Aan : Gemeente Cuijk Grave Mill (*)

Transcriptie

1 ADVIESRADEN SOCIAAL DOMEIN: CUIJK - GRAVE MILL Aan : Gemeente Cuijk Grave Mill (*) T.a.v. Het College van Burgemeester en Wethouders. Louis Jansenplein BV CUIJK Van Betr. : De gezamenlijke Adviesraden Sociaal Domein Cuijk, Grave, Mill p/a. Fazantenveld JE CUIJK. : Gevraagd adviezen inzake: WMO-verordening 2018 / Toelichting op de WMO-verordening en het Raadsvoorstel WMO-verordening 2018 verwijzend naar uw begeleidend schrijven d.d. 18 september 2017 onderwerp: Advies inzake WMO-verordening Kenmerk: GA/020/ARSDCGM/2017 Dat. : 07 oktober 2017 Geacht College, Onlangs ontvingen de Adviesraden Sociaal Domein Cuijk, Grave, Mill een verzoek om haar advies uit te willen brengen inzake: De verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning Dit verzoek werd ons voorgelegd middels een begeleidend schrijven d.d. 15 september Bij dit begeleidend schrijven waren diverse stukken toegevoegd namelijk: De verordening WMO 2018, de toelichting op de verordening WMO 2018, de begrippenlijst en de Raadsinformatiebrief WMO-verordening Het bestuur van de gezamenlijke adviesraden Cuijk, Grave en Mill zijn de mening toegedaan, aan het verzoek om advies uit te brengen zeker gehoor te willen geven. Ware het niet dat wij ons behoorlijk onder druk voelen gezet met de tijd welke ons geboden wordt om het advies aan te leveren. Deze werkwijze geeft ons als besturen, van de gezamenlijke adviesraden, niet de gelegenheid in alle rust en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, de aangeleverde stukken in onze eigen adviesraad te bespreken en de reacties van onze leden te vernemen. Wij, als bestuur van de lokale adviesraad Cuijk- Grave- Mill(*) hebben dan ook besloten op bestuurlijk niveau aan de slag te gaan en voor onze leden een concept advies te formeren en de leden van onze adviesraad ter goedkeuring voor te leggen. Wetende dat dit niet de weg zou moeten zijn welke wij wensen te bewandelen daar wij hiermee de betrokkenheid en bevlogenheid van onze eigen leden gedwongen moeten inperken wat nimmer onze bedoeling is in deze. Wij, besturen van de gezamenlijke adviesraden Cuijk, Grave, Mill willen dan ook heel graag, op korte termijn, met het College, van gedachten wisselen over zaken zoals, de huidige werkwijze waarop wij moeten opereren en het tijdspad welke wij krijgen aangereikt om op zorgvuldige, inhoudelijke en deskundige wijze gevraagde adviezen te moeten uitbrengen. Zaken welke wij als gezamenlijke Adviesraden Cuijk, Grave, Mill bij dezen aan de orde willen stellen:

