectplan opgenomen. De studie toont onder an- De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf niet tot aanpassing van het projectplan.

39 39 van 47 dere aan dat de een stabiel ontwerp is en ook op lange termijn blijft bestaan. In paragraaf 6.9 van het projectplan zijn de effecten en de te nemen maatregelen ten behoeve van de verzanding van havens beschreven. Ten grondslag hieraan ligt een uitgebreide studie die als bijlage X aan het projectplan is toegevoegd. Uit de studie blijkt dat door de aanleg van de geen noemenswaardige extra verzanding van vaargeul en havens optreedt M. Stuut te Culemborg A Indiener geeft aan dat uit paragraaf 4.6 van het ontwerpprojectplan volgt dat het gebruik van het strandje Ceres in de toekomst niet meer mogelijk is. Indiener geeft aan dat het strandje door haar en haar familie al jarenlang met veel plezier wordt bezocht, omdat het klein en overzichtelijk is. Door de afwezigheid van stroming is het heerlijk zwemmen. Ook andere jonge gezinnen maken hier graag gebruik van. Indiener wil graag dat het strandje voor bezoekers toegankelijk blijft. onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf Dorpscommissie Oudeschild te Oudeschild A Indiener ziet zich voor een lastige keuze gesteld. Ze geeft onder nummer 4 'Recreatief (me- De tekstuele aanvulling wordt ver-

40 40 van 47 aan dat buitendijkse dijkversterking haar voor de bewoners en gebruikers de beste optie lijkt. Echter de gebruiksmogelijkheden van het gebied buitendijks worden in de huidige plannen sterk verminderd, zo niet teniet gedaan. Het strandje Ceres is volgens indiener een icoon voor de bewoners van het dorp Oudeschild en ook voor vele andere bezoekers van buiten het dorp. Ze verzoekt daarom alles in het werk te stellen om een deel van het nieuwe opgespoten strand toegankelijk te houden voor de mens. Het strandje buitendijks bij de jachthaven wordt niet gezien als een goed alternatief, maar meer als kinderspeelplaats. de)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. werkt in het projectplan in paragraaf A. Hottentot en P. Prins te Den Burg A Indiener geeft aan dat uit paragraaf 4.6 van het ontwerpprojectplan volgt dat het gebruik van het strandje Ceres in de toekomst niet meer mogelijk is. Indiener geeft aan dat het strandje veilig en sfeervol is. Door de afwezigheid van stroming is het heerlijk zwemmen. Tevens is het strandje klein en overzichtelijk en daardoor onder andere bij jonge gezinnen zeer geliefd. Indiener wil graag dat het strandje behouden blijft. onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

41 41 van D.J. Drijver/Stichting Natuur en Mens Texel te Den Burg A Indiener wijst erop dat een groot deel van Texel bestaat uit natuurgebieden. Met de toename van natuurgebieden en de bijbehorende beheermaatregelen nam het kleinschalig historisch medegebruik op Texel af. Door beperkingen voor toegankelijkheid en gebruik is het een schaars goed geworden. De vrijheid van handelen van de bewoners van het eiland staat daarmee onder druk. In de bijlage bij de zienswijze 'Pleidooi voor behoud resp. verplaatsing strandje Ceres' wijst indiener op de status van het kleinschalig medegebruik in het bestemmingsplan, de PKB Waddenzee en de Natura beheerplannen. Tevens wijst hij op de daaruit voortvloeiende inspanningsverplichting om het kleinschalig medegebruik in stand te houden of te compenseren. Hij stelt dat dit gebruik is onderworpen aan de toets 'bestaand gebruik' en dat er geen nadelige effecten op de natuur zijn geconstateerd. onder nummer 4 'Recreatief (mede)gebruik' van de thematische behandeling van de zienswijzen. De tekstuele aanvulling wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf In relatie tot het project Prins Hendrikzanddijk bepleit indiener specifiek de aanleg van een compensatiestrandje in de buurt van Ceres. Hij verwijst daarbij naar een bij de zienswijze gevoegde tekening en naar een besprekingsverslag van 17 januari 2011 van een

42 42 van 47 'Workshop ecologische meerwaarde zandige variant versterking Prins Hendrikdijk', waarin het compensatiestrandje wordt genoemd. Tevens geeft indiener aan dat hij heeft gehoord dat het verlies van het strandje bij Ceres gecompenseerd zou kunnen worden met het bestaande strandje bij de Waddenhaven te Oudeschild. Hij vindt dit geen goede compensatie, omdat dat strandje er al is. Bovendien is de omgeving en de beleving daarvan onvergelijkbaar met strandje Ceres.

