CJG+ TWEEDE KWARTAALRAPPORTAGE

Transcriptie

1 CJG+ TWEEDE KWARTAALRAPPORTAGE 1

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Inzet capaciteit Zorgcontinuïteit CJG+ heeft 565 cliënten Uitgaven Risico s Taakstelling Conclusie en aanbevelingen Bijlage 1: Kernkaarten Bijlage 1.1: Kernkaart CJG Bijlage 1.2: Kernkaart Gemeente Bergeijk Bijlage 1.3: Kernkaart Gemeente Bladel: Bijlage 1.4: Kernkaart Gemeente Eersel: Bijlage 1.5: Kernkaart Gemeente Reusel-De Mierden: Bijlage 2: Specificering Programmakosten Bijlage 9.1 Programmakosten Bergeijk Bijlage 9.2 Programmakosten Bladel Bijlage 9.3 Programmakosten Eersel Bijlage 9.4 Programmakosten Reusel-De Mierden

3 1. INLEIDING Vanaf 2015 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Jeugdwet. Een nieuwe taak met een grote verantwoordelijkheid voor de meest kwetsbaren. Monitoring is, zeker ook in het dit eerste jaar, van belang om tijdig kansen en risico s te signaleren. De Kempengemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden hebben, voor de uitvoering van de jeugdhulp, het Centrum voor Jeugd en Gezin+ de Kempen (CJG+) ingericht. Voor u ligt de managementrapportage (marap) van het CJG+. Het betreft de rapportage over het tweede kwartaal van De gemeente Oirschot sluit enkel voor de taken van de backoffice aan bij het CJG+. In de managementrapportage worden de gegevens van de gemeente Oirschot buiten beschouwing gelaten. De gemeente Oirschot rapporteert hierover afzonderlijk. De managementrapportage is een cyclische informatiestroom van het CJG+ waarmee inzicht wordt verstrekt in de prestaties van het CJG+. Met deze rapportage wordt beoogd vinger aan de pols te houden, om zodoende tijdig bijstellingen uit te kunnen voeren. Net als de uitvoeringsorganisatie van de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD), verstrekt de uitvoeringsorganisatie CJG+ kwart jaarlijks informatie aan de Colleges van Burgemeester & Wethouders, via de marap. Deze managementrapportage bevat relevante resultaatgegevens (kwantitatief en financieel), waarbij, op belangrijke onderdelen, een toelichting wordt gegeven. Na afronding van het eerste kwartaal heeft het CJG+, in een groeimodel, enig inzicht verstrekt in de resultaten van de eerste periode. Ook na afronding van het tweede kwartaal is de set van gegevens nog niet geheel compleet. In die specifieke situaties waar de cijfers ontbreken, wordt dit benoemd. Getracht is u voldoende inzicht te verstrekken met betrekking tot de huidige stand van zaken rondom de jeugdhulp in de Kempen om zodoende te kunnen sturen op onze visie: Jeugdhulp in de Kempen, dichtbij, in samenhang en effectief. 3

4 2. INZET CAPACITEIT De teams van het CJG+ zijn dichtbij de inwoners en aandachtsgebieden gepositioneerd. Er is veel aandacht voor teamvorming om zodoende een goede basis te creëren voor de dienstverlening van het CJG+. Één gezin, één plan en één regisseur is de opdracht om op die wijze dichtbij, in samenhang en effectief te kunnen werken. 2.1 INZET LOKALE ONDERSTEUNINGSTEAMS (LOT S) EN HET KEMPENTEAM VOOR JEUGDHULP (KTJ) Jan 2015 Feb 2015 Mrt 2015 April 2015 Mei 2015 Juni 2015 LOT Bergeijk 2,8 2,8 2,8 3,3 3,3 3,3 LOT Bladel 3,6 3,9 3,9 4,0 4,0 4,0 LOT Eersel 3,5 3,2 3,2 3,2 3,2 3,2 LOT Reusel-De Mierden 2,1 2,1 2,1 2,1 2,1 2,1 LOT Totaal 12,0 12,0 12,0 12,6 12,6 12,6 Kempenteam voor Jeugdhulp (KTJ) Tabel 1: Inzet capaciteit eerste half jaar van 2015, Bron: Combinatie Jeugdzorg 5,4 5,9 6,3 6,3 6,4 6,4 In deze tabel wordt het aantal fte s van de teams weergegeven zoals deze in het eerste half jaar van 2015 werd ingezet voor de dienstverlening van het CJG+. De formatie is bij aanvang bepaald op 12 fte voor de LOT s en 6,24 voor het KTJ. Daarnaast kan een beroep gedaan worden op de flexibele schil waarvoor begroot is voor In het tweede kwartaal hebben jeugd- en gezinswerkers een scholingsprogramma van Combinatie Jeugdzorg gevolgd ter vergroting van de expertise op verschillende inhoudelijk terreinen zoals ouderschap na echtscheiding en oplossingsgericht werken. Toelichting Een drietal medewerkers van het KTJ kon vanwege baanopzegging pas enkele weken later (volledig) starten voor het CJG+. Dit is opgelost door deze uren op een later moment op te hogen, zodat de formatie over het jaar genomen kloppend is. Dit is zichtbaar in het tweede kwartaal (tabel 1). Vanaf maart is er voor tien uur per week administratieve ondersteuning vanuit de flexibele schil ingezet, om de medewerkers van de LOT s te ontlasten in de administratieve taken. Dit maakt dat zij meer tijd hebben voor hun kerntaak; het contact met cliënten en de verbinding met de aandachtsgebieden. Deze uren zijn niet zichtbaar in bovenstaande tabel. Vanaf eind februari 1 juli is een urenverhoging van twee uren per week toegepast voor een specifieke medewerker van LOT Bladel. Deze uren zijn aangewend voor ondersteuning aan collega s voor het gebruik van het digitaal registratiesysteem. Er zijn veel medewerkers met een klein contract (weinig uren) om zodoende veel verschillende expertises binnen de teams te hebben. Gebleken is dat een klein contract, waarbij een jeugd- en gezinswerker een duobaan heeft met werkzaamheden voor de moederorganisatie, (onevenredig) veel energie kost voor deze medewerker. We gaan sturen op contracten voor CJG+ van minimaal 18 uur met behoud van differentiatie in 4

