Lessenreeks. Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Kerntaak 1. Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen

Transcriptie

1 Lessenreeks Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen

2 Voorwoord/ Inleiding In dit document staan de opdrachten voor beschreven, het aanbieden van SB- activiteiten Lessenreeks. Het examen is een Proeve van Bekwaamheid. Dit betekent dat je in een lessenreeks laat zien dat je sport- en bewegingsactiviteiten voor een bepaalde doelgroep kunt voorbereiden en kunt uitvoeren. In een evaluatie leg je uit waarom je voor deze manier van werken hebt gekozen. We noemen dat het verantwoorden van je keuze voor deze lessenreeks. In deze proeve laat je zien dat je een lessenreeks van sport- en bewegingsactiviteiten kunt voorbereiden, uitvoeren en deze ook kunt verantwoorden. Door middel van voorbeelden worden de opdrachten duidelijk uitgelegd. Het kan zijn dat je de opdrachten moet aanpassen aan je doelgroep en /of BPV-plaats. Het is belangrijk dat je de originele versie van het examenboek van je docent ontvangt. Deze herken je aan de naam Kwalificerende beoordeling kerntaak 1 Aanbieden van SB-activiteiten Lessenreeks. Veel succes met je Proeve van bekwaamheid 2

3 Inhoudsopgave Beschrijving hoe je deelnemers gaat werven... 4 Korte verslaglegging van het gesprek en/of observatie van de SB-deelnemers ter beoordeling van het vaardigheidsniveau... 8 De doelstelling die je na minimaal vier lessen wilt bereiken... 9 Uitwerking van 4 afzonderlijke lessen volgens de richtlijnen van Sport en Bewegen ID college Deel 2 Uitvoering van de lessenreeks Deel 3 De verantwoording

4 Beschrijving hoe je deelnemers gaat werven Maak een mooie flyer; van het evenement/ lesgeef clinic van 4 lessen. Met de 6 w s erin. In kleur, mooie lay out, opvallend. Kortom; uitnodigend en nieuwsgierigheid prikkelend. Hang deze op binnen het BPV-bedrijf. En/ of Maak een mooie brief voor de deelnemers met een apart aanmeldingsstrookje met naam, adresgegevens, zodat zij zich op kunnen geven voor het een evenement en/of een lesgeef clinic van 4 lessen. 4

5 Beginsituatie van de doelgroep Naam: Klas: Datum: Lesnummer: Lesopdracht: voetbal, het verbeteren van het passen/mikken met de binnenkant van de voet. Beginsituatie (inschatting) Algemene gegevens van de groep? De kinderen zijn tussen de 8 en 12 jaar oud. Het zijn 20 kinderen die enthousiast zijn en vooral als het om voetbal gaat. 8 kinderen zijn 8-9 jaar oud, 4 kinderen zijn 10 jaar oud en 8 kinderen zijn jaar oud. De kinderen zijn heel erg druk en luisteren vaak slecht. De kinderen worden nog enthousiaster wanneer er een wedstrijdelement in voorkomt. Bewegingsomschrijving (beoordeling vaardigheidsniveau) Het aanleren van het passen/mikken met de binnenkant van de voet. Het doel is dat de kinderen gericht met de binnenkant van de voet de bal kunnen passen naar iemand anders over een afstand van 10 meter. Motorisch Van de 20 kinderen zitten er 6 op voetbal. Deze kinderen voetballen op verschillend niveau, dit varieert van een F1 team tot E8. Het niveau van voetballen bij de andere kinderen varieert van de bal recht vooruit kunnen schoppen tot en met het raken van de bal. Alleen de jongens die op voetbal zitten kunnen met de binnenkant van de voet de bal spelen. Dit is meer een automatisme bij deze jongetjes. Jongetjes die niet op voetbal zitten hebben dit automatisme niet. De kinderen hebben een goed uithoudingsvermogen en zijn niet snel moe.( De les moet wel variatie hebben met oefeningen.) Kracht is nog niet optimaal ontwikkeld bij de kinderen, dit komt doordat er nog veel jonge kinderen tussen zitten. Cognitief Alle kinderen weten de belangrijkste regels, bijvoorbeeld dat de keeper de bal met de handen aan mag raken en dat de rest dat niet mag. De algemene regels zijn vrij duidelijk. Een regel als buitenspel is zeer moeilijk voor de kinderen van 8 tot 10 jaar. Tijdens de lessen zullen ze de voornaamste regels begrijpen, leren en uitvoeren (inworp, vrije trap). Sociaal- affectief De kinderen zitten allemaal op dezelfde school. Ze kunnen samen erg leuk spelen en daardoor ook goed met elkaar opschieten. Vandaar dat ik er voor kies om na de oefeningen partijtjes te spelen of af te werken op doel. Spelletjes vinden ze erg leuk. Verder luisteren de kinderen naar de juf of meester. 5