2 Algemeen: Enig misverstand is gaan ontstaan door het mailverkeer welke vanuit de Adviesraad Sociaal Domein Oss is gevoerd waarbij zij ons uitnodigde om mee te komen praten over de WMO-verordening 2018 zonder dat wij hiervan enig stuk in bezit hadden en toch onze inbreng in deze werd verwacht. Dit alles heeft geleid tot de nodige misstanden welke uiteindelijk zijn opgelost doordat de Adviesraad Sociaal Domein Oss ons heeft laten weten dat een dergelijk overleg niet meer aan de orde was. Na overleg met de verantwoordelijke Beleidsmedewerkers hebben onze adviesraden ook de beschikking gekregen over de bovenregionale samengestelde en geactualiseerde WMO-verordening Bij het doornemen van de geactualiseerde WMO-verordening 2018 heeft onze adviesraad geconstateerd dat ondanks de regionale aanpak er naar onze zienswijze enige voorstellen ter verduidelijking en derhalve aanpassingen gewenst zijn. Algemene op- en aanmerkingen: Voor de inwoners van onze gemeente zijn wij de mening toegedaan dat een verordening, dat geldt in het bijzonder voor een WMO-verordening, in duidelijke, heldere en begrijpbare taal geschreven dient te worden. Hierin passen zaken als: Bij nader vast te stellen regels en voorwaarden niet in de tekst. Naar onze mening, dient de WMO-verordening dan ook eenduidig en niet voor meerdere uitleg vatbaar te zijn. Graag geven wij per hoofdstuk/artikel/paragraaf aan waar wij de mening zijn toegedaan dat er verduidelijking dient te worden verstrekt dan wel brengen wij open aanmerkingen in met het verzoek waarvan wij achten dat hier noodzakelijke aanpassingen op zijn plaats zouden zijn. Hoofdstuk 1 Begrippen: Artikel 1 begripsbepalingen: Geen op- en aanmerkingen. Hoofdstuk 2 Procedure melding, onderzoek en aanvraag: Artikel 3 Cliëntondersteuning: Naar aanleiding van het Cliënt Ervaringsonderzoek (CEO) 2016, waaruit blijkt dat de rol en de positie van de onafhankelijke cliëntondersteuner bij een groot deel van de respondenten niet bekend is, is onze adviesraad de mening toegedaan dat de gemeente deze proceduretechnisch dient te borgen en bekendheid in deze dient uit te dragen richting de vragende burger dat de mogelijkheid van het inroepen van een onafhankelijke cliëntondersteuner tot de mogelijkheid behoort. Lid 3: Daarin wordt gesteld dat het College nadere regels kan stellen met betrekking tot cliëntondersteuning. Dit artikel roept de nodige vragen op en is hierdoor, voor de inwoners en zeker voor de cliënt onduidelijk en niet te begrijpen. Wanneer hier nadere regels stellen aan een onafhankelijke cliëntondersteuner wordt bedoeld dient de zin onder lid 2 te worden aangevuld met de tekst zoals bedoeld. Artikel 7 Onderzoek: In lid 1 wordt aangegeven, wie bij het gesprek voor het onderzoek aanwezig kan zijn. Van belang is dat we de gebruikelijke termen blijven hanteren zoals deze voorheen zijn geduid te weten: Het Keukentafelgesprek en bij de opsomming van de aanwezigen ontbreekt de onafhankelijke cliëntondersteuner. Juist om het bestaan van een onafhankelijke cliëntondersteuner te

