Presteren zonder te scoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Presteren zonder te scoren"

Transcriptie

1 Presteren zonder te scoren Een studie naar de waardering en beleving van leerlingen van het vak lichamelijk opvoeding bij een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt. Haagse Hogeschool Faculteit gezondheid, voeding & sport Opleiding docent lichamelijk opvoeding Afstudeerprofiel: Leerlingenverschillen Afstudeeropdracht Auteurs: J. Janse & M. Terlouw Begeleider: Dhr. F.M. Jacobs Mei 2017

2 Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Inleiding... 3 Vooronderzoek Ontwerp Lessenserie Methode Resultaten Discussie Conclusie Bibliografie Bijlagen Bijlage 1: Eigenheid van bewegingsonderwijs a.d.h.v. kenmerken en leden van de sportfamilie - (Steenbergen, 2004) Bijlage 2: Vakconcepten (Crum, 2011) Bijlage 3: Ontwerponderzoek Bijlage 4: Lessenserie Conceptversie Bijlage 5: Lessenserie Conceptversie Bijlage 6: Definitieve Lessenserie Bijlage 7: Interview schema Bijlage 8: Transscriptie Interviews Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 1

3 Samenvatting In het onderstaande document wordt een onderzoek gedaan naar de waardering en beleving van leerlingen tijdens een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt. De verwachting is dat motorisch vaardige leerlingen de lessenserie minder leuk zouden vinden, omdat zij niet meer kunnen scoren, en niet meer kunnen laten zien hoe goed ze zijn. Maar dat de motorisch minder vaardige leerlingen de lessen juist leuker zouden vinden, doordat ze niet meer de slechtste zijn. Het onderstaande onderzoek bestaat uit twee onderdelen. Allereerst is als vooronderzoek een ontwerponderzoek uitgevoerd om tot een zo valide en betrouwbaar mogelijke lessenserie te komen. Doormiddel van een literatuurstudie en lesgeefervaringen van de onderzoekers is een concept lessenserie tot stand gekomen. Vervolgens hebben vier externe deskundigen tot tweemaal toe hun feedback gegeven, wat geleid heeft tot een definitieve lessenserie. Deze lessenserie van vier lessen is vervolgens gegeven aan een brugklas op de Passie in Rotterdam. Hierna werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de waardering en beleving van de leerlingen met betrekking op deze lessenserie. Dit is gedaan door semigestructureerde interviews af te nemen bij vijf motorisch vaardige en vijf motorisch minder vaardige leerlingen. Op de vraag wat de beleving en waardering van leerlingen uit klas 1 van het voortgezet onderwijs is van een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt kan naar aanleiding van het onderstaande onderzoek geconcludeerd worden dat een les zonder wedstrijdelement over het algemeen als positief zowel door motorische minder vaardige bewegers als door motorisch vaardige bewegers als positief wordt ervaren. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 2

4 Inleiding Tijdens de laatstgehouden Thomas van Aquino Oriëntatie Dag op vrijdag 15 april 2016 in en rondom de Fontys Sporthogeschool te Eindhoven waren de workshops ingedeeld rondom het thema Crossing Borders (Thomas Oriëntatie Dag, 2016). Tijdens deze verschillende workshops kwam ook het onderwerp gamification geregeld aan de orde. Gamification zou kunnen worden ingezet om leerlingen beter en sneller te laten leren, en eerder leerdoelen te bereiken (Perrotta, 2013). Een belangrijk element van gamification is het wedstrijdeffect, het scoren van punten, het creëren van competitieve elementen. Er zijn sterke aanwijzingen dat het toevoegen van een game-element de motivatie verhoogd. Zo zijn er steeds meer spellen waarbij er tijdens het spel taal geleerd wordt. Deze spellen beloven dat het spelen van deze spellen zorgt voor het sneller leren van de taal. Er zijn bepaalde spelelementen die in een omgeving zonder spelelement, kunnen worden gebruikt om een speler effectief aan te grijpen en de motivatie om te winnen en actief te leren te verhogen. Uit het onderzoek van Zarzycka-Piskorz (2008) naar gamification bij het aanleren van grammatica op de Pedagogical University in Krakau blijkt dat de game-elementen verantwoordelijk zijn voor het verhogen van de motivatie om grammatica te leren doormiddel van spellen (Zarzycka- Piskorz, 2008). Ook tijdens de lessen lichamelijke opvoeding (LO) wordt er momenteel steeds meer aangeboden in de vorm van games, wedstrijdvormen en competitieve bewegingsactiviteiten. De vraag die echter opkomt bij gamification is of dit ook effect heeft op de minder vaardige leerlingen. Deze leerlingen zullen tijdens de lessen waarbij gebruik wordt gemaakt van gamification, dus met veel competitieve elementen, weinig of minder succeservaringen hebben. Het is dus twijfelachtig of gamification een geschikt middel is om minder vaardige leerlingen gemotiveerd en betrokken te houden tijdens de lessen LO. Om beter inzicht te krijgen in gamification in de gymles kunnen bewegingsactiviteiten worden ingedeeld aan de hand van de sportfamilies van Steenbergen (Steenbergen, 2004). Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 3

5 Steenbergen (Steenbergen, 2004) onderscheidt drie eigenschappen die kunnen leiden tot vier verschillende activiteiten die in de lessen LO gegeven kunnen worden (Bijlage 1). De drie eigenschappen zijn als volgt: 1. Game: Het bereiken van een intrinsiek doel, het oplossen van bewegingsproblemen of bewegingshandelingen. Er gelden bepaalde regels en middelen. Deelnemers geven blijk van een speelse houding (Suits, 1988). 2. Agonaliteit/ Wedijver: Gedeelde test met anderen (wedstrijdsport). Test met natuurlijke elementen, zichzelf of een abstracte limiet. 3. Bewegen/ Verplaatsen: Het bewegen of verplaatsen van het lichaam is noodzakelijk om aan het doel te voldoen. Aan de hand van deze drie eigenschappen komt Steenbergen tot de volgende indeling van activiteiten: 1. Agonale bewegingsvaardigheidsspelen: - Spellen waarbij het intrinsiek doel eenduidig is vastgelegd - De middelen en regels liggen vast - Er is sprake van een gedeelde test - Er is ruimte tot een speelse houding onder voorwaarden 2. Speelse bewegingsvaardigheidsspelen: - Spellen waarbij er wisselende intrinsieke doelen zijn - Individuele vrijheid om nieuwe middelen te kiezen - De regels zijn veranderlijk - Er is zonder meer een speelse houding 3. Fitnessactiviteiten: - Doel is overwinnen van hinderlijke obstakels met de meest efficiënte middelen - Nastreven van fitheid (bewegen als middel) - Geen game-karakter - Testen van effecten op conditie, spier, gewicht,, - Zakelijke houding; voorwaardelijk Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 4

6 - Bewegen als lichaamsbewegingen 4. Agonale vaardigheidsspelen: - Dit zijn vaardigheidsspelen waarbij geen sprake is van bewegen of verplaatsen. - Ongeschikt voor het bewegingsonderwijs. Door middel van gamification worden leerlingen door het toepassen van een wedstrijdelement gemotiveerd en geactiveerd om zo goed mogelijk te presteren of zo veel mogelijk te scoren. Zowel de eigenschappen game als agonaliteit die Steenbergen schetst, zullen dus aanwezig zijn binnen deze activiteiten (Steenbergen, 2004). Wanneer een docent LO gamification inzet om leerlingen te activeren zullen dus voornamelijk agonale bewegingsvaardigheidsspelen worden gespeeld tijdens de lessen. Hierbij worden leerlingen dus uitgedaagd om zo goed mogelijk te presteren. Uit eerder onderzoek naar de beweeg- en sportmotieven blijkt echter dat het motief plezier en niet het motief presteren een belangrijk terugkerend motief is voor leerlingen om te sporten. In vergelijking met de overige ondervraagde motieven geven de meeste leerlingen aan dat ze plezier als het grootste motief zijn voor bewegen. Van de leerlingen, verspreid over de groepen 7 en 8 van de basisschool en klassen 1 en 2 van de middelbare school, hebben er aangegeven dat ze plezier meer dan gemiddeld zien als een beweeg- en sportmotief. Het motief aanzien komt hierbij juist als kleinste motief uit de bus. Hierbij hebben van de leerlingen er aangegeven aanzien meer dan gemiddeld te zien als beweeg- en sportmotief (Stuij, Wisse, Mossel, Lucassen, & Dool, 2011). Wanneer plezier een dergelijke grote rol inneemt binnen de beweegmotieven van de leerlingen zou de docent hier dus de meeste aandacht aan moeten schenken. Toch staat in veel lessen LO het presteren en scoren centraal, terwijl maar een klein deel van de leerlingen hier aandacht aan hecht. De oorzaak hiervan is naar alle waarschijnlijkheid te vinden in een lange traditie waarin presteren in de gymles centraal staat. Op basis van de bovenstaande resultaten zou de docent LO zich dus veel meer bezig moeten houden met het creëren van plezier binnen de lessen LO dan zich te richten op scoren en presteren. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 5

7 Een docent LO zou zich dus minder moeten richten op activiteiten waar hij zichzelf comfortabel bij voelt, wat hij gewend is, maar meer op activiteiten die aansluiten bij de verschillende deelnamemotieven van de leerlingen. Juist door hier rekening mee te houden kan een docent LO de doelstelling van het vak behalen. Een van de algemene doelstellingen van het vak lichamelijke opvoeding(lo) is namelijk om de leerlingen bekwaam te maken voor een verantwoorde, perspectiefrijke en blijvende deelname in de bewegingscultuur. Het gaat er uiteindelijk om dat jongeren blijvend betrokken raken bij sport en bewegen. Dat kan alleen als er op school voor iedereen perspectief is: iedereen moet zich kwijt kunnen, iedereen moet succeservaringen op kunnen doen, iedereen moet met plezier kunnen deelnemen (Stegeman, 2000). Deze introductie in de bewegingscultuur moet plaatsvinden in een uitdagende en veilige sfeer, waardoor alle leerlingen ongeacht hun niveau met plezier kunnen deelnemen (Driel, Gugten, & Loopstra, 2004). Voor een juiste introductie in de bewegingscultuur zal de docent dus moeten aansluiten bij de deelnamemotieven van de leerlingen. Om een les te realiseren die voldoet aan de bovengenoemde eisen zal elke docent zich de volgende vragen moeten stellen: - Wat motiveert leerlingen? (=bereidheid om aan bewegen en sport deel te nemen) - Welke motieven spelen daarbij een rol (=om welke reden doe je aan bewegen en sport?) - Hoe kan het programma bewegen en sport tegemoetkomen aan de beweeg- en sportmotieven van de leerlingen? - Hoe kan de docent blijvende deelname realiseren? Door zichzelf deze vragen te stellen is het voor de docent mogelijk om erachter te komen met welke reden de leerlingen sporten, waarom de leerlingen sporten en wat de leerlingen willen bereiken met het sporten. De docent LO komt door deze vragen te behandelen dus achter de deelnamemotieven van de leerlingen (Ekdom & Mossel, 2014). Wanneer een docent LO zich deze vragen stelt voor elke individuele leerling zal hier voor elke leerling een ander antwoord uitkomen. Elke leerling is uniek, en heeft dus zijn eigen beweegredenen om te sporten. Het is aan de docent om hier rekening mee te houden. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 6

8 Wanneer een docent LO geen rekening houdt met de verschillende deelnamemotieven van de leerlingen zal, zoals de traditie dat bepaalt, de les vaak draaien om scoren en presteren. In het onderzoek Young athletes and their coaches (Claringbould, Knoppers, & Jacobs, 2014) wordt het verband gelegd tussen de invloed van coaches en de deelnamemotieven van de jonge sporters. De rol van de coach in het begeleiden van een sporter kan vergeleken worden met de rol van een docent LO tijdens de gymlessen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van Bourdieu s opvattingen over de status en de positie van jonge atleten in relatie tot hun coach op het gebied van sport (Bourdieu, 1990) en Foucaults opvattingen over disciplinaire bevoegdheden (Foucault, 1980). Deze onderzoeken zijn gericht op kinderen in de leeftijd van zeven tot achttien jaar die deelnamen aan tennis, voetbal, zwemmen of hockey over hun ervaringen met hun coaches. De gegevens van de semigestructureerde interviews laten zien hoe de motivatie van deze jongeren is ontwikkeld en verschoven wanneer ze geleidelijk aan betrokken raakten bij een disciplinair proces dat gericht is op verbetering, succes en het winnen. Toen deze jongeren deelnamen aan een club sport was hun doel om te leren hoe het spel gespeeld moest worden en om plezier te hebben. Naarmate zij deelgenomen hadden aan georganiseerde praktijken leerden zij dat ze moesten voldoen aan bepaalde regels over het gedrag tijdens de training, om nog plezier te hebben. Hoe meer een atleet betrokken raakte bij de sport hoe belangrijker de verbetering in status werd. Hoe talentvoller een atleet was hoe meer hij of zij zich realiseerde dat succesvol zijn niet alleen bereikt kon worden door plezier te hebben maar meer door taai te zijn en hard te trainen (Claringbould, Knoppers, & Jacobs, 2014). De deelnamemotieven van de jonge sporters verschoven dus van plezier hebben naar presteren en aanzien. Ook tijden de lessen LO lijkt deze ontwikkeling zichtbaar. De leerlingen komen grotendeels met het deelnamemotief plezier naar de lessen LO. Hier worden ze echter geconfronteerd met veel activiteiten met wedijver en agonaliteit, terwijl dit niet aansluit bij de oorspronkelijke deelnamemotieven van veel leerlingen. Dit ondanks het feit dat er in de algemene doelstelling wordt benoemd dat iedereen zijn ei kwijt moet kunnen, en dat iedereen met plezier moet kunnen deelnemen. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 7

9 Om te bewerkstelligen dat de lessen LO toch aansluiten bij de algemene doelstelling van het vak is het van groot belang dat de docenten tijdens de lessen inspelen op de deelnamemotieven van de leerlingen. Hierbij zal dus meer gekeken moeten worden naar de leerlingen die sporten voor hun plezier, aangezien dit verreweg de grootste groep is, dan naar leerlingen die sporten voor aanzien en prestatie. Hierdoor zullen de lessen LO beter aansluiten bij de algemene doelstelling van het vak, en dus beter aansluiten bij de deelnamemotieven van de meeste leerlingen. Uit het onderzoek over de rol van een coach op een sporter (Claringbould, Knoppers, & Jacobs, 2014) blijkt dat de deelnamemotieven van sporters kunnen verschuiven van plezier naar presteren, verbetering, succes en winnen. Het is echter ook mogelijk dat de deelnamemotieven van de leerlingen of sporters niet veranderen, maar dat zij hun plezier in de sport verliezen doordat de activiteiten niet aansluiten bij hun deelnamemotieven. Dit blijkt uit de factoren die het Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen (2015) geeft die kunnen leiden tot het verlaten van een sportvereniging. Hierbij wordt rekening gehouden met vier bepalende factoren: Wat motiveert jongeren: De sportende jongere heeft zijn eigen doelen, mogelijkheden en wensen. Als vereniging is het belangrijk om aandacht te hebben voor de intrinsieke motivatie en de beweegredenen van de individuele jongere om te gaan sporten en dat ook te willen blijven doen. Sociale invloeden: Jongeren zijn erg beïnvloedbaar door hun sociale omgeving. Denk aan vrienden, teamgenoten, trainers, coaches en ouders. Deze mensen kunnen de jongere stimuleren in hun sportbeoefening. Verenigingsfactoren: Verenigingsfactoren gaan over organisatorische zaken bij de sportvereniging. Denk aan een trainersbeleid, planning van wedstrijden en trainingen, indelen van jongeren in teams en uitstraling van het clubhuis of kantine. Invloeden van buitenaf: Verschillende zaken hebben invloed op het wel of niet blijven sporten van jongeren. Jongeren kunnen weinig tijd ervaren door bijvoorbeeld veel huiswerk of een bijbaantje waardoor ze stoppen met sporten bij de vereniging. Als vereniging kun je hierop in spelen. (NISB, 2015) Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 8