6 Individuele leerling(en) / sporter P: dit is een jongen die de touwtjes in handen heeft in de groep. Hij een van de grootste en een van de sterkste uit de groep. Hij bepaalt bijna alle regels. Hij heeft ook een agressie probleem. Hij kan ineens agressief gedrag laten zien. Dit gebeurt wanneer iemand iets doet wat hem niet aan staat. A: hij is ook één van de grotere jongens in de groep. Maar doet met alles leuk mee. Hij is erg sportief en kan erg goed in groepen werken. Hij is alleen een volger van P. hij is niet agressief maar alles wat P kan, dat kan A ook. Deze twee jongens moeten zo min mogelijk bij elkaar in de groep zitten. Lesgever Ik ben Pietje Puk en zit zelf al jaren op voetbal. Voetbal doe ik sinds mijn 7 e en ik ben nu 21 jaar. Ik ben al 3 jaar voetbaltrainer bij mijn vereniging, dus ik heb al een beetje ervaring in het training geven van voetbal. Door mijn eigen ervaring en mijn trainerservaring heb ik geen moeite met het motiveren/stimuleren en aanwijzingen/instructies geven. Motorisch: ik kan zelf alle technieken/oefenvormen voordoen op een behoorlijk niveau. Cognitief: ik weet hoe de beweging er perfect uit ziet en kan fouten signaleren in de beweging van de kinderen tijdens de les. Ik weet wanneer er een overtreding wordt gemaakt, daar fluit ik voor. Sociaal-affectief: ik ben een erg sociale jongen die met vrijwel iedereen overweg kan. Doordat ik bijna altijd vrolijk ben, krijg ik vaak veel mensen enthousiast tijdens mijn lessen. Ik heb plezier in het lesgeven en wil dit graag ook overbrengen aan op de leerlingen. Daarnaast wil ik de kinderen ook echt wat leren. Met plezier leren is iets waar ik een groot voorstander van ben. Tijdens de les krijg ik makkelijk de aandacht en kan ik goed en snel uitleggen wat er allemaal gaat gebeuren. Didactisch: ik bedenk van te voren wat ik wil doen en wat ik ga doen. Dit zorgt ervoor dat ik voor de les alle spullen op tijd klaar zet en gelijk kan beginnen. Dit zorgt voor een strakke organisatie. 6

7 Randvoorwaarden Materiaal: Voordat ik mijn les heb voorbereid, heb ik gekeken of de juiste materialen aanwezig zijn op de BPV- plaats. In elke gymzaal zijn de materialen die ik nodig heb. - Pylonen/hoedjes - lintjes - Dikke matten (die dienen als doel) Zelf Regelen: Van mijn eigen voetbalclub neem ik voldoende voetballen mee zodat er genoeg ballen zijn om de les te geven. Accommodatie: De zaal is altijd tussen 4 uur en 5 uur beschikbaar. Grote gymzaal: 35 lang / 20breed 7

