Examen behorende bij het kwalificatiedossier Regionaal Operationeel Leider

Transcriptie

1 Examen behorende bij het kwalificatiedossier Regionaal Operationeel Leider Ingangsdatum: Versienummer:

2 1 Voorwoord Het examen bestaat uit een proeve van bekwaamheid. In de examenopdracht komen de bekwaamheden aan bod zoals die beschreven staan in het kwalificatiedossier Regionaal Operationeel Leider. Het kwalificatiedossier betreft een marktactiviteit en maakt geen deel uit van het samenhangend stelsel binnen het politieonderwijs. Omwille van de leesbaarheid is bij de beschrijving van deze examenopdrachten gekozen voor de mannelijke vorm. Daar waar u hij leest, kan tevens zij worden gelezen. Met instituut wordt in deze proeve bedoeld het Centre of Excellence National Safety and Security (CENS). Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 2 van 12

3 2 Inhoudsopgave examen 1 VOORWOORD INHOUDSOPGAVE EXAMEN ALGEMENE INFORMATIE EXAMEN OPBOUW EXAMEN EN CREDIT POINTS OPBOUW PROEVE VAN BEKWAAMHEID EN CREDIT POINTS VOORWAARDELIJKE EXAMEN(S) EN OPDRACHTEN EXAMENREGELING INHOUD VAN DE PROEVE VAN BEKWAAMHEID OPDRACHT 1: OPTREDEN ALS REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER BEOORDELINGSFORMULIER OPDRACHT 1: KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATONEEL LEIDER TOELICHTING OP BEOORDELINGSFORMULIER OPDRACHT 1: KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER VERKLARING VAN EXAMENRESULTATEN Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 3 van 12

4 3 Algemene informatie examen 3.1 Opbouw examen en credit points Uw examen bestaat uit een proeve van bekwaamheid. Deze proeve van bekwaamheid omvat 4 credit points. 3.2 Opbouw proeve van bekwaamheid en credit points In de onderstaande tabel ziet u hoe de creditverdeling van uw proeve van bekwaamheid is opgebouwd. De inhoud van de proeve van bekwaamheid is beschreven in hoofdstuk 4. Opbouw proeve van bekwaamheid behorende bij het kwalificatiedossier Regionaal Operationeel Leider. Nummer Naam opdracht Beoordelaar Credit points Opdracht 1 Optreden als regionaal operationeel leider Afdeling Examinering/NBBE Totaal 4 *1 credit point staat voor 28 studiebelastingsuren (sbu s). In werkelijkheid staan er 90 sbu s voor de opleiding leider ROT, het aantal creditpoints is daarom naar boven afgerond. 3.3 Voorwaardelijke examen(s) en opdrachten Het examen bevat geen voorwaardelijke opdrachten. 4* 3.4 Examenregeling Op dit examen zijn de Examenvoorwaarden 2006 van de Politieacademie van toepassing. Op grond van artikel 7 van deze regeling is bepaald dat u 2 herkansingen heeft. Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 4 van 12