10 Ook binnen sportverenigingen wordt dus blijkbaar geworsteld met de deelnamemotieven van de kinderen. Hierbij wordt helaas te weinig rekening gehouden met de uniciteit van de leden van een sportvereniging en hun beweegredenen om te sporten. De prioriteit van sportverenigingen ligt vaak bij de topsport. Hierdoor is het primaire doel van de sportverenigingen het zo snel mogelijk naar een hoger niveau brengen van de sporters. Alles draait om spelers beter te maken en zo snel mogelijk op een hoog niveau te krijgen. Scoren en presteren is nodig om richting de topsport te komen. In de praktijk blijken echter niet alle kinderen naar sportverenigingen te komen om zo goed mogelijk te presteren. Veel kinderen komen met andere deelnamemotieven naar de verenigingen. Hierom is het ook voor sportverenigingen erg belangrijk om hun focus niet alleen te leggen op talentontwikkeling en presteren, maar juist ook om te kunnen gaan met het spelenderwijs ontdekken van een sport om dit op recreatief niveau te blijven beoefenen. Deze verandering is belangrijk voor het behoud van leden met een ander deelnamemotief dan presteren. (Sport voor clubs, 2016). Uit de bepalende factoren van het NISB (2015) blijkt dat sportverenigingen zich terdege bewust zijn van de verschillende doelen, mogelijkheden en wensen van jongeren binnen de vereniging, en het feit dat dit bepalend is voor het plezier van de leden. Binnen sportverenigingen leeft dan ook zeker de wens om meer bij deze de verschillende doelen van de sporten aan te sluiten. In de praktijk is dit echter erg lastig aangezien dit niet de geldende cultuur is binnen verenigingen en er dus een drastische verandering in visie en de daarmee ontwikkelende cultuur nodig is. Ook voor het onderwijs is het van groot belang dat deze verandering in visie plaatsvindt om aan te sluiten bij de deelnamemotieven van de leerlingen. Dat er ook binnen het vak LO geworsteld wordt met de verschillende deelnamemotieven van de leerlingen en de toepassing ervan tijdens de lessen LO, wordt duidelijk door de verschillende vakconcepten waarmee gewerkt wordt. Crum (2011) onderscheidt vijf verschillende vakconcepten die op hun beurt alle vijf aansluiten bij verschillende visies van docenten LO, alsmede bij de verschillende deelnamemotieven die de leerlingen kunnen Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 9

11 hebben bij het vak LO. Crum (2011) onderscheid de volgende vijf vakconcepten met hun uitleg, een schematische weergave hiervan is opgenomen in bijlage 2: 1. Biologisch georiënteerd lichaamsoefeningenconcept: Lichamelijke oefeningen gericht op biologische aanpassing van het orgaanstelsels; lichamelijke opvoeding als fitnesstraining dus. Volgens dit vakconcept is het vak LO erop gericht op het lichaam te trainen. LO is dus een middel om tot fysieke prestaties te komen. De dominante visie op de bewegingscultuur die hierbij hoort is dus het uitvoeren van oefeningen. 2. Vormingstheoretisch lichamelijkopvoedingssconcept: Lichamelijke opvoeding in dienst van algemene individuele ontwikkeling. Volgens dit vakconcept is het vak LO erop gericht om te komen tot persoonlijke en sociale vorming. Er wordt dus activiteit overschrijdend naar bewegen gekeken om bewegen in te zetten als middel om tot het proces van persoonlijke en sociale vorming te komen. 3. Personalistische bewegingsonderwijsconcept: Lichamelijke opvoeding als bijdrage aan persoonlijke bewegingsontplooiing. In dit vakconcept wordt bewegen zelf als het doel van het vak LO gezien. Er wordt bewogen om te komen tot persoonlijke ontplooiing in het bewegen. 4. Conformistische sportsocialisatieconcept: In de vierde optie wordt nadrukkelijk gewerkt vanuit een maatschappijvisie waarbij de visie op lichaams- en bewegingscultuur leidend is. Dan wordt dus zeker wel rekening gehouden met overwegingen over de samenleving in het algemeen en de bewegingscultuur in het bijzonder (dit dan onder verwaarlozing van het perspectief van de individuele ontwikkeling). Omdat de bestaande bewegingscultuur zonder meer als referentiepunt wordt gekozen, gaat het hier voornamelijk om aanpassing aan het bestaande en is er geen of weinig ruimte voor sociale kritiek of persoonlijke afwijzing. Conformisme domineert. Hierbij is sport dus een doel op zich, maar ook een middel om te komen tot sportmaatschappelijke toerusting om te kunnen deelnamen aan de dominante sportcultuur. 5. Kritisch constructieve bewegingssocialisatieconcept: In het laatste vakconcept wordt er een optie onderscheiden waarin op grond van het streven naar balans tussen individuele en sociaal-culturele invalshoek ruimte is voor zowel cultuuroverdracht (sociale aanpassing) als cultuurinnovatie (gebaseerd op sociale kritiek). In dit concept Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 10

12 is het bewegen het doel van de lessen LO. Er wordt geleerd om kritisch deel te kunnen nemen aan een bewegingscultuur. Binnen deze vakconcepten sluit het personalistische bewegingsonderwijsconcept het beste aan bij het doel van de ontwikkelde lessenserie. In dit concept draait het namelijk om persoonlijke ontplooiing en persoonlijke bewegingsdoelen. De leerlingen kunnen hierbij dus, aan de hand van hun deelnamemotief, hun eigen doelen stellen. De dominante visie op de bewegingscultuur is dan ook gericht op de informele op recreatie georiënteerde sporten, waarbij het presteren en scoren van klein belang is. Als uitbreiding van dit concept voor de uitvoering van dit onderzoek zouden wij willen stellen dat bij dit vakconcept het wedstrijdelement geen enkele rol speelt, en zelf afwezig is. Binnen de lessenserie in dit onderzoek is gekozen om uitsluitend activiteiten te gebruiken die in te delen zijn onder Speelse bewegingsvaardigheidsspelen en Fitnessactiviteiten (Steenbergen, 2004). Binnen deze speelse bewegingsvaardigheidspelen creëren de leerlingen een speelse houding om een opdracht uit te voeren of een opgeworpen obstakel te overwinnen. Hierbij is geen sprake van een gedeelte test tegen anderen(wedstrijd), of een uitvoering met een abstract limiet (tijd of uitvoering). Ook binnen de fitnessactiviteiten speelt het wedstrijdelement geen rol. Het verschil met de speelse bewegingsvaardigheidsspelen is dat er hier ook geen game-karakter aanwezig is, er wordt geen speelse houding opgeroepen bij de leerlingen. Het gaat hierbij allen om het overwinnen van hinderlijke obstakels. Binnen onze lessenserie hebben wij gekozen voor een combinatie van deze twee onderdelen. Wel hebben wij een speelse houding toegevoegd aan de fitnessactiviteiten. Activiteiten die vallen onder Agonale bewegingsvaardigheidsspelen en Agonale vaardigheidsspelen zijn niet opgenomen in onze lessenserie vanwege de belangrijke rol van het wedstrijdelement en het ontbreken van beweging. Wanneer de vakconcepten met de activiteiten vergeleken worden is duidelijk dat er sterke verbinding is. In het biologisch georiënteerd lichaamsoefeningenconcept vinden voornamelijk fitnessactiviteiten plaats. In de overige vakconcepten staan de Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 11

13 bewegingsvaardigheidsspelen centraal. In beide bewegingsvaardigheidsspelen, zowel de agonale als de speelse bewegingsvaardigheidsspelen is een game karakter aanwezig. Het verschil tussen de agonale bewegingsvaardigheidsspelen en de speelse bewegingsvaardigheidsspelen ligt in het wedstrijdelement, de agonaliteit. Zowel in het onderwijs als binnen sportverenigingen lijkt het onderscheid hiertussen voor coaches en docenten moeilijk te realiseren. Binnen de ontwikkelde lessenserie is het speelse karakter namelijk van groot belang, maar dit kan heel goed zonder agonaliteit. Waar veel lessen LO bestaan uit activiteiten met daarin wedijver en agonaliteit, zal in dit artikel onderzoek worden gedaan naar lessen zonder wedijver en agonaliteit. Het betekenis geven van leerlingen aan de lessen is hierbij van groot belang. Doordat de leerlingen naar alle waarschijnlijkheid jarenlang gymlessen hebben gehad die draaiden om scoren en presteren zullen ze dit ook als verwachtingspatroon hebben gecreëerd met betrekking tot lessen LO. Betekenis geven houdt in dat de leerlingen voor zichzelf een betekenis kunnen geven aan de leerstof. Leerlingen kunnen dit als het hen duidelijk is waarom ze deze stof, of deze activiteiten op deze manier moeten doorwerken. Wanneer de docent dat belang aan de leerlingen duidelijk maakt ontstaat de grootste kans dat de leerlingen er betekenis aan geven (Ebbens & Ettekoven, 2013). Doordat er in de reguliere lessen LO door de docenten waarschijnlijk is uitgelegd dat de leerlingen sporten en bewegen om te scoren en tot prestaties te komen, is dit ook vaak de betekenis die leerlingen aan de lessen LO geven. In het onderstaande zal een lessenserie worden uitgewerkt met daarin geen enkele activiteit die te maken heeft met wedijver of agonaliteit. De betekenis van de les zal dus totaal anders zijn dan in reguliere gymlessen waar veelal scoren en presteren centraal staat. Voor de leerlingen die in eerdere lessen de betekenis scoren en presteren aan de lessen LO gegeven hebben zal dit dus een nieuwe ervaring zijn, waar ze mogelijk aan moeten wennen. Door deze lessenserie zonder activiteiten met wedijver of agonaliteit wordt onderzocht wat de beleving en waardering is van leerlingen uit klas 1 van het voorgezet onderwijs van een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt. Doormiddel van dit onderzoek kan worden aangetoond of deze manier van lesgeven binnen de lessen LO door de leerlingen gewaardeerd wordt en of deze lessen aansluiten bij de deelnamemotieven van de leerlingen. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 12

14 Zoals eerder besproken is plezier het meest voorkomende deelname motief van leerlingen tijdens lessen LO. Door wedijver en agonaliteit weg te laten uit de les, zal het accent van de les mogelijk verplaatsen van presteren naar plezier. De verwachting is dat het merendeel van de leerlingen dit zal waarderen en dat hun beleving hoger wordt tijdens de lessen LO. De verwachting is ook dat leerlingen die wel als deelnamemotief presteren en status hebben de lessen minder zullen waarderen. Motorisch vaardige leerlingen zullen bij de lessen waarschijnlijk een minder hoge waardering hebben omdat ze niet meer kunnen scoren en presteren. Motorisch minder vaardige leerlingen zullen waarschijnlijk een hogere waardering en beleving hebben bij de lessen, aangezien zij minder ervaren de mindere beweger te zijn. Wel is de verwachting dat de leerlingen ook aangeven de lessen zonder wedstrijdelement raar of anders zijn. Dit is te herleiden tot het feit dat de leerlingen een andere betekenis gegeven hebben aan de lessen LO dan het doelen waar de activiteiten om draaien. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 13

15 Vooronderzoek Ontwerp Lessenserie Voorafgaand aan het onderstaande kwalitatief onderzoek is een ontwerponderzoek gedaan. In dit ontwerponderzoek is een lessenserie ontworpen waarmee, na uitvoering van het kwalitatief onderzoek, de vraag kan worden beantwoord wat de waardering en beleving van leerlingen is van een les waarin geen wedstrijdelement voorkomt. Hieronder is een korte samenvatting te lezen met een korte uiteenzetting van de werkwijze en de belangrijkste resultaten. De volledige uitwerking van dit ontwerponderzoek is opgenomen in bijlage 3. De eerste fase van het ontwerponderzoek bestond uit het vormgeven van een conceptontwerp. Na een literatuurstudie naar verschillende lesonderwerpen in combinatie met eerdere eigen lesgeefervaringen zijn er vier onderwerpen gekozen om uit te werken in het eerste concept van de lessenserie. Dit waren de onderwerpen: Samenwerkingsspelen, Freerun, Escape-room en Bewegen en muziek. Elk van deze vier onderwerpen is uitgewerkt tot een volledige les van 90 minuten. Zodoende is een eerste conceptlessenserie van vier lessen gevormd. Dit eerste concept is te vinden in bijlage 4. Vervolgens zijn de onderstaande vier deskundigen op het gebied van bewegingsonderwijs gevraagd hun feedback te geven op deze lessenserie: Ger van Mossel: Leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & sport bij het SLO, nationaal experticecentrum leerplantonwikkeling, afdeling onderbouw VO. Willem Klok: Derdejaars student aan de opleiding docent lichamelijke opvoeding 1 e graad aan de Haagse Hogeschool. Stefan Rijke: Docent LO aan de Passie evangelische middelbare school in Rotterdam. Andries Veldman: Docent LO aan de Passie evangelische middelbare school in Rotterdam. Met hun kennis en ervaring hebben zij het eerste conceptontwerp van feedback voorzien. Zij hebben hierbij voornamelijk gekeken of de lessen geschikt waren om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Het belangrijkste criterium hierbij was het ontbreken van het wedstrijdelement. Uit deze feedback kwam dat het eerste concept grotendeels geschikt was, Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 14

16 maar op een aantal plaatsen nog wel verduidelijking nodig had om te zorgen dat de mogelijkheid tot scoren echt volledig uitgesloten was. Alle feedback is te vinden in het volledig uitgewerkte ontwerponderzoek (bijlage 4). Deze feedback is kritisch bekeken, vervolgens is, na bestudering van de gegeven feedback, er al dan niet gekozen om de feedback te verwerken in een verbeterde versie van de lessenserie. Dit tweede conceptontwerp is te vinden in bijlage 5. Vervolgens zijn de critical friends gevraagd het tweede conceptontwerp, met daarin de verwerkte feedback, nogmaals nauwkeurig door te lezen en wederom te voorzien van feedback. Uit deze tweede feedbacksessie zijn nog een aantal kleine op- en aanmerkingen gekomen. De verwerking van deze tweede feedbackserie heeft geleid tot een derde versie van de lessenserie. Deze derde versie is als definitieve versie gebruikt voor de uitvoering van het kwalitatief onderzoek en is opgenomen in bijlage 6. Doormiddel van deze lessenserie kan, na uitvoering van het kwalitatief onderzoek, een antwoord worden gegeven op de vraag wat de beleving en waardering van leerlingen uit klas 1 van het voortgezet onderwijs is van een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 15