5 expertises. De resultaten zijn in de tabel al zichtbaar doordat bestaande contracten met enkele uren worden opgehoogd om te anticiperen op de te verwachten toename van cliënten door het grote aantal geprognosticeerde herbeoordelingen (zie ook hoofdstuk 3). LOT Bergeijk heeft te maken met wisselingen binnen het team vanaf de start. Hierdoor liep de continuïteit in kennis en ondersteuning gevaar. Daarom is voor LOT Bergeijk een jeugd- en gezinswerker voor 0,5 fte aangetrokken vanuit de flexibele schil om de stabiliteit binnen het team terug te brengen. 2.2 AANTAL CLIËNTEN PER TEAM EN UREN INZET TEAMS Aantal cliënten Ureninzet (minuten) Gemiddelde tijd per cliënt Kwartaal in LOT Bergeijk (+5%) Nog onbetrouwbaar LOT Bladel (+5%) Nog onbetrouwbaar LOT Eersel (-18%) Nog onbetrouwbaar LOT Reusel-De Mierden (+5%) Nog onbetrouwbaar Kempenteam (+16%) Nog onbetrouwbaar Niet geregistreerd Onb 17 Nog onbetrouwbaar Totaal (+6%) Nog onbetrouwbaar Tabel 2: Aantal cliënten en uren inzet, per kwartaal in 2015 Toelichting Tijdens het tweede kwartaal is uitdrukkelijk gestuurd op het adequaat registreren. Zowel de ureninzet als ook het cliëntenbestand is nu meer in beeld. Omdat dit in het eerste kwartaal nog niet voldoende ingeregeld was, verschilt het eerste en het tweede kwartaal sterk. Het grootste verschil is te zien in de registratie van de ureninzet tussen de verschillende kwartalen (zie tabel 3). Overigens is de urenregistratie nog niet door elke jeugd- en gezinswerker voldoende eenduidig gedaan. Hierop wordt gestuurd in het volgende kwartaal. Vanwege de ontbrekende eenduidigheid is de gemiddelde tijd per cliënt nog te onbetrouwbaar. Overigens vindt ook dienstverlening plaats door het CJG+ waarbij meerdere inwoners gelijktijdig ondersteund worden. Een voorbeeld hiervan in het tweede kwartaal zijn de gastlessen voorlichting Alcohol, Tabak en Drugs. Ook vonden groepslessen plaats voor meisjes met een negatief zelfbeeld en werden kampeerplekken bezocht ten behoeve van preventie en signalering. In die situaties waar een collectief aanbod gedaan wordt, kan geen ureninzet worden toegeschreven op één cliënt. 5

6 3. ZORGCONTINUÏTEIT 2015 is een bijzonder jaar voor de jeugdhulp, een overgangsjaar. In 2015 is het mogelijk, om een voortzetting van de jeugdhulp die al in 2014 of eerder was ingezet, te ontvangen. We noemen dit zorgcontinuïteit. Het kan gaan om Zorg In Natura (ZIN) of persoonsgebonden budget (pgb). Zorgcontinuïteit geldt ook jeugdigen op wachtlijsten van ZORGCONTINUÏTEIT VOOR 859 JEUGDIGEN MET ZORG IN NATURA Zorgcontinuïteit in 2015 Aantal jeugdigen Aantal verschillende zorgvormen Bergeijk Bladel Eersel Reusel- De Mierden Totaal Tabel 3: Zorgcontinuïteit in 2015: aantal jeugdigen en zorgvormen voor de vier Kempengemeenten ZIN. Bron: Ministerie Toelichting Voor de Kempengemeenten gaat het om het in tabel 3 beschreven aantal jeugdigen waarvoor voortzetting van de Zorg In Natura (ZIN) wordt geboden. De Kempengemeenten zijn verplicht de jeugdhulp in Natura te leveren en de bijbehorende facturen te betalen. Per jeugdige kunnen verschillende zorgvormen zijn ingezet die gecontinueerd worden. 3.2 ZORGCONTINUÏTEIT EN HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET Aantal PGB Cliënt van CJG Bergeijk (-19%) 9 Bladel (+44%) 8 Eersel (+6%) 6 Reusel-De Mierden (-) 4 Totaal (+7%) 27 Tabel 4: Ontwikkelingen in aantallen PGB met zorgcontinuïteit + nieuwe pgb s Toelichting De verschillen in pgb tussen kwartaal 1 en 2 worden veroorzaakt door mutaties: afsluiting van pgb-trajecten en nieuwe pgb s. Tabel 4 beschrijft dan ook meer dan alleen de zorgcontinuïteit. Geïnventariseerd is hoeveel pgb-cliënten ondersteund worden door één van de LOT s. Dit aantal wordt per gemeente weergegeven. Slechts 1/5 deel van de pgb-cliënten is ook cliënt van CJG+. Het is de verwachting dat van de overige (bijna 100) cliënten, een aanzienlijk deel in het najaar een beroep doet op het CJG+, voor een herbeoordeling. 6

