JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2016"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2016

2 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2016

3 De vijftien gemeenten Gemeente Aalsmeer Drie Kolommenplein 1 Postbus AG Aalsmeer Beemster Tel Fax Zaanstad Wormerland Oostzaan Landsmeer Purmerend Edam- Volendam Waterland Gemeente Amstelveen Laan Nieuwer Amstel 1 Postbus BA Amstelveen Tel Fax Haarlemmermeer Aalsmeer Uithoorn Amsterdam Amstelveen Ouder- Amstel Diemen Gemeente Amsterdam Amstel 1 Postbus AE Amsterdam Tel Fax Gemeente Beemster R. Middelburgstraat 1 Postbus ZG Middenbeemster Tel Fax

4 Gemeente Diemen D.J. den Hartoglaan 1 Postbus AD Diemen Tel Fax Gemeente Oostzaan Kerkbuurt 14 Postbus AA Oostzaan Tel Fax Gemeente Waterland Pierebaan 3 Postbus BA Monnickendam Tel Fax Gemeente Edam/Volendam W. v.d. Knoopdreef 1 Postbus AD Volendam Tel Fax Gemeente Ouder-Amstel Dorpsstraat 14 Postbus AA Ouderkerk a/d Amstel Tel Fax Gemeente Wormerland Koetserstraat 3 Postbus AA Wormer Tel Fax Gemeente Haarlemmermeer Raadhuisplein 1 Postbus AG Hoofddorp Tel Fax Gemeente Purmerend Purmersteenweg 42 Postbus AA Purmerend Tel Fax Gemeente Zaanstad Stadhuisplein MZ Zaandam Postbus AK Zaandam Tel Fax Gemeente Landsmeer Raadhuisstraat 1 Postbus AA Landsmeer Tel Fax Gemeente Uithoorn Laan van Meerwijk 16 Postbus AA Uithoorn Tel Fax

5 Het dagelijks bestuur Dhr. E.E. van der Laan Burgemeester van de gemeente Amsterdam Voorzitter Stadsregio Amsterdam Portefeuille Stadsregio: Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden Mw. S. Kukenheim Wethouder gemeente Amsterdam Portefeuillehouder Jeugdzorg Dhr. P. Litjens Wethouder gemeente Amsterdam Portefeuillehouder Openbaar Vervoer Dhr. D. Reneman Wethouder gemeente Haarlemmermeer Portefeuillehouder Verkeer Dhr. L. Scholten Wethouder gemeente Diemen Portefeuillehouder Wonen Dhr. D. Straat Wethouder gemeente Zaanstad Portefeuillehouder Economie Dhr. D. Bijl Burgemeester Purmerend Vicevoorzitter Stadsregio Amsterdam Portefefeuille Stadsregio: Financiën / Personeel en Organisatie / Bestuurlijke toekomst Dhr. A. Joustra Secretaris 4

6 Inhoud 2016 Leeswijzer 7 0 Jaarverslag Gebeurtenissen Financiële karakteristiek van de Stadsregio 18 1 Programmaverslag Wat hebben we bereikt? Openbaar Vervoer Infrastructuur Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Economie Regionale Woningmarkt 64 2 Paragrafen A. Lokale heffingen 72 B. Weerstandsvermogen 73 C. Onderhoud kapitaalgoederen 75 D. Financiering 75 E. Bedrijfsvoering en Communicatie (Overhead) 78 F. Verbonden partijen 87 G. Grondbeleid Jaarrekening De programmarekening Inleiding Overzicht van baten en lasten voor resultaatbestemming Resultaatbestemming Samenstelling resultaat (rekeningresultaat en resultaat overhead) Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen en overhead Programma overschrijdende dekkingsmiddelen: de BDU Reserves en vooruitontvangen (rijks)middelen 97

7 3.2 Balans met toelichting Balans Stadsregio Amsterdam per 31 december a Waarderingsgrondslagen Toelichting op de Balans: Activa a Vaste Activa b Vlottende Activa Toelichting op de Balans: Passiva a Vaste Passiva b Vlottende Passiva Wet Normering Topinkomens (WNT) Niet uit de balans blijkende langlopende verplichtingen Bijlagen Bijlage 1: SiSa bijlage 122 Bijlage 2: Afkortingenlijst 124 Accountantsverklaring

8 Leeswijzer De planning- en control cyclus van de Stadsregio voor 2016 Vijftien gemeenten samen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling is het motto van de Stadsregio Amsterdam. Dat motto wordt elk jaar financieel vertaald in de Begroting. In de Halfjaarrapportage wordt tussentijds verslag gedaan van de voortgang en in de Jaarstukken komen de eindresultaten aan bod. In onderstaand schema is in een aparte kolom aangegeven welke documenten uit de cyclus van andere jaren geagendeerd worden: Overzicht 0.1: Documenten planning- en control cyclus verslagjaar 2016 Regioraad Documenten verslagjaar 2016 Documenten van andere verslagjaren Juni 2015 Programmabegroting 2016 Begroting 2016 Jaarstukken 2014 December 2015 Uitvoeringsprogramma Verkeer & vervoer - Economie en Regionale Woningmarkt Juli 2016 Actualisatie begroting 2016 Begroting 2017 (in de programmabegroting 2017) Oktober 2016 Halfjaarrapportage 2016 Mei 2017 Kadernota 2018 Juli 2017 Jaarstukken 2016 Ontwerpbegroting Leeswijzer Het eerste deel van de jaarstukken bestaat uit het jaarverslag met de beleidsgerichte verantwoording in relatie tot de baten en lasten. Na de inleidende hoofdstukken Gebeurtenissen en Financiële hoofdpunten is het jaarverslag per programma opgenomen. Hierin wordt per programma een antwoord gegeven op de volgende drie w-vragen: 1. Wat willen we bereiken in ? 2. Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? 3. Wat heeft het gekost? Na het verslag over alle programma s volgen de verplichte paragrafen die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voorschrijft. Het tweede deel van de jaarstukken bestaat uit de jaarrekening. De jaarrekening heeft twee hoofdstukken: de programmarekening en de balans met toelichting. De programmarekening geeft, met een aantal overzichten en een toelichting daarop, de baten en lasten vanuit verschillende invalshoeken weer. Het eindresultaat van de baten en lasten komt tot uitdrukking in de balans door wijziging in het Vooruit ontvangen BDU-saldo (BDU-programma s) en door wijziging van het eigen vermogen (de niet-bdu-programma s). Feitelijk geeft de balans informatie over het totaal aan bezittingen en het totaal aan schulden (m.n. vooruit ontvangen/nog in te zetten BDU) op 31 december 2016.

9

10 JAARVERSLAG 2016

11 Gebeurtenissen 2016 Gebeurtenissen 10 JANUARI FEBRUARI Grootschalige verkeersproef rond evenementen Amsterdam Zuidoost De Stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat startten samen met bedrijven een proef om de verkeersdrukte voor en na grote evenementen in Amsterdam Zuidoost in goede banen te leiden. Overheid en bedrijfsleven werkten in deze proef voor het eerst gelijkwaardig samen aan de ontwikkeling van intelligent verkeersmanagement en slimme verkeersinformatie. Dankzij het combineren van gegevens ontstaat een beter en actueler beeld van de verkeersdrukte, waardoor het mogelijk is om betere en actuelere verkeersinformatie te geven. Bijdrage Stadsregio aan elektrisch rijden In het project MRA Elektrisch werken de Stadsregio, gemeenten, provincies, het rijk en bedrijfsleven al enkele jaren samen om elektrisch rijden in de Metropoolregio Amsterdam te stimuleren. De Stadsregio heeft euro bijgedragen voor Het bedrag is bestemd voor de organisatiekosten en voor het voortzetten van de gezamenlijke aanbesteding van laadpalen in de openbare ruimte. Dit gebeurt op basis van de daadwerkelijke vraag per gemeente. Met het stimuleren van elektrisch rijden willen de gezamenlijke partijen bijdragen aan de transitie naar duurzame energie en aan de vermindering van uitstoot van CO 2 en luchtverontreiniging. Jongeren creatief met smartphonegebruik op de fiets Smartphonegebruik op de fiets is gevaarlijk, maar hoe gaan we het tegen? Landelijke campagnes, zoals Aandacht op het verkeer: Onderweg ben ik Offline en de Fietsmodus, worden gebruikt om mensen bewust te maken van het gevaar. Maar er is meer nodig dan bewustwording. De Stadsregio, politie (Eenheid Noord-Holland) en XTNT ontwikkelden daarom een nieuw verkeerseducatieprogramma voor middelbare scholieren. Het leverde een nieuw, dynamisch lesprogramma op voor jongeren van 12 tot en met 15 jaar: De Campagnefabriek. Hierbij ontwikkelen jongeren hun eigen campagne om smartphonegebruik op de fiets tegen te gaan.

12 Investeringsagenda Verkeersveiligheid vastgesteld De regioraad van de Stadsregio Amsterdam stelde de Investeringsagenda Verkeersveiligheid vast. In deze investeringsagenda zijn de ambitie en opgaven tot en met 2025 opgenomen om de verkeersveiligheid in de stadsregio verder te verbeteren. De stadsregiogemeenten zetten in op een daling van het aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden. De komende jaren wil de Stadsregio minimaal zes miljoen euro per jaar reserveren voor onder andere een veilige infrastructuur, verkeerseducatie en verkeerscampagnes. MAART Nederlands OV stapt over op 100 procent uitstootvrije bussen Vanaf 2025 zijn alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer vrij van schadelijke uitlaatgassen. Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) tekende hiervoor een overeenkomst Zero emissie OV met alle vervoerpartijen waarin is afgesproken dat er snel meer bussen op elektriciteit en waterstof komen in het openbaar vervoer. Voor de Stadsregio Amsterdam ondertekende portefeuillehouder OV Pieter Litjens deze overeenkomst. APRIL 11 Gebeurtenissen Zonnepanelen op 19 Amsterdamse metrostations Op de daken van 19 Amsterdamse metrostations komen zonnepanelen. Het is een initiatief van de Stadsregio Amsterdam, GVB en gemeente Amsterdam. De Stadsregio zorgt voor de financiering en de verwachting is dat het hele systeem in de zomer van 2017 klaar is om stroom te leveren. Doel van de opwekking van zonne-energie op de daken van bovengrondse metrostations is om energiekosten te besparen en de CO 2 -uitstoot te beperken. Deze besparing komt de komende jaren ten goede aan het beheer en onderhoud van het OV-systeem.

13 Gebeurtenissen 2016 Gebeurtenissen 12 MEI Public Transport Ticket Points op Schiphol De Stadsregio, NS, Connexxion, GVB, Amsterdam Airport Schiphol en Amsterdam Marketing openden een Public Transport Ticket Point (PTTP) voor (buitenlandse) bezoekers op Schiphol Plaza. Het gaat om twee verkooppunten in de vorm van pop-up shops. Deze zijn speciaal bedoeld voor de verkoop van OV-tickets tijdens piektijden van mei tot en met september. Voor buitenlandse bezoekers zijn twee soorten gemakstickets verkrijgbaar voor trein, tram, bus en metro tegelijk: het Amsterdam Travel Ticket en het Amsterdam & Region Travel Ticket. Ook kunnen zij bij het PTTP terecht voor enkele reizen per trein of bus naar Amsterdam. Financiering bussen voor de aanbesteding Concessie Amstelland-Meerlanden 2018 De regioraad ging ermee akkoord dat het dagelijks bestuur 100 miljoen euro subsidie verstrekte voor een bussenlening in verband met de aanbesteding van de Concessie Amstelland-Meerlanden De basis van dit besluit ligt in de ervaringen die zijn opgedaan tijdens de proeffase in waarbij vervoerders in de streekconcessies gebruik konden maken van een bussenlening voor de aanschaf of herfinanciering van bussen. Het verstrekken van directe financiering voor een bussenlening leidt op de lange termijn tot lagere kosten voor het openbaar vervoer. De financieringskosten voor de Stadsregio liggen naar verwachting lager dan de financieringslasten van de vervoerder. Dit voordeel komt ten goede aan het openbaar vervoer. Wonen in regio Amsterdam in beeld gebracht De regio Amsterdam groeit en is populair; het aantal huishoudens neemt toe. De regio vergrijst en de druk op de woningmarkt blijft in alle segmenten groot. Dit bleek uit het regionaal woononderzoek Wonen in de regio Amsterdam Het onderzoek was een initiatief van Stadsregio Amsterdam. Verder bleek uit de rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2015 dat vanaf 2012 het aantal verhuringen van sociale huurwoningen stabiliseert maar de druk op de sociale huursector groot blijft, het aantal actief woningzoekenden toeneemt en de gemiddelde inschrijfduur die nodig is om een sociale huurwoning te bemachtigen hoog blijft. Daarnaast zijn meer woningen verhuurd aan voorrangskandidaten.

14 Samenwerkingsovereenkomst maakt verdere groei fietsparkeerplekken mogelijk Stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam, NS en ProRail werken samen aan een hoogwaardig aanbod van fietsparkeerplekken bij treinstations in Amsterdam. Steeds meer treinreizigers gebruiken hun fiets om van en naar het station te komen en de verwachting is dat dit aantal verder zal groeien. Daarom willen de partijen bestaande plekken bij stations beter benutten én stallingen bijbouwen. Op 30 mei 2016 ondertekenden alle betrokken partijen de Samenwerkingsovereenkomst fietsparkeren Amsterdamse treinstations op Station Amstel. Amstelveenlijn doortrekken naar dorpscentrum Uithoorn Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam en de colleges van Burgemeester en Wethouders van Uithoorn en Amstelveen kiezen ervoor de vernieuwde Amstelveenlijn door te trekken naar het dorpscentrum van Uithoorn. Daarmee volgen zij de keuze van de Stuurgroep Uithoornlijn waarin ook de provincie Noord-Holland is vertegenwoordigd. JUNI 13 Gebeurtenissen Sneller naar een beter resultaat Subsidieverordening Infrastructuur De regioraad stelde de verordening BDU Infrastructuur vast. Deze verordening houdt een andere manier van (co)financieren van projecten in. Eerdere betrokkenheid en betere samenwerking tussen partijen moet zorgen voor minder vertraging. Daarnaast wordt meer de focus gelegd op de inhoud en meer maatwerk in financiering toegepast. De verwachting is dat tot betere projecten leidt. JULI

15 Gebeurtenissen 2016 AUGUSTUS Minister stelt woningmarktregio MRA vast Minister Blok van Wonen heeft de Metropoolregio Amsterdam aangewezen als woningmarktregio. Hiervoor had de Stadsregio namens de gemeenten een verzoek ingediend bij de minister. In het kader van de Woningwet vormen alle gemeenten in Nederland nu een woningmarktregio van minimaal huishoudens. Met deze woningmarktregio s is het kerngebied van de corporaties bepaald. Nu er landelijk 19 kernregio s gevormd zijn, mogen corporaties alleen nog maar investeren in nieuwbouw en aankoop in hun eigen kerngebied. Gebeurtenissen 14 SEPTEMBER Amsterdam en regio tellen mee met het nationale fietsonderzoek De Nationale Fiets Telweek organiseerde van 19 t/m 25 september het tweede grote nationale fietsonderzoek. Een onderzoeksapp registreerde één week lang het fietsgedrag van deelnemers in Nederland, om in kaart te brengen welke routes zij fietsen, hoe lang zij erover doen en waar grote vertragingen zijn. De gemeente Amsterdam en de Stadsregio kregen na afloop van de Fiets Telweek beschikking over de (geanonimiseerde) fietsdata. Met nieuwe inzichten in het gebruik van hun fietsnetwerk kunnen Amsterdam en de Stadsregio acties ondernemen om het plaatselijke fietsverkeer te verbeteren en het fietsen - zowel binnen als buiten steden - prettiger en veiliger te maken. Nieuwe manier van projectfinanciering Onder het motto Samen sneller naar een beter resultaat vernieuwde de Stadsregio de werkwijze van projectfinanciering. Aanvragers van een bijdrage kunnen terecht op de speciale webpagina: In de nieuwe werkwijze maken wegbeheerders vroegtijdig afspraken met de Stadsregio over de aanpak en uitvoering van projecten. Zo maken partijen de bijdrage die projecten leveren aan de regionale bereikbaarheid en verkeersveiligheid vanaf het begin inzichtelijk. De samenwerkende partijen kunnen de regionale belangen optimaal in projecten opnemen en de Stadsregio kan tijdig beoordelen welke bijdrage vanuit het BDU-budget van toepassing is.

16 Strategische visie mobiliteit De Stadsregio Amsterdam heeft samen met de convenantspartijen een Strategische Visie Mobiliteit opgesteld. Deze visie gaat over huidige en toekomstige mobiliteitsopgaven en is geïnspireerd op wetenschappelijke publicaties en nieuwste inzichten. Om het verkeer en vervoer in de Metropoolregio Amsterdam optimaal te laten functioneren, werken de overheden aan de vorming van de Vervoerregio Amsterdam, die per 1 januari 2017 in werking treedt. De strategische visie zal de basis vormen voor het beleid. OKTOBER Nieuwe 15G trams GVB en de Spaanse fabrikant CAF ondertekenden op 11 november 2016 in Amsterdam een contract voor aankoop van 63 nieuwe trams. De aankoop van dit nieuwe materieel gebeurt in opdracht van de Stadsregio Amsterdam en in samenwerking met de gemeente Amsterdam. Ook ondertekenden GVB en de Stadsregio Amsterdam een uitvoeringsovereenkomst en gaf de Stadsregio de beschikkingen af. In totaal stelde de Stadsregio een budget van ruim 200 miljoen euro beschikbaar voor de aanschaf van deze nieuwe trams en de bijkomende kosten. NOVEMBER 15 Gebeurtenissen Proef met fietspad van glas en gras op oude trambaan in Waterland (N247) Gemeente Waterland, Stadsregio Amsterdam, provincie Noord- Holland en leverancier Biobound sloegen de handen inéén om een proef te realiseren voor een fietspad met een innovatieve techniek tussen Broek in Waterland en Monnickendam. De locatie van deze proef is de oude trambaan tussen deze twee kernen van Waterland en het huidige fietspad langs de N247. Met de nieuwe techniek kan een lichtgewicht fietspad worden aangelegd over zachte veengrond dankzij de toepassing van gras en glas. Er is periode van een jaar nodig om alle gebruiks- en weersinvloeden op de stabiliteit en sterkte van het nieuwe fietspad te testen. DECEMBER

17 Gebeurtenissen 2016 Vervoerplannen 2018 vastgesteld Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam stelde de Vervoerplannen 2018 definitief vast. Bij dit besluit zijn ook de wensen en bedenkingen van de regioraad meegenomen. De Vervoerplannen 2018 vormen samen het nieuwe OV-Lijnennet en gaan in als de Noord/ Zuidlijn in gebruik genomen wordt per 22 juli Hierdoor wordt het openbaar vervoer in de regio nog verder geoptimaliseerd en kunnen meer reizigers sneller naar hun plaats van bestemming worden vervoerd. Gebeurtenissen 16 M7 Metrovoertuigen De regioraad stemde in met een budget van 211,6 miljoen euro voor de levering van nieuwe metrovoertuigen. Deze M7 metro s krijgen een vergelijkbare functionaliteit en uitstraling als de meest nieuwe generatie metro s (M5/M6). De M7 voertuigen gaan sneltrams en metro s die in 2024 en 2027 uitstromen vervangen en maken een verdere reizigersgroei op het metronet mogelijk. Stadsregio en GVB starten in 2017 met de formele aanbesteding. Voorkeursbesluit Uithoornlijn De regioraad stelde de voorkeursvariant voor de Uithoornlijn vast en stemde in met de planuitwerkingsfase. Met het doortrekken van de Uithoornlijn tot aan het centrum van Uithoorn ontstaat een nieuwe Hoogwaardig Openbaar Vervoer-as, (HOV- as) waardoor reizigers snel en betrouwbaar hun bestemming kunnen bereiken. De Uithoornlijn vervangt de huidige, directe busverbinding met Amstelveen en Amsterdam.

18 Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2017 Het Uitvoeringsprogramma 2017 (UVP) van de Stadsregio werd door de regioraad vastgesteld. Het UVP laat zien met welke programma s en projecten de Stadsregio haar doelen wil bereiken en wat de kosten zijn. Vanaf 1 januari 2017 houdt de organisatie zich uitsluitend bezig met verkeer- en vervoerbeleid. Daarom is het UVP 2017 ook het volledige werkprogramma. Afbouw samenwerking Wonen en Economie in stadsregionaal verband In 2014 besloot het kabinet om de WGR-plus (Wet Gemeenschappelijke Regelingen voor Stadsregio s) af te schaffen, waarmee de Stadsregio s met een breed takenpakket op het gebied van Verkeer & Vervoer, Wonen en Economie kwamen te vervallen. In 2016 is door de samenwerkende gemeenten besloten om de samenwerking op het gebied van Economie vanaf 2017 verder binnen de Metropoolregio Amsterdam en de samenwerking op het gebied van Wonen binnen de deelregio s (Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland) en de Metropoolregio vorm te geven. 17 Gebeurtenissen Laatste jaar Stadsregio Amsterdam Op 31 december beleefde de Stadsregio na een bestaan van 10 jaar haar laatste dag. De organisatie kwam oorspronkelijk voort uit het IAO (Informeel Agglomeratie Overleg) en het ROA (Regionaal Overleg (Orgaan) Amsterdam). Meer dan 30 jaar ervaring in gemeentelijke samenwerking werd toen gebundeld in de Stadsregio Amsterdam toen ze op 1 januari 2007 van start ging met een breed pakket aan taken op gebied van Wonen, Economische Zaken, Jeugdzorg en Verkeer & Vervoer. In 2016 zijn de voorbereidingen getroffen om per 1 januari 2017 als Vervoerregio Amsterdam verder te gaan. De Vervoerregio concentreert zich dan uitsluitend op taken op gebied van Verkeer & Vervoer.

19 Financiële karakteristiek van de Stadsregio Financiële karakteristiek van de Stadsregio 18 Algemene middelen en Doeluitkeringen De Stadsregio is een decentrale overheid en heeft bijzondere karakteristieken. Deze bijzonderheden zijn zowel in het jaarverslag bij de verschillende programma s als in de jaarrekening toegelicht. Een aantal aandachtspunten zijn: In vergelijking met gemeenten en provincies zijn de algemene middelen in verhouding tot de doeluitkeringen gering. Over de algemene middelen heeft de regioraad volledige beleidsvrijheid. De besteding van doeluitkeringen wordt beperkt door de voorwaarden die de verstrekker stelt. In het geval van de Stadsregio is dat hoofdzakelijk de rijksoverheid. De besteding van de doeluitkering mag jaar overstijgend plaatsvinden. Hierdoor is het sparen van deze doeluitkering toegestaan. De algemene middelen zijn tevens belangrijk, omdat ze worden ingezet voor de begrotingsprogramma s die gericht zijn op beleidsontwikkeling en regionale samenwerking, namelijk de programma s 04 Economie en 05 Regionale Woningmarkt. De Stadsregio ontvangt één belangrijke doeluitkering die meer dan 95% van de inkomsten vormt. Deze doeluitkering is: De Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer (BDU). Deze doeluitkering wordt ingezet voor drie BDU-programma s, namelijk: programma 01 Openbaar vervoer, programma 02 Infrastructuur en programma 03 Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid. De lasten van de programma s 01 Openbaar vervoer en 02 Infrastructuur bestaan hoofdzakelijk uit het verstrekken van subsidies aan openbaarvervoerbedrijven en wegbeheerders die infrastructuur aanleggen. In programma 03 Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid worden de beschikbare middelen ingezet voor projecten gericht op gebiedsontwikkeling en projecten, onderzoek en studie voor de beleidsontwikkeling op het gebied van verkeer en vervoer. Naast- staande tabel laat het financiële karakter van de organisatie zien. Uit de tabel is onder andere duidelijk af te leiden wat de verhouding is tussen algemene middelen en doeluitkeringen. Verklaringen voor afwijkingen tussen werkelijk ten opzichte van begrote bedragen zijn te vinden bij de programma s. Resultaat (rekeningresultaat en resultaat overhead) De tabel laat een positief resultaat zien van euro. Dit valt uiteen in een rekeningresultaat en het resultaat overhead. Het rekeningresultaat is het resultaat van de programma s die met de algemene middelen worden gefinancierd, te weten de niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt. De omvang van het rekeningresultaat is euro. Een analyse van het rekeningresultaat is zowel opgenomen bij de verschillende programma s alsmede paragraaf Samenstelling rekeningresultaat van de programmarekening. Het resultaat van overhead bestaat uit het resultaat van Bestuur en Communicatie en Bedrijfsvoering en heeft een omvang van euro. In de voordracht aan de regioraad tot vaststelling van de jaarstukken doet het dagelijks bestuur het voorstel om het rekeningresultaat van euro uit te keren aan haar deelnemers en het resultaat overhead van euro te verdelen naar de vooruit ontvangen BDU per programma op basis van de procentuele verdeling.

20 Tabel 0.2: Karakteristiek financiën Stadsregio, indeling naar soort kosten In Euro's Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten en Lasten Baten Gemeentelijke bijdrage Rijksbijdragen Werk voor derden Rente Onttrekking reserves Onttrekking vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Overige baten / voorgaande jaren Totaal Baten Lasten Subsidies uitvoering Projecten, onderzoek en studie Terugbetalen niet bestede gemeentelijke bijdragen Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Overige kosten bedrijfsvoering Toevoegingen reserves Totaal Lasten Resultaat Financiële karakteristiek van de Stadsregio

21

22 1 PROGRAMMAVERSLAG

23 00 Wat hebben we bereikt? Voor elf doelstellingen uit de Regionale Agenda geldt dat ze zo concreet zijn geformuleerd dat er een meetbare prestatie-indicator aangekoppeld kan worden. Deze prestatie-indicatoren zijn: In dit hoofdstuk worden deze prestatie-indicatoren verder uitgewerkt en meetgegevens toegevoegd. Op basis van deze gegevens kunnen conclusies getrokken worden in hoeverre de benoemde doelstellingen bereikt zijn. Wat hebben we bereikt? Maximaal acceptabele reistijd van deur-tot-deur per afstandsklasse voor de auto en het openbaar vervoer (conform normen RVVP). 2. Betrouwbare reistijden voor de auto en het openbaar vervoer (norm RVVP: 95% van de verplaatsingen in de spits is op tijd). 3. Openbaar vervoer en fiets moeten een marktaandeel halen van 70% in hoogstedelijke gebieden, 50% in grote kernen en 30% in kleine kernen (sinds juni %). 4. De klanttevredenheid in het openbaar vervoer neemt jaarlijks toe in iedere concessie (gemeten in de jaarlijkse barometer). 5. Reductie van het aantal verkeersslachtoffers met het nationale streefbeeld voor het aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden als uitgangspunt. 6. Bij het openbaar vervoer vindt bij iedere aanbesteding een daling plaats van de CO 2 -uitstoot en energieverbruik per materieel-kilometer en van overige emissies (fijnstof, stikstof) via hogere euronormering van motoren. 7. Reductie van de knelpunten luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid met de wettelijke normen als uitgangspunt. 8. Een jaarlijkse afname van de leegstand van kantoren, bedrijven en winkels tot een marktconform niveau (frictieleegstand van 5%). 9. Het internationaal toerisme in de Metropoolregio Amsterdam groeit met 3,5 % per jaar. 10. In 2015 bezoekt 20% van de bezoekers aan Amsterdam een activiteit buiten de stad (2007: 14%). 11. Een evenwichtige regionale woningmarkt: vraag en aanbod sluiten kwantitatief en kwalitatief goed op elkaar aan. Kwantitatief betekent dit de bouw van minimaal woningen in de Metropoolregio Amsterdam tot Voor de indicatoren 1-7 is er naast de onderstaande korte teksten ook uitgebreidere informatie beschikbaar in de Monitoringsrapportage van de vier Investeringsagenda s Fiets, OV, Verkeersveiligheid en Weg. De Monitor Investeringsagenda s wordt in de regioraadsessie van 11 juli 2017 aangeboden. In deze regioraadsessie wordt ook de Jaarrekening 2016 behandeld. 1. Maximaal acceptabele reistijd van deur-tot-deur voor de auto en het openbaar vervoer Doelstelling: Maximaal acceptabele reistijd van deur-totdeur per afstandsklasse voor de auto en het openbaar vervoer (conform normen RVVP). Reistijden auto De reistijden binnen de regio van en naar belangrijke herkomst- en bestemmingsgebieden moeten binnen aanvaardbare normen blijven. Zowel in 2013 (cijfers uit 2011) als 2016 (cijfers uit 2015) heeft de Stadsregio aan de hand van TomTom-gegevens voor een aantal trajecten in de regio de gemiddelde reistijden berekend voor de auto. Voor het OV heeft de Stadsregio dit ook gedaan, maar dan op basis van gegevens via Wanneer we de reistijden vergelijken met de RVVP-streefwaarden zien we welk percentage van deze trajecten qua gemiddelde reistijd voldoet aan de RVVP-norm.

24 Tabel a: Percentage van de autotrajecten met een gemiddelde reistijd die voldoet aan de RVVP-norm Tabel b: Percentage van de OV-trajecten met een gemiddelde reistijd die voldoet aan de RVVP-norm Barometer Weg 2013 (cijfers 2011) Barometer Weg 2016 (cijfers 2015) 2016 Goed 41% 46% Matig 54% 38% Slecht 5% 16% Goed 28% Matig 53% Slecht 19% Bron: Reistijdmetingen Stadsregio Amsterdam, uitgevoerd door TomTom Traffic Stats Bron: Reistijdmetingen Stadsregio Amsterdam aan de hand van gegevens via Filezwaarte In 2016 was deze toename circa 12%. In de grafiek De filezwaarte (ook wel filedruk genoemd) op Rijkswegen zien we dat de filezwaarte in 2016 nog substantieel daalde sinds het piekjaar 2007 bijna voortdurend tot onder het piekniveau van 2007 ligt. Als de huidige trend halverwege Dit kwam o.a. door de economische echter voortzet, kan er al voor 2020 een piekniveau stagnatie en de oplevering van extra infrastructuur in hoger dan 2007 optreden. Het effect van extra infrastructuur om de eerdere knelpunten weg te werken, is die periode. Vanaf 2014 is de filezwaarte weer gestaag toegenomen, ook in de regio Amsterdam. In 2015 was dan uitgewerkt. Wel is ondertussen de intensiteit van de landelijke toename van de filezwaarte circa 25% t.o.v. het wegverkeer gegroeid. Tabel c: Ontwikkeling filezwaarte in Nederland van 2000 t/m Wat hebben we bereikt? Jaarfilezwaarte [mln. km*min] 16,0 15,0 14,0 13,0 12,0 11,0 10,0 9,0 8, jaar Bron: Rijkswaterstaat, Verkeersinformatie Dienst VID.

25 Wat hebben we bereikt? Betrouwbare reistijden voor de auto en het openbaar vervoer (norm RVVP: 95% van de verplaatsingen in de spits is op tijd) Doelstelling: Betrouwbare reistijden voor de auto en het openbaar vervoer (norm RVVP: 95% van de verplaatsingen in de spits is op tijd). Hierover zijn op dit moment geen actuele gegevens beschikbaar. Figuur : Aandeel OV en fiets in stadsregio Amsterdam in de periode 2004 t/m % 3. Marktaandeel openbaar vervoer en Fiets Doelstelling: openbaar vervoer en fiets moeten samen marktaandelen halen van 70% voor de inwoners van het hoogstedelijke gebied (Amsterdam), 50% voor de grote kernen en 40% voor de kleine kernen. Dit is feitelijk een langere termijndoelstelling voor 2030 (afkomstig uit OV-Visie ). Een kanttekening bij de gegevens voor de kleine kernen is dat de gegevens voor deze gebieden gebaseerd zijn op relatief weinig enquêtes. Aandeel OV+fiets voor inwoners van de stadsregio Amsterdam 60% 55% 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% % 53% 53% 58% 60% 59% 59% 56% 62% 61% 62% 59% 59% 37% 36% 38% 37% 36% 38% 37% 39% 37% 36% 40% 41% 42% 37% 37% 36% 31% 29% 33% 38% 32% 35% 34% 35% 32% 31% Hoogstedelijk Grote kernen Kleine kernen Bron: Landelijke mobiliteitsonderzoek MON ( ) en OViN ( ) Het gaat om alle verplaatsingen door inwoners van de stadsregio exclusief verplaatsingen te voet. De indeling naar hoogstedelijk, grote en kleine kernen wordt gemaakt obv de stedelijkheidsgraad die afhankelijk is van de Omgevingsadressendichtheid (OAD). Door een nieuw bronbestand voor de OAD per 2015 (de Basisregistraties Adressen en Gebouwen, BAG) is Amstelveen bij hoogstedelijk gekomen. En door verdichting is Oostzaan bij grote kernen gekomen. Dit zijn de eerste mutaties in de stedelijkheidsgraad sinds 2004, dus dit heeft eerder geen invloed gehad.

26 De doelstellingen voor hoogstedelijk (70%) en grote kernen (50%) worden nog niet gehaald. De doelstelling voor kleine kernen lag oorspronkelijk op 30%, wat in vrijwel alle jaren (ruim) is gehaald. In juni 2015 bij de vaststelling van de Investeringsagenda Fiets heeft de regioraad de doelstelling voor kleine kernen verhoogd naar 40%. Deze waarde is met 32% nog niet behaald. 4. Klanttevredenheid openbaar vervoer Doelstelling: De klanttevredenheid in het openbaar vervoer neemt jaarlijks toe in iedere concessie (gemeten in de jaarlijkse barometer). Het openbaar vervoer moet overal goed herkenbaar zijn, het visitekaartje vormen van de Metropool, en de vergelijking doorstaan met het OV in andere Europees metropolen. De doelstelling daarbij is een jaarlijkse toename van klanttevredenheid in iedere concessie tot het maximaal haalbare (gemeten in de jaarlijkse barometer). Tabel : Klanttevredenheid in het openbaar vervoer per concessiegebied in de periode 2009 t/m 2016 (algemeen oordeel) Concessie Amsterdam bus 7,2 7,3 6,9 7,5 7,4 7,4 7,5 7,6 Amsterdam tram 7,1 7,1 7,1 7,3 7,2 7,3 7,4 7,4 Amsterdam metro 6,9 6,8 7,0 7,2 7,1 7,3 7,4 7,4 Amstelland-Meerlanden *) 7,4 7,3 7,3 7,6 7,6 7,7 7,7 7,6 Sternet Schiphol 7,5 7,5 7,4 Zuidtangent 7,5 7,1 7,4 7,5 7,5 7,6 7,8 7,6 Waterland 7,5 7,4 7,5 7,6 7,8 7,7 7,9 7,7 Zaanstreek 7,2 7,2 7,5 7,7 7,7 7,8 7,8 7,8 Stadsregio gemiddeld 7,2 7,1 7,1 7,4 7,3 7,4 7,5 7,5 Landelijk cijfer gemiddeld 7,2 7,2 7,2 7,4 7,4 7,5 7,5 7,6 25 Wat hebben we bereikt? *) vanaf 2012 inclusief Sternet In de concessie Amsterdam waardeert de klant het OV beter dan vorig jaar. De waardering voor bus is met 0,1 punt gestegen naar een 7,6. Ondanks de vele werkzaamheden in de stad is de waardering voor de tram en metro gelijk gebleven ten opzichte van 2015 en wordt gewaardeerd met een 7,4. De concessie Zaanstreek heeft in 2016 de 7,8 weten vast te houden. Daarmee heeft deze concessie een gedeelde eerste plaats als beste streekconcessie van Nederland met een bovengemiddelde waardering van 7,8. Alleen een aantal veerdiensten, het OV op de Waddeneilanden en een aantal stadsconcessies scoren nog hoger. Landelijk wordt het OV gemiddeld gewaardeerd met een 7,6. In 2014 en 2012 was Zaanstreek ook al de best beoordeelde concessie. In 2015 en 2013 werd Waterland als beste beoordeeld door de reiziger. De concessie Waterland is 0,2 punt gedaald en behaalde een 7,7 in Vermoedelijk is de zomerafsluiting van de IJtunnel reden voor deze lagere beoordeling ten opzichte van vorig jaar. De concessie Amstelland- Meerlanden is met 0,1 punt gedaald naar 7,6. Daarnaast is lijn 300/310 (R-net Zuidtangent) van deze concessie

27 met 0,2 gedaald van 7,8 naar een 7,6. Hiermee scoort lijn 300/310 gelijk aan In dit gebied geven de reizigers een lagere waardering aan de kans op een zitplaats, wat overeenkomt met de stijgende reizigersaantallen. ring van de verkeersveiligheid. De Stadsregio heeft in 2016 bijgedragen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid door infrastructurele maatregelen, gedrag en handhaving. Wat hebben we bereikt? Verkeersveiligheid Doelstelling: reductie van het aantal verkeersslachtoffers met het landelijke streefbeeld voor het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden als uitgangspunt. De landelijke ambitie voor 2020 is maximaal 500 doden en ernstige (ziekenhuis)gewonden voor Nederland. Deze aantallen zijn geen einddoelen maar tussenstops in het streven naar permanente verbete- Verkeersdoden In 2015 waren er 621 verkeersdoden in Nederland. Dat betekende een toename ten opzichte van de 570 verkeersdoden in Dit is ruim boven de landelijke doelstelling van max. 500 verkeerdoden in In de stadsregio Amsterdam heeft de politie in verkeersdoden geregistreerd. In 2014 was dat ongeveer gelijk (33 verkeersdoden). Tabel a: Ontwikkeling aantal verkeersdoden in de stadsregio Amsterdam, drie deelgebieden en Nederland (bron: politieregistratie en CBS) Stadsregio Amsterdam Amsterdam Stadsregio Noord Stadsregio Zuid Nederland (politiereg.) Nederland (opgehoogd) Ernstig verkeersgewonden Betrouwbare regionale cijfers over het aantal ernstig verkeersgewonden ontbraken de afgelopen jaren vanwege de verminderde registratie bij de politie. In 2016 is gelukt om voor het eerst sinds 2009 weer inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal ernstig gewonden t/m 2014 in onze regio door verschillende databronnen te koppelen (politieregistratie, ziekenhuisdata en ambulanceritten). Hieruit blijkt dat het aantal ernstig verkeersgewonden in de stadsregio Amsterdam tussen 2007 en 2011 is gestegen. Daarna is het aantal gedaald tot 2040 in Op nationaal niveau is het aantal ernstig verkeersgewonden ook gestegen tussen 2007 en De piek ligt echter in NB: het werkelijke aantal verkeersdoden ligt de afgelopen jaren gemiddeld 15 tot 20% hoger dan het aantal geregistreerde verkeersdoden door de politie. Voor heel Nederland vindt daarom een ophoging plaats van de politieregistatie. Een regionale doorvertaling van de opgehoogde cijfers is niet mogelijk. 2 Dit zijn de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad 3 Dit zijn de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn.