3 benadrukken is het van belang dat deze ook wordt genoemd en dus wordt toegevoegd in dit artikel. Artikel 7a Deskundigenadvies: Bij het inroepen van een deskundigenadvies wordt onder punt B gesteld: Het College dat om een andere reden gewenst vindt. Deze zinsnede geeft ruimte voor willekeur en roept voor cliënt alleen maar onduidelijkheden op. Wij adviseren voor het inroepen van deskundigenadvies alleen duidelijke en vastomlijnde omschrijvingen te gebruiken. Gelet op wat onder artikel 7a, lid a is weergegeven achten wij deze voldoende en daardoor adviseren wij om lid b in deze te laten vervallen. Artikel 8 Aanvraag: Wij zijn van mening en adviseren u, om lid 1 aan te vullen met de vermelding: Tenzij een onderzoek niet nodig is omdat de situatie van de cliënt genoegzaam bekend is. Lid 3: Citerend: Een ondertekend verslag van het gesprek kan worden beschouwd als een aanvraagformulier. Wij adviseren deze zin als zodanig aan te passen: een getekend gespreksverslag wordt beschouwd als een aanvraagformulier. Lid 4-d: Hier heeft de Adviesraad oprecht twijfels aan het gestelde onder sub d. Hier wordt gesteld dat de cliënt bij de aanvraag moet motiveren waarom hij/zij een PGB wenst. De wet stuurt op een grotere mate van zelfredzaamheid en vooral op eigenregie. Aangezien tijdens het gesprek en het bijbehorende onderzoek vastgesteld kan worden of de begrippen zelfredzaamheid en eigenregie voldoende voorhanden zijn achten wij sub d als overbodig, niet juist en discriminerend voor de aanvrager. Wij adviseren lid 4d geheel te verwijderen. Daar wij van mening zijn, wanneer de motivatie voor de aanvraag van een PGB duidelijk moet blijken hoort dat thuis bij het onderdeel gesprek en onderzoek. Lid 5 De adviesraad is van mening dat de gemeente betreft de aanvraag beschermd wonen wat betreft het doorverwijzingsproces naar Oss dit duidelijk met haar bewoners moet communiceren. Artikel 9 Beschikking: De Adviesraad is van mening dat in deze rubriek weldegelijk een apart lid dient te worden opgenomen omtrent het bezwaar en beroep-mogelijkheden welke de aanvrager in deze heeft. Hoofdstuk 3 Maatwerkvoorziening: Lid 4 De adviesraad constateert dat en eenduidige omschrijving van het begrip technisch afgeschreven in zowel de begripsbepalingen, de toelichting als ook in de verordening ontbreekt. Wanneer met technisch afgeschreven de technische levensduur van een hulpmiddel wordt bedoeld, wijzen wij graag naar bijgevoegde definitie. De tijdsduur waarin een productiemiddel technisch gezien in staat is de prestatie te leveren waarvoor het is aangeschaft. In de praktijk is dit te vertalen naar de gebruikersperiode waarvoor de fabrikant garant staat bij normaal gebruik van een artikel. Echter voor de cliënt is een dergelijk begrip vaag en onbegrijpelijk. De vraag dient zich aan, waar en bij wie wordt dat geregistreerd? Wanneer weet ene cliënt dat het betreffende hulpmiddel al eerder door een andere cliënt is gebruikt?

4 Wij adviseren in de begripsbepalingen, een duidelijke omschrijving op te nemen van de definitie/begrip technisch afgeschreven. Eveneens verzoeken wij aanvullend te borgen dat de cliënt duidelijk en inzichtelijke informatie ontvangt omtrent de levensduur van de verstrekte maatwerkvoorziening en of deze voorziening al eerder door een andere cliënt is gebruikt. Artikel 11 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget: In punt 2 wordt een opsomming gegeven van zaken die niet mogen worden betaald uit het PGB. Bij sub e worden feestdagen of andere eenmalige uitkeringen uitgesloten. De adviesraad begrijpt de uitsluiting echter acht deze uitsluiting deels in strijd met het in punt 1c gestelde. Werknemers van een erkende zorgorganisatie in loondienst kennen een cao waarin zaken als feestdagen en eenmalige uitkeringen zijn vastgelegd c.q. geregeld. Wanneer met de uitsluiting van het in 1c gestelde derden worden bedoeld en niet vallend onder een reguliere CAO achten wij een aanvulling noodzakelijk. In punt 5 wordt gesteld Het College kan in de nadere regels eisen stellen met betrekking tot de verstrekking, uitsluitingsgronden, de hoogte, uitbetaling, besteding, kwaliteitseisen en verantwoording van de met persoonsgebonden budget aan te schaffen maatwerkvoorziening. Ook nu merkt de adviesraad op, dat een dergelijke formulering alle ruimte en mogelijkheden biedt om steeds weer afwijkend of wisselend te besluiten. De formulering van deze paragraaf roept vraagtekens op en is onvoldoende duidelijk voor de cliënt. Wij adviseren de intentie van deze paragraaf in een bijgevoegde toelichting duidelijk en helder te verwoorden. Hoofdstuk 5 Kwaliteit en inspraak: Artikel 18 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning: Artikel 18 lid 4: Citerend: Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het College toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. Als adviesraad achten wij het zeer wenselijk om naast de wettelijke voorgeschreven onderzoek/ervaringsvragen ook in de regionaal opgestelde onderzoek/ervaringsvragen, andere vragen op te nemen zoals, kwaliteitsvraagstukken, klant- en gebruiksvriendelijkheid, klachten en bezwaarprocedures en de afhandelingswijze in deze. Als laatste wijst onze adviesraad op het ontbreken van een hoofdstuk, waarin uitzonderingssituaties zijn opgenomen. In het verleden hebben wij als adviesraad hier ook al omgevraagd, daar gebleken is dat sommige cliënten een meer dan via deze verordening vastgestelde maximale tegemoetkoming nodig hebben om de voor hen noodzakelijke zorg en of hulpmiddelen te verkrijgen. Veelal betreft het dan cliënten met een PGB en is er sprake van Multi-problematiek. Wij adviseren een extra hoofdstuk op te nemen met uitzonderingssituaties waarbij cliënten met gebreken en/of chronische aandoeningen in aanmerking kunnen worden gebracht voor een extra ondersteuning. De voorwaarden waaronder dit kan worden toegekend op deze extra ondersteuning. Toelichting op de verordening WMO 2018: Hoofdstuk 1 - Artikel 1 (blz. 6) Op blz. 6 worden diverse wettelijke definities weergegeven echter er ontbreekt een zeer belangrijke namelijk: De behandelaar voor specialistische zorg.

