Aan de gemeenteraad. Onderwerp: UITBREIDING WOONWAGENSTANDPLAATSEN UITGANGSPUNTENNOTITIE / Flex Ontwikkeling

Transcriptie

1 Ontwikkeling Aan de gemeenteraad Onderwerp: UITBREIDING WOONWAGENSTANDPLAATSEN UITGANGSPUNTENNOTITIE Beh. ambt: Tel/kamer: Afdeling Ontwikkeling / Flex Ontwikkeling Voorstel Stel de beslispunten per onderwerp vast. Beleidsterrein Volkshuisvesting Inleiding Er is een onderzoek uitgevoerd naar de woonbehoefte en mogelijke locaties voor uitbreiding van woonwagenstandplaatsen. In maart 2018 is met betrokkenen gesproken over drie mogelijke locaties. De coalitie heeft in het hoofdlijnenakkoord (d.d. 6 juni 2018) aangegeven het wenselijk te vinden om stil te staan bij de uitgangspunten en de financiering voor dat dit proces wordt voortgezet. Het college van B&W is de volgende opdracht gegeven: 'Het college stopt het proces voor de realisering van woonwagenstandplaatsen in afwachting van de uitkomst van het gesprek met de gemeenteraad over de uitgangspunten en de financiering'. Ter voorbereiding op dit gesprek heeft het college voorliggend raadsvoorstel opgesteld. In het voorstel wordt eerst het landelijk beleidskader geschetst en zijn de stappen die tot nu toe zijn gezet in het onderzoek kort samengevat. Dit betreft o.a. de uitgangspunten voor nieuwe locaties vanuit de vorige collegeperiode aangevuld met de nuanceringen vanuit het huidige college (zie paragraaf 5). Per onderwerp zijn de hoofdlijnen geschetst, inclusief beslispunten voor de gemeenteraad. De achterliggende documenten zijn in de bijlage opgenomen. Argumenten/beoogde effecten 1. Beleidskader voor gemeentelijk standplaatsenbeleid In 1999 is de Woonwagenwet ingetrokken en werd het woonwagenbeleid gedecentraliseerd. De afgelopen jaren heeft een aantal instanties (waaronder het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman) zich uitgesproken over het mensenrechtelijk kader dat voor woonwagenbewoners geldt. Zij stellen dat het beleidskader dat ontwikkeld is bij de intrekking van de Woonwagenwet niet meer voldoet. In mei 2017 heeft de Nationale ombudsman een rapport uitgebracht waarin hij stelde dat het Rijk en de gemeenten het recht van woonwagenbewoners om te leven volgens hun culturele identiteit onvoldoende erkennen en faciliteren. Op 12 juli 2018 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken een nieuw beleidskader voor gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid gepresenteerd. Dit document reikt gemeenten de kaders aan waarmee zij het lokale huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners binnen het mensenrechtelijke kader kunnen ontwikkelen. Uitgangspunt hierbij blijft dat huisvestingsbeleid een primaire verantwoordelijkheid van de gemeente is. De huisvestingsvisie die ten grondslag ligt aan dit nieuwe beleidskader heeft als kern het beschermen van woonwagenbewoners tegen discriminatie, het waarborgen van hun mensenrechten en het bieden van rechtszekerheid en duidelijkheid.