28 Tabel b: Schatting aantal ernstig verkeersgewonden in de stadsregio Amsterdam, drie deelgebieden en Nederland (bron: SWOV, 2016) Stadsregio Amsterdam Amsterdam 1.060* 1.060* Stadsregio Noord Stadsregio Zuid Nederland Het inschatten van het aantal ernstig verkeersgewonden in de stadsregio Amsterdam vanaf 2015 is o.a. door het nog ontbreken van recente ambulancedata vooralsnog niet mogelijk. Wel weten we dat het aantal ernstig gewonden landelijk in 2015 verder is toegenomen. Het bereiken van de landelijke doelstelling voor reductie van ernstig verkeersgewonden lijkt hiermee nog ver weg. 6. CO2-uitstoot en energieverbruik OV Doelstelling: bij het openbaar vervoer vindt bij iedere aanbesteding een daling plaats van de CO 2 -uitstoot en energieverbruik per materieel-kilometer en van overige emissies (fijnstof, stikstof) via hogere euronormering 4 van motoren of zelfs zero-emissie voertuigen zoals elektrisch of waterstof. Anno 2016 zijn in Nederland de bussen t/m de Euro 4-norm van vroeg uit het vorige decennium al grotendeels verdwenen. Het overgrote deel voldoet aan Euro 5, EEV (ongeveer vergelijkbaar met Euro 5), of aan Euro 6, wat sinds 2014 de standaard is voor alle nieuwe bussen die worden verkocht. De inzet in de stadsregio strookt met dit landelijke beeld. De nieuwe concessie Amstelland- Meerlanden brengt eind 2017 een grote vooruitgang met zich mee in de verduurzaming van het wagenpark. OV-concessies gelden voor een lange periode. Daardoor vinden aanbestedingen van OV-concessies in de stadsregio niet jaarlijks plaats en is de vermindering van uitstoot in het wagenpark een stapsgewijs proces. De concessies Amstelland-Meerlanden (de huidige, t/m 2017), Amsterdam, Waterland en Zaanstreek lopen al een aantal jaren. Hier rijden nu voornamelijk EEV-bussen. In de concessie Amsterdam heeft inmiddels ongeveer een kwart van de bussen een Euro 6-motor. Door de recente aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden zal het wagenpark in dit gebied vanaf december 2017 sterk verbeteren qua CO2-uitstoot en ook fijnstof en stikstof. Op dat moment start Connexxion met het basisniveau van minimaal Euro 6. Er gaan vanaf de start van de concessie 100 elektrische bussen rijden (zero emissie), aangedreven door groene stroom. Deze gaan onder andere rondom Schiphol rijden. Tot en met 2020 is het aandeel elektrische bussen 35% van het totaal. In 2021 vervangt Connexxion nog veel meer dieselbussen door elektrische. Het aandeel elektrisch bedraagt dan tot aan het einde van de looptijd eind 2027 ruim 85%. Sinds 1 januari 2017 gebruikt het GVB groene stroom via garanties van oorsprong met Milieukeur. Dit is een scherpere norm voor de productie van groene stroom dan de eerdere situatie. 27 Wat hebben we bereikt? 4 De euronormering gaat over de uitstoot van fijnstof en stikstof (luchtkwaliteit), en niet over de CO2 -uitstoot. Wel verbetert de CO2-uitstoot per euroklasse enkele procenten. Aan verdere vermindering van CO2-uitstoot dragen maatregelen bij zoals de inzet van CO2-arme brandstoffen/energie, efficiëntere motoren en training van chauffeurs op een zuinige rijstijl.

29 Wat hebben we bereikt? 28 7.Luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid Doelstelling: reductie van de knelpunten luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid met de wettelijke normen als uitgangspunt. Om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgezet. In dit programma werken de Rijksoverheid en decentrale overheden samen om te zorgen dat Nederland overal tijdig aan de Europese grenswaarden voor fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) voldoet. Voor fijnstof gold 11 juni 2011 als uiterste datum, voor stikstofdioxide was dit 1 januari Jaarlijks worden berekeningen uitgevoerd om na te gaan of de aanpak van knelpunten (overschrijdingen van de norm) op de goede weg zit. Voor fijnstof bestaan vanaf 2011 geen knelpunten meer in de Stadsregio Amsterdam. Voor stikstofdioxide worden op basis van het huidige maatregelpakket nog enkele knelpunten na 2015 verwacht in de gemeente Amsterdam. Dit heeft te maken met stijging in de achtergrondconcentratie van stikstofdioxide, soms in combinatie met een toename in de intensiteit en stagnatie van het verkeer. Met aanvullende maatregelen werken de wegbeheerders eraan om in de komende jaren toch aan de grenswaarden voor stikstofdioxide te voldoen. De berekeningen wijzen erop dat dit richting 2020 het geval zal zijn. De Stadsregio heeft, samen met de vervoerders, in de looptijd van het NSL aan de reductie van knelpunten bijgedragen door de inzet van schonere bussen in de OV-concessies. Daarnaast heeft de Stadsregio gedurende een aantal jaar subsidie verstrekt voor projecten die bijdroegen aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de vijftien gemeenten. Deze subsidie, van in totaal 2,5 miljoen euro, was beschikbaar gesteld door het Rijk, onder regie van de provincie Noord-Holland. De subsidie was in 2015 volledig besteed en de provincie heeft eind 2016 de subsidie aan de Stadsregio definitief vastgesteld. 8. Werklocaties Doelstelling: een jaarlijkse afname van de leegstand van kantoren, bedrijven en winkels tot een marktconform niveau (frictieleegstand van 5%). Winkels De Stadsregio en de provincie Noord-Holland hebben in 2014 hun adviescommissies winkelplanning samengevoegd tot één Adviescommissie Detailhandel Noord-Holland-Zuid, om gemeenten zo eenduidig en adequaat mogelijk te kunnen adviseren over hun detailhandelsplannen. De deelname aan deze commissie van de Stadsregio is echter per 1 januari 2017 (invoering Vervoerregio) vervallen vanwege de beëindiging van de taken op het gebied van economie. In maart 2016 heeft de regioraad het nieuwe regionale detailhandelsbeleid van de Stadsregio vastgesteld. Dit beleid blijft ook na 1 januari 2017 leidraad voor de gemeenten bij hun detailhandelsbeleid en hun onderlinge afstemming. In 2016 is het grote Koopstromenonderzoek in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht gestart. De Stadsregio heeft hier financieel en inhoudelijk aan bijgedragen. De resultaten van dit onderzoek zijn op 8 februari 2017 gepresenteerd, en geven voor iedere gemeente gedetailleerde en actuele informatie over de stand van zaken met betrekking tot de detailhandel. Het regionale detailhandelsbeleid zal vanaf 1 januari 2017 in MRA-verband verder gaan. Leegstand winkels in de stadsregio 2014: Verkooppunten: 4,5% (landelijk 7,3%) Winkelvloeroppervlakte: 5,6% (landelijk 7,8%) Ten opzichte van de landelijke waarden is dit relatief gunstig, maar de percentages nemen sinds 2009 toe. Er zijn voor 2015 geen cijfers over leegstand op stadsregioniveau beschikbaar. In de Winkelleegstandsbarometer van de gemeente Amsterdam is het percentage leegstaande verkooppunten gemeten per medio 2015 voor vijftien kernen in de stadsregio. Dertien van

30 de vijftien kernen hadden een lager leegstandspercentage dan het landelijk gemiddelde van 7,9% medio In deze barometer is voor dezelfde kernen ook het percentage leegstaand verkoopvloeroppervlak (VVO) gemeten. Landelijk was dit ook 7,9% medio Tien van de vijftien kernen hadden een lager leegstandspercentage dan het landelijk gemiddelde. Kantoren De Stadsregio is afgelopen jaar actief bezig geweest met de bestrijding van leegstand in kantoren en op bedrijventerreinen. Primair via Plabeka en het Project Bureau Herstructurering Bedrijventerreinen (PHB). Van Plabeka was de Stadsregio co-financier en actief inhoudelijk participant, en voor het PHB co-financier en penvoerder. Daarnaast heeft de Stadsregio de secretaris geleverd voor het Sloop- en Transformatiefonds voor leegstaande kantoren in de MRA. De rol van de Stadsregio bij de bovenstaande activiteiten is per 1 januari 2017 (invoering Vervoerregio) vervallen vanwege de beëindiging van de taken op het gebied van economie. Deze zullen verder gaan in MRA-verband. Tabel b: Schatting aantal ernstig verkeersgewonden in de stadsregio Amsterdam, drie deelgebieden en Nederland (bron: SWOV, 2016) Totale leegstand kantoren in de MRA op ,2% Totale leegstand kantoren in de MRA op ,8% Afname 2,4% Na jaren van toename is de leegstand van kantoren op het niveau van de MRA in 2015 gedaald van 20,2% naar 17,8%. De leegstand nam vooral sterk af in Amstelland- Meerlanden (-22%) en in Amsterdam (-16%). In de andere deelregio s was sprake van een kleinere afname en in Almere-Lelystad nog van een lichte toename. In totaal stond op 1 januari 2016 een oppervlakte van m 2 leeg. Doordat de transformatie/sloop van kantoren ( m 2 ) ver boven de opgeleverde nieuwbouw ( m 2 ) uitkwam, daalde de totale kantorenvoorraad in de MRA aanzienlijk verder. De planvoorraad aan kantoren in de MRA bedroeg per 1 januari m 2 BVO. In de Uitvoeringsstrategie is een planvoorraad afgesproken van m 2 BVO tot aan Ook als er rekening wordt gehouden met de voorraadontwikkeling ( m 2 ) en de kantoren in aanbouw per ( m 2 ), komt de totale planvoorraad aanmerkelijk lager uit dan de toegestane planvoorraad uit de Uitvoeringsstrategie. Bedrijventerreinen In 2015 is in totaal 18,9 ha (netto) aan bedrijventerreinen uitgegeven in de MRA, iets meer dan in 2014 (18,0 ha) en iets beneden gemiddeld voor de periode (22,3 ha). 9. Toerisme & Recreatie Doelstelling: het internationaal toerisme in de Metropoolregio Amsterdam groeit met 3,5 % per jaar. De Stadsregio is in 2016 erg actief geweest op het gebied van Toerisme. Primair via twee sporen. Enerzijds via het gecontinueerde project Amsterdam Bezoeken, Holland Zien (ABHZ). Voor ABHZ was de Stadsregio co-financier, penvoerder en gaf inhoudelijk aansturing aan het project. Anderszijds is vanaf 2015, onder aanvoering van de Stadsregio, de uitvoering begonnen van het Actieprogramma Toerisme in de MRA. Dit Actieprogramma komt voort uit de Strategische Agenda Toerisme in de MRA 2025, die het Bestuurlijk Overleg PRES in 2014 heeft vastgesteld. 29 Wat hebben we bereikt?

31 Wat hebben we bereikt? 30 Cijfers over toename toerisme (cijfers over de eerste tien maanden van 2015): Ten opzicht van januari - september 2015 is het aantal hotelovernachtingen in Amsterdam in januari - september 2016 gegroeid met circa 7%. [Voor de regio (exclusief Amsterdam) wordt de ontwikkeling in 2016 nog aangevuld.] De rol van de Stadsregio bij de bovenstaande activiteiten is per 1 januari 2017 (invoering Vervoerregio) vervallen vanwege de beëindiging van de taken op het gebied van economie. Deze zullen verder gaan in MRA-verband. 10. Toerisme: bezoeken activiteiten buiten de stad Doelstelling: in 2025 bezoekt 38% van de bezoekers aan Amsterdam een activiteit buiten de stad (tussendoel voor 2019: 26%). Deze doelstelling wordt primair behaald via de activiteiten in het kader van de Strategische Agenda Toerisme in de MRA Activiteiten als Amsterdam Bezoeken, Holland Zien en de regionale Hotelstrategie maken onderdeel uit van de Strategische Agenda. In 2015 bezocht 23% van de bezoekers aan Amsterdam ook de regio. Dit was in 2009 nog 18%. De verwachting is dat door de continuering van de marketing- en promotie-activiteiten, een sterke inzet op het bevorderen van mobiliteit van bezoekers (via bijvoorbeeld een beter reisproduct, waar ook NS onderdeel van uit maakt) en het uitwerken van de regionale hotelstrategie in een regionale accomodatiestrategie de doelstelling behaald kan worden. 11. Evenwichtige regionale woningmarkt Doelstelling: een evenwichtige regionale woningmarkt, waar vraag en aanbod zowel kwantitatief als kwalitatief goed op elkaar aansluiten. Kwantitatief betekent, gezien de meest recente prognose van Primos 2016, de bouw van minimaal woningen in de Metropoolregio Amsterdam in de periode tot 2030, waarvan tot Dit betekent voor de gemeenten van de Stadsregio Amsterdam een opgave van circa tot De Stadsregio bouwt uiteraard niet zelf. De onderstaande tabel a toont de netto toename van de woningvoorraad binnen de Stadsregio van 2012 tot Na de grote toename in 2015, die vooral in Amsterdam plaatsvond, is de woningvoorraad in 2016 een stuk minder gegroeid. Tabel b toont het aantal bouwvergunningen die in 2015 en 2016 zijn afgegeven voor nieuwbouwwoningen. Ook dit is van 2015 op 2016 afgenomen. Tabel a: Netto toename van de woningvoorraad in de stadsregio, Totaal Totaal Stadsregio Bron: CBS. Cijfers over 2016 zijn voorlopig. Tabel b: Aantal afgegeven bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen in de Stadsregio, Totaal Stadsregio Bron: CBS. Cijfers over 2016 zijn voorlopig.

32 De rol van de Stadsregio bij de bovenstaande activiteiten is per 1 januari 2017 (invoering Vervoerregio) vervallen vanwege de beëindiging van de taken op het gebied van wonen. Deze zullen verder gaan in MRA-verband. Duurzaamheid in de programma s van de Stadsregio Vanwege het programma-overstijgende karakter van het onderwerp Duurzaamheid, geven we hierbij in één overzicht weer wat de Stadsregio in 2016 op dit gebied heeft gedaan. De Stadsregio werkt aan duurzaamheid binnen haar verschillende programma s en dossiers. Belangrijke onderwerpen zijn het beperken van CO 2 -uitstoot, het besparen en duurzaam opwekken van energie, en zorgen voor een gezonde leefomgeving. De Stadsregio wil hiermee haar bijdrage leveren aan Europese, landelijke en regionale doelstellingen op deze terreinen. In 2015 heeft de regioraad in de voorsessies Verkeer en Vervoer en Ruimte, Wonen en Economie ingestemd met de notitie Duurzaamheid in de Regionale Agenda Hierin is de eerdere keuze uit 2010 herbevestigd om als Stadsregio duurzaamheid op te pakken met acties en beleid in de verschillende programma s en om duurzaamheid niet als een zelfstandig terrein te beschouwen. Duurzaamheid is daarmee een onderdeel binnen de portefeuilles van de verschillende DB-leden. Gelet op de taken, sturingsmogelijkheden en financiële middelen ligt het accent in de initiatieven op het terrein van Verkeer en Vervoer. Daarbij kijken we vooral naar de baten en het rendement van investeringen. Binnen de terreinen Ruimte en Wonen en Economie zien we dat de initiërende rol meer bij de gemeenten en het Metropoolregio-niveau lag, waarbij de Stadsregio ondersteuning kon verlenen. Per 1 januari 2017 (invoering Vervoerregio) is deze situatie nog sterker van toepassing, doordat de rol van de Stadsregio bij Ruimte, Wonen en Economie is vervallen, en verder gaat op het niveau van de Metropoolregio. Binnen de portefeuilles Verkeer en Openbaar Vervoer werkt de Stadsregio langs twee lijnen aan duurzame mobiliteit. De ene lijn heeft betrekking op de gemaakte keuzes in beleid en investeringen die gericht zijn op het stimuleren van inwoners en bezoekers om slimme afwegingen te maken over het gebruik van de auto, fiets en OV in de regio. De andere lijn is door binnen het beleid en de investeringen extra accent te leggen op duurzaamheid. Duurzaamheid is een belangrijk onderwerp in de Strategische Visie die de Vervoerregio-partijen hebben geformuleerd als basis voor het verkeer- en vervoerbeleid in de komende periode. De regioraad van de Stadsregio heeft de Strategische Visie in december 2016 vastgesteld. In de Strategische Visie is de ambitie opgenomen om als regio via het verkeer- en vervoerbeleid bij te dragen aan de verbetering van duurzaamheid (o.a. CO 2 -reductie) en leefkwaliteit (o.a. lucht en geluid). Uitgangspunt is de zogenaamde Trias Mobilica: Verminderen van mobiliteit (b.v. door slimme ruimtelijke planning) Veranderen (stimuleer overstap naar OV, fietsen, lopen, deelauto s) Verduurzamen (stimuleer aanschaf duurzame voertuigen en brandstoffen, zoals groen gas en elektrisch). Aanvullend daarop ook: stimuleer duurzaam gebruik en opwekking van energie, en duurzaam (her)gebruik van grondstoffen in de infrastructuur. De Vervoerregio werkt de Strategische Visie nu samen met de partners verder uit naar een Beleidskader Mobiliteit, dat het RVVP uit 2004 vervangt. Volgens planning wordt het Beleidskader in december 2017 ter besluitvorming aan de regioraad aangeboden. Op de volgende pagina s vindt u per programma een overzicht van acties op het gebied van duurzaamheid in Wat hebben we bereikt?

33 Programma 01, Openbaar Vervoer Programma 02, Infrastructuur Wat hebben we bereikt? 32 Op 15 april 2016 heeft de Stadsregio het bestuursakkoord Zero emissie regionaal busvervoer ondertekend. Daarin spreken de twaalf provincies, twee vervoerregio s en het ministerie van I&M de ambitie uit dat het regionaal busvervoer in 2030 of zoveel eerder als mogelijk volledig zero emissie bij de uitlaat is, en dat nieuwe bussen in 2025 gebruik maken van 100% hernieuwbare energie of brandstof. Als vervolgstap op dit bestuursakkoord en op de verkenning Duurzaam OV in de stadsregio Amsterdam uit 2015 heeft de Stadsregio in het programma van eisen voor de nieuwe concessie Amstelland-Meerlanden voorgeschreven dat binnen het Schipholnet volledig met elektrische bussen wordt gereden. Voor de andere lijnen is de wens opgenomen om tijdens de concessie een transitie te realiseren naar zero emissie en 100% hernieuwbare brandstof/energie. De Stadsregio heeft aan de inschrijvers op de concessie gevraagd om met realistische voorstellen hiervoor te komen. De Stadsregio heeft in december 2016 na aanbesteding de concessie Amstelland-Meerlanden voor een periode van tien jaar gegund aan Connexxion. Vanaf december 2017 zal het wagenpark in deze concessie sterk verbeteren qua CO 2 - uitstoot en ook fijnstof en stikstof. Op dat moment start Connexxion met het basisniveau van minimaal Euro 6. Er gaan vanaf de start van de concessie 100 elektrische bussen rijden (zero emissie), aangedreven door groene stroom. Deze gaan onder andere rondom Schiphol rijden. Tot en met 2020 is het aandeel elektrische bussen 35% van het totaal. In 2021 vervangt Connexxion nog veel meer dieselbussen door elektrische. Het aandeel elektrisch bedraagt dan tot aan het einde van de looptijd eind 2027 ruim 85%. De Stadsregio is betrokken bij een initiatief van de gemeente Amsterdam en het GVB om te komen tot zero emissie busvervoer op een aantal lijnen in Amsterdam. Besluitvorming hierover wordt verwacht in De Stadsregio heeft in april 2016 een bijdrage van ruim 2 miljoen euro aan de gemeente Amsterdam verleend voor de realisatie van circa m 2 aan zonnepanelen, op de daken van zestien metrostations aan de Oostlijn en de Ringlijn. De opgewekte elektriciteit is gelijk aan het energieverbruik van 400 huishoudens en zal worden gebruikt voor onder andere de roltrappen en verlichting op de stations. Dit leidt tot een afname van de CO 2 -uitstoot met ruim 700 ton per jaar. De besparingen op de energiekosten stromen in de jaren na plaatsing deels terug naar de Stadsregio en komen deels ten goede aan het budget voor beheer en onderhoud van het OV-systeem. De Stadsregio en de gemeente werken hierin samen om op een rendabele manier CO 2 - uitstoot uitstoot van het OV-systeem te verminderen. Volgens planning zijn de panelen in de eerste helft van 2018 gereed. Programma 03, Ruimtelijke projecten en Mobiliteitsbeleid De Stadsregio heeft in 2016 een bijdrage van euro geleverd voor de organisatie en uitvoering van het project MRA-Elektrisch. Dit project heeft als doel om het elektrisch rijden in de Metropoolregio e.o. te stimuleren en door voldoende volume zo spoedig mogelijk een rendabele marktsituatie hiervoor te creëren. In het projectgebied is het aantal elektrische auto s in enkele jaren gegroeid naar ruim De Stadsregio werkt in de bekostiging van het project al enkele jaren samen met gemeenten en de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. De belangrijkste motivatie is het verbeteren van de luchtkwaliteit, het realiseren van klimaatdoelstellingen, het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid en het minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. MRA-Elektrisch coördineert de gezamenlijke aanbesteding en realisatie van openbare laadpunten met een stroomtarief dat concurrerend is met rijden op benzine. Ook zorgt MRA-Elektrisch door de gezamenlijke aanpak voor extra financiering door Rijk en

34 bedrijfsleven. In 2016 heeft MRA-Elektrisch een nieuwe aanbestedingsronde georganiseerd. Hiermee kan het aantal laadpalen in het gebied van MRA-Elektrisch in de komende jaren worden uitgebreid van naar Ook heeft MRA-Elektrisch voor diverse gemeenten het beheer en onderhoud van een groot aantal laadpalen aanbesteed, die al een aantal jaren geleden zijn geplaatst. Het project MRA-Elektrisch loopt door in Op basis van een position paper, dat is opgesteld met de partners die MRA-Elektrisch financieren, legt het project dit jaar meer de verbinding met de energietransitie en met smart mobility. Programma 04, Economie Sinds het najaar van 2015 neemt de Stadsregio via een personele en financiële bijdrage deel in de uitwerking van het project Circulaire Westas. De Westas is het gebied dat loopt van Zaanstad via de haven en de westkant van Amsterdam naar Haarlemmermeer en Schiphol. In het project werkt de Stadsregio samen met de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer en Zaanstad, de provincie Noord-Holland en Schiphol Airport Development Company (SADC). Het doel van het project is het gezamenlijk werken aan een vestigingsmilieu voor bedrijven, dat aansluit bij de kansen en behoeften vanuit de circulaire economie (dat is: oneindig laten circuleren van grondstoffenstromen via hergebruik en zonder verspilling). Het gaat zowel om fysieke zaken (o.a. infrastructuur en de juiste werklocaties) als om zaken als wet- en regelgeving. In het kader van het regionaal toerisme - gericht op het spreiden van toeristen over de regio - wordt er gewerkt aan de uitbreiding van een toeristische OV-chipkaart, inclusief deelname van de NS. Daarnaast is er het project Cycle Seeing (voorheen groene lopers ): toeristisch-recreatieve fietsverbindingen vanuit de stad naar toeristische hotspots in de regio. Ook was er een proef met toeristisch vaarverkeer tussen Amsterdam en Ouderkerk via de Amstel. Via beide projecten worden toeristen verleid om zich milieuvriendelijker te verplaatsen in de regio. Al jaren voert de Stadsregio samen met partners uit de MRA een actief beleid om herstructurering van bedrijventerreinen te stimuleren. Dit gebeurt via het Project Bureau Herstructurering. Herstructurering leidt tot intensiever ruimtegebruik op bestaande locaties, waardoor de ontwikkeling van nieuwe locaties niet/ minder nodig is. Vaak zijn energiebesparende acties (zonnepanelen, plaatsen elektrische laadpalen) onderdeel van herstructurering. Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt: zie bij programma 05. Programma 05, Regionale Woningmarkt In 2014 stelde de regioraad een bedrag van euro beschikbaar voor de Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt. Deze impuls gaf projecten van gemeenten een financieel steuntje in de rug. Zo konden ze ondanks beperkt budget toch starten. Het ging om projecten op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt ( euro), verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en woningen ( euro) en op het gebied van economie en regionale woningmarkt ( euro). 14 gemeenten dienden in totaal 36 projecten in, waarvan een groot deel met het doel om woningen en maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Alle ingediende projecten hebben subsidie ontvangen. Eind 2016 waren alle projecten afgerond en verantwoord. In 2015 heeft de Stadsregio ingestemd met een bijdrage van euro aan de Nationale Energie-atlas. Deze is in 2016 opgeleverd. Het doel van de Energie-atlas is om op een makkelijk toegankelijke manier in detail actueel inzicht te geven in vraag en (potentieel) aanbod van energie in een bepaald gebied. O.a. verbruik van gas en elektriciteit, potentie voor energie uit zon, wind, bodem en water. Met de atlas kunnen bedrijfsleven, gemeenten en andere partijen bepalen welke kansrijke mogelijkheden voor acties en investeringen er in een gebied liggen of juist niet. Voor Amsterdam is de Energieatlas al eerder gemaakt. De bijdrage is bedoeld voor het in beeld brengen van de Stadsregio-gemeenten. Voor Amsterdam is de Energie-atlas al eerder gemaakt, daarom was voor Amsterdam geen bijdrage nodig. 33 Wat hebben we bereikt?

35 01 Openbaar Vervoer Openbaar Vervoer 34 Portefeuillehouder: Openbaar Vervoer Budgethouder: N. van Paridon De Stadsregio heeft de ambitie om het openbaar vervoer (OV) in de Stadsregio Amsterdam ieder jaar beter te maken voor de reiziger. Dit moet zich vertalen in een vergroot marktaandeel van OV ten opzichte van de auto en toegenomen klanttevredenheid. De ambitie is een aantrekkelijk openbaar vervoer, waarbij het OV als visitekaartje van de Metropoolregio wordt beschouwd met een grotere betrouwbaarheid, hogere frequenties en kortere reistijden. Het openbaar busvervoer moet toegankelijk zijn voor alle reizigers, zowel in het materieel als op de haltes. Wat willen we bereiken in ? De Stadsregio Amsterdam verbindt gemeenten. Zij werkt aan een (Metropool)regio waar mensen prettig, wonen, werken en vlot hun bestemming bereiken. Voor het onderwerp bereikbaarheid is het Regionaal Verkeer en Vervoersplan (RVVP) het beleidskader. Het uitvoeringsprogramma van het RVVP bestaat uit negen speerpunten, die uitgevoerd worden binnen de programma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur en Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid. De speerpunten die voor het programma Openbaar Vervoer van belang zijn, vindt u hieronder. 1.1 Marktaandeel OV: openbaar vervoer en fiets moeten in de spits samen marktaandelen halen van 70% in hoog stedelijke gebieden, 50% in grote kernen en 30% in kleine kernen. 1.2 Klanttevredenheid OV: het openbaar vervoer is overal goed herkenbaar en vormt het visitekaartje van de Metropool, en kan de vergelijking doorstaan met het OV in andere Europese metropolen. We streven naar een jaarlijkse toename van klanttevredenheid in iedere concessie (gemeten in de jaarlijkse barometer). Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? In 2016 zijn binnen het programma OV een aantal grote projecten en besluiten uitgevoerd. In de media is veel aandacht geweest voor de Vervoerplannen 2018, die een uitwerking vormen van de Lijnennetvisie 2018, zoals die in 2015 is vastgesteld. Samen met de regioraad, vervoerbedrijven en andere partners zijn de concrete plannen voor de situatie na introductie Noord/Zuidlijn beschreven. Vanzelfsprekend heeft dit de nodige aandacht en capaciteit geclaimd binnen het programma OV. In 2016 hebben tegelijkertijd een aantal andere grote projecten plaatsgevonden die hieronder worden benoemd. Deze projecten hebben minder media-aandacht getrokken, maar hebben belangrijke resultaten opgeleverd voor de effectiviteit en doelmatigheid van het openbaar vervoer. Vervoerplannen 2018 Na een uitgebreide bespreking met de regioraad heeft het dagelijks bestuur op 15 december 2016 de vervoerplannen 2018 vastgesteld. Hiermee is een belangrijke mijlpaal bereikt richting ingebruikname van de Noord/ Zuidlijn en het nieuwe lijnennet per 22 juli Dat is de datum waarop de Noord-Zuidlijn gaat rijden. Om het nieuwe lijnennet tot een succes te maken moet er echter nog veel werk worden verzet. De implementatie van het nieuwe lijnennet is succesvol als het lukt om de reiziger een attractief netwerk van openbaar vervoer te bieden, waarmee de bereikbaarheid van de regio verbetert en het systeem tegelijkertijd betaalbaar blijft. Dit vraagt om het optimaal verbinden van partijen die het nieuwe lijnennet mogelijk maken, het regisseren en afstemmen van werkzaamheden en om innovaties die het de reiziger makkelijker maken om gebruik te maken van het openbaar vervoer. De opening van de Noord/Zuidlijn biedt een enorme kans om het openbaar vervoer in onze regio nog verder te optimaliseren. Wanneer een optimum gevonden wordt in de aansluiting van andere modaliteiten op de nieuwe metro, ontstaat er in het gehele systeem een schaalsprong: er kunnen dan daadwerkelijk meer reizigers sneller naar hun plaats van bestemming worden vervoerd.