43 43 van 47 5 Ambtshalve wijzigingen 5.1 Inleiding Door nieuwe inzichten, wensen vanuit de omgeving en gewijzigde wetgeving heeft het hoogheemraadschap besloten de en op een aantal punten aan te passen. Deze aanpassingen worden ambtshalve wijzigingen genoemd en zijn onderstaand weergegeven. 5.2 Nieuwe wet- en regelgeving Letter A Korte omschrijving wijziging Per 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) van kracht geworden. In deze wet zijn de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet opgegaan. De vergunningen voor gebiedsbescherming worden afgegeven op basis van de nieuwe wet. Toelichting Onder de Wnb blijft de gebiedsbescherming van Natura 2000-gebieden onveranderd. De beoordeling in de passende beoordeling volstaat daarom nog. De beschermde natuurmonumenten onder de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) hebben onder de Wnb geen beschermde status meer. Binnen dit project betreft dit het natuurmonument Ceres. Voor de soortbescherming is reeds in 2016 een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet verleend. In het plangebied komen geen beschermde soorten voor die voorheen onder de Nb-wet geen beschermde status hadden, maar onder de nieuwe wet wel. Daarom is geen nieuwe ontheffing nodig. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf en De benaming natuurmonument vervalt op diverse plekken in het projectplan. De twee definitieve vergunningen voor de gebiedsbescherming worden afgegeven op basis van de Wnb. B Het definitieve Natura beheerplan Waddenzee en het Natura 2000-beheerplan Duinen en Lage Land Texel zijn vastgesteld. De nieuwe wetgeving leidt niet tot een andere beoordeling, behalve het vervallen van de beoordeling voor het natuurmonument Ceres. In de en is getoetst aan het ontwerpbeheerplan. In het definitieve beheerplan is ten opzichte van het ontwerp toegevoegd: Het project ( red.) zorgt voor een kwaliteitsimpuls voor enkele soorten met een ongunstige staat van instandhouding. In de tekst wordt het woord ontwerp voor Natura 2000 beheerplan verwijderd in paragraaf 1.2, 1.3 en 4.2. Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling.

44 44 van 47 Letter Korte omschrijving wijziging Toelichting C Per 1 januari 2017 heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu nieuwe normen voor de waterkeringen vastgesteld. Het hoogheemraadschap heeft verkend of de huidige versterking van de Prins Hendrikdijk bij de nieuwe normen noodzakelijk blijft. Uit deze verkenning blijkt dat dit het geval is. Het feit dat de normen van kracht zijn en de conclusie dat een versterkingsopgave aan de orde blijft, wordt tekstueel aangepast in het projectplan. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling. 5.3 Tekstuele wijzigingen Letter A B C D Korte omschrijving wijziging In het gehele projectplan is de status ontwerp projectplan vervangen door projectplan. Tevens zijn enkele tekstuele verschrijvingen hersteld. In het projectplan wordt opgenomen dat de rustplek/het uitzichtpunt bij Gemaal Prins Hendrik bereikbaar is vanaf het aan te leggen fietspad. In het projectplan wordt opgenomen dat er in het projectgebied wel sprake is van visserij. In het projectplan wordt opgenomen dat de aannemer een alternatief zandwinningsplan kan maken. Er is namelijk gebleken dat de potentiele opdrachtnemers mogelijk gebruik willen maken van een andere winlocatie. Toelichting Deze aanpassing leidt niet tot andere effecten of beoordeling. Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De mogelijkheid tot vissen verdwijnt door de komst van de. Voor het projectgebied van de gelden twee visvergunningen. Met beide vergunninghouders heeft overleg plaatsgevonden, hetgeen leidt tot het vrijwillig beëindigen van beide vergunningen. In het projectplan wordt opgenomen dat de aannemer gebruik kan maken van de in het projectplan genoemde locatie, maar ook zelf, binnen alle gestelde randvoorwaarden, een andere geschikte zandwinninglocatie kan kiezen. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 4.6 De tekst wordt aangepast in het projectplan in paragraaf 7.1 onder het kopje visserij. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

