Jaarrapport Bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarrapport Bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Jaarrapport 2007 Bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen

2 Uitgegeven door het consortium der regionale screeningscentra. Verantwoordelijk uitgever: voorzitter van het consortium der regionale screeningscentra, Erik Van Limbergen. Auteursrecht voorbehouden: Gebruik van de inhoud van deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Gehele of gedeeltelijke herdruk is alleen mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de voorzitter van het consortium der regionale screeningscentra.

3 Inhoud Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7. Hoofdstuk 8. Inleiding Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 2.1 Vlaamse Overheid 2.2 Centra voor borstkankeropsporing Algemeen De medewerkers van de Centra voor borstkankeropsporing Administratie Tweede en derde lezers 2.3 Consortium 2.4 Mammografische eenheden Algemeen Erkenningsprocedure Bijkomende procedure voor aanvraag tot erkenning voor digitale screening Stand van zaken van de digitale screening Niet erkende mammografische eenheden 2.5 Fysisch-technische controle instanties 2.6 Andere partners Resultaten 3.1 Dekkingsgraad door screeningsmammografie Factoren die van invloed zijn op de dekkingsgraad Bron van het personenbestand Exclusie criteria Jaarlijkse en 2-jaarlijkse cijfers Overzicht jaarlijkse en 2-jaarlijkse dekkingsgraden voor Vlaanderen Eerste deelname jaarlijks en 2-jaarlijks in Vlaanderen Overzicht van de dekkingsgraad per gemeente in Eerste lezingen 3.3 Tweede en derde lezingen 3.4 Kwaliteitsbewaking Fysisch-technische kwaliteitscontrole Feedback ME Technische heroproepproportie Compliance technische heroproep Radiografische goede kwaliteitsproportie Oproep voor opvolgingproportie Concordantie eerste derde lezer Positief voorspellende waarde van de eerste lezer Kankers niet gedetecteerd door de eerste lezer Aanlevertijd dossier Informed consent Aanwezigheid vroeger screeningsmammografieën Klachtenregistratie Feedback aan Centrum voor borstkankeropsporing Verwerkingstijd dossier in CBO Totale duurtijd voor resultaatsmededeling Conclusies kwaliteit Sensibilisering 3.5 Resultaten van opvolgingsonderzoeken Percentage doorverwijzing voor verder onderzoek en gekende follow-up Kankerdetectiegraad en positief voorspellende waarde Percentage in situ / invasieve kankers Tumorgrootte Klierstatus van invasieve kankers Stadium op het moment van diagnose Heelkunde Conclusies Publicaties, activiteiten en symposia Lijst van afkortingen Samenvatting

4 Tabellen. Figuren. Tabel 1. Tweede en derde lezers per Centrum voor borstkankeropsporing in 2007 Tabel 2. Dekkingsgraad door screeningsmammografie in Vlaanderen - Periode Tabel 3. Percentage vrouwen die voor de eerste keer deelnemen aan het bevolkingsonderzoek ten opzichte van de totale groep van deelnemende vrouwen Tabel 4. Aantal eerste lezingen Tabel 5. Technische heroproepproportie. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 6. Compliance technische heroproep. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 7. Radiografische kwaliteit. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 8. Doorverwijspercentage van eerste lezers. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 9. Vergelijking van het besluit van eerste en derde lezer. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 10. Uiteindelijke uitkomst van de dossiers die een doorverwijzing krijgen door de eerste lezer. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 11. Totale aantal screen detected borstkankers tegenover het besluit eerste lezer. Screeningsmammografieën Vlaanderen Tabel 12. Aanwezigheid van informed consent. Periode Tabel 13. Aanwezigheid van vroegere screeningsmammografieën bij aankomst in CBO. Screeningsmammografieën Vlaanderen * Tabel 14. Percentage doorverwijzingen en verder onderzoek n.a.v. screeningsmammografie per jaar in Vlaanderen. Tabel 15. Kankerdetectie Tabel 16. Positief voorspellende waarde Tabel 17. Aard van de gevonden kanker Tabel 18. Grootte invasieve tumoren Tabel 19. Klierstatus Tabel 20. Stadium op moment van diagnose Tabel 21. Heelkunde Figuur 1. Deelnamegraad door screeningsmammografieën. Periode Figuur 2. Aantal lezingen per tweede/derde lezer (2007) Figuur 3. Vergelijking leesvolume per tweede /derde lezer in Figuur 4. Aanlevertijd door ME aan CBO - Screeningsmammografieën Vlaanderen periode Figuur 5. Verwerkingstijd van een dossier in het CBO Figuur 6. Totale tijdsduur voor resultaatsmededeling. Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Bijlage 7. Bijlage 8. Bijlage 9. Bijlage 10. Bijlage 11. Bijlage 12. Gegevens 0800 lijn Aanvraagformulier Erkenningsprocedure Formulier aanvraag tot erkenning als mammografische eenheid Attest fysisch-technische acceptatie Attest medisch-radiologische acceptatie Samenwerkingsovereenkomst met een centrum voor borstkankeropsporing Dekkingsgraad per CBO Tweede en derde lezers per jaar Feedback aan ME A/ Radiografische goede kwaliteitsproportie B/ Oproep voor opvolgingproportie C/ Concordantie eerste derde lezer D/ Positief voorspellende waarde E/ Kankers niet gedetecteerd door de eerste lezer F/ Aanlevertijd dossier G/ Informed consent J/ Aanwezigheid vroegere screeningsmammografieën K/ Verwerkingstijd dossier in CBO L/ Totale duurtijd voor resultaatsmededeling Formulier klachtenregistratie Resultaten van opvolgingsonderzoeken A/Percentage doorverwijzing voor verder onderzoek en gekende follow-up B/ Kankerdetectiegraad en positief voorspellende waarde C/ Tumorkarakteristieken D/ Tumorgrootte E/ Klierstatus F/ Stadium op moment van diagnose G/ Heelkunde

5 Inleiding 1 Borstkanker is in ontwikkelde landen en dus ook in België een frequente en ernstige aandoening. Met wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat vroegtijdige opsporing met mammografie de sterfte door borstkanker kan doen dalen. In de laatste 20 jaar is er voldoende bewijs geleverd dat de sterfte aan borstkanker inderdaad ook daalt in de landen waar het bevolkingsonderzoek naar borstkanker werden ingevoerd. Vanaf 1988 werden dan ook Europese richtlijnen ontwikkeld met gedetailleerde beschrijving van fysisch- technische, radiografische, radiologische en epidemiologische kwaliteitsparameters, waaraan moderne bevolkingsonderzoeken moeten voldoen om succesvol en kosteneffectief te zijn. Op 5 april 1993 werd door de Vlaamse Gemeenschap opdracht gegeven om onderzoek uit te voeren ter voorbereiding van een veralgemeende implementatie. Deze multicenter studie met pilootprojecten in Antwerpen, Brugge,Brussel, Gent en Leuven werd in 1997 afgerond. Onder impuls van de Vlaamse overheid en de vijf centra voor borstkankeropsporing (CBO, synoniem voor regionale screeningscentra of RSC) werd een Vlaams bevolkingsonderzoek uitgewerkt conform aan de Europese Richtlijnen voor Borstkankeropsporing met Mammografie. Dit gebeurde in samenwerking met de Wetenschappelijke Vereniging voor Vlaamse Huisartsen(WVVH), de Vlaamse Vereniging voor Gynaecologie en Obstetrie(VVGO), de Nationale Unie voor Radiologen (NUR), de LOGO s (Lokaal Gezondheidsoverleg), de mutualiteiten en het RIZIV. Deelnemende partners moesten voldoen aan strenge kwaliteitscriteria in alle facetten van het bevolkingsonderzoek. Conform met de Europese Richtlijnen werd de doelgroep bepaald op klachtenvrije dames, 50 tot en met 69 jaar die sociaal verzekerd zijn in België. De tweejaarlijkse kwaliteitsgecontroleerde screeningsmammografie wordt aangeboden op een laagdrempelige wijze en zonder kosten voor de deelnemende vrouwen ( geen remgeld). Deze kwaliteitsgecontroleerde screeningsmammografie onderscheidt zich van de diagnostische mammografie annex echografie die buiten het kwaliteitsgecontroleerde circuit wordt uitgevoerd bij symptoomloze, laagrisico vrouwen in de leeftijdsgroep boven 50 jaar. Vrouwen uit de doelgroep kunnen deelnemen of via een voorschrift van een arts (meestal huisarts of gynaecoloog ), of via rechtstreekse uitnodiging in een erkende mammografische eenheid, door één van de vijf centra voor borstkankeropsporing: Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent of Leuven.Het werkgebied omvat het Vlaamse Gewest en de Nederlandstalige vrouwen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker ging officieel van start op 15 juni Van bij de start was er de ambitieuze bedoeling om de wenselijkheidgraad van dekkingsgraad (75%) op korte termijn te realiseren. Mammografische eenheden (ME) die voldoen aan de vooropgestelde kwaliteitsnormen voor de radiografische kwaliteit voor de gebruikte apparatuur (gecontroleerd aan de hand van 30 opnamen) en waarvan de radiologen slaagden in een testlezing van 100 mammografieën kunnen worden erkend. 5

6 De screeningscentra zelf organiseerden zich in 2004 tot het Consortium van Erkende Regionale Screeningscentra van de Vlaamse Gemeenschap vzw. Het doel van de oprichting van het Consortium was de resultaten te registreren in één centrale Vlaamse databank ( Heracles). Zo kan een gezamenlijke analyse uitgevoerd worden van de bekomen resultaten. Deze resultaten kunnen dan gerapporteerd worden aan de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschap zelf heeft ondertussen een duidelijk takenpakket met resultaatsverbintenis opgelegd ( zie hoofdstuk 2.3). Deze samenwerking resulteerde in een uniformisering van de verschillende activiteiten qua sensibilisering, de uitnodigingsbrief en standaard operationele procedures.door een open peer review is ook een verhoging van het kwaliteitsniveau bekomen. Onderliggend rapport is een weergave van de resultaten voor het Vlaams Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker, vanaf 2002 tot en met In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de verschillende partners die actief zijn in dit bevolkingsonderzoek en worden de taken en activiteitsparameters van het Consortium en de CBO opgelijst. Daarna volgt een evaluatie van de bekomen resultaten. Naast dekkingsgraad door screeningsmammografie, kwaliteit van de apparatuur en de uitgevoerde mammografieën, eerste en tweede lezing, wordt ook de dienstverlening naar de deelnemende vrouwen geëvalueerd. Ook de meetbare epidemiologische kwaliteitsparameters zoals kankerdetectiegraad en positief voorspellende waarde worden besproken. Gezien het nog te voorbarig is om reductie in kankersterfte aan te tonen, dienen we ons voorlopig te beperken tot surrogaat parameters of tussentijdse indicatoren zoals het aantal kleine en vroegtijdige borstkankers en het aantal invasieve kankers met negatieve klieren. Deze resultaten worden steeds getoetst aan de normen zoals die door de European Guidelines for Quality Assurance in Breast Cancer Screening and Diagnosis, 4th Edition 2006 zijn vereist. Tenslotte wordt besproken welke sensibilisatie activiteiten worden georganiseerd vanuit de Centra voor Borstkankeropsporing. Om de tijdsevolutie binnen het bevolkingsonderzoek weer te geven, zonder te veel storing door de jaarlijkse pieken en dalen in het 2-jaarlijkse screeningsproces worden de resultaten op het vlak van dekkingsgraad gepaard weergegeven over de periodes , , , , Deze wijze van rapporteren kan een zekere onderschatting geven van de trouwe dekkingsgraad aan het bevolkingsonderzoek, wanneer door toeval, of door een tekort aan beschikbaar gestelde mammografiesloten het screeningsinterval meer dan 24 maanden bedraagt. De bedoeling is dit rapport in de toekomst jaarlijks te herhalen en zo een vinger aan de pols te houden bij de bewaking van de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek. 6

7 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 2 In dit hoofdstuk wordt beschreven welke partners een rol spelen in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkankeropsporing. Aangezien dit rapport wordt opgesteld door de Centra voor borstkankeropsporing, wordt vooral hun rol uitgebreid beschreven. Voor de inhoudelijke en organisatorische ondersteuning en coördinatie van het bevolkingsonderzoek is de Vlaamse werkgroep borstkankeropsporing opgericht. Deze werkgroep komt ongeveer zes keer per jaar samen. Alle partners die een rol spelen in het bevolkingsonderzoek zetelen in deze werkgroep. 2.1 De Vlaamse Overheid De preventieve gezondheidszorg is een bevoegdheid van de Gemeenschappen. De kosten van de organisatie van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker worden in België dan ook gedragen door de Gemeenschappen. De Vlaamse overheid staat daarom garant voor het organiseren en de kwaliteitsbewaking van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen. Voor de praktische uitvoering hiervan erkent zij de mammografische eenheden en Centra voor borstkankeropsporing. Daarnaast roept zij de Vlaamse werkgroep borstkankeropsporing samen en subsidieert zij de CBO, het Consortium, de LOGO s, Domus Medica en de Vlaamse Liga tegen Kanker voor de realisatie van een aantal opdrachten in het kader van het bevolkingsonderzoek. 2.2 Centra voor borstkankeropsporing Algemeen De Centra voor borstkankeropsporing (CBO, vroeger regionale screeningscentra genoemd) zijn erkend door de Vlaamse Gemeenschap voor bepaalde opdrachten in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De 5 momenteel erkende Centra voor borstkankeropsporing zijn: Vroegtijdige Opsporing van Borstklierkanker (VOB) Ruddershove Brugge contactpersoon: Dr. Patrick Martens telefoon: info@vobvzw.be 7

8 Centrum voor Preventie en Vroegtijdige Opsporing van Kanker - Universiteit Gent De Pintelaan 185 (K3, vierde verdieping) Gent contactpersoon: Dr. Luc Bleyen telefoon: luc.bleyen@ugent.be Centrum voor Kankerpreventie Universiteit Antwerpen Universiteitsplein Wilrijk contactpersoon: Prof. Guido Van Hal telefoon: rsc@ua.ac.be Dienst Kankerpreventie en Opsporing van de Vrije Universiteit Brussel Laarbeeklaan Brussel contactpersoon: Mevr. Marie-Eve Coelst telefoon: marieeve.coelst@uzbrussel.be Leuvens Universitair Centrum voor Kankerpreventie (LUCK) - Universiteit Leuven Kapucijnenvoer Leuven contactpersoon: Prof. Erik Van Limbergen telefoon: luck@uz.kuleuven.ac.be Zij staan in grote lijnen in voor: de selectie, versturing en opvolging van de uitnodigingen van de vrouwen uit de doelgroep het via een gratis telefoonlijn communiceren met de vrouwen uit de doelgroep om hen ondermeer toe te laten de afspraak uit de uitnodigingsbrief te annuleren of te wijzigen (zie bijlage 1) de tweede (en eventueel derde) beoordeling en protocollering van de screeningsmammografieën (de zogenaamde tweede en derde lezing) de opvolging van de kwaliteit van de mammografische eenheden in hun werkgebied het bewaken van de opvolging na een afwijkend screeningsresultaat het registreren van alle relevante administratieve en medische gegevens met inbegrip van de gegevens over de opvolgingsonderzoeken van de follow-up gegevens, in de informaticatoepassing Heracles. De vijf Centra voor borstkankeropsporing nemen deel aan een aantal werkgroepen rond de verschillende aspecten van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker: de werkgroep technische commissie en de werkgroep dataset aangaande het beheer en gebruik van de screeningsgegevens de werkgroep stuurgroep, dit is een werkgroep met de ontwikkelaars van het systeem voor de registratie van de screeningsgegevens (Heracles) aangaande de werking en nodige aanpassingen aan het programma de werkgroep onderzoek aangaande het beantwoorden van onderzoeksvragen en het opstellen van jaarrapporten de werkgroep website de werkgroep radiologie de werkgroep monitoring de Vlaamse werkgroep borstkankeropsporing. De vijf CBO hebben zich gegroepeerd in een Consortium waarin afspraken worden gemaakt over uniforme werkwijze en gegevensuitwisseling De medewerkers van de Centra voor borstkankeropsporing Administratie Op 1 januari 2008 werkten er in de CBO 52,81 FTE s. Deze groep bestaat uit wetenschappelijk medewerkers, artsen, informatici en administratief personeel. 8 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

9 Tweede en derde lezers Gevormde, ervaren radiologen staan in voor de tweede en derde lezing van de screeningsmammografieën en voor de kwaliteitsbeoordeling ervan. In tabel 1 is vermeld welke radiologen verbonden zijn aan elk CBO. Tabel 1. Tweede en derde lezers per Centrum voor borstkankeropsporing in CBO Leuven CBO Gent CBO Antwerpen CBO Brugge CBO Brussel André Van Steen; Chantal Van Ongeval; Miriam Droessaert; Valerie Celis; Veerle Provoost; Kirsten Joossens; Pieter Kersemans Stefan Palmers; Els Vanherreweghe, Margarethe Mortier; Philippe Uytterhaegen; Charles Van De Velde; Anne Lampaert; Hugo Lauwers; Marian Van Laere, Geert Villeirs Inge Verslegers; Peter Naudts; Martine Roose; Jacques Horn; Mireille Van Goethem; Marcus Van De Hauwaert, Isabelle Biltjes; Kristel Vranken; Paul Mattelaer Barbara De Clercq, Hilde Goris; Jan Morlion; Marc Vanfleteren; Barbara Collard Cathérine Breucq; Els Peeters; Karin Keymolen; Vally De Wilde In de praktijk komt het ook voor dat er bepaalde lezers verbonden aan één CBO ook werkzaam zijn in een ander CBO, bijvoorbeeld voor het lezen van digitale mammografieën daar nog niet elk CBO is uitgerust om deze te kunnen verwerken. Om de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek te kunnen blijven garanderen wordt aan de tweede en derde lezers een minimum van 5000 lezingen (eerste, tweede, derde en diagnostische) per jaar opgelegd. Heel wat tweede lezers zijn ook actief als eerste lezer en in het diagnostisch circuit waardoor zij de norm van 5000 lezingen per jaar halen. Deze bijkomende taak is zeer zinvol om blijvend voeling te houden met de diagnostiek. 2.3 Consortium Om de gegevensuitwisseling te optimaliseren en de uniforme werking te bevorderen, vormen de erkende centra samen het Consortium van Erkende Centra voor Borstkankeropsporing van de Vlaamse Gemeenschap (vzw), verder Consortium genoemd. Dit Consortium is opgericht op 6 december De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger van elk Centrum voor borstkankeropsporing. De taken van het Consortium zijn onder meer: het beheer van Heracles: hosting, basisbeheer van de database, operationeel beheer van de database, actualisering, beveiliging streven naar uniformiteit binnen alle CBO realisatie van opdrachten aangestuurd door de Vlaamse Overheid (vb. erkenningsvoorwaarden digitale screening, rapportering van cijfers in het kader van de gezondheidsconferenties, indiening van het jaarlijks financieel verslag, oplossen van epidemiologische en wetenschappelijke vragen, ) deelnemen aan werkgroepen, subwerkgroepen en overlegvergaderingen over het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker (vb LOGO s, OCL, Vlaamse Werkgroep, ) het beheer van de financiën van het Consortium. Het beheer van Heracles : Het registratieprogramma Heracles is sinds zijn ingebruikname in 2004 een belangrijke factor in de evolutie van het bevolkingsonderzoek. Het feit dat alle gegevens van het volledige Vlaamse bevolkingsonderzoek verzameld worden in één databank, is niet alleen een breuk met het verleden waar elk CBO zijn eigen verschillende databestand had, maar is ook katalysator om uniform te werken en gezamenlijk verbeteringen te ontwikkelen. Sinds de oprichting van het consortium is het beheer van dit registratieprogramma dan ook zijn hoofdtaak geworden. (In 2007 waren er 7 stuurvergaderingen met Ebit en 6 technische werkgroep vergaderingen.) Heracles wordt gebruikt in verschillende fasen: van het selecteren van de doelgroep tot het evalueren van het bevolkingsonderzoek: een personenbestand van de doelgroep wordt bijgehouden en regelmatig aangevuld uitwisseling van dossiers tussen de CBO zodat bij verhuis of deelname buiten de eigen LOGO geen gegevens verloren gaan selectie van de adresgegevens van uit te nodigen vrouwen volgens hun deelname registratie van de vrouwen die buiten doelgroep vallen omdat ze niet wensen deel te nemen of omdat ze een diagnose van borstkanker melden minder dan 10jaar geleden registratie van de lezingen met invoercontrole op fouten en volledigheid automatisch vergelijken van de twee lezingen en eventueel beslissing tot een derde lezing registratie van een derde lezing 9 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