7 4. CJG+ HEEFT 565 CLIËNTEN In het tweede kwartaal werden 565 jeugdigen ondersteund door het CJG+. Hoeveel jeugdigen specialistische ondersteuning ontvangen is een interessant gegeven en leest u in dit hoofdstuk. Voor elke specialistische inzet geeft het CJG+ een beschikking af. Behalve het CJG+ hebben ook huisartsen en andere medici de wettelijk bepaalde mogelijkheid om toe te leiden naar specialistische jeugdhulp. Ook hiervoor wordt door het CJG+ een beschikking gemaakt. In alle gevallen, zowel wanneer de toeleiding door gemeenten verloopt, als ook wanneer de toeleiding via de (huis)artsen verloopt, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de kosten van de ingezette specialistische jeugdhulp. Het woonplaatsbeginsel bepaalt, welke gemeente de kosten draagt. 4.1 IN HET TWEEDE KWARTAAL ZIJN 184 NIEUWE BESCHIKKINGEN AFGEGEVEN Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden Aantal beschikkingen afgegeven door LOT/KTJ Toeleiding naar specialistische zorg door medici Totaal aantal beschikkingen Tabel 5: Afgegeven beschikkingen in het eerste en tweede kwartaal 2015 (niet cumulatief) Toelichting Tabel 5 geeft per kwartaal het aantal beschikkingen weer waarvoor een toeleiding naar specialistische jeugdhulp plaatsvond. Huisartsen hebben in het tweede kwartaal 105 keer een specialist toegewezen; 76 keer heeft het CJG+ een specialist ingezet. Het landelijk beeld geeft weer dat de meeste jeugdhulp doorverwezen is door (huis)artsen 1. In het tweede kwartaal heeft een derde bijeenkomst van het CJG+ met (huis)artsen en wethouders plaatsgevonden. We werken toe naar een samenwerkingsovereenkomst om de afspraken van CJG+ met de (huis)artsen te formaliseren. 1 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Jeugdhulp 1 e kwartaal

8 4.2 INSTROOM NAAR HET CJG+ Instroom naar LOT Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Afschaling vanuit KTJ 4% 7% 6% 7% 7% 7% 15% 13% Via Familie, of cliënt zelf 2% 7% 17% 23% 11% 16% 22% 31% Via Bureau Jeugdzorg (BJZ) 12% 11% 22% 16% 16% 13% 35% 23% Via William Schrikker Groep 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Via Raad van de Kinderbescherming (RvdK) 0% 0% 0% 0% 3% 2% 0% 0% Via Veilig Thuis 1% 1% 6% 4% 2% 2% 4% 3% Via onderwijs 37% 33% 18% 20% 48% 44% 15% 21% Via ander generalistenteam (andere gemeente) 0% 1% 2% 1% 2% 1% 0% 0% Via Zorgaanbieder 9% 10% 14% 16% 2% 6% 4% 5% Via loketten 16% 14% 2% 1% 2% 1% 0% 0% Via politie 4% 4% 4% 3% 2% 1% 4% 3% Via verenigingen 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Via huisarts 12% 10% 8% 6% 5% 6% 0% 0% Via vrije tijd 2% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Tabel 6: Instroom naar de LOT s tot en met het tweede kwartaal 2015 op basis van woonplaatsbeginsel Toelichting De sterke verbinding van het CJG+ met het voorliggend veld, de partijen waar jeugdigen en hun gezinnen in het dagelijks leven mee te maken (kunnen) hebben, is één van de onderdelen waarop gestuurd wordt. We noemen het voorliggend veld van het CJG+, de aandachtsgebieden. Dit betreft bijvoorbeeld het onderwijs, opvang en werk, politie, huisartsen en de diverse loketten zoals van de Wmo of het vluchtelingenwerk. 8