45 45 van 47 Letter Korte omschrijving wijziging Toelichting E In het projectplan wordt het natuurgebied Molenkolk opgenomen waarvan Natuurmonumenten beheerder is. Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 2.1. F In het projectplan wordt consequent opgenomen dat de onderhoudsbehoefte circa m 3 /jaar is (in het ontwerp projectplan werd gesproken over hoeveelheden tussen de en m 3 ). De aanpassing wordt doorgevoerd om de onderhoudsbehoefte specifiek vast te leggen. Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling. In de effectbeoordeling is altijd van m 3 per jaar uitgegaan. De wijziging wordt verwerkt op diverse plekken in het projectplan. G In het projectplan wordt opgenomen dat gemaal De Schans uitmondt in de luwe zone en niet in de natuurzone. Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan onder paragraaf H In de beschrijving van het project wordt de principeafbeelding 4.9 van gemaal Prins Hendrik verwijderd, aangezien deze niet aansluit bij de tekst. Deze aanpassing leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan onder paragraaf I In het projectplan wordt opgenomen dat het fietspad 2,9 kilometer is, waarvan 1,7 kilometer over het toekomstig veiligheidsduin. Deze aanpassing leidt niet tot inhoudelijke wijzigingen, maar wordt doorgevoerd om de lengte consequent te beschrijven. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 4.6 en J In het projectplan op pagina 42, wordt de volgende zin verwijderd: 'Deze werkzaamheden worden voorafgaand aan het aanbrengen van het zand uitgevoerd.' Deze wijziging zorgt ervoor dat de aannemer zelf de volgorde kan bepalen van de uitvoering van genoemde werkzaamheden. De tekst wordt verwijderd in het projectplan in paragraaf L In het projectplan wordt de volgende tekst toegevoegd onder 5.2.1, laatste alinea punt 3: 'Voor deze toegang wordt geen verharding aangebracht'. Deze wijziging maakt duidelijk dat de toegang tot het gebied ten behoeve van beheer niet verhard wordt uitgevoerd. Hiermee is voor alle drie de opgangen beschreven of deze verhard of onverhard worden uitgevoerd. Deze aanpassing leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De tekst wordt toegevoegd in het projectplan in paragraaf 5.2.1, laatste alinea punt 3.

46 46 van 47 Letter Korte omschrijving wijziging Toelichting K In het projectplan wordt de volgende tekst op pagina 45, 5.3 vervangen: Om mogelijk vertraging in de planprocedure, aanbesteding en/of uitvoering op te vangen worden de benodigde vergunningen aangevraagd voor een periode van 5 jaar vanaf oktober Hiervoor in de plaats komt: De vergunningen zijn voor een ruimere periode aangevraagd voor eventuele vertraging in de planprocedure, aanbesteding en/of uitvoering.. Door de wijziging is een feitelijk onjuiste tijdsduur van de vergunningen verwijderd. Deze aanpassing leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 5.3. M In het projectplan is de termijn voor noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden consistent op jaar gezet. In de effectbeoordeling is altijd van de hoogste frequentie van onderhoud (15 jaar) uitgegaan. Deze aanpassing leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf 5.2. In het ontwerp projectplan werd per abuis ook een termijn van jaar genoemd. N In hoofdstuk is de tekst over uitstroomleidingen consistent gemaakt met de tekst die eerder in het projectplan staat beschreven. Deze aanpassing leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf O In het projectplan is een alinea opgenomen over de effecten van de zoetwaterafvoer van gemaal De Schans op de luwe zone. Deze tekstuele toevoeging leidt niet tot andere effecten of beoordeling. De wijziging wordt verwerkt in het projectplan in paragraaf

47 47 van 47 Bijlage I Fietsroute huidige en toekomstige situatie Afbeelding 1 Huidige situatie Afbeelding 2 Toekomstige situatie

Prins Hendrikzanddijk. Deze diavoorstelling duurt circa 10 minuten en start binnen 1 minuut

Prins Hendrikzanddijk. Deze diavoorstelling duurt circa 10 minuten en start binnen 1 minuut Prins Hendrikzanddijk Deze diavoorstelling duurt circa 10 minuten en start binnen 1 minuut Inloopavond 8 december 2016 Doel van de avond Toelichten van de plannen voor de Prins Hendrikzanddijk. De plannen