5 4 Inhoud van de proeve van bekwaamheid 4.1 Opdracht 1: Optreden als regionaal operationeel leider Samenvatting Deze opdracht is een simulatie. Als leider van het regionaal operationeel team (ROT) geeft u leiding aan de multidisciplinaire samenwerking in het ROT en bent daarmee verantwoordelijk voor het multidisciplinair aanpakken van het effectgebied van het incident. Daarnaast adviseert en deelt u doeltreffend en doelmatig informatie mede aan het beleidsteam; u vertaalt tactische informatie naar strategische beslispunten en treedt namens het ROT op als adviseur. De opdracht vindt plaats op een door het instituut te bepalen locatie. Tijdens deze opdracht wordt er in een netcentrische omgeving gewerkt. Uitvoering U wordt als leider ROT ingezet bij een multidisciplinair incident (GRIP 2). Voor uw deelname aan het eerste ROT-overleg ontvangt middels het netcentrische systeem het startbeeld van het incident uit de meldkamer. Indien van toepassing vergaart u relevante informatie uit het CoPI door telefonisch contact op te nemen met de leider CoPI. De leider CoPI wordt gespeeld door een rollenspeler. U stelt gerichte vragen aan de leider CoPI om tot een zo volledig mogelijk startbeeld van het incident te komen. Op basis van het verkregen startbeeld bereidt u zich kort voor op het eerste ROT-overleg. U geeft leiding aan het ROT. De leden van het ROT worden gespeeld door vier rollenspelers. Verder wordt u in uw werkzaamheden ondersteund door een informatiemanager ROT (rollenspeler). Daarnaast is er voorlichter (rollenspeler) aanwezig bij het ROT-overleg. U start het ROT, laat de betrokken partijen met elkaar kennis maken en maakt duidelijk wat er van de deelnemers verwacht wordt. Vervolgens biedt u de ROT-leden de ruimte om monodisciplinaire informatie en knelpuntenanalyses in het ROT te brengen en toetst u uw startbeeld van het incident. Op basis van deze nieuwe informatie start u met de gezamenlijke beeld-, oordeels- en besluitvorming met betrekking tot het incident. U komt in overleg met de ROT-leden tot een plan van aanpak en verstrekt opdrachten aan de verschillende disciplines. Na het uiteengaan van het ROT onderhoudt u uw communicatie met de leider CoPI. Daarnaast adviseert en informeert u het beleidsteam: u vertaalt tactische beslissingen en acties naar bestuurlijk en strategisch niveau, legt relevante dilemma s en keuzes voor en doet eventueel uitspraken over de opschaling van het incident. De rol van burgemeester (beleidsteam) wordt gespeeld door een examinator. In totaal zult u drie keer leiding geven aan het ROT. Opschaling van het incident is een mogelijkheid. Hulpmiddelen Tijdens het examen heeft u ondersteunende middelen tot uw beschikking die gebruikelijk zijn binnen het ROT. Afronding Na afloop van de opdracht ontvangt u een kopie van het beoordelingsformulier. Tevens moet u bij een voldoende resultaat de verklaring van examenresultaten aan de examinatoren voorleggen ter ondertekening. Tijdsduur Voor deze opdracht hebt u maximaal 90 minuten. De eerste 20 minuten zijn gereserveerd voor uw voorbereiding op het ROT. De resterende tijd is bestemd voor ROT-overleg. Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 5 van 12

6 Beoordeling De opdracht wordt beoordeeld door 2 examinatoren van de Afdeling Examinering/NBBE aan de hand van het vastgestelde beoordelingsformulier. Beiden examinatoren observeren de ROT-overleggen. Tijdens uw communicatie met de Leider CoPI en het informeren/ adviseren van het beleidsteam wordt u tevens beoordeeld door 2 examinatoren. Bij deze opdracht is een beoordelingsformulier gevoegd waarop u kunt zien wat er van u verwacht wordt en waarop u beoordeeld wordt. Wanneer de examinatoren onvoldoende hebben kunnen vaststellen of uw handelen voldoende was, zult u aan het einde van de opdracht gevraagd worden uw handelen te motiveren. Het door u gegeven antwoord kan het resultaat positief of negatief beïnvloeden. Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 6 van 12