2 - 2 - Concreet betekent dit: De gemeente stelt het beleid voor woonwagens en standplaatsen vast als onderdeel van het volkshuisvestingsbeleid; Het beleid dient voldoende rekening te houden met en ruimte te geven voor het woonwagenleven van woonwagenbewoners; De behoefte aan standplaatsen moet in kaart worden gebracht; Corporaties voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners voor zover deze tot de doelgroep behoren; De afbouw van standplaatsen is niet toegestaan (behoudens uitzonderlijke omstandigheden) zolang er behoefte is aan standplaatsen; Een woningzoekende Roma, Sinti of woonwagenbewoner die dit wenst, heeft binnen een redelijke termijn kans op een standplaats. Voor nadere toelichting zie bijlage 1 Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid (Ministerie van Binnenlandse Zaken). Conclusie: het onderzoek van de gemeente Smallingerland naar de woonbehoefte en mogelijke locaties voor uitbreiding is in lijn met het beleidskader. De lokale kaders en uitwerking, zoals beschreven in dit raadsvoorstel, worden na besluitvorming door college en gemeenteraad opgenomen in de gemeentelijke woonvisie en in de prestatieafspraken met de corporaties en huurdersvereniging. 2. Proces - welke stappen zijn gezet Het onderzoek naar de uitbreiding van woonwagenstandplaatsen heeft de volgende stappen doorlopen: a. Initiatieffase - Roma en woonwagenbewoners vragen om aandacht voor tekort aan woonwagenstandplaatsen in Smallingerland april 2015; - Eerste verkenning van de woonbehoefte met aanbevelingen voor vervolg (zie bijlage 2 B&W advies Vaststelling verkenning woonwagenstandplaatsen, 2 februari 2016). b. Definitiefase - Uitgangspunten samenwerking gemeente WoonFriesland (verhuurder huidige huurstandplaatsen - zie bijlage 3 Afspraken uit bestuurlijk overleg, 7 juli 2016) - Overleg over samenwerking met bewonerscommissie Woonwagen Belang Smallingerland najaar c. Ontwerpfase - Concretisering woonbehoefte (1-op-1 interviews) en actualiseren toewijzingsregeling huurstandplaatsen (regeling van WoonFriesland) voorjaar 2017; - Onderzoek ruimtelijke mogelijkheden voorjaar-najaar 2017: o Opstellen ruimtelijke uitgangspunten locaties; o Inventarisatie mogelijkheden op bestaande locaties en op nieuwe locaties; o Analyse haalbaarheid locaties (zie bijlage 4 - B&W advies Tussenbesluit haalbaarheid locaties, 21 november 2017) o Globale financiële doorrekening, concept-afspraken WoonFriesland, selectie drie mogelijke locaties, alternatieven huurhuisvesting (zie bijlage 5 B&W advies Financiële uitwerking, 20 februari 2018) o Consultatie doelgroep en omwonenden over mogelijke locaties (zie bijlage 6 Samenvatting reacties en verslagen bijeenkomsten, 29 mei Uitgangspunten samenwerking gemeente WoonFriesland Na vaststelling van de eerste verkenning van de woonbehoefte hebben gemeente en WoonFriesland afspraken gemaakt over de samenwerking. Op hoofdlijnen samengevat hebben college van B&W en de directie van WoonFriesland de volgende uitgangspunten vastgesteld:

3 De huidige woonwagenlocaties blijven wat inrichting betreft onveranderd bestaan; - Na uitwerking van de woonbehoefte zoeken we naar locaties voor uitbreiding; - Daarbij kijken we a. naar de mogelijkheden op/bij de huidige locaties en b. naar realisatie van nieuwe locaties; - Uitgangspunt is kleinschalige locaties; - De gemeente zoekt goede locaties; - De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om grond bouwrijp 'om niet' over te dragen aan WoonFriesland; - WoonFriesland is verantwoordelijk voor de inrichting, het beheer en de verhuur van standplaatsen; - WoonFriesland bied geen nieuwe woonwagens te huur aan. Zie bijlage 3 - Afspraken uit bestuurlijk overleg, 7 juli Woonbehoefte eerste verkenning en concretisering Eerste verkenning Naar aanleiding van de oproep van de Roma en woonwagenbewoners voorjaar 2015 is een eerste verkenning uitgevoerd van de woonbehoefte. De huidige situatie is in beeld gebracht, er is gekeken naar de optielijst van WoonFriesland en er is een schriftelijke enquete gehouden onder de doelgroep. De uitkomsten samengevat: - Er zijn 35 woonwagenstandplaatsen verdeeld over vijf locaties in Drachten, door verkoop aan huurders is een mix van huur- en koop ontstaan; - De gemiddelde wachtduur voor een standplaats is 6 jaar; - Er staan 23 personen op de optielijst van WoonFriesland voor een standplaats; - Uit de enquête komt een behoefte aan 33 standplaatsen, een deel van de geïnteresseerden voor een standplaats staat (nog) niet ingeschreven bij WoonFriesland; - De huishoudens betreffen ongeveer 50/50 inwonende kinderen en gezinnen die in een woning wonen en terug willen naar een woonwagen. Conclusie: de woonbehoefte van de Roma- en woonwagengemeenschap in Smallingerland is groter dan het aantal