Nadere informatie

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 3 mei Datum vergadering CHI. 17 mei 2017

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 3 mei Datum vergadering CHI. 17 mei 2017 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen Datum behandeling D&H 4 april 2017 Commissie Water & Wegen 3 mei 2017 Portefeuillehouder C.J.M. Stam Datum vergadering

Nadere informatie

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 14 september Datum vergadering CHI. 21 september 2016

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 14 september Datum vergadering CHI. 21 september 2016 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen Datum behandeling D&H Commissie Water & Wegen 14 september 2016 Portefeuillehouder C.J.M. Stam Datum vergadering CHI

Nadere informatie

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 26 april Datum vergadering CHI. 11 mei 2016

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 26 april Datum vergadering CHI. 11 mei 2016 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen Datum behandeling D&H 5 april 2016 Commissie Water & Wegen 26 april 2016 Portefeuillehouder C.J.M. Stam Datum vergadering

Nadere informatie

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 10 februari Datum vergadering CHI. 17 februari 2016

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 10 februari Datum vergadering CHI. 17 februari 2016 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen Datum behandeling D&H Commissie Water & Wegen 10 februari 2016 Portefeuillehouder C.J.M. Stam Datum vergadering CHI 17

Nadere informatie

Prins Hendrikzanddijk. ontwerp Projectplan. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Prins Hendrikzanddijk. ontwerp Projectplan. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ontwerp Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Vrijgegeven voor inspraak bij besluit van het College van dijkgraaf en hoogheemraden op 2 (besluitnummer ) Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Afbeelding 1 Huidig gemaal De Schans gezien vanaf de Waddenzeedijk. De inzet toont de ligging van het gemaal.

Afbeelding 1 Huidig gemaal De Schans gezien vanaf de Waddenzeedijk. De inzet toont de ligging van het gemaal. Registratienummer 16.104132 Versterking Waddenzeedijk Texel Verplaatsing gemaal De Schans Detailprojectplan Wijziging locatie herbouw gemaal De voorgeschiedenis Bij het voorbereiden van de versterking

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 28 augustus 2018 Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen Versterking Markermeerdijken Kenmerk: 1072963 Bijlagen: Motivering vvgb

Nadere informatie

Zonder DIJKEN Zwemmen hier VISSEN. Kom kijken bij de Texelse dijk in uitvoering

Zonder DIJKEN Zwemmen hier VISSEN. Kom kijken bij de Texelse dijk in uitvoering Zonder DIJKEN Zwemmen hier VISSEN Kom kijken bij de Texelse dijk in uitvoering Aan het werk voor droge voeten Misschien zag je het al meteen toen je op Texel aankwam met de boot: hier wordt gewerkt aan

Nadere informatie

Postadres Bezoekadres Besluit Overwegingen

Postadres Bezoekadres Besluit Overwegingen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Tav: dhr. J. Schaminee Bevelandseweg 1 1703 AZ Heerhugowaard Postadres Postbus 200 1790 AE Den Burg Bezoekadres Emmalaan 15 1791 AT Den Burg T 14 0222 F 0222

Nadere informatie

Versterking Waddenzeedijk Texel. Milieueffectrapport. sectie 1 t/m 10

Versterking Waddenzeedijk Texel. Milieueffectrapport. sectie 1 t/m 10 Auteur Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V., in samenwerking met: - Vertegaal ecologisch advies - Abe Veenstra, Landschapsarchitect Registratienummer EDM70-14-100/15-003.183 Versie 06 Status definitief

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 juli 2015 / rapportnummer 2313-75 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder I lillil 11111111111111111111 1111111111 lillillil 1111 12009448 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelburg Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

Registratienummer

Registratienummer Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier De heer I. Burgering, Ingenieursbureau Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD Uw kenmerk Contactpersoon I. Willemse Onderwerp Definitief vaststellingsbesluit Doorkiesnummer

Nadere informatie

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 17 juni Water & Wegen

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 17 juni Water & Wegen Onderwerp Dijkversterking Koegraszeedijk Den Helder, ontwerp projectplan Voorstel 1. Het ontwerp projectplan dijkversterking Koegraszeedijk vast te stellen; 2. Het, door tussenkomst van Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel, sectie 9

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel, sectie 9 Dijkversterking Waddenzeedijk Texel, sectie 9 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 maart 2017 / projectnummer: 3183 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands

Nadere informatie

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Datum 8 mei 2017 Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Versie 1.0 Projectnummer 01.0371/001 R. Kuipers Inhoud Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 5 4 Reacties 8 5 Rechtsbescherming

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER ADRES ONDERWERP

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER  ADRES ONDERWERP PROVINCIE :: UTRECHT Aan het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland Ontvangen - 3OKT. 201^ Par. DATUM NUMMER UW BRIEF VAN

Nadere informatie

Zonder DIJKEN Zwemmen hier VISSEN. Welkom bij de Waddenzeedijk

Zonder DIJKEN Zwemmen hier VISSEN. Welkom bij de Waddenzeedijk Zonder DIJKEN Zwemmen hier VISSEN Welkom bij de Waddenzeedijk Aan het werk voor droge voeten Misschien zag je het al meteen toen je op Texel aankwam met de boot: hier wordt gewerkt aan de dijk. In opdracht

Nadere informatie

Versterking Waddenzeedijk Texel. Milieueffectrapport. sectie 1 t/m 10

Versterking Waddenzeedijk Texel. Milieueffectrapport. sectie 1 t/m 10 Auteur Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V., in samenwerking met: - Vertegaal ecologisch advies - Abe Veenstra, Landschapsarchitect Registratienummer EDM70-14-100/14-019.150 13 oktober 2014 Versie

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Aanhef Op 17 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Provincie Utrecht mevrouw

Nadere informatie

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) : *16-0435795* *16-0435795* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2015-0609 Aanvraagnummer (OLO) : 2068731 Aanvrager : ARCADIS Nederland Onderwerp : het vellen/rooien van houtgewas en het kappen van bomen Locatie

Nadere informatie

Nr. Door Zienswijze Reactie dagelijks bestuur

Nr. Door Zienswijze Reactie dagelijks bestuur Reactienota n.a.v. zienswijzen ontwerpbesluit Watergebiedsplan landbouwgebied rondom Nieuwveense Landen en m.e.r. -beoordeling Waterbeheersing landbouwgebied rondom Nieuwveense Landen Nr. Door Zienswijze

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Bewonersbijeenkomst 05-07-2016 Sterke dijken, veilige toekomst In 2006 is in totaal circa 33 kilometer van de Markermeerdijken van

Nadere informatie

Mand. Noord-Ho 1 9 NOV NOV WATERNET \, Ontvangen

Mand. Noord-Ho 1 9 NOV NOV WATERNET \, Ontvangen 15.135425 V I I I Noord-Ho Mand r WATERNET \, Ontvangen 1 9 NOV. 2015 Tl fcp^^o POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht College van dijkgraaf en hoogheemraden Korte Ouderkerkerdijk

Nadere informatie

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik Voornemen Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel

Nadere informatie

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 22 november december december 2016

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 22 november december december 2016 Onderwerp NIOZ-alternatief; Besluitvorming over de verzoeken om het projectplan Versterking Waddenzeedijk Texel voor sectie 10 te wijzigen naar het NIOZalternatief Voorstel Aan D&H voor te stellen: 1.

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Van Zwakke Schakels naar sterke kust

Van Zwakke Schakels naar sterke kust Van Zwakke Schakels naar sterke kust Informatiebijeenkomst 24 april 2013 Programma De opgave (Bert Kappe) Wat gaan we doen (Anita Willig-Kos) Aanbesteding en aanleg (Menno Steenman) Inspraak en Ruimtelijke

Nadere informatie

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

Dijkversterking Capelle aan den IJssel Dijkversterking Capelle aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 oktober 2014 / rapportnummer 2681 36 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Schieland

Nadere informatie

Registratienummer

Registratienummer Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier De heer M. Zon, Ingenieursbureau Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD Uw kenmerk Contactpersoon I. Willemse Onderwerp Definitief vaststellingsbesluit Registratienummer

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Hoogwaterkering Den Oever

Hoogwaterkering Den Oever Hoogwaterkering Den Oever Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 juni 2016 / projectnummer: 2396 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

Nota beantwoording zienswijzen

Nota beantwoording zienswijzen Beantwoording van de ingediende zienswijzen op de van het peilbesluit Callantsoog (13.31137) en het watergebiedsplan Boskerpark (13.29640) Auteur Registratienummer 13.49765 9 december 2013 Afdeling Afdeling

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 oktober 2009 / rapportnummer 2313-28 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Nota van Beantwoording. zienswijzen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Nota van Beantwoording. zienswijzen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Nota van Beantwoording zienswijzen Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis W. Bogaard Datum 10 augustus 2015 Ons kenmerk 15.094836 Projectnummer 00.9816 Korte

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Voorstel Het ontwerp-vrijstellingsbesluit vaststellen en dit ingaande 15 april 2009 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage leggen.