17 Methode Participanten: Het onderzoek naar de beleving en de waardering van leerlingen tijdens een lessenserie waar geen enkel wedstrijdelement voorkomt is uitgevoerd op de school de Passie in Rotterdam, dit is een voortgezet onderwijs. Het onderzoek heeft plaatsgevonden bij de leerlingen uit klas RTH1B (1 mavo/havo). Deze klas bestaat uit 27 leerlingen waarvan er 19 meisjes zijn en 9 jongens. Werkwijze: Voor de klas RTH1B van de Passie is er door middel van het bovenstaande ontwerponderzoek een lessenserie ontworpen van vier bewegingslessen LO waarin het hoofddoel plezier is en het presteren volledig achterwege werd gelaten. In deze bewegingslessen zijn alle vormen van wedijver en agonaliteit weggelaten. Dit betekend dat alle vormen van prestatie en wedstrijdelementen weggelaten zijn. Na de lessenserie van vier weken zijn naar aanleiding van een overleg met de docent vijf motorisch vaardige leerlingen en vijf minder motorisch vaardige leerlingen geïnterviewd over hun ervaringen tijdens deze bewegingslessen. De gesprekken werden individueel gevoerd, dit waren dus diepteinterviews. Wat hiermee gemeten werd is dus het gevolg van een kwalitatief onderzoek, dit houdt in dat er onderzocht werd wat er onder de individuen leefde en wat de ervaringen van de proefpersonen waren. Het interview dat gehouden is, is semigestructureerd dat houdt in dat de afnemers van het interview niet alle vragen van tevoren voorbereid hadden maar zich aan bepaalde richtlijnen en hoofddoelen hebben gehouden, aan de hand van deze hoofdlijnen zijn vragen gesteld aan de leerlingen en verder probeerde de afnemers van het interview zelf het gesprek te sturen en werd er doorgevraagd op de antwoorden die de leerlingen gaven. Meetinstrumenten: Na de lessenreeks van vier weken zijn er interviews afgenomen, deze interviews zijn letterlijk uitgewerkt op een laptop en vervolgens uitgeprint op papier. Tijdens het afnemen van de interviews is de spraakrecorder op de mobiele telefoon aangezet om het interview op te Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 16

18 nemen. Het interview schema voor dit semigestructureerde interview is te vinden in Bijlage 3. Validiteit en betrouwbaarheid meetmethode: De resultaten van een kwalitatief onderzoek bieden een beeld van hoe de geïnterviewde de lessen beleefd hebben. De resultaten geven informatie over de beleving, er wordt dieper ingegaan op meningen, maar ook komt er vaak extra informatie naar boven waar de onderzoekers in eerste instantie mogelijk niet aan gedacht hadden. (marktonderzoek, 2015) In dit onderzoek is gekozen voor een semigestructureerd interview. Deze manier van interviewen wordt ook wel diepte-interview genoemd. Bij deze manier van interviewen wordt er gebruikt gemaakt van een algemeen interviewschema met vooropgestelde, wat algemener geformuleerde, vragen, maar hier mag wel van afgeweken worden. Hierdoor wordt er meer en gedetailleerde informatie verhaald. (Dingemanse, 2015) Het voordeel van werken met een semigestructureerd interview is dat de onderzoeker kan doorvragen waardoor en meer en gedetailleerde informatie naar voren komt. Maar het nadeel van het werken met deze interview methode is dat de validiteit lager ligt dan bij een gestructureerd interview (Dingemanse, 2015). Dit omdat de vragen voor het interview van tevoren niet allemaal vastliggen en er dus tijdens het interview wordt ingespeeld op wat de correspondent antwoord, hierdoor kan het dus zo zijn dat er niet altijd antwoord wordt verkregen op alle vragen die onderzocht moesten worden. Omdat er gebruikt gemaakt is van een telefoon/recorder voor het opnemen van het interview kan het interview altijd terug geluisterd worden. Op deze manier is te controleren of de uitwerking van het interview overeenkomt met wat er daadwerkelijk gevraagd is tijdens het interview. Daarbij is het zo dat de vier weken durende lessenserie op papier staat en dus ieder ander de lessenserie opnieuw zou kunnen geven precies op dezelfde manier waarop de lessen zijn gegeven tijdens dit onderzoek. Hierdoor is het onderzoek betrouwbaar omdat wanneer de lessenreeks opnieuw gegeven zou worden er ook dezelfde resultaten uit kunnen komen. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 17

19 Ook het format voor de interviews is vastgelegd op papier. Ieder ander zou het interview opnieuw kunnen afnemen omdat er bekend is welke lijn er tijdens het gesprek behandeld is. Bij elke leerling zijn deze vragen als hoofdlijn gebruikt om het interview vorm te geven en zullen de resultaten bij herhaling van het interview niet afwijken van de resultaten die al genoteerd zijn. Procedure: Zoals eerder genoemd is dit onderzoek afgenomen bij de klas RTH1B van de school de Passie in Rotterdam tijdens de reguliere lessen LO. Er is gekozen voor de school de Passie omdat een van de onderzoekers stageliep op deze school. De docent van de klas RTH1B stond open voor het onderzoek omdat zijn visie draait om het gebruiken van gym als middel om te komen tot bepaalde doeleinden en de docent gym niet ziet als doel. Hierbij keek de docent niet alleen naar het presteren in de les maar juist naar het samenwerken van zijn leerlingen tijdens zijn lessen LO. Doordat het onderzoek gericht was op het schrappen van prestatie in de lessen LO vond hij het een interessant onderzoek om aan mee te werken en stelde zijn gymlessen dus ter beschikking om het onderzoek in uit te voeren. Voor het onderzoeken is er door middel van het bovenstaande ontwerponderzoek een lessenserie van vier weken ontworpen waarin alle vormen van prestatie en wedstrijdelementen weggelaten waren. Deze lessenserie werd vier weken aaneensluitend gegeven op de maandagochtend van tot De lessen vonden plaats in de gym hal die in de school zelf was gevestigd. Voor het onderzoek was er één gymzaal beschikbaar. Voorafgaand aan de lessenreeks heeft de docent aan de klas RTH1B verteld dat er twee nieuwe docenten voor vier weken de lessen LO kwamen verzorgen en dat zij na afloop van deze weken een aantal leerlingen zouden interviewen voor hun onderzoek op school. De lessen die tijdens de lessenreeks gegeven zijn waren van tevoren bedacht en uitgewerkt op papier. De lessen zijn zo uitgebreid mogelijk op papier gezet, dit is met opzet gedaan zodat op het moment dat iemand anders de lessen zou moeten geven hij of zij precies de les Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 18

20 hetzelfde zou kunnen geven als dat gedaan is tijdens dit onderzoek. Deze uitgewerkte lessen zijn opgenomen in de bijlage. Vier weken lang zijn de lessen precies zo gegeven als dat ze op papier stonden. Voorafgaand aan de lessen zijn de leerlingen niet op de hoogte gesteld van wat er in die les behandeld zou worden. De bedoeling was dat de leerlingen er niet bewust van op de hoogte waren dat de manier van lesgeven anders was dan dat zij normaal deden tijdens de lessen LO. Na afloop van de vier weken durende lessenserie is er na overleg met de docent bepaald welke leerlingen er geïnterviewd zouden worden. Deze beslissingen zijn gemaakt naar aanleiding van de motorische vaardigheden van de leerlingen. De vijf motorisch beste leerlingen en de vijf motorische zwakste leerlingen zijn uitgekozen voor de interviews. De docent heeft hierbij geadviseerd naar aanleiding van de lessen die hij eerder gegeven heeft. Na de laatste les zijn de leerlingen die uitgekozen waren voor de interviews op de hoogte gesteld van het feit dat zij later die dag of de dag erna uit de klas gehaald werden om het interview af te nemen. Voorafgaand aan dit moment is er aan de docenten van de klassen gevraagd of zij uit de les gehaald mochten worden voor een interview van ongeveer twintig minuten. De interviews zijn afgenomen in een klaslokaal in de school. Elke leerling werd apart geïnterviewd door beide interviewers. Voorafgaand aan het interview waren de leerlingen op de hoogte gesteld van het feit dat er een recorder tijdens het gesprek aan stond om het gesprek terug te kunnen luisteren. Dit is gedaan voor het geval dat een leerling hier geen toestemming voor zou geven. De interviews zijn afgenomen bij 10 leerlingen. De leerlingen 1 t/m 5 zijn de motorisch vaardige leerlingen waarvan geïnterviewde 1, 3 en 5 jongens zijn en geïnterviewde 2 en 4 meisjes zijn. De leerlingen 6 t/m 10 zijn de motorisch minder vaardige leerlingen waarvan geïnterviewde 1 en 5 jongens zijn en geïnterviewde 2, 3 en 4 meisjes zijn. De data uit dit onderzoek voortgekomen bestaat uit de resultaten van de semigestructureerde interviews. Deze interviews zijn vastgelegd met een recorder, vervolgens is hier een transscriptie van gemaakt en zijn ze verwerkt tot een verslag waarin de relevante aspecten voor ons onderzoek zijn opgenomen. Deze verslagen zijn opgenomen Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 19

21 in het onderstaande onderzoek. Vervolgens zijn de resultaten uit deze verslagen geanalyseerd op topic niveau en verwerkt en opgenomen in de resultaten. In de discussie zijn de resultaten bekritiseerd en verklaard om tot een conclusie te komen op onze vraagstelling. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 20

22 Resultaten Op maandag is de laatste les van de lessenreeks uitgevoerd. Dit was de les aerobics. De drie weken hieraan voorafgaand zijn de andere lessen van de lessenreeks uitgevoerd. Aan de hand van de gegeven lessenreeks zijn er vijf motorisch goede bewegers geïnterviewd en vijf minder motorisch vaardige bewegers geïnterviewd. Het doel van het interview was om te pijlen wat de leerlingen van de lessenreeks vonden en wat hun beleving was tijdens deze lessen. In Bijlage 7 zijn de interviews uitgewerkt. Er is begonnen met het interviewen van de vijf motorisch vaardige bewegers en vervolgens de vijf minder motorisch vaardige bewegers. Voorafgaand aan het interview is aan elke leerling toestemming gevraagd of het interview opgenomen mocht worden met de spraakrecorder zodat het interview terug geluisterd kon worden. Alle leerlingen zijn hiermee ingestemd. Uit de transscripties van de interviews zijn na een topic analyse de volgende delen geselecteerd en in de resultaten weergegeven. Op de vraag: Wat vind je van het vak gym? kwamen onder andere de volgende antwoorden naar voren; Vind het wel leuk, kan mijn energie er in kwijt, Leuk vak, Ik vind het wel een leuk vak hoor, lekker vaak voetballen en veel sporten, Leuk, heel sportief en gezond voor je. Hieruit blijkt dus dat veel van de geïnterviewde leerlingen het vak gym als leuk ervaren. Maar daarentegen zijn er ook leerlingen die andere antwoorden geven op deze vraag; Ik vind het wel leuk, maar soms een beetje saai niet alle sporten zijn leuk, Ik vind het niet heel erg leuk, maar vind het wel fijn dat je beweegt zodat je meer energie krijgt voor de andere lessen. Ja wel leuk, maar maandagochtend is niet zo handig want dan zijn mensen vaak nog moe enzo. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 21

23 Niet alle leerlingen vinden het vak gym dus leuk. In de antwoorden te lezen komt dit vooral door persoonlijke kwesties zoals vermoeidheid, voorkeur voor bepaalde sporten, tijdstip van het vak gym etc. Op de vraag: Wat vond je van de afgelopen vier gymlessen? komen onder andere de volgende antwoorden ; Ik vond de lessen even leuk als de normale lessen, Best wel leuk want het waren geen gewone gymlessen maar vooral spelletjes, Ik vond het hele leuke lessen, Uhm.. ja best wel leuk. Uit deze antwoorden blijkt dus dat de geïnterviewde leerlingen de vier lessen ook als leuk ervaren en een aantal leerlingen wel door hebben dat de lessen anders aangeboden zijn dan de reguliere lessen LO. Ook geïnterviewde leerling nummer 3 laat duidelijk merken dat hij het gevoel heeft dat de aangeboden vier lessen anders zijn dan normaal; Het is anders normaal doen we volleybal of basketbal en nu deden we iets anders dan een balspel. Op de vraag of de leerlingen opgemerkt hebben dat er tijdens de vier weken lang durende lessenreeks niet gescoord kon worden en dat er geen wedstrijdelement aanwezig is in de lessen en hoe de leerlingen dit hebben ervaren, komen de volgende antwoorden naar voren; De normale gymles is veel moeilijker.. dan moet je ook dingen doen die je zelf niet durft enzo, Ja wel fijn, zo konden mensen elkaar niet uitlachen als iemand gewonnen had, Ja, we moesten dingen in groepjes doen, Het samenwerken stond bovenaan, maar soms moest je een opdracht wel alleen doen maar het ging vooral om het samenwerken, Hoe je ons les gaf was anders dan normaal, wel leuk, Ik vond het niet erg, dat je niet kan winnen zorgt er voor dat het draait om samenwerken en leuk bezig zijn met je team enzo. Uit deze antwoorden blijkt dus dat veel leerlingen door hebben dat de lessen anders dan normaal zijn maar konden nog niet zo goed specifiek benoemen wat er nou anders is. De interviewers sturen op dat moment de leerlingen een andere richting op door, door te vragen in het interview. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 22

24 Maar er zijn ook een aantal andere antwoorden uit de interviews gekomen; Maakt mij niet uit, als ik maar gewoon kan bewegen, Ik vond het niet erg, ik ben normaal verdediger en dan gaat het ook niet om scoren, Ik vond het wel chill, je hoefde nergens aan te voldoen of iets, Het maakte mij op zich niet zo heel erg veel uit. Hieruit blijkt dat er duidelijk ook een aantal leerlingen zijn die het niet erg vinden op welke manier zij les krijgen. Zij zijn tevreden als ze maar kunnen bewegen en sporten. Om verder in te gaan op de vorige vraag word er vervolgens aan de leerlingen gevraagd wat zij er van vinden om niet te kunnen scoren tijdens een gymles en het dus niet om de individuele prestatie gaat, hierop kwamen onder andere de volgende antwoorden; Ja ik vond het eigenlijk ook wel leuk, want stel je doet voetbal ofzo dan konden ook de minder goede voetballers gewoon leuk meedoen, Nee ik vind het niet erg dat ik mijn eigen prestatie niet kan laten zien omdat ik het fijner vind dat mensen niet dingen gaan zeggen zoals: ik ben beter dan jij etc, Ja ik vond het niet erg dat het niet om het scoren ging, samen kan je meer bereiken dan alleen, je kan samen komen tot een doel en dat is scoren, Ik vond het best wel goed, want zo ben je niet beter dan iemand anders. Wat er uit deze antwoorden geconcludeerd kan worden is dus dat een groot deel van de geïnterviewde leerlingen het niet erg vindt dat zij niet kunnen scoren of presteren. Zij vinden het leuk dat het om het samenwerken gaat en zijn blij dat er nu geen verschil tussen de goede of minder goede bewegers is. Daarentegen reageerde geïnterviewde nummers 3 en 10 met de volgende antwoorden; Ik vond het wel irritant dat ik niet kon winnen ja haha ik vind winnen altijd wel leuk en wil graag winnen, Ik vond het niet goed dat je niet kon winnen, dan heb je geen plezier meer. Uit de antwoorden van deze leerlingen blijkt dus dat zij het wel belangrijk vinden om te winnen en bij staat bij hun het presteren boven het samenwerken in de les. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 23