standplaatsen. Het college van B&W onderschrijft de wenselijkheid om standplaatsen toe te voegen (besluit 2 februari 2016). De gemeentelijke rol is daarbij opgevat als het samenbrengen van partijen, het onderzoeken van wensen en mogelijkheden en zo nodig dit planologisch te faciliteren. Zie ook bijlage 2 - B&W advies Vaststelling verkenning woonwagenstandplaatsen, 2 februari Concretisering woonbehoefte Voorjaar 2017 is de woonbehoefte nader uitgewerkt. De gemeente heeft samen met een vertegenwoordiger van huurdersvereniging De Bewonersraad individuele gesprekken gevoerd met alle geïnteresseerden voor een standplaats. Hieruit is het volgende beeld gekomen: - Er zijn 22 bewoners die voor een standplaats in aanmerking willen komen; - Waarvan 8 thuiswonenden, 7 bewoners die in een woning wonen en 7 bewoners die al een standplaats hebben en graag willen verplaatsen. - Per saldo betekent dit 15 nieuw te realiseren standplaatsen. - Daarnaast zijn er 5 kinderen tussen de 16 en 21 jaar die mogelijk over een aantal jaren ook voor een standplaats in aanmerking willen komen. - Er is belangstelling voor minimaal 3 en maximaal 8 koopkavels. Conclusie: rekening houdend met de behoefte op termijn gaat het om maximaal 20 woonwagenstandplaatsen waarvoor we locaties zoeken. Zie ook bijlage 4 - B&W advies Tussenbesluit haalbaarheid locaties, 21 november Bedrijfskavels Uit de gesprekken kwam in eerste instantie van drie bewoners een behoefte aan een standplaats in combinatie met een bedrijfskavel. Bij nadere inventarisatie van de mogelijkheden hebben de betrokkenen aangegeven af te zien van deze woonwens.

4 - 4 - In voorliggende uitgangspuntennotitie gaan we alleen in op reguliere standplaatsen. Beslispunt 1 - Stel de extra woonbehoefte van de doelgroep vast op maximaal twintig standplaatsen, waarbij het daadwerkelijk aantal te realiseren standplaatsen afhankelijk is van draagvlak, financiën en mogelijkheden. 5. Ruimtelijke aspecten Uitgangspunten nieuwe locaties Op basis van de concretisering van de woonbehoefte is een verkenning uitgevoerd van potentiële locaties. Als start heeft de gemeente, in overleg met WoonFriesland en de doelgroep, een aantal uitgangspunten opgesteld. Wij zijn van oordeel dat een nuancering op een aantal van deze uitgangspunten op zijn plaats is. Deze punten hebben wij cursief weergegeven. 1. Een woonwagenlocatie ligt in een woonwijk en is kleinschalig met maximaal acht tot 12 standplaatsen; 2. De standplaatsen zijn tweezijdig ontsloten voor autoverkeer t.b.v. calamiteiten; 3. Een locatie ligt ten opzichte van overige bebouwing niet geïsoleerd in een wijk; 4. De woonwagenlocatie is voorzien van een duidelijke herkenbare (fysieke) begrenzing; 5. Er wordt gestreefd naar een spreiding van de woonwagenlocaties over Drachten of daar buiten: het opnieuw in gebruik nemen van het voormalig woonwagenkamp Drachtstercompagnie is een te onderzoeken optie mede gelet op het verzoek daartoe van de doelgroep; 6. Een nieuwe locatie gaat niet ten koste van structureel groen; 7. Locaties zijn vanuit meerdere posities zichtbaar en passen in het aanwezige straatbeeld; 8. De koop- en huurstandplaatsen worden opgevat als reguliere woonsituaties conform Woningwet 2015; 9. De standplaatsen zijn maximaal 13m x 23m (299m 2 ) per standplaats; 10. Iedere standplaats bevat een maximale oppervlakte ten behoeve van plaatsing van een woonwagen. Dit zogenaamde bouwvlak beslaat 8m x 15m (120m 2 ); 11. Iedere standplaats beschikt tevens over een berging van 4m x 3m (12m 2 ). Meteraansluitingen nutsvoorzieningen liggen in de berging; 12. Nieuwe locaties worden gezocht in Drachten, Boornbergum en Drachtstercompagnie. Ontwikkelingen leiden tot een aangepast locatie-overzicht. Groslijst potentiële locaties Op basis van de uitgangspunten is destijds gestart met een stedenbouwkundige verkenning naar mogelijke locaties. Gekeken is naar uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande locaties en naar mogelijke nieuwe locaties. Deze verkenning heeft geleid tot de volgende groslijst: - 5 bestaande locaties: Baalder, J.F. Kennedylaan, Hagewyk, Hoogzand, De Meer; - 9 nieuwe locaties: Kleinzand, Handwerkerszijde, Kwelderland, de Knobben, Fennereed, Morra, De Trisken, uitbreiding Boornbergum, Vrijburg fase 3. - Op verzoek van de doelgroep is ook de locatie Noorderend beoordeeld. Selectie kansrijke locaties De locaties uit de groslijst zijn in een quick scan beoordeeld op geschiktheid als woonwagenlocatie. Daarbij is gekeken naar verschillende aspecten: capaciteit, eigendom, bestemming, infrastructuur, woonkwaliteit, omgevingskwaliteit, sociale context, financiën en beschikbaarheid. Dit heeft een eerste selectie opgeleverd van een vijftal kansrijke locaties: Wetterwille, Kwelderland, Fennereed, Morra, Vrijburgh fase 3.