36 De meest voor de hand liggende afwijking van de in 2016 doorlopen formele vervoerplanprocedure is de datum waarop de vervoerplannen in werking treden. Normaliter treden nieuwe vervoerplannen elk jaar op 15 december in werking. Dit keer is dus gekozen voor start exploitatie Noord/Zuidlijn op 22 juli, een datum die midden in de zomerdienstregeling valt. Voor de Stadsregio was met name het organiseren van de raadpleging van reizigers over het nieuwe OV Lijnennet een nieuw aspect in deze vervoerplanprocedure. Dit heeft, mede op verzoek van de regioraad, plaatsgevonden in een tweetal sessies in oktober De Stadsregio heeft niet eerder op vergelijkbare schaal de mening van de reiziger gepeild in een vervoerplanprocedure. De raadpleging ging over het totale, samenhangende OV Lijnennet in de regio Amsterdam. De Stadsregio wilde graag nagaan hoe bekend de reizigers waren met (de mogelijke gevolgen van) het nieuwe lijnennet en wat de Stadsregio kan doen om de reis aantrekkelijker te maken, zelfs in de situatie waarin er sprake zou zijn van een extra overstap tijdens de reis. De resultaten van deze raadpleging (een internet enquête en reizigersbijeenkomst) zijn verwerkt in het definitieve advies dat in december ter vaststelling werd voorgelegd aan het dagelijks bestuur. Ook zijn er in de gemeenten van de Stadsregio uitgebreide informatiebijeenkomsten gehouden, waarbij opvalt dat er meer informatiesessies in het concessiegebied Waterland zijn geweest dan in de andere concessiegebieden. In de concessie Waterland heeft met name de verdeling van rechtstreekse bussen naar Amsterdam CS ten opzichte van bussen naar metrostation Noord tot veel vragen geleid. Het besluit over deze verdeling was al eerder genomen (bij vaststelling van de Lijnennetvisie), terwijl de concrete uitwerking hiervan voor velen pas duidelijk werd toen EBS haar concept-vervoerplan presenteerde. Tijdens de informatiesessies is op een open en constructieve manier van gedachten gewisseld met de raadsleden van de verschillende gemeenten, de betreffende vervoerder en de Stadsregio Amsterdam. De varianten, alternatieve plannen en diverse vragen-ter-verduidelijking die tijdens de sessies aan de orde kwamen hebben uiteindelijk allemaal bijgedragen aan de besluitvorming door het dagelijks bestuur. Verder heeft de Klankbordgroep van de regioraad het hele proces actief gevolgd en op diverse momenten (kritische) vragen gesteld en suggesties gedaan om tot een gedragen besluitvorming te komen. Het totale proces heeft er uiteindelijk mede toe geleid dat het dagelijks bestuur heeft ingestemd met een variant die een goede vervoerkundige oplossing biedt voor reizigers en op voldoende draagvlak kan rekenen bij de betrokken partijen. Aanbesteding Concessie Amstelland-Meerlanden Na de vaststelling van het programma van eisen is medio juni 2016 de aanbesteding van de Concessie Amstelland-Meerlanden 2018 gestart. Begin november hebben vier vervoerders een aanbieding uitgebracht, waarbij uiteindelijk de huidige vervoerder, Connexxion, als winnaar naar voren is gekomen. Met het bod van Connexxion zal de kwaliteit van het OV verder verbeteren. Het resultaat is een aantrekkelijk en gemakkelijk aanbod van openbaar vervoer: snel, hoogfrequent, goed toegankelijk en herkenbaar. Belangrijkste punten hieruit zijn: 24 uur OV Connexxion biedt een OV-netwerk aan dat past bij de economische motor Schiphol en de 24-uurseconomie. Het aanbod van R-net wordt fors uitgebreid qua lijnen, alsmede frequenties en zitplaatscapaciteit van de voertuigen. R-netlijnen gaan tussen en uur hoogfrequent rijden. Daarnaast wordt het nachtnet aanzienlijk uitgebreid, waarbij R-net meer als een 24-uursservice gaat functioneren. Meer reismogelijkheden, ook voor kleine kernen Meer inwoners krijgen een HOV-halte in de buurt en meer reizigers kunnen gebruik maken van snellere en frequentere verbindingen met betere aansluitingen en kortere wachttijden. In kleine kernen waar het aantal reizigers laag is, biedt Connexxion vraagafhankelijk vervoer waarmee reizigers aanzienlijk meer reismogelijkheden krijgen dan in de huidige situatie. Connexxion heeft zijn aanbieding optimaal afgestemd 35 Openbaar Vervoer

37 Openbaar Vervoer 36 op de verschillende typen reizigers en hun reisbehoeften. Zo is in de bieding naast aandacht voor de forens ook veel aandacht voor de zogenaamde kwetsbare groepen reizigers. Deelauto en fiets als aanvullende mobiliteitsdiensten Connexxion beperkt zich in zijn aanbod niet tot het busvervoer alleen. Connexxion biedt ook aanvullende mobiliteitsdiensten, zoals de deelauto en de fiets, om de gehele reis van deur tot deur te vergemakkelijken. Deze diensten kunnen zeer eenvoudig geboekt en betaald worden. Maatregelen voor een aangenaam verblijf op de OV-knooppunten, het verbeteren van overstappen en goede reisinformatie dragen ook bij aan een prettige reis door de hele vervoersketen. Elektrische zero-emissie bussen Connexxion start met een grote inzet van milieuvriendelijke elektrische bussen. Deze zero-emissie -bussen zullen het beeld gaan bepalen rondom Schiphol en op een aantal belangrijke R-netlijnen naar de binnenstad van Amsterdam. In de komende jaren wordt de vloot elektrische bussen verder uitgebreid. Uiteindelijk zal meer dan 90% van de reizigers in zero-emissie voertuigen worden vervoerd. Voorbereiding aanschaf nieuwe metrovoertuigen M7 De Stadsregio en GVB zijn bezig met de voorbereiding van de aanbesteding van M7 metrovoertuigen. Deze nieuwe voertuigen worden aangeschaft vanwege twee redenen. Ten eerste moeten de metro s die het einde van hun levensduur bereiken in respectievelijk 2024 (S2) en 2027 (S3/M4) vervangen worden. Ten tweede dienen de voertuigen om de groei van het gebruik van de metro op te vangen. De bestelomvang is vastgesteld op basis van de metronetstudie die GVB en Stadsregio in 2016 hebben uitgevoerd. Op 27 september 2016 en 11 oktober 2016 heeft de regioraad kennis kunnen nemen van de Strategische Uitgangspunten waaraan de nieuwe voertuigen moeten voldoen. De regioraad heeft op 13 december 2016 een budget van maximaal 211,6 miljoen euro gereserveerd om 30 metro s te bestellen. Na afronding van deze besluitvorming kon de aanbesteding in januari 2017 starten. Parallel zal de Stadsregio in Q1 van 2017 aan de beantwoording van enkele resterende vragen van de regioraad werken. Aanschaf nieuwe trammaterieel 15G GVB Activa BV is in opdracht van de Stadsregio Amsterdam (per 1 januari 2017 Vervoerregio Amsterdam) bezig met de aanbesteding van nieuw trammaterieel. De nieuwe trams zullen rond 2020 instromen en tot 2052 dienstdoen. De werknaam voor de nieuwe serie trams is 15G (naar analogie van de werknamen van de laatste twee series trams, te weten 13G en 14G). In 2016 heeft GVB Activa BV de laatste fases van de aanbestedingsprocedure doorlopen: de Dialoogfase en Definitieve Inschrijvingsfase. Deze fases zijn conform planning en succesvol verlopen. De uitkomst van de Definitieve Inschrijvingsfase is dat de Spaanse fabrikant Construcciones y Auxiliar de Ferrocarriles SA (CAF) als Geselecteerde Inschrijver is aangewezen. Op basis van de inschrijving blijkt dat de totale raming van het project binnen het door de regioraad beschikbaar gestelde budget van 209,1 miljoen euro blijft. Op 11 november 2016 is een drietal zaken geformaliseerd: 1) GVB en Stadsregio hebben een uitvoeringsovereenkomst ondertekend voor de verdere uitvoering van de bestelling 2) De Stadsregio heeft GVB een beschikking verleend voor de aanschaf en voor de projectteamkosten voor de volgende fase. 3) GVB en CAF hebben de koopovereenkomst voor de levering van de voertuigen ondertekend. Op weg naar zero-emissie in het busvervoer Vanaf 2025 zijn alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer vrij van schadelijke uitlaatgassen. De Stadsregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de samenwerkende provincies (IPO) en het Rijk hebben daartoe in april 2016 de overeenkomst Zero emissie OV afgesloten waarin is afgesproken dat er snel meer bussen op elektriciteit en waterstof komen in het openbaar vervoer. De landelijke afspraken met alle regio s zijn vastgelegd tijdens de Amsterdamse

38 transport- en milieutop waar staatssecretaris Dijksma de Europese milieuministers ontving. Volgens Dijksma zijn uitstootvrije bussen een slimme investering voor ons milieu én de economie. We krijgen schonere steden en er worden minder broeikasgassen uitgestoten die slecht zijn voor het klimaat. Het geeft bovendien een flinke impuls aan de positie die we als Nederland willen innemen in het verduurzamen van ons stads- en streekvervoer. Nederlandse bedrijven die technieken ontwikkelen en bussen produceren profiteren ook van deze aanpak. Met de ondertekening van deze afspraken is vastgelegd dat bij het uitschrijven van busvervoerconcessies vanaf 2030 geëist wordt dat alle bussen uitstootvrij moeten zijn. Een andere verplichting wordt dat de energie die de bussen voedt uiterlijk 2025 volledig duurzaam wordt opgewekt door zonnepanelen of windmolens uit de regio. Beter aanbod voor toeristen op Schiphol Ook in 2016 heeft de Stadsregio, samen met Schiphol, Amsterdam Marketing, NS, GVB en Connexxion concrete afspraken gemaakt over beter OV-aanbod op Schiphol. Eerder zijn enkele eenvoudige kaartsoorten voor reizen van een naar Amsterdam en reizen in Amsterdam en de regio geïntroduceerd die ervoor zorgen dat bezoekers kunnen kiezen voor gemak. In 2016 is gewerkt aan een verdere stroomlijning van dit assortiment, met als resultaat dat in 2017 er sprake is van een helder assortiment, waarbij de reiziger kan kiezen uit een kaartje dat 1, 2 of 3 dagen geldig is. Niet alleen bij bus, tram en metro in de Metropoolregio Amsterdam, maar ook op belangrijke treintrajecten, zoals van Amsterdam naar Schiphol, Zandvoort en naar de Zaanse Schans. Ook zijn er speciale kaartautomaten besteld, die ervoor moeten zorgen dat dit nieuwe assortiment op Schiphol nog beter verkrijgbaar zal zijn. De automaten worden in 2017 geplaatst, zowel bij de bagage-reclaim als op Schiphol Plaza. Overige Op het terrein van Sociale Veiligheid, Innovatieve projecten, OV-marketing en Tarievenbeleid hebben in 2016 projecten plaatsgevonden. Voorbeelden van projecten en activiteiten zijn: - Beheer van de verleende concessies; - (Toepassing) nieuw beleidskader Sociale Veiligheid; - OV-marketing d.m.v. gerichte acties van het Marketingbureau - Verdere uitrol van de productformule R-net - Verbeteren reisinformatie, waaronder Dynamische Reis Informatie (DRIS); Deze thema s vragen doorlopend aandacht van de betrokken beleidsmedewerkers van de Stadsregio. De ambitie is om samen met gemeenten, vervoerbedrijven en andere maatschappelijke partners elk jaar het openbaar vervoer in de Stadsregio een stukje beter te maken. 37 Openbaar Vervoer

39 Wat heeft het gekost in 2016? Tabel : Overzicht baten en lasten Programma 1: Openbaar Vervoer In Euro's Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten en Lasten Openbaar Vervoer 38 Baten BDU-jaarbijdrage BDU voorgaande jaren Rente Overige baten / baten voorgaande jaren Werk voor derden uitgevoerd Totaal Baten Lasten Subsidies uitvoering Overige lasten / lasten voorgaande jaren Projecten, onderzoek en studie Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Rente Doorbelaste overhead Totaal Lasten Verrekening vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Onttrekking / toevoeging (-) Saldo Baten en Lasten Resultaatbestemming Baten Onttrekking Reserves Lasten Toevoeging reserves Resultaatbestemming Resultaat

40 Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) BDU-beschikking en inzet BDU Zoals uit de tabel blijkt waren de baten in 2016 voor programma Openbaar Vervoer euro. De lasten bedroegen euro. Het overschot van euro wordt toegevoegd aan de vooruit ontvangen BDU-middelen. Het programma Openbaar Vervoer wordt vrijwel geheel gefinancierd met de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer. De volgende tabel laat de jaarlijkse inzet aan BDU-middelen zien en hoe het BDU-spaarsaldo OV zich over de afgelopen vier jaar heeft ontwikkeld. De inzet van de BDU voor 2016 bij het programma OV was euro. De specificatie van het gespaarde bedrag over de verschillende projecten is te vinden in paragraaf B Vooruit ontvangen rijksmiddelen. Tabel : Ontwikkeling BDU middelen Openbaar Vervoer In Euro s Begroting 2016 Jaarrekening Beginstand vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Beschikte BDU-jaarbijdrage Transfers Tussen BDU programma's Correctie doorgevoerd in de beginbalans Toegerekende rente Totaal beschikbare BDU Af: inzet BDU Openbaar Vervoer Eindstand vooruitontvangen BDU (spaarsaldo)

41 Tabel : Specificatie post Subsidies uitvoering Openbaar Vervoer In Euro s Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Openbaar Vervoer Concessie A dam: Beheer en onderhoud Concessie Amsterdam: Exploitatie Investeringen Rollende Activa Concessie Amstelland Meerlanden Concessie Zaanstreek Concessie Waterland OV overig Subtotaal Subsidies Uitvoering Concessie Amsterdam Exploitatie Vanwege de herijking die in december 2016 heeft plaatsgevonden is de verstrekte subsidie afgenomen ten opzichte van de begroting. Dit wordt veroorzaakt doordat de reizigersopbrengsten de laatste drie jaar meer zijn gestegen dan in het conclusiedocument was geprognotiseerd. 3. Investeringen Rollende Activa De totale herfinanciering van de overige GVB Activa is op een lager niveau uitgekomen dan in eerste instantie geprognotiseerd. Dit betreft een bedrag van 34 miljoen euro. De projecten in het kader van AMSYS, M5, M6 en Diemen en Opstelterreinen zijn nog niet afgerekend met de Stadsregio. 2. Concessie A dam: Beheer en Onderhoud De uitgaven van RvE MET blijven achter ten opzichte van de prognose. Dit betreft met name het meerjaren vervangingsonderhoud Tram en Metro. Deze activiteiten zullen in latere jaren uitgevoerd worden. 4. Streekconcessies De onderschrijdingen in de streekconcessies worden voornamelijk veroorzaakt door het niet uitkeren van de maximale bonus en het niet in het geheel aanwenden van het monitoringsbudget.

42 02 Infrastructuur Portefeuillehouder: Verkeer en Openbaar Vervoer Budgethouder: A. Colthoff De Stadsregio heeft de ambitie om de bestaande netwerken voor de auto, openbaar vervoer en fiets te verbeteren, waardoor deze optimaal kunnen functioneren, alsmede het versterken van de samenhang tussen de netwerken. Dit betekent onder meer het oplossen van knelpunten, zorg dragen voor een betere betrouwbaarheid, verbeteren van rijtijden en reistijden, verkorten overstaptijden en zorgen voor betere reisinformatie en benutting van de bestaande infrastructuur. Ten behoeve van de uitvoering van het mobiliteitsbeleid (RVVP), verricht de Stadsregio de volgende activiteiten als het gaat om infrastructuur: Ontwikkeling van infrastructuurbeleid en betrokkenheid bij strategische discussies Programmanagement van infrastructuurprogramma s en subsidieverlening Voorbereiden van de uitvoering van infrastructuurprojecten Wat willen we bereiken in ? De Stadsregio Amsterdam verbindt gemeenten. Zij werkt aan een (Metropool)regio waar mensen prettig, wonen, werken en vlot hun bestemming bereiken. Voor het onderwerp Bereikbaarheid is het Regionaal Verkeer en Vervoersplan (RVVP) het beleidskader. Het uitvoeringsprogramma van het RVVP bestaat uit negen speerpunten, die uitgevoerd worden binnen de programma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur en Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid. De speerpunten die voor het programma Infrastructuur van belang zijn, zijn hieronder weergegeven. 2.1 Netwerk OV: Reistijd: maximaal acceptabele reistijden van deur-tot-deur conform normen RVVP); Betrouwbaarheid: 95 % van de verplaatsingen in de spits is op tijd (maximaal 5 minuten korter of langer dan de verwachte reistijd). 2.2 Ketenmobiliteit: Sterkere samenhang tussen de ketens auto-ov en fiets-ov en verbetering van de overstap op OV-knooppunten. 2.3 Verbetering Knooppunten: Hoogwaardige regionale knooppunten die fungeren als geoliede overstapmachines. Het stelsel van multimodale knooppunten binnen de regio wordt verbeterd en uitgebreid. 2.4 Netwerk Weg: Reistijd: maximaal acceptabele reistijden van deur-tot-deur (conform normen RVVP; Betrouwbaarheid: 95% van de verplaatsingen in de spits is op tijd (max. 10 minuten korter of langer dan de verwachte reistijd). 2.5 Subsidieverlening: Hulpmiddel om de programma s van de thema s openbaar vervoer, netwerken infrastructuur en (deels) ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid tot uitvoering te brengen. Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? Investeringsagenda OV Met de Investeringsagenda OV investeert de Stadsregio Amsterdam (per 1 januari 2017 Vervoerregio Amsterdam) gericht in het verkorten van de reistijd en het verhogen van de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer in haar omgeving. Hierbij werkt de Stadsregio samen met de gemeente Amsterdam, GVB en 14 andere gemeenten. De focus ligt op het hoogwaardig netwerk van trajecten in Amsterdam (plusnet) en de regio (R-Net). Wat hebben we daarvoor onder andere gedaan in 2016? Voortgang 1e en 2e tranche De 1e tranche IA OV bestaat uit meerdere tracé projecten, vier knooppunten en een set uit te voeren generieke maatregelen die gezamenlijk moeten zorgen voor een betrouwbaarder en sneller OV- netwerk in Amsterdam. De verwachte oplevering van de meeste maatregelen uit de eerste tranche is voorzien in de periode In 2016 zijn de top 10 projecten uit de 1e tranche IA OV Stad gepromoveerd naar de Planstudiefase 41 Infrastructuur

43 Infrastructuur 42 (PBI-fase 2). Deze mijlpaal werd gevierd met een bestuurlijk evenement in juni 2016 waarbij het project Molenwerf werd geopend. Tevens zijn enkele maatregelen versneld uitgevoerd door deze te koppelen aan lopende beheer en onderhoudsprojecten (werk met werk). Het versnellen van het tramtracé op de Cornelis Lelylaan is hier een aansprekend voorbeeld van. Afgelopen jaar is ook gestart met een inventarisatie van projecten voor de 2e tranche voor zowel de stad als de regio. Ook deze worden geselecteerd op hun bijdrage aan een kortere reistijd en betere bereikbaarheid en naar verwachting zullen deze in 2018 van start gaat met PBI-fase 1. Busstation Noord/Buikslotermeerplein Bij Buikslotermeerplein wordt een geheel nieuw busstation aangelegd als zijnde het OV-knooppunt bij het eindpunt van de Noord-Zuidlijn. De busplatforms, fietsenstalling, en de passage van noord naar zuid alsook de stationshal zijn al zichtbaar. De oplevering is voorzien in het derde kwartaal ZaanIJtangent Stadsregio Amsterdam werkt samen met de gemeente Amsterdam en Zaanstad aan een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding (HOV) tussen Zaandam en Amsterdam-Noord: de ZaanIJtangent. Deze kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer is nodig, omdat de mobiliteit tussen de Zaanstreek en Amsterdam-Noord de komende jaren verder toeneemt. Op deze manier willen de projectpartners de OV-bereikbaarheid van nieuwe woon- en werkgebieden verbeteren. Afgelopen jaar is hard gewerkt aan de vrijliggende busbaan op de Klaprozenweg in Amsterdam Noord. Andere maatregelen omvatten de herindeling van kruisingen, de aanpassing van verkeersregelinstallaties en de aansluiting op de Noord/Zuidlijn. De oplevering is voorzien in Entree Amsterdam CS De Entree is het project om de stadszijde van het Centraal Station en directe omgeving aan te pakken. Belangrijke onderdelen van het project zijn de vernieuwing van het Stationsplein, de aanleg van een ondergrondse fietsenstalling met ruimte voor fietsen, en de bouw van nieuwe tramhaltes en -sporen. De Entree sluit aan op de Rode Loper en samen vormen zij straks de entree van Amsterdam. Het project wordt getrokken door de gemeente Amsterdam en gefinancierd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de gemeente Amsterdam en de Stadsregio Amsterdam. Afgelopen jaar stond in het teken van de aanbesteding, wat begin 2017 tot een definitieve gunning zal leiden. De werkzaamheden moeten in 2018 beginnen en gaan naar verwachting zeker vijf jaar duren. Westtangent Stadsregio Amsterdam legt samen met de gemeentes Amsterdam en Haarlemmermeer, provincie Noord- Holland en Schiphol een nieuwe, comfortabele HOVbusverbinding aan tussen station Amsterdam Sloterdijk en Schiphol Plaza: de Westtangent. De nieuwe busdienst vervangt de huidige lijn 69, maar krijgt minder haltes. Daar staat tegenover dat de bus frequenter rijdt, betrouwbaarder en comfortabeler is. De reistijd tussen begin- en eindpunt wordt gemiddeld 10 minuten korter. Het project bevindt zich in de planstudiefase en heeft in 2016 de inspraakprocedure doorlopen. Het nieuwe tracé is in 2019 klaar. Programma AMSYS Aan de AMSYS-projecten wordt hard gewerkt door de gemeente Amsterdam om tegelijk met de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn de ICT voor het gehele systeem op orde te hebben. Daarnaast wordt voorzien in voldoende opstelvoorzieningen voor de gehele metrovloot. De procedurele afwikkeling en afgifte van beschikkingen, en daarmee ook de betalingen, lopen achter op het uitvoeringstempo. In een bestuurlijk overleg in 2016 met de gemeente Amsterdam zijn hier afspraken over gemaakt.

44 Busbaan Daalwijkdreef In samenwerking met de gemeente Amsterdam is in de eerste helft van 2016 is de HOV Daalwijkdreef gerealiseerd. Dit betreft het bustraject vanaf de Dolingadreef, Daalwijkdreef, Elsrijkdreef tot aan de Provincialeweg in Diemen. Hiervoor zijn bushaltes samengevoegd, verbreed en toegankelijker gemaakt voor mindervaliden en er zijn DRIS-panelen aangebracht. Ook zijn er overzichtelijke en goed verlichte looproutes gemaakt en kunnen reizigers hun fiets bij de bushaltes parkeren. De nieuwe busstroken zorgen voor een betere doorstroming van het busverkeer zodat reizigers met het openbaar vervoer sneller en prettiger reizen. Amstelveenlijn De vernieuwde Amstelveenlijn verbindt Amstelveen Westwijk en Amsterdam Zuid en sluit daarmee aan op de ontwikkeling van de Zuidas en de komst van de Noord/Zuidlijn. Voor de Amstelveenlijn stond, na het Uitvoeringsbesluit van december 2015, 2016 in het teken van de aanbestedingsprocedure. Deze is inmiddels afgerond. De overeenkomst voor de realisatie van de Amstelveenlijn is inmiddels getekend en daarmee definitief geworden. De werkzaamheden zullen in 2018 van start gaan. Uithoornlijn De Uithoornlijn vormt het verlengde van de Amstelveenlijn en verbindt het centrum van Uithoorn met Amsterdam Zuid. In Amsterdam Zuid kunnen reizigers overstappen op de Noord/Zuidlijn of busverbindingen nemen in de oost-westrichting. Voor de Uithoornlijn zijn tijdens de planstudiefase meerdere participatierondes georganiseerd en in juni 2016 lag de voorkeursvariant voor ter consultatie. De voorkeursvariant bestaat uit het doortrekken van de vernieuwde Amstelveenlijn naar het dorpscentrum van Uithoorn. De consultatieronde heeft geleid tot enkele aanpassingen, waaronder de toevoeging van een busverbinding tussen Zijdelwaard en Amstelveen Centrum en een nadere uitwerking van veiligheidsmaatregelen op de kruisingen. Vervolgens hebben de gemeenteraden van Uithoorn en Amstelveen, de regioraad van de Stadsregio Amsterdam en Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland eind 2016 met de voorkeursvariant ingestemd. De plannen worden verder uitgewerkt tot een uitvoeringsbesluit. Halteplan Bijna alle gemeenten hebben in 2015 hun taakstelling Halteplan om toegankelijke bushaltes te creëren, gerealiseerd. In 2016 zijn circa 100 bushaltes toegankelijk gemaakt. In Amsterdam loopt de uitvoering tot april 2017 door. Multimodale Knoop Schiphol Plaza Door het toenemende aantal reizigers loopt Schiphol Plaza tegen de grenzen van de capaciteit aan. Om de bereikbaarheid bij dit knooppunt waar reizigers voor de luchthaven met de trein, bus of auto arriveren te verbeteren hebben betrokken partijen het initiatief genomen om tot uitbreiding van Schiphol Plaza te komen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu trekt deze initiatieffase en werkt intensief samen met Schiphol, ProRail, NS en de Stadsregio. In 2016 is een MIRT Verkenning gestart. Deze is erop gericht om de capaciteit van de knoop uit te breiden en veiligheidsknelpunten op te lossen. De betrokken partijen hebben bij aanvang van de Verkenning gezamenlijk 500 miljoen euro toegezegd, waarvan de Stadsregio 100 miljoen euro heeft gereserveerd. 43 Infrastructuur

45 Infrastructuur HOV Schiphol Oost HOV Schiphol Oost omvat een hoogwaardige openbaar vervoer verbinding (HOV) tussen Schiphol-Oost en Schiphol-Rijk. De nieuwe busbaan wordt onderdeel van meerdere HOV-verbindingen en zorgt daarmee voor een betere bereikbaarheid voor reizigers en werknemers op en rond Schiphol. In 2016 is dit project aanbesteed en is de uitvoering gestart. Het tracé van de te bouwen HOV-baan is functievrij gemaakt, de aansluiting op de Hendrik Walaardt Sacréstraat is aangepast en de parkeerterreinen van Schiphol zijn heringericht. Ook is gestart met de bouw van de fly-over ter hoogte van de doorlaatpost naar het airside terrein. In 2017 wordt de fly-over afgebouwd en wordt de HOV-baan opgeleverd. 44 Programma HOV A9 Tussen Haarlem, Badhoevedorp, Schiphol, Amsterdam- Zuid/Amstelveen wordt een comfortabele, snelle en frequente (R-net) busverbinding van twee lijnen, de 346 en 356, gerealiseerd. Eén lijn gaat vanaf Haarlem via Badhoevedorp, busstation Schiphol-Noord en Amstelveen naar kantoorgebied Amsterdam-Zuidoost, de andere van Haarlem naar de Amsterdamse Zuidas. De Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, Schiphol en de gemeenten Haarlemmermeer, Haarlem en Amstelveen, werken gezamenlijk aan deze busverbindingen onder de naam programma Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) A9. De partijen werken aan grote en kleine maatregelen om buspassagiers snel, comfortabel en veilig te vervoeren tussen deze plaatsen. De uitvoering van het project en de deelprojecten verloopt voortvarend. Eind 2016 heeft de Stadsregio Amsterdam een bedrag van bijna dertien miljoen euro beschikbaar gesteld aan de onderdelen Onderdoorgang Schipholweg, Bus afrit A9 en Fietsonderdoorgang. Deze onderdelen krijgen allen hun beslag ter hoogte van de afrit A9 Badhoevedorp-West. De oplevering staat gepland voor medio Investeringsagenda Weg Binnen het RVVP-speerpunt Netwerk Weg staat het functioneren van het regionale wegennetwerk voorop. Binnen dit speerpunt zijn opgaven en acties geïdentificeerd. Die staan beschreven in de Investeringsagenda Weg, als uitwerking van het speerpunt Netwerk Weg. Binnen de Investeringsagenda Weg wordt gewerkt aan de bereikbaarheid van het netwerk. Wat hebben we daarvoor onder andere gedaan in 2016? Verbreding N244 Purmerend De verbreding van de N244 is een samenwerking tussen onder andere de provincie Noord-Holland, de Stadsregio en de gemeenten Purmerend, Edam- Volendam en Beemster. Als eerste mijlpaal zijn de volgende maatregelen in 2016 met een financiële bijdrage van de Stadsregio gerealiseerd: de aansluiting van de N244 met de A7, de kruising Nieuwe Gouw en de wegvak verbreding tussen de A7 en de aansluiting de Magneet. Oostelijke ontsluiting IJburg De gemeente Amsterdam werkt aan de Oostelijke Ontsluiting IJburg (OOIJ) zodat IJburg is verbonden met de A1 en de A9. De Stadsregio draagt financieel bij aan de realisatie van OOIJ. De OOIJ is een vierbaansweg, met gedeeltelijk een vrij liggende busbaan. Naast het autoverkeer maken ook fietsers en het OV-gebruik van deze verbinding. Markant onderdeel van de OOIJ vormt de 150 meter lange boogbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal, de Uyllanderbrug. Eind 2013 is gestart met de aanleg van de verbindingswegen; de op- en afrit naar de A1 bij Diemen en de afrit van de A9 naar IJburg. In de zomer van 2014 is de OOIJ opengesteld voor verkeer. Naar verwachting wordt in 2018 ook de aansluiting op de A9 (OOIJ-fase 3) gerealiseerd. Dit in verband met grootschalige werkzaamheden - verbreding en verlegging- die Rijkswaterstaat in de nabije omgeving uitvoert aan de weg, rondom het knooppunt Diemen.

46 N201 De oude N201 doorkruiste de dorpskernen van Aalsmeer en Uithoorn. Doel van het project N201+ was om de weg meer naar het noorden van deze kernen te verplaatsen, een beter bereikbare regionale as te realiseren met ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, en de leefbaarheid van de ontlaste dorpskernen te vergroten. De Stadsregio heeft financieel bijgedragen aan het project. De omgelegde N201 is al eerder in gebruik genomen en in 2016 is de eindverantwoording behandeld. Hiermee is het project ook in financiële administratieve zin afgerond. Rijbaanverdubbeling N207 De Noord-Holland en de gemeente Haarlemmermeer hebben samengewerkt aan het verdubbelen van de rijbaan op de N207. In 2016 is de rijbaan in gebruik genomen. De Stadsregio heeft een financiële bijdrage geleverd om de rijbaanverdubbeling te realiseren. Beter benutten maatregelen In en rond Amsterdam is het in de spits druk op de wegen. Aan deze spitsdrukte willen het bedrijfsleven, het Rijk, lokale overheden en regionale overheden als de Stadsregio iets doen. Onder de noemer Beter Benutten verbeteren deze partners de reistijd op de drukste knelpunten. In 2016 heeft de Stadsregio vanuit het programma Beter Benutten 2 onder andere financieel bijgedragen aan: - Werkgeversaanpak MRA: o.a. stimuleren anders reizen, stimuleren reizen buiten spits. - Bereikbaarheid STP Portal: stimuleren anders reizen/ transportbewegingen bij bedrijven rondom Schiphol. - Bewegwijzering Westrandweg (Westpoort, Amsterdam) waardoor minder onnodige wegverplaatsingen worden gemaakt. De Stadsregio heeft aan diverse projecten meegewerkt en/of gefinancierd om bestaande verkeerssystemen beter te benutten, zoals: - Netwerkvisie 2020 (basis voor managen van het verkeer op de belangrijkste wegen in Noord-Holland); - Praktijk Proef Amsterdam (grootschalig proefproject met nieuwe geïntegreerde verkeersmanagementtechnieken langs de weg en in voertuigen); - Regioregie (de Stadsregio draagt bij aan de organisatiekosten van de wegbeheerders in de regio voor de afstemming van uitvoeringswerkzaamheden); - Regionaal Tactisch Team (doel van RTT is om met gecoördineerd verkeersmanagementverkeer te sturen over het wegennet om zo de infra optimaal te benutten en de bereikbaarheid te waarborgen. De Stadsregio draagt bij aan de organisatiekosten van RTT). Bereikbaarheid Waterland De provincie Noord-Holland en de Stadsregio werken samen met de gemeenten Waterland, Purmerend en Edam-Volendam en Amsterdam aan de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in de regio Waterland. Verschillende maatregelen zijn al of worden de komende jaren gerealiseerd. Zo is in 2016 is gestart met de aanleg van een spitsbusbaan van Ilpendam naar Purmerend, dit is positief voor de doorstroming van het OV en het autoverkeer. De spitsbusbaan wordt in 2017 in gebruik genomen en wordt gerealiseerd met een financiële bijdrage van de Stadsregio. 45 Infrastructuur

47 Infrastructuur 46 Ter verbetering van de (weg)bereikbaarheid is in 2016 door de Stadsregio ook gestudeerd: De Stadsregio voert tweejaarlijks een Monitor Weg uit. De Monitor Weg (Barometer 2016) beschrijft het functioneren van het regionaal wegennet aan de hand van de factoren bereikbaarheid (reistijd, robuustheid en betrouwbaarheid netwerk) en leefbaarheid. Op basis van de monitoring worden keuzes gemaakt om investeringen in het regionaal wegennet te agenderen, of accenten in het programma te verleggen. De resultaten van de Barometer 2016 lieten bijvoorbeeld zien dat verschillende invalswegen van de gemeente Zaanstad problemen veroorzaken voor de regionale bereikbaarheid. Daarom geeft de Stadsregio nu leiding aan een deelonderzoek naar de aansluitingen op de A7-A8 als onderdeel van de Corridorstudie Amsterdam-Hoorn. Studie: Planstudie verbinding A8-A9 De Stadsregio werkt mee en draagt financieel bij aan de planstudie Verbinding A8-A9, dit in samenwerking met de provincie Noord-Holland en de diverse gemeenten in het gebied. Het doel is om de leefbaarheid en bereikbaarheid in het gebied te verbeteren. In 2016 zijn kansrijke alternatieven nader uitgewerkt. Volgens planning wordt in 2017 een voorkeursalternatief bepaald. De verwachting is dat eind 2019 kan worden begonnen met de realisatie. Studie: Planstudie Duinpolderweg De Stadsregio werkt mee en draagt financieel bij aan de planstudie Duinpolderweg, in samenwerking met de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland en de diverse gemeenten in het gebied. In 2018 wordt besloten tot een voorkeursalternatief voor het traject van de Duinpolderweg, onder voorbehoud van besluitvorming. Studie: MIRT-verkenning corridor Amsterdam-Hoorn (A7-A8) In deze verkenning wordt door IenM, samen met de Stadsregio, de provincie Noord-Holland, en de gemeenten in het plangebied, maatregelen onderzocht die de bereikbaarheid in de corridor moeten verbeteren. Het gaat niet alleen om wegen tussen Hoorn en Amsterdam (A7-A8), maar ook om de invalswegen van Zaandam, Purmerend en Hoorn. Daarnaast wordt ook gekeken naar gedragsverandering, fietsverbindingen en OV (bus en spoor). De Stadsregio leidt het onderzoek naar de deelregio Purmerend en de deelregio Zaanstreek. De MIRT-verkenning wordt eind 2018/begin 2019 afgerond. Voor een uitgebreider overzicht van acties onder de Investeringsagenda Weg zie de voordracht Monitoring Investeringsagenda s in de regioraad van juli Studie: Verkenning knooppunt A10-N247-s116: KANS In 2016 hebben de Stadsregio en de provincie Noord-Holland samen met de gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat een studie uitgevoerd naar de knoop A10-N247-s116 (KANS). In de verkenning zijn de doorstromingsproblemen en mogelijke verbeteringen voor de verkeersafwikkeling op het knooppunt in Amsterdam Noord in kaart gebracht. In 2017 wordt een planstudie gestart waarin kansrijke oplossingen worden uitgewerkt.

48 Investeringsagenda Fiets In 2016 zijn in het programma Fiets van de Investeringsagenda Fiets diverse projecten uitgevoerd voor fietsnetwerkverbetering, fietsparkeren, gedragsmaatregelen en innovatie. Met de gemeente Amsterdam is een proef met Cyclespace gestart. Deze organisatie heeft de opdracht om Amsterdam en de regio wereldwijd te promoten op fietsgebied, delegaties te ontvangen en kennis en innovatie te verzamelen en te delen. Door het dagelijks bestuur zijn in 2016 verschillende besluiten genomen over regionale projecten in de subprogramma s fietsparkeren en fietsnetwerk: Fietsnetwerk De verkenning planstudie naar de verbinding over het IJ is afgerond en er is gestart met de planstudie. In 2017 wordt een voorkeursbesluit genomen. De gemeente Amsterdam heeft de laatste ontbrekende schakel gerealiseerd op de snelfietsroute Zaandam - Amsterdam, de Oostzanerdijk. Verder hebben we samen met Amsterdam infrastructurele maatregelen genomen op de drukste kruispunten, waaronder Mr. Visserplein, Crucquisdijk en Berlagebrug. Tevens is een doorsteekje bij het Kajuitpad gerealiseerd, waardoor de fietser naar Zaandam sneller bij de Hempont komt. Met de provincie Noord-Holland en gemeente Zaanstad hebben we de fietstunnel onder de N203 gerealiseerd. In de gemeente Haarlemmermeer zijn fietsstroken in Boesingheliede en op de Hoofdweg aangelegd. Bij het treinstation Amsterdam Zuid is de fietsparkeerkelder onder Mahlerplein geopend, met plek voor 3000 fietsen. Bij Amsterdam Centraal is aan de Noordwestkant een fietsenstalling voor 1300 plekken geopend. Tevens is in de Paradisostalling een proef gestart met een fietsdetectiesysteem en innovatieve rekken. Hiernaast is door het dagelijks bestuur een besluit genomen voor een bijdrage aan een ondergrondse fietsenstalling onder het Beursplein. Fietsenstalling Mahlerplein Op station Amsterdam Zuid wordt een ondergrondse fietsenstalling gerealiseerd, met plek voor 3000 fietsers. In deze stalling is naast reguliere fietsen plek voor afwijkende formaten, zoals kratjesfietsen en bakfietsen. De stalling is samen met gemeente Amsterdam, ProRail en NS gerealiseerd en heeft een automatisch check-in en check-out systeem met de OV-kaart. Tevens is een modern detectiesysteem geïnstalleerd door middel van camera s boven de fietsparkeerplekken. Dit systeem monitort de bezetting en stallingsduur van fietsen in de stalling. Snelfietsroute Zaandam-Amsterdam Samen met gemeente Amsterdam is op de snelfietsroute Zaandam-Amsterdam de laatste ontbrekende schakel gerealiseerd op de Oostzanerdijk, waardoor fietsers drie minuten sneller in Amsterdam of Zaandam zijn. Hiermee is de snelfietsroute afgerond in samenwerking met Fietsersbond, gemeente Amsterdam en gemeente Zaanstad en met financiering van het Rijk. 47 Infrastructuur Fietsparkeren Met de gemeente Amsterdam, ProRail, NS heeft de Stadsregio een Samenwerkingsovereenkomst getekend met daarin afspraken over het beter benutten van de stallingsplekken en de kosten van exploitatie, handhaving, beheer en onderhoud. Tevens is met onder andere de NS, ProRail, VNG, IPO een bestuursovereenkomst getekend voor het beschikbaar stellen van 40 miljoen euro, aanvullend op het Actieplan Fietsparkeren.

49 Tabel : Overzicht baten en lasten Programma 2: Infrastructuur In Euro's Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten en Lasten Infrastructuur 48 Baten BDU-jaarbijdrage Rente Overige baten / baten voorgaande jaren Werk voor derden uitgevoerd Personeel Totaal Baten Lasten Subsidies uitvoering Overige lasten / lasten voorgaande jaren Projecten, onderzoek en studie Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Doorbelaste overhead Totaal Lasten Verrekening vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Onttrekking / toevoeging (-) Saldo Baten en Lasten Resultaatbestemming Baten Onttrekking Reserve Koersverschillen Lasten Toevoeging reserves Resultaatbestemming Resultaat

50 Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) In de volgende tabel is aangegeven wat in de afgelopen vier jaar is gespaard aan BDU-middelen. BDU-beschikking en inzet BDU Het programma Infrastructuur wordt vrijwel geheel gefinancierd met de Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer. De specificatie van het gespaarde bedrag over de verschillende begrotingsprogramma s is te vinden in paragraaf B Vooruit ontvangen rijksmiddelen. Tabel : Ontwikkeling BDU middelen Infrastructuur In Euro s Begroting 2016 Jaarrekening Beginstand vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Beschikte BDU-jaarbijdrage Vooruitontvangen middelen Amstelveenlijn Transfers Tussen BDU programma's Correctie doorgevoerd in de beginbalans Toegerekende rente Totaal beschikbare BDU Af: inzet BDU Eindstand vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Infrastructuur Er is in ,9 miljoen euro aan BDU-middelen toegedeeld aan het programma Infrastructuur en 113,7 miljoen euro ingezet ten behoeve van het programma. Dat betekent voor de eerste keer sinds de in 2005 ingetreden BDU wet een afname van de gespaarde gelden. Rekening houdend met de in de beginbalans doorgevoerde correctie van 141,9 miljoen euro, zijn de gespaarde gelden in 2016 van 355 miljoen euro (213,3 mln. euro + 141,9 mln. euro) naar 339,5 miljoen euro gezakt. De in de beginbalans doorgevoerde correctie betreft miljoen euro het corrigeren van de balansmutatie van het per 31 december 2015 negatieve saldo BDU-Openbaar Vervoer.