9 In de visie van het CJG+ staat dichtbij, in samenhang en effectief centraal. Door dichtbij de aandachtsgebieden aanwezig te zijn, is het Lokale ondersteuningsteam (LOT) in staat om de verbinding te maken met kwetsbare jeugdigen en hun dagelijkse omgeving. Hier wordt de signalerende rol ingezet, preventie en ondersteuning geboden. De instroom vanuit de diverse aandachtsgebieden is in tabel 6 zichtbaar gemaakt. Per gemeente verschilt de instroom vanuit de aandachtsgebieden naar het LOT. De aandachtsgebieden, die hebben gezorgd voor de grootste instroom van cliënten naar het LOT, zijn de scholen, Bureau Jeugdzorg en in de gemeente Bergeijk de Loketten. In Reusel-De Mierden zijn het vaker de ouders zelf die het LOT weten te vinden. In alle andere Kempengemeenten, behalve Bergeijk, dient geïnvesteerd te worden in het aandachtsgebied Loketten. Het aandachtsgebied Vrije tijd is voor alle Kempengemeenten een terrein waarop de LOT s hun signalerende rol nog kunnen uitbouwen. Afgeleid van de percentages zorgaanbieders kan geconcludeerd worden dat deze samenhang en samenwerking goed op gang komt. Voor jeugdigen en hun gezinnen is het minder voor de hand liggend om direct met het Kempenteam voor Jeugdhulp (KTJ) contact op te nemen. In een enkele keer gebeurt dit wanneer het een cliënt betreft die al eerder in beeld was vanwege de pilot in De grootste partij die cliënten aanlevert aan het KTJ is Bureau Jeugdzorg (BJZ). Dit wordt zichtbaar in tabel 7. De LOT s, zorgaanbieders en loketten zijn partijen van wie KTJ ook cliënten ontvangt ter ondersteuning. Instroom naar KTJ Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Opschaling vanuit LOT 11% 22% 10% 17% 21% 25% 27% 31% Via Familie, of cliënt zelf 0% 4% 0% 0% 5% 4% 0% 0% Via Bureau Jeugdzorg (BJZ) 58% 48% 52% 48% 47% 42% 60% 56% Via William Schrikker Groep 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Via Raad van de Kinderbescherming (RvdK) 0% 0% 0% 0% 11% 8% 0% 0% Via Veilig Thuis 5% 4% 5% 4% 0% 0% 7% 6% Via Onderwijs 0% 0% 0% 0% 5% 4% 0% 0% Via ander generalistenteam (andere gemeente) 0% 0% 5% 4% 0% 0% 0% 0% Via Zorgaanbieder 16% 13% 24% 22% 5% 8% 0% 0% Via Loketten 11% 9% 5% 4% 5% 4% 0% 0% Via Politie 0% 0% 0% 0% 0% 0% 7% 6% Via verenigingen 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Via Huisarts 0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 0% Via vrije tijd 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Tabel 7: Instroom KTJ tot en met het tweede kwartaal 2015 op basis van woonplaatsbeginsel 9

10 4.3 In het tweede kwartaal werd 18 keer opgeschaald en 4 keer afgeschaald LOT Aantal casussen LOT LOT > KTJ Bergeijk (+6%) 5 9 (+4) Bladel (-) Eersel (-15%) 1 4 (+3) Reusel-De Mierden (+5%) 1 3 (+2) Woonplaats ontbreekt Onb (-) Totaal LOT (+4%) 8 18 (+10) KTJ Aantal casussen KTJ KTJ > LOT Bergeijk (+44%) 0 0 (-) Bladel (+8%) 0 4 (+4) Eersel (+42%) 0 0 (-) Reusel-De Mierden (-6%) 0 0 (-) Woonplaats ontbreekt (-6%) 3 0 (-) Totaal KTJ (16%) 3 4 (+1) Tabel 8: Opschaling van LOT naar KTJ; afschaling van KTJ naar LOT per woonplaatsbeginsel tot en met het tweede kwartaal in 2015 Toelichting Binnen het CJG+ zijn afspraken gemaakt wanneer een jeugdige door een jeugd- en gezinswerker van een LOT of van het KTJ ondersteund wordt. Een gezin kan bijvoorbeeld een ontwikkeling doormaken waardoor opschaling vanuit het LOT naar het KTJ plaats moet vinden. Als opschaling plaatsvindt is dit voorzien van een warme overdracht; het gezinsplan staat centraal. Het komt ook voor dat de ondersteuning door het KTJ niet langer nodig is en de jeugd- en gezinswerker van het LOT de enkelvoudige ondersteuning die resteert, over kan nemen. Wederom voorzien van een warme overdracht. Tabel 8 geeft inzicht in het aantal keer dat op- en afschalen plaatsvond in het tweede kwartaal van het CJG+. Bij 32 jeugdigen van de LOT s en 15 jeugdigen KTJ, is het woonplaatsbeginsel niet toegepast in de registratie. Ingezet wordt op correcte weergave in het derde kwartaal. In het eerste kwartaal was de caseload van LOT Bladel/Reusel-De Mierden nog niet te splitsen VRAGEN ZONDER VERVOLG Kwartaal in LOT Bergeijk 7 27 (+20) LOT Bladel LOT Eersel 7 21 (+14) LOT Reusel-De Mierden KTJ 2 2 (-) Tabel 9: Vragen zonder vervolg tot en met het tweede kwartaal