Voorstel Het ontwerp-vrijstellingsbesluit vaststellen en dit ingaande 15 april 2009 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage leggen. DB 06-04-2009 Agendapunt: o5 Sittard, 10 maart 2009 AAN HET DAGELIJKS BESTUUR Onderwerp: Vrijstellingsbesluit recreatief medegebruik wandelaars Voorstel Het ontwerp-vrijstellingsbesluit vaststellen en

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2988

ECLI:NL:RVS:2016:2988 pagina 1 van 9 ECLI:NL:RVS:2016:2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 09-11-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer 201602003/1/R6 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Zienswijze indienen Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken? Vanaf vrijdag 23 juni tot en met donderdag 3 augustus 2017 kan iedereen schriftelijk en mondeling zienswijzen

Nadere informatie

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING OOSTELIJK FLEVOLAND 19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN AANBEVELINGEN VOOR DE BESLUITVORMING...2 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten

Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten DM 1086194 versie 6 Ontwerp Projectplan Waterwet Nieuwbouw gemaal Noord-Linschoten Colofon Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon: 030 634 57 00 website: www.destichtserijnlanden.nl

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

Waterkeringen Perkpolder

Waterkeringen Perkpolder Waterkeringen Perkpolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 maart 2012 / rapportnummer 2422 58 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zeeland en het Waterschap Scheldestromen willen de waterkeringen

Nadere informatie

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 25 juni 2013

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 25 juni 2013 Onderwerp M.e.r.-beoordelingsbesluit Kadeverbetering Purmer landelijk gebied Voorstel In te stemmen met het m.e.r.-beoordelingsbesluit kadeverbetering Purmer landelijk gebied Infocentrum Nee Routing Paraaf

Nadere informatie

Prins Hendrikzanddijk

Prins Hendrikzanddijk Auteur Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V. Corsa nummer PM Registratienummer EDM70-19-305/16-014.607 Versie 01 Status definitief Afdeling Bevelandseweg 1 Postbus 250 1700 AG Heerhugowaard 2 van 16

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken project Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Alternatieven

Nadere informatie

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus Bijlage 2 bij agendapunt 4B: Projectplan Waterwet versterking regionale waterkering langs buitenpolders Kampereiland. Algemeen bestuursvergadering Waterschap Drents Overijsselse Delta d.d. 18 september

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Naar veilige Markermeerdijken

Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier versterkt 33 kilometer afgekeurde dijk tussen Hoorn en Amsterdam. Tijdens de toetsronde in 2006 zijn

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND Betreft : Nbw besluit project Prins Hendrik Zanddijk te Texel Zaaknummer : RUD16. 199292 Vergunninghouder : Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

REGISTRATIENUMMER

REGISTRATIENUMMER Nota van antwoord op ingebrachte zienswijzen op de partiële wijziging Keur, ontwerplegger watergangen landelijk gebied en de ontwerplegger primaire waterkeringen REGISTRATIENUMMER 135369 Inleiding In totaal

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

Parafering besluit PFO Hae 23-11-2015 B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. D&H 08-12-2015 H - Geparafeerd

Parafering besluit PFO Hae 23-11-2015 B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. D&H 08-12-2015 H - Geparafeerd agendapunt 3.b.5 1228963 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VERGUNNING PROJECT PLAN EN LEGGERWIJZIGING VLIETZONE Portefeuillehouder Haersma Buma, M.A.P. van Datum 8 december 2015 Aard bespreking

Nadere informatie

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Dijkvak F 3 juli 2018 Ouderkerk aan den IJssel D2017-12-000411 Programma voor vanavond o 19.00 Inloop o 19.15 Presentatie voorgenomen dijkversterking

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Projectplan Herprofileren Rijnwijcksewetering

Projectplan Herprofileren Rijnwijcksewetering DM 1542940 Projectplan Herprofileren Rijnwijcksewetering Colofon Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon: 030 634 57 00 website: www.destichtserijnlanden.nl email:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-009185 - gemeente Ede Activiteit : Wijzigen

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Deze samenvatting hoort bij de rapportage Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen (NKO) voor het project Dijkversterking Tiel Waardenburg en Rivierverruiming Varik - Heesselt. Werken

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 16 februari 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2016-003244 - gemeente

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Datum 18 april Ons kenmerk Verslag van inspraak. Projectnummer dijkverbeteringsplan Amsteldijk. S.

Datum 18 april Ons kenmerk Verslag van inspraak. Projectnummer dijkverbeteringsplan Amsteldijk. S. Datum 18 april 2018 Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Amsteldijk Ons kenmerk 18.020093 Projectnummer 01.0374-002 S. Nij Bijvank Inhoud 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 6 4 Reacties 7

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Auteur: N. van Rooij District: Raam Inhoudsopgave Pagina 1 van 7 Leeswijzer... 3 DEEL

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per

Nadere informatie

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2013 / rapportnummer 2795 23 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands

Nadere informatie

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen.

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen. Projectplan Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje Auteur A.I.L. Rennings Registratienummer 14.46624 Afdeling Watersystemen 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Huidige situatie 5 3

Nadere informatie

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier De heer K. Klein, Ingenieursbureau Postbus AZ HEERHUGOWAARD

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier De heer K. Klein, Ingenieursbureau Postbus AZ HEERHUGOWAARD ARCHIEFEXEMPLAAR hoogheemraadschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier De heer K. Klein, Ingenieursbureau Postbus 250 1703 AZ HEERHUGOWAARD Noonlerkwa^ler Uw kenmerk Contactpersoon I. Willemse Onderwerp

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER Bijlagenboek 1.19 Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Verantwoordelijk cluster PPV Werkpakket MER Object

Nadere informatie

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Gemeente Horst aan de Maas Van drs. F.M. van Schie Telefoon 0302653276 RM193104 Toelichting bij aanvraag vergunningen dijkversterking Grubbenvorst Datum 13 mei 2016 Projectnummer Onderwerp Inleiding

Nadere informatie

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 3 juli 2013 tot en met 13 augustus 2013 voor een ieder ter inzage gelegen in het Compagnieshuis,

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19kh Datum besluit : 1 december 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009766 - gemeente Apeldoorn Activiteit

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit

Nadere informatie

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~ .~ \~ ij'. 4,' " t,,', (!If,.., Rijkswa terstaa t Ministerie van Verkeer en Waterstaat > Retouradres Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelbu,r~gl*~~~~~~~~ L[=±=t:J Ministerie van Landbouw, Economische

Nadere informatie

Nota van Beantwoording. Reactie op ingediende zienswijzen tegen ontwerp-peilbesluit Kokshoornpolder 2018

Nota van Beantwoording. Reactie op ingediende zienswijzen tegen ontwerp-peilbesluit Kokshoornpolder 2018 Nota van Beantwoording Reactie op ingediende zienswijzen tegen ontwerp-peilbesluit Kokshoornpolder 2018 Corsa nummer: 18.075953 VV besluit: 4 juli 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Ter inzagelegging...

Nadere informatie

Informatieavond Dijkversterking Neer. 8 maart 2017

Informatieavond Dijkversterking Neer. 8 maart 2017 Informatieavond Dijkversterking Neer 8 maart 2017 Programma Inleiding door Rein Dupont, bestuurder WL Terugblik proces en toelichting ontwerp dijktraject Neer, Guido Toirkens WL Inspraakprocedure en vervolg,

Nadere informatie

Over uw verzoek om een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 berichten wij u als volgt. Procedureel

Over uw verzoek om een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 berichten wij u als volgt. Procedureel College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delfzijl t.a.v. dhr J.Veldman Postbus 20000 9930 PA Delfzijl Geacht College, Op 15 januari 2015 heeft u ons verzocht om vergunning op grond van art.

Nadere informatie

Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer

Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer projectnummer: (Ontwerp) Projectplan op basis van Archimedesweg 1 CORSA nummer: 17.038168 postadres: postbus 156 auteur: Marieke Desmense 2300 AD Leiden

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: Statenbrief vaststelling inpassingsplan N345 Rondweg De Hoven/Zutphen Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten

Nadere informatie