10 versturen van de resultaatsbrieven naar de vrouw en de artsen zowel via de post als electronisch via Medibridge versturen van brieven die verdere info opvragen na een positieve screening volgens een individueel aangepaste timing registeren van deze follow-up gegevens basis van foutlijsten om verkeerde of onvolledige registratie recht te zetten rapportering opmaken : - van elke vrouw ter evaluatie van het bevolkingsonderzoek - van elke ME voor kwaliteitsbewaking - van elke tweede lezing voor facturatie - per arts voor feedback - basis van dit jaarverslag ondersteuning van de verdere digitalisering van het lezingsproces: - opmaak van werklijsten - controle aanwezigheid digitale foto na invoer van de eerste lezing - oproepen van desbetreffende digitale mammografie op het leesstation - rechtstreekse invoer door de tweede lezer met toegang tot de gegevens van vorige jaren registeren en koppelen van de fysisch-technische controlegegevens met de kwaliteitsbeoordeling door de tweede lezer ( actief in 2009). Bij de opbouw is zeer veel aandacht besteed aan zowel een vlotte toegankelijkheid als respect voor de veiligheid door uitgebreide afscherming van de omgeving en de bescherming van de privacy door middel van certificaten en beheer van erg gedetailleerde toegangsrechten. In de toekomst zal nog meer nadruk komen te liggen op verdere digitalisatie (het vermijden van papier), een vlottere doorstroom ( de tijd tussen aankomst dossier en volledig afwerken inkorten) en connectiviteit ( met de eerste lezer). Het Consortium vergoedt één halftijdse werknemer, Patrick Beyltjens. Zijn taak is hoofdzakelijk het basisbeheer van de database: helpdesk voor de verschillende CBO onderhoud basisregisters ontwikkelen van foutlijsten en deze verbeteren rapportering aan de centra i.v.m. kwaliteit van de gegevens en de aangeleverde data procedures ontwikkelen voor controle van geconverteerde gegevens ter beschikking stellen van basisdata via FTP-site in het kader van de rapportering controles op aangeleverde populatiebestanden voorstellen maken tot verbetering van Heracles bijwonen van de vergaderingen aangaande Heracles meldingssysteem voor storingen aan Heracles beheren een documentatie opstellen over Heracles. De raad van bestuur van het Consortium komt maandelijks bij elkaar. De algemene vergadering komt twee maal per jaar samen. 2.4 Mammografische eenheden Algemeen Een mammografische eenheid (ME) is een radiologische dienst van een ziekenhuis, een vennootschap van radiologen, een eenpersoonsvennootschap of een zelfstandig radioloog die een erkenning heeft gekregen van de Vlaamse Gemeenschap na het bewijs te hebben geleverd een kwaliteitsvolle screening te kunnen aanbieden aan de doelgroep. In Vlaanderen zijn er ook twee mobiele mammografische eenheden (de zogenaamde mammobielen) erkend. Deze kunnen, volgens bepaalde criteria, ingezet worden in gebieden waar geen of onvoldoende andere mammografische eenheden aanwezig zijn. Ook als het in een bepaalde plaatselijke context door alle partijen opportuun wordt geacht om gebruik te maken van de mammobiel kan deze ingezet worden. De mammografische eenheid staat onder hoofdverantwoordelijkheid van een radioloog en kan bestaan uit één of meerdere radiologen die voldoende vorming hebben gevolgd om te kunnen deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. 10 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

11 De mammografische eenheden staan in voor: het informeren van de vrouwen over de voor- en nadelen en het verloop van het bevolkingsonderzoek en hierbij de aanbevelingen van de Vlaamse werkgroep borstkankeropsporing volgen; het laten ondertekenen door de vrouw van het toestemmingsluik van het aanvraagformulier (indien dit nog niet bij de verwijzende arts gebeurde) (zie bijlage 2); het systeem van derde betalende toepassen en geen remgeld aanrekenen; de vrouw die deelneemt aanmoedigen dit te blijven doen; de eerste beoordeling en protocollering (eerste lezing); het versturen van de screeningsmammografieën en het resultaat van de eerste lezing naar het CBO; zonder bijkomende kosten voor de vrouw instaan voor het opnieuw nemen van de opnames indien het centrum besluit dat een technische heroproep aangewezen is; bijhouden en archiveren van de screeningsmammografieën en deze ter beschikking stellen voor een volgende beoordeling; streven naar het halen van de normen, opgelegd door de Vlaamse Gemeenschap. Op 1 januari 2007 waren er 170 mammografische eenheden en twee mobiele mammografische eenheden erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Elke mammografische eenheid werkt samen met een Centrum voor borstkankeropsporing en sluit hiermee een samenwerkingsovereenkomst af. In de loop van 2007 zijn er vijf mammografische eenheden bijgekomen. Tot nu toe zijn er geen erkenningen ingetrokken. Een adressenlijst met de mammografische eenheden is te bekijken op onder het deel vrouwen Erkenningsprocedure Vooraleer een radiologische dienst kan deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker moet deze dienst voldoen aan een aantal voorwaarden. Hieronder volgt een korte beschrijving van de voorwaarden tot erkenning. In bijlage 3 wordt de uitgebreide procedure vermeld. Om een erkenningsdossier te kunnen openen, heeft het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid volgende gegevens nodig: de identificatiegegevens van de radiologische dienst, de radiologen die zullen deelnemen aan de screening, het ingevuld formulier aanvraag tot erkenning als mammografische eenheid (zie bijlage 4), een attest fysisch-technische acceptatie (zie bijlage 5), twee attesten medisch-radiologische acceptatie (zie bijlage 6) en een samenwerkingsovereenkomst met een centrum voor borstkankeropsporing. (zie bijlage 7) Bij elke wijziging die zich voordoet binnen de mammografische eenheid, moet het agentschap Zorg en Gezondheid op de hoogte gebracht worden omdat deze wijziging een invloed kan hebben op de erkenning. Indien de ME na herhaalde feedback niet (meer) aan de vooropgestelde normen voldoet (ook al wordt dit toegeschreven aan een individuele radioloog), kan het Agentschap Zorg en Gezondheid de erkenning van de ME intrekken Bijkomende procedure voor aanvraag tot erkenning voor digitale screening Indien een radiologische dienst digitaal wil screenen zijn er nog een aantal bijkomende voorwaarden: het digitaal mammografietoestel dient een typetoelating te hebben en moet daarna een acceptatietest doorlopen met positief resultaat. Ook wordt de samenwerkingsovereenkomst tussen de mammografische eenheid en het CBO aangepast met een addendum betreffende specifieke vereisten en afspraken in verband met de digitale screening. De radiologen moeten voor hun individuele erkenning bijkomende proeven afleggen, het zogenaamde proeflezen en de leestest. Dit geldt zowel voor de eerste, de tweede als de derde lezers Stand van zaken van de digitale screening Op 1 mei 2007 werd de eerste ME voor digitale screening erkend. Eind 2007 waren er 28 mammografische eenheden erkend voor digitale mammografie. Deze diensten sturen hun digitale mammografieën door naar de Centra voor borstkankeropsporing via een snelle internetverbinding, een usb-stick of harde schijf. Een voordeel van digitale mammografie is de mogelijkheid om deze uit te wisselen zonder de originele gegevens te verliezen. Hiervoor is echter een eenduidige identificatie van elk onderzoek en een uniforme identificatie van elke vrouw noodzakelijk. Omdat op dit moment elke mammografische eenheid zijn eigen patiëntencode maakt was het nodig om dit om te vormen naar een eenduidige codering. 11 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

12 Met behulp van het rijksregisternummer en de datum van het onderzoek wordt zowel een unieke code voor de vrouw als voor het onderzoek gemaakt. De technische uitwerking hiervan wordt beschreven in het addendum van de samenwerkingsovereenkomst betreffende digitale screening. Met behulp van deze codes kunnen digitale onderzoeken zonder identificatieproblemen uitgewisseld worden tussen de verschillende CBO en is het mogelijk om ten volle de interactie tussen het registratieprogramma Heracles en de leesstations te benutten. De Centra voor borstkankeropsporing werken volop aan de verdere automatisering van het screeningsproces. Zo zullen op korte termijn alle tweede en derde lezers hun protocol digitaal kunnen invoeren, zoals dit nu reeds gebeurt in het CBO Leuven en CBO Brugge. Op langere termijn zal ook het invullen van het aanvraagformulier en de eerste lezing volledig gedigitaliseerd kunnen verlopen. In het CBO Leuven zijn er reeds vier eerste lezers die hun eerste lezing digitaal doorsturen Niet-erkende radiologische diensten Momenteel zijn er in Vlaanderen nog een aantal radiologische diensten werkzaam die mammografieën nemen maar niet erkend zijn om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Indien deze diensten zouden deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker zou het aantal erkende mammografische eenheden toenemen met ca. 15%. 2.5 Fysisch-technische controle instanties De mammografische eenheden doen een beroep op gemachtigde fysisch-technische controle-instanties voor de fysischtechnische kwaliteitsbewaking van de toestellen (LUCMFR Leuven, QCC-Gent, Controlatom en VUB BEFY ). Die laatste rapporteren hierover aan de mammografische eenheden en aan de CBO. 2.6 Andere partners Federale instanties Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) betaalt sinds 15 juni 2001 de radiologische kost van de screeningsmammografieën en tweede lezingen volgens het systeem derde betaler. Dit kan éénmaal per twee kalenderjaren voor vrouwen van 50 jaar tot en met 69 jaar. De screeningsmammografie is dus gratis voor de vrouw, wat drempelverlagend werkt. Via het intermutualistisch agentschap (IMA) leveren de ziekenfondsen ook informatie over de RIZIV-prestaties die nuttig zijn voor de evaluatie van het bevolkingsonderzoek. Daarnaast hebben de ziekenfondsen ten aanzien van hun leden ook een sensibiliserende rol. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) kreeg van de federale overheid de opdracht om het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in heel België te evalueren. Brumammo vzw Omdat het onmogelijk is om te weten tot welke gemeenschap een bepaalde inwoonster van het gebied Brussel-Hoofdstad zich wenst te richten is de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie opgericht. Voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is tussen de verschillende gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een overeenkomst gesloten. Dit betekent dat voor de vrouwen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad de vzw Brumammo instaat voor het tweejaarlijks bezorgen van een tweetalige uitnodigingsbrief. De vrouwen uit de doelgroep Alle vrouwen van 50 jaar tot en met 69 jaar, die woonachtig zijn in het Vlaamse Gewest, en de Nederlandstalige vrouwen die verblijven in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad behoren tot de doelgroep van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De vrouwen woonachtig in Brussel-Hoofdstad zijn niet opgenomen in dit rapport. Aan bepaalde risicogroepen (vrouwen met erfelijke belasting of met klachten die kunnen wijzen op borstkanker) wordt aangeraden niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek en hun arts te raadplegen voor specifieke opvolging. Ook voor vrouwen van 50 jaar tot en met 69 jaar die minder dan twee kalenderjaren geleden reeds een mammografie lieten uitvoeren is een screeningsmammografie niet aangewezen. Beide groepen worden echter niet uitgesloten Dit betekent dat als ze zich toch aanmelden, hun mammografie verwerkt wordt als een screeningsmammografie. Vrouwen die niet in orde zijn met de Belgische ziekteverzekering, maar in het Vlaams gewest wonen, worden ook uitgenodigd. Zij betalen de screeningsmammografie zelf en vorderen zo mogelijk het bedrag terug van hun verzekering. Vrouwen die illegaal in het Vlaamse Gewest verblijven, krijgen geen uitnodiging omdat ze administratief niet geregistreerd zijn. 12 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

13 Huisartsen en Gynaecologen De huisartsen en de gynaecologen (in de Vlaamse werkgroep borstkankeropsporing respectievelijk vertegenwoordigd door Domus Medica en de VVOG (Vlaamse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie) zijn voor het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker heel belangrijke partners. Zij kunnen de vrouwen van 50 jaar tot en met 69 jaar uit hun patiëntenbestand informeren, motiveren en verwijzen naar een mammografische eenheid voor een screeningsmammografie. Bij een positieve screening worden zij, als behandelende arts, ingelicht door de CBO en verzorgen zij ook de verdere opvolging. Deze behandelende artsen zijn van cruciaal belang om de vrouw accuraat te begeleiden en te verwijzen indien er vervolgonderzoeken en/of behandelingen nodig zijn. Zij zijn ook het eerste aanspreekpunt voor de verantwoordelijke arts van de CBO die de gegevens van de vervolgonderzoeken opvraagt in het kader van de kwaliteitsbewaking. LOGO s De LOGO s (Lokaal gezondheidsoverleg) zijn door de Vlaamse overheid gesubsidieerde netwerken inzake preventieve gezondheidszorg, en dit binnen een geografisch aaneengesloten gebied. Ze hebben de opdracht om de Vlaamse Overheid bij te staan om de zes vooropgestelde gezondheidsdoelstellingen te realiseren. Eén van de doelstellingen waarrond zij werken is de sensibilisering inzake het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De taak van de LOGO s is essentieel en bestaat er in om de vrouwen uit de doelgroep en de partners van hun netwerk te sensibiliseren voor de georganiseerde borstkankerscreening. Ondersteuningscel LOGO s (OCL) De Ondersteuningscel LOGO s (OCL) is een vzw die werd opgericht voor en door de LOGO s om hen een algemeen administratieve ondersteuning te bieden en om hen op het vlak van de gezondheidsdoelstellingen rond vaccinatie en borstkanker methodieken aan te bieden. Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) Tweejaarlijks organiseert de Vlaamse Liga tegen Kanker de Kom Op tegen Kanker-campagne, gekoppeld aan fondsenwerving. Op geregelde tijdstippen plaatst de VLK deze massamediacampagne in het teken van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen in het algemeen en het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in het bijzonder. Dit gebeurde bijvoorbeeld in 2001 en Provinciebesturen Eén van de vijf CBO (CBO Leuven) heeft een overeenkomst gesloten met de provinciale diensten voor Welzijn en Gezondheid in hun regio. Die laatste beheren o.a. het uitnodigingssysteem en de 0800-telefoonlijn. De provincie Vlaams-Brabant financiert ook gedeeltelijk het mammobielprogramma. Ebit en Fitit: Deze twee firma s (beide zijn een opdeling van het vroegere Fitit) zijn de partners waarmee het registratieprogramma Heracles werd ontwikkeld. Fitit staat hierbij in voor de beveiligde hosting van de hardware. Ebit staat in voor de ondersteuning, aanpassingen en ontwikkelen van nieuwe toepassingen van de webgebaseerde Heracles applicatie. Vragen en problemen worden door alle CBO doorgespeeld aan de beheerder van Heracles tewerkgesteld in het Consortium. De beheerder centraliseert deze vragen en geeft ze door aan Ebit of Fitit. Sinds 2007 is er een meldingssysteem zodat het vervolg van elk probleem kan opgevolgd worden. De aanpassingen of nieuwe toepassingen van Heracles worden eerst in een technische werkgroep van het Consortium besproken en uitgewerkt vooraleer ze worden uitgevoerd door Ebit. 13 Partners van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

14 Resultaten 3 In dit hoofdstuk worden de resultaten van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen besproken. Alle hieronder besproken cijfers zijn beduidend betrouwbaarder vanaf 2004 omdat op dit moment bij vier van de vijf CBO het registratie systeem Heracles in gebruik is genomen. Het vijfde CBO gebruikt een ander registratiesysteem. Via een aparte softwaretoepassing komen ook hiervan de gegevens in Heracles. Voor de periode verschilt de betrouwbaarheid ook per parameter. Daarom worden voor sommige parameters wel cijfers gegeven voor , en voor andere niet. In 2008 zijn ook door de betrokken instanties de eerste stappen gezet naar een uitwisseling van gegevens tussen de Stichting Kankerregister en het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Hierdoor zal het mogelijk worden om over de gegevens van intervalkankers te beschikken. Dit zal onder meer toelaten de sensitiviteit van de screeningsmammografie op betrouwbare wijze te berekenen. Ook andere parameters, bijvoorbeeld positief voorspellende waarde, zullen in betrouwbaarheid stijgen. 3.1 Dekkingsgraad door screeningsmammografie De dekkingsgraad is een belangrijk gegeven bij een bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Immers, hoe meer vrouwen deelnemen, hoe meer kankers vroegtijdig kunnen worden opgespoord. Een dekking van minstens 75% is wenselijk voor een optimaal resultaat van het bevolkingsonderzoek. In deze paragraaf worden eerst een aantal factoren besproken die van invloed zijn op de dekkingsgraad van het bevolkingsonderzoek in Vlaanderen. Vervolgens komen de cijfers aan bod Factoren die van invloed zijn op de dekkingsgraad Om de dekkingsgraad door screeningsmammografie juist te beoordelen is het belangrijk om de factoren te kennen, eigen aan het bevolkingsonderzoek, die een belangrijke invloed hebben op de dekking, namelijk: De bron van het personenbestand waaruit de uitnodigingen worden gehaald De exclusiecriteria en problemen bij het opstellen van de uitnodiging Jaarlijkse en tweejaarlijkse cijfers Bron van het personenbestand Voor het aanmaken van uitnodigingen in het kader van bevolkingsonderzoek zijn correcte en recente gegevens essentieel. Tot 2004 haalden de CBO hun personenbestand, met de gegevens van alle vrouwen van 50 tot en met 69 jaar, uit verschillende bronnen. Vanaf 2004 gingen de CBO over naar een gezamenlijk systeem van gegevensregistratie (het registratiesysteem Heracles). Om uitnodigingen te kunnen aanmaken moeten de persoonsgegevens van het personenbestand worden ingelezen door Heracles. Hierdoor werkten vier van de 14