7 4.1.1 Beoordelingsformulier opdracht 1: kwalificatiedossier Regionaal Operatoneel Leider Optreden als regionaal operationeel leider Naam: Evenementcode: Studentnummer: Examencode: Cursuscode: Examinator 1: Locatie van afname: Examinator 2: Datum: Tijdstip: Beoordelingscriteria Score Verantwoording onvoldoende 1. Leidinggeven aan het ROT Cruciaal O V VC O: Onvoldoende, V: Voldoende, VC: Voldoende Cruciaal 1.1 Sturen van het ROT-overleg X 1.2 Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking 1.3 Tonen van leiderschapskwaliteiten Totaal blok 1 2. Beeldvorming van het incident Cruciaal O V VC 2.1 Opstellen en bewaken van het totaalbeeld X 2.1 Gezamenlijk ontwikkelen van risicoanalyses en scenario s Totaal blok 2 3. Besluitvorming binnen het ROT Cruciaal O V VC 3.1 Verantwoordelijkheid nemen voor de besluitvorming binnen het ROT 3.2 Bewaken van de besluitvorming binnen het ROT 3.3 Controleren van de uitgezette opdrachten en maatregelen 3.4 Coördineren met de leider CoPI X Totaal blok 3 4. Adviseren en informeren van het beleidsteam 4.1 Informeren van het beleidsteam X 4.2 Adviseren van het beleidsteam X 4.3 Inzicht tonen in politieke, maatschappelijke en bestuurlijke processen 4.4 Functioneren als volwaardig gesprekspartner op strategisch niveau Totaal blok 4 Normering Alle cruciale punten moeten met een voldoende zijn gescoord. Blok 1 1 voldoende + 1 cruciaal = behaald Blok 2 1 cruciaal = behaald Blok 3 2 voldoende + 1 cruciaal = behaald Blok 4 1 voldoende + 2 cruciaal = behaald Aantal voldoenden Bij 4 x behaald is het resultaat voldoende Handtekening kandidaat voor deelname aan het examenonderdeel: Cruciaal O V VC Aantal VC Behaald? Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee Resultaat: Onvoldoende Handtekening examinator 1 Voldoende Handtekening examinator 2 De kopie van het beoordelingsformulier is de schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 18 van de examenvoorwaarden Voor het aantekenen van beroep gelden artikel van de Examenvoorwaarden Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 7 van 12

8 4.1.2 Toelichting op beoordelingsformulier opdracht 1: kwalificatiedossier Regionaal Operationeel Leider 1. Leidinggeven aan het ROT Toelichting: Als leider ROT geeft u leiding aan de multidisciplinaire samenwerking in het ROT. U bent verantwoordelijk voor het multidisciplinaire aanpakken van de gevolgen van het incident op tactisch en strategisch niveau. Het is daarom van wezenlijk belang om het samenwerkingproces binnen het ROT zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. U dient over eigenschappen te bezitten die u in staat stellen gericht sturing te geven aan het ROT en een efficiënte samenwerking tussen de verschillende disciplines te creëren. Beoordelingscriteria: 1.1 Sturen van het ROT-overleg Als leider ROT vergadert u efficiënt en effectief met het oog op het nemen van besluiten, het maken van afspraken en het stellen van prioriteiten. U biedt de structuur die nodig is om onder tijdsdruk tot een plan van aanpak te komen: u laat ROT-leden met elkaar kennis maken, werkt aan de hand van een agenda, zorgt dat alle relevante informatie besproken wordt, vat informatiestromen samen en controleert of boodschappen overkomen zoals bedoeld. U bewaakt hierbij het groepsproces en houdt rekening met de situatie van de verschillende leden. Aan de start van het overleg geeft u duidelijk aan wat er van de ROT-leden verwacht wordt en maakt heldere afspraken met betrekking tot het verbindingsverkeer, voorlichting naar buiten en de vergaderstructuur. Daarnaast bewaakt u de tijd en inhoud van het overleg; u biedt leden voldoende ruimte maar grijpt in indien informatie niet relevant is voor de andere disciplines. U noteert besluiten en afspraken en komt deze na. U delegeert taken en verantwoordelijkheden op efficiënte wijze en toont daarmee inzicht in de richtlijnen, protocollen en procedures binnen rampenbestrijding. 1.2 Bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking Als leider ROT bevordert u de multidisciplinaire samenwerking en het gemeenschappelijke doel van het ROT. U denkt hierbij kolomoverstijgend door gevoel te tonen voor de cultuur en dilemma s van de verschillende disciplines en personen. U zorgt ervoor dat het overleg niet door één discipline gedomineerd wordt, tenzij de situatie hierom vraagt. U bewaakt de kwaliteit van de samenwerking door zorg te dragen voor een goede multidisciplinaire afstemming, oordeelsvorming en besluitvorming. 1.3 Tonen van leiderschapskwaliteiten U toont de leiderschapskwaliteiten en professionele beroepshouding zoals deze verwacht worden van een leider ROT. U hanteert een leiderschapsstijl die gepast is voor het ROT en past deze aan op de situatie, de mensen, risico s en de tijdsdruk. Als leider toont u overwicht en stresbestendigheid; u straalt rust en gezag uit. U stelt de juiste prioriteiten, neemt beslissingen op basis van de beschikbare informatie en komt gemaakte afspraken na. Daarnaast communiceert u open en helder, luistert goed, signaleert non-verbale signalen en motiveert de leden van het ROT tot het leveren van optimale resultaten. U vertrouwt hiermee op de vakbekwaamheid van de leden 2. Beeldvorming van het incident Toelichting: Als leider van het ROT heeft u de verantwoordelijkheid om de beeldvorming van het multidisciplinaire incident te bewaken op tactisch en strategisch niveau. U wordt hierover geadviseerd door de informatiemanager ROT en de leider CoPI, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid van de totstandkoming van het totaalbeeld ligt bij u. Onderdeel van deze beeldvorming is de gezamenlijke ontwikkeling van scenario s en risicoanalyses. Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 8 van 12

9 Beoordelingscriteria: 2.1 Opstellen en bewaken van het totaalbeeld Als leider ROT bewaakt u de ontwikkeling van het totaalbeeld. U vormt vóór het ROT een startbeeld van het incident. U doet hiervoor een beroep op de meldkamer en de leider van het CoPI (indien van toepassing). U toetst uw beeld zodra het ROT van start gaat. U stimuleert de informatiedeling en terugkoppeling binnen het ROT, bewerkstelligt en bewaakt een juiste beeldvorming en een gezamenlijk oordeel van het totaalbeeld. U benut hierbij de kennis en ervaringen van alle ROT-leden en de informatiemanager. Als er een CoPI ter plaatse is, heeft u direct contact met de leider CoPI voor het borgen van een goede informatiestroom vanuit het plaats incident. Op basis van het totaalbeeld beoordeelt en analyseert u het incident en maakt u een inschatting van de situatie en mogelijke effecten. U neemt de maatschappelijke gevoeligheid en mediagevoeligheid van het incident hierin mee. Indien nodig stelt u het totaalbeeld bij; u laat tijdig nieuwe informatie in het totaalbeeld plaatsen of niet relevante informatie verwijderen. Zodra er binnen het ROT of vanuit het beleidsteam meer behoefte is aan bepaalde informatie zet u gericht informatieopdrachten uit. 2.2 Gezamenlijk ontwikkelen van risicoanalyses en scenario s Binnen het ROT werkt u effectief samen met de leden van het ROT en de informatiemanager ROT om tot reële risicoanalyses te komen. U schat hierbij de waarschijnlijkheid en de ernst van de risico s op de juiste wijze in. Daarnaast komt u in gezamenlijkheid tot verschillende realistische scenario s. U werkt deze scenario s uit in kansen, beperkingen, bedreigingen en mogelijkerwijs te realiseren resultaten. Deze multidisciplinair samengestelde scenario s zet u door naar het beleidsteam. 3. Besluitvorming binnen het ROT Toelichting: Als leider ROT heeft u de verantwoordelijkheid voor de multidisciplinaire incidentbestrijding in het effectengebied. Het is aan u om te bepalen welke acties ondernomen worden zodat er een snelle en gecoördineerde incidentbestrijding/hulpverlening in het effectengebied gerealiseerd kan worden. U bent daarom ook verantwoordelijk voor de uiteindelijke besluitvorming binnen het ROT op tactisch en strategisch niveau. Beoordelingscriteria: 3.1 Verantwoordelijkheid nemen voor de besluitvorming binnen het ROT U neemt de verantwoordelijkheid voor besluiten die genomen worden binnen het ROT. In overleg met de leden van het ROT bepaalt u de te volgen tactieken en de te nemen maatregelen. U maakt hierbij gebruik van de expertise van de verschillende ROT-leden zodat ieders deskundigheid is meegenomen in het besluit. Daarnaast betrekt u de verschillende belangen en gevoeligheden van betrokken partijen in uw besluit. Uw keuze is doorslaggevend tijdens het nemen van belangrijke beslissingen zoals een eventuele opschaling, het bepalen van de externe communicatiestrategie (media) en het afbakenen van het bron- en effectengebied. Het is aan u om te bepalen welke acties ondernomen worden en in samenwerking met de ROT-leden tot een gezamenlijk plan van aanpak te komen. U stelt prioriteiten en durft te oordelen als nog niet alle informatie beschikbaar is en de beslissing niet kan worden uitgesteld. Indien nodig verantwoordt u de genomen beslissingen aan belanghebbende verantwoordelijken. U vertaalt de genomen besluiten in duidelijke opdrachten voor de leden van het ROT en de informatiemanager (in het geval van informatieopdrachten). 3.2 Bewaken van de besluitvorming binnen het ROT Als verantwoordelijke voor de besluitvorming binnen het ROT is het uw taak om de kwaliteit en de voortgang van dit proces op strategisch niveau te bewaken. Gedurende de beeld- en besluitvorming analyseert, combineert en benut u voortdurend informatie. U legt hierbij de juiste verbanden tussen processen en ontwikkelingen. U stuurt de processen op verantwoordelijke wijze bij en demonstreert hierbij dat u de consequenties van genomen besluiten voor de verschillende processen overziet. U geeft effectief leiding aan het besluitvormingsproces door (waar mogelijk) zaken in consensus te regelen en zelfstandig knopen door te hakken. Tijdens de besluitvorming signaleert u problemen en wisselt u (indien nodig) van prioriteit. Daarnaast zorgt u ervoor dat de veiligheid van eigen personeel, andere hulpverleningsdiensten en derden wordt afgewogen tegen het beoogde doel van de incidentbestrijding. Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 9 van 12

10 3.3 Controleren van uitgezette opdrachten en maatregelen Als leider ROT is het uw taak om de multidisciplinaire samenwerking succesvol te laten verlopen. U wijst de ROT-leden op het belang van het nakomen van gemaakte afspraken en het uitvoeren uitgezette opdrachten. Daarnaast controleert u de ROT-leden op het nakomen van afspraken en het uitvoeren van opdachten. 3.4 Coördineren met de leider CoPI U coördineert de hulpverlening en incidentbestrijding zorgvuldig met de leider CoPI. U informeert specifiek naar de reden van opschaling, het CoPI-beeld, het verwachtingspatroon en de hulpvraag en draagt zorg voor de afbakening van het bron- en effectgebied door beslissingen te vertalen naar operationeel niveau. 4. Adviseren en informeren van het beleidsteam Toelichting: Als leider ROT bent u verantwoordelijk voor de informatieoverdracht en advisering aan het beleidsteam (burgemeester). U vertaalt tactische informatie waar nodig naar strategische beslispunten en treedt in voorkomende gevallen namens het ROT op als adviseur. Beoordelingscriteria: 4.1 Informeren van het beleidsteam Als leider ROT draagt u zorg voor de doelmatige en doeltreffende verspreiding van relevante informatie naar het beleidsteam. U voorziet het locale beleidsteam op gestructureerde wijze van een betrouwbaar totaalbeeld en sitrap. Daarnaast vertaalt u tactische activiteiten, knelpunten en beslissingen naar informatie of beslispunten op strategisch niveau en visa versa. U bepaalt welke dilemma s, vragen of strategische keuzes voorgelegd dienen te worden aan het beleidsteam. U geeft hierbij aan welke beslissingen van het beleidsteam verwacht worden. Indien nodig verantwoordt u genomen beslissingen aan de verantwoordelijke belanghebbenden. 4.2 Adviseren van het beleidsteam Voorziet het beleidsteam gevraagd en ongevraagd van advies. U structureert en doseert uw adviezen zodat deze eenvoudig te begrijpen zijn. Daarnaast brengt u nuances aan in uw advies door prioriteiten aan te geven. Verder zijn uw adviezen haalbaar, legitiem en proportioneel. U motiveert de werkwijze en het advies; u kunt anderen overtuigen van uw advies, het onderbouwen en de uitvoerbaarheid van het advies bespreken. 4.3 Inzicht tonen in politieke, maatschappelijke en bestuurlijke processen U handelt met diplomatie en politieke sensitiviteit. U toont kennis en maakt gebruikt van de van toepassing zijnde procedures en weet welke partijen een rol spelen in de verschillende processen. U demonstreert gevoel voor maatschappelijke verhoudingen en mediagevoeligheid, overlegt en adviseert tijdig de verantwoordelijken voor beleid en andere betrokkenen. U werkt effectief samen met de verschillende partijen met het oog op verschillende belangen. Uw inzicht in deze politieke en bestuurlijke processen stellen u in staat om op effectieve wijze advies uit te brengen. 4.4 Functioneren als volwaardig gesprekspartner op strategisch niveau U demonstreert dat u inhoudelijk kunt meepraten op een hoger bestuurlijk niveau. U verantwoord uw werkwijze en adviezen op gedegen wijze. U blijft effectief functioneren onder (bestuurlijke) druk. U straalt een zelfverzekerde houding uit en bent daadkrachtig. U helpt anderen waar mogelijk, kent eigen grenzen en bevoegdheden en vraagt tijdig om hulp. Daarnaast stelt u zich flexibel op speelt u goed in op onverwachte situaties. Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 10 van 12

11 5 Verklaring van examenresultaten (met blokletters invullen) Kwalificatiedossier Regionaal Operationeel Leider Naam en voorletters student Studentnummer Ingangsdatum Instroomnummer Versienummer Opdracht 1 Submodulecode Opdrachtcode Beoordelaar Voorwaardelijkheid Examendatum Eindoordeel Naam en functie examinator 1 Optreden als regionaal operationeel leider Afdeling Examinering/NBBE Voldoende Handtekening examinator 1 Naam en functie examinator 2 Handtekening examinator 2 U neemt het overzicht ALTIJD mee bij elke opdracht van het examen. De beoordelaar plaatst bij een voldoende resultaat zijn handtekening bij de betreffende opdracht. Dit geeft de authenticiteit van de door u uitgevoerde opdracht aan. Lees de toelichting Operationeel Leider 1 juni 2010 Pagina 11 van 12

12 Toelichting verklaring van examenresultaten Dit overzicht is noodzakelijk voor de verwerking van uw examenresultaten in de geautomatiseerde systemen. Een examen bestaat uit één of meer opdrachten. Voor de opdrachten die worden beoordeeld door de school bepaalt de school wie bevoegd is de opdrachten af te tekenen. Voor de opdrachten die worden beoordeeld door het korps bepaalt het korps wie bevoegd is de opdrachten af te tekenen. Dit kan de beoordelaar van de opdracht zijn, maar ook de trajectbegeleider of de lijnchef. Op de verklaring worden uitsluitend de voldoende resultaten van de opdracht(en) van het examen vastgelegd. Indien u EVC s zijn toegekend voor een bepaalde opdracht, dient u dit te bewijzen door het overleggen van de EVC-bevestiging. Voorwaardelijke opdracht(en) Direct voorafgaand aan een opdracht waarvoor een andere opdracht voorwaardelijk is, toont u aan de beoordelaar/examinator de verklaring van examenresultaten waaruit blijkt dat aan de voorwaardelijke opdracht(en) is voldaan. Kan dit niet worden aangetoond dan wordt u niet tot de betreffende opdracht toegelaten. Verzending verklaring van examenresultaten (post-initieel) Hebt u alle opdrachten met een voldoende resultaat afgelegd, dan zendt u de originele verklaring van examenresultaten naar: Politieacademie Directie Onderwijs, Staf bedrijfsvoering Postbus BB APELDOORN