51 Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (lasten) In de volgende tabel zijn de besteden van de BDU-middelen gespecificeerd per inhoudelijke deelprogramma s. Tabel : Specificatie post Subsidies uitvoering Infrastructuur In Euro s Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Infrastructuur 50 BDU Investeringsagenda OV BDU Investeringsagenda Weg BDU Investeringsagenda Fiets BDU Investeringsagenda Verkeersveiligheid Totaal Subsidies Uitvoering Begrotingspost Subsidies uitvoering Er is in 2016 in totaal 109,1 miljoen euro uitgegeven aan subsidies voor het realiseren en studeren van infrastructuurprojecten. Hiermee is bijna 100% van de begroting voor 2016 gerealiseerd. Begrotingspost Projecten, onderzoek en studie Van de 1,1 miljoen euro hiervoor begroot, is in 2016 in totaal 0,6 miljoen euro uitgegeven aan algemene studiekosten voor dossiers als spoor (o.a. MRA-coördinatie), kennis en expertise (zoals MKBA en moderne marktbenadering), Wayfinding en Sneller naar een beter resultaat. Gezien deze onderbesteding is voor ,75 miljoen euro gereserveerd voor algemene onderzoeks- en studiekosten op het gebied van infrastructuur.

52 03 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Portefeuillehouder: Ruimte en Wonen; Verkeer Budgethouder: J.C. de Neef De Stadsregio heeft de ambitie een goed samenspel te creëren tussen ruimtelijke ontwikkelingen en verkeeren vervoermaatregelen. Daarbij staan bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid van de omgeving centraal. Deze samenhangende benadering wordt steeds meer in de projecten en in de werkwijze van de Stadsregio Amsterdam opgenomen, conform de werkwijze van het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). 3.3 Monitoring en onderzoek mobiliteit: Evaluaties op diverse beleidsonderdelen zodat beleid actueel en dynamisch blijft en bijsturing kan plaatsvinden. Met regionaal verkeersonderzoek worden gerichte investeringen in de netwerken onderbouwd. 3.4 Leefbaarheid en Duurzaamheid: Het bereiken van minder CO 2 -uitstoot, lager energieverbruik en een betere luchtkwaliteit. Ook het reduceren van knelpunten met geluid en externe veiligheid. Het accent ligt op dichtbevolkte woongebieden en op maatregelen met een hoge kosteneffectiviteit. Wat willen we bereiken in ? De Stadsregio Amsterdam verbindt gemeenten. Zij werkt aan een (Metropool)regio waar mensen prettig, wonen, werken en vlot hun bestemming bereiken. Voor het onderwerp Bereikbaarheid is het Regionaal Verkeer en Vervoersplan (RVVP) het beleidskader. Het uitvoeringsprogramma van het RVVP bestaat uit negen speerpunten, die uitgevoerd worden binnen de programma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur en Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid. De speerpunten die voor het programma Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid van belang zijn, vindt u hieronder. 3.1 Netwerk Fiets: Openbaar vervoer en fiets moeten in de spits samen marktaandelen halen van 70% in hoog stedelijke gebieden, 50% in grote kernen en 30% in kleine kernen 3.5 Verkeersveiligheid: Reductie van het aantal verkeersslachtoffers met het nationale streefbeeld voor het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden als uitgangspunt. 3.6 Gebiedsgericht Samenwerken: Meer samenhang tussen ruimtelijke thema s en mobiliteit en tussen lokale, regionale en rijksprogramma s door gebiedsgerichte samenwerking en regionale beleidsontwikkeling. Binnen dit thema wordt ook het Regionaal verkeersonderzoek en evaluaties op diverse beleidsonderdelen meegenomen zodat beleid actueel en dynamisch blijft en bijsturing kan plaatsvinden. 3.7 Mobiliteitsmanagement en prijsbeleid: Capaciteitsuitbreidingen alleen zijn niet voldoende om de groei van vooral de spits-mobiliteit op te vangen. Naar plaats en tijd gedifferentieerde tarieven vormen prikkels om de mobiliteit efficiënter te spreiden. 51 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid 3.2 Goederenvervoer: Het gaat hierbij om een vlotte doorstroming en afwikkeling van het goederenvervoer per weg, het stimuleren van het vervoer over water en spoor en het bereikbaar houden van stedelijke centra, binnensteden en bedrijven ten behoeve van bevoorrading.

53 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid 52 Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? Onderstaand een aantal belangrijke taken en projecten die in 2016 zijn uitgevoerd. Strategische Visie Mobiliteit In december 2016 heeft de regioraad de Strategische Visie Mobiliteit vastgesteld. Deze is samen met de convenantpartners versterking verkeer en vervoer opgesteld en vormt de basis voor het beleidskader mobiliteit voor de Vervoerregio Amsterdam dat in 2017 wordt opgesteld. 3.1 Netwerk Fiets Netwerk Fiets In 2016 is flink geïnvesteerd in fietsmaatregelen vanuit de Investeringsagenda Fiets (zie blz. 47) De ten doel gestelde aantallen nieuwe verbeteringen (minstens 25 schakels in het netwerk) zijn ruimschoots gehaald. We zijn gestart met het opstellen van een programma Metropolitane Fietsroutes waarover in 2017 besluitvorming wordt verwacht. Met dit programma wordt ook meer de aansluiting tussen routes voor woon-werk en routes voor recreatief verkeer gezocht. Met de gemeente Amsterdam is de proef met het Fietslab Cyclespace gestart. Deze organisatie heeft de opdracht om Amsterdam en de regio wereldwijd te promoten op fietsgebied, delegaties te ontvangen en kennis en innovatie te verzamelen en te delen. Fiets Telweek en regionale fietstellingen In 2015 en 2016 heeft de Stadsregio door haar samenwerking en financiële bijdrage aan de Fiets Telweek veel inzicht gekregen over het gebruik van het regionale fietsnetwerk. Deze informatie is verzameld via fietsers die de Fiets Telweek app op hun smartphone hadden geïnstalleerd om hun ritgegevens beschikbaar te stellen. De Stadsregio en de gemeenten willen ook graag weten hoe de gemeten ritten uit de app zich verhouden tot fietstellingen op locatie. Zo ontstaat meer inzicht hoe representatief de Fiets Telweek deelnemers zijn voor de totale hoeveelheid fietsers in een gebied. Daarom heeft de Stadsregio in overleg met de gemeenten precies tijdens de Fiets Telweek op ruim 80 locaties extra tellingen met telslangen laten uitvoeren. De vergelijking van deze tellingen met de ritgegevens uit de Fiets Telweek vindt nog plaats in Goederenvervoer In 2016 zijn samen met wegbeheerders diverse knelpunten in het regionale wegennetwerk aangepakt, die ook voor vrachtverkeer reistijdwinst opleveren. Verder zijn stappen gezet met projecten in het kader van het programma Beter Benutten vervolg. Deze projecten worden in 2017 uitgevoerd en moeten bijdragen aan efficiëntie in het goederenvervoer (minder vrachtritten en voertuigkilometers) en het gebruik van alternatieve vervoerswijzen. Fiets parkeren Met de gemeente Amsterdam, ProRail, NS is in 2016 een Samenwerkingsovereenkomst getekend met daarin afspraken over het beter benutten van de stallingsplekken en de kosten van exploitatie, handhaving, beheer en onderhoud. Tevens is met onder andere de NS, ProRail, VNG, IPO een bestuursovereenkomst getekend voor het beschikbaar stellen van 40 miljoen euro, aanvullend op het landelijke Actieplan Fietsparkeren.

54 3.3 Monitoring en onderzoek mobiliteit VENOM In 2016 is VENOM geactualiseerd en voorzien van nieuwe basisprognoses voor 2030 en 2040 conform de nieuwe WLO2-scenario s van de planbureaus. VENOM is in 2016 voor 50 kleine tot grote studies en projecten toegepast, zoals bijvoorbeeld de MIRT Verkenning Multimodale Knoop Schiphol, de bouw van het lokale verkeersmodel Lelystad en de Verbinding A8/A9. Op vrijdag 9 december 2016 is de derde samenwerkingsovereenkomst VENOM ondertekend door vijftien partners. Naast de veertien bestaande partners is ook ProRail toegetreden tot de samenwerking. Daarbij is er overeenstemming bereikt over de ontwikkelkoers voor de komende vier jaar waarbij op verzoek van de partners een aantal verbeteringen en uitbreidingen in het model worden opgenomen. Monitor Gebiedsagenda De MRA-partijen hebben samen met de Utrechtse regio en met het Rijk hun gezamenlijke ruimtelijk-economische opgaven en doelstellingen geformuleerd in de Gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht, Flevoland. Veel acties in de programma s van de Stadsregio dragen bij aan het realiseren van deze opgaven en doelstellingen. In de Monitor Gebiedsagenda geven de MRA, de Utrechtse regio en het Rijk periodiek een beeld van ontwikkelingen en trends die we in de praktijk zien rond de opgaven en doelstellingen, zodat er eventueel bijgestuurd kan worden. Na de uitgebreide Monitor Gebiedsagenda van 2015, hebben de deelnemende partijen in 2016 ervoor gekozen om een beknoptere versie op hoofdlijnen te schrijven. Deze is gebruikt bij de voorbereiding van het BO MIRT van oktober MIRT-onderzoek Stedelijke Bereikbaarheid In het BO MIRT van 2015 hebben Rijk en regio afgesproken samen een methode te ontwikkelen om de kwaliteit (reistijd, betrouwbaarheid en beleving) van de gehele deur-tot-deur reis te beoordelen en deze methode toe te passen op stedelijke reizen in de MRA. Aanleiding was de hypothese dat de first en last mile de meest kwetsbare delen van de deur-tot-deur reis zijn, maar dat dat om uiteenlopende redenen lastig te onderbouwen bleek. In 2016 is de Deur-tot-deurmethode ontwikkeld en toegepast op corridors in de MRA. Tijdens het werkbezoek van de minister en staatssecretaris op 30 maart 2017 is de methode en resultaten uit het MIRT-onderzoek gepresenteerd. 3.4 Leefbaarheid en duurzaamheid De Stadsregio heeft ervoor gekozen om duurzaamheid niet als een zelfstandig beleidsonderwerp te beschouwen, maar via de verschillende thema s (Verkeer en Vervoer, Wonen, Economische Zaken) een plek te geven in het beleid. Zo draagt de Stadsregio Amsterdam via haar beleid en subsidiëring van fiets en OV bij aan duurzame mobiliteit in de regio. Dit beleid is gericht op een gunstige modal split (bijvoorbeeld vergroting van het aantal fietsparkeer-plekken bij OV-haltes) en vermindering van schadelijke uitstoot (bijvoorbeeld verschoning van OV-concessies). De Stadsregio trekt zelf acties op deze gebieden, en levert (financiële) bijdragen aan gezamenlijke regionale acties die door andere partijen worden getrokken (zoals MRA-Elektrisch voor de uitrol van elektrisch vervoer). NB: meer informatie over acties van de Stadsregio op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid vindt u in het aparte tekstgedeelte Duurzaamheid in de programma s van de Stadsregio, en bij de indicatoren per programma in paragraaf 00 Wat hebben we bereikt? 53 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid

55 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Verkeersveiligheid In 2016 is de Investeringsagenda Verkeersveiligheid vastgesteld door de regioraad. Deze Investeringsagenda beschrijft de opgaven en maatregelen om het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden te doen afnemen. Daarbij wordt meer accent gelegd op de kwetsbare doelgroepen fietsers en ouderen en op 50 km/uur wegen. In 2016 is ook een start gemaakt met de uitvoering van de Investeringsagenda Verkeersveiligheid. Er zijn maatregelen genomen om de infrastructuur veiliger in te richten en om verkeersveilig gedrag te stimuleren door educatie, campagnes en handhaving: Infrastructurele maatregelen: waaronder het duurzaam veilig inrichten van 30, 50- en 60 km/uur gebieden, de aanpak van black spots, veilige inrichting van schoolomgevingen en het verbeteren van de fietsveiligheid op het regionaal fietsnetwerk; Educatie: er is verkeersonderwijs aangeboden op kinderdagverblijven, voorscholen, basisscholen en voorgezet onderwijs (gericht op kinderen van 0-18 jaar en hun ouders). Daarnaast zijn educatie-projecten uitgevoerd gericht op beginnende bestuurders (18-24 jaar) en ouderen (65+). Campagnes: gemeenten hebben verkeersveiligheidscampagnes uitgevoerd o.a. op het gebied van alcohol (BOB), snelheid, fietsverlichting en afleiding in het verkeer. Dit is in samenwerking gedaan met onder andere de politie en de campagneteams van Veilig Verkeer Nederland en Team Alert (een organisatie van en voor jongeren). Sinds oktober 2016 is er op verzoek van de gemeenten een regionaal projectleider campagnes van start gegaan, die de gemeenten faciliteert en ondersteunt bij de uitvoering van campagnes. Handhaving: hierover is afgestemd met politie en wegbeheerders, waarbij er een nadrukkelijke relatie met de campagnes is gelegd. 3.6 Gebiedsgericht samenwerken Meer samenhang tussen ruimtelijke thema s en mobiliteit en tussen lokale, regionale en rijksprogramma s door gebiedsgerichte samenwerking en regionale beleidsontwikkeling. Een voorbeeld is Beter Benutten waar, onder de paraplu van de werkgeversaanpak in verschillende werkgebieden als Zuidas, Riekerpolder, Westpoort en Arena, een specifiek pakket aan maatregelen is opgesteld gericht op de werkgevers en werknemers. Binnen dit thema wordt ook het regionaal verkeersonderzoek en evaluaties op diverse beleidsonderdelen meegenomen zodat beleid actueel en dynamisch blijft en bijsturing kan plaatsvinden. De Stadsregio heeft in 2016 ook het secretariaat van het MRA-platform Bereikbaarheid verzorgd. Daarnaast heeft de Stadsregio meegedacht over de vormgeving van de versterkte MRA-samenwerking. De regioraad heeft ingestemd met het ondertekenen van het Convenant Versterking samenwerking Metropoolregio Amsterdam. De Stadsregio trekt een aantal acties uit het MRA-Ruimtelijke-Economische programma. De Stadsregio coördineert (de voorbereidingen van) het jaarlijkse overleg tussen MRA en het Rijk. In dit Bestuurlijke overleg MIRT van oktober 2016 hebben Rijk en regio onder meer afgesproken te komen tot een breed adaptief programma in de Metropoolregio Amsterdam (Programma Bereikbaarheid van, naar en in de MRA) om de bereikbaarheidsopgaven aan te pakken in samenhang met o.a. de verstedelijkingsopgave. De Stadsregio levert de programmamanager. Ook in 2016 heeft de Stadsregio advies en begeleiding geleverd aan diverse visies en uitvoeringsplannen van rijk en regiopartners. Onder meer aan Zuid-as, Schiphol Plaza, Meer bereiken projecten aan de west- en oostkant van de Metropool (A9 en A1), A7-A8, Corridorstudie Hoorn- Amsterdam, OV-toekomstbeeld 2014 e.d.). Via rondes langs de gemeenten blijft de Stadsregio op de hoogte van de ontwikkelingen bij de gemeenten. Tenslotte heeft de Stadsregio een interne verkenning verricht om haar mogelijkheden richting Europese fondsen in beeld te krijgen. 3.7 Mobiliteitsmanagement en prijsbeleid In 2016 is het vervolg op het landelijke programma Beter Benutten verder uitgevoerd. Dit driejarig subsidieprogramma heeft als doel de grootste knelpunten in de reistijd van deur tot deur te verminderen door middel van betere benutting van de bestaande infrastructuur en maatregelen gericht op

56 verandering van mobiliteitsgedrag. Het programma bevat projecten van gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat. Dit vervolgprogramma bevat ook veel projecten vanuit het bedrijfsleven, waarbij op en rond diverse bedrijventerreinen in de regio verschillende mobiliteitsmaatregelen worden genomen door werkgevers. De Stadsregio heeft zelf ook bijgedragen door onder meer te werken aan de uitvoering van het project Impuls OV-Knoop Schiphol-Noord en het project Oplossen Fietsbarrières in Amsterdam. Het programma moet eind 2017 zijn afgerond. Wat heeft het gekost in 2016? Tabel : Overzicht baten en lasten Programma 3: Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid In Euro's Baten en Lasten Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten BDU-jaarbijdrage Rijksbijdrage Luchtkwaliteit Projecten, onderzoek en studie Overige baten / baten voorgaande jaren Werk voor derden uitgevoerd Rente Totaal Baten Lasten Subsidies uitvoering Overige lasten / lasten voorgaande jaren Projecten, onderzoek en studie Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Doorbelaste overhead Totaal Lasten Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Verrekening vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Onttrekking / toevoeging (-) Saldo Baten en Lasten Resultaatbestemming Baten Onttrekking Reserve Koersverschillen Lasten Toevoeging reserves Resultaatbestemming Resultaat

57 Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) verdeling van de BDU over alle met de BDU gefinancierde begrotingsprogramma s opgenomen. Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid 56 BDU-beschikking en inzet BDU Het programma Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid wordt vrijwel geheel gefinancierd met de Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer. In paragraaf Programma overschrijdende dekkingsmiddelen is de Tabel : Ontwikkeling BDU middelen Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid In de volgende tabel is aangegeven wat in de afgelopen vier jaar is gespaard aan BDU-middelen. De specificatie van het gespaarde bedrag over de verschillende projecten is te vinden in paragraaf b vooruit ontvangen rijksmiddelen. In Euro s Begroting 2016 Jaarrekening Beginstand vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Beschikte BDU-jaarbijdrage Transfers Tussen BDU programma's Toegerekende rente Totaal beschikbare BDU Af: inzet BDU Eindstand vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) In 2016 is de eindstand van de vooruit ontvangen rijksmiddelen BDU Verkeer en Vervoer circa euro gegroeid ten opzichte van eind 2015 naar 10,7 miljoen euro. De vooruit ontvangen post kan onder andere worden ingezet voor uitgaven in komende jaren. Ook kan het gebruikt worden voor het opvangen van bezuinigingen, waarvoor niet tijdig andere maatregelen te nemen zijn. De jaarrekening 2016 laat aan de batenkant zien dat deze conform (gewijzigde) begroting is verlopen. Er is een klein extra beroep gedaan op de BDU-bijdrage van euro. De post Werk voor derden is iets hoger ( euro) vanwege verricht werk voor de provincie Noord-Holland in het kader van VENOM. Een niet begrote bijdrage van de gemeente Amsterdam voor het OVINonderzoek van de Stadsregio verklaart een meevaller van euro bij de post Projecten onderzoek en studie. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (lasten) Uit de tabel blijkt dat er in 2016 in totaal 1,6 miljoen euro minder is betaald dan was begroot. Deze overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende overen onderbestedingen:

58 Tabel : Specificatie post Subsidies uitvoering Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid In Euro s Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Nationale Databank verkeersgegevens Luchtkwaliteit Verkeerseducatie, -campagnes en -handhaving VENOM (overige lasten) Subsidies overig Subtotaal Subsidies uitvoering Nationale Databank Wegverkeersgegevens Naast onze reguliere bijdrage aan de NDW-organisatie voor het verwerven, opslaan, beheren en distribueren van wegverkeer relevante gegevens is hier ook de datainwinning zelf opgenomen. Onze bijdrage is in euro minder geweest dan begroot. 2. Luchtkwaliteit Het programma is in 2015 afgerond. 3. Budget Verkeerseducatie, -campagnes en -handhaving, onderbesteding van euro Er hebben dit jaar minder betalingen plaatsgevonden dan verwacht. Dit heeft onder meer te maken dat bij vaststelling van projectsubsidies uit voorgaande jaren beperkte vrijval is ontstaan wat weer ingezet is voor andere projecten. Anderzijds zijn een aantal kleinere uitvoeringsmaatregelen m.b.t. Campagnes geboekt bij de post Projecten onderzoek en studie en niet onder Subsidies uitvoering verantwoord waardoor deze post lager uitvalt. Een aantal verkeerseducatie- en campagneprojecten waren ten onrechte volledig geprognotiseerd in 2016, terwijl een deel van de betalingen nog volgt in met een voorschot aan het CBS ten behoeve van de verdichting van het OViN in Het resterende budget wordt ingezet voor het werkprogramma Subsidies Overig Dit betreft subsidies aan het project MRA-elektrisch (t.b.v. aanbesteding laadpalen) en subsidies in het kader van Beter Benutten Vervolg. Er is euro minder betaald dan was begroot. 6. Projecten onderzoek en studie ( euro minder uitgegeven dan begroot) In algemene zin is er minder een beroep gedaan op deze onderzoek en studiegelden. Dit komt mede doordat er bij het opstellen van het Strategisch Kader Verkeer en Vervoer (onderdeel van het Convenant V&V) minder beroep is gedaan op inhuur van adviesdiensten. IKV de projecten genoemd bij Bovenregionale samenwerking is minder een beroep gedaan op de Stadsregio. Tenslotte hebben de activiteiten Fiets minder studiegeld gevraagd dan oorspronkelijk gedacht. Het restant is toegevoegd aan vooruit ontvangen middelen en kan in latere jaren ingezet worden. 57 Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid 4. VENOM Het jaarverslag wordt door de Stuurgroep VENOM vastgesteld. Er is meer uitgegeven dan begroot in verband Bestemmingsreserves De gegevens over de bestemmingsreserves zijn opgenomen in paragraaf a Toelichting op de Balans: Passiva

59 04 Economie Economie 58 Portefeuillehouder: Ruimte en Wonen Budgethouder: J.C. de Neef Wat proberen we te bereiken? De Stadsregio levert op het gebied van Economie bijdragen aan: 1. Een internationaal concurrerend duurzaam leefen vestigingsklimaat 2. Het optimaal benutten -met name door het organiseren van kansrijke dwarsverbanden- van de brede diversiteit van de regionale economie. 3. Aantrekkelijke werkmilieus van diverse kwaliteiten, door onder meer regionale afstemming en gezamenlijke aanpak van de herstructurering bedrijventerreinen en leegstand kantoren, alsook detailhandelsvoorzieningen. 4. Het optimaal functioneren van de logistieke knooppunten Schiphol, Haven en Greenport, door het bijdragen in de bereikbaarheid/ontsluiting en innovaties in de logistieke ketens. 5. Het stimuleren en regionaal spreiden van het internationaal toeristisch en zakelijk bezoek, inclusief het verbeteren van het toeristisch aanbod (meer hotelkamers, betere gezamenlijke marketing, betere bereikbaarheid, etc.) 6. De samenwerking tussen de gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen in algemene zin en binnen concrete projecten (onder meer onderwijs & arbeidsmarkt, innovatie). Daarbij richt het zich op vier thema s. Thema 1: Kennis en Innovatiestimulering Het samen met de triple helix-partners in de Board (c.q. onderwijs, bedrijfsleven, overheden) versterken van de belangrijkste clusters en de daaruit geformuleerde uitdagingen (c.q. Board challenges ) voor de regionale economie. De Stadsregio zet hierbij sterk in op het vergroten van de regionale activiteiten van de Board en het samen met de gemeenten zorgen voor een intensievere link tussen het regionale MKB en de Board. Naast het stimuleren van innovatie in algemene zin, is ook de bevordering van een duurzame economie (m.n. circulaire economie en energietransitie) een centraal thema. Hiertoe behoren ook cofinancieringsprojecten zoals de in eind 2015 gestarte Prijsvraag Digitale Economie. Thema 2: Ruimtelijk - Economisch Beleid Het realiseren van een marktconforme balans tussen vraag en aanbod van locaties voor bedrijven, kantoren, en winkels binnen de afgesproken regionale ruimtelijke kaders. Met de bundeling van de diverse adviescommissies en de herijking van het regionale detailhandelsbeleid uit 2011 ontstaat de basis voor krachtiger en meer samenhangend regionaal beleid. Thema 3: (Zakelijk) Toerisme & Recreatie Streven naar: Toename van het aantal internationale bezoekers aan de MRA Toename van het aantal bezoekers dat naast een bezoek aan de stad Amsterdam ook een bezoek aan de regio brengt Stijging van het aantal zakelijke bezoekers van beurzen en congressen in de MRA Stijging van het aantal recreatieve of toeristische activiteiten die inwoners van de MRA binnen de MRA ondernemen

60 Thema 4: Onderwijs & Arbeidsmarkt Het stimuleren van afstemming tussen het regionale arbeidsaanbod en de vraag vanuit het bedrijfsleven naar adequaat opgeleid personeel. Met name voor de technische sector ligt hier een grote uitdaging. De Stadsregio legt zich toe op het faciliteren van kennisdeling en samenwerking tussen de regionale overheden (met name het sociale domein), kennisinstellingen en private partijen. Onder andere voor de organisatie van netwerkbijeenkomsten (o.a. het Werkevent) wordt ambtelijke capaciteit en budget beschikbaar gesteld. Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? 2016 heeft in grote mate in het teken gestaan van een zo goed mogelijke overgang van het economisch beleid van de Stadsregio naar de nieuwgevormde samenwerking op MRA-schaal. Concreet betekende dit de afronding - voor zover mogelijk - van lopende activiteiten (ook in financiële zin) en de overdracht van doorlopende dossiers naar de MRA, dan wel de gemeente Amsterdam. Juist omdat de EZ-samenwerking in MRA-verband al enkele jaren goed loopt, is deze transitie goed verlopen. Thema 1: Kennis en Innovatie stimulering De volgende activiteiten/maatregelen zijn uitgevoerd: Financiële ondersteuning aan organisatiekosten Board. Financiële en operationele ondersteuning geven aan de uitvoering van de Board Challenges, met name via prijsvragen. Het (financieel) ondersteunen van innovatieve startende bedrijven bij het verkrijgen van toegang tot de kapitaalsmarkt. Het financieel ondersteunen van projecten gericht op het versterken van de samenwerking tussen onderwijsen kennisinstellingen en het regionaal bedrijfsleven. Deze activiteiten zijn in 2016 In het kader van de MRA-samenwerking/PRES uitgevoerd. Het voornemen van de Stadsregio om samen met overige regionale partners en ministerie EZ een Regionaal Innovatiefonds op te zetten, is niet gelukt. Belangrijkste reden hiervoor was, dat de condities van ministerie EZ om bij te dragen aan zo n fonds, niet aansloten bij de wijze waarop de MRA-partijen zo n fonds wilde inrichten. Thema 2: Ruimtelijk - Economisch Beleid De onderstaande activiteiten/maatregelen zijn uitgevoerd: Uitvoering geven aan de Plabeka 2.0 afspraken, onder meer via de regionale kantorenloods en het Project Bureau Herstructurering Bedrijventerreinen. In 2016 is gestart met een nieuwe Uitvoeringsstrategie Plabeka. Deze zal medio 2017 in MRA-verband vastgesteld worden. De Stadsregio heeft actief bijgedragen aan deze nieuwe uitvoeringsstrategie, met nadrukkelijke afstemming met de stadsregio-gemeenten. De Stadsregio Amsterdam is cofinancier en penvoerder van het beeldkwaliteit fonds, gericht op fysieke herstructureringsmaatregelen op verouderde bedrijventerreinen. Dit beeldkwaliteitsfonds is per 31 december 2016 gestopt. In lang niet alle stadsregiogemeenten hebben bedrijven even actief gebruik gemaakt van dit fonds, dat met provinciale bijdragen was opgezet. Begin 2017 zal de financiële afwikkeling gebeuren - en kan ook inzicht gegeven worden in de mate waarin dit project de beoogde doelen heeft bereikt. De verwachting is dat een aanzienlijk deel van de provinciale bijdragen aan de provincie terugbetaald kan worden. Maart 2016 heeft de regioraad het nieuwe Regionale Detailhandelsbeleid van de Stadsregio vastgesteld. Voor het regionale detailhandelsbeleid is een aparte handleiding ter beschikking gesteld aan de gemeenten voor de toepassing van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking bij gemeentelijke detailhandelsplannen. De Stadsregio en de provincie Noord-Holland hebben in 2014 hun adviescommissies winkelplanning samengevoegd tot één Adviescommissie Detailhandel Noord-Holland- Zuid om gemeenten zo eenduidig en adequaat mogelijk te kunnen adviseren over hun detailhandelsplannen. De deelname aan deze commissie van de Stadsregio is echter per 1 januari 2017 (invoering Vervoerregio) komen te vervallen als gevolg van het vervallen van de taken op het gebied van economie. In maart 2016 heeft de regioraad het nieuwe regionale detailhandelsbeleid van de Stadsregio vastgesteld. Dit beleid blijft ook na leidraad voor de gemeenten bij hun detailhandelsbeleid en hun onderlinge afstemming. In 2016 is gestart met het grote Koopstromenonderzoek in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. De Stadsregio heeft hier finan- 59 Economie

61 Economie 60 cieel en inhoudelijk aan bijgedragen. De resultaten van dit onderzoek zijn op 8 februari 2017 gepresenteerd en geven voor iedere gemeente gedetailleerde en actuele informatie over de stand van zaken met betrekking tot de detailhandel. Zie Het regionale detailhandelsbeleid zal vanaf in MRA-verband voortgang vinden. Het bijdragen aan de verdere uitvoering van de circulaire Westas : realiseren van werklocaties waar bedrijven zich vestigen die werken volgens de principes van circulaire economie. Hierin worden producten en materialen hergebruikt, behouden grondstoffen hun waarde en worden (zo veel mogelijk) energieneutraal geproduceerd. Eerste concrete voorbeeld is de circulair expo in Hoofddorp: een broedplaats voor innovatieve en circulaire bedrijven. Thema 3: (Zakelijk) Toerisme & Recreatie De onderstaande activiteiten/maatregelen zijn uitgevoerd: De Stadsregio is verantwoordelijk voor de coördinatie, het secretariaat en het voorzitten van de Werkgroep Toerisme, gericht op het versterken van de regionale samenwerking op MRA schaal in het toeristisch domein. De Stadsregio is verantwoordelijk voor programmamanagement en secretariaat van de Strategische Agenda Toerisme in de MRA 2025, het bijbehorende Actieprogramma Toerisme in de MRA 2025, en het coördineren van de uitvoering hiervan. De Stadsregio Amsterdam is ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de acties van een aantal inhoudelijke thema s uit het Actieprogramma Toerisme in de MRA. Concreet gezien gaat het hierbij om acties van doelstellingen uit de thema s bereikbaarheid & connectiviteit, human capital, technologie, innovatie & crossovers, marketing & promotie en samenwerking kennisdeling & onderzoek. Projectmanagement en secretariaat van het project Amsterdam Bezoeken, Holland Zien (ABHZ) gericht op toename en betere spreiding van het toerisme in de MRA. Het met de overige regionale partners uitvoering geven aan de Regionale Hotelstrategie, gericht op een betere regionale spreiding van nieuwe hotelinitiatieven, inclusief een regionale hotelloods. Thema 4: Onderwijs & Arbeidsmarkt De onderstaande activiteiten/maatregelen zijn uitgevoerd: Mede uitvoering geven aan de regionale agenda Leven Lang Leren. Mede uitvoering geven aan de Human Capital Agenda. Mede uitvoering geven aan het Techniekpact Noordvleugel. Ondersteunen van interactie tussen de onderwijssector en bedrijfsleven. Mede invulling en uitvoering geven aan het Regionaal Deltaplan Internationaal Onderwijs, gericht op het realiseren van voldoende aanbod internationaal onderwijs in de regio. (onder meer Amstelveen, Haarlemmermeer, Amsterdam). Ook deze activiteiten zijn in MRA-verband opgepakt en uitgevoerd. De agenda Leven Lang Leren is verder geconcretiseerd. In 2017 zal het House of Skills operationeel worden, waarin opleidingsinstellingen binnen de gehele MRA - samen met het regionaal bedrijfsleven - een breed pakket aan opleidingen zullen gaan aanbieden (bv van werk naar werk opleidingen, bijscholingen etc.). Het Deltaplan Internationaal Onderwijs is in 2016 in MRA vastgesteld en zijn er afspraken gemaakt over de financiering van verschillende initiatieven (o.m. in Amstelveen, Haarlemmermeer en Zaanstreek Waterland).

62 Wat heeft het gekost in 2016? Tabel : Overzicht baten en lasten programma 4: Economie In Euro's Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten en Lasten Baten Penvoerderschap Overige baten / baten voorgaande jaren Werk voor derden uitgevoerd Totaal Baten Lasten Subsidies uitvoering Overige lasten / lasten voorgaande jaren Projecten, onderzoek en studie Penvoerderschap Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Doorbelaste overhead Totaal Lasten Economie Verrekening vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Onttrekking / toevoeging (-) Saldo Baten en Lasten Resultaatbestemming Baten Onttrekking Reserves Lasten Toevoeging reserves Resultaatbestemming Resultaat Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) Financiering programma In 2016 zijn de laatste betalingen verricht voor de projecten waar de Stadsregio penvoerder (beheerder) van is. De projecten zijn hiermee ook financieel afgerond.

63 Tabel : Verloop Baten & Lasten Penvoerdersprojecten 2016 In Euro s Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Eindstand 31/12/2016 Baten Cluster en Congressen Amsterdam Bezoeken, Holland Zien Pres Projectbureau Herstructurering Bedrijventerrein (PHB) Actieprogramma Toerisme Totaal Baten Economie 62 Lasten Cluster en Congressen Amsterdam Bezoeken, Holland Zien Pres PHB Actieprogramma Toerisme Totaal Lasten Subtotaal Penvoerderschap De Post Werk voor derden uitgevoerd was begroot op euro t.b.v. verwachte bijdragen in het kader van het Beeldkwaliteitsfonds. Het was de bedoeling dat de Stadsregio de bijdragen van de provincie Noord-Holland doorsluist naar de uitvoerder van dit project. Per eind 2016 is dit programma gestopt. De overige baten bevatten naast de conform regioraadsbesluit vrijvallende co-financieringsmiddelen van euro en daarnaast zijn er ook baten van euro ontstaan in verband met het vrijvallen van de middelen van penvoerdersprojecten. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (lasten) Toelichting Subsidies uitvoering en Cofinanciering In de post Subsidies uitvoering zijn onder andere de bijdragen van de Stadsregio aan projecten van andere partijen opgenomen. In 2016 betrof dit een bedrag van euro. Het onderstaande overzicht laat de realisatie in 2016 zien voor de Cofinancieringsprojecten. In 2016 zijn de laatste bedragen aan de projecten THNK, E Freight, Smart Gate Cargo en Amsterdam Bezoeken Holland Zien betaald. Daarnaast is uit deze post een deel ( euro) van de euro bijdrage aan het Regionaal Budget 2016 t.b.v. het MRA-uitvoeringsprogramma betaald. De overige euro is betaald uit de post Projecten onderzoek en studie. Met deze bijdragen ondersteunt de Stadsregio de uitvoering van het Kennis en Innovatiebeleid (zie verder paragraaf 4.2). Met deze betalingen zijn aan alle verplichtingen voldaan en zijn deze projecten financieel afgerond.