15 vijf CBO vanaf 2004 met hetzelfde personenbestand. Alleen de provincie Vlaams-Brabant vormt hierop een uitzondering. Bij de overschakeling naar Heracles in 2004 werd eerst met een startbestand van de Kruispuntbank gewerkt, dit werd periodiek bijgewerkt met updates. Het opladen van de updates gaf vaak problemen met als gevolg dat niet alle gegevens konden worden ingelezen in Heracles. Ook werden de updates op onregelmatige basis aangeleverd zodat niet altijd een recente update ter beschikking was. Het personenbestand van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt sinds mei 2006 verkregen via het Verrijkt Personen Register (VPR). Het VPR werd opgericht met als doel om Vlaamse diensten en applicaties die met de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) willen communiceren vlotter aan deze gegevens te koppelen door te werken via één centrale Vlaamse toegang. Het VPR leverde sinds mei 2006 telkens een volledig populatiebestand aan het Consortium om op te laden in Heracles. Het inlezen van dit bestand in Heracles gaf in 2006 en 2007 nog steeds diverse problemen. Zo konden sommige vrouwen niet uitgenodigd of geregistreerd worden en werden ook sommige vrouwen uitgenodigd die reeds geruime tijd overleden waren. Vanuit het Consortium werden herhaaldelijk interventies gedaan om de fouten in het aangeleverde bestand te melden en aan te dringen op correctie. Dit was een moeizaam proces. Vanaf het voorjaar 2008 zijn deze problemen opgelost en wordt maandelijks een volledig populatiebestand ingelezen in Heracles. Voor een juiste berekening van de dekkingsgraad wordt in dit jaarverslag, wegens de vroegere problemen, de totale doelgroep niet bepaald aan de hand van de gegevens die werden ingelezen in Heracles maar wordt uitgegaan van de wettelijke bevolking op 1 januari van elk jaar op basis van het Rijksregister. (bron FOD Economie - Afdeling Statistiek, Bevolkingsstatistieken (voomalig N.I.S.). De gegevens zijn bijgewerkt tot 2/08/2006 voor de jaren en bijgewerkt tot 31/10/2007 voor het jaar 2007.) Exclusie criteria: Er zijn vier redenen waarom een vrouw die in het personenbestand zit niet uitgenodigd wordt door het CBO: De grootste groep betreft vrouwen die reeds deelnamen via rechtstreekse verwijzing door hun arts ( spoor 1). Voor varieert dit per CBO van 1,6% tot 5,6 % van de totale doelgroep. Zij hebben geen uitnodiging meer nodig. Om de relatie arts-patiënte niet te verstoren werd afgesproken dat deze vrouwen pas terug zullen uitgenodigd worden indien ze na 30 maanden nog niet opnieuw deelnamen. Dit betekent dat hoe groter het aandeel van spoor 1 is in een regio hoe minder uitnodigingen moeten verstuurd worden, maar ook dat de volgende uitnodiging (indien er geen nieuwe deelname is via spoor 1) slechts na 30 maanden, dus na het tweejaarlijkse interval waarop de dekkingsgraad wordt berekend, wordt opgestuurd. Vrouwen kunnen er voor kiezen om te laten registreren dat ze niet verder wensen deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Deze vrouwen worden dan niet meer uitgenodigd, maar indien ze later toch besluiten om deel te nemen, kunnen deze gegevens wel verwerkt worden. Alle vrouwen die borstkanker hebben (gehad) worden tot tien jaar na de diagnose niet uitgenodigd. Dit geldt alleen voor vrouwen die dit spontaan melden of waarvan deze gegevens opgevraagd werden na een borstkanker die werd ontdekt door deelname aan het bevolkingsonderzoek. Vrouwen die tussen 1 januari (op dit moment wordt de doelgroep vast gelegd) en het maken van de uitnodigingen verhuizen naar een adres buiten Vlaanderen worden niet uitgenodigd. Omgekeerd worden vrouwen die na 1 januari van het betreffende jaar verhuizen naar een adres in Vlaanderen wel uitgenodigd maar zitten ze niet in de voordien vastgelegde doelgroep. Een ander probleem stelt zich als de adresgegevens van het personenbestand niet tijdig worden aangevuld zodat uitnodigingsbrieven niet op het juiste adres toekomen Jaarlijkse en tweejaarlijkse cijfers: De dekkingsgraad wordt berekend over een periode van twee jaar maar doordat men bij de planning van uitnodigingen rekening moet houden met de vorige deelname en het gebruik van de mammobiel waarbij op korte tijd iedereen uit een beperkt gebied wordt uitgenodigd, is het niet altijd mogelijk om de activiteit gelijkmatig te verspreiden over twee jaar. Zo zijn er grote verschillen mogelijk tussen twee opeenvolgende jaren. De CBO s trachten deze variaties geleidelijk te verminderen. Als men zou uitgaan van: een gelijkmatige spreiding van de uitnodigingen over twee jaar alle 50-jarigen worden uitgenodigd in het jaar dat ze 50 worden iedereen in het adressenbestand wordt uitgenodigd, zonder rekening te houden met beperkingen aangehaald in de exclusiecriteria dan zou men het eerste jaar ongeveer 52,5 % en het tweede jaar ongeveer 50% van de totale doelgroep moeten uitnodigen. Namelijk alle 50-jarigen (geschat op ongeveer 5% van de doelgroep) en de helft van de rest van de doelgroep (95%) het eerste jaar en de helft van de rest van de doelgroep min de 51 jarigen ( 90%) de volgende jaren. Als men wel rekening houdt met de exclusiecriteria zou men dus per jaar dit percentage moeten verminderen met het eerste spoor, met het positief of negatief saldo van mensen die verhuizen naar of uit Vlaanderen, 15 Resultaten

16 met degenen die niet meer wensen deel te nemen en de vrouwen waarvan werd geregistreerd dat minder dan tien jaar geleden de diagnose borstkanker werd gesteld. Omdat de dekkingsgraad berekend wordt over exact twee jaar zal het feit dat veel vrouwen wat langer wachten of later uitgenodigd worden leiden tot een vermindering van de dekkingsgraad. De deelnemers in 2007 en 2006 wachten gemiddeld 28,3 maanden en slechts 38% neemt binnen twee jaar na een vorige deelname opnieuw deel. Omdat slechts een minderheid van de vrouwen het screeningsinterval van twee jaar strikt opvolgt moet men zich de vraag stellen of de dekkingsgraad berekend over twee jaar een volledig beeld geven van de deelname aan het bevolkingsonderzoek. Men zal dus niet alleen vrouwen meer moeten motiveren om regelmatig twee jaarlijks deel te nemen, maar ook andere berekeningen moeten uitvoeren om een volledig beeld te krijgen van de deelname. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat, om verschillende redenen, niet alle vrouwen die in een bepaald jaar tot de doelgroep behoren, kunnen worden uitgenodigd voor een screeningsmammografie. Als de dekkingsgraad dus worden berekend met de volledige doelgroep als noemer, zoals hier het geval is, zal dit een onderschatting geven van de werkelijke dekking Overzicht jaarlijkse en tweejaarlijkse dekkingsgraden voor Vlaanderen: Tabel 2 geeft de dekkingsgraad door screeningsmammografie weer voor Vlaanderen, in bijlage 8 zijn de cijfers per CBO weergegeven. Tabel 2. Dekkinsgraad door screeningsmammografie in Vlaanderen - Periode Jaar Doelgroep Uitnodigingen Opkomsten Opkomsten spoor 1 Opkomsten spoor 2 Opkomsten spoor 3 % Uitnodigingen tov doelgroep tov doelgroep % Opkomst Opkomst % spoor 1 tov doelgroep Opkomst % spoor 2 tov doelgroep Opkomst % spoor 3 tov doelgroep Opkomst % spoor 1 tov opkomst Opkomst % spoor 2 tov opkomst ,0 80,3 19,7 0, ,1 5,8 9,3 0,0 38,3 61,6 0, ,3 4,0 13,2 0,1 23,3 76,3 0, ,8 18,3 4,0 14,1 0,2 22,1 76,9 1, ,0 19,0 3,1 15,1 0,8 16,5 79,4 4, ,3 22,7 2,8 19,3 0,6 12,2 85,0 2, ,2 22,7 2,8 19,6 0,3 12,4 86,5 1,1 Opkomst % spoor 3 tov opkomst ,5 9,8 22,5 0,1 30,3 69,5 0, ,6 8,1 27,3 0,3 22,7 76,6 0, ,3 7,2 29,2 1,0 19,2 78,2 2, ,7 5,9 34,4 1,4 14,1 82,5 3, ,4 5,6 38,9 0,9 12,3 85,7 2,0 16 Resultaten

17 Opkomsten - uitnodigingen Opkomsten tov doelgroep 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Resultaten

18 Eén van de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid is om tegen 2012 een dekking van minstens 75% te halen. Volgens de hierboven weergegeven cijfers ligt het niveau van dekking in op 45,4%. Een groot deel van de vrouwen uit de doelgroep wordt dus nog niet bereikt. In de afgelopen jaren is er echter sprake van een geleidelijke stijging van de globale dekking. De dekking steeg van 32,5% in tot 45,4% in De stijging is het grootst in de laatste twee jaar ( 4,4% in 2006 en 3,6% in 2007). Zoals aan het begin van deze paragraaf werd besproken zijn er dus een aantal factoren die de dekkingsgraad negatief beïnvloeden. Een ander belangrijk feit is dat een deel van de mammografieën bij vrouwen zonder klachten of verhoogd risico als diagnostische mammografieën wordt geregistreerd, ondanks dat dit aantal sterk vermindert in Vlaanderen. Volgens het vijfde IMA rapport liet in de periode nog 21% van de vrouwen in de doelgroep een diagnostische mammografie nemen. Indien de cijfers voor deze factoren zouden worden gecorrigeerd, zou de dekkingsgraad het streefdoel veel dichter benaderen. Dit zou ook gedeeltelijk het verschil kunnen verklaren met gegevens uit de gezondheidsenquête van 2004 waar 71% van de ondervraagde vrouwen uit de doelgroep verklaarde dat ze in de afgelopen twee jaar een screeningsmammografie liet nemen. Een andere conclusie die uit de bovenstaande cijfers kan worden getrokken is dat de deelname na een uitnodigingsbrief (spoor 2) een steeds groter deel van de deelneemsters voor zijn rekening neemt (85,8% van de deelnemers in ; 69,5 % in ). De deelname via spoor 1 daalt zowel in absoluut aantal als in percentage van de doelgroep (5,6% in ). Er is een duidelijke verschuiving van spoor 1 naar spoor 2. Het percentage van de doelgroep dat uitgenodigd wordt neemt toe in de periode (50,3% in 2006 en 41,2% in 2007) in vergelijking met de voorgaande periode ( 37,8% in 2004 en 41% in 2005). Dit wijst er op dat de CBO er in slagen een groter deel van de doelgroep binnen de 2 jaar uit te nodigen. Maar ook de verbetering van de bron van het personenbestand en de vermindering van spoor 1 spelen hierin een rol. Vóór 2004 zijn er geen volledige gegevens beschikbaar over het aantal uitnodigingen Eerste deelname jaarlijks en tweejaarlijks in Vlaanderen Het percentage vrouwen dat voor de eerste keer deelneemt daalt de laatste jaren slechts zeer weinig, namelijk tot 14,0 % van de doelgroep en blijft hoger dan verwacht op basis van de nieuwe instroom van deelneemsters die 50 jaar worden. Dit is weergegeven in tabel 3. Tabel 3. Percentage vrouwen die voor de eerste keer deelnemen aan het bevolkingsonderzoek ten opzichte van de totale groep van deelnemende vrouwen. jaar 1ste deelname % 1ste deelname tov doelgroep ,12% 99,99% ,53% 89,56% ,05% 49,48% ,69% 35,14% ,85% 34,64% ,19% 27,27% % 1ste deelname tov opkomst Het is hoopgevend dat vrouwen die al jaren tot de doelgroep behoren alsnog beslissen om te gaan deelnemen. 18 Resultaten

19 3.1.4 Overzicht van de dekkingsgraad per gemeente in Er zijn grote regionale verschillen met percentages die variëren van 2,4% tot 71,2%. Limburg heeft de hoogste percentages maar scoort ook in zijn geheel goed met de hoogste waarden in het noorden van de provincie, waar als sinds 1993 pilootprojecten van borstkankerscreening lopen. Verder kan men ook andere regio s onderscheiden die goede deelnamepercentages hebben. Het Westen en Noorden van Antwerpen De streek rond Leuven Het Westen van Oost-Vlaanderen Gemeenten rond Ieper, Veurne, Diksmuide en rond Roeselare, Tielt in West-Vlaanderen. Rond Brussel zijn de laagste percentages te vinden. Meer kaarten en overzichten van de voorbije jaren kan u vinden op Figuur 1 : Deelnamegraad door screeningsmammografieën. Periode Eerste lezingen In de mammografische eenheid worden de screeningsmammografieën beoordeeld door de eerste lezers. Tabel 4 geeft het aantal eerste lezingen weer in de erkende mammografische eenheden in de loop der jaren en het gemiddeld aantal lezingen per eerste lezer. Tabel 4 : Aantal eerste lezingen Jaar Aantal eerste lezingen Aantal eerste lezers Gem aantal lezingen per lezer * * Wanneer we het aantal lezingen delen door het aantal lezers komen we aan een ander getal dan in de kolom gemiddeld aantal lezingen per lezer, dit komt omdat er meerdere radiologen lezen in verschillende ME. 19 Resultaten

20 3.3 Tweede en derde lezingen Figuur 2 geeft het aantal lezingen in 2007, inclusief diagnostische lezingen, weer per tweede/derde lezer. Het aantal diagnostische lezingen wordt niet geregistreerd in Heracles en is dan ook een inschatting. De norm van 5000 lezingen is aangeduid met de verticale zwarte lijn. Een overzicht van de voorgaande jaren zonder het aantal diagnostische lezingen wordt weergegeven in bijlage 9. Figuur 2 : Aantal lezingen per tweede/derde lezer (2007) Radioloog 20 Resultaten

21 Vergelijking van het leesvolume van de tweede/derde lezers in In figuur 3 maken we een vergelijking van het totaal aantal eerste, tweede en derde lezingen per tweede/derde lezer. In deze figuur zijn de diagnostische mammografieën niet verwerkt. Noot: In 2006 waren er 32 lezers actief, in 2007 waren er 34 lezers actief. Daarnaast waren er 3 lezers die wel lazen in 2007 maar nog niet in 2006 (nummers 5, 6 en 11) en was er 1 lezer die wel las in 2006 maar niet meer in 2007 (nummer 35). Vandaar het verschil in het aantal lezers in vorige figuur t.o.v. deze figuur. Elke lezer heeft wel hetzelfde nummer als in voorgaande figuur. Figuur 3 : Vergelijking leesvolume per tweede/derde lezer in Radioloog 21 Resultaten

22 3.4 Kwaliteitsbewaking Bij het opzetten van een bevolkingsonderzoek naar borstkanker is het noodzakelijk de kwaliteit van het programma te bewaken gedurende het gehele screeningsproces. Dit is nodig van bij de samenstelling van het doelgroepbestand tot en met de opvolging na een afwijkend screeningsresultaat. Kwaliteitsbewaking omvat in principe ook de evaluatie van het effect op de gezondheid van de doelgroep en de kosten die ermee verbonden zijn. Gezien de bevoegdheidsverdeling in België zal het Vlaamse bevolkingsonderzoek hier echter minder nadruk op leggen. Als richtlijn voor de kwaliteitsbewaking zijn indicatoren opgesteld gebaseerd op de relevante Europese aanbevelingen ( 1 ). Ze stemmen zo veel mogelijk overeen met de indicatoren die hiervoor gebruikt worden in andere landen, wat internationale toetsing mogelijk maakt. De volgende vormen van systematische kwaliteitsbewaking worden uitgevoerd in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker ( 2 ): Jaarlijks is er een evaluatie van de werking van het bevolingsonderzoek tijdens de jaarlijkse dag van het Bevolkingsonderzoek. Deze cijfers worden in een volgend hoofdstuk behandeld. Maandelijks bezorgen de deskundigen een rapport van fysisch-technische kwaliteitscontroles aan de mammografische eenheden en de CBO. Periodiek stellen de CBO voor de mammografische eenheden feedback op over hun werking binnen het bevolkingsonderzoek. Zo ontvangen de mammografische eenheden (ME s) twee maal per jaar feedback over korte termijn indicatoren en één maal per jaar feedback over indicatoren die over langere perioden moeten worden bekeken. De CBO zelf ontvangen ook een evaluatie maar de richtlijnen hieromtrent zijn nog in opbouw. Hieronder worden deze vormen van kwaliteitsbewaking meer in detail beschreven Fysisch-technische kwaliteitscontrole De fysisch-technische controle op de kwaliteitseisen bestaat uit een acceptatietest (en indien nodig een re-acceptatietest), jaarlijkse, halfjaarlijkse, wekelijkse en dagelijkse testen. De frequentie van de testonderdelen wordt bepaald door het risico op instabiliteit ervan en de eventuele invloed op de dosis en beeldkwaliteit van het mammogram. Wanneer uit de acceptatietest blijkt dat voldaan werd aan alle normen mag de mammografische eenheid deelnemen aan het bevolkingsonderzoek. Nadien is de eenheid onderhevig aan jaarlijkse en halfjaarlijks kwaliteitscontroles, uitgevoerd door één van de 4 erkende controleorganismen in Vlaanderen. Het centrum staat zelf in voor de dagelijkse en wekelijkse testen, evenwel onder begeleiding en supervisie van één van de controleorganismen. De resultaten van alle kwaliteitscontroles worden maandelijks en jaarlijks overgemaakt aan het CBO. De fysisch-technische controle van een mammografische eenheid test zoveel mogelijk parameters die een invloed hebben op de stralingsdosis van de vrouw en de beeldkwaliteit van het mammogram. Deze zijn in grote lijnen dezelfde voor analoge en digitale apparatuur, maar omdat de technische specificaties van de apparatuur voor beide verschilt, zijn de testonderdelen en procedures, evenals de normen en limieten aangepast voor de nieuwere digitale apparatuur. 1 Zie draaiboek van het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker. 2 Sporadische kwaliteitsbewaking zoals bv. de controle van het doelgroepbestand wordt niet in dit jaarboek besproken. Het uitwerken van een kwaliteitszorgnetwerk voor digitale mammografie bleek echter bijzondere uitdagingen te stellen. In vergelijking met analoge mammografie zijn de te stellen kwaliteitseisen minder goed gekend, door een beperktere ervaring met deze systemen. Nieuwe testonderdelen, nieuwe meettechnieken en apparatuur, evenals nieuwe normen en limieten drongen zich op. De dagelijkse en wekelijkse kwaliteitscontroles leidden tot praktische problemen, zoals het verwerken van grote hoeveelheden data. Sommige te koop aangeboden apparatuur bleek niet aan de acceptatielimieten te voldoen. Om deze reden werden naast alle andere fysisch-technische controles typetesten ingevoerd voor digitale systemen. Alle technisch-fysische parameters worden voor een nieuw systeem voor beeldvorming en/of beeldweergave tijdens een typetest getoetst aan de normen en limieten. Slechts wanneer het systeem voldoet, kan het toegelaten worden tot het bevolkingsonderzoek. Het fysisch-technisch deel van de typetest wordt uitgevoerd door minimaal 2 van de 3 universitaire onderzoeksgroepen. De typetest, uitgevoerd in opdracht van de fabrikant, kan geenszins de acceptatietest binnen de mammografische eenheid vervangen. Bij de indienststelling blijken immers sommige systemen suboptimaal te zijn afgesteld. In de praktijk blijven ook jaarlijkse, halfjaarlijkse, wekelijkse en dagelijkse controles op de kwaliteit nodig, om fluctuaties van deze nieuwe systemen te kunnen onderkennen. In 2008 is een procedure uitgewerkt om de informatie ook overzichtelijk in te voeren in het registratiesysteem Heracles. Hierdoor zal het in de toekomst mogelijk worden om een synthese van de resultaten in het jaarverslag op te nemen. 22 Resultaten