8 Korte verslaglegging van het gesprek en/of observatie van de SBdeelnemers ter beoordeling van het vaardigheidsniveau Ik loop stage bij Adres: Mijn stage loopt van kwart voor 3 tot kwart voor 6. De belangrijkste opdracht die ik moet uitvoeren is het verzorgen van de training. Deze training duurt van 4 uur tot 5 uur, in de sporthal. Daarnaast help ik met de kinderen van school te halen en help ik bij het organiseren van eten en drinken tijdens de opvang. Mijn directe stagebegeleidster is en mijn stagecoördinator is.. staat ook in contact met ID college. Ik loop stage sinds november 2014 en ken alle kinderen ondertussen. De namen zijn af en toe nog lastig, maar ik weet van iedereen wat zijn goede en minder goede kanten zijn. Daarnaast vinden de kinderen mij heel erg lief. Om de week hebben de kinderen training. Er zijn 2 groepen die ik training geef op de vereniging; 6 tot 8 jaar en 8 tot 12 jaar. Ik loop samen stage met., dit is ook een leerling van het Sport en Bewegen Niveau 3. We hebben al een aantal lessen voetbal gedaan waarin we verschillende spellen hebben gedaan zoals partijtje, schieten op goal, over passen etc. Hier blijkt vooral uit dat de aannames en de passing met de binnenkant van de voet beter moet. Wat je nu heel vaak ziet is dat de kinderen of de bal passen met de punt of dat als ze een bal proberen aan te nemen, maar dat de bal niet goed ligt om gelijk door te gaan. Om bovenstaande redenen heb ik gekozen om het passen/mikken te gaan verbeteren omdat dit toch heel belangrijk is tijdens het voetballen. Samen met de trainer heb ik het gehad over de beginsituatie van de groep. Hieruit is naar voren gekomen dat de kinderen nog niet het passen beheersen en moeite hebben met de coördinatie. De een is coördinatief beter dan de ander. Als er een partijvorm gedaan wordt zijn de grote jongens aan de bal en willen zelf scoren. De kleine kinderen zijn bang om omver gelopen te worden en snappen niet wat ze moeten doen. Dit blijkt allemaal uit verschillende spellen bij voetbal waarbij de trainer en ik dit hebben kunnen observeren. De kinderen kunnen nog veel leren, wel willen we dat iedereen er even veel plezier aan beleefd. Deze conclusie heb ik kunnen trekken na het observeren en turven van de training op woensdag 24 september Zie het schema hieronder. Acties Speler 1 Speler 2 8

9 De doelstelling die je na minimaal vier lessen wilt bereiken Uitwerking van de hoofddoelstelling met daarbij de 4 lesdoelstellingen per les; volgens de 3 eisen. Bewegingsvorm Voetbal: Passen/mikken Hoofddoelstelling= lesdoelstelling 4 Voorwaarden/ Minimale kwalitatieve eis Omstandigheden Met druk van een Bal raken binnenkant voet en standbeen tegenstander naast de bal Hoofddoelstelling Aan het einde van deze lessenreeks kunnen de leerlingen passen en mikken. Dit doen ze in een mik en trefcircuit waarbij ze de bal met de binnenkant van de voet raken en standbeen wordt geplaatst naast de bal, met druk van een tegenstander. Lesdoelstelling 1 Bewegingsvorm Voorwaarden/ Minimale kwalitatieve eis Omstandigheden Voetbal: passen/mikken Op snelheid inspelen en met aanname Bal raken binnenkant voet en standbeen naast de bal Lesdoelstelling De deelnemers moeten het passen van de voetbal kunnen uitvoeren waarbij ze de bal met de binnenkant van de voet raken. Je moet elkaar op snelheid inspelen. Degene aan de overkant moet de bal eerst aannemen voordat die hem weer terug speelt. Lesdoelstelling 2 Bewegingsvorm Voorwaarden/ Omstandigheden Minimale kwalitatieve eis Voetbal: passen/ mikken Iedereen mag de bal Binnenkant voet en standbeen naast de bal maar 1x raken Lesdoelstelling De deelnemers moeten het passen van de voetbal kunnen uitvoeren waarbij ze de bal met de binnenkant van de voet raken. Gericht aanspelen en iedereen mag de bal maar 1 keer raken. Lesdoelstelling 3 Bewegingsvorm Voorwaarden/ Minimale kwalitatieve eis Omstandigheden Voetbal: passen/ mikken Zonder druk van een tegenstander (wel een Binnenkant voet en standbeen naast de bal, nawijzen met de voet wedstrijdvorm) Lesdoelstelling De deelnemers mikken de voetbal met de binnenkant voet op de pylon waarbij ze de bal nawijzen met de voet, dit gebeurt zonder druk van een tegenstander. 9