5 - 5 - Deze locaties zijn op haalbaarheid onderzocht. Dit betrof een nadere stedenbouwkundige verkenning, quickscan verkeerslawaai, planschaderisico-analyse en globale raming kosten locatieontwikkeling. Conclusie: alles overwegend zijn door het vorige college van b&w drie locaties het meest kansrijk geacht voor uitbreiding van de standplaatsen: Wetterwille, Fennereed en Vrijburgh fase 3. De locaties Wetterwille en Fennereed voor de korte termijn en de locatie Vrijburgh als onderdeel van een grotere ontwikkeling voor de langere termijn. Voor onderbouwing zie bijlage 4 - B&W advies Tussenbesluit haalbaarheid locaties, 21 november Wij constateren dat de politieke context na de verkiezingen is gewijzigd. In het Hoofdlijnenakkoord staat vermeld: "Er is een locatieonderzoek naar woonwagenstandplaatsen geweest. Dit heeft geleid tot de nodige maatschappelijke onrust. Het is wenselijk om stil te staan bij de uitgangspunten en de financiering voor dit proces wordt voortgezet". Vanuit dit perspectief heeft het college de drie eerder benoemde meest kansrijk geachte locaties voor uitbreiding van standplaatsen opnieuw onder de loep genomen. Voor "Vrijburgh" geldt dat deze woonwijk als locatie in beeld is voor de bundeling van scholen op het gebied van speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs ("Samen Kansrijk"). Hierover bent u geïnformeerd met de brief van 13 november Daarnaast constateren wij dat de woningmarkt op dit moment vraagt om een versnelling, waarbij Vrijburgh deels in deze behoefte kan voorzien. Vanuit het belang van spoedige realisatie van Samen Kansrijk en de woningbouwproductie in Vrijburgh vinden wij vertraging als gevolg van het aanwijzen van de locatie Vrijburgh als kansrijke woonwagenlocatie ongewenst. Daarbij hebben wij meegewogen dat wij op korte termijn met oplossingen willen komen. Voor deze inzet hebben wij het draagvlak in de omgeving gepolst. Voor de locatie "Fennereed" geldt dat er vanuit de omgeving geen draagvlak is voor de realisatie van woonwagenstandplaatsen. Het college vindt bij nader inzien de locatie "Fennereed" niet geschikt in verband met de cumulatie van bijzondere woonfuncties en de ongelukkige ontsluiting. Beslispunt 2 Stel de uitgangspunten voor nieuw aan te leggen locaties vast, waarbij de locatie Wetterwille de resterende kansrijke nader te beoordelen locatie is (te beoordelen op basis van de thema's in paragraaf 6 en verder). Als alternatieve locatie kan buiten het perspectief van de onderzochte locaties en mede op verzoek van de doelgroep zelf - het opnieuw in gebruik nemen van het voormalig woonwagenkamp Drachtstercompagnie worden onderzocht. Deze locatie is planologisch nog bestemd als woonwagenlocatie. Kanttekening hierbij is dat de woonwagenlocatie Drachtstercompagnie niet aan de oorspronkelijke uitgangspunten voor nieuw aan te leggen locaties voldoet. Het college staat daarnaast vanzelfsprekend open voor eventuele suggesties van uw Raad voor andere alternatieve locaties 6. Financiële uitwerking locaties/standplaatsen Voor de drie eerder geselecteerde locaties is een financiële uitwerking opgesteld. Op basis van een eerste verkenning van de kosten hanteerde het vorige college van B&W de volgende uitgangspunten: - Er wordt niet ingestemd met een variant waarbij grond om niet wordt overgedragen aan WoonFriesland; - Er wordt een financiele uitwerking opgesteld met alternatieven voor een mogelijke kostenverdeling gemeente corporatie. Met in achtneming van beslispunt 4 is hieronder de financiële uitwerking beschreven van de locatie Wetterwille. De locatie vml woonwagenkamp is als alternatief voor Vrijburgh en Fennereed toegevoegd en is nog niet financieel uitgewerkt. Verwacht wordt dat er geen grote afwijkingen zijn ten opzichte van de doorrekening van de locatie Vrijburgh. Wel ligt er