25 Het laatste onderwerp van het interview is de vraag aan de leerlingen hoe zij hun eigen les LO zouden willen invullen, daar kwamen de volgende antwoorden uit: Uhm.. ik denk voetbal of basketbal en ook wel free runnen, Gewoon trefbal, Basketbal of voetbal ofzo, Basketbal is wel leuk maar dat komt bijna elke week terug dus dat zou ik minder doen, Uhm balsporten maar wel met samenwerking, Voetballen, ik wil hier beter in worden, Basketbal maar wel in groepjes. Uit deze antwoorden blijkt dus dat veel leerlingen toch zelf het liefst verschillende bal- en spel sporten terug zouden willen zien in de lessen LO. Maar toch zijn er ook een aantal leerlingen die de aangeboden lessen zo leuk vinden en zelf ook zoiets als de lessenreeks terug zouden laten komen in hun lessen LO; Wel voetbal alleen dan zonder score, gewoon leuk spelen, Tennissen met samenwerken, Ook wel het free runnen, Uhm ik vond dat spel met die touwen en hoepels echt heel leuk, dus dat zou ik willen doen en dat free runnen vond ik ook heel leuk, iets doen waarbij je met elkaar dingen kan leren. In deze antwoorden is te zien dat deze leerlingen wel waarde hechten aan het niet kunnen scoren en het samenwerken in de lessen LO. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 24

26 Discussie De vraagstelling waarin het in deze discussie om draait luidt: Wat is de beleving en waardering van leerlingen uit klas 1 van het voortgezet onderwijs van een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt? De verwachting is dat het merendeel van de leerlingen dit zal waarderen en dat hun beleving hoger is tijdens de lessen LO. Wat uit veel interviews naar voren is gekomen, is dat een hoop ondervraagde leerlingen het fijn vinden dat de mindere bewegers ook gewoon leuk mee kunnen doen in de lessen. Zij vinden het fijn dat er geen discussie ontstaat over wie de beste is en medeleerlingen niet uitgelachen kunnen worden als ze verloren hebben. Ook geven een aantal geïnterviewde leerlingen aan dat zij de lessen leuker dan normaal vinden omdat ze nu moeten samenwerken. De doelen van deze leerlingen in de les liggen dus niet op prestatie gebied maar meer op het sociale gebied. Zoals in de inleiding genoemd blijken de deelnamemotieven van de leerlingen voor het grootste deel bij plezier te liggen en niet op presteren (Ekdom & Mossel, 2014). Het lijkt nu dat wanneer er sociale doelen gesteld worden, ook bij de leerlingen onderling, dit plezier eerder behaald wordt, waardoor de lessen beter aansluiten bij de deelnamemotieven van de leerlingen. Daarentegen zijn er twee leerlingen die het presteren wel degelijk belangrijk vinden. Een van deze leerlingen geeft aan dat hij gewoon graag wilt winnen en het irritant vind dat hij niet kan scoren. Een andere leerling geeft aan dat hij minder plezier ervaart als hij niet kan winnen. De vraag die nu naar boven komt is of deze twee leerlingen van zichzelf zo competitief zijn ingesteld of dat dit zo gevormd is door de invloeden vanuit de bewegingscultuur die de sensemaking van betreffende leerlingen medebepaald (Weick, 1995). Leerlingen geven dus betekenis door eerder opgedane ervaringen en geven vanuit die opgedane ervaringen betekenis aan de les. Het feit dat deze twee leerlingen allebei jongens zijn kan ook extra vragen oproepen. Zo blijkt uit een onderzoek van Julian Opdam (Opdam, 2014) dat mannen competitiever zijn ingesteld als vrouwen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat wel alle meisjes de nieuwe lessen waarderen, maar niet alle jongens, omdat die voor oorsprong competitiever Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 25

27 zijn en het verschil met de nieuwe lessen dus groter zou zijn. Bij de jongens die aangaven de nieuwe lessen wel meer te waarderen is dit juist weer extra opvallend, omdat de nieuwe lessen dan leuker zouden zijn dan het competitieve element wat van binnen in de jongens aanwezig was. Opvallend is ook het feit dat wanneer de leerlingen zelf de les mogen bepalen ze veelal toch een sport kiezen die vaak gespeeld wordt en vaak om scoren en presteren gaat. Dit zou te verklaren zijn door de betekenis die de leerlingen in een eerder stadium aan het sporten gegeven hebben. De leerlingen hebben door eerdere ervaringen met sporten de betekenis aan sporten gegeven dat scoren en presteren hierbij hoort, deze betekenis is niet zomaar te veranderen (Weick, 1995). Dit is een verklaring voor het feit dat de leerlingen, ondanks hun waardering voor de lessenserie, toch zelf voor een lesinvulling met scoren en presteren zouden kiezen. (Ebbens & Ettekoven, 2013) Hieronder worden eerst de resultaten van de motorisch vaardige bewegers besproken. Vervolgens worden de resultaten van de motorisch minder vaardige bewegers uiteengezet. De verwachting op dit onderdeel is dat de motorisch vaardigere leerlingen minder waardering en beleving hebben bij de lessen en motorisch minder vaardigere leerlingen en hogere beleving hebben bij de lessen. Motorisch vaardige leerlingen: Geïnterviewde 1 laat duidelijk merken dat zijn deelname motief niet presteren en aanzien is, maar het draait om het plezier hebben in de les LO. Ondanks dat Geïnterviewde 2 zegt dat eigen prestaties niet belangrijk zijn, speelt zij toch het liefste trefbal met de reden dat zij hier goed in is. Dit geeft dus aan dat zij presteren en scoren wel degelijk van belang vindt. Geïnterviewde 3 geeft aan dat hij het scoren wel miste. Presteren en winnen is dan ook van groot belang in de beleving van geïnterviewde 3 tijdens de lessen LO. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 26

28 Geïnterviewde 4 geeft aan dat ze zelf liever spellen speelt waarbij het draait om samenwerken en elkaar iets leren, niet presteren maar plezier hebben en met elkaar bezig zijn in de lessen LO vindt zij veel leuker. Geïnterviewde 5 vond het prettig om met anderen samen te werken en gezamenlijk doelen te bereiken en elkaar beter te bereiken. Bij Geïnterviewde 5 draait het in de gymles niet om het scoren zelf maar om hoe je als team tot scoren komt. Uit de antwoorden van het interview blijkt dat van de motorisch vaardige bewegers een aantal leerlingen zoals verwacht graag wil presteren tijdens de lessen LO. Opvallend is echter dat drie van de vijf ondervraagden aangeven dat ze plezier het belangrijkste vinden tijdens de gymles, ondanks het feit dat ze zelf erg goed zijn in scoren en presteren. Motorisch minder vaardige leerlingen: Uit de antwoorden van Geïnterviewde 6 blijkt dat hij bij een sport die hij zelf goed beheerst wel graag wilt winnen, terwijl hij het daarentegen prettig vindt wanneer niemand verliest. Geïnterviewde 7 houdt niet van het vak LO omdat ze niet zo van het bewegen is. Uit het interview met Geïnterviewde 7 blijkt dat lessen zonder wedstrijdelement de leerlingen die niet van sporten houden meer aanspreken dan lessen met score. Geïnterviewde 8 geeft aan dat het haar niet uitmaakt dat ze wel of niet kan verliezen. Het liefst speelt ze voetbal omdat ze zelf op deze sport zit en hierbij ook kan scoren. Dit geeft dus aan dat Geïnterviewde 8 het scoren wel degelijk belangrijk vindt. Geïnterviewde 9 geeft aan dat zij tijdens de lessen LO het heel belangrijk vindt dat de aandacht wordt gelegd op het samenwerken. Zij vindt het niet fijn als gewonnen of verloren kan worden. Dit geeft dus aan dat het bij Geïnterviewde 9 draait om het plezier in de lessen. In eerste instantie geeft Geïnterviewde 10 aan dat winnen of verliezen noodzakelijk is voor plezier. Bij doorvragen door de onderzoeker geeft Geïnterviewde 10 opeens aan dat Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 27

29 samenwerken ook heel belangrijk is. Het lijkt er op dat Geïnterviewde 10 naar de mond van de onderzoeker probeert te praten en niet zijn eigen mening geeft. Uit de resultaten van de motorisch minder vaardige leerlingen blijkt dat ze allemaal niet willen verliezen in een les LO. De afgelopen lessen waarin ze niet konden scoren en dus ook niet konden verliezen hebben ze als prettig ervaren. Wel gaven twee van de ondervraagden aan het wel prettig te vinden om te kunnen scoren bij een sport die ze zelf goed beheersen. Hieruit blijkt dat scoren erg prettig is zolang er maar niemand hoeft te verliezen. Wanneer er gekeken wordt naar de betrouwbaarheid van dit onderzoek kan er geconcludeerd worden dat het onderzoek betrouwbaar is. Bij herhaling verwachten wij hetzelfde resultaat. Ook zijn de interviews opgenomen met een voice-recorder. Op deze manier kunnen de gevoerde gesprekken altijd terug geluisterd worden en gecontroleerd worden of de conclusies juist zijn. Het semigestructureerde interview maakt het mogelijk om door te vragen waardoor meer en gedetailleerdere informatie naar voren komt. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van de informatie. Tegelijkertijd is hierbij wel een lagere validiteit dan bij het gestructureerde interview omdat het gesprek niet bij elk proefpersoon hetzelfde verliep. Het interview met Geïnterviewde 10 is niet als valide te beschouwen omdat hij niet zijn eigen mening durfde te geven maar alleen maar bevestiging gaf op wat de onderzoekers wilden horen. Deze conclusie is getrokken door de manier waarop de geïnterviewde antwoord gaf op bepaalde vragen. Eerst zei hij namelijk dat je minder plezier beleefd in de gymles als je niet kan winnen of verliezen. Aan het einde van het interview vroeg de interviewer opnieuw of zijn standpunt daadwerkelijk zo luidt of dat hij dat anders bedoelde. Op dat moment zei hij dat hij het plezier en het samenwerken belangrijker vindt. De overig interviews zijn wel valide aangezien de leerlingen eerlijk hun mening durfde te geven op de gestelde vragen. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 28

30 Om op bovenstaande constatering gelijk kritisch in te haken, kan het dus zo zijn dat sommige leerlingen niet alle vragen eerlijk hebben beantwoord. Wat een reden hiervoor zou kunnen zijn is dat de docenten van de lessenreeks ook de interviews afnemen. Dit zou er dus voor kunnen zorgen dat niet alle leerlingen de vragen eerlijk beantwoorden omdat zij de lesgevers niet willen beledigen door aan te geven dat zij de lessen niet leuk vinden. Dit zou in de toekomst voorkomen kunnen worden door een onderscheid te maken tussen de lesgevers en de interviewers. Wanneer de interviewers niet dezelfde personen zijn als de lesgevers is het mogelijk dat de leerlingen eerlijker hun antwoorden zouden geven. Om dit onderzoek betrouwbaarder te kunnen maken zou de procedure door meerdere klassen, andere scholen en verschillende leeftijdsgroepen doorlopen dienen te worden. Op deze manier kan er meer informatie verzameld worden wat het onderzoek automatisch betrouwbaarder maakt. In dit onderzoek zijn alleen vijf motorisch vaardige en vijf motorisch minder vaardige leerlingen geïnterviewd. Op basis hiervan zijn de resultaten tot stand gekomen. Om echt concrete uitspraken te kunnen doen over een volledige groep zou in een vervolgonderzoek ook de middengroep met gemiddelde bewegers onderzocht moeten worden. In deze lessenserie hebben de leerlingen veelal voor het eerst kennis gemaakt met het niet scoren binnen sporten. Voor veel leerlingen zal dit dus afwijkend zijn ten aanzien van hun huidige ervaringen en belevingen met sporten. Zoals in de inleiding genoemd zullen de leerlingen in eerdere ervaringen een andere betekenis aan de lessen LO hebben gegeven (Ebbens & Ettekoven, 2013). Doordat de lessenserie maar vier lessen besloeg kan het zijn dat de resultaten niet volledig overeenkomen met de werkelijkheid. Doordat de leerlingen in hun oude patroon zaten kan het zijn dat ze de lessen als raar of anders hebben ervaren. Wanneer dit onderzoek over een langere termijn zou worden uitgevoerd, en de leerlingen dus uit hun huidige opvattingen werden gehaald, zouden zij een nieuwe betekenis aan de lessen kunnen geven. Dit zou kunnen leiden tot andere resultaten. Een belangrijke noot hierbij is wel, dat bij een langere termijn van het onderzoek meer positieve resultaten zouden komen. De resultaten die in vier lessen al zijn geboekt zijn hierdoor als redelijk Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 29

31 bijzonder aan te merken, omdat leerlingen geconfronteerd werden met een totaal andere opvatting op sporten, en dit toch direct waardeerden. Wanneer dit onderzoek herhaald zou worden in een lesmethode van 1 à 2 jaar, is de verwachting dat nog meer leerlingen de verandering in lessen als positief zou beoordelen. Voor de onderzoekers was de manier van lesgeven zoals behandeld in dit onderzoek ook nieuw. In de sportactiviteiten die de onderzoekers jarenlang op scholen en verenigingen hebben doorlopen stond het scoren en presteren ook voortdurend centraal. Ook voor hen was dit dus de betekenis die ze aan sporten hebben gegeven. Ter uitvoering van dit onderzoek hebben zij zich moeten verdiepen in een totaal andere betekenis die aan lessen LO gegeven kan worden. Hierdoor is het mogelijk dat zij bepaalde aspecten niet behandeld hebben met de rede dat dit niet logisch is, of niet past binnen de lessen. Dit zou te verklaren zijn door het feit dat de onderzoekers van oorsprong een andere betekenis hebben gegeven aan lessen LO (Weick, 1995). Het is hierdoor mogelijk dat de onderzoekers dus niet volledige objectief te werk zijn gegaan met het ontwikkelen van de lessen en het uitvoeren van de lessenserie. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 30

32 Conclusie Op de vraag wat de beleving en waardering van leerlingen uit klas 1 van het voortgezet onderwijs is van een lessenserie waarin geen wedstrijdelement voorkomt kan naar aanleiding van het bovenstaande onderzoek geconcludeerd worden dat een les zonder wedstrijdelement over het algemeen als positief wordt ervaren. De verwachting was dat motorisch vaardige leerlingen de lessen minder zouden waarderen en beleven. Uit het onderzoek bleek echter dat het merendeel van deze leerling de lessen positief hebben ervaren. Plezier was ook voor de motorisch vaardige leerlingen een belangrijker deelnamemotief dan presteren. Er waren wel leerlingen die zelf graag wilden scoren en presteren, maar deze waren in de minderheid. Dit was dan ook een opvallende uitkomst, aangezien motorisch goede leerlingen zelf vaak in staat zijn om te scoren en weinig het negatieve gevoel van verliezen ervaren. Ten aanzien van de motorisch minder vaardige leerlingen was de verwachting dat zij tijdens de lessen zonder wedstrijdelement een hogere waardering en beleving zouden hebben aangezien ze niet meer konden verliezen. Dit was gedeeltelijk waar. Alle vijf de leerlingen gaven aan het prettig te vinden niet meer te kunnen verliezen. Hun waardering en beleving tijdens deze lessenserie lag volgens de interviews dan ook hoger dan tijdens de reguliere lessen. Dit is een punt wat positief te noemen is, omdat op deze manier de motorisch minder goede leerlingen toch op een positieve manier bij de les LO betrokken kunnen worden. Wel gaven ze aan bij een sport waar ze zelf goed in waren, het als leuk te ervaren om toch te kunnen scoren. Uit het onderzoek is dus gebleken dat de waardering en beleving van leerlingen uit klas 1 van het voorgezet onderwijs tijdens een lessenserie zonder wedstrijdelement over het algemeen hoger ligt dan bij een reguliere les met wedstrijdelement. Dit geldt zowel voor de motorisch minder vaardige leerlingen, die vaak niet in staat zijn te scoren, als ook voor de motorisch vaardige leerlingen, die wel in staat zijn veel te scoren tijdens reguliere lessen LO. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 31