10 Een beschrijving van de globale aanpak In een kort verslag beschrijf je de gekozen globale aanpak, de keuzes die je hebt gemaakt moet je kunnen verantwoorden. In dit verslag moeten de volgende vragen worden beantwoord: Heb je gekozen voor het aanleren of verbeteren van de vaardigheid, leg uit waarom. Ik heb gekozen voor het verbeteren van het passen/mikken. Ik heb hiervoor gekozen omdat ze het allemaal wel eens gedaan, hebben dus het wel een beetje kunnen. Ze doen het alleen nog niet altijd goed. Ze doen het namelijk of met de punt van hun voet of ze willen zo hard mogelijk schieten. Ik wil ze hier bij gaan helpen zodat ze er beter in worden en het vaker lukt. Als het vaker lukt bij de kinderen gaan ze het ook leuker vinden! Waarom kies je voor de bewegingsvorm die in je LVF staan? Ik heb voor deze bewegingsvorm gekozen, want ik denk dat de leerlingen zowel motorisch, cognitief als sociaal affectief met passen/ mikken bezig kunnen zijn met passen/mikken. Waarom heb je gekozen voor deze lesvolgorde? Ik heb gekozen om te beginnen met makkelijke oefeningen waarbij je recht moet passen en rustig achter je bal moet aanlopen. Daarna heb ik het iets moeilijker gemaakt door een extra kaats aan beide kanten te doen. Als 3 e heb ik een oefening waarbij je het mikken moeten toepassen en als laatste heb ik een oefening waarbij je elke keer iemand in de loop moet aanspelen. Dit lijkt mij een logische oplossing waarbij je van makkelijk naar moeilijk gaat. Hoe ben je tot deze doelstellingen gekomen (zowel hoofddoelstellingen als lesdoelstellingen) Ik heb bij elke les goed gekeken, je observeert wat het meest logisch was om als hoofd-les doelstelling neer te zetten. Aan de hand van de beginsituatie en evaluatie per les. Dit moet natuurlijk wel haalbaar zijn voor de kinderen. 10

11 Uitwerking van 4 afzonderlijke lessen volgens de richtlijnen van Sport en Bewegen ID college De LVF gebruiken van fase 6 vorig schooljaar. Als bijlage toevoegen. Deel 2 Uitvoering van de lessenreeks Kijk naar beoordelingsinstructies en beoordelingsprotocol in het officiële examenboek kerntaak 1, bladzijde 16 tot en met 30 (versie 2013) bladzijde 14 tot en met 28 (versie 2014). Deel 3 De verantwoording Na elke gegeven les maak je een verslag over hoe de training is verlopen, volgens de richtlijnen van het officiële examen, zie examenboek kerntaak 1 bladzijde 11. Hoe wordt de verantwoording beoordeeld: Ga in het officiële examenboek kerntaak 1 naar bladzijde 24. Bij punt 7 ( blauwe kleur), vakdeskundigheid toepassen 2, staat de beoordeling van de verantwoording. Deze moet beoordeeld worden met het cijfer 3 of 4. 11