64 Tabel : Verloop Cofinancieringsprojecten in 2016 In Euro s Projectbudget Realisatie t/m 2015 Realisatie 2016 Nog te realiseren Fast Forward THNK E-FREIGHT SMART-Gate Cargo Bijdrage Stadsregio aan ABHZ Bijdrage Stadsregio aan Regionaal Budget Bijdrage Stadsregio aan Regionaal Budget Bijdrage Stadsregio aan Regionaal Budget Saldo Naast cofinanciering aan projecten bevat de post Subsidies uitvoering ook in de begroting het door te sluizen budget ( euro) t.b.v. het project Regionaal Beeldkwaliteit Fonds (Gevelfonds). De aanvankelijk te ontvangen bijdragen van de provincie Noord-Holland t.b.v. dit project zijn opgenomen aan de batenkant bij de post Werk voor derden uitgevoerd. Het project is in 2016 anders gelopen waardoor er geen ontvangsten en doorbetalingen hebben plaatsgevonden. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de Stadsregio zou gaan bijdragen aan een MKB Innovatiefonds. In de halfjaarrapportage is aangegeven dat dit Fonds vooralsnog niet doorgaat. Wel is met instemming van het dagelijks bestuur euro bijgedragen in het project Ready2. Dit verklaart dat er een ruime vrijval is van euro voor dit project. De begrote euro ter stimulering van Circulaire Economie is voor euro benut (o.a. t.b.v. Westas en Expocenter). Voor het overige budget zijn geen bestedingsvoorstellen die tijdig, voor 2018, gerealiseerd zijn. Er zijn kleine afwijkingen in de realisatie t.o.v. de begrote bedragen bij de posten Projecten onderzoek en studie, Personeel in vaste dienst en Personeel inhuur. Dit is mede veroorzaakt omdat in de tweede helft van 2016 er reeds geanticipeerd is op het beëindigen van de Stad regionale-ez-activiteiten per 1 januari Tenslotte: in 2014 stelde de regioraad een bedrag van euro beschikbaar voor de Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt. Deze impuls gaf een financieel steuntje in de rug aan gemeentelijke projecten op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt ( euro), verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en woningen ( euro) en op het gebied van economie en regionale woningmarkt ( euro). De impuls liep tot en met eind 2016 en droeg bij aan de uitvoering van in totaal 36 projecten door 14 gemeenten, binnen de genoemde beleidsterreinen. 63 Economie

65 05 Regionale Woningmarkt Portefeuillehouder: Budgethouder: Ruimte en Wonen J.C. de Neef De hieruit af te leiden doelen zijn onderverdeeld in 3 thema s: Regionale Woningmarkt 64 Wat proberen we te bereiken? De centrale ambitie van dit programma is het realiseren van een evenwichtige regionale woningmarkt (ongedeelde regio) met voldoende omvang en diversiteit van het woningaanbod naar prijs, type en kwaliteit om starters en doorstromers te bedienen. De Stadsregio levert hiertoe bijdragen aan: Een internationaal aantrekkelijk en divers leef- en vestigingsklimaat. De deel regionale inkleuring (omvang en kwaliteit) van de woningbouwopgave van de MRA /Noordvleugel1, met aandacht voor ieders unieke rol en positie op de regionale woningmarkt. Het onderscheiden van kansrijke woningmarktsegmenten en -milieus aansluitend op de woonvoorkeuren van woningzoekenden en het bevorderen van de onderlinge afstemming van bouwplannen. De samenwerking tussen gemeenten, ontwikkelaars, beleggers en woningcorporaties bij het op gang brengen van de woningbouw. De evenwichtige toewijzing van sociale huurwoningen in samenwerking met corporaties. Het zorgen voor een betere toegankelijkheid van de woningmarkt, met name voor de lagere- en middeninkomens. Het genereren van inzicht in de werking van de regionale woningmarkt. Thema 1: Toegankelijke woningmarkt Doelen: Het bewaken en bevorderen van de toegankelijkheid van de regionale woningmarkt voor de lage- en middeninkomens. Door beleid en de hoge marktdruk staan de omvang en de spreiding van de betaalbare huurwoningvoorraad onder druk. De middeldure voorraad is nog onvoldoende ontwikkeld, terwijl deze wezenlijk is voor (de doorstroming van) de middeninkomens. De betaalbaarheid van woonlasten kan ook beïnvloed worden door verlaging van energielasten. Met de Intentieverklaring Betaalbare Voorraad hebben gemeenten en corporaties zich gezamenlijk voor deze opgaven gesteld. Op basis van deze Intentieverklaring zullen partijen verder vormgeven aan afstemming van beleid en monitoring van de ontwikkelingen. Zorgen voor regelgeving en afspraken om te voorkomen dat kwetsbare doelgroepen in de schaarse delen van de woningmarkt verdrongen worden en voor het behoud en gebruik van de schaarse woningvoorraad. Ondersteunen van gemeenten bij de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Het betreft hun taakstelling huisvesting vergunninghouders en de huisvesting van mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang, slachtoffers mensenhandel, zwerfjongeren, arbeidsmigranten etc. Ondersteunen van de gemeenten bij hun woonopgaven als gevolg van de toenemende vergrijzing en de scheiding tussen wonen en zorg. Dit betreft met name het faciliteren van kennisuitwisseling en waar gewenst samenwerking op dit gebied tussen gemeenten en met partnerorganisaties.

66 Thema 2: Samenwerking woningbouwopgaven regionale woningmarkt Doelen: Woningbouwopgave Metropoolregio Amsterdam op lange termijn inzichtelijk maken. Het betreft een beter inzicht in de omvang en fasering van de woningbouwopgave en woningproductie in relatie tot de vraagontwikkeling en de diverse ruimtelijke claims op het gebied van wonen, werken, recreëren, bereikbaarheid en landschap, mede in relatie tot belemmeringen vanwege Schiphol. Bevorderen werking woningmarkt op de korte termijn. Het betreft het bevorderen van de samenwerking tussen gemeenten, ontwikkelaars, beleggers en woningcorporaties rond de regionale woningbouwopgaven, productie en programmering. De afstemming en overleg met provincie en Rijk over woonbeleid en het oplossen van knelpunten. De regionale afstemming en onderbouwing van nut en noodzaak van bouwprojecten conform de Ladder Duurzame Verstedelijking en conform provinciaal beleid. Thema 3: Inzicht in de werking van de woningmarkt Doelen: Actueel inzicht in het functioneren van de regionale woningmarkt en de positie van de diverse deelregio s en gemeenten daarbinnen. Dit draagt bij aan de onderbouwing van het woonbeleid op regionaal en lokaal niveau en legt actuele kansen en knelpunten bloot. Actueel inzicht in de ontwikkeling van de woningbehoefte op de middellange en langere termijn van de woningbouwcapaciteit (omvang en locatie) en van de concrete vraag. Op basis van de kennis kunnen plannen worden aangepast en knelpunten worden aangepakt. Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? 2016 heeft in grote mate in het teken gestaan van een zo goed mogelijke overgang van het wonen beleid van de Stadsregio naar de deelregio s en naar de nieuwgevormde samenwerking op MRA-schaal. Concreet betekende dit de afronding - voor zover mogelijk - van lopende activiteiten (ook in financiële zin) en de overdracht van doorlopende dossiers naar de MRA c.q. de deelregio s. Thema 1: Toegankelijke woningmarkt Om de doelstellingen te realiseren worden onder andere de onderstaande activiteiten/maatregelen uitgevoerd: A. Samenwerking binnen de stadsregio met woningcorporaties Regionale huisvestingsverordening Samen met de gemeente Haarlemmermeer (als trekker van het thema woonruimteverdeling) heeft de Stadsregio na gespreksrondes met gemeenten over de huidige afspraken, het raamwerk woonruimteverdeling opgesteld (vastgesteld in PHO 30 juni). Het raamwerk is bedoeld als gereedschapskist waar stadsregiogemeenten instrumenten uit kunnen gebruiken. Het is grotendeels een bevestiging van huidige afspraken over woonruimteverdeling en op een aantal onderwerpen aanpassen en finetunen, waaronder loten, uitwerking van de voorrang labels, de ruggensteunregeling en de regionale urgentieregeling. Bedoeling is explicieter ruimte te bieden voor lokaal maatwerk. In de tweede helft van 2016 is een juridische vertaling gemaakt van de punten uit het raamwerk, welke gemeenten concreet konden gebruiken bij het opstellen van de verordening. Tevens is het raamwerk op een aantal punten verder uitgewerkt waaronder de afspraken voor stadsvernieuwingsurgenten en afspraken met corporaties in het kader van het aanbodmodel. Per 1 april 2013 wordt 15% van het woningaanbod op WoningNet in de Stadsregio Amsterdam verloot. Afgesproken is het loten na een periode van twee jaar te evalueren en zo nodig de afspraken te herzien. In het eerste halfjaar van 2016 is gestart met de evaluatie, wat samen met onderzoeksbureau RIGO is vormgegeven. Onderdeel hiervan is een data-analyse, een online enquête onder woningzoekenden en gesprekken met beleidsadviseurs bij gemeenten en corporaties. De resultaten van het onderzoekzijn eind 2016 opgeleverd. Hierover is een artikel verschenen in tijdschrift NUL20. De resultaten worden begin 2017 meegenomen in de fundamentele discussie over woonruimteverdeling. 65 Regionale Woningmarkt

67 Regionale Woningmarkt 66 Uitwerking Intentieverklaring Betaalbare Voorraad Begin 2014 zijn de Stadsregio en het PWNR tot een Intentieverklaring Betaalbare Voorraad gekomen, onder meer de basis voor het jaarlijks monitoren van de ontwikkelingen rondom betaalbaarheid. Begin 2016 heeft de Stadsregio daartoe de monitor Betaalbare Voorraad opgesteld. En op 1 april 2016 heeft de Stadsregio in samenwerking met de corporaties een Bestuurlijke Conferentie betaalbare Voorraad georganiseerd om resultaten met elkaar te delen en afspraken te maken over het vervolg. Implementatie nieuwe Woningwet Met de nieuwe Woningwet worden ook eisen gesteld aan het werkgebied van woningcorporaties. Zij mogen in de toekomst nog slechts in één regionale woningmarkt volledig werkzaam zijn, het zogenaamde kerngebied. Gemeenten zijn gevraagd vóór 1 juli 2016 een voorstel te doen aan de minister voor de vorming van een woningmarktregio. De Stadsregio heeft begin 2016 diverse scenario s onderzocht en bestuurlijke en ambtelijke overleggen gevoerd en/of voorbereid. Zowel binnen de Stadsregio als met de corporaties en de overige deelregio s/ gemeenten binnen de MRA. Gemeenten in de Stadsregio hebben gekozen om in te zetten op een woningmarktregio op MRA-niveau. De Stadsregio heeft de (wettelijk verplichte) zienswijzeverzoeken gecoördineerd en verwerkt namens de 15 stadsregiogemeenten, Almere, Lelystad en de Gooi en Vechtstreek. Ook heeft de Stadsregio vóór 1 juli het definitieve verzoek voor een MRA-woningmarktregio aan de minister opgesteld en ingediend namens de hiervoor genoemde partijen. Ook heeft de Stadsregio nauw overleg gevoerd met partijen, waaronder Zuid-Kennemerland/IJmond, die aanvankelijk voor een andere woningmarktregio wilden kiezen. B. Aandacht voor speciale doelgroepen Faciliteren en ondersteunen van gemeenten bij de huisvesting van verblijfsgerechtigde asielzoekers Gemeenten krijgen tweemaal per jaar een rijkstaakstelling opgelegd voor het aantal verblijfsgerechtigde asielzoekers dat zij met voorrang moeten huisvesten. De Stadsregio faciliteert ook in 2016 een tweemaandelijkse ambtelijke werkgroep met betrokkenen van gemeenten waarbij kennis en ervaring worden uitgewisseld. Het OTAV (Ondersteuningsteam Asielzoekers en Vergunninghouders) is hier vanuit het Ministerie van BZK-actief bij betrokken. Daarnaast is aan enkele gemeenten extra ondersteuning verleend bij het informeren en de implementatie van alternatieve huisvestingsvormen. Hiervoor is het gesprek aangegaan met beleidsmedewerkers wonen en medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de koppeling en uitvoering van de taakstelling. Vervolgens is gekeken naar manieren om een versnelling in de taakstelling mogelijk te maken en wat hier concreet voor nodig is. Daarnaast is er een handreiking gemaakt over alternatieve huisvestingsvormen en is er maandelijks gerapporteerd over de cijfers en nieuwsupdates. Thema 2: Samenwerking woningbouwopgaven regionale woningmarkt Om de doelstellingen te realiseren worden onder andere de onderstaande activiteiten/maatregelen uitgevoerd: A. Samenwerking binnen de metropoolregio en met het rijk De Stadsregio is verantwoordelijk voor de coördinatie, het secretariaat en het voorzitterschap van de Stuurgroep en Werkgroep Verstedelijking in de Metropoolregio Amsterdam. Namens de MRA-Stuurgroep Verstedelijking heeft de Stadsregio samen met de Utrechtse regio in februari een jaarlijks gesprek georganiseerd met de minister Wonen (BZK) over het functioneren van de Woningmarkt in de Noordvleugel. Onder andere onderwerpen als flexibel huren en transformatie van leegstaande kantoren en bedrijven naar woonfuncties kwamen daar aan bod. Samen met MRA, BZK en de Utrechtse regio heeft de Stadsregio in 2016 de jaarlijkse monitor woningproductie opgesteld. De Stadsregio vertegenwoordigt het belang van de regio bij het Rijk op het gebied van woningbouw/ verstedelijking en op het gebied van bereikbaarheid en infrastructuur. Dit gebeurt in het kader van de afspraken met betrekking tot de ontwikkeling van Schiphol (SMASH) en in relatie tot de Schaalsprong van Almere (RRAAM).Inbreng namens de Stadsregio in het zoge-

68 naamde Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) overleg met het Rijk op het onderdeel verstedelijking. Namens de bestuurders wonen van de verschillende deelregio s in de Metropoolregio opstellen van het jaarprogramma Wonen MRA. B. Samenwerking binnen de stadsregio (plus Almere) met bouwpartijen en investeerders, provincie Noord-Holland De Stadsregio heeft begin 2016 de Samenwerkingsagenda Regionale Woningmarkt opgesteld, met als centrale thema s woningbouwproductie, betaalbare voorraad en woonruimteverdeling. In de samenwerkingsagenda zijn rond de 3 thema s, 10 opgaven en een groot aantal acties geformuleerd, als basis voor de regionale samenwerking op wonen en daarmee ook als basis voor het RAP (zie hierna). Door stopzetting van de formele samenwerking van de Stadsregio op wonen per , ligt de uitvoering van de samenwerkingsagenda op gemeentelijk en deelregionaal niveau en binnen de te versterken MRA-samenwerking. Participeren in activiteiten en overleg in het kader van de Vastgoedmarketing MRA, t.b.v. het aantrekken van investeerders (in woningbouw) naar de Stadsregiogemeenten. Coördinatie en voorbereiding van regionaal ambtelijk overleg met grotere bouwgemeenten in de MRA, t.b.v. gezamenlijke activiteiten rondom woningbouwproductie, marketing en communicatie, kennisdelen over de markt, et cetera. Opstellen Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP) in opdracht van de provincie Noord-Holland. Accenten liggen hierbij op een betere balans tussen vraag en aanbod bij woningbouw en transformatie, met als belangrijke thema s o.a.: betaalbare woningen, binnenstedelijk bouwen en transformeren, wonen, zorg, welzijn en duurzaamheid. De Samenwerkingsagenda Regionale Woningmarkt is basis voor het RAP. Het RAP is ingediend bij Gedeputeerde Staten. Reactie wordt verwacht begin 2017 en zal aan de verschillende deelregio s gericht zijn. Coördinatie en voorbereiding van het bestuurlijk en ambtelijk overleg regio - provincie over de voortgang van de afspraken met de provincie Noord-Holland uit het Regionaal Actieprogramma (RAP). Afstemming organiseren (ambtelijk en bestuurlijk) over nut en noodzaak van woningbouwplannen in het kader van de Ladder Duurzame Verstedelijking en voor ontheffingsaanvragen bij provincie Noord-Holland in het kader van bouwen buiten bestaand bebouwd gebied (BBG). Leveren van bouwstenen voor regionale onderbouwingen voor het aantonen van nut & noodzaak nieuwbouwplannen in het kader van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Thema 3: Inzicht in de werking van de woningmarkt Om de doelstellingen te realiseren worden onder andere de onderstaande activiteiten/maatregelen uitgevoerd: Functioneren regionale woningmarkt. De Stadsregio doet onderzoek naar en verspreidt kennis over de regionale woningmarkt, zodat bouwpartijen, investeerders en overheden beter en sneller kunnen inspelen op kansen en knelpunten. In 2016 zijn de resultaten van het regionaal woonwensen- en verhuisbewegingenonderzoek Wonen in de regio Amsterdam (WiRA) 2015 verschenen. Dit heeft geleid tot een openbare rapportage, factsheets per gemeente en een gegevensbestand dat gemeenten ook voor eigen inzichten kunnen benutten. WiRA 2015 is de tweede meting, waardoor het mogelijk is de resultaten te vergelijken met WiRA 2013 en trends te signaleren. Monitor Plancapaciteit Woningbouw. De Stadsregio heeft begin 2016 de jaarlijkse Monitor Woningbouwcapaciteit ( gecoördineerd en gefinancierd, in samenwerking met de Provincie Noord-Holland. Gezien de groei van de woningbehoefte binnen onze regio, die de komende decennia aanhoudt, is de jaarlijkse monitoring van de capaciteit van geplande woningbouwlocaties en de voorgenomen programmering van toegenomen belang. Dit jaar is bij de uitvraag aan gemeenten het belang van het juist en volledig invullen van de plancapaciteitsgegevens extra benadrukt, in verband met de Ladder Duurzame Verstedelijking 67 Regionale Woningmarkt

69 Regionale Woningmarkt 68 (zie hierna) en het op de plancapaciteit gebaseerde onderzoek naar de Versnellingsopgave (zie hierna). Versnellingsopgave woningbouwproductie. Voortkomend uit een bestuurlijke conferentie eind 2015 van de Stadsregio over Wonen en woningproductie, met als concrete opgave om minimaal woningen naar voren te halen, zijn versnellingsmogelijkheden in de Stadsregio plus (Stadsregio plus Almere, Lelystad, Haarlem en Weesp) in kaart gebracht. De Stadsregio heeft met bureau Fakton in het eerste halfjaar van 2016 gewerkt aan dit onderzoek. Begin juli 2016 zijn de resultaten verschenen en is ook direct vervolg gegeven aan de conclusies. Het tweede halfjaar van 2016 staat in het teken van gezamenlijk werken aan de versnellingsprojecten en het wegnemen van knelpunten. Om de benodigde onderbouwingen voor de Ladder voor duurzame verstedelijking te vereenvoudigen is begin 2016 een handleiding verschenen voor de stadsregiogemeenten. Daarna lag de focus op de juiste regionale dataverzameling waar gemeenten hun benodigde onderbouwingen uit kunnen samenstellen en het verwerken van de Ladder duurzame verstedelijking in het Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP) dat de Stadsregio opstelt voor de provincie. Op basis van nieuwe onderzoeksgegevens over de woningbehoefte wordt gewerkt aan een concreter stappenplan/handreiking voor de Ladder. Jaarlijkse rapportage Woonruimteverdeling en monitor Betaalbare voorraad. Jaarlijks rapporteren Stadsregio en PWNR3 over ontwikkelingen in verhuringen en voorraad van woningen in corporatiebezit. De rapportage Woonruimteverdeling behandelt de verdeling van sociale huurwoningen van corporaties met een huur tot de toeslaggrens die via WoningNet worden verhuurd. De monitor Betaalbare voorraad vult deze rapportage aan met gegevens over nieuwbouw, verkoop, liberalisatie en huurprijsontwikkeling van sociale corporatiewoningen. De monitor bevat daarnaast ook gegevens over voorraad en verhuring van corporatiewoningen die niet via WoningNet worden verhuurd (maar via Studentenwoningweb, via tijdelijke verhuur, etc.). Op basis van de gegevens uit de rapportage Woonruimteverdeling en de monitor Betaalbare voorraad, aangevuld met gegevens van gemeenten zelf wordt jaarlijks gerapporteerd aan de Stuurgroep Wonen en het portefeuillehoudersoverleg Ruimte en Wonen over de ontwikkelingen binnen de betaalbare voorraad van corporaties met betrekking tot de afspraken uit de Intentieverklaring Betaalbare voorraad. Monitor betaalbare voorraad. In het kader van de Intentieverklaring Betaalbare Voorraad worden jaarlijks de ontwikkeling van de omvang, spreiding en beschikbaarheid van betaalbare woningen in de regio in beeld gebracht en gerelateerd aan de behoefte. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) Financiering programma Overige baten/baten voorgaande jaren: Deze zijn t.o.v. de gewijzigde begroting euro hoger uitgevallen. Vanuit de provincie Noord-Holland is een bijdrage ontvangen voor het online platform Vestigingslocatie.nl van een kleine euro. Daarnaast is euro vrijgevallen uit betalingen voorgaande jaren. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (lasten) De uitgaven zijn vrijwel conform de gewijzigde begroting verlopen. De posten Projecten onderzoek en studie en Personeel (van derden) zijn de uitgaven elk euro minder dan aanvankelijk ingeschat. Dit heeft mede te maken met dat er in het laatste kwartaal geen nieuwe activiteiten meer zijn opgepakt i.v.m. het stoppen van de activiteiten Wonen door de Stadsregio per 1 jan I.v.m. deze beëindiging zijn de reserves met betrekking tot de BLS-gelden onttrokken. Deze zullen conform regioraadsbesluit eind 2016 ten goede komen

70 Wat heeft het gekost in 2016? Tabel : Overzicht baten en lasten Programma 5: Regionale Woningmarkt In Euro's Baten en Lasten Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten Rente Overige baten / baten voorgaande jaren Werk voor derden uitgevoerd Totaal Baten Lasten Subsidies uitvoering Overige lasten / lasten voorgaande jaren Projecten, onderzoek en studie Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Doorbelaste overhead Totaal Lasten Verrekening vooruitontvangen BDU (spaarsaldo) Onttrekking / toevoeging (-) Regionale Woningmarkt Saldo Baten en Lasten Resultaatbestemming Baten Onttrekking Reserves Lasten Toevoeging reserves Resultaatbestemming Resultaat van de stadsregiogemeenten. Tenslotte: in 2014 stelde de regioraad een bedrag van euro beschikbaar voor de Stimuleringsimpuls Economie en Regionale Woningmarkt. Deze impuls gaf een financieel steuntje in de rug aan gemeentelijke projecten op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt ( euro), verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en woningen ( euro) en op het gebied van economie en regionale woningmarkt ( euro). De impuls liep tot en met eind 2016 en droeg bij aan de uitvoering van in totaal 36 projecten door 14 gemeenten, binnen de genoemde beleidsterreinen.

71

72 2 PARAGRAFEN

73 A. Lokale heffingen De Stadsregio int geen heffingen rechtstreeks van burgers. Om toch betekenis aan de paragraaf Lokale heffingen te geven, verantwoorden we hieronder de gemeentelijke bijdrage voor de taken Economie en Regionale Woningmarkt. De deelnemende partijen aan de Gemeenschappelijke regeling betalen 2,23 euro per inwoner aan de uitvoering van deze taken. Het inwonertal wordt gebaseerd op CBS-cijfers van 1 januari van het betreffende jaar, in dit geval 1 januari Onderstaande tabel geeft het inwonertal van de deelnemende gemeenten weer en de gemeentelijke bijdrage die hieruit vloeit. Tabel 2.a.1: Begrote en werkelijke gemeentelijke bijdrage 2016 per deelnemende gemeente Lokale heffingen 72 Aantal inwoners per 1 januari Bijdrage in Werkelijk 2015 Begroot 2016 Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Begroot 2016 Werkelijk 2016 Aalsmeer Amstelveen Amsterdam Beemster Diemen Edam-Volendam Haarlemmermeer Landsmeer Oostzaan Ouder-Amstel Purmerend Uithoorn Waterland Wormerland Zaanstad Totaal Bijdrage per inwoner 2,23 2,23 2,23 In 2016 is, conform begroting, in totaal euro aan gemeentelijke bijdragen ontvangen.

74 B. Weerstandsvermogen In de begroting 2016 zijn de risico s beschreven die de Stadsregio loopt bij het uitvoeren van haar taken. In de jaarrekening wordt verslag gedaan van risico s welke van invloed zijn op het verslagjaar Risicostrategie en gekozen maatregelen staan centraal Het Besluit Begroting en Verantwoording stelt dat het de uitdaging is deze paragraaf niet te laten uitmonden in een voornamelijk (reken)technische operatie (Staatsblad pagina 9). Daarom geeft deze paragraaf een beschrijving van de risico s die in het verslagjaar zijn opgetreden en welke beheersmaatregelen zijn toegepast. De Stadsregio heeft bij de begroting de volgende programma-overschrijdende en een aantal belangrijke programma specifieke risico s benoemd. De programma-overschrijdende risico s zijn: I. Financieringswijze Stadsregio II. Organisatierisico III. Waarderingsrisico beleggingsportefeuille Belangrijke programma specifieke risico s zitten bij de programma s IV. 01 Openbaar vervoer, V. 02 Infrastructuur en VI. 04 Economie Deze paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico s en maatregelen om de risico s te beheersen. I. Financieringswijze Stadsregio Het verkeer en vervoerbeleid, opgenomen in de begrotingsprogramma s 01 Openbaar Vervoer, 02 Infrastructuur en 03 Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid wordt gefinancierd uit de Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer. De beschikte BDU uitkering 2016 is uitgekomen op 397 miljoen euro. De overige programma s 04 Economie, 05 Regionale woningmarkt, Bestuur en Communicatie en Bedrijfsvoering worden gefinancierd met de gemeentelijke bijdrage 3,4 miljoen euro. Deze verhouding tussen de twee financieringsbronnen, de (BDU is ruim 100 keer groter dan de gemeentelijke middelen en het feit dat de BDU een doeluitkering is, betekent dat de risico s binnen een financieringsbron opgevangen moeten worden: de BDU mag niet aan andere beleidsdoeleinden besteed worden en de gemeentelijke middelen zijn te gering om risico s bij de BDU op te vangen. II. Organisatie Stadsregio De opheffing van de WGR plusregio s is per 1 januari 2015 een feit. Tegelijkertijd is de Stadsregio Amsterdam aangewezen als Vervoerregio. De overige, met gemeentelijke middelen gefinancierde, taken zijn per 31 december 2016 overgedragen aan de Gemeente Amsterdam. Voor de risico s met betrekking tot overhevelen en plaatsen van het personeel EZ en Wonen resteerde nog een bedrag in de bestemmingsreserve Sociaal Plan. Deze reserve is per 31 december 2016 vrijgevallen. III. Waarderingsverschillen beleggingsportefeuille De Stadsregio belegt een deel van de gespaarde BDU middelen bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Bij één van de financiële instrumenten van de BNG, het zogeheten Kapitaalmarkt-selectfonds, bestaat een koersrisico doordat de marktwaarde, afhankelijk van de renteontwikkeling, fluctueert. Eind 2011 was tijdens de Eurocrisis de marktwaarde bijna 4% lager dan de aanschafwaarde en dat was tevens het grootste negatieve verschil dat zich heeft voorgedaan. Dit was een tijdelijk negatief verschil: sinds 2013 is de marktwaarde weer hoger dan de aanschafwaarde. Echter het risico blijft bestaan. De Stadsregio heeft hiervoor een koersrisicoreserve opgenomen. Door de invoering van de wet Schatkistbankieren moet de Stadsregio haar portefeuille in 7 jaar afbouwen. In 2016 is daardoor weer een zevende deel van de portefeuille verkocht. Hierdoor is ook het risico op een tekort met eenzevende afgenomen. Daarmee valt ook weer eenzevende deel van de reservekoersverschillen vrij ten bate van het resultaat. 73 Weerstandsvermogenn

75 Weerstandsvermogenn 74 IV. a. Openbaar Vervoer: failliet gaan vervoerder Er is een kans dat een vervoerbedrijf dat binnen de Stadsregio Amsterdam het openbaar vervoer verzorgt, failliet gaat. De mogelijke gevolgen kunnen zijn dat de bediening op straat in de betreffende concessie komt stil te vallen. Een ander gevolg kan zijn dat de Stadsregio voor de middelen die zij betaalt aan een vervoerder geen product geleverd krijgt. Het risico dat de gemeente Amsterdam het overheidsbedrijf GVB failliet laat gaan, wordt verwaarloosbaar geacht. Het risico van failliet gaan van een streekvervoerder blijft echter nog steeds gelden maar is afgedekt met het fonds OV en er is ook een calamiteitenplan. Het Fonds OV is een vooruit ontvangen post bij het programma OV die bedoeld is voor het opvangen van risico s. IV. b. Openbaar Vervoer: Bezuinigingen in de BDU Gezien de economische vooruitzichten moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van verdere bezuinigingen op de BDU. Verdere bezuinigingen op de BDU kunnen leiden tot de noodzaak de bestaande contracten met de streekvervoerders te herzien waardoor het aanbod van openbaar vervoer vermindert. In de meerjarenraming van de Stadsregio zijn de gevolgen van onvolledige prijscompensatie zichtbaar gemaakt zodat tijdig maatregelen genomen kunnen worden. V. a. Infrastructuur: Bezuinigingen in de BDU Bij het bepalen van de risico s in de begroting 2016, was gezien de economische vooruitzichten van dat moment rekening gehouden met de mogelijkheid van verdere bezuinigingen op de BDU. Dit heeft zich in het verslagjaar niet voorgedaan. Overigens wordt in de subsidiebeschikkingen een begrotings-voorbehoud gemaakt. De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat de Stadsregio voldoende middelen beschikbaar heeft. V. b. Infrastructuur: overschrijdingen bij een infrastructuurproject De Stadsregio subsidieert infrastructuurprojecten die door wegbeheerders, worden uitgevoerd. Alle projectrisico s worden gedragen door de subsidieaanvragers. Zeker wanneer de subsidieaanvrager geconfronteerd wordt met niet verwijtbare overschrijdingen is er een grote waarschijnlijkheid dat de subsidieaanvrager een aanvullende bijdrage van de Stadsregio vraagt. In de overeenkomsten met de vervoerders is vastgelegd dat de Stadsregio de subsidiebijdrage kan verlagen wanneer er minder inkomsten uit de BDU zijn. In dat geval worden met de vervoerder afspraken gemaakt over aanpassing van aanbod van vervoer bijvoorbeeld door verlaging van de frequenties in de dienstregeling. IV. c. Openbaar Vervoer: Onvoldoende prijscompensatie in de BDU De Stadsregio compenseert de vervoerders voor loon- en prijsstijgingen, zodat het aanbod van vervoer in stand kan blijven. Tabel 2.b.1 Financiële kengetallen Kengetallen weerstandsvermogen Rekening 2015 Rekening 2016 netto schuldquote 15,79% 4,91% netto schuldquote 33,45% 10,64% gecorrigeerd voor leningen solvabiliteitsratio 5,08% 1,98% structurele exploitatieruimte 0,00% 0,00%

76 C. Onderhoud kapitaalgoederen De Stadsregio Amsterdam is gehuisvest in een gehuurde kantoorruimte. Voor de huisvesting is het onderwerp van deze paragraaf dus niet aan de orde. Voor de kantoorautomatisering is een onderhoudscontract afgesloten. Periodieke vernieuwing is geregeld door een jaarlijkse dotatie aan de bestemmingsreserve vervanging automatiseringsapparatuur. De dotatie maakt het mogelijk de apparatuur na 3 tot 4 jaar te vervangen. Andere kapitaalgoederen heeft de Stadsregio Amsterdam niet. D. Financiering Het financieringsvraagstuk De Stadsregio ontvangt middelen van het Rijk, met de Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer als belangrijkste inkomstenbron en keert deze middelen uit aan openbaar vervoerbedrijven en aan wegbeheerders die infrastructuur aanleggen.de wet BDU biedt de mogelijkheid dat de jaarlijks door het Rijk toegezegde middelen, indien de Stadsregio het betreffende boekjaar niet tot volledige uitkering komt, gespaard kunnen worden voor toekomstige uitgaven. Niet bestede middelen in een jaar hoeven dus niet terugbetaald te worden aan het Rijk en worden op de balans opgenomen als vooruit ontvangen doeluitkering. In 2016 heeft de Stadsregio echter meer uitgegeven dan zij heeft ontvangen hierdoor is de spaarpot BDU afgenomen. Door de afsplitsing van Economische zaken en Wonen zijn aan deze propgramma s verbonden reserves uitgekeerd of komen te vervallen. Hierdoor is het Eigenvermogen en reserves afgenomen. Uitgangspunten treasurybeleid Het doel van het treasurybeleid is het beheersen, sturen, verantwoorden van en toezichthouden op de financiële vermogenswaarden, geldstromen en posities en de hieraan verbonden risico s. De wettelijke kaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie liggen vast in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en de daarbij behorende ministeriële regelingen. Schatkistbankieren is een andere wettelijke verplichting voor de Stadsregio. Dit betekent concreet dat behoudens een klein werkkapitaal (3,75 miljoen euro) alle overtollige liquide middelen bij het Rijk moeten worden gestort. Externe beleggingen moeten binnen 7 jaar na het invoeren van Schatkistbankieren (2013) zijn afgewikkeld. Stadsregio heeft hiervoor afspraken gemaakt met de externe beheerder van deze beleggingen, ASR, voorheen BNG om deze binnen de gestelde termijn af te wikkelen. De bestemmingsreserve koersverschillen die de Stadsregio hiervoor heeft gevormd moet ook hierdoor in 7 jaar worden afgebouwd. In 2016 is hierdoor weer 1/7 deel van de bestemmingsreserve ten bate van de programma s Infra en Mobiliteit vrijgevallen. Het beleid van de Stadsregio voor de treasury functie is vastgelegd in het treasury-statuut. De belangrijke uitgangspunten zijn: 1. Realisatie, intern en extern Per programma staat realisatie voorop, interne financiering van andere programma s komt op de tweede plaats en externe financiering door uitlenen van middelen aan derden komt op de laatste plaats 2. Tijdelijke overheveling Incidentele tekorten van een beleidsprogramma kunnen gecompenseerd worden door tijdelijke overheveling van middelen uit andere beleidsprogramma s 3. Terugbetaling Terugbetaling van tijdelijk overgehevelde middelen geschiedt zo snel als mogelijk maar uiterlijk binnen tien jaar. 4. Meerjarenraming Voorstellen voor interne of externe financiering worden gebaseerd op de meerjarenraming van de Stadsregio die in elk geval bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma (Programmabegroting) geactualiseerd wordt. 75 Onderhoud kapitaalgoederen

77 De beleggingsportefeuille in 2016 De uitzettingen van het Geldmarktselectfonds en de Kapitaalmarktselectfondsen zijn in 2016 verder afgenomen door de verplichte afbouw in het kader van schatkistbankieren. De gemeente Amsterdam heeft nog een lening welke een looptijd had van 3 jaar. Deze loopt in december 2017 af. Tabel 2.d.1: Samenstelling Portefeuille 2016 Uitzettingen Stadsregio naar looptijd standen per einde jaar (in euro s) Financiering 76 Lening u/g Lening u/g EBS ASR: Kapitaalmarkt select A ASR: Kapitaalmarkt select B Totaal langlopende uitzettingen BNG: Geldmarkt Select en overige deposito's Gemeente Amsterdam: rekening-courant Totaal kortlopende uitzettingen Om een hoger rendement te behalen is binnen de wettelijke mogelijkheden een toenemend deel van het vermogen langer dan 1 jaar uitgezet. In 2016 zijn zowel langlopende als kortlopende uitzettingen afgenomen door de hogere bestedingen in dit jaar. De hogere bestedingen zijn vooral door afstoten van kortlopende uitzettingen gefinancierd: kortlopende uitzettingen zijn dan ook veel sterker afgenomen dan de langlopende uitzettingen. De uitzettingen in de Kapitaalmarktselectfondsen worden gerekend tot langlopend vermogen omdat de obligaties waaruit deze fondsen bestaan, een looptijd van meer dan 1 jaar hebben. Het is echter op elk moment mogelijk de deelname aan deze fondsen te beëindigen.

78 Wat is het renteresultaat voor 2016 Tabel 2d.2: Rentebaten en Renteverdeling Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Rente baten BNG Geldmarkt select Rente baten ASR Kapitaalmarkt select inclusief beheervergoeding en koersresultaat Rente baten Leningen u/g Rente baten ING Bank Rente baten rekening-courant gemeente Amsterdam Rente baten programma Openbaar Vervoer Rente baten vorige jaren Totaal Baten ASR Beheerkosten inclusief uittredingsfee Rente lasten Kasbank Rente programma Openbaar Vervoer Rente programma 02 Infrastructuur Rente programma 03 Ruimt proj. en mobiliteitsbel Rente programma Reg. Woningmarkt (BLS) Rente overig Algemene middelen Totaal Lasten Financiering Door de lage rentestand zijn de rente opbrengsten ook laag. Het rendement op het obligatiefonds Kapitaalmarktselect van de BNG is in 2016 lager geweest dan in De rekening-courant en de ING bankrekening zijn beide in 2016 overgegaan van de cashpool van de gemeente Amsterdam naar de Stadsregio in eigenbeheer.