33 Er is dus naar voren gekomen dat voor de meeste leerlingen in dit onderzoek niet het deelnamemotief scoren of presteren voor plezier zorgt. Juist de verplaatsing van het deelnamemotief van scoren en presteren naar sociale doelen zorgde voor een goede beleving bij de leerlingen. Het niet uitlachen van elkaar, geen druk om te presteren en meer plezier tijdens de les zijn kenmerkende tekenden waaruit blijkt dat de lessen zonder wedstrijdelement en competitie zeer gewaardeerd worden. Aangezien zelfs een aantal motorisch minder vaardige leerlingen aangaven scoren als prettig te ervaren is dit toch een belangrijk punt om mee te nemen. Een interessant vervolgonderzoek zou gedaan kunnen worden naar een manier waarbij leerlingen wel kunnen scoren in de les, maar waar niet verloren kan worden. Er zou hierbij dus wel een wedstrijdelement aanwezig moeten zijn in de lessen. Maar het zou nog steeds moeten draaien om plezier maken en niet om individuele prestaties en aanzien. Zeker voor de leerlingen die nog niet aan sport doen, en die nog niet beïnvloed zijn door de heersende visie op sport en presteren zou de onderzochte lesmethode een interessante aansluiting kunnen zijn. Zij hebben nog geen betekenis gegeven aan sporten en kunnen dus blanco beginnen aan het betekenis geven aan sport volgens de doelen die in de lessenserie aangeboden worden. Deze leerlingen staan waarschijnlijk nog open voor sporten met een ander doel als presteren en kunnen hier dus waarschijnlijk veel plezier aan beleven. Een interessant vervolgonderzoek zou uitgevoerd kunnen worden binnen een niet-sportende doelgroep. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 32

34 Bibliografie 2SUR5. (2017, 02 08). PA methode. Opgehaald van 2SUR5: Bourdieu, P. (1990). Strutures, habitus, practices. Cambridge: The logic of practice. Claringbould, I., Knoppers, A., & Jacobs, F. (2014). Young athletes and their coaches: disciplinary processes and habitus development. Leisure Studies. Crum, B. (2011). Vakconcepten: belang en kritische bespreking. In H. Stegeman, B. Brouwer, & C. Mooij, Onderwijs in bewegen (pp ). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Dingemanse, K. (2015, September 8). Soorten interviews. Opgehaald van Scribber: Driel, G. v., Gugten, T. v., & Loopstra, O. (2004). Beroepscompetentieprofiel voor leraren Lichamelijk Opvoeding. Zeist: Jan Luiting Fonds. Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief Leren, Basisboek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Einden, H. v., & Pecht, R. (2008). Groene Spelen voor jong en oud. SU de Ronde Tafel. Ekdom, H. v., & Mossel, G. v. (2014, 08 29). Wat beweegt onze leerlingen. Lichamelijke opvoeding, 102, Escape Rooms Nederland. (2014). Wat is een Escape Room. Opgehaald van Escape Rooms Nederland: Foucault, M. (1980). Truth and power. Power/knowlegde: Selected interviews and other writings, pp marktonderzoek, A. o. (2015). Kwalitatief Onderzoek. Opgehaald van Alles over marktonderzoek: Mossel, G. v. (2013). Beweegplezier! Freesport in VO. SLO. NISB. (2015). Jongeren binden en behouden bij sport. Opgeroepen op 11 16, 2016, van NISB.nl: Opdam, J. (2014). Sociale preferenties en competitief gedrag: Hoe gedragen mannen en vrouwen zich in teamcompetitie. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 33

35 Perrotta, C. (2013, 04 25). Let the games begin? SecEd, 13. SLO. (2016, 11 29). Drs. G. (Ger) van Mossel. Opgehaald van SLO Bewegingsonderwijs: Sport voor clubs. (2016, 03 17). Opgeroepen op 16 11, 2016, van Sport.nl: Steenbergen, J. (2004). Grenzen aan de sport. Maarssen: Elsevier. Stegeman, H. (2000). Belang van het Beweginsonderwijs. Zeist: Jan Luiting Fonds. Stuij, M., Wisse, E., Mossel, G. v., Lucassen, J., & Dool, R. v. (2011). School, Bewegen en sport. Den Bosch: W.J.H. Mulier Instituut. Suits, B. (1988). Tricky Triad: Games, Play, and Sport. Journal of the Philosophy, 1-9. Teitsma, J., & Mossel, G. v. (2004). Lessenserie Bewegen en Muziek. Enschede: SLO. Teitsma, J., & van Mossel, G. (2004, November). Lessenserie Bewegen en Muziek: Aerobic. Voor vmbo. Opgehaald van SLO: oc/ Thomas Oriëntatie Dag. (2016). Opgeroepen op 11 16, 2016, van Thomas van Aquino: Van Mossel, G. (2013). Beweegplezier! Freesport in vo. SLO, 5. Weick, K. E. (1995). Sensemaking in organizations. Thousand Oaks, London, New Delhi: Sage Publications. Witte, A. d. (2016). Handleiding afstudeeropdracht studiejaar Den Haag: Haagse Hogeschool. Zarzycka-Piskorz, E. (2008). Kahoot it or not? Can games be motivating in learning grammar? Teaching English with Technology, p. 17. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 34

36 Bijlagen Bijlage 1: Eigenheid van bewegingsonderwijs a.d.h.v. kenmerken en leden van de sportfamilie - (Steenbergen, 2004) Game Agonaliteit/ wedijver Bewegen/ Verplaatsen 1. Agonale bewegingsvaardigheidsspelen 2. Speelse bewegingsvaardigheidsspelen 3. Fitnessactiviteiten ('exercise') 4. Agonale vaardigheidsspelen (denksporten) Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 35

37 Bijlage 2: Vakconcepten (Crum, 2011) H6 1. Biologisch georiënteerde lichaamsoefeningenconcept 2. Vormingstheoretische lichamelijkopvoedingsconcept 3. Personalistische bewegingsonderwijsconcept 4. Conformistische sportsocialisatie concept 5. Kritisch constructieve bewegingssocialisatieconcept Naam H1 Lichamelijke oefening Lichamelijke opvoeding Bewegingsopvoeding Bewegingsonderwij s Bewegen Sportonderwijs Sport en bewegen Bewegingsonderwijs Bewegen en sport Algemene doelstelling H1 Lichaam ontwikkelen, trainen Persoonlijke en sociale vorming Persoonlijke ontplooiing (bewegen) Sportmaatschappelijke toerusting Leren deelnemen aan bewegingscultuur Doel H1 Extrinsiek Extrinsiek Intrinsiek ('hier en nu') Intrinsiek en extrinsiek Intrinsiek (ook voor later) Bewegen middel of doel H1 Middel 'Physical exercise' Middel 'Moving to learn' Doel 'Learning to move' Doel en/of middel 'Exercise in sports' Doel 'Learning to move and to arrange' Dominante visie op bewegen H2 Verplaatsen Geen Ideaaltypische sporthandelingen, -technieken en - tactieken Lichaamsbewegingen Bewegingshandelingen Bewegingsuitvoering Bewegingshandelingen + Regelhandelingen ('role taking and making') Meervoudige deelnamebekwaamheid Om H2 fysiek te verplaatsen persoonlijke en sociale vorming te bewegen deel te kunnen nemen aan de dominante sportcultuur kritisch deel te kunnen nemen aan bewegingscultuur Toetsing H3 Fysieke prestaties Proces Persoonlijke bewegingsdoelen Sport-ideaaltypische maatstaf (product) Bewegings- en regelvaardigheden (proces en product) H4 'Exercise' /oefeningen Informeel Recreatie georiënteerde sport Dominante visie op bewegingscultuur Activiteitsoverschrijdend Formeeltraditioneel Wedstrijd georiënteerde sport Kritisch op alle velden Brede sportopvatting Dominante visie op onderwijzen en leren H5 Behaviorisme Docent-gestuurd Behaviorisme en cognitivisme (bv leren omgaan met elkaar) Docent-gestuurd Constructivisme (leren bewegen) Arrangement gestuurd Behaviorisme en cognitivisme Docent- en leerling-gestuurd Constructivisme (leren bewegen en regelen) Leerling-gestuurd Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 36

38 Bijlage 3: Ontwerponderzoek Methode: Participanten: De participanten van het onderstaande ontwerponderzoek bestaan uit de verschillende personen die als critical friends opgetreden hebben bij dit onderzoek. De volgende critical friends hebben meegewerkt aan het onderstaande ontwerponderzoek: Ger van Mossel: Ger van Mossel is leerplanontwikkelaar bewegingsonderwijs & sport bij het SLO, nationaal experticecentrum leerplanontwikkeling, en maakt deel uit van afdeling onderbouw vo. Hij is betrokken bij projecten die gaan over leerplankundige professionalisering van docenten, doorlopende leerlijnen, aansluiting van het voortgezet onderwijs met het hoger onderwijs, kwaliteit van bewegingsonderwijs en beweeg- en sportmotieven van jongeren. Zijn passie is jongeren te stimuleren deel te nemen aan de bewegingscultuur in al haar verschijningsvormen en bijhorende contexten. Hij ontwikkelt bijvoorbeeld diverse freesportleerlijnen voor het bewegingsonderwijs en de naschoolse sport. Zijn andere expertises liggen op het gebied van leren vanuit kernkwaliteiten, teamontwikkeling en het doen van kwaliteits- en veldonderzoek. Naast zijn werk als leerplanontwikkelaar verzorgt hij diverse modules op de lerarenopleiding voor docenten LO (SLO, 2016). Andere expertises van Ger van Mossel zijn digitalisering in de gymles, beweeg- en sporttalent, freesport, LO2/BSM, toetsing en volgen en actieve leefstijl (Witte, 2016). Willem Klok: Willem Klok is derdejaars student aan de opleiding tot docent lichamelijk opvoeding 1 e graad aan de Haagse Hogeschool. Hij is een kritische student die door zijn opleiding midden in de huidige ontwikkelingen op het gebied van LO staat. Zijn expertise ligt door zijn ervaring in korfbaltraining bij het aanbieden van lessen waarin plezier een hoge rol speelt. Stefan Rijke: Stefan Rijke is docent LO aan de Passie evangelische middelbare school in Rotterdam. Hij is tevens de docent waarbij de ontwerpen lessenserie in de lessen zal worden gegeven. Zijn visie is gericht op bewegen aanbieden als middel. Hierbij wil Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 37

39 hij een sfeer in zijn lessen creëren waarbij leerlingen scoren niet belangrijk vinden, maar de focus leggen op het groepsproces. Andries Veldman: Andries Veldman is ook docent LO aan de Passie evangelische middelbare in Rotterdam. Ook binnen zijn visie draait het niet om het presteren van de leerlingen maar wordt het vak LO ingezet als doel om te komen tot sociale ontwikkeling van de leerlingen. Andries Veldman was erg geïnteresseerd naar de uitkomst van dit onderzoek en was hierom bereid mee te werken als critical friend. Werkwijze: In de eerste fase van het onderstaande ontwerponderzoek bestond uit het vormgeven van een conceptontwerp. In dit ontwerp van de lessenserie is het eerste begin gemaakt van een lessenserie van vier lessen zonder wedstrijdelement. Dit ontwerp is tot stond gekomen door middel van literatuurstudie en verdieping in eerder gegeven lessen. Dit ontwerp is vervolgens voorgelegd aan de critical friends, deze hebben alle vier hun reactie gegeven op het conceptontwerp. Naar aanleiding van de verschillende reacties is een tweede ontwerp gemaakt. Dit ontwerp is vervolgens nog een keer aangeboden aan de critical friend. Naar aanleiding van hun tweede feedback is er een definitieve lessenserie uit het ontwerponderzoek gekomen. Meetinstrumenten: In dit ontwerponderzoek is ervoor gekozen om geen gebruik te maken van meetinstrumenten. Het was mogelijk om de critical friends een format te geven voor hun feedback. Dit zou echter te veel sturend zijn, waardoor de critical friends niet meer de mogelijkheid hadden om naar hun eigen inzicht feedback te geven. Om deze reden is gekozen om de critical friends in een volledig vrije opmaak te vragen om hun feedback. Hierdoor konden zij volledig op hun eigen manier, aan naar hun eigen wensen feedback geven op de concepten van de lessenserie. Validiteit en betrouwbaarheid meetmethode: Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 38

40 De resultaten in dit onderzoek, die naar voren komen door het ontwerp van de lessenserie zijn tot stand gekomen in samenwerking met vier professionals. De eerste basis van de lessenserie is gevormd aan de hand van een literatuurstudie. Vervolgens is de betrouwbaarheid en validiteit vergroot door het ontwerp voor te leggen aan vier critical friends. Deze hebben tot twee keer toe gecontroleerd of het ontwerp voldeed aan de gestelde doelen. Hiermee is de betrouwbaarheid en validiteit aanzienlijk verhoogd. Procedure: Allereerst is er naar diverse bronnen gezocht met betrekking tot onderwerpen die voor kunnen komen in de lessen LO. De spelsporten zijn hierbij buiten beeld gelaten omdat het wedstrijdelement hierbij een onmiskenbare rol speelt. Via Google Scholar en de database van de Academie voor Sportstudies in den Haag zijn er diverse bronnen gevonden met betrekking tot bewegen en muziek (Teitsma & Mossel, 2004), freesporten (Mossel, 2013) en groene spelen (Einden & Pecht, 2008). Ook een studie naar de PA-methode leidde tot inspiratie voor lessen zonder wedstrijdstrijdelement (2SUR5, 2017). Na bestudering van deze en andere bronnen, zijn in het hoofdstuk Resultaten verschillende sporten uitgewerkt. In het hoofdstuk Conclusie is besproken welke onderdelen er gekozen zijn voor de te houden lessenserie en welke afwegingen er hierbij gemaakt zijn. Na deze afwegingen is een eerste concept van de lessenserie gemaakt. Dit concept is voorgelegd aan de vier critical friends. Zij hebben hier uitgebreide feedback op gegeven, welke terug te vinden is in het hoofdstuk Resultaten. Naar aanleiding van deze feedback is een tweede concept van de lessenserie gemaakt. Ook deze is weer voorgelegd aan de critical friends. Zij hebben hier wederom feedback op gegeven. Naar aanleiding van deze tweede feedbackronde is er een definitieve lessenserie vormgegeven waarin de feedback van de critical friends is verwerkt. Met de definitieve lessenserie die uit dit ontwerponderzoek voortgekomen is, is het vervolgonderzoek uitgevoerd. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 39