23 3.4.2 Feedback ME Een evaluatie van de ME gebeurt twee maal per jaar in elk CBO op basis van de tabel evaluatie mammografische eenheden door screeningscentra: radiografische kwaliteit. In de loop van 2006 is deze kwaliteitscontrole gelijklopend in de verschillende CBO. De gegevens worden nu ook in een vast sjabloon weergegeven. De gebruikte gegevens komen uit de dataset van registratiegegevens. Minstens één keer per jaar bespreken de CBO deze profielen met hun mammografische eenheden. De rapporten omvatten onder meer: een vergelijking van de mammografische eenheid met de andere mammografische eenheden uit de regio van het CBO een vergelijking met de normen zoals bepaald in de Europese aanbevelingen of aangenomen in de Werkgroep Borstkankeropsporing. Bij ernstige tekortkomingen bezorgt het CBO aan de mammografische eenheid een schriftelijke neerslag van de tekortkomingen. Indien de problemen persisteren, laat het CBO dit schriftelijk, met het nodige bewijs, weten aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (met cc naar mammografische eenheid). De mammografische eenheid ontvangt dan van het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid een schrijven om zich te conformeren aan de regelgeving. Bij niet conformeren na maximaal zes maanden geeft de minister zijn voornemen te kennen aan de ME tot intrekking van de erkenning. De eenheid heeft de mogelijkheid in beroep te gaan bij de Vlaamse Adviesraad. In de rapporten worden de volgende punten besproken: Technische heroproepproportie Compliance technische heroproep Radiografische goede kwaliteitsproportie Oproep voor opvolgingproportie Concordantie eerste-derde lezer Positief Voorspellende Waarde Gemiste kankers Aanlevertijd dossier CBO Informed consent Aanwezigheid vroegere screeningsmammografieën Gegevens klachtenregistratie. In de paragrafen hieronder worden resultaten per parameter besproken. De aandachtige lezer zal opmerken dat schijnbaar vergelijkbare tabellen in het deel kwaliteit en het deel resultaten van opvolgonderzoeken soms andere getallen geven. Dit is volledig te verklaren door de wijze waarop de selectie wordt gemaakt uit de dataset van registratiegegevens Technische heroproepproportie Voordat de tweede lezer beslist of vervolgonderzoek nodig is, oordeelt hij of de foto van voldoende technische kwaliteit is. Indien de technische kwaliteit onvoldoende is, zal de tweede lezer zich niet uitspreken over het al dan niet nodig zijn van opvolgingsonderzoeken maar in plaats daarvan vragen dat de foto hernomen wordt. De ME en de vrouw zullen door het CBO schriftelijk worden gecontacteerd om te melden dat de foto dient te worden hernomen. Dit wordt weergegeven in de technische heroproepproportie. De Europese norm voor technisch niet interpreteerbaar, bedraagt maximaal 3%, gewenst minder dan 1%. In tabel 5 is te zien dat de norm in 2007 in Vlaanderen met ruime marge gehaald wordt. We zien dat de technische heroproepproportie elk jaar binnen de normen ligt. Sinds 2004 is er een positieve trend zichtbaar. Tabel 5: Technische heroproepproportie. Screeningsmammografieën Vlaanderen Technische kwaliteit Voldoende Heroproep nodig Missing Totaal N % N % ,7% 408 0,3% 1 0,0% ,8% 262 0,2% 0 0,0% ,8% 273 0,2% 0 0,0% ,9% 209 0,1% 4 0,0% Resultaten

24 Compliance technische heroproep Compliance technische heroproep is het percentage screeningsmammografieën dat daadwerkelijk werd hernomen van het totale aantal screeningsmammografieën dat om technische redenen werden afgekeurd. De Vlaamse norm bepaalt dat alle niet hernomen screeningsmammografieën zullen worden verantwoord door de betrokken ME. Van de 209 te hernemen screeningsmammografieën zijn 143 hernomen (zie tabel 6). Voor de verantwoording van de resterende 66 is nog geen systematische registratiemethode uitgewerkt. Hoewel er geen numerieke norm voor het percentage compliance bestaat, zien we wel dat dit over de jaren stijgt. Dit is een duidelijk positieve ontwikkeling. Tabel 6: Compliance technische heroproep. Screeningsmammografieën Vlaanderen Nieuwe opname is nodig (technisch onvoldoende) Nieuwe opname is gebeurd Nieuwe opname is niet gebeurd N % N % Totaal ,7% ,3% ,6% 77 29,4% ,7% 99 36,3% ,4% 66 31,6% Radiografische goede kwaliteitsproportie De technisch interpreteerbare screeningsmammografieën (eventueel na heroproep) worden vervolgens door de tweede lezers ingedeeld in: Radiografische kwaliteit goed Radiografische kwaliteit niet goed (fysisch-technisch of positionering) maar interpretatie mogelijk Radiografische kwaliteit niet goed maar geen recall aangewezen (de mammografie in kwestie kan niet beter wegens omstandigheden buiten de radioloog om, bv. vrouw met rugklachten, pectus excavatum enz.) De radiografische goede kwaliteitsproportie is het percentage screeningsmammografieën van goede radiografische kwaliteit t.o.v. alle technisch voldoende screeningsmammografieën. De Vlaamse norm is dat minimaal 85% van de screeningsmammografieën van goede kwaliteit moet zijn. In tabel 7 is te zien dat de norm in Vlaanderen wordt gehaald. We zien dat in 2004 plots een daling optreedt. De cijfers zijn echter weinig betrouwbaar omdat het registratie systeem Heracles pas vanaf 2004 gebruikt wordt. Vanaf 2004 is de proportie goede screeningsmammografieën redelijk stabiel en steeds boven de norm. In bijlage 10 is ook een onderverdeling per CBO te zien. Hier wordt het duidelijk dat er verschil bestaat tussen ME s van de verschillende CBO. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een samenspel van enerzijds een werkelijk verschillende kwaliteit en anderzijds een verschillende beoordelingswijze van de verschillende tweede lezers. In 2007 en 2008 zijn daarom bijeenkomsten georganiseerd tussen alle tweede lezers, om hun beoordelingswijze zoveel mogelijk gelijk te stemmen. Tabel 7: Radiografische kwaliteit. Screeningsmammografieën Vlaanderen Radiografische kwaliteit Niet goed Niet goed geen recall Goed N % N % N % Totaal ,4% ,8% ,7% ,0% ,6% ,4% ,3% ,0% ,7% ,3% ,2% ,4% Resultaten

25 Oproep voor opvolgingproportie Oproep voor opvolgingproportie is het percentage van de gescreende vrouwen dat opgeroepen wordt voor één of meerdere opvolgingsonderzoeken omwille van een afwijkend screeningsresultaat. Omdat het een evaluatie van de ME betreft, wordt alleen gekeken naar het besluit van de eerste lezers. De weergegeven percentages zijn dus niet de uiteindelijke doorverwijspercentages. De norm die gehandhaafd wordt komt overeen met de Europese aanbevelingen voor uiteindelijke doorverwijspercentages. Deze percentages verschillen voor een eerste ronde en een vervolgronde. eerste ronde: wenselijk: <5%; aanvaardbaar: <7% vervolgronde: wenselijk: <3%; aanvaardbaar: <5% Tabel 8: Doorverwijspercentage van eerste lezers. Screeningsmammografieën Vlaanderen Mx van vrouw in eerste ronde Mx van vrouw in vervolgronde Opvolging nodig Totaal Opvolging nodig Totaal Nee ja Missing Nee Ja N % N % N % N % N % ,6% ,4% 0 0,0% ,0% 0 0,0% ,8% ,2% 1 0,0% ,1% 489 3,9% ,9% ,1% 0 0,0% ,0% ,0% ,8% ,2% 0 0,0% ,0% ,0% ,6% ,4% 0 0,0% ,0% ,0% ,0% ,0% 0 0,0% ,7% ,3% Voor de eerste ronde ligt het doorverwijspercentage te hoog, bij de vervolgronde ligt deze binnen de aanvaardbare norm, maar niet binnen de wenselijke norm (zie tabel 8). Er worden met andere woorden nog teveel bijkomende onderzoeken aangevraagd door de eerste lezers. We zien dat over de jaren heen, beide doorverwijspercentages redelijk stabiel blijven. Mogelijk hangt dit samen met de in 2006 geüniformiseerde feedback aan de ME s. Tussen de ME s van de verschillende CBO is duidelijk een verschil waar te nemen. De factor regio bepaalt dus voor een deel hoeveel een bepaalde eerste lezer zal doorverwijzen. Wat voor de ME s van elk CBO geldt, is dat het doorverwijspercentage lager ligt in de vervolgronden Concordantie eerste-derde lezer De term concordantie verwijst in het bevolkingsonderzoek naar een situatie waar twee verschillende lezingen dezelfde conclusie weergeven betreffende het al dan niet nodig zijn van opvolgingsonderzoeken. De concordantie tussen de eerste en de derde lezer wordt berekend voor de gevallen waar het besluit van eerste en tweede lezer verschilt. Deze indicator wordt gebruikt zolang er geen resultaten van interval kankers beschikbaar zijn. Hiervoor bestaat geen norm. We zien dat de derde lezers het vaker eens zijn met de tweede lezers wat betreft het al dan niet nodig zijn van bijkomende onderzoeken (zie tabel 9). In bijlage 10 is ook een onderverdeling per CBO te zien. Deze neiging om het eens te zijn met de tweede lezer blijkt redelijk constant over de jaren. In één van de vijf centra zijn de derde lezers in ongeveer de helft van de gevallen het eens zijn met tweede lezer en in de helft met de eerste lezer. Tabel 9: Vergelijking van het besluit van eerste en derde lezer. Screeningsmammografieën Vlaanderen Concordantie Discordantie, eerste lezer verdacht Discordantie, eerste lezer niet verdacht N % N % N % % % % 7213 Totaal % % % % % % % % % % % % % % % Resultaten

26 Positief Voorspellende Waarde van de eerste lezer De positief voorspellende waarde (PVW) van de eerste lezer toont hoe vaak er een carcinoom (in-situ of invasief ) werd gevonden bij de gevallen waarbij de eerste lezer verder onderzoek noodzakelijk achtte. Het is in het kader van het Vlaams bevolkingsonderzoek alleen mogelijk een benadering van PVW te geven omdat er twee soorten missings van het resultaat van het verder onderzoek (FU-resultaat) zullen voorkomen. Enerzijds zijn er de dossiers waarin er FU-onderzoek werd aangevraagd, maar waarbij het CBO (nog) geen resultaat heeft ontvangen. Anderzijds zijn er de gevallen waarbij er geen FU is aangevraagd omdat het besluit van de screening, in tegenstelling tot dit van de eerste lezer, niet afwijkend is, dit kan zowel terecht als onterecht zijn geweest. Zoals gezegd zijn in 2008 stappen ondernomen om in de toekomst ook over de gegevens van intervalkankers te kunnen beschikken. Hierdoor zal de betrouwbaarheid van zowel PVW als gemiste kankers sterk toenemen. In de tussentijd geven we een maximale PVW en een minimale PVW van de eerste lezer. Bij de minimumwaarde zijn alle vrouwen bij wie een verder onderzoek door de eerste aangeraden werd meegerekend in de noemer. Bij de maximumwaarde zijn alleen de vrouwen meegerekend in de noemer waarbij het resultaat van het verder onderzoek bekend is (bij sommige daarvan is het niet aangevraagd omdat de tweede en derde lezers het niet nodig achtten). Er is geen normwaarde voor deze parameter. Het percentage moet zo hoog mogelijk liggen. We zien in tabel 10 dat de maximale en minimale PVW tussen 2004 en 2007 relatief stabiel bleef. In bijlage 10 is ook een onderverdeling per CBO te zien. Hierin is te zien dat er voor 2007 een duidelijk verschil bestaat tussen de eerste lezers van de verschillende CBO. Tabel 10: Uiteindelijke uitkomst van de dossier die een doorverwijzing krijgen door de eerste lezer. Screeningsmammografieën Vlaanderen Totaal doorverwijzingen Carcinoom Geen Carcinoom Uitkomst verder onderzoek Geen verder onderzoek beschikbaar Max PVW Min PVW N N N % % ,8% 8,0% ,2% 9,3% ,8% 8,0% ,7% 8,6% Kankers niet gedetecteerd door de eerste lezer Door het systeem van dubbele lezing zullen er gevallen zijn waar de eerste lezer opvolgingsonderzoek niet nodig vindt, maar waar ze toch gebeuren door de mening van de derde lezer. Van alle screen detected borstcarcinomen kan daarom worden berekend hoe vaak de eerste lezer opvolgingsonderzoek niet nodig vond. Dit betreft een benadering van het werkelijke aantal gemiste kankers omdat er nog geen gegevens over de intervalkankers beschikbaar zijn. Er bestaat geen norm. We zien in tabel 11 dat het percentage gemiste kankers over de jaren relatief stabiel is. In bijlage 10 is ook een onderverdeling per CBO te zien voor Hier zijn verschillen tussen de ME s van de verschillende CBO duidelijk te zien. Het is vooral nuttig om de parameter percentage gemiste kankers samen te bekijken met de parameter PVW. Het is immers van belang om een evenwicht te hebben tussen het beperken van gemiste kankers en het beperken van onnodige vervolgonderzoeken. Tabel 11: Totaal aantal screen detected borstkankers tegenover het besluit eerste lezer. Screeningsmammografieën Vlaanderen Dossiers met screen detected borstkanker Totaal aantal Aantal L1 neg (gemiste kankers) Aantal L1 pos N % N % ,1% ,9% ,5% ,5% ,1% ,9% ,5% ,5% 26 Resultaten

27 Aanlevertijd dossier De aanlevertijd van een dossier is het aantal kalenderdagen dat verstrijkt voordat een genomen screeningsmammografie in het CBO aankomt. De Vlaamse norm bepaalt dat 90% van de screeningsmammografieën in zeven kalenderdagen of minder het CBO moet bereiken. In Figuur 4 zijn voor de periode de aanlevertijden te zien. In 2007 wordt de 90% wordt pas bereikt gedurende de 10e kalenderdag. De norm werd in 2007 dus niet gehaald. Wel is te zien dat de ME s steeds sneller hun dossiers doorsturen naar het CBO en voor 2007 duidelijk dichter bij de norm komen. Er bestaat wat betreft aanlevertijd duidelijk een verschil tussen de ME s, wat onder meer te zien is wanneer we kijken naar de opsplitsing per CBO (zie bijlage 10) Figuur 4 : Aanlevertijden door ME aan CBO Screeningsmammografieën Vlaanderen periode Cumulatief % 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% aantal kalenderdagen tussen datum mammografie en datum aankomst dossier in CBO Informed consent Het aantal dossiers waarbij de handtekening op het informed consent formulier aanwezig is, wordt genomen als het aantal correct geïnformeerde vrouwen. Dit is geen exacte parameter maar de beste benadering die te maken is met de gegevens in de dataset van registratiegegevens. Er wordt geen norm gehanteerd, het informed consent dient zo hoog mogelijk te liggen en liefst 100% zijn. Voor Vlaanderen geldt dat het informed consent in 2007 op 99.2% ligt. De cijfers van de jaren voor 2004 zijn niet betrouwbaar en worden daarom niet getoond. Sinds 2004 worden steeds meer vrouwen correct geïnformeerd (zie tabel 12). In bijlage 10 is ook een onderverdeling per CBO te zien. Tussen de ME s van de verschillende CBO is er een klein verschil waar te nemen. Tabel 12: Aanwezigheid van informed consent. Screeningsmammografieën Vlaanderen Informed consent Totaal Afwezig aanwezig N % N % ,3% ,7% ,1% ,9% ,8% ,2% ,8% ,2% Resultaten

28 Aanwezigheid vroegere screeningsmammografieën Een deelnemende vrouw die eerder ook al deelnam aan het bevolkingsonderzoek en dit ook in dezelfde ME deed, moet in haar dossier die vorige screeningsmammografieën hebben bij aankomst in het CBO. De Vlaamse norm hiervoor bedraagt 97%. In 2007 was in 90.5% van de genoemde dossiers de vorige screeningsmammografie aanwezig (zie tabel 13). De norm wordt met andere worden niet gehaald. We zien dat er in 2007 wel een duidelijke verbetering optreedt. Mogelijk houdt dit verband met de in 2006 geüniformiseerde feedback aan de ME s. In bijlage 10 is ook een onderverdeling per CBO te zien. Tussen de ME s van de verschillende CBO is er ook een verschil zichtbaar. Tabel 13 : Aanwezigheid van vroegere screeningsmammografieën bij aankomst in CBO. Screeningsmammografieën Vlaanderen * vroegere screeningsmammografieën Afwezig aanwezig missing N % N % N % Totaal ,6% ,6% 285 0,9% ,1% ,9% 0 0,0% ,7% ,3% 0 0,0% ,5% ,5% 0 0,0% * Deze variabele wordt in één van de vijf CBO niet geregistreerd. Dit gemiddelde geldt dus maar voor een deel van Vlaanderen Klachtenregistratie Een klacht of reactie kan op verschillende manieren gemeld, geïnterpreteerd en geregistreerd worden. In alle CBO worden klachten en reacties doorgegeven aan de verantwoordelijke die erop toeziet dat de klacht volgens de klachtenprocedure opgevolgd en behandeld wordt. De klachten kunnen onderverdeeld worden in rubrieken zoals bijvoorbeeld uitnodiging, patiëntvriendelijkheid, pijn, wachttijden, resultaatsmededeling, 0800 lijn, facturatie en andere. Veel klachten ontstaan door misverstanden, die in een gesprek kunnen rechtgezet worden. Het is van belang dat aan alle reacties (opmerkingen, vragen, onvrede, ongenoegen, melding, klachten) voldoende aandacht besteed wordt en dat er naar geluisterd wordt (dus niet enkel geregistreerd). Het onderzoeken van klachten maakt deel uit van kwaliteitszorg in het bevolkingsonderzoek. Een klacht schept kansen om de situatie te veranderen of te verbeteren. Tot op heden hebben de CBO klachten en reacties niet op een uniforme, gestandaardiseerde manier geregistreerd. In de loop van 2008 is hieromtrent onderlinge afstemming bereikt, zodat voor het jaar 2009 over dit aspect globaal kan gerapporteerd worden (zie bijlage 11) Feedback voor de Centra voor Borstkankeropsporing Binnen de Vlaamse Werkgroep Borstkankeropsporing wordt momenteel gewerkt aan een uniforme evaluatiemethode voor de werking van de CBO en de tweede lezers. In afwachting van officiële criteria berekenen de CBO elk een aantal zelf gekozen indicatoren die zij nodig achten om aan kwaliteitscontrole te doen. Minstens één keer per jaar bespreken de CBO deze profielen met hun eigen personeel. In dit jaarverslag zijn weergegeven: Verwerkingstijd binnen het CBO Totale duurtijd voor resultaatsmededeling Verwerkingstijd dossier in CBO De verwerkingstijd van een dossier in het CBO is het aantal kalenderdagen dat verstrijkt voordat een dossier is verwerkt, na aankomst in het CBO. De Vlaamse norm stelt dat 90% van de dossiers in veertien kalenderdagen of minder in het CBO moeten zijn afgewerkt. De 90% werd in 2007 pas bereikt na 36 dagen, de norm werd dus niet gehaald (zie figuur 5). Ook is te zien dat dit, met uitzondering van 2005, relatief stabiel is. In bijlage 10 ook een opsplitsing te zien tussen de verschillende CBO. Hier is te zien dat één van de CBO de norm wel haalt. In 2008 zijn daarom bijzondere inspanningen geleverd door alle CBO medewerkers om het voorbeeld van dit CBO te volgen, dit toont in voorlopige niet getoonde cijfers een positieve evolutie. 28 Resultaten

29 Figuur 5 : Verwerkingstijd van een dossier in het CBO Gemiddelde van alle dossiers in Vlaanderen Cumulatief % 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% aantal kalenderdagen tussen aankomst dossier in CBO en datum verzender brief arts Totale duurtijd voor resultaatsmededeling De totale duurtijd voor resultaatsmededeling is het aantal kalenderdagen dat verstrijkt tussen het nemen van de screeningsmammografie en het moment dat de resultaatsbrief naar de arts verstuurd wordt. De Vlaamse norm stelt dat 90% van de dossiers na maximaal 14 kalenderdagen (wenselijk) of 21 kalenderdagen (aanvaardbaar) volledig moet afgewerkt zijn. De 90% wordt pas gehaald op dag 41, de norm werd in 2007 dus niet gehaald (zie figuur 6). Ook is te zien dat, met uitzondering van 2005, de wachttijd relatief stabiel blijft. In bijlage 10 ook een opsplitsing per CBO te vinden. Hier blijkt dat één van de CBO de norm wel haalt. In 2008 zijn daarom bijzondere inspanningen geleverd door alle CBO medewerkers, dit toont in voorlopige niet getoonde cijfers een positieve evolutie. Figuur 6 : Totale tijdsduur voor resultaatsmededeling Gemiddelde van alle dossiers in Vlaanderen Cumulatief % 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% aantal kalenderdagen tussen datum mammografie en datum verzender brief arts 29 Resultaten