79 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) 78 E. Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) Onderdeel A: afdeling bedrijfsvoering Wat wilden we bereiken? Met de functies financiën, juridische zaken, informatievoorziening en ICT, HRM, en Facilitaire zaken en huisvesting beoogt Bedrijfsvoering de organisatie optimaal te ondersteunen in haar kerntaken. Het gaat daarbij vooral om de behoeften en beleving in de organisatie. Daarin zijn de belangrijkste criteria: doelmatigheid, betrouwbaarheid en klantgerichtheid. Wat hebben we hiervoor in 2016 gedaan? De afdeling Bedrijfsvoering werkt gericht aan de uitvoering van de projecten in het Werkplan. De afdeling is doorgegaan met optimalisatie van facilitering en ondersteuning van de bedrijfsprocessen. Er is daarnaast gewerkt aan een aantal belangrijke projecten die verband houden met de Vervoerregio als nieuwe organisatie, zoals: Verdere digitalisering van het de ondersteunende en primaire processen; Invoering nieuw financieel systeem, E-HRM-systeem; Verdere inrichting en ontwikkeling van de nieuwe organisatie (structuur en cultuur) Voorbereiding van actualisatie informatielandschap Daarnaast hebben de projecten aandacht gekregen die zorgen voor meer kwaliteit en een verdere beheersing van de bedrijfsvoering: Uitvoering interne controle aan de hand van het intern controleplan; Verbetering van het risicomanagement; Optimalisering van juridische kwaliteitszorg Financiën Het doel van de financiële functie is het bestuur en de ambtelijke organisatie te ondersteunen bij een gezond financieel beheer en het leveren van financiële verantwoordingen. De organisatie volgt daarbij de eisen die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) aan provincies en gemeenten stelt. Door de structurele druk op de besteding van de BDU is het nog noodzakelijker geworden om de financiële positie te bewaken. Met de voorbereiding in de tweede helft van 2016 van het invoeren van een nieuw financieel systeem (Key2Financiën) op 1 januari 2017 heeft de Vervoerregio de beschikking gekregen over onder andere, digitale factuurverwerking (workflow), een module projectadministratie en daarnaast nog een business intelligence tool van Cognos (rapportages). Met de module projectadministratie kan, vanaf 2017, gewerkt worden aan een beter inzicht in onder andere het beslag van de projecten - in diverse stadia van uitvoering - op de beschikbare financiële middelen. Ook het regulier kunnen beschikken over adequate managementinformatie zal het inzicht vergroten. Dit leidt dan weer tot de gewenste financiële transparantie en een betere beheersing van inkomsten en uitgaven. In de tweede helft van 2016 is ook, na het vertrek van de controller, gekeken naar een verbetering van de integrale financiële functie. Vanwege de overgang van Stadsregio naar Vervoerregio en een blik op de eigen organisatie is voor een tijdelijke invulling van deze functie gekozen. Aan de interim controller is gevraagd een verbeterplan op te stellen voor de financiële functie. Met het advies is het team Financiën, Planning & Control (FP&C) in het leven geroepen en zijn de noodzakelijke (nieuwe) financiële functies benoemd. Dit krijgt een verdere uitwerking in 2017 wanneer de openstaande financiële functies, nu door externen vervuld, door vaste medewerkers worden ingevuld. Met deze nieuwe werkwijze is de financiële functie beter voorbereid voor de eisen die de Vervoerregio hieraan stelt en van buiten krijgt opgelegd. Maar deze inspanningen hebben ook een keerzijde. In 2016 is de interne controle minder intensief aan de orde geweest.

80 Er zijn bij de interim controle 2016 door de accountant geen onregelmatigheden geconstateerd maar zal er in 2017 een actueel intern controleplan opgesteld worden. Met het opstellen van het Spoorboekje 2017 is in 2016 ook een vernieuwing van de P&C-cyclus ingezet. De cyclus krijgt meer het karakter van een gemeentelijke cyclus met (nieuwe) onderdelen zoals een kadernota, een bestuur rapportage in het voor- en najaar en (meer) interne rapportages. Ook dit krijgt zijn uitwerking in 2017 maar is een van de belangrijke verbeterpunten met betrekking tot meer transparantie en de financiële beheersing. De financiële functie zal zich hiermee verder kunnen ontwikkelen van een financieel expert tot de gewenste business partner op het financiële vlak voor medewerkers en management. Juridische zaken De formele start van de Vervoerregio per 1 januari 2017 betekende onder meer dat de Gemeenschappelijke Regeling (GR) daarmee in overeenstemming moest worden gebracht. De regioraad heeft in 2016 de 9e wijziging vastgesteld, waarmee de voormalige plustaken zoals wonen en economie nu uit deze regeling zijn gehaald. De vervoertaken zijn geëxpliciteerd. Deze 9e wijziging is aan de participerende gemeenten ter goedkeuring voorgelegd. De 10e wijziging waarin de naamswijziging is opgenomen is in een afrondende fase. De aanbestedingswet is per 1 juli 2016 gewijzigd en als gevolg daarvan worden de standaardovereenkomsten geactualiseerd. Ook de algemene inkoopvoorwaarden van de dienen te worden bezien op proportionaliteit. Daarnaast is een start gemaakt om contractmanagement en -beheer en juridische control en advisering steviger te positioneren in de organisatie met bijbehorende risicobeheersing. Bijvoorbeeld zijn in dat kader naar aanleiding van de nieuwe verordening Infra alle daarop aangepaste beschikkingen gecheckt. In overleg met bureau Communicatie is de uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur beter geborgd in de organisatie. Er is een procesbeschrijving gemaakt en de organisatie is door presentaties bewuster gemaakt van het feit dat dossiers oproepbaar zijn waarbij al een eerste toetsing op al dan niet openbaarheid door de beleidsafdelingen zelf wordt uitgevoerd. Dit blijft continue een belangrijk punt van aandacht dat alleen maar in belang zal toenemen als de Wet open overheid (de opvolger van de Wob) van kracht wordt, waarbij een nog actievere rol van bestuursorganen tot openbaarmaking wordt gevraagd. Ook is de Verordening bezwaar en beroep geactualiseerd en aan de regioraad voorgelegd. Belangrijke componenten waren de afhandeling van onze personele bezwaarschriften door gemeente Amsterdam en de reiskostenvergoeding. De juridische functie is actief betrokken geweest bij bezwaar- en beroepsprocedures zoals o.a.: Beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep tegen het vervoerplan GVB. Verweerschrift bij de Commissie voor de rechten van de mens inzake het verzoek van twee gebruikers van scootmobielen die stelden na de ombouw van de Amstelveenlijn geen gebruik meer te kunnen maken van de nieuwe 15G tram. Advisering inzake de bezwaar en beroepsprocedure Wob verzoek m.b.t. een terugvordering van subsidie aan gcab. De juridische functie ondersteunt tevens bij de belangrijke projecten zoals Projecten Amstelveenlijn en Uithoornlijn bij het opstellen van contracten o.a. bestuurs- en beheersovereenkomsten, communicatie richting klagers, hoe om te gaan met schadeclaims, uitvraag aanbestedingsdossier etc. Informatievoorziening en ICT Dit jaar zijn behalve de reguliere werkzaamheden zoals het beheer op ICT, Telefonie en informatie/ dossiers een groot aantal projecten afgerond en voorbereid. Hieronder een kleine selectie: Na een zorgvuldige selectieprocedure is in 2016 het nieuw financieel systeem (Key2Financiën) technisch geïmplementeerd. Met het financieel systeem zijn 79 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead)

81 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) 80 ook een systeem voor het digitaal verwerken van facturen en een rapportagesysteem geïnstalleerd (Cognos). In 2016 zijn alle voorbereidingen afgerond om op 1 januari 2017 het vervangingsbesluit in te voeren. Het vervangingsbesluit heeft tot gevolg dat wij enkel nog digitaal archiveren en geen fysieke stukken meer hoeven te bewaren. Een belangrijke stap in het proces van volledige digitalisering. In 2016 is een start gemaakt met het beschrijven van de AO- processen van de Vervoerregio. Alle processen zijn in kaart gebracht en een groot deel is beschreven en voorzien van een proceseigenaar. Dit jaar staat de vervanging van de ICT-omgeving op de planning. In 2016 zijn wij in samenwerking met het bureau KB&P gestart met een onderzoek naar het huidige informatielandschap en de ideale doelarchitectuur. Dit moet leiden tot een programma van eisen waarmee wij in 2017 een offerte uitvraag kunnen doen in de markt. In 2016 is veel energie en tijd gestoken in de dossiervorming in het datamanagementsysteem Join. Het doel is om te komen tot eenduidige digitale dossiervorming. Hiermee wordt bereikt dat dossiers compleet en vindbaar zijn op één locatie in Join. In combinatie met Ibabs en Join is de organisatie volledig over op digitale afhandeling van (bestuurlijke) besluitvormingsprocessen. Zo zijn de digitale dossiers efficiënter en toegankelijker voor de medewerkers ingericht en zijn nieuwe processen ingericht in Join zoals het aanmaken van MT-voorstellen. Human Resource Management (HRM) Naast de standaard inspanningen met betrekking tot werving en selectie, adviseren en rapporteren aan MT, personeelsadministratie, loopbaanbegeleiding en deelname aan de werkgroep MRA-Traineepool zijn in 2016 een aantal (grote) projecten voorbereid en/of uitgevoerd: Dankzij gedegen voorbereiding in 2016 kon op 1 januari 2017 het ehrm-systeem YouForce life gaan en kon het wettelijk vereiste Individueel Keuze Budget worden geïmplementeerd. HRM speelde (en speelt nog altijd) een centrale rol in het opzetten van het organisatie-ontwikkeltraject en schrijven van bijbehorende rapport Blik in de Spiegel. In 2016 is het opleidingsplan en programma dat in 2015 is opgesteld geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie en de kernwaarden voor de Vervoerregio is een nieuw opleidingsprogramma opgesteld en gereed gebracht voor uitvoering in In samenwerking met Bureau Integriteit heeft HRM nieuwe procedures opgesteld op het gebied van melden van vermoedens bij integriteitsschelding en ongewenst gedrag. Hiervoor is een extra vertrouwenspersoon aangehaakt en er zijn presentaties gegeven. Er zijn op dit gebied afspraken gemaakt met het LKOG. Onder aansturing en toezicht van HRM zijn eind 2016 twee trainees gestart die zich bezighouden met medewerkersgezondheid. In 2016 is door HRM tevens nieuw beleid en/of procedures opgesteld op o.a. de volgende gebieden: - Werving en Selectie, - Alcohol, drugs& medicijngebruik, - Interne bezwaarschriftenprocedure, - Invoer nieuwe gesprekscyclus 2017 Facilitaire zaken en huisvesting Op het gebied van facilitair en huisvesting zijn naast de gebruikelijke ondersteuning en werkzaamheden een aantal projecten gerealiseerd: Per 1 januari 2017 is een naamswijziging doorgevoerd. De aanpassingen zijn op diverse vlakken doorgevoerd zoals op toegangsborden, schermen, print, , systemen etc. Door de groei die de organisatie doormaakt is er een tekort aan werkplekken ontstaan. Er zijn inmiddels diverse aanpassingen doorgevoerd om de druk weg te nemen. Daarnaast is een ontwerp gemaakt om werkplekken bij te plaatsen en is een scenario gemaakt om uit te wijken met projectteams. Diverse aanpassingen en verbeteringen in de facilitaire processen zijn in overleg met de beheerder van het pand doorgevoerd, zoals het aanmelden van bezoekers, boeken van vergaderzalen etc.

82 Wat heeft het gekost in 2016? Tabel 2.e.1: Overzicht baten en lasten Bedrijfsvoering In Euro s Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten en Lasten Baten Overige baten / baten voorgaande jaren Doorbelastingen Totaal Baten Lasten Overige lasten / lasten voorgaande jaren Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Algemene zaken Huisvesting Informatie en communicatie Personeel en Organisatie Financiën Totaal Lasten Saldo Baten en Lasten (voor Resultaatbestemming) Resultaatbestemming Baten Onttrekking Reserves Lasten Toevoeging reserves Resultaatbestemming Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) Saldo Baten en Lasten (na Resultaatbestemming) Tabel 2.e.2: Te volgen facilitaire posten bedrijfsvoering voor de periode 2012 tot en met 2016 In Euro s Druk- en reprokosten Vergader- en representatiekosten Informatie en automatisering Totaal

83 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) 82 Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) Overige baten/ baten voorgaande jaren Uitkeringen van UWV voor zwangerschapsverlof en ziekteverzuim zijn euro hoger dan geraamd. Daarnaast hebben we van de balans reserveringen uit eerdere boekjaren vrij laten vallen. Analyse heeft uitgewezen dat deze reserveringen niet tot uitkering (hoeven) te komen. Doorbelastingen Deze post betreft de doorbelasting van de nettolasten van Bedrijfsvoering aan de beleidsprogramma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur, Mobiliteit, Economie en Regionale Woningmarkt. Doorbelasting heeft plaatsgevonden conform de begrote doorbelasting. Dit vergroot het inzicht in de financiële uitkomst van Bedrijfsvoering en het eigenaarschap van het financieel resultaat. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (lasten) Overige lasten/ lasten voorgaande jaren Een aantal vorderingen uit voorgaande boekjaren stond onterecht op de balans en is als kostenpost genomen in Deze balansopschoning zorgt voor een nadeel van euro. Daarnaast hebben we voor euro aan facturen/declaraties van boekjaar 2015 ontvangen die we in de jaarrekening 2015 niet hadden voorzien. Personeel van derden De formatie voor bedrijfsvoering was niet volledig bezet. De hierdoor ontstane vacatureruimte is niet geheel ingevuld met externe inhuur ( euro voordeel). Daarnaast is het inhuurbudget voor verbetering van de financiële functie niet volledig ingezet ( euro voordeel). Algemene zaken Onder deze post vallen onder andere de externe vergaderlocaties die worden gehuurd wanneer interne vergaderruimte volledig in gebruik of te beperkt zijn. De noodzaak hiertoe was hoger dan ingeschat ( euro). Daarnaast hebben we euro meer betaald aan juridisch ondersteuning/advisering. Advies is o.a. verleend voor het actualiseren van onze inkoopvoorwaarden en de juridische consequenties van de vorming van de Vervoerregio. Personeel en Organisatie In afwachting van het organisatie-ontwikkelingsproces hebben we geen wervingsactiviteiten gestart voor de beschikbare functies. Dit heeft voor lagere uitgaven gezorgd ( euro). Daarnaast waren de uitgaven voor opleidingen/congressen minder. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (reserves) Onttrekking reserves De onttrekking uit de ICT-reserve is ter dekking van kosten voor de aanschaf van het financieel systeem. De kosten 2016, verantwoord op de post Informatie en Communicatie, zijn euro lager dan geraamd. De lagere kosten maakt dat de onttrekking euro lager kan zijn. Storting reserves De (structurele) storting in de reserve ICT voor 5- jaarlijkse vervanging van ICT-servers heeft conform begroting plaatsgevonden. Doorbelasting lasten Overhead naar de beleidsprogramma s De totale overhead (nettolasten van Bestuur & Communicatie en Bedrijfsvoering) zijn conform begroting 2016 doorbelast naar de beleidsprogramma s. In deze begroting is de verdeelsleutel het aantal fte s van vaste formatie en externe inhuur gehanteerd. De in de begroting gebruikte aantallen zijn in onderstaande tabel weergeven onder basis. Verder laat de tabel de toedeling van de overheadlasten naar de individuele programma s zien.

84 Tabel 2.e.3: Doorbelasting lasten Bedrijfsvoering en Bestuur en Communicatie naar de programma s Kostenverdeling Basis 2016 Aandeel programma Realisatie 2015 Begroting 2016 Realisatie Openbaar vervoer ,71% Infrastructuur ,27% Ruimtelijke Projecten en mobiliteit ,74% Economie ,24% Regionale woningmarkt ,04% Totaal voor kostenverdeling ,00% Onderdeel B: Bestuur en Communicatie Wat willen we bereiken? Bestuurondersteuning en Communicatie is verantwoordelijk voor het duiden en positioneren van het belang van regionale samenwerking binnen de stadsregio Amsterdam en het ondersteunen en organiseren van en communiceren over de besluitvorming in de stadsregio Amsterdam. Dit gebeurt via de periodieke vergaderingen van het dagelijks bestuur, de regioraad, regioraadscommissies, raadssessies en portefeuillehouders overleggen. Voor de Stadsregio, als een samenwerkingsverband van vijftien gemeenten, is het van groot belang dat er goede mogelijkheden zijn voor informatie-uitwisseling tussen het bestuur en de ambtelijke organisatie van de Stadsregio en de portefeuillehouders, raadsleden en ambtenaren van de stadsregiogemeenten. Dit draagt bij aan een effectief en transparant besluitvormingsproces, ondersteunt de Stadsregio als een regionaal platform voor overleg en kennisdeling en is daarmee ondersteunend aan de democratische legitimiteit van de Stadsregio. Wat hebben we daarvoor gedaan in 2016? 1. Het leveren van facilitaire en personele ondersteuning voor een adequate besluitvorming van de Stadsregio Amsterdam. 2. Het uitvoeren van de communicatie rondom het bestuurlijk besluitvormingsproces en projecten. 3. Afstemmen van de communicatie van de Stadsregio met partners. 4. Het verbeteren van de zichtbaarheid van de Stadsregio bij de stadsregiogemeenten. 5. Zorgen voor heldere communicatie over de nieuwe organisatie van de regionale samenwerking (Vervoerregio Amsterdam per 1 januari 2017). 6. Invulling geven aan omgevingscommunicatie rondom projecten. 7. Positioneren van en communiceren over de regionale samenwerking richting bredere doelgroepen. 83 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead)

85 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) Bijdrage bestuurlijk besluitvormingsproces In 2016 is er (naast de vier reguliere regioraden in maart, juli, oktober en december) een extra regioraad georganiseerd in mei rondom het Programma van Eisen voor de aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden (om hiermee te voorzien in de grote belangstelling voor dit dossier). Daarnaast zijn er diverse extra informatiebijeenkomsten en voorsessies voor regioraadsleden georganiseerd rondom belangrijke dossiers. Door de toegenomen publieke belangstelling en het aantal insprekers vinden de voorsessies Verkeer & Vervoer vanaf dit jaar plaats in de raadszaal van het stadhuis van Amsterdam en worden ook de sessies live gestreamd op de website. 2. Communicatie rondom het besluitvormingsproces en projecten In het kader van het verbeteren van de transparantie in de informatievoorziening is de website van de Stadsregio in 2016 geheel vernieuwd. Hierdoor is alle informatie makkelijker en in samenhang te vinden en is de website bovendien ook beter toegankelijk voor tablets en mobiele telefoons. Een onderdeel van de nieuwe website is de vergaderkalender waarin alle overleggen van het dagelijks bestuur, de regioraad, de raadssessies & raadcommissies en de portefeuillehoudersoverleggen met betreffende stukken (inclusief bijlagen, besluitenlijsten en verslagen) worden gepubliceerd. Deze vergaderkalender heeft de papieren verzending van stukken grotendeels vervangen. De Stadsregio heeft daarnaast diverse communicatiemomenten (mede) georganiseerd, o.a. de opening en aftrap van Cyclespace (laboratorium op het gebied van fietskennis en -innovatie), de ingebruikname van Public Transport Ticketpoints op Schiphol, lancering van de Campagnefabriek (een educatieprogramma over smartphonegebruik op de fiets), plaatsing van zonnepanelen met GVB op metrostations, start aanleg busverbinding HOV Schiphol Oost, persconferentie over de bekendmaking van de startdatum Noord/Zuidlijn, de opening van de fietsparkeergarage Gustav Mahlerplein (bij station Amsterdam Zuid), pilots gratis fietsparkeren bij Amsterdamse treinstations bij Amstel en Zuidas, het vaststellen van de Vervoerplannen 2018 bij de ingebruikname van het nieuwe OV lijnennet, de besluitvorming rondom de aanleg van de Uithoornlijn, opening eerste deel rijbaan omgelegde A9, bekenmaking winnaar aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden en de overgang van Stadsregio naar Vervoerregio. 3. Afstemmen communicatie De Stadsregio werkt veel samen met partners, zoals de 15 stadsregiogemeenten, de Metropoolregio Amsterdam (MRA), provincies (Noord-Holland, Flevoland), ministeries (IenM, Wonen, EZ), Rijkswaterstaat etc. Hieruit komen veel gemeenschappelijke projecten voort die vragen om afstemming in de communicatie-uitingen. We zorgen ervoor dat hierbij de rol en bijdrage vanuit de Stadsregio duidelijk naar voren wordt gebracht. Zo hebben we binnen de MRA-samenwerking een bijdrage geleverd aan de organisatie van het MRA-congres de grenzeloze stad. 4. Verbeteren zichtbaarheid Bij veel stadsregiogemeenten is er behoefte aan een betere zichtbaarheid van de Stadsregio-organisatie, zodat de bestaande contacten worden versterkt en dat daarmee de afstand wordt verkleind tussen de Stadsregio-organisatie en de gemeenten. Daarnaast zoeken gemeenten naar mogelijkheden om hun eigen belangen en standpunten beter naar voren te kunnen brengen en wil de Stadsregio ook het gezamenlijk belang beter kunnen benadrukken, met name in het verbeteren van de transparantie van de democratische legitimiteit van de besluitvorming. Vanuit de regioraad heeft de projectcommissie Bestuurlijke Toekomst diverse voorstellen gedaan om dit te verbeteren. Om deze voorstellen te bespreken, is in 2016 een conferentie georganiseerd met raadsleden en bestuurders.

86 5. Voorstellen rondom de toekomst van de regionale samenwerking In 2016 hebben alle betrokken partijen voorstellen besproken voor de regionale samenwerking vanaf 1 januari Dit gaat zowel over de samenwerking op het beleidsterrein verkeer en vervoer (van de 15 huidige stadsregiogemeenten in een Vervoerregio), als over de samenwerking op de beleidsterreinen economie, ruimte en wonen die vorm krijgt binnen een versterkte samenwerking van de Metropoolregio Amsterdam en in de deelregio s. Omdat de samenwerking binnen de Stadsregio zich per 1 januari 2017 concentreert op het beleidsterrein verkeer en vervoer, hebben het dagelijks bestuur en de regioraad besloten om ook per 1 januari 2017 de naam van de Stadsregio Amsterdam te wijzigen in Vervoerregio Amsterdam. Hiervoor is een nieuw logo en huisstijl ontwikkeld. 6. Omgevingscommunicatie rondom projecten De Stadsregio wil meer uitvoeringsgericht gaan werken, vooral op het gebied van infrastructurele projecten, waarbij de Stadsregio vaker zelf de opdrachtgevende rol vervult, zoals bij het project rondom de renovatie en ombouw van de Amstelveenlijn en de aanleg van de Uithoornlijn. Dit betekent dat de Stadsregio ook meer met omgevingscommunicatie te maken krijgt en met meer en andere doelgroepen dan voornamelijk bestuurders en ambtenaren. Hieraan geven we invulling door duidelijke kaders te stellen en met de verschillende partners de communicatieverantwoordelijkheden in de verschillende projectfasen te benoemen. Prestatie-indicatoren Om de prestaties te meten zijn de volgende prestatie-indicatoren benoemd: Het ontbreken van signalen (klachten en opmerkingen van bestuurders), waaruit blijkt dat de ondersteuning in het besluitvormingsproces een belemmering vormen voor een adequate besluitvorming. De mate waarin betrokkenen (bestuurders en ambtenaren uit de gemeenten van de Stadsregio) via de door de Stadsregio uitgegeven middelen in staat gesteld worden zich over de besluitvorming in de Stadsregio te informeren. De belangrijkste middelen hiervoor zijn: mediawoordvoering, persbijeenkomsten rondom bestuurlijke momenten en start- en opleveringsbijeenkomsten, het Regiojournaal (verschijnt maandelijks als digitale nieuwsbrief), het Nieuws uit het DB en Nieuws uit de regioraad (verschijnen direct na de betreffende vergadering en bevatten de genomen besluiten, met toelichting) en de website De website is in 2016 vernieuwd en geactualiseerd, waardoor informatie beter ontsloten en vindbaar is. 85 Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) 7. Positioneren van en communiceren over de regionale samenwerking We dragen het belang en een goede positionering van de regionale samenwerking uit. Het ontwikkelen en bewaken van een corporate identiteit van de Stadsregio Amsterdam maakt hiervan onderdeel uit. We richten ons hierbij vooral op onze partners, zoals gemeenten, provincies, het Rijk, vervoerders etc., maar ook in toenemende mate op de doelgroepen die minder direct met de Stadsregio en de regionale samenwerking te maken hebben, zoals inwoners van de regio, reizigers, bedrijven, belangengroepen e.d.

87 Wat heeft het gekost in 2016? Tabel 2.e.4: Overzicht Baten en Lasten Bestuur en Communicatie Bedrijfsvoering en communicatie (Overhead) 86 Baten en Lasten Baten Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Doorbelastingen Totaal Baten Lasten Overige lasten / lasten voorgaande jaren Bestuur Communicatie Personeel (in vaste dienst) Personeel (van derden) Totaal Lasten Saldo Baten en Lasten Resultaatbestemming Resultaat

88 Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (baten) Doorbelastingen Deze post betreft de doorbelasting van de nettolasten van Bestuur en Communicatie aan de beleidsprogramma s Mobiliteit, Openbaar Vervoer en Infrastructuur. Doorbelasting heeft plaatsgevonden conform de begrote doorbelasting. Dit vergroot de resultaatverantwoordelijkheid van dit programma, en inzicht in de financiële uitkomst. Toelichting op het verschil jaarrekening en begroting (lasten) Communicatie De kosten voor de overgang van Stadsregio naar Vervoerregio vielen in 2016 lager uit, deels door de keus voor digitale sjablonen i.p.v. drukwerk, deels doordat sommige werkzaamheden naar 2017 zijn doorgeschoven. Het gaat hier om het ontwikkelen van huisstijldragers en het omzetten van de website. Daarnaast zijn ook de werkzaamheden (en daarmee de kosten) voor het startsymposium van de Vervoerregio doorgeschoven naar 2017 door verplaatsing van het startsymposium van begin 2017 naar juni Personeel van derden De kosten voor de communicatie rondom de implementatie van het nieuw OV-lijnennet zijn deels ten laste gebracht van programma OV. Hierdoor treedt er een voordeel van euro op bij Bestuur en Communicatie. F. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn partijen waarmee de Stadsregio een bestuurlijke relatie heeft en er moet sprake zijn van een financieel belang. Er is een financieel belang wanneer er juridisch afdwingbare financiële verplichtingen bestaan. Zijn de verplichtingen niet juridisch afdwingbaar dan wordt de partij genoemd bij het betreffende programma. De Stadsregio Amsterdam kende in het verslagjaar 2016 geen verbonden partijen. G. Grondbedrijf De ontwikkeling van nieuwe woongebieden en bedrijfsterreinen wordt uitgevoerd door de gemeenten. Omdat de Stadsregio Amsterdam zelf geen bouwterreinen ontwikkelt, is deze paragraaf niet van toepassing voor de Stadsregio Amsterdam. 87 Verbonden partijen / Grondbedrijf

89

90 3 JAARREKENING

91 3.1 De programmarekening Inleiding Het financieel verslag in de jaarrekening van de Stadsregio volgt de indeling die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voorschrijft. In paragraaf volgt het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen van de Stadsregio zijn als aandeel van het rekeningtotaal gering, omdat het belangrijkste deel van de baten bestaat uit doeluitkeringen. De belangrijkste doeluitkering, de Brede Doel Uitkering (BDU) Verkeer en Vervoer, wordt vervolgens behandeld in paragraaf De programmarekening 90 Het financieel verslag begint in paragraaf met een overzicht van de baten en lasten per programma. Dit overzicht geeft inzicht in de afwijkingen per programma tussen de begroting en de jaarrekening. Dit overzicht van baten en lasten is voor resultaatbestemming, dat wil zeggen voor verrekening met de reserves en verrekening met vooruit ontvangen Verkeer- en Vervoer Brede Doel Uitkeringen (BDU). In een totaalregel is de resultaatbestemming opgenomen, in paragraaf resultaatbestemming wordt deze per programma toegelicht. In paragraaf is een analyse gemaakt van de samenstelling van het rekeningresultaat. In deze paragraaf is ervoor gekozen om als invalshoek de economische categoriegroep te nemen, omdat deze invalshoek nog niet op een andere plek in het jaarverslag is opgenomen. Ten slotte is in paragraaf een overzicht opgenomen van het verloop van de reserves en vooruit ontvangen rijksmiddelen over de laatste 5 jaren. Deze paragraaf geeft daarmee een samenvattend beeld van de vermogenspositie van de Stadsregio over een langere periode Overzicht van baten en lasten voor resultaatbestemming In het overzicht van baten en lasten voor resultaatbestemming staan de afwijkingen tussen Begroting en Jaarrekening per programma centraal. Dit overzicht van baten en lasten is voor resultaatbestemming, dat wil zeggen voor verrekening met de reserves en verrekening met vooruit ontvangen BDU.

92 Tabel 3.1.2: Overzicht Baten en Lasten per programma Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Baten 01 Openbaar Vervoer Infrastructuur Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid Economie Regionale Woningmarkt Jeugdzorg Algemene Dekkingsmiddelen Totaal Baten Lasten 01 Openbaar Vervoer Infrastructuur Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid Economie Regionale Woningmarkt Jeugdzorg Algemene Dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten 91 Bestuur en Communicatie Bedrijfsvoering Totaal Baten Lasten 91 Bestuur en Communicatie Bedrijfsvoering Totaal Lasten De programmarekening Saldo Baten en Lasten

93 De programmarekening 92 Uit het overzicht blijkt dat er in 2016 bij BDU Programma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur en Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid meer BDU-bijdragen was ontvangen en toegevoegd aan vooruit ontvangen BDU dan was begroot, namelijk 9,2 miljoen euro 1 meer. Ook was er in 2016 bij BDU Programma s minder uitgaven en realisatie onttrokken aan de vooruit ontvangen BDU dan was begroot, namelijk 90,8 miljoen euro minder 2. Voor wat betreft de niet BDU-programma s (Economie, Regionale Woningmarkt en Algemene dekkingsmiddelen) zijn de gezamenlijke baten 0,6 miljoen euro hoger dan begroot. De lasten zijn 0,5 miljoen euro lager dan begroot. Voor de Overhead (Bestuur en Communicatie, en Bedrijfsvoering) is er amper verschil ten opzichte van de begroting. De baten wijken 0,06 miljoen euro (hoger) af en de lasten zijn 0,3 miljoen euro lager. Per saldo heeft dit alles geleid tot een minder negatief Saldo van Baten en Lasten dan begroot (101,4 miljoen euro lager). In het eerste deel bij het jaarverslag is per BDU-programma en niet BDU-programma toegelicht wat de redenen van de overbesteding dan wel onderbesteding is geweest. Incidentele posten Er wordt in de baten en lasten geen onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele posten Resultaatbestemming De resultaatbestemming bestaat uit de verrekeningen met reserves en verrekeningen met vooruit ontvangen BDU. Verrekeningen met reserves en vooruit ontvangen BDU worden uitgevoerd op basis van door de regioraad vastgesteld beleid. Er is dus beleidsvrijheid voor de regioraad in de resultaatbestemming. Tabel 3.1.3: Toevoegingen/Onttrekkingen Reserves en Verrekeningen Vooruit ontvangen BDU (spaarsaldo) Rekening 2016 baten Rekening 2016 lasten Verrekeningen Vooruit ontvangen BDU (spaarsaldo) Saldo Baten en Lasten Toevoegingen/ Onttrekkingen Reserves Resultaat Openbaar Vervoer 02 Infrastructuur Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid Economie Regionale Woningmarkt 97 Algemene Dekkingsmiddelen Rekeningtotalen Bestuur en Communicatie 99 Bedrijfsvoering Rekeningtotalen Totaal Dit betreft het totaal van de verschillen in de baten op de posten 01, 02 en Dit betreft het totaal van de verschillen in de lasten op de posten 01, 02 en 03.

94 Bij de BDU Programma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur en Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid gaat de resultaatbestemming om een onttrekking van of toevoeging aan vooruit ontvangen BDU. Bij de niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt gaat de resultaat-bestemming om een onttrekking aan en vrijval van de reserves van deze niet BDU-programma s omdat die programma s per 31 december 2016 worden beëindigd en geen onderdeel meer zijn van Stadsregio. Bij het overhead onderdeel bedrijfsvoering gaat de resultaatbestemming om een onttrekking aan de reserve vervanging ICT. In het naast- staande overzicht is het overzicht van baten en lasten aangevuld met algemene dekkingsmiddelen en overhead (bestuur en communicatie en bedrijfsvoering). Hiermee is het financiële beeld compleet en geeft het resultaat het rekeningresultaat van de niet BDU-programma s en het resultaat van overhead weer. De hierboven gepresenteerde cijfers in tabel opbouw resultaatbestemming geeft het resultaat weer zoals het voorstel is gedaan tot het nemen van het resultaat van de regioraad van 11 juli Samenstelling resultaat (rekeningresultaat en resultaat overhead) Om een beeld te krijgen van de samenstelling van het resultaat zijn er twee invalshoeken. In paragraaf wordt het resultaat vanuit de invalshoek per programma bezien. In deze paragraaf is ervoor gekozen om als invalshoek de economische categorie te nemen. Ook hier gaat het weer om de verschillen tussen begroot en gerealiseerd. Dat werkt als volgt: Zijn de gerealiseerde baten hoger dan de begrote baten, dan is de bijdrage aan het resultaat positief. De bijdrage aan het resultaat is negatief wanneer minder inkomsten worden gerealiseerd dan begroot. Voor de lasten geldt het omgekeerde. De bijdrage aan het resultaat is positief wanneer de gerealiseerde lasten lager zijn dan de begrote lasten. Een overschrijding van de begrote uitgaven leidt dus tot een negatieve bijdrage aan het resultaat Is de gerealiseerde uitkomst gelijk aan de begrote uitkomst dan is de bijdrage aan het resultaat nul. Het resultaat wordt bepaald door het rekeningresultaat en het resultaat overhead. Omdat het rekeningresultaat alleen wordt bepaald door het gebruik van de algemene middelen, zijn alleen de over- en onderbestedingen van de programma s opgenomen die door de algemene middelen worden gefinancierd, te weten de niet BDUprogramma s Economie en Regionale Woningmarkt. Het resultaat van overhead wordt bepaald door de overen onderbestedingen van overhead (Bestuur en Communicatie en Bedrijfsvoering). 93 De programmarekening

95 Tabel 3.1.4: Samenstelling van het rekeningresultaat over de periode 2012 t/m De programmarekening 94 Baten Gemeentelijke bijdrage Rente opbrengsten Overige baten Bijdrage uit de algemene reserve Baten Lasten Bestuur en Communicatie Projecten, onderzoek en studie Subsidie uitvoering Personeel Overhead Overige posten Lasten Resultaat Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat er in 2016 een positief resultaat is behaald van euro. Het resultaat bestaat uit een rekeningresultaat van euro en een resultaat van overhead van euro Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen en overhead De herkomst van de algemene dekkingsmiddelen van de Stadsregio bestaan uit de gemeentelijke bijdragen, de rente over de algemene reserve en de rente over het betalingsverkeer. De besteding van de algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het saldo van de baten en lasten van de niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt. De besteding van overhead is het saldo van de baten en lasten van de overhead (bestuur en communicatie en bedrijfsvoering). De volgende tabel geeft weer wat de herkomst van de algemene middelen is en hoe de algemene middelen en overhead besteed worden.

96 Tabel 3.1.5: Herkomst en besteding algemene dekkingsmiddelen en overhead Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Herkomst Gemeentelijke bijdrage Rente Totaal Baten Besteding 04 Economie Regionale Woningmarkt Vrije ruimte Overhead: 91 Bestuur en Communicatie Bedrijfsvoering Totaal Lasten Resultaat (rekening resultaat en resultaat overhead) De gemeentelijke bijdrage wordt bepaald door het aantal inwoners per gemeente maal het bedrag per inwoner. In 2016 was het bedrag per inwoner 2,23 euro. In 2016 is door de Stadsregio bijna evenveel ontvangen als begroot. In paragraaf a. Lokale Heffingen is aangegeven hoe de gemeentelijke bijdrage is berekend vaststelling van de jaarrekening dat het dagelijks bestuur het voorstel doet om het positieve rekeningresultaat van euro uit te keren aan haar deelnemers en het resultaat van overhead van euro te verdelen naar de vooruit ontvangen BDU per programma op basis van de procentuele verdeling. 95 De programmarekening Uit het overzicht van baten en lasten uit paragraaf werd duidelijk dat de algemene dekkingsmiddelen slechts een klein deel vormen van de totale baten van de Stadsregio. De algemene dekkingsmiddelen kunnen alleen worden ingezet voor de programma s waarin de regionale beleidsontwikkeling het kenmerkende is, te weten de niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt. Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat het resultaat van de algemene dekkingsmiddelen en het resultaat van overhead samen positief euro bedraagt. Voorstel is om in de voordracht aan de regioraad tot Programma overschrijdende dekkingsmiddelen: de BDU Ieder jaar ontvangt de Stadsregio van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een BDU-uitkering Verkeer en Vervoer. Deze uitkering wordt ingezet voor de BDU-programma s Openbaar Vervoer, Infrastructuur en Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid. De Stadsregio bepaalt zelf zowel de verdeling over de programma s als ook welk deel van de beschikbare BDU daadwerkelijk wordt ingezet per programma. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel de beschikte BDU voor 2016 bedroeg, alsmede welk deel is ingezet.