11 Toelichting De jeugd- en gezinswerkers die telefoondiensten hebben, maken regelmatig mee dat vragen gesteld worden door ouders en waarvoor op basis van het antwoord wat de jeugd- en gezinswerker direct kan geven, geen verdere ondersteuning nodig is. Om zicht te krijgen op dit aantal vragen worden deze geregistreerd. Een aparte categorie vragen zonder vervolg betreft de technische vragen over het persoonsgebonden budget. Deze vragen zijn veelal door beleidsmedewerkers beantwoord maar waren feitelijk bestemd voor de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit betrof elke maand meerdere hardnekkige problemen die niet door de SVB van de juiste acties werden voorzien. De beleidsmedewerker fungeerde als intermediair om voor de budgethouder (en of de zorgaanbieder) met de SVB tot een oplossing te komen. Deze vragen zijn niet in tabel 9 opgenomen. 4.5 DOELREALISATIE Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden Onbekend Ondersteuning succesvol afgerond Geen hulpvraag meer van cliënt Cliënt heeft zelf andere zorg gevonden Doorgezet naar crisisdienst Geen jeugdwet: Geen Jeugdwet: Medisch Geen toestemming van ouders Ongemotiveerde client Verbroken door hulpverlener Verhuizing Onbekend Totaal Tabel 10: Reden einde ondersteuning CJG+ tot en met het tweede kwartaal 2015 Toelichting Wanneer de ondersteuning van het CJG+ wordt afgerond, is het belangrijk om te weten of de te behalen doelen ook gerealiseerd zijn. Deze doelen zijn weergegeven in het gezinsplan. In tabel 10 wordt per gemeente weergegeven hoeveel jeugdigen en hun ouders de ondersteuning in het tweede kwartaal hebben afgerond en wat de reden daarvan was. De meest voorkomende reden voor beëindiging van de ondersteuning is dat de hulpvraag niet meer bestaat. Deze reden voor beëindiging van de ondersteuning kan minder positief zijn dan de tweede grootste categorie van afgesloten cases, waarvan de ondersteuning succesvol is afgesloten. De achtergrond waarom de hulpvraag niet meer bestaat kan niet worden afgeleid en zou in een kwalitatief onderzoek opgehelderd kunnen worden. Mocht deze categorie beëindigingen de grootste blijven in volgende kwartalen, dan wordt hier kwalitatief onderzoek naar gedaan. 11

12 4.6 Nog geen zelfredzaamheidsmetingen De zelfstandigheidsmatrix ofwel zelfredzaamheidsmatrix is onderdeel van het gezinsplan en is een middel om in kaart te brengen of er stappen worden gezet in de hulpverlening. Hiermee wordt informatie verkregen over de vermindering van de problematiek. De eerste cijfers zijn, als gevolg van de ontbrekende registraties, nog niet te geven. 4.7 Er zijn nog geen tevredenheidsmetingen gedaan In het tweede kwartaal is het meetinstrument voor cliënttevredenheid afgerond. Vanaf het derde kwartaal wordt gerapporteerd over de metingen en daarmee de bevindingen. Wel zijn er door jeugd- en gezinswerkers lovende mails ontvangen na afronding van de ondersteuning. 4.8 ER ZIJN GEEN BEZWAREN EN KLACHTEN ONTVANGEN Net als ook in het eerste kwartaal van 2015 is in het tweede kwartaal geen enkel bezwaar en geen enkele klacht ontvangen door het CJG+. 12

13 5. UITGAVEN Vanaf de aanvang van de Jeugdwet vormen de uitgaven een onzekere factor. Een terugkerende vraag is of het ontvangen budget, dat gebaseerd is op een historisch verdeelmodel, toereikend is. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de uitgaven van het eerste half jaar van Programmakosten Bladel Bergeijk Eersel Reusel-De Mierden ZIN Zonder Verblijf (incl voorschotten) Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaven ( ) % van de geraamde kosten besteed 8% 61% 7% 60% 1% 66% 1% 53% ZIN Met Verblijf Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaven ( ) % van de geraamde kosten besteed 21% 37% 10% 27% 0% 76% 0% 7% 0% 0% PBG Zonder Verblijf Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaves ( ) % van de geraamde kosten besteed 123% 106% 62% 52% 117% 100% 84% 76% PGB Met Verblijf Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaves ( ) % van de geraamde kosten besteed 2127% 266% 193% 242% 197% 196% overschrijding overschrijding Landelijke zorg jeugdhulp Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaves ( ) % van de geraamde kosten besteed Veiligheid, jeugdreclassering en opvang Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaves ( ) % van de geraamde kosten besteed Geinde ouderbijdrage Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaves ( ) Totaal Geraamde kosten/begroting ( ) Uitgaves ( ) % van de geraamde kosten besteed 51% 55% 22% 43% 33% 69% 15% 31% Tabel 11: Programmakosten Zorg in Natura (ZIN) & Persoonsgebonden Budget (PGB), per kwartaal in 2015, op basis van ontvangen facturen (cumulatief) 13

14 Aanvullend op de inzet door de LOT s en het KTJ wordt, waar nodig, specialistische jeugdhulp ingezet. De daarmee gepaard gaande uitgaven noemen we programmakosten. Ook de uitgaven die gepaard gaan met de voortzetting van ingezette ondersteuning, als gevolg van de zorgcontinuïteit, vallen hieronder. Toelichting Zoals in tabel 11 zichtbaar wordt, lopen de meeste uitgaven achter op de begroting. De oorzaken hiervoor zijn niet exact te duiden. Vermoedelijk hebben nog niet alle zorgaanbieders facturen ingediend. In het derde kwartaal wordt ingezet op meer duidelijkheid vanuit de zorgaanbieders. Voor het persoonsgebonden budget (pgb) mét verblijf is voor alle Kempengemeenten te krap begroot. Tabel 11 laat zien dat de totale uitgaven voor elke Kempengemeente binnen de geraamde kosten blijven in het tweede kwartaal. Om tabel 11 te kunnen interpreteren moet notie genomen worden van het feit dat alleen de facturen tot en met het tweede kwartaal verwerkt zijn. Dit betekent niet dat het gaat om de geleverde zorg tot en met 30 juni De facturen voor het tijdvak juni worden pas vanaf juli ontvangen. Vandaar dat voor Zorg in Natura een berekening is gemaakt om de totale kosten te prognosticeren. Deze berekening wordt in de risicoparagraaf weergegeven. 14