5 Van groot belang is, dat er een heldere omschrijving van de definitie hulpvraag wordt gegeven. Een duidelijke begripsbepaling is van belang in verband met de plaats die de hulpvraag inneemt in het hulpverleningsproces. Het begrip onderzoek in de toegang daarover wordt weinig of niets nader over medegedeeld. Van belang is dat er een uitgewerkte definitie komt van dit begrip onderzoek. Opmerking, de adviesraad is van mening dat de start van de begeleiding, ondersteuning of hulpverlening essentieel is voor het vervolgproces. Hoofdstuk 2 Procedure melding, onderzoek en aanvraag: Artikel 2 Melding hulpvraag (blz. 8) In de rubriek nadere toelichting (blz. 8) ontbreekt, een verwijzing naar specialistische zorg. In art, negende lid: Als het onderzoek niet kan worden uitgevoerd binnen de termijn van 6 weken, dan volgt klaarblijkelijk een aanvraag zonder onderzoek. Wat is dan de hulpverlenings-vervolgprocedure? Artikel 3 Cliëntondersteuning (blz. 9): Er wordt gesproken, in deze rubriek, over kort cyclische ondersteuning. Kort cyclische geeft aan dat dit cliënten zijn die terugkeren de zogenaamde draaideur cliënten. Is deze ondersteuning gelimiteerd? In welke passage van de toelichting kan dit worden herleid? Artikel 6 Geen (verder) onderzoek (blz. 9): De adviesraad is van mening dat Kan worden afgezien van het onderzoek indien dat een onnodige herhaling van zetten zou betekenen. Kan worden afgezien opent de mogelijkheid alsnog tot een onnodige herhaling van zetten. De adviesraad verzoek om het woord kan te laten vervallen en te beginnen met Wordt afgezien etc. Artikel 7 Onderzoek lid 2 (blz. 10): Weergegeven wordt:.. heeft bijgedragen aan een verbetering van zijn zelfredzaamheid of participatie. De WMO is breder dam dit. De specialistische zorg valt hier eveneens onder maar wordt niet vermeld. Hoofdstuk 5 Kwaliteit en inspraak (blz.17): Artikel 20 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden. Citerend: De regels hebben tot doel dat een vaste of reële prijs wordt vastgesteld. Het woord in deze zinsnede of impliceert een keus. Beter en duidelijker zou zijn hier niet of maar en te gebruiken. Dat wordt het een vaste en reële prijs. Kern is, een reële prijs die vastgesteld wordt waar de instellingen hun beleid op kunnen baseren. De gezamenlijke adviesraden Cuijk, Grave, en Mill stellen het zeer op prijs een terugkoppeling van dit zeer uitgebreid advies te mogen ontvangen. Opgemaakt namens de gezamenlijke adviesraden Sociaal Domein Cuijk, Grave, Mill Gerard van Halen Secretaris Adviesraden CGM-overleg.

6