30 3.4.4 Conclusies kwaliteit Globaal gezien kunnen we stellen dat er vooruitgang wordt geboekt. De tijd die verstrijkt voordat een dossier in het CBO aankomt, ligt nog niet binnen de norm, maar evolueert in de goede richting. Dit is onder andere aangepakt door dossiers sneller te lezen, maar ook door de koerier diensten frequenter in te zetten en op gepastere ogenblikken. Het aantal dagen dat in de CBO s nodig is om een dossier te verwerken ligt ook te hoog. In 2008 zijn daar dan ook grondige maatregelen voor getroffen. Voorlopige cijfers tonen een positieve evolutie. Wat de gemiddelde kwaliteit van de screeningsmammografieën betreft wordt de norm gehaald, maar zijn er nog sterke verschillen tussen de verschillende CBO. Hiervoor heeft in 2007 en 2008 overleg plaatsgevonden tussen alle tweede lezers om een zo uniform mogelijke evaluatie van de kwaliteit toe te laten. Er gebeuren in het bevolkingsonderzoek nog te veel doorverwijzingen bij vrouwen die voor de eerste keer deelnemen. Bij verdere deelname wordt de norm wel gehaald. Ook deze waarden verschillen sterk tussen de verschillende CBO. De parameters Positief Voorspellende Waarde en gemiste kankers moeten met voorzichtigheid worden beschouwd omdat we nog niet beschikken over de gegevens van interval kankers, een probleem dat hopelijk bij het volgende jaarrapport zal verholpen zijn. De fysisch-technische kwaliteit wordt in eerste instantie opgevolgd door de betrokken deskundigen. De CBO hebben vooral als taak om te controleren of deze opvolging correct verloopt. Wanneer vanaf volgend jaar de resultaten van de fysisch-technische controle in Heracles worden ingebracht, zullen ook hierover valide conclusies kunnen worden gegeven in het jaarrapport. 3.5 Resultaten van opvolgingsonderzoeken. In deze paragraaf worden de resultaten besproken van de screeningsonderzoeken voor de jaren 2004 tot en met 2007 in Vlaanderen. Meer bepaald zullen de resultaten worden besproken van de vervolgonderzoeken die een vrouw ondergaat naar aanleiding van een screeningsmammografie. De cijfers per CBO staan in bijlage 12 vermeld. De aantallen die worden vermeld in deze paragraaf kunnen enigszins verschillen van die in de vorige paragraaf, Enerzijds als gevolg van het wel/niet meerekenen van om technische redenen afgekeurde mammografieën. Anderzijds als gevolg van de gehanteerde manier van selectie van gevonden tumoren Percentage doorverwijzing voor verder onderzoek en gekende follow-up De aanvaardbare norm voor doorverwijzing bij vrouwen die voor het eerst deelnemen aan het bevolkingsonderzoek ligt volgens de Europese richtlijnen op 7%, wenselijk is 5%. Voor vrouwen met een vervolgscreening ligt de aanvaardbare norm op 5%. De wenselijke norm ligt op 3%. In tabel 14 is weergegeven hoeveel procent van de vrouwen die deelnamen aan het bevolkingsonderzoek in Vlaanderen werd doorverwezen voor verder onderzoek. Tabel 14. Percentage doorverwijzingen en verder onderzoek n.a.v. screeningsmammografie per jaar in Vlaanderen Eerste screening Aantal gescreende vrouwen Aantal verwezen vrouwen Percentage doorverwijzing 6,0 6,1 6,8 6,5 Aantal gescreende vrouwen per doorverwezen vrouw 16,6 16,3 14,6 15,5 Verder onderzoek met resultaat bekend N Verder onderzoek met resultaat bekend % 69,2 75,7 73,9 71,9 Vervolg screening Aantal gescreende vrouwen Aantal verwezen vrouwen Percentage doorverwijzing 3,2 3,4 3,5 2,9 Aantal gescreende vrouwen per doorverwezen vrouw 31,1 29,0 28,5 34,6 Verder onderzoek met resultaat bekend N Verder onderzoek met resultaat bekend % 70,5 78,8 77,2 73,7 30 Resultaten

31 Het percentage doorverwijzing bij vrouwen met een eerste screening blijft binnen de aanvaardbare norm. Het percentage doorverwijzing bij vrouwen met een vervolgscreening ligt ook binnen de aanvaardbare norm, in 2007 ligt het binnen de wenselijke norm. Voor elke vrouw die werd doorverwezen voor verder onderzoek naar aanleiding van het resultaat van haar screeningsonderzoek wordt de uitslag van de vervolgonderzoeken opgevraagd. Drie maanden na het versturen van de resultaatsbrief stuurt het CBO hiervoor een brief naar de arts die door de vrouw werd aangeduid op het aanvraagformulier. De respons van de artsen op de brief met het verzoek om informatie schommelt over de verschillende jaren rond 70%. Omdat ruim een kwart van de resultaten van het verder onderzoek ontbreekt, kunnen geen volledige resultaten van de opvolgingsonderzoeken worden gegeven. Er wordt momenteel geijverd voor een samenwerking met de Stichting Kankerregister om in de toekomst met completere gegevens te kunnen werken. Doordat een deel van de gegevens ontbreekt zijn onder andere de kankerdetectiegraad en de positief voorspellende waarde, een minimale weergave van de werkelijke waarde. Met andere woorden: in werkelijkheid zal het aantal gevonden kankers hoger liggen en zal de kans om kanker te vinden na een verwijzing voor verder onderzoek groter zijn (positief voorspellende waarde). Bij de positief voorspellende waarde wordt dit zo goed mogelijk opgevangen door berekening van een minimale- en maximale waarde Kankerdetectiegraad en positief voorspellende waarde Voor vrouwen die voor het eerst deelnemen aan het bevolkingsonderzoek zou volgens de Europese richtlijnen een kankerdetectiegraad moeten worden gehaald van minstens drie maal de incidentiegraad (dit is de achtergrondincidentie in afwezigheid van screening, deze is ongeveer gelijk aan 1,25 per 1000 vrouwen*). Dit wordt uitgedrukt per 1000 gescreende vrouwen. Dit betekent dat er minstens 3,75 tumoren moeten worden ontdekt per 1000 gescreende vrouwen. Voor vrouwen met een vervolgscreening moet een kankerdetectiegraad van minstens anderhalf maal de incidentiegraad worden gehaald. Dit betekent dat er minstens 1,80 tumoren moeten worden ontdekt per 1000 gescreende vrouwen. * Achtergrondincidentie gemeten in Nederland, voor de start van het bevolkingsonderzoek. Ter vergelijking: volgens de meest recente cijfers van de Stichting Kankerregistratie is de borstkankerdetectiegraad in 2004 in Vlaanderen 1,76 per 1000 vrouwen per jaar. Het nadeel van dit cijfer voor gebruik voor evaluatie is dat dit is gemeten terwijl het bevolkingsonderzoek al actief was. Voor Vlaanderen is er geen betrouwbaar cijfer van de achtergrondincidentie van borstkanker beschikbaar. Tabel 15. Kankerdetectie. Aantal gevonden kankers Eerste screening Number needed to screen Detectie /1000* Aantal gevonden kankers Vervolgscreening Number needed to screen Detectie /1000* ,7 5, ,1 4, ,3 6, ,4 4, ,7 6, ,8 4, ,6 5, ,4 4,1 * Aantal gevonden borstkankers per 1000 gescreende vrouwen In tabel 15 wordt de detectiegraad weergegeven voor zowel de vrouwen met een eerste screening als de vrouwen met een vervolgscreening. We zien dat de norm gehaald wordt. Bij screening wordt gewerkt met een populatie die symptoomloos en klachtenvrij is. Nodeloos bijkomend onderzoek of zelfs behandeling moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De positief voorspellende waarde (PVW) zegt bij welk percentage van de vrouwen die verder onderzoek aangeraden kreeg, daadwerkelijk borstkanker is vastgesteld. Deze waarde moet dus zo hoog mogelijk liggen. Aangezien niet alle resultaten van het verder onderzoek bekend zijn is een minimale - en een maximale waarde berekend voor de positief voorspellende waarde. Bij de minimale waarde zijn alle vrouwen bij wie een verder onderzoek aangeraden werd meegerekend in de noemer. Bij de maximale waarde zijn alleen de vrouwen meegerekend in de noemer waarbij het resultaat van het verder onderzoek bekend is. Momenteel zijn gegevens over gemiste kankers nog niet beschikbaar. Ook hiervoor zal de samenwerking met de Stichting Kankerregister een oplossing bieden. In tabel 16 is de positief voorspellende waarde weergegeven. 31 Resultaten

32 Tabel 16 : Positief voorspellende waarde. Eerste screening Vervolgscreening PVW* minimum PVW* maximum PVW* minimum PVW* maximum ,6 % 12,4 % 13,4 % 18,9 % ,9 % 14,4 % 14,3 % 18,1 % ,9 % 12,0 % 12,5 % 16,3 % ,1 % 11,3% 14,1 % 19,1 % * PVW minimum=aantal gevonden kankers / totaal aantal verwezen vrouwen. PVW maximum=aantal gevonden kankers / aantal verwezen vrouwen waarbij het resultaat van het vervolgonderzoek bekend is Percentage in situ / invasieve kankers Een goed functionerend bevolkingsonderzoek slaagt erin borsttumoren in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken. De opgespoorde borstkankers kunnen worden opgedeeld in carcinoma in situ en invasieve carcinomen. De wenselijke verhouding tussen het aantal invasieve tumoren en het totaal aantal tumoren is volgens de Europese aanbevelingen 80 tot 90%. Een aandeel van 90% wordt aanvaardbaar geacht (zowel voor een eerste- als een vervolgscreening). In tabel 17 is weergegeven hoe de verdeling is over deze twee types van tumoren. Ook is de detectiegraad per type weergegeven. Tabel 17: Aard van de gevonden kanker. INV1 % Eerste screening Vervolg screening DR CIS DR invasief INV1 % DR CIS DR invasief / / / / ,3 0,9 4,3 77,9 0,9 3, ,7 1,4 5,3 79,2 1,0 3, ,5 1,2 4,8 79,9 0,9 3, ,9 1,0 4,2 80,1 0,8 3,3 1) Percentage invasieve carcinoma (INV) ten opzichte van het totaal aantal gedetecteerde tumoren. 2) Detectie van carcinoma in situ (CIS) per 1000 gescreende vrouwen. 3) Detectie van invasieve tumoren per 1000 gescreende vrouwen. Het percentage invasieve borsttumoren ligt rond 80%, de grens voor de wenselijke norm Tumorgrootte De grootte van de borsttumoren op het moment van opsporing is bepalend voor de kans op genezing en het behandelplan (meer of minder ingrijpend voor de patiënte). Bij screening moet worden gestreefd naar een zo groot mogelijk percentage invasieve tumoren kleiner dan 10 mm. De Europese richtlijnen stellen als wenselijk niveau voor tumoren bij vrouwen die voor de eerste keer deelnemen aan het bevolkingsonderzoek minstens 25% invasieve tumoren van 10 mm of kleiner (er is geen norm vastgesteld voor een aanvaardbaar niveau). Voor vrouwen met een vervolgscreening stellen de Europese richtlijnen minstens 25% invasieve tumoren kleiner of gelijk aan 10 mm als aanvaardbaar niveau. Minstens 30% wordt gesteld als wenselijk niveau. In tabel 18 zijn de resultaten voor de tumorgrootte weergegeven. Tabel 18: Grootte invasieve tumoren. Eerste screening Vervolgscreening <= 10 mm % <= 10 mm DR /1000 <= 10 mm % <= 10 mm DR / ,7 0,9 35,0 1, ,9 1,6 32,2 1, ,3 1,3 38,2 1, ,8 1,1 32,2 1,0 32 Resultaten De resultaten voor tumorgrootte liggen voor vrouwen met een eerste screening goed boven de wenselijke norm. Voor vrouwen met een vervolgscreening schommelen de resultaten rond de wenselijke norm van minstens 30%.

33 3.5.5 Klierstatus van invasieve kankers Van groot belang voor de prognose en behandeling is uiteraard ook de klierstatus. In het bevolkingsonderzoek moet een zo laag mogelijk percentage van invasieve kankers met aangetaste lymfeklieren worden gevonden. De Europese richtlijnen stellen dat bij minstens 70% van de invasieve kankers gevonden bij vrouwen met een eerste screening sprake moet zijn van negatieve klieren. Bij vrouwen met een vervolgscreening moet bij minstens 75% van de gevonden kankers sprake zijn van negatieve klieren. In tabel 19 zijn de resultaten voor de klierstatus weergegeven. Tabel 19: Klierstatus van invasieve kankers. Eerste screening Vervolgscreening N- (%) N- (%) ,1 74, ,2 78, ,3 75, ,9 77,7 De Europese norm wordt goed gehaald (in 2004 voor de vervolg screenings niet) Stadium op moment van diagnose Voor een goede prognose en weinig ingrijpende behandeling is een laag stadium op moment van diagnose wenselijk. Voor de borstkankers gevonden bij vrouwen die voor het eerst deelnemen aan het bevolkingsonderzoek stellen de Europese richtlijnen dat maximum 30% van stadium II of hoger mag zijn. Voor de borstkankers gevonden bij vrouwen met een vervolgscreening wordt een maximum van 25% als norm aangehouden. In tabel 20 zijn de resultaten per stadium weergegeven. Tabel 20 : Stadium op moment van diagnose. Eerste screening Vervolgscreening Stadium II+ (%) Stadium II+ (%) ,2 25, ,8 26, ,2 24, ,8 25,6 De resultaten schommelen rond de Europese normwaarden Heelkunde Eén van de doelstellingen van het bevolkingsonderzoek is het genezen van borstkanker met een minder intensieve en zware behandeling. Het aandeel mastectomieën moet dus zo laag mogelijk zijn. In tabel 21 is weergegeven hoe het aantal borstsparende heelkundige ingrepen zich verhoudt tot het aantal mastectomieën. Tabel 21: Heelkunde. Eerste screening Vervolg screening Borstsparend (%) Mastectomie /1000* Borstsparend (%) Mastectomie /1000* ,5 1,2 80,0 0, ,0 1,5 75,1 0, ,8 1,4 79,2 0, ,1 1,3 79,5 0,7 * Aantal uitgevoerde mastectomieën per 1000 gescreende vrouwen. 33 Resultaten

34 Voor borstkankers gevonden bij vrouwen die voor het eerst deelnemen aan het bevolkingsonderzoek wordt in ongeveer 70% van de gevallen een borstsparende ingreep uitgevoerd. Bij borstkankers gevonden bij vrouwen die een vervolg screening lieten doen wordt er in 75 tot 80% van de gevallen een borstsparende ingreep gedaan Conclusies De performantieparameters van het screeningsproces liggen grotendeels binnen de normen die op Europees niveau zijn vastgesteld. Om een volledige evaluatie van de resultaten van de het bevolkingsonderzoek in Vlaanderen te kunnen doen is complete informatie nodig van de resultaten van de uitgevoerde vervolgonderzoeken, van de borstkankers die worden gemist bij het screeningsonderzoek en van de intervalkankers. Tot op heden zijn deze gegevens nog incompleet of geheel afwezig. Er wordt echter voor geijverd om deze gegevens op korte termijn via de Stichting Kankerregister te verkrijgen. 34 Resultaten

35 4 Het is belangrijk erover te waken dat correcte informatie wordt verspreid en dat alle actoren in het bevolkingsonderzoek analoge boodschappen geven. Het is ook vanzelfsprekend dat een zo breed mogelijk segment van de bevolking, dus ook de omgeving van de vrouwen uit de doelgroep, moet gesensibiliseerd worden rond het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Als experts en actoren in het bevolkingsonderzoek hebben de Centra voor Borstkankeropsporing een aantal opdrachten op het vlak van bevordering en bewaking van de deelname van de doelgroep aan het bevolkingsonderzoek. De Centra voor borstkankeropsporing staan in voor het informeren, sensibiliseren en vormen van: - de betrokken artsen, teneinde de vrouw uit te nodigen voor deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker, in samenwerking met de Ondersteuningscel LOGO s en de LOGO s. - de vrouwen uit de doelgroep, in samenwerking met de Ondersteuningscel LOGO s en de LOGO s - de radiologen en de mammografische eenheden. Elk centrum bewaakt de kwaliteit van de inhoud van de vormingsactiviteiten. De respectievelijke verantwoordelijkheden van het centrum voor borstkankeropsporing en de LOGO s zijn opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst. (Bron: Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie aan de vijf screeningscentra voor de uitvoering van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 2007). Overleg CBO met de LOGO s Alle CBO hadden in 2007 meerdere overlegmomenten met de LOGO s. Alle CBO hebben jaarlijks verschillende overlegmomenten op niveau van het werkgebied of individueel of op provincieniveau. CBO worden ook vaak betrokken in overleg van het LOGO met partners (vb. werking allochtone of kansarme vrouwen, OCMW, stuurgroepen...) of zijn lid van de Algemene vergadering van het LOGO. Op de agenda van dit overleg van de CBO en de LOGO s staat meestal: stand van zaken (dekkingsgraad, uitnodigingen, ), planning actie in heel LOGO, planning actie gemeente, strategiebepaling, andere punten zoals pré-test actiemateriaal en dergelijke. 35

36 Aanwezigheid van de CBO op het overleg op Vlaams niveau ivm sensibilisering De CBO nemen op Vlaams niveau actief deel aan het overleg waarop onder meer de sensibilisering aan bod komt. Thema of benaming overleg Platform sensibilisering Website Interactieve tentoonstelling Overleg OCL/CBO/NVR Overleg Vlaams Agentschap, OCL en 1700 naar aanleiding van de Kom Op tegen kanker actie Deelname door de CBO Alle CBO vertegenwoordigd (op elke vergadering minstens 3 CBO aanwezig) Alle CBO vertegenwoordigd Twee vertegenwoordigers aangeduid voor ad hoc werkgroep vanaf 2008 Eén vertegenwoordiger namens de CBO Vertegenwoordiging van het Consortium en de CBO Activiteiten als spreker/voordrachtgever/expert van de CBO op activiteiten in verband met borstkanker of borstkankerscreening Infosessies Alle CBO staan in voor infosessies voor het doelpubliek. De voordrachtgever is een expert van het CBO ( CBO Brugge, CBO Brussel, CBO Brugge, CBO Antwerpen, CBO Gent, CBO Leuven), een door het CBO gevormde spreker (CBO Gent, CBO Leuven) of een externe (CBO Brussel). CBO Gent gaf in 2007 vorming aan 11 sprekers in haar werkgebied. In 2007 werden in totaal door de CBO een 75-tal infosessies gegeven. Per werkgebied is dit het volgende: 20 door CBO Gent, 1 door CBO Antwerpen, 6 door CBO Brussel, 43 door CBO Leuven, 5 door CBO Brugge. Soms op kleine (20-tal deelnemers), soms op grote schaal (meer dan 100 deelnemers). Deze infosessies werden georganiseerd door het LOGO, de gemeente, een lokale organisatie, enz. en vaak geïntegreerd in een bredere actie. Voor de infosessies gebruiken de CBO over het algemeen de consensuspresentatie in huisstijl. Symposia Experten van de CBO worden regelmatig uitgenodigd als spreker of moderator op symposia of studiedagen. Dit was ook in 2007 het geval voor CBO Antwerpen, CBO Gent, CBO Leuven, en CBO Brugge. Daarnaast werd CBO Gent door de universiteit en hogeschool gevraagd om mee te werken aan onderwijsactiviteiten (les, begeleiding scripties) in verband met vroege opsporing van borstkanker en het bevolkingsonderzoek. Andere In het kader van sensibiliseringsactiviteiten heeft CBO Gent via de LOGO s regelmatig contact met borstklinieken en borstverpleegkundigen.. CBO Leuven organiseert systematisch ontbijtvergaderingen met lokale mandatarissen (van het gemeentebestuur en het OCMW) in alle steden en gemeenten. Op die sessies wordt informatie uitgewisseld over de lokale acties. Er wordt ook een foto gemaakt van de mandatarissen voor een affiche ter ondersteuning van lokale acties. Alle CBO beantwoorden, zowel schriftelijk als mondeling, vragen van vrouwen uit de doelgroep, pers of algemeen publiek over het bevolkingsonderzoek. Actiemateriaal aangemaakt, uitgegeven en/of verspreid door de CBO. Folders Bij de uitnodigingsbrief (tweede spoor) voegen alle CBO een informatieve folder met 11 antwoorden op 11 vragen over het bevolkingsonderzoek. De teksten van de uitnodigingsbrief en de folder zijn uniform voor alle CBO en werden opgesteld door de Vlaamse Gemeenschap in samenspraak met de CBO. Sinds een paar jaar is een folder voor anderstalige en laaggeletterde vrouwen in ontwikkeling. CBO Gent, een aantal LOGO s (LOGO-Waasland, LOGO Antwerpen, LOGO Gent, LOGO Brussel) en LOGO partners (vb ODiCe) namen hiervoor het initiatief. CBO Leuven ontwikkelde en verspreidt de folder Als verder onderzoek nodig blijkt in Vlaams-Brabant en Limburg. De folders (voor 2007 ongeveer 1000) worden samen met de resultaatsmededeling en de screeningsmammografieën naar de artsen (huisartsen/gynaecologen) gestuurd wanneer aan de vrouw bijkomend onderzoek aangeraden wordt. CBO Leuven ontwikkelde en verspreidt ook de folder Waarom een mammografie en geen echo bij de screening. Deze folder (voor 2007 ongeveer 2000) is bedoeld voor de vrouwen uit de doelgroep en wordt verspreid via de ME in Limburg en Vlaams-Brabant. CBO Gent verleent haar medewerking aan de folder van CM en de actualisatie ervan. Flyers CBO Leuven maakt flyers over borstkankerscreening voor de infovergaderingen georganiseerd door vrouwenverenigingen of gemeenten. Het aantal is niet gelimiteerd. Affiches CBO Leuven ontwikkelt en verspreidt samen met partners de affiche 11 vragen en 11 antwoorden, zowel in papieren als elektronische versie, in groot of klein formaat (voor 2007 in totaal ongeveer 2500). De verdeling gebeurt om de twee jaar. Deze affiches zijn bedoeld voor de wachtzaal van de artsen, mutualiteiten en andere. 36 Sensibilisatie

