HET. HAAS ;} --é'7 -' ~- van 3 tot 4,5 kg.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "HET. HAAS ;} --é'7 -' ~- van 3 tot 4,5 kg."

Simon van der Ven
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 HET HAAS ;} --é'7 -' ~- -e-a-«~ /~>ä4:-<" Het haas komt in b~na ae Nederandse veden voor. Het haas is van oorsprong een steppedier maar voet zich in onze cutuursteppen bijzonder goed thuis. Het dier is gebouwd voor een even in open ved, zijn zintuigen z~n dan ook ingested op het waarnemen van eke verre V~and en is dan in staat sne en ver te vuchten. De ange sterke opers (poten) en ook de verdere bouw van dit dier maakt het tot een echte ange afstandsoper. Dit in tegensteing tot het kon~n, dat met zijnvrij korte opers meer gebouwd is voor korte fitsende sprint. Het haas en het konijn vormen samen een aparte orde onder de knaagdieren. Z~ behoren tot de orde der dubbetandigen. Beide bezitten achter de grote snijtanden in het bovengebi t twee keine "steun" tandjes. Enige beangrijke verschipunten tussen het ~aas en het kon~n zijn: Keur: haas - heeft geebruine, grijsbruin of okerkeurige bovendeen en witte onderdee~. konijn - is effen bruingr~s, me~ een rossige vek in de nekstreek en eveneens witte onderdeen. Lepes (oren); haas - zeer ang en aan de uiteinden voorzien van een zwarte vek. konijn- kort en effen grijs. Ogen; haas - barnsteen gee konijn - donker van keur. Staart; haas - het staartje is ongeveer 7 tot 11 cm ang en is van boven zwart en van onder wit. konijn - engte ongeveer 4 tot 7 cm en bijna gehee wit. Gewi'ht; haas - het haas kan een gewicht bereiken van 3 tot 4,5 kg. Het konijn sechts 1,5 tot 2,5 kg.

2 Zwaa~dere hazen komen bijuitzondering uiteraard voor. Het gewicht van 6kg is voor hoandse begrippen we het maximum. Voor Oost Europa is dit gewicht geen uitzondering. Dit beed komt men bij de overige widsoorten regematig tegen. In het vereden heeft men diverse maen geprobeerd de Oost 'A~opese zware hazen te kruisen met de hoandse. Dit had echter nauweijks of geen resutaat. De inheemse haas beef op z'n eigen gewicht. Ook voor dit dier is de kwaiteit van het biotoop van groot beang. Het gewicht en de keur van het haas kunnen variären a naar geang de aard van het eefgebied. In het agemeen treft men in de bossen domkerder hazen aan dan op de vakte. Op de heide en op zware kei zijnde dieren zwaarder dan in de veenpoders en op ichte weidegrond. Benamingen as; zandhaas, heihaas enz. hebben gepn bet.rekking op werkeijke ondersoorten. De zintuigen van het haas zijn goed ontwkked. Het gehoor is uitstekend. De grote epes vangen as beweegbare mic~ofoons ek geuid op. Het reuk vermogen is ook goed, zijhet niet zo as bijv. van de hond of het ree. Het gezicht is ingested op het nachteven. Me~ zijn grote wat puiende ogen weet een ha~s in het donker vee te onderscheiden. Vak voor z'n neus ziet hij weinig of niets. B.v. bij het eten. Het is dus een schemer- en nachtdier bijuitstek. Door de wat zijdeingse paatsing van de ogen heeft het haas goed zicht naar achteren, maar het beed naar voren toe is minder scherp. staat men met een goede wind doodsti recht voor een haas dan kan het gebeuren dat de angoor tot vak voor je voeten oopt zonder iets te merken.,/; / 1,.".. I' i' r f/ -~~-_. CC ',I"