6 - 6 - op de locatie vml woonwagenkamp Drachtstercompagnie nog een niet-toepasbare slakken/puinlaag. Deze zal verwijderd moeten worden. De kosten daarvan zijn geschat op (prijspeil 2016), waarvan de financiële dekking binnen dit budget moet worden gevonden. Uitkomst financiële uitwerking samengevat (exclusief woonwagens zie paragraaf 7): Uitgangspunten - Maximaal 20 Standplaatsen van 299m²; - Mix van huur- en koopstandplaatsen; - Kostenraming betreffende investeringen die nodig zijn om de locaties geschikt te maken voor woonwagens: de kosten van planvoorbereiding, boekwaarde van de gronden, kosten voor het bouw-/woonrijpmaken en kosten van planschade; - Marktconforme grondopbrengst (verkoop aan verhuurder / particuliere bewoner). Variabelen van invloed op het financieel resultaat - Kosten variëren per locatie; - Definitief aantal huur- en koopstandplaatsen. Uit het behoefte onderzoek blijkt dat er belangstelling is voor minimaal 3 en maximaal 8 kavels voor koopwoonwagens. Opgave is nog vrijblijvend; - Hoogte van de planschade; - Aanbestedingen bouw- en woonrijpmaken. Resultaat - De investeringen kunnen niet gedekt worden uit de grondopbrengsten; - Hoe groot de bijdrage moet zijn hangt af van bovengenoemde variabelen; - In de doorrekening is uitgegaan van een tweetal scenario's: o Scenario A = maximale kosten (worst case) en minimale opbrengsten; o Scenario B = minimale kosten (best case) en maximale opbrengsten. Resultaat (kosten grondopbrengsten, afgerond): Scenario A Scenario B 20 standplaatsen: 3 koop, 17 huur en maximale kosten 20 standplaatsen: 8 koop, 12 huur en minimale kosten - 0,8 miljoen - 0,6 miljoen Dekking tekort In het beleidsplan is een structurele reservering van opgenomen ter dekking van de kapitaallasten van een investering van , gebaseerd op het collegebesluit van 20 februari Daarbij moet worden opgemerkt dat het tekort kan toenemen vanwege de nog nader uit te werken oplossing van de huurwoonwagens (zie paragraaf 7). Voor nadere toelichting financiën zie bijlage 5 - B&W advies Financiële uitwerking, 20 februari Voorzover de locatie van het voormalig woonwagenkamp Drachtstercompagnie wordt ingezet zal de financiële dekking van de bodemsaneringskosten voor het opruimen van de niet-toepasbare slakken-puinlaag ( 0,2 miljoen) ook ten laste van dit investeringsbudget worden gebracht. Beslispunten 3 - Neem kennis van de financiële consequenties en de dekking in het beleidsplan

7 Huisvesting (huur)woonwagens Bij de start van de samenwerking heeft WoonFriesland haar standpunt ingebracht om alleen standplaatsen aan te bieden en géén huisvesting (huurwoonwagens) te realiseren. Afgesproken is om mogelijke alternatieven voor huisvesting te onderzoeken. Uit de woonbehoefte (paragraaf 4) komt dat ongeveer de helft van de woonwagenbewoners (circa 10 huishoudens) op basis van hun inkomen naar verwachting niet kan voorzien in kwalitatief voldoende huisvesting. Ze kunnen als gevolg van een laag inkomen wel een standplaats huren, maar huisvesting daarop is een mogelijk knelpunt. Op dit moment is daarvoor nog geen oplossing beschikbaar. Het college van B&W hanteert het uitgangspunt dat de gemeente voor zichzelf geen volkshuisvestelijke taak ziet in het concreet aanbieden van huisvestingsproducten (zoals huurwoonwagens) en tevens geen huurproducten van zichzelf op grond van een ander zet. Wij zien een aantal opties om te onderzoeken: - de gemeente zoekt een derde partij die woonwagens als sociaal gaat verhuren; - tussenvorm waarbij een derde partij grondeigenaar wordt en als