37 Nieuwsbrieven CBO Brugge, CBO Brussel en CBO Gent geven samen met hun LOGO-partners om de zes maand B-magazine uit, op papier (ongeveer 3800) en elektronisch. Dit magazine wordt verstuurd naar artsen in Oost- en West- Vlaanderen. De mogelijkheid bestaat dat andere CBO in de toekomst hierbij aansluiten. CBO Antwerpen stuurt samen met partners twee keer per jaar een elektronische nieuwsbrief naar professionals in de borstkankerscreening en intermediairen (lokale besturen, enz). Rondschrijven (mailing) CBO Brussel en CBO Leuven richten om de twee jaar een rondschrijven naar huisartsen en gynaecologen met de planning van spoor 2 in hun gemeente. Documentatie- of vormingsmappen CBO Gent ontwikkelde samen met LOGO Waasland een vormingsmap voor maatschappelijk werkers in het OCMW. Deze map werd voor de eerste keer gebruikt in Beveren. De inhoud is gebaseerd op consensusteksten en info op Presentaties In 2007 werd een uitgebreide consensuspresentatie over borstkankeropsporing en het bevolkingsonderzoek ontwikkeld door het Vlaams Sensibilisatieplatform Borstkankeropsporing. Dit is gebaseerd op het Visueel Pakket van de Oost-Vlaamse LOGO s, het voordrachtpakket van de Oost-Vlaamse LOGO s, LOGO Roeselare-Tielt, LOGO Zuid-West-Vlaanderen en CBO Gent, op de voordracht van het LUCK en deze van de Limburgse LOGO s. Vertaling van actiemateriaal Op initiatief van CBO Gent werd voor gebruik in de faciliteitengemeenten het Aanvraagformulier voor screeningsmammografie/tweede lezing vertaald in het Frans. Het document werd in consensus door alle CBO goedgekeurd. Ook de uitnodigingsbrief en de folder werden in het Frans vertaald. Deze liggen ter inzage bij de gemeentebesturen in faciliteitengemeenten (vb. Ronse, Spiere-Helkijn) Verslagen CBO Antwerpen, CBO Gent en CBO Brugge sturen jaarlijks (en/of tussentijds) elektronisch een rapport over het bevolkingsonderzoek naar de LOGO s in hun werkgebied. CBO Brussel doet dit om de twee jaar. De verspreiding naar lokale partners gebeurt door de LOGO s. CBO Leuven, in samenspraak met de partners, stuurt in Vlaams-Brabant en Limburg aan de gemeenten, de ME, de LOGO s en de provinciebesturen een jaarrapport. Andere CBO Brugge stelt wandpanelen ter beschikking van haar partners, cartoons (oa. Ilah uit B-magazine) voor gebruik op actiemateriaal, affiches en gadgets. CBO Leuven stelt spandoeken en wandpanelen ter beschikking van haar partners. In de mammobiel ontvangen de opgekomen vrouwen een chocolaatje in een aangepast doosje. Op vraag van de LOGO s geven de CBO inhoudelijk feedback op actiemateriaal dat lokaal aangemaakt wordt (flyers, persberichten, enz). 37 Sensibilisatie

38 Lijst wetenschappelijke output Vlaamse Screeningscentra: Van Limbergen E. Consensus en controversen over borstkankerscreening. Tijdschrift voor geneeskunde, 2003, 60 (1). Denhaerynck K, Cortebeeck K, et al. Mammography screening attendance: meta-analysis of the effect of direct-contact invitation. Am. J. Prev. Med (3) Initiation of population based mammography screening in Dutch municipalities and effect on breast-cancer mortality: a systematic review The Lancet nr 9367 vol 361: Broeders M, Scharpantgen A, Van Limbergen E, et al. Comparison of early performance indicators within the European Breast Cancer Network: European Journal of Cancer Prevention (2): Van Hal G, Moens S, Van Goethem M, De Schepper A, Weyler J. Is the health promotion campaign for the breast cancer screening programme in Flanders succesful? Arch Public Health 2004;62(5): Van Hal G, Callens M. Borstkankerscreening in Vlaanderen. De Gids op maatschappelijk gebied 2005;96(4): Van Hal G. The official breast cancer screening programme in Flanders: a catch-22? Introductory editorial. Arch Public Health 2006;64(2-3): Weyler J. Evaluation of a screening programme for breast cancer in Flanders. Editorial. Arch Public Health 2006;64(2-3): Vande Putte G, Van Limbergen E, Van Steen A, Van Ongeval C, Eeckelaers G, Hernàndez-Benito MJ, Steylaerts J. Twelve years of breast cancer screening in Flemish-Brabant and Limburg. Arch Public Health 2006;64(2-3): Van Landeghem P, Bleyen L, Villeirs G, De Backer G. Re-attendance in the Flemish mammography breast cancer screening programme, Belgium. Results from the Centre for Prevention and Early Detection of Cancer, Ghent University. Arch Public Health 2006;64(2-3): Dierckx E, Michiels A, Rotthier P, Weyler J, Van Hal G. The influence of district level characteristics on the participation rate of breast cancer screening in the city of Antwerp, Belgium. Arch Public Health 2006;64(2-3): Wouters M, Vleminckx F, Van Hal G. How to reach a higher participation rate for breast cancer screening in Flanders? Arch Public Health 2006;64(2-3): Van Hal G, François G, Van der Burg M. Mammografische densiteit. Bruikbare klinische parameter binnen het kader van het Vlaamse screeningsprogramma voor borstkanker? Huisarts Nu 2007;36(6): Thierens H, Bosmans H, Buls N, Bacher K, De Hauwere A, Jacobs J, Clerinx P. Typetesting of physical characteristics of digital mammography systems: first experiences within the flemish breast cancer screening programme. JBR-BTR, 2007, 90:

39 Van Steen A, Van Tiggelen R. Short history of mammography: a Belgian perspective. JBR-BTR, 2007, 90: Kellen E, Vande Putte G, Van Steen A, Cloes E, Lousbergh D, Buntinx F, Van Limbergen E. Interval cancers in the beginning years of the breast cancer screening programme in the Belgian province of Limburg. Acta Clinica Belgica Garmyn B, Govaerts F, Van de Vyver N, Teughels S, Tjalma W, Van Hal G, Goelen G, Van Limbergen E, Verslegers I, Van Goethem M. Borstkankerscreening. Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering. Huisarts Nu 2008;37(1):2-27. Kellen E, Vansant G, Christiaens MR, Neven P, Van Limbergen E. Lifestyle changes and breast cancer prognosis: a review. Breast Cancer Res Treat Apr 4. Van Hal G, Rotthier P, Van Roosbroeck S, Dierckx E, Michiels A, Weyler J. De invloed van karakteristieken op buurtniveau op de deelname aan borstkankerscreening in de stad Antwerpen. Tijdschrift voor Sociologie 2008;29(2-3): Van Hal G. Cancer screening: EU recommendations and current practice in Belgium (editorial). Arch Public Health 2008;66(3): Wetenschapspopulariserende teksten Van Limbergen E, Van Steen A. Borstkanker beter overleven dankzij mammografie. UZ Gezondheidsbrief, 2001, nr 118. Bamelis H. Borstkankersterfte neemt af door vroegtijdige opsporing. Polsslag. Provinciaal Gezondheidsblad, 2003 (40). Van Steen A, Van Limbergen E. Vroegtijdige opsporing doet borstkankersterfte afnemen. UZ Gezondheidsbrief, nr. 145, oktober Gasthuisberg zendt zijn zonen uit / Europese richtlijnen en statistieken / Ook Russen zijn geïnteresseerd. De Huisarts (681) 14. Van Limbergen E. Verband tussen borstkanker en deodorant bewezen: het commentaar van prof. E. Van Limbergen. Goed Gevoel (jan.): Van Limbergen E, Neven P. Veroorzaakt deodorant borstkanker? Een mooi verhaal, maar géén bewijzen. UZ Gezondheidsbrief, nr 148, jan Van Limbergen E. Vlaanderen screent op borstkanker, Franstalig België niet. De Huisarts. Maart Borstkanker gescreend: cijfers en reflecties. Polsslag. Provinciaal Gezondheidsblad (43). Van Steen A. Echografie in mammoscreening. April Klare taal over borstkankerscreening? Polsslag Provinciaal Gezondheidsblad 2005 (47). Vier jaar georganiseerde borstkankerscreening in de Provincie Limburg Polsslag Provinciaal Gezondheidsblad 2006 (49). Zes jaar bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Polsslag Provinciaal Gezondheidsblad 2007 (56). Rapporten thesissen Baele J. Borstkankerscreening met lokale screeningseenheden binnen het MU programma. Evaluatie van de impact op de participatiegraad. Rapport De Rycke N. Borstkankerscreening door mammografie (Promotor: Dr. A. Van Steen). Van Hal G (promotor). Leeronderzoek inzake het Vlaams programma voor borstkankerscreening. Hoe kan een deelname van minstens 75% bij de vrouwen uit de doelgroep bereikt worden? Universiteit Antwerpen, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, Academiejaar Markovskaia E, Van Hal G (promotor). Borstkankerscreening. Hoe staan de Vlaamse huisartsen er tegenover? Wetenschappelijk werk ter verkrijging van het diploma van arts. Universiteit Antwerpen, Academiejaar Delahaye S en Pletinckx D, Van Hove G (promotor), Van Den Broecke R (co-promotor), Bleyen L en De Vriendt M (begeleiders). Preventieve borstscreening bij vrouwen met een mentale beperking: een exploratief onderzoek in Oost-Vlaanderen. Scriptie ingediend tot het behalen van de graad van licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen, optie Orthopedagogiek. Universiteit Gent, Faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen, Lijst wetenschappelijke output Vlaamse Screeningscentra:

40 Symposia, studiedagen, navormingen Symposium Praktische bedenkingen rond borstkankerscreening in Antwerpen-Noord, georganiseerd door LOGO Antwerpen-Noord, Werkgroep Senologie Klina Brasschaat en Regionaal Screeningscentrum Antwerpen. G. Van Hal: voordracht over algemene beschouwingen rond borstkankerscreening, Auditorium AZ Klina, Brasschaat, 23 juni Georganiseerde borstkankeropsporing in Vlaanderen. Informatie-avond georganiseerd door de Dienst voor Radiodiagnostiek, Interventieradiologie en Magnetische Resonantie Beeldvorming. G. Van Hal: voordracht gegeven over de organisatie van de borstkankerscreening in Vlaanderen. Auditorium Gouverneur A. Kinsbergen, UZA, Edegem, 10 september Schrooten P, Neven P, Van Limbergen E, Amant F, Poppe W. Screening voor gynaecologische en borsttumoren. Pentalfa-nascholing: Kankerscreening in de gynaecologie, loont het de moeite? KULeuven, 26 september Vierde Eerstelijnssymposium, ingericht door de Academische Huisartsencentra, de WVVH, de Unie van Huisartsenkringen, het Vlaams Eerstelijnsoverleg, het Vlaams Huisartsen Navormingsinstituut, onder auspiciën van het Vlaams Huisartsenparlement. Bastiaens H, Bouhout M, Bontinck D, Van Hal G, Eggerickx E, Van Royen P. MAM A Mammografie Allochtonen. Mondelinge voordracht door H. Bastiaens, Brussel, 27 september Symposium: Borstkankerscreening ook uw keuze, VOB Brugge 2 oktober Symposium Borstkankerscreening. Met de steun van de Belgische Vereniging voor Senologie, de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en de Koninklijke Belgische Vereniging voor Radiologie. G. Van Hal: voordracht gegeven over de Frequentie van borstkanker in Vlaanderen. UZ Gent, 4 oktober LUCK-team. 10 Jaar LUCK (Leuvens Universitair Centrum voor Kankerpreventie): 10 years of good LUCK. And the best is yet to come. Academische zitting. Universtaire Ziekenhuizen Leuven, 8 november Tweede LOGO Borstkankersymposium, ingericht door LOGO Antwerpen-Noord, in samenwerking met de huisartsen, radiologen en gynaecologen van de regio. G. Van Hal: voordracht gegeven over Borstkankerscreening in Vlaanderen en in LOGO Antwerpen-Noord, Klina, Brasschaat, 15 november th Annual EUPHA Conference 2003 (European Public Health Association). Globalisation and health in Europe: harmonising public health practices. Poster voorgesteld: Moens S, Van Hal G, Van Goethem M, Weyler J. By which information media on breast cancer screening in Flanders can women be reached? Europe Congress Centre of the Catholic University of the Sacred Heart, Rome, november Symposium georganiseerd door de vzw VOB voor radiologen en hun secretariaatsmedewerkers: - radiologen: Digitale mammografie bij borstkankerscreening - medewerkers: Diverse praktische aspecten van borstkankerscreening, 20 januari Infoavond digitale mammografie en nieuw screeningsprogramma, Novotel Brugge-Zuid. Sprekers: Prof. Bosmans H., Dr. Martens P., Mevr. t Kindt S., 20 januari Symposium met Radiologen: digitale screening, VOB Brugge, 15 juni Symposium met Radiologen: digitale transmissie, VOB Brugge, 31 augustus th European Conference on Public Health. Promoting the Public s Health, ingericht door de European Public Health Association (EUPHA). Posterpresentatie: Van Hal G, et al., How to reach a higher participation rate for breast cancer screening in Flanders? Graz, Oostenrijk, november Gezondheidsconferentie Bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Ingericht door Inge Vervotte, Vlaams minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin. Met medewerking van alle Regionale Screeningscentra. G. Van Hal: mondelinge voordracht over de Dekkingsgraad van de borstkankeropsporing en moderator van Werkgroep 2: dekkingsgraad en sensibilisatie. G. Villeirs, voordacht: Borstkanker in Vlaanderen Antwoord van de Medische Wetenschap. P. Martens, E. Van Limbergen, M. Van Goethem, G. Villeirs, voordracht: Kwaliteitsbewaking. Brussel, Markiesgebouw, 16 december Borstkankerscreening en digitale mammografie: stand van zaken. Novotel Langestraat, Brugge. Sprekers: Dr. Villeirs, Dr. Van Ongeval, Prof. Bosmans, 15 juni Eerste Jaarlijkse Dag Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker, georganiseerd door OCL (Ondersteuningscel LOGO s). Met medewerking van alle Regionale Screeningscentra. G. Van Hal: voordracht over opzet van het onderzoek naar de niet-participatie van vrouwen. Guido Goelen, voordracht over Vrouwen opbellen om hen te herinneren aan de uitnodiging. Patrick Martens, voordracht over: Een nieuwe website. Consortium van erkende screeningscentra van de Vlaamse Gemeenschap, voordracht over: De resultaten van het bevolkingsonderzoek in 2005 en een projectie voor De Factorij, Schaarbeek, 14 december Evaluatie van de screening volgens de richtlijnen van de Vlaamse administratie en de European Guidelines. Sprekers: Dr. Hilde Goris en Dr. Patrick Martens, Brugge, 21 december Praktijklessen digitaal lezen mammografie. O.C.M.W. Brugge, Ruddershove 4 Sprekers: Dr. Steyaert, Dr. Goris, 16 juni Lijst wetenschappelijke output Vlaamse Screeningscentra:

41 Symposium: Opleiding leesstations digitale screening te Brugge (VOB) in het kader van de erkenning van radiologen tot lezer digitale screeningsmammografie, 16 juni Symposium 6 jaar bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Limburg. 20 oktober Voordracht door E. Van Limbergen: Participatiecijfers na 6 jaar bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Voordracht door E. Kellen: Resultaten onderzoek intervalkankers. Voordracht door A. Van Steen: Follow-up bij positieve screeningsmammografie. Tweede Jaarlijkse Dag Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker, georganiseerd door OCL (Ondersteuningscel LOGO s). Met medewerking van alle Regionale Screeningscentra, 15 december S. Van Roosbroeck voordracht over sensibilisatie van groepen met speciale noden, S. Van Roosbroeck et al. poster 1 over Onderzoek naar niet-participatie borstkankerscreening in Vlaanderen en poster 2 over MAM A Project. E. Van Limbergen: voordracht: Resultaten van het bevolkingsonderzoek, meest recente cijfers. Provinciehuis van Vlaams-Brabant, Leuven, december Borstkanker en allochtonen: hoe kan men een betere toegang van zorg voor deze patiënten bereiken? Symposium ingericht door ZNA (Ziekenhuisnetwerk Antwerpen). G. Van Hal: voordracht over het vóórkomen van borstkanker in Antwerpen. Elzenveld, Antwerpen, 16 februari Eerste Nationaal Kankerplan, slotzitting. Georganiseerd door Laurette Onkelinx, Federaal minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken. G. Van Hal: voordracht over kankerpreventie. Brussel, 10 maart Lijst wetenschappelijke output Vlaamse Screeningscentra:

42 Lijst met afkortingen 6 CAD Computer Aided Detection CBO Centrum voor borstkankeropsporing CIS Carcinoma in situ CM Christelijke Mutualiteit DR Kankerdetectiegraad FOD Federale overheidsdienst FTE Full-time equivalent FTKC Fysisch-technische kwaliteitscontrole FTP File Transfer Protocol IMA Intermutualistisch agentschap INV Invasief IR Incidentie Ratio KSZ Kruispuntbank Sociale Zekerheid LOGO Lokaal Gezondheidsoverleg ME Mammografische eenheid N- kliervrij/klier-negatief NIS Nationaal Instituut voor de Statistiek NUR Nationale Unie voor Radiologen NVR Nederlandstalige Vrouwenraad OCL Ondersteuningscel LOGO s PPV Positief predictieve waarde PVW Positief voorspellende waarde RIZIV Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering RX Röntgenfoto VAR Vlaamse Adviesraad voor de Erkenning van Verzorgingsvoorzieningen VLK Vlaamse Liga tegen Kanker VPR Verrijkt personen register VVGO Vlaamse Vereniging voor Gynaecologie en Obstetrie WIV Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid WVVH Wetenschappelijke Vereniging voor Vlaamse Huisartsen QA Quality assurance of kwaliteitsbewaking 42