15 6. RISICO S Op financieel gebied zijn op basis van deze rapportage risico s te benoemen. 1. De belangrijkste is de voortdurende onzekerheid en onduidelijkheid op het gebied van de te ontvangen facturen en woonplaatsbeginsel. In onderstaande tabel 12 wordt op basis van (grofmazige) extrapolatie van de datum van de laatst gefactureerde periode van Zorg In Natura (ZIN) per zorgaanbieder een doorrekening gemaakt. Hiermee is getracht een nauwkeurigere voorspelling te kunnen doen voor wat betreft de programmakosten. Dit overzicht laat voor Eersel een negatieve prognose zien voor ZIN in De oorzaak hiervan is een groot aantal jeugdigen dat volgens het woonplaatsbeginsel bij Eersel thuishoort en woonachtig is bij Lunet Zorg. Dit is onder de aandacht gebracht bij het ministerie. Het verdeelmodel lijkt hier niet in te voorzien. Voor alle gemeenten geldt dat er blijvende onzekerheid bestaat hoeveel declaraties nog gaan komen voor de overgang- cliënten, maar ook door te ontvangen facturen na verwijzing van (huis)artsen. Begroot ZIN Bergeijk Met verblijf ,00 Zonder verblijf ,00 Uitgaves tot en met tweede kwartaal Uitgaves na extrapolatie Verschil Totaal , , , ,12 ZIN Bladel Met verblijf ,00 Zonder verblijf ,00 Totaal , , , ,22 ZIN Eersel Met verblijf ,00 Zonder verblijf ,00 Totaal , , , ,80 ZIN Reusel- De Mierden Met verblijf ,00 Zonder verblijf ,00 Totaal , , , ,99 Tabel 12: Extrapolatie ZIN op basis van laatst gefactureerde zorg tot en met het tweede kwartaal 2. Zorgcontinuïteit. De ingezette ondersteuning loopt af in 2015 (uiterlijk ). Mogelijk hebben de overgangscliënten na afloop van de indicatie in 2015 een resterende vraag naar ondersteuning waarbij een beroep gedaan wordt op het CJG+. Om in de tweede helft van 2015 te kunnen voldoen aan de verwachte extra instroom naar het CJG+ wordt momenteel aanvullende capaciteit geraamd vanuit de flexibele schil. De vraag is of deze raming voldoet. De extra toestroom naar het CJG+ is niet te duiden. Alle overgangscliënten zijn schriftelijk geïnformeerd over de werkwijze van het CJG+. Onduidelijk is hoe groot de groep is die onterecht als overgangscliënt is aangemerkt en waarover gemeenten nooit een factuur gaan ontvangen. 3. Taakstelling De taakstelling om de drie decentralisaties budgettair neutraal te laten verlopen, in relatie tot de saldopost die bij in de verschillende Kempengemeenten negatief is, leidt tot een taakstellende opdracht bezuinigen te behalen. Gezien tabel 12, is de prognose dat dit in elk geval voor Eersel niet haalbaar is. Hierbij dient nogmaals vermeld dat de extrapolatie grofmazig van aard is. 15

16 7. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN Dichtbij Inwoners weten de weg naar het Centrum voor Jeugd & Gezin+ te vinden. Huisartsen, de partij voor veel inwoners die, van oudsher, zeer nabij is in de ondersteuning, hebben bijna anderhalf keer zoveel verwijzingen naar specialistische jeugdhulp gedaan dan het CJG+. De samenwerking met de huisartsen wordt zo goed mogelijk uitgebouwd. De samenwerkingsovereenkomst kan hiertoe een instrument zijn. De voornamelijk technische vragen omtrent het persoonsgebonden budget zijn beantwoord, waarbij de gemeente als intermediair is opgetreden tussen budgethouder en de Sociale Verzekeringsbank. De aflopende zorgcontinuïteit vertaalt zich in de tweede helft van 2015 naar verwachting in een verhoogde inzet van de Lokale ondersteuningsteams (LOT s). In samenhang De instroom van cliënten vanuit verschillende toegangsmogelijkheden naar het CJG+, leidt tot de conclusie dat de samenhang met de aandachtsgebieden operationeel is. Verbeteringen dienen met name op het gebied van Vrije Tijd en Loketten (met uitzondering voor Bergeijk) plaats te vinden. De samenhang en samenwerking met zorgaanbieders tekent zich af in de weergegeven percentages instroom richting het CJG+. Deze komt op gang. Met name ook de welwillendheid van de huisartsen in samenwerking met het CJG+, die bleek tijdens de gehouden bijeenkomst medio juni, toont een veelbelovende ontwikkeling in de samenhangende ondersteuning. Effectief Verbeteringen in registratie door het CJG+ hebben plaatsgevonden. Administratieve ondersteuning is aanwezig om de administratieve last te beperken en de effectiviteit van de dienstverlening te vergroten. Uniformiteit in registratie voor alle teams moet blijvend worden verhoogd. Met name op het gebied van de doelrealisatie en de ureninzet. De doelrealisatie berust grotendeels op het niet langer hebben van een hulpvraag; opgevolgd door het succesvol hebben afgerond van de ondersteuning. Doelen zijn daarbij gehaald. Een kwalitatieve evaluatie van de ingezette jeugdhulp vindt plaats vanaf het derde kwartaal aan de hand van tevredenheidsmetingen. In het tweede kwartaal zijn positieve reacties ontvangen, geen klachten en geen bezwaarschriften. Uitgaven De programmakosten vragen om een specifieke verdieping. Met name gelet op de extrapolatie is verdergaande actie noodzakelijk voor de gemeente Eersel. De Kempengemeenten hebben geen solidariteit afgesproken voor de programmakosten. Hoewel de dienstverlening in de Kempen uniform is, worden de geprognosticeerde verschillen in het financieel resultaat voor geheel 2015, na extrapolatie, zeer groot tussen de Kempengemeenten. Conclusie Vanuit een nul situatie bij aanvang van 2015, staan er in het tweede kwartaal teams die in balans zijn en in staat zijn een groot aantal jeugdigen en hun gezinnen te bereiken en te ondersteunen. Het CJG+ is actief binnen alle aandachtsgebieden; met name Vrije tijd en (in de meeste gemeenten) Loketten heeft meer inzet nodig. Registraties blijven een aandachtspunt en vragen om meer uniformiteit. De tevredenheid over de inzet is nog niet in beeld; klachten of bezwaarschriften op beschikkingen zijn niet ontvangen. Het uitgavenpatroon voor de specialistische inzet is nog onvoorspelbaar. Aandacht is nodig voor het risico dat de gemeente Eersel loopt met de overschrijding van de begrootte uitgaven voor Zorg in Natura. Voor gemeente Eersel zijn acties uitgezet richting het ministerie omdat het woonplaatsbeginsel in relatie tot ontvangen budget hier debet aan lijkt. Dit wordt nauwgezet gevolgd. 16

17 Gelet op het behalen van een taakstelling in het Deelfonds Sociaal Domein, ziet het beeld er het minst gunstig uit voor Eersel zoals een grofmazige extrapolatie laat zien. De totale uitgaven zijn voor een groot deel ook een gevolg van de verwijzingen door (huis)artsen. De invloed die het CJG+ hierop kan hebben, is door de samenwerking met de huisartsen verder te verstevigen. De met huisartsen gemaakte afspraken worden opgevolgd. De LOT s worden met nadruk stevig rond de huisartspraktijken gepositioneerd. Zorgcontinuïteit geldt enkel voor Wellicht is de vraag naar ondersteuning niet in 2015 beëindigd. In die situaties is mogelijk een herbeoordeling door het CJG+ nodig. Deze verwachte herbeoordelingen, in de laatste kwartalen van 2015, vergen inzet vanuit de teams. Hierop wordt geanticipeerd door een toevoeging van capaciteit vanuit de flexibele schil. 17

18 8. BIJLAGE 1: KERNKAARTEN BIJLAGE 1.1: KERNKAART CJG+ Tabel 13 Programmakosten Begroot budget Gemeente Uitgaves CJG+ De Kempen Datum % % Tabel 14: Aantal jeugdigen in LOT s & KTJ % budget uitputting LOT KTJ Tabel 15: Aantal afgegeven beschikkingen door Lot/KTJ vs Medische professionals LOT KTJ Medisch Specialist Tabel 16: Gemiddelde doorlooptijd per fase Aanmelding - Contact Contact opstellen hulpvraag Onder behandeling LOT/KTJ Onder behandeling LOT/KTJ + Beschikking Tabel 17: Kosten ZiN & PGB (% van begroot budget) Nog niet bekend Wordt verwacht in periode 3 ZIN zonder verblijf (5%) (61%) ZIN met verblijf (8%) (37%) PGB zonder verblijf (98%) (85%) PGB met verblijf (237%) (279%) Tabel 18: Aangegane verplichtingen (beschikkingen) Aantal afgegeven beschikkingen Kosten Gemiddelde duur Nog niet bekend Wordt verwacht in periode 3 of 4 18

19 BIJLAGE 1.2: KERNKAART GEMEENTE BERGEIJK Tabel 19: Aantal jeugdigen in LOT s & KTJ LOT KTJ Tabel 20: Aantal afgegeven beschikkingen door Lot/KTJ vs Medische professionals (Bergeijk) LOT 9 18 KTJ Medisch Specialist Tabel 21: Gemiddelde doorlooptijd per fase (Bergeijk) Aanmelding - Contact Contact opstellen hulpvraag Onder behandeling LOT/KTJ Onder behandeling LOT/KTJ + Beschikking Tabel 22: Kosten ZiN & PGB (Bergeijk) ZIN zonder verblijf (7%) (60%) ZIN met verblijf (10%) (27%) PGB zonder verblijf (62%) (52%) PGB met verblijf (193%) (242%) Tabel 23: Aangegane verplichtingen (beschikkingen) (Bergeijk) Aantal afgegeven beschikkingen Kosten Gemiddelde duur NNB 19

20 BIJLAGE 1.3: KERNKAART GEMEENTE BLADEL: Tabel 24: Aantal jeugdigen in LOT s & KTJ LOT 205 KTJ 41 Tabel 25: Aantal afgegeven beschikkingen door Lot/KTJ vs Medische professionals LOT 8 22 KTJ Medisch Specialist Tabel 26: Gemiddelde doorlooptijd per fase Aanmelding - Contact Contact opstellen hulpvraag Onder behandeling LOT/KTJ Onder behandeling LOT/KTJ + Beschikking Tabel 27: Kosten ZiN & PGB ZIN zonder verblijf (8%) (61%) ZIN met verblijf (21%) (37%) PGB zonder verblijf (123%) (106%) PGB met verblijf (221%) (266%) Tabel 28: Aangegane verplichtingen (beschikkingen) Aantal afgegeven beschikkingen Kosten Gemiddelde duur

21 BIJLAGE 1.4: KERNKAART GEMEENTE EERSEL: Tabel 29: Aantal jeugdigen in LOT s & KTJ LOT KTJ Tabel 30: Aantal afgegeven beschikkingen door Lot/KTJ vs Medische professionals LOT KTJ Medisch Specialist Tabel 31: Gemiddelde doorlooptijd per fase Aanmelding - Contact Contact opstellen hulpvraag ETC Tabel 32: Kosten ZiN & PGB ZIN zonder verblijf (1%) (66%) ZIN met verblijf 0 (-) (76%) PGB zonder verblijf (117%) (100%) PGB met verblijf (197%) (196%) Tabel 33: Aangegane verplichtingen (beschikkingen) Aantal afgegeven beschikkingen Kosten Gemiddelde duur

22 BIJLAGE 1.5: KERNKAART GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN: Tabel 34: Aantal jeugdigen in LOT s & KTJ LOT KTJ Tabel 35: Aantal afgegeven beschikkingen door Lot/KTJ vs Medische professionals LOT 9 18 KTJ Medisch Specialist 6 10 Tabel 36: Gemiddelde doorlooptijd per fase Aanmelding - Contact Contact opstellen hulpvraag ETC Tabel 37: Kosten ZiN & PGB ZIN zonder verblijf (1%) (53%) ZIN met verblijf 0 (-) (7%) PGB zonder verblijf (84%) (76%) PGB met verblijf (overschrijding) Tabel 38: Aangegane verplichtingen (beschikkingen) (overschrijding) Aantal afgegeven beschikkingen Kosten Gemiddelde duur

23 9. BIJLAGE 2: SPECIFICERING PROGRAMMAKOSTEN BIJLAGE 9.1 PROGRAMMAKOSTEN BERGEIJK Programma Restant Norm (%*begroot) Begroot Verschil (norm - werkelijk) Uitgaves tot ZIN zonder verblijf (31/34) ZIN met verblijf (35/38) PGB zonder verblijf PGB met verblijf Landelijke zorg op jeugdhulp Veiligheid, jeugdreclassering en opvang (K) Voorfactuur (ZIN& Landelijk) Totale Kosten Inkomsten ouderbijdragen Totale Opbrengsten Resultaat Tabel 39: Programmakosten Gemeente Bergeijk ( ) 23

24 BIJLAGE 9.2 PROGRAMMAKOSTEN BLADEL Programma Restant Norm (%*begroot) Begroot Verschil (norm - werkelijk) Uitgaves tot ZIN zonder verblijf (31/34) ZIN met verblijf (35/38) PGB zonder verblijf PGB met verblijf Landelijke zorg op jeugdhulp Veiligheid, jeugdreclassering en opvang (K) Voorfactuur (ZIN& Landelijk) Totale Kosten Inkomsten ouderbijdragen Totale Opbrengsten Resultaat Tabel 40: Programmakosten Gemeente Bladel ( ) 24

25 BIJLAGE 9.3 PROGRAMMAKOSTEN EERSEL Programma Restant Norm (%*begroot) Begroot Verschil (norm - werkelijk) Uitgaves tot ZIN zonder verblijf (31/34) ZIN met verblijf (35/38) PGB zonder verblijf PGB met verblijf Landelijke zorg op jeugdhulp Veiligheid, jeugdreclassering en opvang (K) Voorfacturen (ZIN& Landelijk) Totale Kosten Inkomsten ouderbijdragen Totale Opbrengsten Resultaat Tabel 41: Programmakosten Gemeente Eersel ( ) 25

26 BIJLAGE 9.4 PROGRAMMAKOSTEN REUSEL-DE MIERDEN Programma Restant Norm (%*begroot) Begroot Verschil (norm - werkelijk) Uitgaves tot ZIN zonder verblijf (31/34) ZIN met verblijf (35/38) PGB zonder verblijf PGB met verblijf Landelijke zorg op jeugdhulp Veiligheid, jeugdreclassering en opvang (K) Voorfactuur (ZIN& Landelijk) Totale Kosten Inkomsten ouderbijdragen 0 0 Totale Opbrengsten Resultaat Tabel 42: Programmakosten Gemeente Reusel-De Mierden ( ) 26

27 27