97 Tabel 3.1.6: Beschikte en inzet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer Jaarrekening 2015 Vastgestelde Begroting 2016 Gewijzigde Begroting 2016 Jaarrekening 2016 Verschil Jaarrekening Gewijzigde Begroting 2016 Beschikbare BDU De programmarekening 96 Beschikte BDU BDU aandeel Openbaar Vervoer BDU aandeel Infrastructuur BDU aandeel Mobiliteitsbeleid Totaal Beschikte BDU Inzet BDU voorgaande jaren BDU OV voorgaande jaren BDU Infra voorgaande jaren BDU V&V voorgaande jaren Totaal Inzet BDU voorgaande jaren Totaal beschikbare BDU Bestemde BDU Inzet BDU BDU inzet Openbaar Vervoer BDU inzet Infrastructuur BDU inzet Mobiliteitsbeleid Totaal ingezette BDU BDU sparen voor komende jaren BDU sparen Openbaar Vervoer BDU sparen Infrastructuur BDU sparen Mobiliteitsbeleid Totaal BDU gespaard Totaal bestemde BDU Resultaat

98 Wanneer de beschikte BDU verschilt van de ingezette BDU dan zijn er drie mogelijkheden: 1. Indien de ingezette BDU lager is dan de beschikte BDU dan wordt het restant gespaard voor uitgaven in komende jaren. De wet BDU biedt deze mogelijkheid waardoor niet ingezette middelen niet terugbetaald hoeven te worden aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. 2. Indien de ingezette BDU hoger is dan de beschikte BDU dan wordt het tekort gedekt door gespaarde vooruit ontvangen BDU uit voorgaande jaren in te zetten. 3. Als gevolg van de ingezette beleidslijn directe financiering bij programma Openbaar Vervoer is de vooruit ontvangen BDU van programma Openbaar vervoer negatief en dus niet meer toereikend. Het ontstane negatieve saldo en de ontoereikendheid moet de komende jaren weer worden ingelopen zodat de vooruit ontvangen BDU van programma Openbaar Vervoer weer positief en toereikend is. Uit het naast- staande overzicht blijkt dat in 2016 bij de BDU-programma s Openbaar Vervoer en Ruimtelijke projecten en Mobiliteitsbeleid de beschikte BDU hoger was dan de ingezette BDU, waardoor de niet ingezette BDU-middelen gespaard konden worden. Deze gespaarde middelen zijn op de balans opgenomen als vooruit ontvangen rijksmiddelen. Bij het BDU-programma Openbaar Vervoer is het negatieve saldo door deze toevoeging iets minder negatief geworden. Bij het BDU-programma Ruimtelijke projecten en Mobiliteitsbeleid kunnen deze gespaarde middelen ingezet worden in komende jaren. Bij het BDU-programma Infrastructuur was de beschikte BDU in 2016 lager dan de ingezette BDU. Deze meer ingezette middelen zijn onttrokken uit de vooruit ontvangen BDU-spaarpot voor Infrastructuur Reserves en vooruit ontvangen (rijks)middelen Op drie plaatsen in de jaarrekening is een toelichting op reserves en vooruit ontvangen rijksmiddelen opgenomen, telkens vanuit een andere invalshoek. Bij de programma s in het jaarverslag is de invalshoek van de toelichting van het programma: wat is er gebeurd op het beleidsterrein. In de balans is een gedetailleerd overzicht van de toevoegingen en onttrekkingen van alle reserves en voorzieningen opgenomen voor het verslagjaar en het daaraan voorafgaande jaar, ofwel 2016 ten opzichte van Deze paragraaf geeft een samenvattend beeld van de vermogenspositie van de Stadsregio over een langere periode, te weten de laatste vijf jaren. 97 De programmarekening

99 Tabel 3.1.7: Overzicht verloop reserves en vooruit ontvangen (rijks)middelen Stand per Stand per Stand per Stand per Stand per Algemene Reserve Algemene Reserve Totaal Algemene reserve Wijziging t.o.v. voorgaand jaar De programmarekening 98 Bestemmingsreserves 01 OV rente Infrastructuur Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid Economie Regionale Woningmarkt Jeugdzorg Algemene reserve Sociaal Plan Koersverschillen Vervanging ICT Totaal bestemmingsreserves Wijziging t.o.v. voorgaand jaar Totaal reserve Wijziging t.o.v. voorgaand jaar Vooruitontvangen (rijks)middelen 01 Openbaar Vervoer Infrastructuur Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid VENOM 04 Economie Jeugdzorg Totaal vooruitontvangen Wijziging t.o.v. voorgaand jaar

100 Uit tabel blijkt dat in 2016 de stand van de algemene reserve is gedaald met euro en is teruggebracht naar 0 euro Deze daling is het gevolg van het volledig vrijvallen van het saldo van de algemene reserve als gevolg van de beëindiging per 31 december 2016 van de door algemene middelen gefinancierde niet BDUprogramma s Economie en Regionale Woningmarkt. De bestemmingsreserves zijn gedaald met 5,8 miljoen euro. Deze daling wordt ook grotendeels verklaard door het volledig vrijvallen van de gelden die bestemd waren voor het sociaal plan en de stimulering impuls voor de niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt die zoals boven al reeds was aangegeven per 31 december 2016 beëindigd zijn. Het totaal aan reserves is hierdoor in 2016 met 7,7 miljoen euro gedaald. Het totaal aan vooruit ontvangen (rijks)middelen is in 2016 iets gedaald (2,5 miljoen euro) ten opzichte van vorig jaar. In het jaarverslag zijn bij de verschillende (BDU)programma s de dalingen en stijgingen van de vooruit ontvangen (rijks)middelen nader toegelicht. 3.2 Balans met toelichting Balans Stadsregio Amsterdam per 31 december 2016 Tabel 3.2.1: Balans Stadsregio Amsterdam per 31 december 2016 ACTIVA A1 Vaste activa A1331 Overige leningen > 1 jaar A1332 Uitzettingen > 1 jaar Totaal Vaste activa Balans met toelichting A2 Vlottende activa A221 Vorderingen op openbare lichamen A222 Verstrekte kasgeldlening A223 Rekening courant verhoudingen A224 Vorderingen op derden A23 Liquide middelen A29 Overlopende activa Totaal Vlottende activa Totaal Activa

101 PASSIVA De Balans met toelichting 100 P1 Vaste passiva Algemene- en bestemmingsreserves P111 Eigen vermogen/algemene reserve P114 Resultaat vorig boekjaar 0 0 P114 Resultaat lopend boekjaar (- verlies) Totaal Vaste passiva P112 Bestemmingsreserves P112 Bestemmingsreserve sociaal plan P112 Bestemmingsreserve koersverschillen Totaal Bestemmingsreserves P2 Vlottende passiva P213 Overige schulden P29b Vooruit ontvangen rijksmiddelen P29c Vooruit ontvangen overig overheid P29d Overlopende passiva Totaal Vlottende passiva Totaal Passiva Balans Activa Balans Passiva Rekening- Couranten 0% Leningen 9% Uitzettingen 15% KBG en vorderingen 50% Vooruitontvangen bedragen 89% Kasgeldleningen 26% Schulden 10% Eigen Vermogen en reserves 1%

102 Grafische weergave van de Balans per 31 december 2016 Activa en Passiva separaat weergegeven. Balans 31 december 2016 Activa: 35% van de middelen van de Stadsregio zijn vastgelegd in uitgegeven (kasgeld)leningen (u/g). Bijna 50% van de middelen zijn liquide middelen ondergebracht bij de BNG en zijn direct opeisbaar. 15% van de middelen zijn de uitzettingen die nu ondergebracht zijn bij ASR Nederland B.V. (was voorheen BNG Capital Management). Balans 31 december2016 Passiva: De verhouding eigen vermogen (EV) en vreemd vermogen (vooruit ontvangen bedragen en schulden) bij de Stadsregio is vreemd vermogen 99% en eigen vermogen 1% A Waarderingsgrondslagen 1. De gehanteerde codering van de balansposten en de toelichting daarop zijn volgens indeling van het CBS, inzake de informatievoorziening voor derden volgens het Besluit, Begroting en Verantwoording (BBV). 2. Valuta: alle in deze jaarrekening gehanteerde bedragen zijn in euro, tenzij anders vermeld. 3. Door afrondingen kunnen er afwijkingen ontstaan tussen balanscijfers en de totaaltellingen van balansspecificaties. A1 Vaste Activa De Stadsregio Amsterdam bezit geen vaste activa als gebouwen, installaties of andere duurzame activa. Meubilair, computers, communicatieapparatuur en vergelijkbare kosten worden in het jaar van aanschaf ten laste van de exploitatie gebracht. A1331 Overige lenigen > 1 jaar: De lening betreft een lening aan EBS en zijn gewaardeerd tegen hun nominale waarde. De rente is achteraf betaalbaar per leningjaar. A1332 Uitzettingen > 1 jaar: De uitzetting in de Kapitaalselectfonds bij het BNG Capital Management (BCM) is in 2016 overgenomen door ASR Nederland B.V. en is nu een uitzetting Kapitaalselectfonds bij ASR Nederland B.V. en worden gewaardeerd op de verkrijgingsprijs (historische kostprijs), conform de BBV artikel (nieuwe artikel volgt nog van de accountant). De marktwaarde wordt gecontroleerd door de accountant van ASR Nederland B.V. en de jaarverslagen van de fondsen worden gedeponeerd bij de Autoriteit Financiële Markten. In het kader van het verplichte schatkistbankieren wordt met ingang van 2013 deze uitzetting in dit en de komende jaren afgebouwd: ieder jaar wordt 1/7e deel aan participaties verkocht. Voor het vaststellen van het te boeken koersresultaat bij verkoop worden eerst de participaties met de hoogste aankoers afgeboekt. Het ontstane koersverschil is verantwoord in de renteverdeling over de programma s. Met deze keuze voor berekening van het resultaat hanteert de Stadsregio dus het voorzichtigheidsbeginsel: lasten nemen zodra ze bekend zijn, baten nemen wanneer ze gerealiseerd zijn. Zie ook 2 paragrafen 2016 Financiering. A2 Vlottende Activa A221 Vorderingen op openbare lichamen: de vorderingen zijn opgenomen voor hun nominale waarde, de Stadsregio hanteert een betaaltermijn van twee weken. A222 Verstrekte kasgeldlening: de kasgeldlening betreft een lening aan de Gemeente Amsterdam met looptijd op balansdatum korter dan één jaar en is opgenomen tegen de nominale waarde. De rente is achteraf betaalbaar. A223 Rekening-courant: de rekening-courant betreft het saldo van de liquiditeitsverhouding met de gemeente Amsterdam en programma Jeugdzorg, ondergebracht bij de afdeling DMO van de gemeente Amsterdam. Deze zijn opgenomen voor hun nominale waarde. In 2016 heeft Stadsregio een eigen bankrekening gekregen en treedt de gemeente Amsterdam niet meer op als financier van de Stadsregio. Het saldo van de gemeente Amsterdam is het restant van de nog af te wikkelen saldo met de gemeente Amsterdam. Het saldo met programma Jeugdzorg betreft verrekeningen van BTW/BCF. A224 Vorderingen op derden: de vorderingen zijn opgenomen voor hun nominale waarde, de Stadsregio hanteert een betaaltermijn van twee weken. A23 Liquide middelen: de direct opeisbare tegoeden bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Stadsregio Amsterdam. A29 Overlopende activa: de overige vorderingen van de Stadsregio allemaal opgenomen voor hun nominale waarde. 101 Balans met toelichting

103 De Balans met toelichting 102 P1 Vaste Passiva P111 Eigen Vermogen: de Algemene reserve is een weerstandsvermogen. Het wordt bepaald door de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico s die de organisatie loopt. De weerstandscapaciteit bestaat uit de mogelijkheden om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat er een directe noodzaak tot bezuinigen optreedt. P112 Bestemmingsreserve Sociaal Plan: Overeenkomstig het regioraadsbesluit van 11 oktober 2011 (in de Halfjaarrapportage 2011) is een bestemmingsreserve aangelegd om de kosten van een sociaal plan bij opheffing van de Stadsregio Amsterdam voor twee jaar te kunnen dekken. De vorming van deze bestemmingsreserve is tot stand gekomen door onttrekkingen aan de algemeneen rentereserves van de programma s. P112 Bestemmingsreserves: reserves ter dekking van specifieke kosten en rentebuffers. Van de positieve verschillen tussen de wettelijke verplichte rente en de werkelijke ontvangen rente zijn per programma reserves gevormd. Toekomstige negatieve renteresultaten zullen ten laste worden gebracht van deze reserves. P114 Resultaat vorig boekjaar is het resultaat van de Stadsregio Amsterdam over het vorige boekjaar, waarover door de regioraad het besluit is genomen om dit uit te keren aan haar deelnemers. P114 Resultaat lopend boekjaar is het resultaat van de Stadsregio Amsterdam voor bestemming door de regioraad. P2 Vlottende Passiva P213 Overige schulden: crediteuren: de crediteuren zijn opgenomen voor hun nominale waarde, de looptijd is korter dan een jaar. P29b Vooruit ontvangen rijksmiddelen: in de toelichting is een specificatie opgenomen, waarin per programma de verplichtingen zijn weergegeven. P29c Vooruit ontvangen overig overheid: in de toelichting is een specificatie opgenomen, waarin per programma de verplichtingen zijn weergegeven. P29d Overlopende passiva: de overige verplichtingen van de Stadsregio Toelichting op de Balans: Activa A Vaste Activa Balans per Activa 2015 en Leningen Uitzettingen KBG en vorderingen Kasgeldleningen Rekening-Couranten boekjaar 2015 boekjaar 2016 Grafische weergave van de Balansstanden Activa per 31 december 2015 en 2016.

104 De grafiek geeft weer dat de leningen ongeveer met 75% zijn afgenomen door de lening u/g aan gemeente Amsterdam in verband met de gewijzigde looptijd van de lening <1 jaar is deze als kasgeldlening u/g opgenomen. Dit is in 2015 ook gebeurd en was het bedrag van de kasgeldlening in /3 deel hoger dan De uitzettingen zijn 1/7 afgenomen door verkoop van participaties in Kas, Bank en Giro (KBG) zijn met 90% toegenomen omdat onze liquide middelen ondergebracht bij de BNG nu in eigen beheer hebben en niet meer ondergebracht zijn als rekening-courant verhouding bij de gemeente Amsterdam. Hierdoor is de rekeningcourant verhouding in 2016 ook nagenoeg nihil geworden. A1331 Overige leningen > 1 jaar Per 31 december 2016 is er nog één resterende lening > 1 jaar die aangegaan is op 29 april 2015 met EBS en die 15 mei 2019 volledig zal zijn afgelost. Het resterende lening bedrag per 31 december 2016 bedraagt euro De aflossing van deze lening wordt periodiek verrekend met de concessiehouder EBS. Tabel 3.2.1: A1331 Overige leningen > 1 jaar Omschrijving lening (in euro s) Datum ingang Datum aflossing Bedrag lening Lening u/g EBS 4 jaar Totaal leningen A1332 Uitzettingen > 1 jaar bij ASR Nederland B.V. -kapitaalmarkt Per 31 december 2016 was een bedrag van euro uitgezet bij twee fondsen van ASR Nederland B.V.: B. Deze uitzettingen waren eerder uitzettingen bij BNG Capital Management maar zij zijn in 2016 overgenomen door ASR Nederland B.V., dus zijn het nu uitzettingen geworden van ASR Nederland B.V. kapitaalmarkt Select Absoluut Rendement Tranche A en 103 Balans met toelichting Tabel 3.2.2: A1332 Uitzettingen > 1 jaar bij ASR Nederland B.V. kapitaalmarkt In Euro s Stand per Toevoeging Onttrekking Dividend op bank Rente / Dividend Stand per Fido kapitaalmarkt Abs.Rend.Tranche. A Abs.Rend.Tranche. B Totaal beleggingen

105 In het kader van het verplichte schatkistbankieren wordt met ingang van 2013 deze uitzetting in zeven opvolgende jaren afgebouwd: ieder jaar wordt 1/7e deel aan participaties verkocht. Het ontstane koersverschil is verantwoord in de renteverdeling over de programma s: Verkoop van participaties (in euro s) Aantal participaties Verkoop gemiddelde koers Verkoop waarde Koersresultaat Uittredingsfee De Balans met toelichting 104 Fido kapitaalmarkt Abs.Rend.Tranche. A Abs.Rend.Tranche. B Het interim-dividend over 2016 voor Tranche A bedraagt euro en voor Tranche B euro. Beide bedragen zijn bijgeschreven op onze in eigen beheer zijnde BNG-bankrekening. Een vergoeding voor beheerder fee krijgt de Stadsregio per kwartaal achteraf vergoed via de Kasbank, die door de Stadsregio wordt aangemerkt als ontvangen rente. Aan beheerder ASR Nederland B.V. wordt beheerkosten betaald die door de Stadsregio wordt aangemerkt als betaalde rente. Per saldo heeft de Stadsregio over euro aan netto beheerder fee ontvangen: In Euro s Beheerdersfee Beheerskosten Netto beheerdersfee B Vlottende Activa A221 Vorderingen op openbare lichamen De vorderingen op de gemeenten en publiekrechtelijke lichamen van de Stadsregio Amsterdam betreffen bijdragen en/of te ontvangen doorbelastingen van de deelnemende partijen. Onder de vorderingen op openbare lichamen is ook opgenomen de vordering terug te ontvangen van de belastingdienst BTW Compensatiefonds (BCF) over 2016.

106 Tabel 3.2.3: Specificatie van de vorderingen op openbare lichamen In Euro s Vorderingen op gemeenten Bedrag Gemeente Almere Gemeente Amstelveen Gemeente Amsterdam Gemeente Beverwijk 895 Totaal vorderingen op Gemeenten Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen DOVA Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Belastingdienst (BTW compensatie fonds) Totaal vorderingen op Publiekrechtelijke lichamen Totaal Vorderingen op openbare lichamen A222 Verstrekte kasgeldleningen Per 18 december 2014 is er een lening aangegaan met de Gemeente Amsterdam voor 68 miljoen euro. Aflossing gebeurt per einddatum van de lening. De rente is betaalbaar per de 18e december van elk jaar. 105 Balans met toelichting Tabel 3.2.4: Specificatie van Kasgeldleningen Omschrijving lening (in euro s) Datum ingang Datum aflossing Bedrag lening Lening u/g 3 jaar 0,31% Totaal kasgeldleningen A223 Rekening-Courant Tabel 3.2.5: Specificatie van de Rekening-courant In Euro s Rekening-courant Gemeente Amsterdam 345 Rekening-courant dienst Jeugdhulpverlening Totaal Rekening courant

107 In 2016 heeft Stadsregio een eigen bankrekening gekregen en treedt de gemeente Amsterdam niet meer op als financier van de Stadsregio. Het saldo van de gemeente Amsterdam is het restant van de nog af te wikkelen saldo met de gemeente Amsterdam. Rekening courant dienst Jeugdhulpverlening bestaat uit het resultaat van Jeugdhulp zorg en een deel nog te verrekenen BTW/BCF voor de Jeugdhulpverlening. A224 Vorderingen op derden De Vorderingen op derden betreft de onder andere de bijdrage in programma 01 Openbaar Vervoer. De Balans met toelichting 106 Tabel 3.2.6: Specificatie van de vorderingen op derden In Euro s 01 Openbaar Vervoer Schiphol Nederland BV Totaal vorderingen op derden A23 Liquide middelen In 2016 heeft Stadsregio een eigen bankrekening in eigen beheer gekregen (BNG-betaalrekening ). Hierdoor heeft Stadsregio gemeente Amsterdam niet meer nodig als financier en dus zijn hierdoor de rekeningcourant met gemeente Amsterdam en rekening-courant met ING-bank ook niet meer nodig. In het kader van verplichte schatkistbankieren worden alle overtollige liquide middelen afgeroomd en automatisch overgemaakt op onze BNG (schatkist)bankrekening Tabel 3.2.7: Specificatie Liquide middelen In Euro s BNG bankrekening BNG (schatkist)bankrekening BNG bankrekening Totaal Liquide middelen A29 Overlopende activa De overlopende activa betreffen verrekening van de zogenaamde Bosgelden, nog te ontvangen afrekeningen en bijdragen in projecten van de Stadsregio, de nog te ontvangen rente per 31 december 2016 over de diverse liquide middelen en vooruitbetaalde bedragen voor diverse programma s.

108 Tabel 3.2.8: Specificatie overlopende activa In Euro s Rechten Bedrag 01 Openbaar Vervoer Bosgelden Connexxion EBS aflossing en overig GVB Activa Overig Infrastructuur Diverse instellingen Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Gemeente Amsterdam Ruimte & Duurzaamheid Overige rechten ASR beheerfee Rente leningen u/g Rente EBS Overig Balans met toelichting Totaal overlopende rechten Voorutbetaalde bedragen 01 Openbaar Vervoer Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Overige Totaal voorutbetaalde bedragen Totaal overlopende activa

109 3.2.3 Toelichting op de Balans: Passiva Balans per Passiva 2015 en De Balans met toelichting Eigen Vermogen en reserves Schulden Vooruitontvangen bedragen boekjaar 2015 boekjaar Grafische weergave van de Balansstanden Passiva per 31 december 2015 en De grafiek geeft vooral weer dat ten opzichte van 2015 in 2016 iets minder rijksmiddelen zijn ingezet dan ontvangen. Het eigen vermogen is ten opzichte van 2015 iets gedaald in verband met de vrijval van het saldo van de algemene reserve en bestemmingsreserves als gevolg van de beëindiging per 31 december 2016 van de door algemene middelen gefinancierde niet BDUprogramma s Economie en Regionale Woningmarkt. De schulden op korte termijn en overlopende posten zijn ten opzichte van 2015 iets toegenomen A Vaste Passiva P111 Eigen Vermogen/ Algemene reserve De Algemene reserve dient als weerstandsvermogen voor het opvangen van risico s en is bestemd voor het voorkomen van grote fluctuaties in de benodigde financiële bijdrage van gemeenten. Zie voor een inventarisatie de paragraaf b Weerstandsvermogen. Tabel 3.2.9: Verloop van de Algemene reserve In Euro s Saldo per Af: vrijval algemene reserve Saldo per Algemene reserve In verband met de beëindiging per 31 december 2016 van de door de algemene middelen gefinancierde niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt is de algemene reserve, dus het weerstandsvermogen, niet meer nodig en is het om deze reden vrijgevallen en teruggebracht naar 0 euro.

110 P112 Bestemmingsreserves Tabel : Verloop van de bestemmingsreserves In Euro s Stand per Af: Onttrekkingen Bij: Dotaties Stand per Programma Reserve 04 Economie / Stimuleringimpuls Reg. Woningmarkt 05 Regionaal Woningmarkt Reserve BLS Totaal reserve programma's Overige Reserve Bedrijfsvoering Reserve vervanging ICT Algemene Dekkingsmiddelen Reserve Sociaal Plan Algemene Dekkingsmiddelen Reserve koersverschillen Totaal overige reserves Totaal Reserves In verband met de beëindiging per 31 december 2016 van de door de algemene middelen gefinancierde niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt zijn de bestemmingsreserves Stimulering impuls en Reserve BLS (Besluit Locatie gebonden Subsidies) voor de programma s Economie en Regionale Woningmarkt niet meer nodig en zijn om deze reden vrijgevallen en teruggebracht naar 0 euro. de jaarrekening doet het dagelijks bestuur het voorstel om het deel van de positieve rekeningresultaat van euro over te schrijven naar de deelnemende gemeenten en het positieve resultaat overhead van euro te verdelen naar de vooruit ontvangen BDU per programma op basis van de procentuele verdeling B Vlottende Passiva 109 Balans met toelichting Aan reserve vervanging ICT is de reguliere jaarlijkse dotatie van euro toegevoegd en is er euro onttrokken voor de aanschaf van een nieuw financieel systeem. Aan reserve koersverschillen is in euro vrijgevallen in verband met de afbouw van de uitgezette middelen hiervoor. P114 Resultaat lopend boekjaar Financieel gezien heeft 2016 voor de Stadsregio Amsterdam een positief resultaat (na bestemming) opgeleverd van euro. Het resultaat is toegelicht in de programmarekening (paragraaf 3.1). In de voordracht aan de regioraad tot vaststelling van Het overzicht van de overige schulden crediteuren is de specificatie van balanspost P 213. De schuld aan Publiekrechtelijke lichamen betreft voornamelijk aan de provincie Noord-Holland voor de bijdrage vervanging panelen Amstel-Meerlanden. De schuld aan de gemeenten van de Stadsregio Amsterdam bestaat voornamelijk uit de bijdrage aan gemeente Amsterdam voor busstroken Vorticellaweg. De schuld aan derden bestaat vooral uit te betalen facturen voor investeringen Amsterdam Metro Systeem en aanschaf materialen door gemeentelijke vervoersbedrijf.

111 Tabel : Specificatie overige schulden: crediteuren In Euro s De Balans met toelichting 110 Schulden aan publiekrechtelijke lichamen: Bedrag Provincie Noord-Holland Diverse instellingen Totaal Publiekrechtelijke lichamen Schulden aan gemeenten: Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam (subsidies) Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Zaanstad (subsidies) Totaal gemeenten Schulden aan derden: Diverse crediteuren Totaal Overige schulden: crediteuren P29b Vooruit ontvangen bedragen rijksmiddelen Het overzicht van vooruit ontvangen rijksmiddelen is de specificatie van balanspost P29b.

112 Tabel : Verloop vooruit ontvangen rijksmiddelen In Euro s Saldo per Af: Onttrekkingen Transfers (Af = min) Bij: Toevoegingen Saldo per Openbaar Vervoer Vooruitontvangen middelen BDU Openbaar Vervoer Transfers Tussen BDU programma's Vooruitontvangen middelen BDU Bos Zaanstad Vooruitontvangen middelen BDU Bos Haarlemmermeer Totaal Openbaar Vervoer Infrastructuur Vooruitontvangen middelen BDU Infrastructuur Transfers Tussen BDU programma's Vooruitontvangen middelen Amstelveenlijn Totaal Infrastructuur Ruimtelijke projecten en Mobiliteitsbeleid Vooruitontvangen middelen BDU Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Vooruitontvangen middelen Proef betaald rijden Vooruitontvangen middelen VENOM Totaal Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Balans met toelichting Totaal vooruit ontvangen rijksmiddelen Toelichting: Het overzicht van vooruit ontvangen rijksmiddelen geeft de specificatie naar (BDU)programma s en daarbinnen naar specifieke onderwerpen van het betreffende (BDU)programma. De specificatie per (BDU)programma is bedoeld om weer te geven op welke wijze de nog beschikbare middelen zijn besteed. In de kolom toevoegingen zijn de bijdragen per (BDU)programma weergegeven op specifieke onderwerpen. In de kolom onttrekkingen zijn de uitgaven en realisatie per (BDU) programma op specifieke onderwerpen weergegeven. Transfer binnen de BDU tussen programma Openbaar Vervoer en programma Infrastructuur Het dagelijks bestuur had op 8 oktober 2015 besloten in te stemmen met een interne balansmutatie. Op basis van dit DB besluit werd een bedrag van de vooruit ontvangen middelen bij (BDU)programma Infrastructuur overgeheveld naar de (BDU)programma Openbaar Vervoer, zodanig dat de stand van de vooruit ontvangen middelen voor (BDU) programma Openbaar Vervoer per saldo op nul uitkwam. Alleen heeft de regioraad op 11 oktober 2016 besloten om de bovenstaande interne overheveling balansmutatie te corrigeren en deze aan te passen in 2016.

113 P29c Vooruit ontvangen bedragen overig overheid Het overzicht van vooruit ontvangen overig overheid is de specificatie van balanspost P29c. Tabel : Verloop vooruit ontvangen middelen overig overheid In Euro s Saldo per Af: Onttrekkingen Transfers (Af = min) Bij: Toevoegingen Saldo per De Balans met toelichting Infrastructuur Vooruitontvangen middelen Amstelveenlijn Vooruitontvangen middelen MRA Spoordossier Totaal Infrastructuur Ruimtelijke projecten en Mobiliteitsbeleid Vooruitontvangen middelen Luchtkwaliteit Vooruitontvangen middelen VENOM Totaal Ruimtelijke Projecten & Mobiliteitsbeleid Economie Vooruitontvangen middelen derden Totaal Economie Jeugdzorg Voorutontvangen middelen derden Totaal Jeugdzorg Totaal vooruit ontvangen middelen overig overheid Toelichting: Het overzicht van vooruit ontvangen middelen overig overheid geeft de specificatie naar vooruit ontvangen middelen van gemeenten en overige publiekrechtelijke lichamen per programma en daarbinnen naar specifieke onderwerpen. De specificatie per programma is bedoeld om weer te geven op welke wijze de nog beschikbare middelen zijn besteed. In de kolom toevoegingen zijn de ontvangen middelen per programma weergegeven op specifieke onderwerpen. In de kolom onttrekkingen zijn de uitgaven en bestedingen per programma op specifieke onderwerpen weergegeven. P29d Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen nog te betalen bedragen en afwikkeling van verplichtingen met betrekking tot specifieke projectkosten, studiekosten, onderzoekkosten en overige kosten verdeeld naar nog te betalen bedragen per programma en nog te betalen overige algemene bedragen.

114 Tabel : Specificatie overlopende passiva In Euro s Afwikkeling verplichtingen Bedrag 01 Openbaar Vervoer Diverse verplichtingen < GVB Activa EBS Infrastructuur Diverse verplichtingen < Gemeente Amsterdam Gemeente Haarlemmermeer MeT Provincie Noord-Holland Ruimtelijke Projecten en Mobiliteitsbeleid Diverse verplichtingen < Diverse verplichtingen project "Beter Benutten" Gemeente Amsterdam Economie Diverse verplichtingen < Gemeente Amsterdam Regionale Woningmarkt Diverse verplichtingen < Balans met toelichting Overig Bestuur en communicatie Diverse verplichtingen < Bedrijfsvoering Diverse verplichtingen < Overlopende passiva Algemene Dekkingsmiddelen ASR beheerskosten Terugbetalen niet bestede bijdragen Economie en Regionaal Woningmarkt Overig Loonheffingen Vakantiegeld Pensioenpremies Overige salarissen Totaal overlopende passiva

115 De Balans met toelichting 114 Als gevolg van de beëindiging per 31 december 2016 van de door algemene middelen gefinancierde niet BDU-programma s Economie en Regionale Woningmarkt worden alle niet bestede middelen gevormd op de algemene reserve en bestemmingsreserves door vrijval hiervan weer terugbetaald van 7,1 miljoen euro aan de deelnemende gemeenten van Stadsregio Amsterdam Wet Normering Topinkomens (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stadsregio Amsterdam van Leidinggevende topfunctionarissen toepassing zijnde regelgeving: Het algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Stadsregio Amsterdam is euro. Het weergegeven individuele WNT-maximum is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het individuele WNT-maximum voor de leden van Raad van Toezicht en Raad van Commissarissen bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van het dienstverband. Bezoldiging topfunctionarissen bedragen x 1 A. Joustra (2016) A. Joustra (2015) Functie(s) Secretaris Secretaris Duur dienstverband Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0 Gewezen topfunctionaris? Nee Nee (Fictieve) dienstbetrekking? Nee Nee Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen 0 0 Beloningen betaalbaar op termijn Totaal Bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding: n.v.t. n.v.t.