41 Dataverwerking: De data die uit dit vooronderzoek is gekomen bestond uit feedback op de twee conceptversies van de lessenserie. In het hoofdstuk Resultaten is de feedback op beide versies geordend per persoon uitgewerkt. In het hoofdstuk Discussie is deze feedback vervolgens besproken en is uiteengezet waarom deze feedback al dan niet verwerkt is in de volgende conceptversie en de definitieve versie van de lessenserie. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 40

42 Resultaten, Discussie & Conclusie: Deel 1: literatuurstudie Uit een literatuurstudie naar de PA methode (2SUR5, 2017) en de groene spelen (Einden & Pecht, 2008) komt duidelijke het thema samenwerken naar voren. Binnen de groene spelen is samenwerken het doel van de activiteiten. De PA methode omschrijft het als leren door doen, door middel van avontuur. Deze twee samenhangede onderwerpen vormen dan ook de basis voor twee lessen van de lessenserie. Wanneer het accent van de activiteiten komt te liggen op het gezamenlijk overwinnen van obstakels zal het doel van de les automatisch verschuiven van winnen naar lukken. Hierom is gekozen voor twee lessen binnen het overkoepelende begrip samenwerken. Namelijk een les die draait om een samenwerkingsspel met de hele klas, All-Aboard. En een les waarin kleine groepjes onderling samenwerken, Escape Room (Escape Rooms Nederland, 2014). De doorkijkjes freesport laten zien dat scholen diverse actuele activiteiten in hun programma opnemen. Daarbij gaat het er om dat leerlingen beter worden in verschillende freesporten (kwaliteitssleutel bewegen verbeteren), maar vooral dat zij het bewegen leren beleven. Bij de ontwikkellijn bewegen beleven leren leerlingen op eigen speelse wijze in te gaan op allerlei verschillende bewegingsuitdagingen en het bewegen te waarderen. Leerlingen leren een onderscheid te maken tussen de aangeboden activiteiten en hun eigen wensen en mogelijkheden. Zij leren initiatieven te nemen om méér te ervaren en verdere mogelijkheden/perspectieven te ontdekken. Als leerlingen eenmaal de 'gein' van bewegen hebben doorvoeld, dan zitten zij er voor het leven aan vast. (Van Mossel, 2013) Dit is dan ook de reden waarom freerunning is opgenomen in de lessenreeks. De aandacht wordt niet gelegd op de prestatie maar op het zelf ontdekkend leren en op het hoog houden van de belevingen van de leerlingen in de les. Veel leerlingen geven aan dat er te veel aandacht wordt besteed aan spel, turnen en atletiek en te weinig aan bewegen op muziek, zelfverdediging, zwemmen en actuele activiteiten (zie tabel 1) (Van Mossel, 2013). Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 41

43 Zoals in bovenstaande bron te zien is vinden de leerlingen in het VO dat het aantal lessen Bewegen op Muziek te weinig aangeboden wordt. Dit is dan ook één van de redenen dat B&M en is gekozen om aan te bieden in de lessenreeks. Een groot deel van de lessen B&M draait om de kwaliteit en uitvoering van de bewegingen, terwijl het bij aerobics draait om het meedoen en volhouden van de les. Hierdoor is de kans op wedstrijdelement en presteren door middel van onderlinge vergelijkingen bij aerobics een stuk lager dan bij een reguliere les B&M. Aan de hand van het artikel: Lessenserie Bewegen en Muziek, dat zich richt op aerobic lessen voor het VMBO is er een les aerobic tot stand gekomen. Er zijn bepaalde elementen uit deze lessenserie overgenomen en bepaalde elementen zijn na overleg met de docent tot stand gekomen (Teitsma & van Mossel, 2004). De vier lessen opgenomen in Bijlage 3 zijn de resultaten die voorgekomen zijn uit de literatuurstudies, mede als door lesgeefervaringen van de studenten die deze lessen ontwerpen hebben. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 42

44 Deel 2: critical friends feedback ronde 1 De tweede serie resultaten bestaat uit de feedback die de critical friends op het eerste concept van de lessenserie gegeven hebben. Hieronder is, geordend per persoon alle feedback opgenomen die de critical friends op ons eerste concept hebben geuit. Per punt van feedback is ook uitgewerkt waarom dit punt al dan niet meegenomen wordt in de verbeterde lessenserie. De uitwerking van de meegenomen feedback is terug te vinden in de herziene lessenserie in Bijlage 4. Ger van Mossel: Wees duidelijk met wat er bedoeld wordt met geen enkel wedstrijdelement. Gebruik hierbij de sportfamilies van Steenbergen: - 1 Bij speelse vaardigheidsspelen gaat het om het oproepen van een speelse houding (game-karakter): vrijwillige poging om onnodig opgeworpen obstakels te overwinnen. - 2 Bij agonale bewegingsvaardigheidsspelen is er sprake van wedijver: - 2a Gedeelde test tegen/met anderen - 2b Test met natuurlijke elementen, zichzelf of een abstracte limiet - 3 Fitnessactiviteiten - 4 Denksporten - De duidelijkheid met betrekking tot geen enkel wedstrijdelement: Dit is opgenomen in het onderzoek onder het hoofdstuk Inleiding en zal hier niet verder besproken worden. Les 1: wordt gekenmerkt door 1. Zodra je met tijdsmeting gaat werken komt daar 2b bij. Zodra het tegen andere groepen is, 2a. - Les 1: Zowel een tijdsmeting als een uitdaging tegen een ander groep zijn niet aanwezig. Dit zal verduidelijk worden om de lessenserie om hier extra nadruk op te leggen. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 43

45 Les 2: wordt gekenmerkt door 1. Zodra het gaat om het halen/overwinnen van obstakels op een bepaalde wijze komt daar 2b bij. Ik vind dat jullie opdrachten in de lesvoorbereiding daar wat elementen heeft. - Les 2: De wijze waarop de obstakels overwonnen worden is van geen enkel belang. De in lessenserie is het beeld geschept dat de wijze wel degelijk uit maakt. Dit wordt veranderd zodat de uitvoeringswijze van geen enkel belang is. Les 3: wordt gekenmerkt door 1 en 2b, maar ook door 4. Ga je wat betreft 4 niet voorbij aan de eigenheid van het vak. - Les 3: Zoals genoemd is punt 4, denksporten, zeker in kleine mate aanwezig in les 3. Maar het denk gedeelte neemt maar een beperkt deel van de lestijd in. De opdrachten die na het denk gedeelte uitgevoerd moeten worden zijn van voldoende intensieve aard dat ze goed geplaatst kunnen worden binnen een les LO. Hierdoor gaan wij niet voorbij aan de eigenheid van het vak, maar past de combinatie tussen denken en handelen goed in de lessen LO binnen deze lessenserie. Les 4: wordt gekenmerkt door 1 en 3. Zodra het accent komt te liggen op volhouden en fysiek verzwaren dan komt 2b erbij. Nu is het een les bewegen op muziek met speelse bewegingsvormen. - Les 4: Zoals opgemerkt is fysiek verzwaren en volhouden niet per definitie het doel van de les. Juist door de les voor iedereen toegankelijk te houden blijft deze les binnen de door ons gestelde doelen. Een les bewegen op muziek met speelse bewegingsvormen is dan ook de juiste benaming. Alle lessen kunnen een speelse houding oproepen bij de leerlingen. Is dat wat jullie bedoelen met waardering en beleving? Het is aan de leerling om aan te geven of dat ook plaatsvindt, zie de vraagstelling van jullie onderzoek. - Met betrekking tot speelse houding en waardering en beleving: Dit is nader uitgelegd onder het hoofdstuk kwalitatief onderzoek, methode. Hierin wordt beschreven hoe de waardering en beleving bij de leerlingen onderzocht wordt. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 44

46 De lessen worden gekenmerkt door 2b t.o.v. 2a. Je zou aan de leerlingen kunnen vragen of dat wel uitdagend genoeg is of ze liever een wedstrijdelement eraan toevoegen. - Met betrekking tot uitdaging: De vraag of de lessen uitdagend genoeg zijn of dat de leerlingen liever een wedstrijdelement in de lessen zien komt terug in het interview waarbij de leerlingen gevraagd wordt hun mening te geven over de gegeven lessenserie. Namelijk bij onderdeel 3 en 4 van het semigestructureerd interview: 1 Heb je opgemerkt dat er tijdens de afgelopen 4 gymlessen niet gescoord kon worden en dat er geen wedstrijdelement aanwezig was in de lessen? Hoe heb je dat ervaren? 2 Hoe vind je het om niet te kunnen scoren tijdens een gymles en dat het dus niet om individuele prestaties gaat? Is de interventie krachtig genoeg om antwoord te krijgen op jullie vraag? De lessen zijn erg verschillend van inhouden, nu weet je niet zeker wat die waardering en beleving beïnvloedt. - Ondanks dat de lessen erg verschillend zijn van inhoud denken wij dat de interventie krachtig genoeg is om antwoord te krijgen op onze onderzoeksvraag door het sterk overkoepelende thema in de lessenserie. De inhoud van de lessen verschilt sterk, maar ze worden bij elkaar gehouden in een lessenserie door het duidelijk ontbreken van het wedstrijdelement. Ook door middel van het interview proberen wij de leerlingen te laten vertellen wat hun waardering en beleving veranderd heeft. Of dit komt door de lesinhoud of door het ontbreken van het wedstrijdelement. Willem Klok: Niks aan te merken op les 1 en les 2. Bij les 3 staat denk ik een foutje qua zin opbouw: aanwijzing activiteit 1, Ga naar door naar de kleur van de handboeien. - Verwerkt Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 45

47 Bij les 4 vind ik het zelf verzinnen van 2x8 tellen bij aerobics wat dubieus. Het kan naar mijn idee leerlingen een mogelijkheid geven iets beters te bedenken dan de andere groepjes. Op het moment dat een groepje vast bereid is iets beters neer te zetten dan andere groepjes is er een competitie-element met andere groepjes, zelfs als de andere groepjes dat niet zo ervaren. Zonder dat er aandacht wordt gegeven naar de kwaliteit van de 2x8 tellen kan een leerling zelf aanvoelen of de uitvoering van een ander groepje beter was dan hun eigen verzinsel. Ik vind hem heel lastig omdat ik denk dat 90% van de kinderen nooit zo zou denken, maar er zijn denk ik altijd leerlingen die prestatiegericht zijn en deze opdracht gebruiken om competitief te denken en te handelen. - Wij denken dat de leerlingen het ontwerpen van een lesonderdeel en dit presenteren aan de rest van de klas niet zien als een competitief element. Wij kunnen de gedachten gang van Willem echter wel volgen. Om al het risico op het voorkomen van een wedstrijdelement te verwijderen hebben wij besloten dit onderdeel dus te veranderen. In plaats van het zelf ontwerpen van een motief, gaan de leerlingen aan de slag met een door ons ontwikkelde leskaart. Aan de hand van deze leskaart oefenen de verschillende groepjes het laatste motief van 4x8 tellen, dit motief kan vervolgens aan de dans geplakt worden. Op deze manier zijn de leerlingen wel in groepjes bezig met hun eigen motief, maar kan er geen competitie-element ontstaan doordat de docent de leskaarten heeft vormgegeven. Ook het demonstreren aan de andere groepjes wordt weggelaten. Stefan Rijke & Andries Veldman: Stefan Rijke en Andries Veldman hebben gezamenlijk feedback gegeven op de lessenserie. Deze feedback is dan ook onder beide namen gezamenlijk opgenomen: De onderzoeksvraag: Is deze goedgekeurd? Ik vind het rommelig en niet echt duidelijk. Kan korter en krachtiger. Voorbeeld: Vinden brugklasleerlingen een les zonder wedstijdelementen wel leuk? Overigens is het nog maar de vraag of wedstrijdelement het goede woord is om te gebruiken. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 46

48 - Wij hebben voor deze onderzoeksvraag gekozen omdat hij SMART en alles omvattend is. Ook willen wij niet alleen onderzoek of ze een les zonder wedstrijdelement wel leuk vinden, maar juist de dieperliggende gedachte onderzoeken. Hierom onderzoeken wij ook het wedstrijdelement en niet het samenwerken. Het woord wedstrijdelement is misschien wat vaag, maar dit wordt verduidelijkt in het hoofdstuk Inleiding. Dit is voor ons dan ook de reden om de onderzoeksvraag waar de lessen op gebaseerd zijn, niet aan te passen. Les 1: Wanneer je een sport laat kiezen en ze gaan bijvoorbeeld voetballen, dan is het doel van dat spel het maken van een doelpunt. = wedstrijd?! De overkant halen van de rivier is een doel op zich. =wedstrijd. Omdat jullie dat in groepjes gaan doen, strijden ze tegen elkaar wie het eerst er is of wie het beste er overheen komt. =wedstrijd. - Het vrijspelen is een onderdeel wat binnen de lessen op deze school altijd gebeurt. Dit gebeurt zodat de leerlingen bezig zijn totdat iedereen compleet is. De les begint pas na dit onderdeel. Wij laten dit dan ook intact omdat het geen onderdeel is van het lesgedeelte van het onderzoek. - Het behalen van een doel is niet per definitie een wedstrijd, wanneer hier geen gedeelde test met anderen is, of met natuurlijke elementen zoals een tijdslimiet is er geen sprake van een wedstrijd (Steenbergen, 2004). Hierbij is het inderdaad wel van groot belang dat er niet tegen een andere groep of met een tijdslimiet wordt gestreden. Dit zullen wij nogmaals expliciet vermelden in de lesvoorbereiding. Les 2: Bij freerunning heb je automatisch minder wedstrijdelement. Zeker wanneer je de onderdelen los oefent. Leg de nadruk op het samen lukken. Anderen helpen in het groepje, zodat je met z'n allen er overheen kan. - Door het accent te leggen op samenwerken, gaat het accent af van de manier waarop de obstakels overwonnen worden. Dit is een belangrijk punt van de les Freerun. Hier wordt dan ook extra nadruk aan gegeven in de lesvoorbereiding Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 47

49 Les 3: De escape room is natuurlijk de mooiste vorm om de nadruk te leggen op teambuilding en samenwerken.! Wellicht moet je deze aan het einde van de lessenreeks doen? - De escape room als laatste les, afsluiting van de lessenserie, had erg mooi geweest. Maar vanwege personele bezetting gaat dit niet lukken. Joyce Janse geeft namelijk de les aerobics, en zij kon alleen de laatste les aanwezig zijn. Hierom is voor deze volgorde gekozen waarbij les 3 escape room is en les 4 aerobics. Les 4: Gave les. Nadruk op fitness en niet op dansen. Leg de nadruk op het met z'n allen dezelfde bewegingen maken. Leg de link met een flashmob en laat ze dat bijvoorbeeld ff zien. Het grotere geheel is mooier dan de som der delen. Pas op bij dit soort lessen, dat er wordt uitgelachen! - De nadruk van deze bewegen op muziek les ligt inderdaad op het fitness gedeelte. Dit komt terug in het feit dat de manier van uitvoering niet van belang is. Door dit te benadrukken willen wij ook vergelijken en uitlachen voorkomen. Persoonlijk vind ik de lessenserie helemaal geweldig en is het doel samenwerken en op elkaar vertrouwen om tot een doel te kunnen komen. Top. Wellicht dat je in je onderzoeksvraag niet moet spreken van het ontbreken van een wedstrijdelement, maar van een les met nadruk op het samen beter worden, samen lukken, teambuilding. - Er is bewust een keuze gemaakt voor het aspect wedstrijdelement. De uitleg hiervan is terug te vinden onder het hoofdstuk Inleiding. Tot slot: Bij alle lessen gaat het erom op welke manier de docent sturing geeft! De docent bepaalt waar het accent komt te liggen. De docent bepaalt de sfeer in de groep. Zoals aangegeven is de sturing van de docent inderdaad van groot belang. Dit zal ook worden opgenomen in de lesvoorbereidingen. De sturing van de docent bepaald namelijk waar het accent op ligt. Ook voor de leerlingen is het dan duidelijk wat de docent belangrijk vindt en waar het niet om gaat. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 48

