REGISTRATIENUMMER

Transcriptie

1 Nota van antwoord op ingebrachte zienswijzen op de partiële wijziging Keur, ontwerplegger watergangen landelijk gebied en de ontwerplegger primaire waterkeringen REGISTRATIENUMMER

2 Inleiding In totaal is er door zes partijen een schriftelijke reactie ingediend op de partiële wijziging Keur, ontwerplegger watergangen landelijk gebied en de ontwerplegger primaire waterkeringen. Onderstaand wordt ingegaan op de zienswijzen die door de volgende partijen zijn ingebracht: Opsteller Rijkswaterstaat Gemeente Urk Electrabel H.G. Ploeger Flevo-Landschap Natuurmonumenten Reactie op Ontwerplegger primaire waterkeringen / Partiële wijziging Keur Ontwerplegger primaire waterkeringen Ontwerplegger primaire waterkeringen Ontwerplegger primaire waterkeringen Partiële wijziging Keur Partiële wijziging Keur Er is dus geen zienswijze ingediend voor de ontwerplegger watergangen landelijk gebied. Per partij is de strekking van de zienswijze weergegeven. Voor de gehele zienswijze wordt verwezen naar de ingebrachte zienswijzen, die als bijlage bij deze nota van antwoord zijn toegevoegd. Zienswijze Rijkswaterstaat 1. Rijkswaterstaat is het niet eens met de nieuwe verplichtingen voor de in haar beheer zijnde objecten en verzoekt daarbij om een nader overleg voor het maken van heldere afspraken. Op 10 maart 2011 heeft er een ambtelijk overleg plaatsgevonden, waarbij medewerkers van het Waterschap Zuiderzeeland uitleg hebben gegeven over de ontwerplegger primaire waterkeringen aan een medewerker van Rijkswaterstaat. Het gevoerde overleg gaf geen aanleiding om de ontwerplegger primaire waterkeringen aan te passen. De Keur brengt geen nieuwe verplichtingen mee voor het beheer en onderhoud van de objecten welke in beheer en eigendom zijn bij Rijkswaterstaat. In de legger wordt met de onderhoudsplicht bedoeld het gewoon onderhoud zoals omschreven in artikel 3.5 van de Keur. Dit is geen nieuwe verplichting voor Rijkswaterstaat. Voor een aantal eigendommen van Rijkswaterstaat (leidammen en strekdammen) is de ontwerpeis nu vastgelegd in de legger, aangezien deze een onderdeel uitmaken van de waterkering. Dit houdt automatisch in dat het buiten gewoon onderhoud, zoals omschreven in artikel 3.6 van de Keur, door het waterschap wordt uitgevoerd; vallend onder het dijkbeheer. De periodieke toetsing op veiligheid en het verzamelen van gegevens hiervoor wordt ook door het waterschap uitgevoerd evenals eventuele dijkverbeteringen. Het Waterschap Zuiderzeeland is van mening dat voor deze dijkonderdelen (leidammen en strekdammen) geen sprake is van een functieverschuiving, maar eerder sprake is van een dubbelfunctie; dus ook een dubbel beheer. Hierbij wordt het gewoon onderhoud, als bedoeld in de Keur en de legger, uitgevoerd door Rijkswaterstaat als dagelijks beheerder en eigenaar, en wordt het buitengewoon onderhoud uitgevoerd door het waterschap als dijkbeheerder. Indien Rijkswaterstaat voornemens is het onderhoud van de leidammen en strekdammen aan het Waterschap Zuiderzeeland op te dragen dan zullen daar nadere afspraken over gemaakt moeten worden. Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding om de legger te wijzigen. Zienswijze gemeente Urk 2. De gemeente verzoekt om de tussenbeschermingszone aan de zuidzijde van Urk 600 m zuidwaarts te verplaatsen. De tussenbeschermingszone is een zone die alleen in landelijk gebied voorkomt, niet in stedelijk gebied. Op grond van in 2002/2003 met gemeenten gevoerde gesprekken is bepaald waar het stedelijk gebied begrensd is. Deze begrenzing van het stedelijk gebied is in de legger gedetailleerd vastgelegd, waardoor tot op de meter nauwkeurig te zien is waar de keurgrenzen liggen. Gemeente Urk kon bij het ter visie liggen van het beleid bouwen nabij primaire