116 Toezichthoudende topfunctionarissen E.E. van der Laan D. Bijl P.J.M. Litjens bedragen x Functie(s) voorzitter voorzitter (vice)voorzitter (vice)voorzitter DB-lid DB-lid Duur dienstverband Bezoldiging Beloning 613,30 608,74 749,62 744,04 613,30 608,74 Belastbare 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 op termijn Totaal Bezoldiging 613,30 608,74 749,62 744,04 613,30 608,74 Toepasselijk WNT-maximum , , , , , ,00 Motivering indien n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. overschrijding: A.J.M. Scholten D.D. Straat D. Reneman bedragen x Functie(s) DB-lid DB-lid DB-lid DB-lid DB-lid DB-lid Duur dienstverband Balans met toelichting Bezoldiging Beloning 613,30 608,74 749,62 744,04 749,62 744,04 Belastbare 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 op termijn Totaal Bezoldiging 613,30 608,74 749,62 744,04 749,62 744,04 Toepasselijk WNT-maximum , , , , , ,00 Motivering indien n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. overschrijding:

117 S. Kukenheim bedragen x Functie(s) DB-lid DB-lid Duur dienstverband De Balans met toelichting 116 Bezoldiging Beloning 613,30 608,74 Belastbare onkostenvergoedingen 0,00 0,00 Beloningen betaalbaar op termijn 0,00 0,00 Totaal Bezoldiging 613,30 608,74 Toepasselijk WNT-maximum , ,00 Motivering indien overschrijding: n.v.t. n.v.t. Algemene bestuursleden, leden regioraad 2016 Vergoeding voor burgemeesters en wethouders welke is overgemaakt aan de betrokken gemeente Gemeente Naam Periode Dienstverband Totaal Bezoldiging (2016) Totaal Bezoldiging (2015) Aalsmeer Kluis A.C t/m wethouder 187,41 682,02 Uithoorn Polak M.D t/m wethouder 749,62 744,04 Wormerland Tange P.C t/m burgemeester 749,62 744,04 Totaal bezoldiging regio raadsleden Gemeente Naam Periode Dienstverband Totaal Bezoldiging (2016) Totaal Bezoldiging (2015) Aalsmeer Diemen-Kreeft, M. van t/m n.v.t. 687,15 744,04 Verlaan T.F.M t/m n.v.t. 62,47 0,00 Kuin D t/m n.v.t. 553,22 0,00 Amstelveen Bakker J.W t/m n.v.t. 749,62 676,40 Bergh H.J. van den t/m n.v.t. 749,62 676,40 Vervenne W.B t/m n.v.t. 749,62 676,40 Waal E. van der t/m n.v.t. 749,62 676,40 Wijnen T.K. van t/m n.v.t. 749,62 676,40

118 Amsterdam Alberts-Oosterbaan R t/m n.v.t. 613,30 608,74 Bakker N.T t/m n.v.t. 613,30 608,74 Berg P.J.M. van den t/m n.v.t. 613,30 608,74 Blom, S.R.H t/m n.v.t. 613,30 608,74 Boldewijn H.B t/m n.v.t. 613,30 608,74 Bruggencate M. ten t/m n.v.t. 613,30 608,74 Ernsting, Z.D t/m n.v.t. 613,30 608,74 Flentge E.A t/m n.v.t. 613,30 608,74 Groen, R.J t/m n.v.t. 613,30 608,74 Heuvel M.E van den t/m n.v.t. 613,30 608,74 Lammeren J.F.W. van t/m n.v.t. 613,30 608,74 Mbarki S t/m n.v.t. 613,30 608,74 Osselaer J.P.D. van t/m n.v.t. 511,09 608,74 Glaubitz B.O.J.R t/m n.v.t. 0,00 0,00 Poot M.C.G t/m n.v.t. 0,00 405,83 Torn, R.K t/m n.v.t. 613,30 253,63 Ree D.A. van der t/m n.v.t. 459,98 608,74 Dijk T.W t/m n.v.t. 153,32 0,00 Soest W. van t/m n.v.t. 613,30 608,74 Ünver E t/m n.v.t. 613,30 608,74 Vink B.L t/m n.v.t. 613,30 608,74 Vroege J.S.A t/m n.v.t. 613,30 608,74 Beemster Dings J.R.P.L t/m n.v.t ,68 Diemen Haan K. de t/m n.v.t. 613,30 608,74 EdamVolendam Karregat E.A.M t/m n.v.t ,68 Raaij, T.M.C. van t/m n.v.t ,68 Schilder G.J t/m n.v.t. 0,00 811,68 Jong, A. de t/m n.v.t ,00 Haarlemmermeer Booij-van Eck, M t/m n.v.t. 749,62 744,04 Dijk M.W. van t/m n.v.t. 749,62 744,04 Erve B. van der t/m n.v.t. 0,00 310,00 Meegdes J.P t/m n.v.t. 749,62 744,04 Mulder N.F t/m n.v.t. 749,62 744,04 Sedee-Schuitemaker M.L t/m n.v.t. 749,62 744,04 Spijker, H.P t/m n.v.t. 749,62 744,04 Landsmeer Jong M. de t/m n.v.t. 681,46 676,40 Oostzaan Dral R.M t/m n.v.t. 749,62 744,04 OuderAmstel Bos J t/m n.v.t. 678,93 676,40 Purmerend Aslander H t/m n.v.t. 749,62 744,04 Daan B t/m n.v.t. 0,00 62,00 Elden, B. van t/m n.v.t. 749,62 682,02 Jong T. de t/m n.v.t. 749,62 744, Balans met toelichting

119 De Balans met toelichting 118 Uithoorn Gasseling-Boone P.D t/m n.v.t. 437,28 744,04 Hoekstra F t/m n.v.t. 312,34 0,00 Waterland Wortel J.J t/m n.v.t. 749,62 744,04 Zaanstad Mathkor-van Bennekom R t/m n.v.t. 749,62 744,04 Molenaar A t/m n.v.t. 749,62 744,04 Brekelmans T t/m n.v.t. 562,22 744,04 Vries J. de t/m n.v.t. 187,40 0,00 Mutluer S t/m n.v.t. 374,81 744,04 Pietersma T t/m n.v.t. 0,00 0,00 Ram G.J t/m n.v.t. 749,62 744,04 Swagerman, N t/m n.v.t. 749,62 744,04 Fractievergoeding van meermansfractie, aan de fractie zelf uitgekeerd tot en met 31 december 2016 Gemeente Naam Periode Dienstverband Totaal bezoldiging Haarlemmermeer Spijker, H.P t/m FORZA! H meer 72,80 Haarlemmermeer Dijk M.W t/m Eén H'meer 72,80 Fractievergoeding van meermansfractie, aan de fractie zelf uitgekeerd tot en met 31 december 2016 Fractie Periode Aantal fractieleden Totaal Bezoldiging CDA t/m ,40 D t/m ,80 GroenLinks t/m ,40 PvdA t/m ,00 VVD t/m ,20 Fractievergoeding van meermansfractie, aan de fractie zelf uitgekeerd tot en met 31 december 2015 Fractie Periode Aantal fractieleden Totaal Bezoldiging CDA t/m ,66

120 Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Niet van Toepassing Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2016 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2016 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd Niet uit de balans blijkende langlopende verplichtingen Met een contractenregister houdt de Stadsregio langlopende verplichtingen bij die niet op de balans zijn opgenomen. De in financieel opzicht belangrijkste langlopende verplichtingen zijn de met vervoersbedrijven afgesloten concessieovereenkomsten voor de concessie Amsterdam, Amstelland/Meerlanden, Waterland en Zaanstreek. In de toelichting op de cijfers bij het BDU-programma Openbaar Vervoer is in het programmaverslag het totaal van de jaarlijkse uitgaven per concessie opgenomen. Tevens loopt er een langlopende verplichting van 1 juli 2014 tot 1 december 2022 met de gemeente Amsterdam voor de huur van het pand aan de Jodenbreestraat 25 te Amsterdam. De (aanvang)huurprijs van het gehuurde bedraagt ad euro op jaarbasis. 119 Balans met toelichting

121

122 4 BIJLAGEN

123 SiSa 122

124 SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2016 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 10 januari SiSa

125 Bijlage 2: Afkortingenlijst Afkorting Betekenis A AMSYS Amsterdam Metro System AROV Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer Afkortingenlijst 124 B BBROVA Beter Benutten Regionaal Openbaar Vervoer Amsterdam BBV Besluit Begroting en Verantwoording BCF BTW Compensatiefonds BDU Brede Doeluitkering BJZ Bureau Jeugdzorg BLS Besluit Locatiegebonden Subsidies BONRoute Regionaal mobiliteitsfonds Bereikbaarheidsoffensief Noordelijke Randstad BTW Belasting over Toegevoegde Waarde C Cie Commissie D DB Dagelijks Bestuur divv Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (van de Gemeente Amsterdam) DRIP Dynamisch Route Informatie Paneel DRO Dienst Ruimtelijke Ordening (van de Gemeente Amsterdam) DVM Dynamisch verkeersmanagement E EKC Eigen Kracht Conferenties EMTA European Metropolitan Transport Authorites EZ Economische Zaken G GGB Gebiedsgericht Benutten GGM Generiek Gezinsmanagement GVB Gemeentelijk Vervoerbedrijf (gemeente Amsterdam) GVI Geo en Vastgoedinformatie H HOV Hoogwaardig Openbaar Vervoer HSL Hoge Snelheidslijn I IBA Ingenieursbureau Amsterdam (gemeente Amsterdam) ICT Informatie- en Communicatietechnologie J JZ Juridische Zaken of Jeugdzorg

126 K KAR Korte Afstandsradio KPVV Kennisplatform Verkeer en Vervoer L LWI Landelijk Werkende Instellingen M MER Milieu Effect Rapportage MeT Metro en Tram MIP Meerjaren Investeringsprogramma MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport MKB Midden- en Kleinbedrijf MOP Meerjaren Ontwikkelingsplan MT Managementteam O OV Openbaar Vervoer OV SAAL Openbaar Vervoer Schiphol Amsterdam Almere Lelystad P PHB Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen PHO Portefeuillehouderoverleg PHS Programma Hoogfrequent Spoor Plabeka Platformen Bedrijven en Kantoren PMB Projectmanagement Bureau (gemeente Amsterdam) PRES Platform Regionaal Economische Structuur 125 Afkortingenlijst R R&M Ruimte en Mobiliteit RAR Reizigers Adviesraad RRAAM Rijk- en Regioprogramma Amsterdam, Almere, Markermeer RVVP Regionaal Verkeer- en Vervoersplan RWS Rijkswaterstaat S SKVV Samenwerkende Kaderwetgebieden Verkeer en Vervoer SMASH Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer U UVP Uitvoeringsplan RVVP V V&V Verkeer en Vervoer VAT Voorbereiding, Administratie en Toezicht W WGR+ Wet Gemeenschappelijke Regeling WPV Wet Personenvervoer

127

128 5 ACCOUNTANTSVERKLARING

129 Accountantsverklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Vervoerregio Amsterdam Ref.: e Aan: de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam Verklaring over de jaarrekening 2016 Accountantsverklaring Ons oordeel Naar ons oordeel: geeft de in deze jaarstukken opgenomen jaarrekening (pagina 89 t/m 123) een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de activa en passiva per 31 december 2016 en van de baten en lasten over 2016, in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV); zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2016 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen, in overeenstemming met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen en de bepalingen, waaronder gemeentelijke verordeningen 128 Wat we hebben gecontroleerd Wij hebben de in deze jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016 van Stadsregio Amsterdam te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit: de balans per 31 december 2016; het overzicht van baten en lasten over 2016; de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen; de SiSa-bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen. Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is het BBV. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en de Regeling controleprotocol Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) 2016 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Fascinatio Boulevard 350, 3065 WB Rotterdam, Postbus 8800, 3009 AV Rotterdam T: , F: , PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK ) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

130 Onafhankelijkheid Wij zijn onafhankelijk van Stadsregio Amsterdam zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij Assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit De reikwijdte van onze controle wordt beïnvloed door het toepassen van materialiteit. Het begrip materieel belang wordt toegelicht in de sectie Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie voor de jaarrekening als geheel is bepaald op (2015: ), waarbij de bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie voor fouten 1% bedraagt en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves, zoals voorgeschreven in artikel 2 lid 1 Bado. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in de Regeling controleprotocol WNT Wij zijn met de regioraad overeengekomen dat wij aan de regioraad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de (2015: ) rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve of WNT-redenen relevant zijn. 129 Accountantsverklaring Verklaring over de in het jaarrapport opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvatten de jaarstukken andere informatie, die bestaat uit het jaarverslag, waaronder het programmaverslag en de paragrafen. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; alle informatie bevat die op grond van het BBV is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Gemeentewet en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het jaarverslag in overeenstemming met het BBV.

131 Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole Accountantsverklaring 130 Verantwoordelijkheden van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor: het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met het BBV, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het BBV; en voor de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen; en ten slotte een zodanige interne beheersing die het dagelijks bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. De regioraad is als kaderstellend en controlerend orgaan op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stadsregio. Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Ons controleoordeel beoogt een redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring. Rotterdam, 12 juli 2017 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door drs. A.E. Gerritsma RA

132 Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2016 van Stadsregio Amsterdam In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt. De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), het controleprotocol WNT, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze doelstelling is om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening vrij van materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude is. Onze controle bestond onder andere uit: het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing van de Stadsregio. het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de Stadsregio. het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het dagelijks bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan. het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte criteria voor de financiële rechtmatigheid en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan. het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen. 131 Accountantsverklaring Wij communiceren met de raad onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

133 Colofon Fotografie: Arjen Vos Menno Herstel Maurice Boyer Debby Lieuw-On Graphic Dynamics Jaap Wals Samuel Dhote Vormgeving: Graphic Dynamics 132

134 Vijftien gemeenten samen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling. De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad vormen samen de Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam Postbus 626, 1000 AP Amsterdam Telefoon Internet

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2015

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2015 JAARVERSLAG EN JAARREKENING JAARVERSLAG EN JAARREKENING 1 De vijftien gemeenten Beemster Gemeente Aalsmeer Drie Kolommenplein 1 Postbus 253 1430 AG Aalsmeer Tel 0297-387575 Fax 0297-387676 Gemeente Diemen

Nadere informatie

4/14/2015. Informatiebijeenkomst Investeringsagenda Fiets, Stadsregio Amsterdam

4/14/2015. Informatiebijeenkomst Investeringsagenda Fiets, Stadsregio Amsterdam 4/14/2015 Informatiebijeenkomst Investeringsagenda Fiets, Stadsregio Amsterdam Fiets: de trends en ontwikkelingen De Stadsregio Amsterdam en haar doelen voor regionale (fiets)bereikbaarheid Oplossingen

Nadere informatie

Regionale Samenwerking in de metropool

Regionale Samenwerking in de metropool Regionale Samenwerking in de metropool Deelregio Zaanstreek - Waterland Datum: 25 april 2016 Inhoud 1. Inleiding Wat is de regio? 2. Concept voorstel Metropoolregio Amsterdam Hoe organiseren we het netwerk

Nadere informatie

Amsterdam maakt ruimte

Amsterdam maakt ruimte Amsterdam maakt ruimte 1 oktober 2019 Agenda Amsterdam Autoluw Bijlage 1 Een leefbare en toegankelijke stad in cijfers - Basiscijfers Verplaatsingen van/naar/binnen Amsterdam per vervoermiddel door bewoners

Nadere informatie

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman Vergaderdatum Regioraad (16-10-2018) Agendapunt CONCEPT Onderwerp Programmabegroting 2019-2022 Portefeuillehouder Dhr. Reneman Van de Regioraad wordt gevraagd: 1 Kennis te nemen van de ontvangen zienswijzen

Nadere informatie

Regionale Samenwerking in de metropool

Regionale Samenwerking in de metropool Regionale Samenwerking in de metropool Deelregio Zaanstreek - Waterland Datum: 20 april 2016 Inhoud 1. Inleiding Wat is de regio? 2. Concept voorstel Metropoolregio Amsterdam Hoe organiseren we het netwerk

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1295915 Datum: Portefeuillehouder: 24 mei 2016 Don Bijl Afdeling / Team: DIR / CS Behandeld door: A. Heiner Onderwerp: Wijziging

Nadere informatie

JAARVERSLAG EN JAARREKENING

JAARVERSLAG EN JAARREKENING JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2014 1 De zestien gemeenten Beemster Zeevang Gemeente Aalsmeer Drie Kolommenplein 1 Postbus 253 1430 AG Aalsmeer Tel 0297-387575 Fax 0297-387676 Zaanstad Wormerland Oostzaan

Nadere informatie

Besluiten en voorstellen van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam Afdeling Communicatie Postbus 626 1000 AP Amsterdam tel.

Besluiten en voorstellen van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam Afdeling Communicatie Postbus 626 1000 AP Amsterdam tel. Besluiten en voorstellen van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam Afdeling Communicatie Postbus 626 1000 AP Amsterdam tel. 020-5273722 Nieuws uit het DB 3 april 2014 Subsidies kleine infrastructuur

Nadere informatie

JAARVERSLAG EN JAARREKENING

JAARVERSLAG EN JAARREKENING JAARVERSLAG EN JAARREKENING 1 De zestien gemeenten Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Aalsmeer Diemen Oostzaan Waterland Drie Kolommenplein 1 D.J. den Hartoglaan 1 Kerkbuurt 14 Pierebaan 3 Postbus 253

Nadere informatie

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2012

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2012 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2012 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2012 DE ZESTIEN GEMEENTEN Beemster Zeevang Gemeente Aalsmeer Drie Kolommenplein 1 Postbus 253 1430 AG Aalsmeer Tel 0297-387575 Fax 0297-387676

Nadere informatie

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014 B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014 Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer Concept 10 september, versie ten behoeve van de stuurgroep vervoerregio van 18 september Convenant tussen

Nadere informatie

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 DE ZESTIEN GEMEENTEN Beemster Zeevang Gemeente Aalsmeer Drie Kolommenplein 1 Postbus 253 1430 AG Aalsmeer Tel 0297-387575 Fax 0297-387676

Nadere informatie

- dhr. M.J. Bezuijen (DB) - dhr. R. Koster - dhr. A. Koster. - mw. D. Abbas - mw. E.A. Wensing-Weber

- dhr. M.J. Bezuijen (DB) - dhr. R. Koster - dhr. A. Koster. - mw. D. Abbas - mw. E.A. Wensing-Weber OPLEGNOTITIE Onderwerp: Benoemen leden in de nieuwe Regioraad van de Stadsregio Amsterdam - dhr. M.J. Bezuijen (DB) - dhr. R. Koster - dhr. A. Koster - mw. D. Abbas - mw. E.A. Wensing-Weber - dhr. C.H.

Nadere informatie

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer 1 december 2014, eindversie ten behoeve van de ondertekening door de vertegenwoordigers van het het openbaar lichaam Stadsregio Amsterdam, de gemeenten

Nadere informatie

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente 1 Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente Fact sheet augustus 15 Net als Amsterdammers kopen bewoners in de Amsterdamse regio steeds meer niet-dagelijkse producten (kleding, muziek, interieurartikelen)

Nadere informatie

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019 Thema-avond D66 OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019 1 Agenda 1. Opening/mededelingen 2. Kennismaking 3. OV concessie aanbesteding Zaanstreek-Waterland 4. A7 corridor: opties en gevolgen voor Purmerend

Nadere informatie

Bekijk de nieuwsbrief in uw browser. Nieuwsbrief Bestuursinformatie - 6 juli Bestuursinformatie

Bekijk de nieuwsbrief in uw browser. Nieuwsbrief Bestuursinformatie - 6 juli Bestuursinformatie Bekijk de nieuwsbrief in uw browser Nieuwsbrief Bestuursinformatie - 6 juli 2017 Bestuursinformatie Lees in deze nieuwsbrief over de uitkomsten van de vergaderingen van het dagelijks bestuur en de regioraad

Nadere informatie

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013 Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem Jaarverslag en jaarrekening 2013 Algemeen: P&C cyclus Algemeen: verantwoording Terugkijken Wat hebben we bereikt? Wat hebben we gedaan? Wat heeft het gekost?

Nadere informatie

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde 3 december 2014 Inhoud Het probleem. De oplossing: NSL. Totstandkoming en werking NSL. Belangrijke peilers: Maatregelen Monitoring

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling 2012. Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2012. Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2012 Stadsregio Amsterdam 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusie... 5 Kengetallen 2010-2012... 7 1 Voorraad en verhuringen in de sociale huursector... 8 1.1 Media en

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Bij deze sturen wij u ter informatie u de monitor sociale woningbouw van de Stadsregio Amsterdam.

Bij deze sturen wij u ter informatie u de monitor sociale woningbouw van de Stadsregio Amsterdam. OOSTZAAN WORMERLAND Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland. Datum Uw BSN Uw brief van Uw kenmerk Ons nummer Behandeld door 8 februari 21 1-177 W. Hilboezen Raad van de gemeente

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Zaanstad

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Zaanstad Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Zaanstad Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Zaanstad Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht,

Nadere informatie

Bespreeknotitie over de regioraadsvergadering van dinsdag 15 maart 2016.

Bespreeknotitie over de regioraadsvergadering van dinsdag 15 maart 2016. Bespreeknotitie over de regioraadsvergadering van dinsdag 15 maart 2016. Deze notitie is ter ondersteuning van de bespreking in het Zaanstad Beraad van dinsdag 8 maart. Bij een NOTITIE is de inschatting

Nadere informatie

Register. Gemeenschappelijke Regelingen Gemeente Waterland

Register. Gemeenschappelijke Regelingen Gemeente Waterland Register Gemeenschappelijke Regelingen Gemeente Waterland Versie april 2017 Toelichting register Gemeenschappelijke Regelingen Op grond van artikel 27 van Wet Gemeenschappelijke Regelingen zijn gemeenten

Nadere informatie

Analyse varianten bus en tram

Analyse varianten bus en tram Analyse varianten bus en tram Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Diana van Loenen/Jan Smit Karin Sweering, teamleider infra Pieter

Nadere informatie

Farid Chikar / juni 2017

Farid Chikar / juni 2017 Agendapunt commissie: 4.1 steller telefoonnummer email Farid Chikar 040-2083696 Farid.chikar@A2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 208981/269305 29 juni 2017 Portefeuillehouder Wethouder

Nadere informatie

METROPODIREGIO AMSTERDAM

METROPODIREGIO AMSTERDAM METROPODIREGIO AMSTERDAM Postbus 202 woo AE Amsterdam Telefoon 14020 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Colleges van B&W en GS van de samenwerkende gemeenten, provincies en de Vervoerregio i.o.

Nadere informatie

Programmaplan Zero Emissie Mobiliteit augustus 2018 Status concept

Programmaplan Zero Emissie Mobiliteit augustus 2018 Status concept Programmaplan Zero Emissie Mobiliteit 2018-2025 13 augustus 2018 Status concept INHOUDSOPGAVE Inleiding 4 Kenschets CO 2 neutraal mobiliteitssyteem 4 Koppeling met andere strategische opgaven 6 1 De contouren

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Halfjaarrapportage 2015 van de Stadsregio Amsterdam

Halfjaarrapportage 2015 van de Stadsregio Amsterdam Halfjaarrapportage 2015 van de Stadsregio Amsterdam Ter vaststelling door de Regioraad op 13 oktober 2015 1 Inhoud Inleiding... 3 0.1 Wijzigingen ten opzichte van de Halfjaarrapportage 2014... 3 0.2 Leeswijzer...

Nadere informatie

Bestedingsplan mobiliteit 2016

Bestedingsplan mobiliteit 2016 Bestedingsplan mobiliteit 2016 Provincie Zuid-Holland Status: bestedingsplan exclusief de vastgestelde projectenlijst (bijlage 1) Datum: 22 september 2015 BESTEDINGSPLAN MOBILITEIT 3 TOELICHTING BESTEDINGEN

Nadere informatie

2. Waarom wordt de raad dit besluit voorgelegd? (In welke context, bijv. vanwege wet- en regelgeving of nieuw initiatief en wat komt hierna nog)

2. Waarom wordt de raad dit besluit voorgelegd? (In welke context, bijv. vanwege wet- en regelgeving of nieuw initiatief en wat komt hierna nog) Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Onderwerp Raadsvoorstel vaststellen Jaarstukken 2018 Portefeuillehouder Wethouder Rouwendal Behandeld door MGG vd Salm 1. Gevraagd raadsbesluit Het jaarverslag

Nadere informatie

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren Verkeersveiligheidsmonitor Gemeente Slochteren INHOUDSOPGAVE Trend 3 Algemene ontwikkeling van het totale aantal slachtoffers... 3 Ontwikkeling aantal verkeersdoden (geïndexeerd) ten opzichte van het referentiegebied

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam Pagina 4 Samenvatting en conclusie Pagina 7 Inleiding Rapportage woonruimteverdeling

Nadere informatie

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Reactie van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu op de inspraakreacties Datum: september

Nadere informatie

Raadsvoordracht. Onderwerp: Vierde kwartaalbrief 2012. Datum: 6 november 2012 Perry van den Blink

Raadsvoordracht. Onderwerp: Vierde kwartaalbrief 2012. Datum: 6 november 2012 Perry van den Blink Raadsvoordracht Onderwerp: Vierde kwartaalbrief 2012 Datum: 6 november 2012 Steller: Portefeuillehouder: Perry van den Blink A.J.M. Scholten Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met de volgende begrotingswijzigingen

Nadere informatie

Mobiliteit hoger. op politieke agenda. Alex Colthoff is adjunct-directeur van de

Mobiliteit hoger. op politieke agenda. Alex Colthoff is adjunct-directeur van de GASTHOOFDREDACTEUR Mobiliteit hoger op politieke agenda Mobiliteit moet hoger op de politieke agenda. Dat is de HARTEKREET van Alex Colthoff, adjunct-directeur van de Vervoerregio Amsterdam. Hij ziet de

Nadere informatie

Stadsregio Arnhem Nijmegen. Wim Dijkstra en Roel Wever 5 Juni 2014

Stadsregio Arnhem Nijmegen. Wim Dijkstra en Roel Wever 5 Juni 2014 Stadsregio Arnhem Nijmegen Wim Dijkstra en Roel Wever 5 Juni 2014 20 gemeenten (en Druten) 738.000 inwoners 1.000 km2 Stadsregio is regionale samenwerking Kerntaken: WONEN, WERKEN, RUIMTE en MOBILITEIT

Nadere informatie

Introductie gemeenteraad in de financiën. Bob van der Sleen / Jan Sanders Sector Control 27 februari 2014

Introductie gemeenteraad in de financiën. Bob van der Sleen / Jan Sanders Sector Control 27 februari 2014 Introductie gemeenteraad in de financiën Bob van der Sleen / Jan Sanders Sector Control 27 februari 2014 Inhoud Algemeen: Wat is het belang van de begroting en de jaarrekening, wat doet de raad en wat

Nadere informatie

Bestedingsplan mobiliteit 2017

Bestedingsplan mobiliteit 2017 Bestedingsplan mobiliteit 2017 Provincie Zuid-Holland Status: Definitief Datum: 11 oktober 2016 BESTEDINGSPLAN MOBILITEIT 3 TOELICHTING BESTEDINGEN 5 A. OPENBAAR VERVOER...5 B. INFRASTRUCTUUR...6 C. GEDRAGSBEÏNVLOEDING

Nadere informatie

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding Inleiding De werkgelegenheid in Haarlemmermeer is in 2014 vrijwel gelijk gebleven. Het aantal werkzame personen nam af met 238; een daling van 0,2%. Het totaal komt hiermee op 117.550 full-time arbeidsplaatsen.

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015

OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015 OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015 Met het gereedkomen van de Noord/Zuidlijn is een kwaliteitssprong in het openbaar vervoer binnen de Stadsregio Amsterdam mogelijk. Goed openbaar vervoer

Nadere informatie

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Rapportage Woonruimteverdeling 2011 Stadsregio Amsterdam 2 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies... 4 1 Kengetallen 2009-2011... 7 2 Voorraad en verhuringen in de sociale huursector... 8 2.1 Verhuringen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus 123 2000 MD Haarlem Haarlem, 2 mei 2016. Onderwerp: Regionaal openbaar vervoer & inter-concessie stroomlijnen Geachte

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Haarlem

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Haarlem Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Haarlem Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Haarlem Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht,

Nadere informatie

Begroting 2015. van de Stadsregio Amsterdam

Begroting 2015. van de Stadsregio Amsterdam Begroting 2015 van de Stadsregio Amsterdam goedgekeurd door het dagelijks bestuur op XX april 2014 voor de Regioraad van 24 juni 2014 1 Inhoud Deel 0: Inleiding... 3 0.1 Voorbereiding op toekomstige regionale

Nadere informatie

Planstudie Uithoornlijn Maatschappelijke kosten en baten voorkeursvariant

Planstudie Uithoornlijn Maatschappelijke kosten en baten voorkeursvariant Planstudie Uithoornlijn Maatschappelijke kosten en baten voorkeursvariant Project: Fase: Projectmanager: Ambtelijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtgever: Uithoornlijn Planstudie Diana van Loenen Karin

Nadere informatie

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving 16 september 2014-15:25 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Leiden

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Leiden Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Leiden Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Leiden Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht, Michiel

Nadere informatie

Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS

Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS Samengevat voor u: Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS De komst van de Noord/Zuid metrolijn heeft grote gevolgen voor het gehele openbaar vervoer, zowel in de stad Amsterdam als de streek. Ook voor de

Nadere informatie

Evaluatiecommissie MRA 16 APR 2019

Evaluatiecommissie MRA 16 APR 2019 16 APR 2019 Event site titel Event site URL https://evaluatiecommissiemra.evenementenorganisatieamsterdam.nl Taal Nederlands Statistieken Aantal antwoorden: Voltooiing: Gemiddelde tijd tot voltooing: Computer

Nadere informatie

Gezonde lucht voor Utrecht. Wiet Baggen, senior adviseru. Hier komt tekst Overzicht luchtbeleid Hier komt ook tekst. Utrecht.nl

Gezonde lucht voor Utrecht. Wiet Baggen, senior adviseru. Hier komt tekst Overzicht luchtbeleid Hier komt ook tekst. Utrecht.nl Gezonde lucht voor Utrecht Wiet Baggen, senior adviseru Hier komt tekst Overzicht luchtbeleid Hier komt ook tekst Utrecht.nl Inhoud Schets gemeente Utrecht Karakteristieken Bouwprojecten stilgelegd / Veranderende

Nadere informatie

TITEL Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto s.

TITEL Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto s. RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 4562162 Aan : Gemeenteraad Datum : 17 december 2013 Portefeuillehouder : Wethouder J.C. Buijtelaar Wethouder C. van Eijk Agendapunt : B&W-vergadering

Nadere informatie

Factsheet stedelijke economie. 3 e kwartaal 2018

Factsheet stedelijke economie. 3 e kwartaal 2018 Factsheet stedelijke economie 3 e kwartaal 218 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek December 218 Kort samengevat Factsheet stedelijke economie De afdeling Onderzoek & Statistiek brengt

Nadere informatie

Begroting versterkte samenwerking Metropoolregio Amsterdam concept oktober 2016

Begroting versterkte samenwerking Metropoolregio Amsterdam concept oktober 2016 Begroting versterkte samenwerking Metropoolregio Amsterdam concept oktober 2016 Lasten totaal MRA Bureau 1.565.300 Uitvoering MRA Economie - Werkplan PRES 4.950.000 Uitvoering MRA Ruimte - Werkplan PRO

Nadere informatie

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2009

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2009 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2009 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2009 DE ZESTIEN GEMEENTEN Beemster Zeevang Gemeente Aalsmeer Drie Kolommenplein 1 Postbus 253 1430 AG Aalsmeer Tel 0297-387575 Fax 0297-387676

Nadere informatie

www.kantorenmonitor.nl

www.kantorenmonitor.nl kantorenmonitor regio Amsterdam 2005 Door Kantorenmonitor B.V. wordt jaarlijks aan de hand van een veldopname de ontwikkeling van de kantorenmarkt in de regio Amsterdam geregistreerd (Amsterdam, Amstelland,

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014 Arnold Maassen Holding BV Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014 G.R.M. Maassen 24-10-2014 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1 en 2... 3 2.1 Voortgang in relatie tot reductiedoelstellingen....

Nadere informatie

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 10 maart 2015, nummer 552841/552832, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda s Noord-Holland 2012 Gedeputeerde

Nadere informatie

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2009

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2009 Factsheet economische crisis 4 e kwartaal 29 O&S Februari 21 2 Kort samengevat Ieder kwartaal factsheet Vanwege de economische recessie in Nederland is er behoefte aan inzicht in de gevolgen hiervan voor

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 31 mei 2016 Agendanummer : 14 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : J. (Jasper) Nieuwenhuizen : Bestuurs- en managementondersteuning : M. (Mark) Prijs Voorstel

Nadere informatie

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN TOEKOMST REGIONALE SAMENWERKING GEMEENTEN STADSREGIO AMSTERDAM

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN TOEKOMST REGIONALE SAMENWERKING GEMEENTEN STADSREGIO AMSTERDAM LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN TOEKOMST REGIONALE SAMENWERKING GEMEENTEN STADSREGIO AMSTERDAM Versie datum: 26 april 2016 Dit voorjaar bespreken de gemeenten van de Stadsregio voorstellen om de regionale

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders heeft de raad op 8 januari 2014 geïnformeerd over de ontstane situatie bij EBS.

Het college van burgemeester en wethouders heeft de raad op 8 januari 2014 geïnformeerd over de ontstane situatie bij EBS. M E M O Aan : leden van de commissie SOB Van : Wethouder J. Krieger Tel. nr : Datum : 6 februari 2014 Onderwerp : EBS concept vervoerplan 2014/2015 Bijlagen : 1. Inleiding Tijdens de bijeenkomst van 28

Nadere informatie

Investeringsagenda Weg Portefeuillehouder Verkeer Lode Goossens

Investeringsagenda Weg Portefeuillehouder Verkeer Lode Goossens agendapunt : B-2 vergaderdatum : 19 november 2015 onderwerp : aangemeld door : behandelend ambtenaar : paraaf afdelingshoofd : Investeringsagenda Weg Portefeuillehouder Verkeer Lode Goossens Gevraagde

Nadere informatie

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018 CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018 Periode: 1 januari t/m 31 december 2018 Datum: 24-06-2019 Versie: 3 Opgesteld door: Will2Sustain Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

Managementrapportage 2016

Managementrapportage 2016 Managementrapportage 2016 Gouda, 19 augustus 2016 TER VASTSTELLING Algemeen Bestuur 5 oktober 2016 Versienummer: 1.0 Datum: 19 augustus 2016 Productnummer Omschrijving Managementrapportage 2016 Status

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Utrecht

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Utrecht Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Utrecht Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Utrecht Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht,

Nadere informatie

Geachte leden van de Regioraad,

Geachte leden van de Regioraad, Aan De leden van de Regioraad datum : 19 februari 2015 onderwerp : Brief aan de regioraadsleden inzake de lijnennetvisie 2018 bijlage 1 : Overzicht projecten Investeringsagenda OV bijlage 2 : Persbericht

Nadere informatie

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Rapportnummer: 203x00999.075242_2 Datum: 26 april 2013 Contactpersoon opdrachtgever:

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1 Datum: 19-12-2017 Versie: 2 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage van Bagger-

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J.

Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J. Titel Nummer 13/73 Toekomst regionale samenwerking Datum 30 oktober 2013 Programma Fase Onderwerp Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1511 BD Oostzaan

Nadere informatie

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Vervoervisie Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Het aantal huishoudens in de regio Amsterdam neemt tot 2040 met circa 270.000 toe. Hiermee neemt ook de economische bedrijvigheid en de

Nadere informatie

Verkeersveiligheidsmonitor

Verkeersveiligheidsmonitor Verkeersveiligheidsmonitor Cijfers & Trends Gemeente Molenwaard 2009-2013 Datum: 23-9-2014 Realisatie door VIA met inzet van ViaStat. INHOUDSOPGAVE Trend 3 Algemene ontwikkeling van het totale aantal slachtoffers...

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente s-hertogenbosch

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente s-hertogenbosch Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente s-hertogenbosch Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente s-hertogenbosch Dit rapport is geschreven door: Hans

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Zaanstreek - Waterland

Samenwerkingsovereenkomst Zaanstreek - Waterland Samwerkingsoverekomst Zaanstreek - Waterland Overegekom tuss de gemete Beemster, de gemete Edam- Voldam, de gemete Landsmeer, de gemete Oostzaan, de gemete Purmerd, de gemete Waterland, de gemete Wormerland

Nadere informatie

Raadsvoordracht. Onderwerp: 2 e kwartaalbrief 2017

Raadsvoordracht. Onderwerp: 2 e kwartaalbrief 2017 Raadsvoordracht Onderwerp: 2 e kwartaalbrief 2017 Datum: 15 mei 2017 Steller: D. Stuart Portefeuillehouder: A.J.M. Scholten Gevraagde beslissing 1. De 2 e kwartaalbrief 2017 vaststellen; 2. De voorstellen

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon Telefoon

Nadere informatie

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011 Samenvatting Amsterdam 2 3 Stand van zaken luchtkwaliteit 2011 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) In 2015 moet Nederland

Nadere informatie

Zuid Kennemerland. Zienswijzen De onderstaande zienswijzen zijn ontvangen voor het jaarplan en begroting Geen reactie benodigd.

Zuid Kennemerland. Zienswijzen De onderstaande zienswijzen zijn ontvangen voor het jaarplan en begroting Geen reactie benodigd. Regionale samenwerking Zuid Kennemerland Retouradres Postbus 511, 2003 PB Haarlem Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Postbus 3007 2001 DA Haarlem Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

Begroting van de Stadsregio Amsterdam

Begroting van de Stadsregio Amsterdam BEGROTING 2014 Begroting 2014 van de Stadsregio Amsterdam goedgekeurd door het dagelijks bestuur op 25 april 2013 voor de Regioraad van 18 juni 2013 1 2 Inhoud Leeswijzer 5 Deel 1a: De programmabegroting...9

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1126366 Datum: Behandeld door: 28 april 2014 MJ. Prins Afdeling / Team: SO/BMO Onderwerp: Raadsvoorstel Zienswijze jaarrekening 2013 GGD Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

Zeg géén nee tegen emissievrije OV

Zeg géén nee tegen emissievrije OV Zeg géén nee tegen emissievrije OV Vanaf 2025 dienen alle nieuwe bussen emissievrij te zijn. Vanaf 2030 dienen alle bussen emissievrij te zijn. Emissievrije bussen, met ingang van de nieuwe concessie maar

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Datum voorstel : 5 juni 2007 Raadsvergadering d.d. : 5 juli 2007 Volgnummer : 2007R0031, agendanummer 6 Taakveld : Financiën Portefeuillehouder

Nadere informatie

Inhoud De MRA: Ambitieus MRA Convenant Besluitvormingsproces Structuur van de MRA: Netwerksamenwerking Raden & Staten betrekken MRA Bureau

Inhoud De MRA: Ambitieus MRA Convenant Besluitvormingsproces Structuur van de MRA: Netwerksamenwerking Raden & Staten betrekken MRA Bureau Inhoud De MRA: Ambitieus MRA Convenant Besluitvormingsproces Structuur van de MRA: Netwerksamenwerking Raden & Staten betrekken MRA Bureau Zaanstreek-Waterland / MRA Noord Ambitie & Potentieel Visie &

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Hengelo

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Hengelo Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Hengelo Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Hengelo Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht,

Nadere informatie

Partijen onderschrijven de volgende hoofdpunten:

Partijen onderschrijven de volgende hoofdpunten: Intentieverklaring gemeenten, provincies, Vervoerregio Amsterdam en Rijkswaterstaat West-Nederland Noord over een samenhangend netwerk van hoogwaardige fietsroutes in de Metropoolregio Amsterdam Aanleiding:

Nadere informatie

Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019

Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019 Bezoekadres WTC Amsterdam I-tower, second floor Strawinskylaan 1779 1077 XX Amsterdam info@metropoolregioamsterdam.nl Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA 2019 28 februari 2019 Metropoolregio Amsterdam Pagina

Nadere informatie

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Nijmegen

Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit. Gemeente Nijmegen Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Nijmegen Uitkomsten benchmark duurzame, actieve, gezonde mobiliteit Gemeente Nijmegen Dit rapport is geschreven door: Hans Voerknecht,

Nadere informatie

Alfen MVO nieuws Voortgang acties m.b.t. onze CO2 ambities

Alfen MVO nieuws Voortgang acties m.b.t. onze CO2 ambities Voortgang acties m.b.t. onze CO2 ambities [6 december 2016] In het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) willen wij u middels deze nieuwsbrief informeren over de voortgang van onze acties

Nadere informatie

Workshop Woonruimteverdeling

Workshop Woonruimteverdeling Workshop Woonruimteverdeling Zomercursus Raadsleden 4 juli 2018 13 augustus 2018 pagina 1 Achtergrond: De huidige woonruimteverdeling, gebaseerd op inschrijfduur of urgentie, voldoet niet meer: Wachten

Nadere informatie

Mobiliteit: betalen en beslissen in één hand

Mobiliteit: betalen en beslissen in één hand P. 458 Mobiliteit: betalen en beslissen in één hand Chris Haakman Vijf strategieën om de mobiliteitsgroei het hoofd te bieden Strategie 1 Netwerken Strategie 5 Financiële en organisatorische randvoorwaarden

Nadere informatie

Bestuursinformatie. ** Nieuws uit DB 18 mei Hoen, Eline 't

Bestuursinformatie. ** Nieuws uit DB 18 mei Hoen, Eline 't Hoen, Eline 't Onderwerp: FW: Bestuursinformatie Vervoerregio - mei 2017 Van: Vervoerregio Amsterdam [mailto:info@vervoerregio.nl] Verzonden: maandag 22 mei 2017 11:08 Aan: Ouwehand, Lizette

Nadere informatie