3 In het ved is de moerhaas (wijfje) niet te onderscheiden van de ram of rammeaar (mannetje). Wanneer men hat haas wat anger en intersiever cbserv eer t is het mo ge Lijk om aan de hand van zijn gedragingen het gesacht te bepaen. Dit met een zekerheid van ongeveer 90 %. Het haas pant zich betrekkeijk sne voort, echter niet zo sne as onze vriend het konijn. De rammetijd (pa~rtijd) begint meesta in februari en eindigt omstreeks jui. Ook op deze rege komen uitzonderingen voor. Men kan dan ook in ieder jaargetijde jonge ha~sjes tegen komen. Na een draagtijd van dg. worden er 2 tot 4 jongen geboren. De jongen kunnen na ongeveer drie weken benen staan. Per jaar werpt het moerhaas meesta aatste worp bevatten dan de andere worpen. ziende en behaard ter wered. Het zijn dus "nestvieders". De jongen worden in een niets voorsteend kuitje in het open ved geboren. Het ~oerhaas za haar jongen ongeveer maa per etmaa zogen, dit aeen in de schemer of!s nachts. Dit aes om de "schui paats" van de jonge haasjes niet te verraden. Met 11 maanden is het haas gesachtsrijp en kan een eeftijd bereiken van ongeveer 12 jaar. Iets over hun evenswijze. Zoas eerder genoemd eeft eht haas bovengronds en is voora 's nachts aktief. Het grootste dee van de dag brengt het door in het eger. Dit is niets anders dan een kuitje in rrc grond of.begroeiing. Een haas heeft meesta meerdere egers, die a gean~de windrichting en weersgestedheid worden betrokken. In het eger igt-:het.haas., atijd ~et de kop op de wind. As het haas gedrukt igt vat dez~nauweijks op. Dit door zijnuitstekende schutkeur. De rammetjd veroopt roerig. De ra~men achtervogen dan zeer intensief en hardnekkig het moerhaas. A reeds rond het nieuwe jaar kunnen we ze bij zacht winterweer bezig zien. Ze zijn dan overdag dusdanig aktief dat zij het oog voor de omgeving bijna veriezen. De meeste parigen vinden paats tussen maart en mei.

4 Vaak zie je dat er 4 of meer ~ammen épn moerhaas achtervogen. o vogende vechtpartijen tussen de rammen, kan het er hard aan toe g. De hazen vechten zowe met de voor- as de achterpoten. Hoog op de a poten "boksen" zijmet de voorpoten om vervogens potseing op te spr:.. en met de achterpoten ekaar te schop~en. Gedurende deze Tam"eperiode treft men vaak wo aan van het haas. _ot zijn de pukken die ze bij ekaa:.. uit het ijf saan. Verder is het haas weinig agressief. Buiten de rammetijdmijden de hazen ekaar en eiden een eenzevig bestaan. Op zoek naar voedse gebruikt het haas zo as ook het ree vaste wisses. Overdag kari men ook het haas tegen komen, uierend in"de zon af tij is bezig met het fatsoeneren van zijnvacht. Er wordt dan geborsted met tanden achteren voorpoten. Ook een stofbad is van tijd tot tijdwekom. Het haas gedraagt zich norrnasi rustig en bedachtzaam. Maar dreigt er gevaar dan komt het atetische in het haas naar boven, hij oopt soepe en springt hoog en kan tot sneheden komen van max. 60 km per uur. Af en toe een frisse duik in het water heeft hij niet echt een teke aan. Het haas zwemt,, t, goed doch echter angzamer dan b.v. een hond. I), J- '"., f, " /j~/1,. ij) n) i"", éïzd,r I,V ;-L,-< e/ji, C} I Een van de grootste vijanden van het haas \ I is de regen. Natte zomers betekent dan ook " \ \' \,,,), tj) I!(ON:/,v' vaak een secht hazenjaar. Dit voora voor de jonge haasjes. Andere bedreigers zijn b,v. de boeren met hun machies en vergiften, ziekten' icias; pseudotubercuose coccidiose, everbot en diverse worm besmettingen,honden vos en hermeijn. Van onze viegende broeders zijnhet voornameijk de kraai, ekster en de ~rote meeuwen soorten. Deze aatste hebben het voora ep de nog hupeoze jongen [emunt. Het haas is een ectte vegetari~r. Het haas heeft dan ook een zeer uitgebreide menukaart, waarop grassen, kruiden, vedvruchten, boomschors, knoppen en oten voorkomen. Hazen zijn dan ook in staat fikse schade te veroorzaken aan de andbouw gewassen. Jonge bos aanpant kan hierdoor ook finke schade toe bedeed worden. Verbazend sne hebben de angoren het in de gaten as er iets nieuws te haen vat. Denk maar aan de koopanten in U moestuin.

5 ardige eigenschap van haa.s en konijn is dat ze een dee van hun uwerpseen weer opeten. Het gaat hier niet om de bekende keutes,m een weke afscheiding 0sd. Deze afscheiding van de bin~edarm, di~ op bepaade tijden wordt bevat vitamine B 1 en andre voor de stofwisseing.angrtke stoffen en sporeneementen '.

Vergelijkbare documenten

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Wilde Konijn Het wilde konijn: Wie is wie? Mannetje = rammelaar of ram Vrouwtje = voedster Waar komen konijnen voor: Ze leven in de vrije natuur, liefst op zandgronden.ze zitten graag in half open landschappen