3 waterkeringen niet voorzien dat er een toekomstige grenswijziging zou volgen. Het omgevingsplan Flevoland 2006 geeft ontwikkelmogelijkheden in ZO-richting. Om de tussenbeschermingszone aan te laten sluiten op de toekomstige gemeentegrens en het omgevingsplan Flevoland 2006, wordt ingegaan op het verzoek van de gemeente. De tussenbeschermingszone wordt 600 meter zuidwaarts verplaatst. Bij de evaluatie van het beleid bouwen nabij primaire waterkeringen wordt deze wijziging ook hierin doorgevoerd. Conclusie: De begrenzing van het stedelijk gebied van de gemeente Urk wordt 600 meter zuidwaarts verplaatst, waardoor de tussenbeschermingszone 600 meter later begint. 3. De gemeente merkt op dat de Staversekade als primaire waterkering is opgenomen in de ontwerplegger en stelt dat hierdoor nieuwe bebouwing op de kade conform de Keur en het bouwbeleid niet is toegestaan. De gemeente verzoekt om meer rekening te houden met de havenvisie en (kleinschalige) bebouwing mogelijk te blijven houden op de Staversekade. De Staversekade is in 2005 versterkt en aangewezen als onderdeel van de primaire waterkering. In het dijkversterkingsplan van de Staversekade is vastgelegd dat kade opgenomen zal worden in de legger als onderdeel van de primaire waterkering. De kade fungeert als golfbreker die de golfhoogte aan de binnenzijde van de haven reduceert waardoor de primaire waterkering die door Urk loopt niet verhoogd hoeft te worden. Bij maatgevende weersomstandigheden slaan golven over de kade heen die tot schade aan gebouwen op de kade kunnen leiden. In de Keur en in het beleid Bouwen nabij primaire keringen is vastgelegd wat wel en niet aan nieuwe bebouwing is toegestaan. Onder bepaalde voorwaarden is de aanleg van werken toegestaan (zie paragrafen 3.2 t/m 3.4 van het beleid Bouwen nabij primaire waterkeringen). Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding om de legger te wijzigen. 4. De gemeente verzoekt om de bestaande rooilijn langs de gemeentewerf door te trekken. Rooilijnen worden niet vastgesteld in de legger. In het beleid Bouwen nabij primaire waterkeringen wordt de term rooilijn gehanteerd voor nieuwbouw tussen bestaande bebouwing gelegen in de binnenbeschermingszone. De uitbreiding waar in de zienswijze over wordt gesproken is aansluitend op bestaande bebouwing, hierbij wordt de term rooilijn niet gehanteerd. De genoemde uitbreiding valt binnen de zone welke als stedelijk gebied gedefinieerd is in het beleid Bouwen. Bij nieuwe ontwikkelingen moet met het beleid rekening worden gehouden. Bij het betreffende gebied geldt dat nieuwe bebouwing is toegestaan buiten de binnenbeschermingszone. Het waterschap stelt voor om op basis van een schetsontwerp de mogelijkheden van de herinrichting van de locatie Noorderzand te bespreken. Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding om de legger te wijzigen. Zienswijze Electrabel 5 In de ontwerplegger van de primaire waterkering is de waterkering in de haven van Electrabel (hierna havendijk genoemd) opgenomen. Deze waterkering is door de provincie ook aangewezen als regionale waterkering. Om eenduidigheid betreffende de onderhoudsplicht van de havendijk te verkrijgen, verzoekt Electrabel om het beleid van de provincie inzake regionale waterkeringen af te wachten. Het vigerende beleid is dat de primaire keringen worden onderhouden door het waterschap. In de ontwerplegger is vastgelegd dat eigendommen van derden, welke al dan niet een onderdeel uitmaken van de primaire waterkering, door deze derden worden onderhouden. Het waterschap kiest ervoor om het beleid van de provincie inzake regionale keringen niet af te wachten. Zonodig zal te zijner tijd de legger op eventueel gewijzigd beleid worden aangepast. De gestelde eisen aan

4 het door Electrabel te onderhouden dijksdeel als onderdeel van de primaire waterkering zullen niet zwaarder zijn dan de eisen die gelden voor de regionale kering. Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding om de legger te wijzigen. Opmerkingen Electrabel 6 Electrabel merkt op dat het niet duidelijk is waaraan de havendijk als primaire waterkering moet voldoen. In de legger worden de minimale eisen, waaraan een waterkering dient te voldoen, vastgelegd. De havendijk moet hieraan qua ligging, vorm, afmeting en constructie voldoen. 7 Het is Electrabel niet duidelijk wat de onderhoudsplicht inhoudt. Gaat het om gewoon en/of buitengewoon onderhoud. Electrabel is verantwoordelijk voor het gewoon onderhoud van de havendijk zoals beschreven in de Keur artikel Electrabel heeft het profiel van de havendijk niet aangetroffen in de ontwerplegger primaire waterkeringen. Het dwarsprofiel van de havendijk is opgenomen in de ontwerplegger primaire waterkeringen op blad 11 van de dwarsprofielen van de IJsselmeerdijk. Zienswijze H.G. Ploeger 9 De woning van de heer Ploeger staat circa 5 meter van de erfgrens met het waterschap. De enige richting voor een toekomstige uitbreiding is richting de dijk. De heer Ploeger vraagt om toekomstige uitbreiding van zijn woning tot aan zijn erfgrens toe te staan. De woning van de heer Ploeger ligt volgens de ontwerplegger primaire waterkeringen in de kernzone van de Zuidermeerdijk. Voor het uitbreiden van zijn woning heeft de heer Ploeger een Keurontheffing nodig. In het beleid bouwen nabij primaire keringen paragraaf 3.2 kernzone, zijn de voorwaarden voor het verlenen van een Keurontheffing voor uitbreiding in de kernzone weergegeven. Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding om de legger te wijzigen. Zienswijze Flevo-landschap en Natuurmonumenten 10 Stichting Flevo-landschap en Natuurmonumenten hebben een zienswijze van gelijke strekking ingebracht. Deze zienswijze betreft de toelichting op artikel 3.11 van de Keur. In dit artikel en de toelichting wordt de mogelijkheid gegeven om met een vergunning te kunnen afwijken van de onderhoudsverplichting voor een periode van maximaal 5 jaar. Stichting Flevo-landschap en Natuurmonumenten zien graag de mogelijkheid dat de vergunning om van de onderhoudsverplichting af te kunnen wijken voor onbepaalde tijd wordt afgegeven of stilzwijgend wordt verlengd.

5 Voor een vergunning, waarin kan worden afgeweken van de onderhoudsverplichting, houdt het waterschap vast aan de periode van maximaal 5 jaar waarvoor deze vergunning kan worden verleend. De redenen hiervoor zijn: - In de periode van 5 jaar kunnen er beleidsmatig, vanuit wetgeving en in het betreffende watersysteem zodanige veranderingen optreden dat het opnieuw afgeven van een vergunning om af te wijken van de onderhoudsverplichting niet kan of wenselijk is; - Door vergunningen van onbepaalde tijd af te geven komt de juridische verantwoordelijkheid voor het weer intrekken van de vergunning bij het waterschap te liggen, terwijl op grond van de Keur en de Legger deze bij de zakelijk gerechtigde ligt. - Het waterschap ook voor andere watervergunningen op grond van de Keur een maximale periode van 5 jaar aanhoudt. - Aan het verlengen van de vergunningperiode hoeft niet de vergunningverleningsprocedure volgens de AWB te worden doorlopen en zijn aan het verlengen geen leges verbonden op grond van de Legesverordening Waterschap Zuiderzeeland Daarmee blijven de administratieve lasten laag. Conclusie: Deze zienswijze geeft geen aanleiding om de Keur te wijzigen. Ter inzage vooraf ten tijdens de collegevergadering vergadering: Bijlage: Zienswijze Rijkswaterstaat Zienswijze Gemeente Urk Zienswijze Electrabel Zienswijze H.G. Ploeger Zienswijze Flevo-Landschap Zienswijze Natuurmonumenten

6 Zienswijze Rijkswaterstaat

7 Zienswijze Gemeente Urk

8 Zienswijze Electrabel

9 Zienswijze H.G. Ploeger

10 Zienswijze Flevo-Landschap

11 Zienswijze Natuurmonumenten