50 Deel 3: critical friends feedback ronde 2 De derde serie resultaten bestaat uit de feedback die de critical friends op de tweede versie van de lessenserie gegeven hebben. Hieronder is, geordend per persoon alle feedback opgenomen die de critical friends op onze tweede versie hebben geuit. Per punt van feedback is ook uitgewerkt waarom dit punt al dan niet meegenomen wordt in de verbeterde lessenserie. De uitwerking van de meegenomen feedback is terug te vinden in de definitieve lessenserie in Bijlage 5. Ger van Mossel: Jullie pakken het degelijk aan. Het ontbreken van wedijver is in de lvf s goed gewaarborgd Verder zou ik de opdrachten bij escape 5 en 6 ombuigen naar bewegingsopdrachten (vergelijk alle andere opdrachten in de lessen). - De opdracht omschrijving is inderdaad niet helemaal helder geformuleerd. Dit wordt aangepast op de lesvoorbereiding zodat duidelijk is het ook opdrachten 5 en 6 bewegingsopdrachten zijn. Willem Klok: Over les 2 en 4 niks meer aan te merken Les 1: Bij bewegingsvaardigheden doelen punt 1: tot dat staat als totdat - Totdat is een onderschikkend voegwoord en daarom in deze context correct. Bij les 3 wordt vermeld dat de tijd niet word gemeten. Bij de bewegingsactiviteiten kolom staat 8 minuten per onderdeel. Ik denk dat de bedoeling is dat de docent dit aanhoud voor zijn rondes en binnen de 8 minuten de leerlingen zo stuurt dat ze binnen de geplande tijd de informatie voor de volgende kamer hebben behaald. Dit staat er echter niet, er staat alleen; 8 minuten per onderdeel. Om te voorkomen dat iemand anders via dit lvbf de les geeft en tegen de klas zegt dat ze 8 minuten per onderdeel hebben, omdat het bij de bewegingsactiviteit op het Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 49

51 lvbf zo staat, er toch een strijd tegen de tijd kan ontstaan en dus de 8 minuten per onderdeel verdere uitleg nodig heeft in het lvbf. - Er wordt inderdaad bedoelt dat de leerlingen ongeveer 8 minuten per kamer hebben. Dit is zodat het haalbaar is om alle kamers binnen de lestijd te doorlopen. De leerlingen zijn hier echter niet van op de hoogte. Voor de leerlingen is er geen tijdslimiet. De docent stuurt de les echter zo dat alle groepjes binnen 8 minuten weten te ontsnappen. Dit is verduidelijkt op het lesvoorbereidingsformulier van les 3. Stefan Rijke & Andries Veldman: Stefan Rijke en Andries Veldman hebben gezamenlijk feedback gegeven op de lessenserie. Deze feedback is dan ook onder beide namen gezamenlijk opgenomen: In de verbeterde lessenserie zijn alle punten van feedback meegenomen. Er zijn dus geen punten van verbetering mee op deze versie. Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 50

52 Bijlage 4: Lessenserie Conceptversie 1 Les 1: All Aboard Joyce Janse Afstudeerscriptie: Martijn Terlouw Presteren zonder te scoren 51

53 52

54 Les 2: Freerun

55 54

56

57 56

58 Les 3: Escape Room

59

60 59

61 60

62 61

63 62

64 Les 4: Aerobics

65

66 65

67 Bijlage 5: Lessenserie Conceptversie 2 Les 1: All Aboard

68

69 68

70 Les 2: Freerun

71 70

72

73 72

74 73

75 Les 3: Escape Room

76

77 76

78 77

79 78

80 79

81 Bijlage 6: Definitieve Lessenserie Les 1: All Aboard

82

83 82

84 Les 2: Freerun

85 84

86

87 86

88 87

89 Les 3: Escape Room

90

91 90

92 91

93 92

94 93

95 Les 4: Aerobics

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Wat beweegt onze leerlingen?

Wat beweegt onze leerlingen? TOPic Wat beweegt onze leerlingen? Moetivatie of motivatie in de gymles Sinds 2011 doen tweedejaarsstudenten op de Academie voor sportstudies in Den Haag (HALO) op hun stageschool een praktijkgericht onderzoek

Nadere informatie

Leerlingen kiezen hun zelf

Leerlingen kiezen hun zelf Leerlingen kiezen hun zelf Programma's bewegingsonderwijs in het voortgezet onderwijs richten zich steeds vaker op een betere afstemming op de sportvraag van de leerlingen. De leerlingen krijgen bijvoorbeeld

Nadere informatie

Werkstuk LO Sport en Samenleving

Werkstuk LO Sport en Samenleving Werkstuk LO Sport en Samenleving Werkstuk door een scholier 2074 woorden 29 november 2004 6,3 51 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Het doel van het maken van dit werkstuk is om het vak gym voldoende af

Nadere informatie

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen Voorstellen Coachen: Aansluiten op Motivatie-stijl Rogier Hoorn sport- & prestatiepsycholoog VSPN drs. Rogier Hoorn sport- en prestatiepsycholoog VSPN SportsMind.nl Sinds 2003 praktijk Bussum en Papendal

Nadere informatie

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Auteur: Dick Vrenssen, docent pedagogiek psychologie onderwijskunde, Fontys Hogeschool Kind en Educatie In het schooljaar 2013/ 2014 heeft het

Nadere informatie

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Onderzoek Maatschappelijke Stage Onderzoek Maatschappelijke Stage Onderzoek in opdracht van Welzijn Barneveld Uitgevoerd door Rianne Stuij en Rianne Heijkoop Studenten Christelijke Hogeschool Ede December 2015 mei 2016 Inhoud Aanleiding...

Nadere informatie

PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH

PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH 56 TIPS & TRICKS Elke hardloper heeft zijn eigen doelstelling: waar de één zich bijvoorbeeld focust op het verbeteren van zijn looptechniek,

Nadere informatie

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen Voorstellen Coachen: Aansluiten op Motivatie-stijl Rogier Hoorn sport- & prestatiepsycholoog VSPN drs. Rogier Hoorn sport- en prestatiepsycholoog VSPN SportsMind.nl Sinds 2003 praktijk Bussum en Papendal

Nadere informatie

Inhoud. Poll. Dynamische schooldag En wat nu als ik meer wil weten: Remo Mombarg, Marieke Westendorp en Arjan Pruim

Inhoud. Poll. Dynamische schooldag En wat nu als ik meer wil weten:   Remo Mombarg, Marieke Westendorp en Arjan Pruim 1 Inhoud Move to make a difference Dynamische schooldag En wat nu als ik meer wil weten: www.hanze.nl\lps Remo Mombarg, Marieke Westendorp en Arjan Pruim Overzicht Belang van bewegen De gezondheid van

Nadere informatie

Praktijk NUMMER 7 Jaargang 105 oktober 2017

Praktijk NUMMER 7 Jaargang 105 oktober 2017 Lichamelijke opvoeding magazine Praktijk NUMMER 7 Jaargang 105 oktober 2017 KATERN Fun is ook een motief Sportidentiteit Elk kind, elke leerling, heeft een persoonlijke en dus unieke identiteit. Binnen

Nadere informatie

Ontwerponderzoek: Paper 3

Ontwerponderzoek: Paper 3 Ontwerponderzoek: Paper 3 Naam auteur(s) Karoline Heidrich Vakgebied Duits Titel Duits + Film = plezier? Onderwerp Verhoging van motivatie voor het leren van Duits door middel van leeractiviteiten rondom

Nadere informatie

Ksk Wavria LEERPLAN. Leerplan U6. Het is belangrijk op te leiden vanuit één gedachte, één visie.

Ksk Wavria LEERPLAN. Leerplan U6. Het is belangrijk op te leiden vanuit één gedachte, één visie. Ksk Wavria LEERPLAN Leerplan U6 Het is belangrijk op te leiden vanuit één gedachte, één visie. Algemeen De ontwikkeling van de spelers is belangrijker dan het resultaat van het team. Positief coachen is

Nadere informatie

Inhoud. Een kindgerichte sportieve opvoeding vereist vakmanschap

Inhoud. Een kindgerichte sportieve opvoeding vereist vakmanschap 1 Inhoud Hoe voeden we kinderen sportief op? Lukt dat al een beetje? Hoe kan het wel? Hoe doen we het in het in Ten Boer? Een kindgerichte sportieve opvoeding vereist vakmanschap Remo Mombarg, Alien van

Nadere informatie

Graaf Huyn College FOCUST op jouw PASSIE

Graaf Huyn College FOCUST op jouw PASSIE Graaf Huyn College FOCUST op jouw PASSIE Het Graaf Huyn College biedt de leerlingen bij aanmelding voor de brugklas ruime keuzemogelijkheden uit diverse onderwijssoorten. Vanaf het schooljaar 2019-2020

Nadere informatie

Wij zijn Sport Helden! Zullen wij samen sport aanbieden?

Wij zijn Sport Helden! Zullen wij samen sport aanbieden? Wij zijn Sport Helden! Zullen wij samen sport aanbieden? Na ons gesprek zojuist kunt u in deze bijlage een stukje achtergrond informatie vinden. Mocht u vragen hebben, dan hoor ik dit graag. Veel plezier

Nadere informatie

5,7. Werkstuk door een scholier 2404 woorden 24 oktober keer beoordeeld

5,7. Werkstuk door een scholier 2404 woorden 24 oktober keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2404 woorden 24 oktober 2008 5,7 13 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Dit werkstuk moet ik maken om lichamelijke opvoeding met een voldoende af te sluiten dit jaar. Ook is het

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Van klein naar groot Ingrid Bijker-Anemaat

Van klein naar groot Ingrid Bijker-Anemaat Van klein naar groot Ingrid Bijker-Anemaat In september 2013 ben ik gestart met de cursus MRT aan Hogeschool Windesheim in Zwolle. In het verdiepingstraject is daar ook een onderzoek aan verbonden. Tijdens

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar

Nadere informatie

School, Bewegen en Sport

School, Bewegen en Sport School, Bewegen en Sport Beweeg- en sportmotieven van leerlingen Ger van Mossel Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010, Sportcentrum Universum, Amsterdam Programma Onderzoeksontwerp Beweeg- en sportmotieven

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

RESEARCH PROJECT CONTEXT DOELGROEP NADIA GROENEWALD 13 MAART 2016 G&I1B GROEP 5

RESEARCH PROJECT CONTEXT DOELGROEP NADIA GROENEWALD 13 MAART 2016 G&I1B GROEP 5 RESEARCH PROJECT CONTEXT DOELGROEP NADIA GROENEWALD 13 MAART 2016 G&I1B GROEP 5 Inleiding In het project Context Van Venster Naar Poort is ons de mogelijkheid gegeven om een interactieve installatie/game

Nadere informatie

VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 2

VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 2 VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 2 1.1 Verdiepingsstof - Gedragsaspecten Als we het gedrag van mensen nader bekijken, kunnen we daarin drie belangrijke aspecten onderscheiden: motorisch gedrag cognitief gedrag

Nadere informatie

Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport

Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport Lotte Wiekamp, Kim Overbeek: combinatiefunctionaris sport en Saskia Smeenk: directeur Leerdam: juli 2018 1 1 Inleiding Via deze weg dient SamenDoen

Nadere informatie

Jong Volwassenen. Een behoud voor de hockeysport. De samenvatting

Jong Volwassenen. Een behoud voor de hockeysport. De samenvatting Jong Volwassenen Een behoud voor de hockeysport De samenvatting Sophie Benus Universiteit Utrecht Faculteit : Bestuurs- en Organisatiewetenschappen Utrecht, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Kleine school, grote toekomst!

Kleine school, grote toekomst! Christelijke school voor mavo en onderbouw mavo/havo Kleine school, grote toekomst! Informatie voor leerlingen Schooljaar 2015-2016 De SAV: kleine school, grote toekomst Iedereen staat voor elkaar klaar,

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Kindgerichte jeugdatletiek

Kindgerichte jeugdatletiek Kindgerichte jeugdatletiek 9 oktober Topsport Gelderland Bart Welkom! Ren.Spring.Gooi: een impressie Waarom Ren.Spring.Gooi? Positieve invloed op de fysieke en mentale ontwikkeling van een kind Vergroten

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

SDOB Jeugdopleiding. SDOB is een vooruitstrevende en toonaangevende voetbalopleiding voor de regio Waterland en omstreken.

SDOB Jeugdopleiding. SDOB is een vooruitstrevende en toonaangevende voetbalopleiding voor de regio Waterland en omstreken. Missie, Visie & Doelstellingen Missie SDOB is een vooruitstrevende en toonaangevende voetbalopleiding voor de regio Waterland en omstreken. SDOB is vooruitstrevend op het gebied van: Trainingsmethodes

Nadere informatie

Tech c nie i k k A c A ad a e d m e i m e FOOTBALL CLUB

Tech c nie i k k A c A ad a e d m e i m e FOOTBALL CLUB Techniek Academie FOOTBALL CLUB 2010-2011 FOOTBALL CLUB ACADEMIE Football Club is een organisatie die staat voor een methode in opleiden waarin het proces zorg draagt voor plezier en voetbal naar ieder

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland Antoon Dommerholt Mei 2013 Inhoudsopgave 1 Doelstelling en inleiding 3 2 Enquête onder de ouders 4 2.1 Invloed op het kind...............................

Nadere informatie

Koersplan. Highschool Eindhoven

Koersplan. Highschool Eindhoven Koersplan Highschool Eindhoven 1 Inleiding Frits Philips lyceum- mavo is een toekomstgerichte school met de focus op talentontwikkeling. Leerlingen krijgen volop de mogelijkheid om hun talenten te ontdekken

Nadere informatie

Sportklas, wat is dat precies?

Sportklas, wat is dat precies? Sportklas Sportklas, wat is dat precies? Op het Huygens College kan je ervoor kiezen om naast je reguliere lesrooster extra tijd aan sport te besteden. Een reguliere leerling heeft drie uur lichamelijke

Nadere informatie

COACHING Het planmatig beïnvloeden van spelers. Met als doel de speler en het team beter te maken.