43 Samenvatting 7 Het Vlaams bevolkingsonderzoek voor vroegtijdige opsporing van borstkanker in de doelgroep jarigen startte op De aanvankelijk lage dekkinsgraad van 32,5% in 2002-steeg de laatste 5 jaar gestaag tot 45,4% in ,De initieel beoogde dekkingsgraad van 75% wordt nog niet gehaald. Redenen hiervoor zijn een afhaken of onregelmatige deelname van 20-24% van voorafgaande deelneemster en het onvoldoende omschakelen van symptoomloze dames uit de doelgroep van het jaarlijkse diagnostisch mammografisch annex echografisch onderzoek naar het kwaliteitsgecontroleerde bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Door de nog korte latentietijd is het nog te vroeg om enig effect op mortaliteitsreductie te kunnen verwachten. De kwaliteit van het bevolkingsonderzoek moet dus op surrogaatindicatoren worden gemeten. Uit de analyses blijkt dat de meeste parameters die gerelateerd zijn aan de kwaliteit van de apparatuur, radiologische kwaliteit, recall rates, kanker detectiegraad en positief predicatieve waarde globaal binnen de Europese normen vallen. Wel zijn er nog individuele variaties binnen het bevolkingsonderzoek aanwezig die moeten worden bijgesteld. Het aantal gevonden zeer vroegtijdige letsels zoals het percentage in situ, invasieve letsels invasieve tumoren zonder lymfeklieraantasting valt ook binnen de aanvaardbaarheid- of zelfs wenselijkheidnormen. De Vlaamse normen voor het tijdschema van rapportering van het screeningsresultaat naar de deelnemende vrouw is wegens capaciteitsproblemen binnen een aantal CBO, nog voor verbetering vatbaar in de jaren Voorlopige resultaten voor 2008 laten vermoeden dat dit probleem doeltreffend is aangepakt. Het meest heikele punt blijft de dekkingsgraad. De norm van 75% wordt voorlopig nergens gehaald. Op een aantal plaatsen in West en Oost-Vlaanderen, het Hageland, het noorden van de provincie Antwerpen en in de provincie Limburg worden al wel dekkingsgraden boven 60% gehaald. In het Noorden van Limburg, waar er al sinds 1993 pilootprojecten van het LUCK liepen wordt de Europese norm van 70 % gehaald.(zie fig. 1) Uit vergelijking met de cijfers van diagnostische mammografieën uit de IMA - rapporten blijkt dat in het Vlaamse Gewest de diagnostische mammografieën zijn teruggelopen van 33% dekkingsgraad in de screeningsdoelgroep in naar 21 % in , terwijl in het Brussels hoofdstedelijk ( resp. 48 % en 45 % ) en het Waals gewest ( resp. 47 % en 46% ) de meerderheid van de screeningsmammografieën in het diagnostische circuit blijven steken. Mits een verdere heroriëntering van een aantal diagnostische mammografieën annex echografieën uit de doelgroep van dames jaar, zonder familiale of erfelijke belasting of individuele matig tot hoogrisico factoren voor borstkanker, kan in het Vlaamse gewest waarschijnlijk op korte termijn de gewenste dekkingsgraad van 75% gerealiseerd worden. Diagnostische mammografieën blijven uiteraard van grote waarde bij vrouwen die buiten de doelgroep vallen wat betreft leeftijd, familiale of erfelijke belasting en individuele risicofactoren voor borstkanker. Voor het Consortium der Vlaamse Centra voor Borstkankeropsporing Prof.Dr E. Van Limbergen Voorzitter Dr. L. Bleyen Secretaris M.E. Coelst, Dr. P. Martens, Prof. G. Van Hal, Leden van de Raad van Bestuur Met dank aan de medewerkers van de CBO en het Consortium : P. Beyltjens, L. Buys, H.Bosmans, T. Deprez, M. Devriendt, G. Eeckelaers, M. Goossens, E. Kellen, M. Lootens, S. Steenacker, A. Thibaut, G. Vande Putte, M. van der Burg,, V. Verschuere, Y. Ysewyn, M. De Vriendt en aan de Stichting Kankerregister. 43

44 8 Bijlage 1 : Gegevens 0800 lijn De CBO s communiceren via een gratis telefoonlijn met de vrouwen uit de doelgroep om hen ondermeer toe te laten de afspraak uit de uitnodigingsbrief te annuleren of te wijzigen. In 2007 hebben in totaal vrouwen * naar dit gratis nummer gebeld. Dit komt neer op 23.9 % van het totaal aantal brieven die verstuurd zijn. * Cijfers van 4 CBO s CBO Leuven 2007 maand zonale gesprekken Mobiele gesprekken totaal januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal

45 CBO Brussel 2007 maand zonale gesprekken Mobiele gesprekken totaal januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal CBO Brugge 2007 maand zonale gesprekken Mobiele gesprekken totaal januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal CBO Gent 2007 maand zonale gesprekken Mobiele gesprekken totaal januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december totaal

46 Bijlage 2 : Aanvraagformulier 46

47 Bijlage 3 : Erkenningsprocedure De procedure voor erkenning, intrekking en schorsing van erkenning voor mammografische eenheden wordt geregeld in hoofdstuk V van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2001 betreffende de erkenning van mammografische eenheden en regionale screeningscentra voor borstkankeropsporing en in overige bepalingen van de Vlaamse regelgeving (B 1.). Vooraleer een radiologische dienst kan deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker moet deze dienst voldoen aan een aantal voorwaarden. Om een erkenningsdossier te kunnen openen, heeft het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid de identificatiegegevens van de radiologische dienst nodig. Vier types van diensten worden onderscheiden: diensten Radiologie/Medische Beeldvorming van een ziekenhuis, vennootschappen, natuurlijke personen, mobiele diensten of mammobielen. Daarnaast moeten ook de gegevens doorgegeven worden van de radiologen binnen de dienst die wensen deel te nemen. De deelnemende radiologen worden bekend gemaakt op het erkenningsbesluit. Enkel deze radiologen kunnen het systeem van derdebetalende toepassen in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Een erkenning als mammografische eenheid voor analoge screening in het kader van het Vlaamse bevolkingsonderzoek naar borstkanker kan enkel aangevraagd worden via het formulier aanvraag tot erkenning als mammografische eenheid voor analoge screening (zie bijlage 4). Dit dient dan volledig ingevuld bezorgd te worden aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Het dossier is pas volledig als volgende documenten aan het dossier zijn toegevoegd: een attest fysisch-technische acceptatie : dit attest bewijst dat de kwaliteit van het toestel werd onderzocht en goedgekeurd (zie bijlage 5) twee attesten medisch-radiologische acceptatie : deze attesten, uitgereikt door twee screeningscentra waarmee geen samenwerkingsovereenkomst zal afgesloten worden, tonen aan dat de kwaliteit van de radioloog zowel fototechnisch als radiografisch goed werd bevonden (zie bijlage 6). een samenwerkingsovereenkomst met een screeningscentrum (zie bijlage 6) Bij elke wijziging die zich voordoet binnen de mammografische eenheid, moet het agentschap Zorg en Gezondheid op de hoogte gebracht worden omdat deze wijziging een invloed kan hebben op de erkenning. Volgende situaties hebben zeker een invloed: een uitbreiding of inkrimping van het team radiologen een verandering van hoofdverantwoordelijke radioloog een adreswijziging of een fusie (bij ziekenhuizen) een stopzetting van de dienstverlening Het volstaat dit telefonisch, schriftelijk of per mail te melden aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Bij slecht functioneren van een erkende mammografische eenheid kan de Vlaamse Gemeenschap de erkenning van de mammografische eenheid intrekken, ook al wordt dit functioneren toegeschreven aan een van de radiologen. Bijkomende procedure voor aanvraag tot erkenning voor digitale screening Typetoelating Indien een radiologische dienst digitaal wil screenen zijn er nog een aantal bijkomende voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat het digitaal mammografietoestel en leesstation een typetoelating hebben. De procedure is als volgt: De firma dient schriftelijk een dossier in voor typetoelating bij de minister. Hierin wordt het type of de types van toestel(len) omschreven die voor de typetoelating in aanmerking komen, samen met de opstelling van het typetoestel en de exacte plaatsbepaling. Deze toestellen en de bijhorende gegevens mogen tijdens de loop van de procedure (van aanvraag tot definitieve beslissing minister) onder geen enkele omstandigheid gewijzigd worden. Het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid bezorgt het dossier aan de voorzitters van de subwerkgroep fysisch-technische kwaliteitscontrole (FTKC) en de subwerkgroep radiologie (RX). De subwerkgroep FTKC duidt de gemachtigde deskundigen aan voor het fysisch-technische luik van de typetoelating. De typetesting verloopt op basis van de door de subwerkgroep FTKC uitgewerkte testen en volgens de vooraf bepaalde procedure. De subwerkgroep FTKC maakt, op basis van de testen uitgevoerd door de deskundigen, een advies op met een globale quotering. Indien de typetoelating toestellen voor beeldverwerving en verwerking omvat en het advies van de subwerkgroep FTKC over deze toestellen luidt acceptabel / voldoende, dan duidt de subwerkgroep RX de radiologen aan voor het testen van het radiografische luik van de typetoelating. Die radiologen evalueren een set van klinische beelden bij de typetoestellen, die zich in dezelfde opstelling bevinden als bij de fysisch-technische typetesting. 47

48 De subwerkgroep RX maakt, op basis van de testen uitgevoerd door de radiologen, een advies op of het beeld al dan niet voldoet. Tijdens de procedure worden door de subwerkgroep FTKC en de subwerkgroep RX geen bevindingen noch suggesties voor verbetering meegedeeld aan de firma. De subwerkgroep FTKC en de subwerkgroep RX bespreken tijdens een gezamenlijk overleg de beide adviezen en stellen een globaal advies op, waarin zowel het fysisch-technische als het radiografische luik aanwezig is. Dit advies omvat een algemeen besluit. Het advies wordt door de subwerkgroep FTKC bezorgd aan de administratie, die het voor bespreking en goedkeuring agendeert op de eerstvolgende vergadering van de werkgroep borstkankeropsporing. Alle documenten die beschikbaar zijn over het dossier kunnen steeds geraadpleegd worden op de administratie. Na de beslissing van de werkgroep borstkankeropsporing vervolledigt het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid het dossier met de bijkomende documenten en maakt een ontwerp van antwoord over het dossier op aan de aanvragende firma. Dit ontwerp van antwoord wordt ter goedkeuring en ondertekening voorgelegd aan de minister. Van zodra de beslissing van de minister bekend is, wordt het antwoord bezorgd aan de firma. Bij negatieve beslissing heeft de firma de mogelijkheid in beroep te gaan bij de VAR of een nieuwe aanvraag tot typetoelating in te dienen, mits aangetoond wordt welke verbeteringsmaatregelen getroffen werden. Toelating van radiologen en mammografische eenheden tot de digitale screening Het geïnstalleerde mammografie toestel en leesstation dienen naast de typetoelating ook een acceptatietest te ondergaan. Deze test gebeurt eveneens door de subwerkgroep FTKC. Om kwaliteitsproblemen bij de weergave van de beelden op te sporen en ook om te testen of de mammografieën,en hun Dicom header (die de persoonsgegevens bevat) goed kunnen ingelezen worden in het leesstation van het CBO worden eerst mammografieën van 10 patiënten doorgestuurd vooraleer men echt met de screening zal starten. Ook wordt de samenwerkingsovereenkomst tussen de mammografische eenheid en het CBO aangepast met een addendum betreffende specifieke vereisten en afspraken in verband met de digitale screening. Naast de toestellen dienen ook de radiologen een bijkomende proef te doen, het zogenaamde proeflezen en de leestest. Dit geldt zowel voor de eerste als voor de tweede en derde lezers. Het proeflezen omvat acht uur training, opgesplitst in vier uur praktische training en vier uur didactische training. De praktische training houdt in: specifieke fysisch-technische en positioneringvereisten, met inbegrip van het herkennen van fouten hiertegen; QA van het systeem; soft copy reading; omgaan met workflow (technologie en werkprocessen); omgaan met archivering en het doorsturen van de screeningsmammografieën. De didactische training door experten houdt in: technische achtergrond van digitale mammografie; karakteristieken van digitale mammografie en verschillen met conventionele mammografie; CAD; idee hebben van de studies (Denver, Oslo I en II, ACRIN); de wettelijke vereisten. De leestest omvat de beoordeling van mammografieën van honderd vrouwen. Deze resultaten worden dan overgemaakt aan het Agentschap Zorg en Gezondheid die dan via de minister de erkenning toekent. 48

49 Bijlage 4 : Formulier aanvraag tot erkenning als mammografische eenheid Attest : Fysisch-technische acceptatietest. Ondergetekende(n), (1) verklaren hierbij dat de mammografische eenheid, onder leiding en hoofdverantwoordelijkheid van (2) voldoet aan de eisen van een fysisch-technische acceptatietest en beschikt over de meetinstrumenten voor dagelijkse en wekelijkse kwaliteitscontrole, zoals bepaald in artikel 5 tot en met 14 in het besluit van de Vlaamse regering van 02/02/2001 betreffende de erkenning van mammografische eenheden en regionale screeningscentra voor borstkankeropsporing. (1) : door de minister gemachtigde instantie voor het toetsen van de fyisch-technische normen. (2): naam erkend radioloog die de mammografische eenheid leidt en er de hoofdverantwoordelijkheid draagt. Datum: Handtekening (1) Stempel (1) 49

50 Bijlage 5 : Attest fysisch-technische acceptatie 50

2. Partners in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 12 2.1 De Vlaamse overheid als opdrachtgever 12 2.2 Centrum voor kankeropsporing 12

2. Partners in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 12 2.1 De Vlaamse overheid als opdrachtgever 12 2.2 Centrum voor kankeropsporing 12 jaarrapport 2012 INHOUD 1. Inleiding 10 2. Partners in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 12 2.1 De Vlaamse overheid als opdrachtgever 12 2.2 Centrum voor kankeropsporing 12 2.2.1 Sinds 01/01/2012

Nadere informatie

Oncologie Kempen 2013 5 oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen

Oncologie Kempen 2013 5 oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen Oncologie Kempen 2013 5 oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen Centrum voor Kankeropsporing Voorheen: hetconsortium van

Nadere informatie

2. Partners in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 12 2.1 De Vlaamse overheid 12 2.2 Centra voor borstkankeropsporing 12

2. Partners in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 12 2.1 De Vlaamse overheid 12 2.2 Centra voor borstkankeropsporing 12 jaarrapport 2011 INHOUD 1. Inleiding 10 2. Partners in het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 12 2.1 De Vlaamse overheid 12 2.2 Centra voor borstkankeropsporing 12 2.2.1 Algemeen 12 2.2.2 De medewerkers

Nadere informatie

INLEIDING 1 september tot en met 31 december 2013 A.Z. St.-Dimpna (nr )

INLEIDING 1 september tot en met 31 december 2013 A.Z. St.-Dimpna (nr ) INLEIDING Na aanbevelingen van Europa loopt sinds juni 2001 een Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker op basis van Europese wetenschappelijke richtlijnen. Concreet wil dat zeggen dat in Vlaanderen

Nadere informatie

Jaarrapport bevolkingsonderzoeken. Dr. Patrick Martens, Directeur CvKO Isabel De Brabander, Belgian Cancer Register

Jaarrapport bevolkingsonderzoeken. Dr. Patrick Martens, Directeur CvKO Isabel De Brabander, Belgian Cancer Register Jaarrapport bevolkingsonderzoeken Dr. Patrick Martens, Directeur CvKO Isabel De Brabander, Belgian Cancer Register Bevolkingsonderzoek Borstkanker Algemeen BVO Borstkanker Vrouwen 50-69 jaar Screeningsmammografie

Nadere informatie

Contactgegevens universitaire centra

Contactgegevens universitaire centra Aanvraag aanvaarding 1 e lezer Bevolkingsonderzoek Borstkanker Procedure Mail onderstaande documenten naar administratieme@bevolkingsonderzoek.be Attest A (kandidaat 1 e lezer en hoofdverantwoordelijke

Nadere informatie

Dr. Bart Garmyn Voorzitter van de werkgroep BVO naar borstkanker ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie Domus Medica

Dr. Bart Garmyn Voorzitter van de werkgroep BVO naar borstkanker ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie Domus Medica Dr. Bart Garmyn Voorzitter van de werkgroep BVO naar borstkanker ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie Domus Medica Epidemiologie Bron: Stichting Kankerregister, http://www.kankerregister.org/.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum); Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 2 en artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende bevolkingsonderzoek in het kader van ziektepreventie

Nadere informatie

Inleiding. Doelstelling van het akkoord

Inleiding. Doelstelling van het akkoord Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Coördinatiecentrum voor Borstkankeropsporing (BRUMAMMO) en de mammografische eenheden die deelnemen aan het programma voor systematische opsporing van borstkanker.

Nadere informatie

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC)

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de BBC Situering Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker is een initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

BIJLAGE 2: JAARPLAN 2012 MET INBEGRIP VAN DE BEGROTING

BIJLAGE 2: JAARPLAN 2012 MET INBEGRIP VAN DE BEGROTING BIJLAGE 2: JAARPLAN 2012 MET INBEGRIP VAN DE BEGROTING en goedgekeurd door het agentschap, om gevoegd te worden bij de beheersovereenkomst van voor de subsidiëring en erkenning van vzw Consortium van erkende

Nadere informatie

Jaarrapport bevolkingsonderzoeken2015. Dr. Patrick Martens Directeur CvKO vzw

Jaarrapport bevolkingsonderzoeken2015. Dr. Patrick Martens Directeur CvKO vzw Jaarrapport bevolkingsonderzoeken2015 Dr. Patrick Martens Directeur CvKO vzw Bevolkingsonderzoeken In Vlaanderen 3BVO naar kanker Borstkanker Baarmoederhalskanker Dikkedarmkanker 2668000 Vlamingen Goede

Nadere informatie

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn.

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn. WELOVERWOGEN BESLISSEN OF U EEN SCREENINGSMAMMOGRAFIE LAAT NEMEN. DE INFORMATIE IN DEZE FOLDER HELPT U DAARBIJ. 1. WAT IS BORSTKANKER? Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend

Nadere informatie

Borstkankerscreening

Borstkankerscreening Borstkankerscreening uit KCE reports vol.11a Voordelen en nadelen van de systematische screening Voordelen De ontwikkeling van borstkankerscreeningsprogramma s steunt op twee argumenten: o de behandeling

Nadere informatie

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Spreker Functie Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Inhoud 1. Bevolkingsonderzoek 2. Bevolkingsonderzoek Borstkanker in Vlaanderen de uitnodiging de screeningsmammografie de beoordeling het resultaat

Nadere informatie

16 MAART Besluit van de Vlaamse Regering betreffende aspecten van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

16 MAART Besluit van de Vlaamse Regering betreffende aspecten van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker 16 MAART 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende aspecten van het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker BS 07/06/2012 ( in voege vanaf 02/04/2012) HOOFDSTUK 1. Definities Artikel 1. In

Nadere informatie

Bijlagen bij het draaiboek Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker

Bijlagen bij het draaiboek Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker Bijlage 3. Persoonlijke levenssfeer BIJLAGE 3. PERSOONLIJKE LEVENSSFEER... 1 3.1 Aanvraagdossier (formulieren zie 4)... 1 3.2 Schema s over de doorstroming van de persoonsgegevens... 27 3.3 Registratiegegevens

Nadere informatie

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen

Spreker Functie. Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Spreker Functie Bevolkingsonderzoek Borstkanker Vlaanderen Inhoud 1. De borst en borstkanker 2. Preventie en vroege opsporing 3. Bevolkingsonderzoek 4. Bevolkingsonderzoek Borstkanker 5. Deelnemen: stap

Nadere informatie

Opvolging van positieve mammotesten - Jaren Dr. JB Burrion, mei 2011

Opvolging van positieve mammotesten - Jaren Dr. JB Burrion, mei 2011 Opvolging van positieve mammotesten - Jaren 2008-2009 Dr. JB Burrion, mei 2011 Context Sinds 2002 organiseert Brumammo vzw het opsporingsprogramma voor borstkanker voor vrouwen van 50 tot 69 jaar in het

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/034 ERAADSLAGING NR 09/011 VAN 3 FEBRUARI 2009, GEWIJZIGD OP 7 APRIL 2009, BETREFFENDE DE MEDEDELING

Nadere informatie

Laat je borsten zien: doen of niet? Resultaten screening. A Van Steen

Laat je borsten zien: doen of niet? Resultaten screening. A Van Steen Laat je borsten zien: doen of niet? Resultaten screening A Van Steen Wilhelm Conrad Röntgen (1845-1923) Professor Natuurkunde Universiteit Würzburg 26 / 11 / 1897 ontdekt bij toeval X-stralen 20 / 01

Nadere informatie

BIJLAGE H: BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR KANKER: MIDDELENBEREKENING

BIJLAGE H: BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR KANKER: MIDDELENBEREKENING BIJLAGE H: BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR KANKER: MIDDELENBEREKENING Rapportering ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie; wordt verder ontwikkeld tijdens het natraject December 2013 Inhoud Inhoud...

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo

Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo Dit rapport bundelt informatie over de bevolkingsonderzoeken naar kanker. Je vindt er de participatiegraad van Tremelo in terug. Ter vergelijking

Nadere informatie

Vierde evaluatierapport van het georganiseerde screeningsprogramma voor borstkanker in het Brussels Gewest (2009-2013)

Vierde evaluatierapport van het georganiseerde screeningsprogramma voor borstkanker in het Brussels Gewest (2009-2013) OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES Dossiers van het Observatorium Vierde evaluatierapport van het georganiseerde screeningsprogramma voor borstkanker

Nadere informatie

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013 PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013 INHOUDSTAFEL Achtergrondinformatie Project Zoet Zwanger: situering Resultaten project Zoet Zwanger Samenwerking 1 ste en 2 de lijn Aantal registraties

Nadere informatie

Spreektekst bij PP BK verkort met het accent op het verloop_

Spreektekst bij PP BK verkort met het accent op het verloop_ Spreektekst bij PP BK verkort met het accent op het verloop_02082018 Situering Deze presentatie is opgesteld door het Centrum voor Kankeropsporing en is bedoeld om toelichting te geven bij het Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

De mammotest. Project voor opsporing van borstkanker in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De mammotest. Project voor opsporing van borstkanker in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De mammotest Project voor opsporing van borstkanker in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Wat is een mammotest? Hoe verloopt de mammotest? Wat moet u doen? Hoe krijgt u de resultaten? En tussen 2 mammotests?

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN Inleidend: Elk jaar krijgen ongeveer 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker (DDK) hebben (2010: 5248). Dikkedarmkanker is de

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS

Nadere informatie

DEFINITIES EN BEREKENINGS- WIJZEN

DEFINITIES EN BEREKENINGS- WIJZEN DEFINITIES EN BEREKENINGS- WIJZEN BEVOLKINGSONDERZOEK BORSTKANKER TIJDIG OPSPOREN HELPT! BEVOLKINGSONDERZOEK BORSTKANKER DEFINITIES EN BEREKENINGSWIJZEN Inleiding 3 Historiek van het Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

OVERZICHT 2/07/2013 HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Dr. Stefan Teughels KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS

OVERZICHT 2/07/2013 HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Dr. Stefan Teughels KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Dr. Stefan Teughels OVERZICHT KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BMHK OVERZICHT KANKERSCREENING IN

Nadere informatie

BIJLAGE 2:JAARPLAN 2013 MET INBEGRIP VAN DE BEGROTING en goedgekeurd door het agentschap, om gevoegd te worden bij de beheersovereenkomst van datum

BIJLAGE 2:JAARPLAN 2013 MET INBEGRIP VAN DE BEGROTING en goedgekeurd door het agentschap, om gevoegd te worden bij de beheersovereenkomst van datum BIJLAGE 2:JAARPLAN 2013 MET INBEGRIP VAN DE BEGROTING en goedgekeurd door het agentschap, om gevoegd te worden bij de beheersovereenkomst van datum voor de subsidiëring en erkenning van vzw Centrum voor

Nadere informatie

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/125 ADVIES NR 09/24 VAN 3 NOVEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE KRUISPUNTBANK VAN DE

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoek. borstkanker in Vlaanderen. Een antwoord op uw vragen...

Bevolkingsonderzoek. borstkanker in Vlaanderen. Een antwoord op uw vragen... Bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen Een antwoord op uw vragen... Deze brochure werd gerealiseerd door de Vlaamse Liga tegen Kanker en is gebaseerd op de officiële communicatie van de werkgroep

Nadere informatie

Diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld. Maximum aantal en erkenningsnormen

Diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld. Maximum aantal en erkenningsnormen 27 APRIL 2005. - Wet betreffende de beheersing van de begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid BS 20/05/2005 inwerkingtreding: Diensten waarin een magnetische resonantie

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT POOL VAN RADIOLOGEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT POOL VAN RADIOLOGEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT POOL VAN RADIOLOGEN Dit huishoudelijk reglement regelt de interne werking van de Pool van Radiologen, vermeld in Besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2012 betreffende aspecten

Nadere informatie

RX screeningsmammografie. Informatiebrochure

RX screeningsmammografie. Informatiebrochure RX screeningsmammografie Informatiebrochure Inhoud 1 Wat is een screeningsmammografie? 3 2 De mammografie 4 2.1 Voor het onderzoek 4 2.2 Tijdens het onderzoek 5 2.3 Na het onderzoek 6 2.4 Tips 7 2 RX screeningsmammografie

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 11 oktober 2010 1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Het project Zoet Zwanger moet vrouwen die zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

Belangrijk voor vrouwen van 50 tot en met 69 jaar

Belangrijk voor vrouwen van 50 tot en met 69 jaar Belangrijk voor vrouwen van 50 tot en met 69 jaar Vlaams Bevolkingsonderzoek naar borstkanker Gezond zijn is belangrijk voor iedereen. Ook voor jou! Draag zorg voor jezelf en geniet van het leven. Maak

Nadere informatie

MINDER VERSNIPPERING, MEER ZORG PREVENTIEBELEID Zorgnet-Icuro dr. Dirk Dewolf, administrateur-generaal Zorg & Gezondheid Brussel, 29 april 2019

MINDER VERSNIPPERING, MEER ZORG PREVENTIEBELEID Zorgnet-Icuro dr. Dirk Dewolf, administrateur-generaal Zorg & Gezondheid Brussel, 29 april 2019 MINDER VERSNIPPERING, MEER ZORG PREVENTIEBELEID Zorgnet-Icuro dr. Dirk Dewolf, administrateur-generaal Zorg & Gezondheid Brussel, 29 april 2019 HOMOGENISERING PREVENTIEBELEID > Zesde staatshervorming:

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie

Campagne borstkankerscreening

Campagne borstkankerscreening Campagne borstkankerscreening VERSLAG NR. 1 VAN HET INTERMUTUALISTISCH AGENTSCHAP: Tweede semester 2001 (vergelijking met het tweede semester 2000) Voorlopige resultaten Verslag opgemaakt door Kristel

Nadere informatie

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker Maaike Fobelets Lore Pil Koen Putman Lieven Annemans 5 oktober 2015 1 Algemene principes

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/17/143 BERAADSLAGING NR. 17/014 VAN 21 FEBRUARI 2017, GEWIJZIGD OP 18 JULI 2017, BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN

Nadere informatie

HANDBOEK ONCOLOGIE SENOLOGIE. Inleiding

HANDBOEK ONCOLOGIE SENOLOGIE. Inleiding HANDBOEK ONCOLOGIE SENOLOGIE Inleiding Handboek senologie Associatie «Borstkliniek Voorkempen» September 2007 Dr.D.Verhoeven, voorzitter, mmv Borstkliniek Voorkempen Laatste aanpassing 1.1.2008 medewerkers

Nadere informatie

Graag informeer ik hierbij naar de werking van de Zorginspectie met betrekking tot het toezichtsdomein gehandicaptenzorg.

Graag informeer ik hierbij naar de werking van de Zorginspectie met betrekking tot het toezichtsdomein gehandicaptenzorg. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 818 van ELS ROBEYNS datum: 13 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Zorginspectie - Gehandicaptenzorg Graag informeer ik hierbij

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid SCSZ/09/132 BERAADSLAGING NR 09/072 VAN 17 NOVEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS AFKOMSTIG

Nadere informatie

Privacywet. Vlaamse Sociale Bescherming

Privacywet. Vlaamse Sociale Bescherming Privacywet Vlaamse Sociale Bescherming In het kader van de Vlaamse Sociale Bescherming worden er 3 tegemoetkomingen toegekend: de Vlaamse Zorgverzekering het Basisondersteuningsbudget en de tegemoetkoming

Nadere informatie

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 40 tot 49 jaar

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 40 tot 49 jaar Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over opsporing bij vrouwen van 40 tot 49 jaar Algemene informatie over opsporing Wat is opsporing? Hoe gebeurt het onderzoek bij opsporing? Borstkankeropsporing

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project

Vlaams Indicatoren Project Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Borstkliniek Vlaams Indicatoren Project Borstkliniek VLAAMS INDICATOREN PROJECT - UZ BRUSSEL INLEIDING In het kader van het 'Vlaams Indicatoren Project, voor Patiënten en

Nadere informatie

Wat verandert er door de nieuwe nomenclatuur mammografie en waarom?

Wat verandert er door de nieuwe nomenclatuur mammografie en waarom? RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN Inleidend: Elk jaar krijgen ongeveer 5.000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker (DDK) hebben. Dikkedarmkanker is de tweede meest

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Kruishoutem Markt 1 9770 Kruishoutem Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/ W65B-RMID /2014 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/17/032 BERAADSLAGING NR. 17/014 VAN 21 FEBRUARI 2017 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS AAN EN DOOR

Nadere informatie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie informatie voor gezonde proefpersonen en patïenten INLEIDING 3 KLINISCHE STUDIES: EEN INLEIDING 4 De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel

Nadere informatie

FAVV activiteiten. Valérie Van Roy Cel Erkenningen AER DG Controle. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FAVV activiteiten. Valérie Van Roy Cel Erkenningen AER DG Controle. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAVV activiteiten Valérie Van Roy Cel Erkenningen AER DG Controle Agenda Cel «AER» Registratie operatoren Nomenclatuur NACE-BEL Nomenclatuur FAVV

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door:

Nadere informatie

Prof. dr. Steven Weyers Namens de werkgroep BVO naar baarmoederhalskanker ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie Bestuurslid VVOG

Prof. dr. Steven Weyers Namens de werkgroep BVO naar baarmoederhalskanker ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie Bestuurslid VVOG Prof. dr. Steven Weyers Namens de werkgroep BVO naar baarmoederhalskanker ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie Bestuurslid VVOG Diensthoofd Vrouwenkliniek UZ Gent Baarmoederhalskanker als ziekte

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986;

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986; 25 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend BS 11/12/2006

Nadere informatie

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 50 tot 59 jaar

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 50 tot 59 jaar Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over opsporing bij vrouwen van 50 tot 59 jaar Algemene informatie over opsporing Wat is opsporing? Hoe gebeurt het onderzoek bij opsporing? Borstkankeropsporing

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun

Projectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun C Projectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 21/22 van het Kankerplan: Psychosociale

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie BIJLAGE Bijlage nr. 1 Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie 2006-2007 Tussen de partijen: De Vlaamse Gemeenschapscommissie, Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel, hierna genoemd de regionaal coördinator,

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Wis & Cº project. Beste schooldirectie, beste leerkracht,

Wis & Cº project. Beste schooldirectie, beste leerkracht, FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN CENTRUM VOOR INSTRUCTIEPSYCHOLOGIE EN TECHNOLOGIE DEKENSTRAAT 2 BUS 3773 BE-3000 LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Wis & Cº project Beste schooldirectie,

Nadere informatie

11.02.2008 RONDE TAFEL SCREENING EN VROEGTIJDIGE DIAGNOSE

11.02.2008 RONDE TAFEL SCREENING EN VROEGTIJDIGE DIAGNOSE Deelnemers 11.02.2008 RONDE TAFEL SCREENING EN VROEGTIJDIGE DIAGNOSE Filip Ameye (Belgian Association of Urology), Freddy Avni (Société Belge de Radiologie), Luc Bleyen (Consortium centra borstkankeropsporing

Nadere informatie

1 Beleid bij klachten mamma

1 Beleid bij klachten mamma 1 Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2014) In samenwerking met Mw. Dr. E. Paap, LRCB Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij

Nadere informatie

Beleid bij klachten mamma

Beleid bij klachten mamma Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2013) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Opglabbeek Rozenstraat 5 3660 OPGLABBEEK Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Opglabbeek/W65B-RMID/2016 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 70 tot 79 jaar

Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over borstkankeropsporing. bij vrouwen van 70 tot 79 jaar Informatie op te nemen in communicatie-instrumenten over opsporing bij vrouwen van 70 tot 79 jaar Algemene informatie over opsporing Wat is opsporing? Hoe gebeurt het onderzoek bij opsporing? Borstkankeropsporing

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005;

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005; SCSZ/05/90 1 BERAADSLAGING NR. 05/031 VAN 10 OKTOBER 2005 M.B.T. HET DEPARTEMENT ONDERWIJS VAN HET MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS BEHEERD DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

BIJLAGE I: GEZONDHEIDSDOELSTELLING VLAAMS BEVOLKINGS- ONDERZOEK NAAR BORSTKANKER & ACTIEPLAN 2006-2012: EVALUATIE

BIJLAGE I: GEZONDHEIDSDOELSTELLING VLAAMS BEVOLKINGS- ONDERZOEK NAAR BORSTKANKER & ACTIEPLAN 2006-2012: EVALUATIE BIJLAGE I: GEZONDHEIDSDOELSTELLING VLAAMS BEVOLKINGS- ONDERZOEK NAAR BORSTKANKER & ACTIEPLAN 2006-2012: EVALUATIE Rapportering ter voorbereiding van de Gezondheidsconferentie December 2013 Inhoud 1. Evaluatie

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Dilbeek Itterbeeksebaan 210 1701 Itterbeek Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 1 OCMW / W65B / 2016 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012)

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) 14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR LOKALE DIENSTENCENTRA 2016

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR LOKALE DIENSTENCENTRA 2016 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST V L A A M S E G E M E E N S C H A P S C O M M I S S I E Algemene directie Welzijn, Gezondheid en Gezin AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR LOKALE DIENSTENCENTRA 2016 Datum ontvangst

Nadere informatie

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: VTC); Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer Beraadslaging VTC nr. 11/2016 van 30 maart 2016 Betreft: aanvraag tot uitbreiding van machtiging VTC/2013/40 voor het meedelen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene

Nadere informatie

MyCareNet in uw Apotheek?

MyCareNet in uw Apotheek? MyCareNet in uw Apotheek? Met deze brochure willen we onze klanten informeren over de invoering van MyCareNet MyCareNet in uw apotheek MyCareNet is een initiatief van het NIC (Nationaal Intermutualistisch

Nadere informatie

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via

Indien u vragen hebt over deze controle, kunt u contact opnemen met uw inspecteur via Aan de Voorzitter van het OCMW van Diksmuide Ijzerheemplein 4 8600 Diksmuide Inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 1 OCMW/ RMID/2014 Betreft: Inspectieverslag Geachte Voorzitter, Hierbij

Nadere informatie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen 15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen BS 25/03/1999 in voege vanaf 04/04/1999 Gewijzigd door: KB12/08/2000 BS 29/08/2000

Nadere informatie

Informatiebrief OncoLifeS Hematologische oncologie

Informatiebrief OncoLifeS Hematologische oncologie Informatiebrief OncoLifeS Hematologische oncologie Inleiding Bij u is (mogelijk) recent of in het verleden de diagnose kanker gesteld en u wordt in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) begeleid

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van de regio: oostende Adres :Hospitaalstraat

Nadere informatie

Informatieavond borstkanker ism Borstkliniek Voorkempen, LOGO Antwerpen-Noord, en de gemeenten Malle en Zoersel

Informatieavond borstkanker ism Borstkliniek Voorkempen, LOGO Antwerpen-Noord, en de gemeenten Malle en Zoersel Borstkliniek Voorkempen Informatieavond borstkanker ism Borstkliniek Voorkempen, LOGO Antwerpen-Noord, en de gemeenten Malle en Zoersel Dr. Didier Verhoeven 9-12-2008 1 Programma Waarom borstklinieken?

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Sint-Genesius-Rode Dorpstraat 74 1640 Sint-Genesius-Rode Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI SGR/W65B-RMIB/2016 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005;

Gelet op de aanvraag van het Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 23 mei 2005; SCSZ/05/90 1 BERAADSLAGING NR. 05/031 VAN 10 OKTOBER 2005, GEWIJZIGD OP 20 JUNI 2006, M.B.T. HET DEPARTEMENT ONDERWIJS VAN HET MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert

Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert Dit protocol volgt de praktijkcode voor Europese statistieken, principe 1: Professionele onafhankelijkheid van statistische

Nadere informatie

Borstkankerscreening in de praktijk

Borstkankerscreening in de praktijk België - Belgique P.B. Gent X 3/1549 April 2009 5de jaargang nummer 1 verschijnt halfjaarlijks afgiftekantoor Gent X Een uitgave van de Centra voor Borstkankeropsporing en Logo s in Oost- en West- Vlaanderen

Nadere informatie

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 48/2014 van 2 juli 2014 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278, vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 (CO-A-2014-043)

Nadere informatie

IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen

IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen 1 IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen Boekhoudperiode 2015T1 2016T4 Publicatiedatum: 20 juni 2017 Auteurs: Belinda ten Geuzendam, Didier Saint-Jean,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/202 BERAADSLAGING NR. 17/087 VAN 7 NOVEMBER 2017 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE DIRECTIE-GENERAAL

Nadere informatie

Werken als consultatiebureauarts: van aanvraag erkenning tot toekenning van een opdracht

Werken als consultatiebureauarts: van aanvraag erkenning tot toekenning van een opdracht Werken als consultatiebureauarts: van aanvraag erkenning tot toekenning van een opdracht In een consultatiebureau wordt preventief medisch, psychosociaal en pedagogisch consult verstrekt aan jonge kinderen

Nadere informatie

Informatie brief voor patiënten die geopereerd zijn voor vroeg stadium baarmoeder kanker

Informatie brief voor patiënten die geopereerd zijn voor vroeg stadium baarmoeder kanker Informatie brief voor patiënten die geopereerd zijn voor vroeg stadium baarmoeder kanker Titel van het onderzoek Nazorg bij patiënten met baarmoeder kanker [ENdometrial cancer SURvivors follow-up care

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Centre communautaire de référence pour le dépistage des cancers ontvangen op 20/06/2011;

Gelet op de aanvraag van het Centre communautaire de référence pour le dépistage des cancers ontvangen op 20/06/2011; 1/12 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 48/2011 van 21 september 2011 Betreft: Aanvraag vanwege het Centre communautaire de référence pour le dépistage des cancers om toegang te

Nadere informatie