verhuurder optreedt en de gemeente meefinanciert bij de aanschaf van woonwagens; - we verkennen of het standpunt van de corporatie om geen huisvesting (huurwoonwagens) te realiseren is gewijzigd. De alternatieven voor huisvesting vragen mogelijk om een financiële bijdrage van de gemeente. Uitwerking van de opties moet helderheid geven over de omvang hiervan. De uitwerking van de bovenstaande opties vraagt de nodige inzet van personeel en middelen. Het college heeft bij het besluit van 20 februari 2018 opdracht gegeven een plan van aanpak op te stellen voor uitwerking van de genoemde opties voor huurhuisvesting. Deze stap is nog niet uitgevoerd. De focus lag de afgelopen periode op de consultatieronde van omwonenden van de eerder benoemde drie kansrijke locaties (zie paragraaf 8). Beslispunten 4 - Stel de opties voor huisvesting vast; - Geef opdracht om de opties te onderzoeken. 8. Consultatie doelgroep en omwonenden over mogelijke locaties Nadat helderheid is verkregen over de haalbaarheid van mogelijke locaties is de gemeente in maart 2018 in gesprek gegaan met betrokkenen. Er zijn bijeenkomsten geweest met de belangstellenden voor een standplaats, de direct omwonenden van de locatie Wetterwille, Fennereed en Vrijburgh fase 3 en voor bewoners in een bredere straal van de locaties. Doel van de bijeenkomsten was om de belangen van alle betrokkenen zoveel mogelijk in beeld te krijgen, zodat deze meegewogen worden in de besluitvorming over de uitbreiding van woonwagenstandplaatsen. De consultatieronde heeft veel teweeg gebracht onder de bewoners, met name onder de omwonenden van Fennereed en Vrijburgh. Bijlage 6 bevat per locatie een samenvatting van de ontvangen reacties en de verslagen van de bewoners-avonden. Beslispunt 5 - Neem kennis van de reacties van de doelgroep en omwonenden.

8 - 8 - Samenvatting beslispunten Beslispunt 1 - Stel de extra woonbehoefte van de doelgroep vast op maximaal twintig standplaatsen waarbij het daadwerkelijk aantal te realiseren standplaatsen afhankelijk is van draagvlak, financiën en mogelijkheden. Beslispunt 2 - Stel de uitgangspunten voor nieuw aan te leggen locaties vast, waarbij de locatie Wetterwille de resterende kansrijke nader te beoordelen locaties is (te beoordelen op basis van de thema's in paragraaf 6 en verder). Als alternatieve locatie kan buiten het perspectief van de onderzochte locaties en mede op verzoek van de doelgroep zelf - het opnieuw in gebruik nemen van het voormalig woonwagenkamp Drachtstercompagnie worden onderzocht. Deze locatie is planologisch nog bestemd als woonwagenlocatie. Kanttekening hierbij dat de woonwagenlocatie Drachtstercompagnie niet aan de oorspronkelijke uitgangspunten voor nieuw aan te leggen locaties voldoet. Het college staat daarnaast vanzelfsprekend open voor eventuele suggesties van uw Raad voor alternatieve locaties. Beslispunten 3 - Neem kennis van de financiële consequenties en de dekking in het beleidsplan Beslispunten 4 - Stel de opties voor huisvesting vast; - Geef opdracht om de opties te onderzoeken. Beslispunt 5 - Neem kennis van de reacties van de doelgroep en omwonenden. Drachten, Burgemeester en wethouders van Smallingerland, Tom van Mourik Jelmer Mulder voorzitter. secretaris. Ter inzage liggende stukken: 1. Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid, 12 juli 2018; 2. B&W advies Vaststelling verkenning woonwagenstandplaatsen, 2 februari 2016; 3. Afspraken uit bestuurlijk overleg gemeente - WoonFriesland, 7 juli 2016; 4. B&W advies Tussenbesluit haalbaarheid locaties, 21 november 2017; 5. B&W advies Financiële uitwerking, 20 februari 2018; 6. Samenvatting reacties en verslagen bijeenkomsten, 29 mei 2018.