Leeswijzer Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom Wordt

Transcriptie

1 B Leeswijzer Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018 De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018 is gewijzigd op basis van de volgende jurisprudentie: > Delegatie van bepaling van eigen bijdrage door de raad aan het college is niet langer mogelijk (uitspraak CRvB 18 mei 2016). > AMvB reële kostprijs thuisondersteuning (per 1 juni 2017). > Delegatie van tariefdifferentiatie voor het pgb door de raad aan het college is niet langer mogelijk (uitspraak CRvB 17 mei 2017). Tevens zijn enkele tekstuele wijzigingen doorgevoerd. Wanneer het zuiver tekstuele wijzigingen betreft, worden deze niet benoemd in de onderstaande leeswijzer. Was Artikel 1. Begripsbepalingen I. Eigen bijdrage: Een door het college vast te stellen bijdrage... Wordt Artikel 1. Begripsbepalingen f. Eigen bijdrage: een door de gemeenteraad vast te stellen bijdrage... Delegatie van bepaling van eigen bijdrage door de raad aan het college is niet langer mogelijk. c. Aanbieder d. Aanvraag i. Bijdrage j. Cliënt k. Cliëntondersteuning m. Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning p. Gesprek q. Herzien t. Hulpvraag u. ICF v. Inkomen w. Intrekken x. Inwoner aa. Mantelzorg bb. Melding ee. Ondersteuning ff. Onverwijld gg. Participatie mm. Vertegenwoordiger pp. Voorziening qq. Wlz rr. Woningaanpassing tt. Zelfredzaamheid Verwijderd: Deze begrippen zijn niet overgenomen. Waren (voornamelijk) begrippen die reeds in de Wmo 2015 worden gedefinieerd. k. Hulpmiddel l. Ingezetene p. Niet-professionele zorgverlener

2 Artikel 2. Melding hulpvraag s. Professionele zorgaanbieder t. Professionele zorgverlener z. Voorliggende voorziening Artikel 2. Melding hulpvraag Lid 3. In spoedeisende gevallen, als bedoeld in artikel 2.3.3, van de wet, treft het college na de melding onverwijld een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek. Artikel 9. Criteria voor een maatwerkvoorziening Lid 2, sub a t/m d en lid 3 sub a en b Artikel 10. Mogelijke verstrekkingswijzen Betreft een wettelijke bepaling die voorheen niet in de verordening benoemd was. Artikel 9. Criteria voor een maatwerkvoorziening Lid 2, sub a t/m d Om de leesbaarheid te vergroten, zijn lid 2 en 3 samengevoegd. Artikel 10 is verwijderd. De inhoudelijke punten zijn overgenomen in artikel 11. Artikel 11. PGB Dit artikel is volledig herzien als gevolg van de jurisprudentie over de mogelijkheid tot delegatie van tariefdifferentiatie bij pgb. De van toepassing blijvende punten zijn verwerkt in artikel 12.. Artikel 12. Afwijzingsgronden Lid 1, onderdeel at/mg Artikel 12. Regels voor pgb Lid 3. Criteria om te bepalen of een cliënt bekwaam geacht wordt om een pgb te beheren. Lid 4 en 5. De wijze waarop de hoogte van een pgb wordt bepaald. Lid 6. Ziet toe op het inhuren van een persoon uit het sociaal netwerk door middel van een pgb. Lid 8. De (kwaliteits-)eisen die worden gesteld ten aanzien van een pgb. Artikel 10. Afwijzingsgronden Lid 1, sub a t/m i Volgorde gewijzigd ten behoeve van de leesbaarheid en artikelen toegevoegd.. Lid 1, sub c. Indien uit het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, blijkt dat er geen sprake is van beperkingen en/of belemmeringen in de zelfredzaamheid en/of participatie van de cliënt. Lid 1, sub e. Indien de beperkingen en/of belemmeringen van de cliënt door middel van een voorliggende, algemeen gebruikelijke, algemene voorziening of door ondersteuning van mantelzorgers kunnen worden opgeheven. Lid 1, onderdeel g. Indien cliënt in eigen beheer een

3 oplossing voor de beperkingen heeft gerealiseerd en er geen sprake was van een spoedeisend karakter. Artikel 13. ínhoud besluit Lid 1, lid 2, lid 3 en lid 4. Artikel 11. ínhoud besluit Samengevoegd tot Lid 1 Ten behoeve van de leesbaarheid. Onderdeel g. Hoe er bezwaar gemaakt kan worden tegen het besluit. Onderdeel h. Indien van toepassing: het leveringsplan dat samen met de zorgverlener is opgesteld. Lid 3 Artikel 14. Regels voor bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Lid 1, sub a. 1.Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd: a. voor een maatwerkvoorziening overeenkomstig het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning en het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2015, en Lid 2: enkel de voor pgb specifieke punten staan bij lid 2 benoemd. De altijd van toepassing zijnde punten als voor welk resultaat de voorziening wordt aangewend, zijn verplaatst naar lid 1. Artikel 13. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen (in natura en middels pgb) Lid 1: Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura dan wel een maatwerkvoorziening middels pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, en afhankelijk van het verzamelinkomen en vermogen van de cliënt en zijn fiscale partner. Lid 1, sub b Lid 6 Lid 2 Lid 3 Lid 4 Verwijderd Verwijderd Jurisprudentie wijst uit dat de gemeenteraad zich dient uit te spreken over de wijze waarop de hoogte van de eigen bijdrage wordt bepaald. Verwijderd. ínhoud is opgenomen in het nieuwe lid 4. In lid 2, 3 en 4. wordt beschreven hoe de hoogte van de eigen bijdrage tot stand komt Lid 2. De maximale eigen bijdrage per periode, zoals bedoeld in artikel 3.1, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, dan wel het totaal van

4 de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening per periode, tenzij overeenkomstig hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het vierde lid van dit artikel een lagere bijdrage is verschuldigd. Lid 3. De kostprijs van: a. een maatwerkvoorziening welke wordt verstrekt in natura: wordt bepaald dooreen aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de leverancier of aanbieder; b. een maatwerkvoorziening welke wordt verstrekt middels een pgb: is gelijk aan de hoogte van het pgb. Lid 4. In afwijking van artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 bedraagt de maximale eigen bijdrage per periode, dan wel het totaal van de bijdragen: a. voor cliënten met de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning niet meer dan de kostprijs voor het leveren van vier uur huishoudelijke ondersteuning per periode; b. voor cliënten met de maatwerkvoorziening begeleiding individueel en/of begeleiding groep niet meer dan de periodebijdrage zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 artikel 3.8 eerste lid a, ongeacht het verzamelinkomen van de cliënt en zijn fiscale partner. Lid 5: Er wordt geen eigen bijdrage opgelegd voor rolstoelen. Lid 6 Artikel 15. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning Lid 1, sub d: Ondersteuning en voorzieningen te leveren volgens de binnen de markt aanvaarde kwaliteitseisen, de algemeen aanvaarde waarden, normen en standaarden. Artikel 16. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering Dit artikel is komen te vervallen. De Ínhoud van lid 1 tot en met lid 4 komen aan bod in artikel 19. Lid 5 is komen te vervallen. Lid 5: Er wordt geen eigen bijdrage gerekend voor rolstoelen, (rolstoel)taxivervoer en alternatieve vervoersvoorzieningen. Verwijderd. Artikel 14. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning Lid 1, sub d: Voor zover van toepassing, erop toe te zien dat de kwaliteit van de voorzieningen en de deskundigheid van de beroepskrachten tenminste voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de in de toepasselijke sector erkende keurmerken. Artikel 19. Voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen (in natura en middels pgb) en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo Lid 1. Het college informeert cliënten of hun vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een

5 maatwerkvoorziening in natura of pgb zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. 1. Lid 5. Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, b of c, heeft ingetrokken en als blijkt dat de cliënt opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de ten onrechte ontvangen maatwerkvoorziening, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening: a. ingeval de beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening (in natura of middels een pgb) volledig wordt ingetrokken, heeft de terugvordering betrekking op de kosten die zijn gemaakt vanaf het moment van de toekenning van de maatwerkvoorziening tot aan het moment dat de maatwerkvoorziening daadwerkelijk is stopgezet; b. ingeval de beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening (in natura of middels een pgb) gedeeltelijk wordt ingetrokken, heeft de terugvordering betrekking op de kosten die zijn gemaakt in de periode dat de cliënt ten onrechte gebruik heeft gemaakt van de maatwerkvoorziening; c. ingeval het recht op een in eigendom of in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken, zal deze voorziening tevens worden teruggevorderd. Artikel 19a. Opschorting betaling uit het pgb Artikel 17. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden Artikel 18. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden Artikel 17 is volledig gewijzigd als gevolg van de AMvB reële kostprijs thuisondersteuning die vanaf 1 juni 2011 van kracht is. De AMvB bepaalt op welke wijze het college de kostprijs van de dienst vaststelt. Artikel 15. Meldingsregeling calamiteiten en geweld Artikel 15 is op basis van de modelverordening van de VNG toegevoegd. In de Wmo 2015 wordt de toezichthoudend ambtenaar benoemd, deze was nog niet benoemd in de verordening. Artikel 18. Klachtregeling Artikel 16. Klachtregeling

6 Nummering gewijzigd. Artikel 19. Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning Artikel 17. Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning Nummering gewijzigd. Artikel 20. Betrekken van inwoners bij het beleid Het college betrekt inwoners van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend. In artikel 20 wordt verwezen naar artikel 150 van de Gemeentewet. Artikel 21. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van de cliënten in de gemeente bestaat. Artikel 21. Betrekken van inwoners bij het beleid Lid 1. Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. Lid 2. Het college zorgt er voor dat ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie. Lid 3. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het eerste en tweede lid. In artikel 21 wordt verwezen naar artikel van de Wmo Artikel 20. Jaarlijkse waardering mantelzorgers Lid 1. Mantelzorgers van cliënten in de gemeente kunnen door middel van een melding bij het Steunpunt mantelzorg voor het ontvangen van een jaarlijkse blijk van waardering in aanmerking worden gebracht. Lid 2. De jaarlijkse blijk van waardering heeft een waarde van ten hoogste C50,00 en wordt door het college jaarlijks na overleg met het Steunpunt mantelzorg vastgesteld. Lid 3. Het college kan bij nadere regeling regels stellen over op welke wijze zorg wordt gedragen voor de jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente. Artikel 20 is nader uitgewerkt op basis van jurisprudentie waaruit is gebleken dat bij verordening vastgelegd dient te worden hoe mantelzorgers in de gemeente gewaardeerd worden.

7 Artikel 22. Hardheidsclausule Artikel 22. Hardheidsclausule Ongewijzigd. Artikel 23. Indexering Artikel 23 is komen te vervallen als gevolg van de jurisprudentie over het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage en de tariefdifferentiatie van pgb. Artikel 24. Intrekking oude verordening en overgangsrecht Artikel 23. Intrekking oude verordening en overgangsrecht Tekstuele wijzigingen. Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel Tekstuele wijzigingen.