COACHING Het planmatig beïnvloeden van spelers. Met als doel de speler en het team beter te maken. COACHING = Het planmatig beïnvloeden van spelers. Met als doel de speler en het team beter te maken. Wat is coachen? Coachen is het beïnvloeden van het voetballen of van de spelers We houden ons bezig

Nadere informatie

Rob van Grootel Selectieprocedure Jeugd Goedgekeurd door: Laatste revisie door: Revisie datum Revisie

Rob van Grootel Selectieprocedure Jeugd Goedgekeurd door: Laatste revisie door: Revisie datum Revisie Revisie geschiedenis Rev nr Datum Door Aanpassing in tekst B 05-09-2013 RN - Wouts Thema trainingen bij selectie JJ voor de D-elftallen. - Jaarlijks eigen bijdrage voor sponsorkleding. (pagina 4) - Team

Nadere informatie

Zeg niks of iets positiefs!

Zeg niks of iets positiefs! Zeg niks of iets positiefs! Kinderen zeggen wat ze van hun coaches en ouders verwachten #interviews #kinderen #voetbal Meer dan de helft van de kinderen tussen de 12 en 19 jaar traint en speelt bij een

Nadere informatie

Samen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg.

Samen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg. Samen Inspireren Ontdekken Ontwikkelen Informatiegids IKC de Plattenburg www.deplattenburg.nl Kiezen Het kiezen van een basisschool voor uw kind: een belangrijke stap. Bij de Plattenburg gaat er voor uw

Nadere informatie

Smartpool. Docenten en scholieren over gebruik en tevredenheid Smartpool. Resie Hoeijmakers en Amika Singh. Evaluatie Smartpool op school

Smartpool. Docenten en scholieren over gebruik en tevredenheid Smartpool. Resie Hoeijmakers en Amika Singh. Evaluatie Smartpool op school Smartpool Docenten en scholieren over gebruik en tevredenheid Smartpool Resie Hoeijmakers en Amika Singh Augustus 201 Mulier Instituut Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Gebruik van Smartpool 3. Tevredenheid

Nadere informatie

Bewegen en sport. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1. Bewegen en sport

Bewegen en sport. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1. Bewegen en sport Een actieve leefstijl is een wezenlijk bestanddeel van een gezonde leefstijl. Een actieve leefstijl draagt bij aan kwaliteit van leven of gezondheid in de breedste zin van het woord. De school kan op diverse

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Test 001 SCHOOL RA PPORTA GE

Test 001 SCHOOL RA PPORTA GE Test 001 SCHOOL RA PPORTA GE AANTAL : 48 LEERLINGEN GESLACHT : 22 26 SCHOOL : Test 001 PLAATS : DATUM : 7 november 2018 LEGENDA ruim ondergemiddeld ondergemiddeld gemiddeld bovengemiddeld ruim bovengemiddeld

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen

Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen Als hij bij Studio Sport FC Groningen en Heerenveen tegen elkaar ziet

Nadere informatie

DE EFFECTEN VAN GOAL SETTING OP SPORTCOMMITMENT BIJ DE JEUGD

DE EFFECTEN VAN GOAL SETTING OP SPORTCOMMITMENT BIJ DE JEUGD DE EFFECTEN VAN GOAL SETTING OP SPORTCOMMITMENT BIJ DE JEUGD Theorie Onderzoek Toepasbaarheid 27-2-2013 door Jetske Wiersma 1 Sportcommitment Definitie: het verlangen, de toewijding, betrokkenheid, verbondenheid

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014 Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres D Demo 5 januari 2014 D@Demo.com Inleiding Motivatie

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Wiskunde Lesperiode 1

Wiskunde Lesperiode 1 Wiskunde Lesperiode 1 Proefwerk analyse & Voorbereiding op de herkansing of hoe je je wiskunde materiaal ook kunt gebruiken. Wat gaan we doen? Overzicht creëren. Planning maken. Fouten opsporen en verbeteren.

Nadere informatie

TRAININGSPLAN. Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe. Naam: Naam paard:

TRAININGSPLAN. Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe. Naam: Naam paard: TRAININGSPLAN Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe Naam: Naam paard: DOELEN Wat wil je bereiken? Als alles mogelijk zou zijn, geld en talent geen rol zouden spelen, wat is dan jouw grote droom

Nadere informatie

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Bijlage 2: 3.2 onderzoek Bijlage : 3. onderzoek Ik heb een onderzoek gedaan naar de fitheid van de kinderen van groep 7 en 8 van de Sint Lambertus school in Asten. Ik heb eerst een enquête afgenomen, en heb daarna testjes afgenomen

Nadere informatie

Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen

Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen Technisch beleid HVV Tubantia Visie op talent, spelprincipes, coachen en trainen Motivatie Lerend vermogen Goede bewegers Gedrag Ruimtelijk georiënteerd Vrijspelen Dwingend verdedigen Sturen op ontwikkeling

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

Visie op extra zorg. Door: Robin Planken Micha Luttik

Visie op extra zorg. Door: Robin Planken Micha Luttik Visie op extra zorg Door: Robin Planken Micha Luttik Nieuwe basisschool kindgericht om schooluitval te voorkomen 1. differentiatie 2. Individualisering schoolgroepen heterogener toenemende gedragsverschillen

Nadere informatie

Nieuwsbrief onderzoek Jeugd, Zorg en Sport

Nieuwsbrief onderzoek Jeugd, Zorg en Sport Nieuwsbrief onderzoek Jeugd, Zorg en Sport April 2015 Het onderzoeksproject Jeugd, Zorg en Sport van Wageningen University, FlexusJeugdplein, Rotterdam Sportsupport, het Nederlands Instituut voor Sport

Nadere informatie

Inhoud. (Bewegings)onderwijs: trends. Actieve en gezonde leefstijl: trends. Jeugdsport: trends

Inhoud. (Bewegings)onderwijs: trends. Actieve en gezonde leefstijl: trends. Jeugdsport: trends 1 Inhoud Belang van bewegen Trends in de huidige maatschappij De huidige aanpak doet het niet Wat moet er dan anders Bewegingsonderwijs Beweegaanbod tussen- en naschools Beweegactivering tijdens de schooldag

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra 1. Artistiek competent De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces inclusief een breed scala aan

Nadere informatie

Openbare Scholengemeenschap voor atheneum, havo en mavo

Openbare Scholengemeenschap voor atheneum, havo en mavo Openbare Scholengemeenschap voor atheneum, havo en mavo Gezond- en sportief schoolbeleid op Graaf Engelbrecht Breda Paul de Groot Emiel de Lange Introductie & Programma workshop Presentatie gezonde school

Nadere informatie

Hieronder volgt het meerjarenbeleid van de sportvereniging DFS te Opheusden.

Hieronder volgt het meerjarenbeleid van de sportvereniging DFS te Opheusden. MEERJARENBELEID s.v.d.f.s. Hieronder volgt het meerjarenbeleid van de sportvereniging DFS te Opheusden. Het gaat om een periode van 5 jaren. Dit beleidsplan bevat de jaren 2010-2015. In het eerste seizoen

Nadere informatie

ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT

ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT 1 ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT Één met het veld De ervaringen van kwetsbare mensen met kapitaal en in- en uitsluiting binnen de sport.

Nadere informatie

Test voor het meten van het sportieve klimaat in de school. Quick Scan J-score. voor scholen

Test voor het meten van het sportieve klimaat in de school. Quick Scan J-score. voor scholen Test voor het meten van het sportieve klimaat in de school Quick Scan J-score voor scholen Colofon Uitgave: Auteurs: Redactie: Vormgeving: Druk: Stichting Jeugd in Beweging, Arnhem Paul Duijvestijn (Assist,

Nadere informatie

Docentenhandleiding PO Schoolkamp

Docentenhandleiding PO Schoolkamp Docentenhandleiding PO Schoolkamp Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Wat maakt deze opdracht 21 e eeuws?... 1 2.1 Lesdoelstellingen... 2 2.2 Leerdoelen... 2 3 Opzet van de opdracht... 2 3.1 Indeling van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek 2015 - mei 2016 Inleiding Stichting Onderwijsbegeleiding biedt aan jongeren en hun ouders, van wie de inkomenssituatie en/of thuissituatie onvoldoende is, de mogelijkheid om hun

Nadere informatie

Pedagogisch sport klimaat Kind centraal

Pedagogisch sport klimaat Kind centraal Pedagogisch sport klimaat Kind centraal Nicolette Schipper van Veldhoven Lector Sportpedagogiek Amsterdam 13 oktober 2018 1 Opbouw presentatie Belang van sport en bewegen Belang van een pedagogisch klimaat

Nadere informatie

TRAININGSPLAN Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe Naam: Naam paard:

TRAININGSPLAN Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe Naam: Naam paard: www.dressagepro.com TRAININGSPLAN Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe Naam: Naam paard: Als je geen plan maakt en geen doelen stelt, is de kans kleiner dat je daadwerkelijk bereikt wat je

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

: Zakiya Luijsterburg

: Zakiya Luijsterburg Zakiya Luijsterburg Test 001 INDIV IDUELE RA PPORTA GE NAAM : Zakiya Luijsterburg GEBOORTEDATUM : 31 oktober 2011 GESLACHT : meisje SCHOOL : Test 001 KLAS : 3A PLAATS : DATUM TEST : november 2018 LEGENDA

Nadere informatie

KNHB Expertisecentrum. Opleidingen voor Trainers, Coaches, Technisch Managers & Scheidsrechters

KNHB Expertisecentrum. Opleidingen voor Trainers, Coaches, Technisch Managers & Scheidsrechters KNHB Expertisecentrum Opleidingen voor Trainers, Coaches, Technisch Managers & Scheidsrechters VOORSTELRONDE: Wie ben ik? Van welke team ben je trainer/coach? Hoeveel jaar ervaring als trainer of coach

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Gaat 'gezond bewegen' het verschil maken?

Gaat 'gezond bewegen' het verschil maken? Gaat 'gezond bewegen' het verschil maken? SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling VO Studiedag 20-01-2016 Berend Brouwer (b.brouwer@slo.nl) Agenda Warming-up Het leerplankader SBGL Thema 'bewegen

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

Engels als Aanvullende Taal

Engels als Aanvullende Taal International School of Amsterdam Engels als Aanvullende Taal Richtlijnen voor Ouders English as an Additional Language (EAL) Dutch Het doel van het EAL programma is om kinderen zelfstandig en zelfverzekerd

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN Een goede voorbereiding is immers het halve werk. Maar wat is nou een goede voorbereiding op een nieuw skeelerseizoen? Op www.skatepodium.com geeft

Nadere informatie

SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN

SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN Workshop 2: Pedagogiek binnen de sportvereniging. Cyriel Gielen/Youri Tooren Fontys Hogeschool Pedagogiek Wie wij zijn? Kennisinstituut met meer dan 4.300 medewerkers

Nadere informatie

Wat is sportpsychologie? Voorstellen. Programma. Doelstelling. Cursus Mentale Training Rogier Hoorn sportpsycholoog VSPN

Wat is sportpsychologie? Voorstellen. Programma. Doelstelling. Cursus Mentale Training Rogier Hoorn sportpsycholoog VSPN Voorstellen drs. Rogier Hoorn, sportpsycholoog VSPN Sinds 2003 praktijk Hilversum en Papendal Sporters, teams, coaches, Cursus Mentale Training Rogier Hoorn sportpsycholoog VSPN bedrijfsleven, LVNL, Luchtmacht

Nadere informatie

Jill Chin - Soufyan Abbassi - Abdel Achaaoui - BLOK 4

Jill Chin - Soufyan Abbassi - Abdel Achaaoui - BLOK 4 Klanttest 2 Jill Chin - Soufyan Abbassi - Abdel Achaaoui - BLOK 4 1 Inhoudsopgave Aanname 3 Vraagstuk Welke doelgroep en waarom? Feiten en cijfers 4 Levensstijl doelgroep 6 Wat/wie hebben wij getest? 7

Nadere informatie

Lessenreeks. Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Kerntaak 1. Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen

Lessenreeks. Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Kerntaak 1. Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen Lessenreeks Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen Voorwoord/ Inleiding In dit document staan de opdrachten voor beschreven, het aanbieden van SB- activiteiten

Nadere informatie

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016 MARKTONDERZOEKVERSLAG Goldensports, juni 2016 Marktonderzoek Golden sports juni 2016 Inleiding In juni 2016 hebben 63 deelnemers van GoldenSports de vragenlijst ingevuld (zie bijlage 1). De vragenlijsten

Nadere informatie

Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester.

Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester. Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester. Aangezien het proces van LTAD voor sport evolueert, ontstaan gaandeweg evenveel antwoorden als nieuwe

Nadere informatie

Als sport je toekomst is, combineer je topsport met onderwijs!

Als sport je toekomst is, combineer je topsport met onderwijs! Als sport je toekomst is, combineer je topsport met onderwijs! 1 2 3 Jij wilt het beste uit jezelf halen. Jij gaat voor winnen. Jouw doel is de top in jouw tak van sport. Maar aan de andere kant wil je

Nadere informatie

Hoeveel sporten deze kinderen. De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen. Wekelijks sporten, lidmaatschap en bewegen %

Hoeveel sporten deze kinderen. De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen. Wekelijks sporten, lidmaatschap en bewegen % Introductie Sportparticipatie Succesfactoren Praktijk beelden Discussie De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen Remo Mombarg en Arjan Pruim Widening Gap, Skinner & Piek, 2001 Verminderde

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Persoonlijk ontwikkelingsplan.

Persoonlijk ontwikkelingsplan. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Naam: Michael Botermans Studienummer: 15103471 Email: 15103471@student.hhs.nl Datum: 26-01-2017 Coach: Dhr. A. Verkuilen, Email: A.Verkuilen@hhs.nl 1. Introductie Beste lezer,

Nadere informatie

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari 2015 5.3 15 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Met BSM hebben wij de opdracht gekregen om een trainingsschema te maken om jezelf te verbeteren op verschillende

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Twee didactische werkvormen in de praktijk vergeleken. Ronald Lolkema EnL / 2015 1 Voorwoord In het schooljaar 2014-2015 ben ik in de 3 e periode begonnen met het

Nadere informatie

De kracht van kracht in de gymles

De kracht van kracht in de gymles De kracht van kracht in de gymles Laatst geactualiseerd: 22 december 2017 Leestijd: 5 minuten Onderwerp(en): Onderwijs en bewegen Jongeren met overgewicht kunnen flink opzien tegen de gymles. Het omkleden,

Nadere informatie

Welkom op Thorbecke Merkelbachstraat! mavo

Welkom op Thorbecke Merkelbachstraat! mavo Welkom op Thorbecke Merkelbachstraat! mavo Leuk dat je meer wilt weten over onze school. Thorbecke Merkelbachstraat is een gezellige, overzichtelijke mavo waar iedereen elkaar kent. Bijzonder is dat je

Nadere informatie

Games in een educatieve setting

Games in een educatieve setting Games in een educatieve setting workshop Inez Groen Ontwikkelen spellen Testen spellen Schrijven over spellen Doceren met/over spellen -> met een leerdoel! Maar eerst: wat is je favoriete game en waarom?

Nadere informatie

Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière

Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière Frits Avis Er bestaat geen raamwerk voor een sportcarrière Anders dan Natalia Stambulova, volgens wie er zes keerpunten zijn die een sportcarrière kunnen maken of breken, is sportpsycholoog Frits Avis

Nadere informatie

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie Het ervaringsgericht evalueren gebeurt bij voorkeur door een gesprek in een groep. Mensen vertellen hun verhaal over het van tevoren vastgestelde evaluatieonderwerp.

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie