Bridge voor allen Beleidsplan District Noord & Midden Limburg van de Nederlandse Bridgebond

Transcriptie

1 Bridge voor allen Beleidsplan District Noord & Midden Limburg van de Nederlandse Bridgebond Kenmerk D-N&M i.o. Datum 27 maart 2014 Versie Versie 0.9 Status Concept Auteurs Arn van Cruchten, Paul Gerrits, Gerard van de Ven, Ruud Hoogenboom 1

2 Inhoudsopgave 1. Samenvatting Voorwoord Missie, visie en strategie Missie Visie Strategie Doelstellingen Externe ontwikkelingen Sociaal-cultureel Bridge Kaart 1 Vestigingsplaatsen van clubs Kaart 2 Inwoners en Bridgers Bestuur en organisatie Inleiding Organisatiestructuur Huidige situatie Inleiding Competities Activiteiten Ondersteuning verenigingen Materialen Omgeving Wat willen wij van Inleiding Competities Ontwikkeling aantal leden Ontwikkeling bestuur en organisatie Omgeving Begroting en kostendekking periode Bijlage 1 Overzicht bridgeclubs gegevens Overzicht aangesloten bridgeclubs Overzicht ledenaantal per januari Bijlage 2 Organogram NBB Organogram NBB Bijlage 3 Referenties Geraadpleegde literatuur Geraadpleegde websites Geraadpleegde personen

3 1. Samenvatting Het bestuur van het district Noord en Midden Limburg van de NBB heeft besloten tot het maken van een strategische beleidsplan. Een plan met een breed draagvlak bij de verenigingen die immers cruciaal zijn bij de realisering van de gekozen doelstellingen. Het vertrekpunt van het plan is een missie en een visie: bridge meer bekendheid te geven, het ledenaantal te laten groeien en dienstverlenend te zijn naar de clubs. Deze missie en visie zijn tot uitdrukking gebracht in een strategie en een resultaatvoorstelling voor de periode Deze strategie vraagt om een aanpak en doelstellingen op bestuurlijk en organisatorisch niveau, maar vooral om het ledenaantal de komende jaren met 5% te laten groeien, de uitstroom waar mogelijk terug te dringen en het bridgeniveau te verbeteren. Doelstellingen die andere eisen stellen aan bestuur en organisatie, zoals voor de versterking van de ondersteuning van de verenigingen bij de realisering van hun doelstellingen voor ledenaantal, bridgeniveau, maar ook deelname aan de bridgecompetities van het district. Ondersteuning die geboden wordt door advisering bij het beleid van de verenigingen op de terreinen van ledenwerving, opleiden, deelname aan competities, samenwerking met 'grijze' verenigingen en bridgetechnische zaken. Om onze doelstellingen te realiseren zijn er jaarlijks aan inkomsten nodig Voorwoord Het District Noord en Midden Limburg (D-N&ML) is op 1 juni 1952 opgericht en toegetreden tot de Nederlandse Bridge Bond (NBB). Vanaf die datum zijn in de loop van de tijd 28 clubs toegetreden tot het district. Het beleidsplan van het District Noord en Midden Limburg kan voor de betrokkenen bridgeclubs, de leden, maar ook de potentiële leden en cursisten, bestuur en organisatie (wedstrijdleider, clubadviseur, onderwijsadviseur) alleen betekenis hebben als het herkenbaar is, een focus heeft, motiveert en tot handelen aanzet. Bovendien dient het plan aan te sluiten bij de huidige langere termijn doelstellingen van de NBB: Ledengroei en sportparticipatie, podiumplaatsen voor topbridge. 1 De betekenis van het plan kan toenemen door betrokkenen zoveel mogelijk te laten meedenken. Dit heeft tot nu toe plaats gevonden in persoonlijke gesprekken, tijdens bijeenkomsten, commentaar op conceptplannen e.d. 2 Daarbij is ook aandacht geweest voor de externe ontwikkelingen en de betekenis die deze hebben voor het beleid van ons district. Het richtingspunt voor het plan zijn de missie, visie en strategie (hoofdstuk 1): een ver weg liggend perspectief dat vele jaren vraagt van bestuurlijke en organisatorische inzet (hoofdstuk 4), vooral van de participatie van de aangesloten clubs én de samenwerking met externe partijen die het bridge een goed hart toedragen. Vervolgens de vertaling hiervan in doelstellingen voor de beleidsperiode die voor ons ligt: Doelstellingen die in hun plaatsbepaling en uitwerking anticiperen op externe ontwikkelingen. Een belangrijk fundament van ons district is het huidige aanbod van competities en ondersteuning (o.m. organisatie competities, informatievoorziening, technische ondersteuning, beleidskwesties) van de clubs die hiervan gebruik maken 1 Bron: Tijd voor Bridge. Beleidsplan , NBB. Sportparticipatie is het vergroten van de deelname aan sport, aan bridge, bij voorkeur in clubverband, maar ook daar buiten. 2 Zie geraadpleegde personen voor degenen die betrokken zijn. 3

4 (hoofdstuk 5). Een fundament dat het vertrekpunt is van onze ambities, van de realisering van onze doelstellingen (hoofdstuk 6). Het beleidsplan wordt afgesloten met een begroting van de kosten die gemaakt moeten worden bij de realisering van onze doelstellingen en de wijze waarop wij de kosten dekken (hoofdstuk 7). 4

5 2. Missie, visie en strategie 2.1. Missie Het D-N&ML wil in haar district: Zich dienstverlenend in te zetten om bridge breed onder de aandacht van de samenleving te brengen. Dienstverlenend zijn voor de bij haar aangesloten bridgeclubs. Er aan bijdragen dat meer grijze clubs en spelers zich aansluiten bij het district Visie In ons district is in 2018 het totaal aantal leden van de aangesloten clubs gestegen. Het grootste deel van de stijging betreft de groep 55-plussers, maar ook het jongere segment laat een toename zien. De samenstelling van het ledental is gemengd: zowel competitief als recreatieve leden, waar mogelijk wordt een bijdrage geleverd aan het topbridge uit onze regio. Bridge heeft in ons district meer aandacht en beoefenaars gekregen Strategie Met welke aanpak en doelstellingen legitimeren we onze missie en realiseren we onze visie? In het kort via de volgende lijnen: - Bestuur en organisatie (1) De samenstelling van het bestuur, de portefeuilleverdeling en de inrichting van onze organisatie (w.o. de clubadviseur, onderwijsadviseur en TeCo) moeten passen bij de visie. Het hanteren van kengetallen en een baseline (nulpunt meting) is nodig voor een passende planning en control door bestuur en organisatie. - Bestuur en organisatie (2) Aandacht voor het bridgeniveau, instroombevordering, uitstroombeperking zijn vooral verantwoordelijkheden van de clubs; waar wenselijk en mogelijk ondersteunen bestuur en organisatie van het D-N&ML de clubinitiatieven en organiseert de uitwisseling van kennis en informatie over goed werkende initiatieven van de clubs. Deze ondersteuning betreft de volgende beleidsterreinen: materialen, opleidingen (w.o. clinics en workshops), wedstrijdvormen, ontwikkeling ledenaantal, interne en externe communicatie, differentiatie in ledenaantal en lidmaatschappen, differentiatie in speelmogelijkheden (avond/middag; speellocaties), samenwerking met andere niet-nbb clubs en externe partijen uit de regio. - Procesvoering Het veranderings- en ontwikkelingsproces op districtsniveau gebeurt onder leiding van het bestuur, maar met het optimaal benutten van de motivatie en kwaliteiten binnen de clubs, van de kaderleden, bridgedocenten en de vele vrijwilligers. 5

6 - Bridgeniveau Bij de ontwikkeling van het gewenste bridgeniveau vooral een verantwoordelijkheid van de clubs - wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de gekozen doelgroepen (competitief, recreatief, 55-plussers, jeugdigen) en hun perspectieven. - Instroombevordering De initiatieven gericht op de toename van het ledenaantal (in 2018) kan vooral bereikt worden binnen de clubs. Zoals met de vele bestaande initiatieven (o.m. geven van bridgecursussen, de oprichting en/of ondersteuning van recreatief ingestelde clubs, zomeravondbridge, middagbridge; nieuwe clubs lid maken van het district) als mede nieuwe initiatieven (zoals inzetten van sociale netwerken van de leden, gebruik maken van goed werkende initiatieven van clubs, technologische ontwikkelingen). - Uitstroombeperking De huidige leden zijn de basis van onze bridgeclubs. Het behouden van deze basis kan door de clubs op verschillende wijze gebeuren. Voorbeelden daarvan zijn middagbridge, opvangbridge, geven van bijscholing, workshops, feedback, vervoerfaciliteiten, niet bridgende partners betrekken, kinderen en kleinkinderen stimuleren te gaan bridgen e.d. 3 In de hierna volgende hoofdstukken wordt beschreven hoe het D-N&ML deze strategie gaat vertalen naar concrete acties. Het bestuur kan dit uiteraard niet alleen: de hulp van clubs en toegewijde vrijwilligers is hierbij noodzakelijk Doelstellingen Het doel van dit beleidsplan is het vastleggen van het beleid en beoogde resultaten van het district voor de komende periode ( ). Dit plan is mede gericht op het beleid en de werkwijze van de NBB richting de clubs en de districten. De afstemming van het D-N&ML met NBB wordt jaarlijks in een bestuursovereenkomst vastgelegd. Dit beleidsplan is het kader waarop deze overeenkomst is gebaseerd. Hoofdpunten in het beleid van het D-N&ML zijn; Competities. De organisatie van het huidige competitieprogramma wordt waar mogelijk verbeterd en het aantal competitiespelers is toegenomen. Resultaatvoorstelling: in 2018 is het aantal competitiespelers met 20% gestegen. Ontwikkeling van bestuur & organisatie. Resultaatvoorstelling: samenstelling van bestuur en organisatie passen bij de gekozen strategie w.o. de beoogde resultaten. Ontwikkeling van het aantal leden bij de clubs. Daarbinnen: promotie van bridge, instroombevordering, uitstroombeperking, benutting sociale media. Resultaatvoorstelling 2018: aantal leden is met 5% gegroeid. 3 Opvangbridge: voor beginnende bridgers die een online of TV-bridgecursus (zoals TV-cursus MAX) hebben gevolgd. 6

7 Verhoging bridgeniveau. Resultaatvoorstelling in 2018: 50% van de clubs heeft een opleidingsplan voor haar bestuur, staf en leden. Clubondersteuning. Op de volgende terreinen: beleidsontwikkeling, wedstrijdtechnieken en vormen, programmering en materialen, deelname aan competities, opleiden, promotie. Resultaatvoorstelling 2018: bij alle clubs is de behoefte aan ondersteuning geïnventariseerd en bij minimaal 25% van de clubs geëffectueerd. Opleidingen. Deelname en kwaliteit van de opleidingen van het district afstemmen met strategie. Resultaatvoorstelling: een opleidingsplan Enkele externe ontwikkelingen zijn van belang bij de realisering van de hoofdpunten van het beleid. Ze worden in hoofdstuk 3 in overzicht genoemd en uitgewerkt naar de relevantie die zij hebben voor bridge en het beleid van het district. 7

8 3. Externe ontwikkelingen 3.1. Sociaal- cultureel Ook ons bridge bevindt zich in een sociaal-cultureel klimaat dat medebepalend is voor de belangstelling van deze aantrekkelijke denksport (naast dammen en schaken) in ons district en verwachtingen van haar inwoners. Daarbij moet wel een relativerende kanttekening gemaakt worden: slechts 6% (ruim 1 miljoen) van de Nederlanders beoefent een denksport en maar 2% doet dit vaker dan 12x per jaar (Bron: SCP). 4 Dat zou betekenen, dat er in ons district (aantal inwoners: ca. 3% van totaal aantal inwoners in Nederland) op basis van deze cijfers ca een denksport beoefenen. De afgelopen jaren hebben beleidsmakers, maar ook de sportbonden, geanticipeerd op de vele resultaten van onderzoek waarin aangetoond wordt dat sporten gezond is voor lichaam en geest. Niet alleen vanwege de aantrekkelijke speleigenschappen, maar ook het gevoel ergens bij te horen, sociale contacten te hebben, een uitje te hebben. (Bron: Nivel en Mulier). Overigens zijn deze sociale motieven bij het bridge niet voor alle soorten bridgers gelijk. Zo blijkt eveneens uit genoemd onderzoek, dat veel oudere, startende bridgers zich niet thuis voelen in een competitieve clubsfeer. 5 Bovendien kan deze doelgroep vanwege sociale, huiselijke of andere verplichtingen niet altijd s avonds bridgen. Programma s zoals Denken en Doen anticiperen succesvol op deze behoeften. (Bron: NBB en Op meerdere plaatsen in Nederland worden daarmee ervaringen opgedaan, ook binnen ons district (o.m. Venlo, Roermond, Boxmeer) Bridge Het aantal bridgers wordt in Nederland geschat op vijf- tot zeshonderdduizend (ca. 3% van de totale bevolking). Daarvan is ca. 20% (ca ) lid van een bij de NBB aangesloten vereniging. Het totaal aantal bridgers geeft dus nog ruime mogelijkheden voor de groei van het aantal leden van de 28 bridgeclubs die bij het district zijn aangesloten. 6 Immers: hun huidige ledenaantal is 2803 tegenover het theoretisch geschatte aantal van ca bridgers in ons district. 7 Bridgers die niet alleen in de huiselijke kring spelen, maar ook in allerlei varianten van georganiseerd bridge in cafés, gemeenschapshuizen, sportkantines, ouderverenigingen etc. Ook door het verbinden van dit soort clubs aan het D-N&ML kan het ledenaantal groeien en haar positie versterkt worden. Het district NM&L is een van de 24 bij de NBB aangesloten districten. 8 Uit de situering van de vestigingsplaatsen van de clubs in het district blijkt een goede spreiding van de clubs over het gehele district en relatief geringe reisafstanden voor de bridgers naar hun clubs. 9 Op kaart 1 zijn de gemeentes c.q. de vestigingsplaatsen en de clubs 4 Bij enkele andere sporten zijn deze deelnames: zwemmen 51%, fietsen 32%, fitness 30%, wandelen 25%, voetbal 11%, schaatsen 7%. 5 We zien eenzelfde tendens bij andere, lichamelijke' sporten: recreatief sociale beoefenaren mijden een competitieve sportsfeer. 6 Zie bijlage 1. 7 Landelijk gemiddelde wordt geschat op 3%. In ons district is 3% van ca bridgers. 8 Zie organogram in bijlage 2. 9 Voor ouderen kan deze reisafstand toch een belemmering ervaren worden. 8

9 opgenomen, op kaart 2 het aantal inwoners, geschatte aantal bridgers en aantal leden van de aangesloten clubs. 9

10 3.3. Kaart 1 Vestigingsplaatsen van clubs Bron van de kaarten: Provincie Noord-Brabant. 10

11 3.4. Kaart 2 Inwoners en Bridgers 11 Opvallend zijn de grote verschillen tussen de gemeentes. De uitersten in de verhouding tussen het geschatte aantal bridgers en de NBB-bridgers liggen tussen de 44% in Boxmeer met 377 NBB-bridgers en een geschatte aantal van 847 bridgers. En de 3% die in Venlo wordt behaald. De cijfers kunnen door het district en de clubs gebruikt worden voor nader onderzoek, vergelijking tussen de clubs, voor het bepalen van de gewenste ontwikkeling van het ledenaantal en het monitoren van deze ontwikkeling. 11 Bron van de kaarten: Provincie Noord-Brabant. 11

12 4.1. Inleiding 4. Bestuur en organisatie Bestuur en organisatie van het district zijn gepositioneerd binnen de NBB structuur. (zie bijlage 2). Vanuit de NBB zijn er drie kerngebieden geformuleerd: algemeen advies aan clubs: de clubadviseur. de verbinding met het bridgeonderwijs: de onderwijsadviseur. de bridgewedstrijden: de districtscompetitieleider (DKL). Daarnaast kiest het district als 4e kerngebied: technische ontwikkeling en kader: Technische Commissie (TeCo). In het beleid van ons district wordt geanticipeerd op de beleidsmatige (inhoudelijk, organisatorisch) vertaling van deze kerngebieden Organisatiestructuur In onderstaand organogram is een schets op hoofdlijnen gegeven van de bestaande organisatie van ons district. Een belangrijk kenmerk van dit bestuurlijke scenario is de vervlechting van bestuur en organisatie. Organogram. Districtsbestuur en Technische Commissie (TeCo) 12

13 Toelichting: Het bestuur draagt een collectieve verantwoordelijkheid voor het beleid en de onder haar verantwoordelijkheid uitgevoerde activiteiten. Het bestuur van het district bestaat uit 5 personen. De portefeuilles van deze personen zijn: - Voorzitter: coördineert de beleidsmatige en uitvoerende activiteiten van het bestuur, is voorzitter van het bestuurlijke en plenaire (met de aangesloten clubs) overleg en onderhoudt de bestuurlijke contacten met de NBB. - Secretaris: bereidt het bestuurlijke overleg voor (agendering, vergaderstukken), zorgt voor de verslaglegging en archivering, aanspreekpunt voor bestuursleden, leden van commissies en leden van verdiensten, houdt het register bij. - Penningmeester: zorgt voor het beheer van de gelden van het district en de verslaglegging en verantwoording daarover. - Bestuurslid (Clubadviseur): onderhoudt de contacten met de aangesloten clubs, brengt beleidsadviezen uit over de ontwikkeling ledenaantal en bridgeniveau, bezoekt niet aangesloten clubs en stemt dit af met clubs uit de betreffende gemeenten. - Bestuurslid (Technische Zaken en/of Onderwijsadviseur): de belangrijkste linking pin tussen het bestuur en de uitvoerende organisatie. Binnen de technische zaken de verantwoordelijkheid voor het rekenprogramma, wedstrijdorganisatie, website e.d. Onderwijszaken: verantwoordelijk voor het opleidingsplan, adviseert clubs over bridgeniveau en kaderontwikkeling, initieert nieuwe initiatieven, onderhoudt de contacten met de bridgedocenten. De bestaande verdeling op bestuurlijk niveau tussen de verschillende beleidsterreinen bestuur & organisatie en procesvoering, promotie (w.o. instroombevordering, jeugd), uitstroombeperking, ontwikkeling bridgeniveau (w.o. opleiden), informatievoorziening, 13

14 financiën, verslaglegging, externe contacten en de portefeuilles van bestuursleden is schematisch gezien als volgt: Beleidsterreinen Portefeuilles Voorzitter Secretaris Penningmeester Bestuurslid Clubadviseur Bestuur & organisatie x x en procesvoering Wedstrijdzaken Promotie x x Uitstroombeperking, x instroombevordering Ontwikkeling bridgeniveau en opleiden Informatievoorziening x x Financiën x Verslaglegging x Externe contacten 12 x x Bestuurslid TeCo x x Naast de bestuursleden nemen de DKL en op basis van uitnodiging de Regioleider Noord/Zuid (RLN/Z) deel aan de bestuursvergaderingen. De Clubadviseur (CA) en Bestuurslid / TeCo hebben niet alleen een bestuurlijke, maar ook belangrijke organisatorische taken. Door deze bestuurlijk-organisatorische structuur bestaan er directe linking pins tussen bestuur en de uitvoering van de kerntaken. Voor de opleiding van technisch kader zijn er twee aangewezen kaderdocenten (KD) op vrijwillige basis, maar deze nemen dus niet deel aan het bestuurlijk overleg. Bestuurlijk wordt er door het bestuurslid / TeCo verantwoording afgelegd over hun bijdrage aan het beleid van het district. Voor de ontwikkeling van aantal bridgers en het bridgeniveau is het district afhankelijk van omvang en professionaliteit van het gediplomeerd kader clubleiders A (aantal141) en B (45), Technisch clubleider (35), Wedstrijdleider (30) en docenten (22) in het district. Dat geldt uiteraard vooral voor iedere club afzonderlijk. Uit een vergelijkende onderzoek blijkt, dat ons district hierin goed voorzien is Het betreft hier alleen de bestuurlijke contacten. 13 Bron: Jaarboek district Noord en Midden Limburg. 14

15 Op dit moment zijn de belangrijkste beleidskwesties: Beleidsonderwerp Verantwoordelijkheid Wanneer besluitvorming? 14 bij? 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Strategisch beleidsplan Bestuur x Evaluatie uitvoering Bestuur x x x x beleidsplan Bestuursovereenkomst Bestuur x Financiën Bestuur x x x x Aantal aangesloten clubs Bestuur x x x x Aantal en samenstelling Bestuur x x bridgers Programmering competities DKL x x Deelname aan competities DKL x X Opleiden TeCo / x x x X Onderwijsadviseur Wedstrijdvormen TeCo x x Bij enkele beleidskwesties zoals aangesloten clubs, aantal en samenstelling (jeugd tot en met 55-plussers) bridgers, deelname aan competities zijn de clubs een belangrijke participant. Met de clubs (ALV) worden afspraken gemaakt over de wijze en frequentie het afleggen van verantwoording over de uitvoering van het beleidsplan. Tussen het bestuur en de uitvoerende organisatie (TeCo) worden met als kader het beleidsplan jaarlijks afspraken gemaakt over uitvoerings- en verantwoordingskwesties over de volgende beleidszaken: wedstrijdprogramma, ontwikkeling bridgeniveau en opleiden, de communicatielijnen tussen bestuur en organisatie en clubadvisering. 14 In de kwartalen van het lopende kalenderjaar. 15

16 5. Huidige situatie 5.1. Inleiding Het district heeft op dit moment geen beleidsplan, maar functioneert in haar primaire taakstelling (o.m. programmering competities, opleidingen, clubondersteuning, technische ondersteuning) al jaren naar tevredenheid. Over deze taakstelling en de daarmee bereikte resultaten wordt bestuurlijk (ca. 6x per jaar en ALV 2x per jaar) en organisatorisch (TeCo 1x jaarlijks) vergaderd en gerapporteerd. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken Competities Het district organiseert jaarlijks: een viertallencompetitie voor hoofd-, 1 e -, 2 e -, 3 e -klasse. een open parencompetitie voor hoofdklasse en 1 e klasse. De 2 e klasse en lager wordt per club gespeeld. een damesparencompetitie hoofd- en 1 e klasse. een KO-beker competitie voor clubteams. districtsdag. Het totaal aantal teams dat in aan de viertallencompetitie heeft deelgenomen is 69. Een lichte daling t.o.v In de Open Paren is sprake van een opmerkelijke stijging (van 21 naar 47), bij de Dames Paren en de Districtsdag een stabiele deelname terwijl de knock-out beker iets terug loopt. 15 De totale deelname aan door het district georganiseerde wedstrijden is enigszins toegenomen: van 367 paren (2009) tot 386 (2013/2014). Opmerkelijk is dat slechts ca. 2/3 van de clubs aan deze competities deelnemen, maar dat is landelijk gezien een bovengemiddelde deelname. Voor veel bridgers is het uit spelen en de reistijd een reden om niet deel te nemen aan een of meerdere van deze competities Activiteiten - Ledenvergaderingen. Wij houden 2 keer per jaar een algemene ledenvergadering waar we de leden ruimschoots de gelegenheid geven ervaringen uit te wisselen. Daarnaast 1 keer per jaar een TeCo-vergadering waar met name organisatorische en technische zaken worden besproken. - Bestuursvergaderingen. De planning en de agendering van de vergaderingen past bij de beleidscyclus van het district. - Vorming kader. 15 De grotere deelname aan de Districtsdag 2013 wordt als incidenteel gezien. 16

17 Iedere 3 jaar houden wij een kaderdag, die bedoeld is voor het bestuurlijk en technisch kader van de clubs. Hierbij wordt aandacht besteed aan bestuurlijke en technische ontwikkelingen binnen de bridge wereld. Verder zijn er in recente jaren een of meerdere bijscholingscursussen voor clubleiders en arbiters georganiseerd. De bedoeling is deze in de toekomst een vaste plaats te geven in de jaarkalender van het district Ondersteuning verenigingen Sinds enkele jaren is er binnen het district een clubadviseur en een onderwijsadviseur aangesteld. De clubadviseur ondersteunt de clubs op het gebied van algemene bridge onderwerpen echter ook bij bestuurlijke zaken. Uiteraard kunnen hierbij een of meer van de andere bestuursleden zoals het TeCo-lid worden ingeschakeld. De Clubadviseur heeft in 2013 diverse clubs geadviseerd over verschillende onderwerpen, veelal op aanvraag van de club. Daar het D-N&ML op dit moment de functie van onderwijsadviseur niet heeft ingevuld zijn er op dit gebied nauwelijks activiteiten ontplooit. De TeCo en DKL, maar ook de kaderleden kunnen de clubs ondersteuning bieden op het gebied van de technische zaken (o.m. NBB rekenprogramma, wedstrijdorganisatie, website etc.) 5.5. Materialen In het kader van het beleidsplan dient onderzocht te worden of de materialen die het D- N&ML op dit moment in haar beheer heeft voldoen aan de in dit beleidsplan gestelde doelen tot en met Omgeving Voor het district en de individuele clubs kunnen partijen uit de omgeving om verschillende redenen van belang zijn. In de breedte is onbekend welke contacten de clubs met hun omgeving onderhouden. Vanuit het district gezien wordt hieronder een overzicht gegeven van de mogelijkheden. - De samenleving. Meer specifiek: het publiek en de mate waarin zij geïnformeerd zijn over het district, over bridge. Op dit moment vindt er geen systematische voorlichting en promotie plaats. - NBB: beleidsmatige afstemming en ondersteuning. Overleg en contacten tussen NBB en ons district werkt naar tevredenheid. - Andere districten. Er zijn incidentele contacten, nog niet vanuit samenwerkingsmogelijkheden gezien. Dat zou bijvoorbeeld kunnen op het terrein van voorlichting, promotie, organisatie van bridge evenementen e.d. - Overheid. Provinciale en/of gemeentelijke overheden. Deze zijn zeker geïnteresseerd in initiatieven die gericht zijn op de structurele verbetering van de fysieke en mentale gesteldheid van haar inwoners. Vanuit het district zijn er geen systematische en regelmatige contacten met de overheid. - Bedrijfsleven en instellingen. Bridge heeft als denksport respect en wordt gezien als een gezonde tijdsbesteding. Er kunnen meerdere redenen zijn waarom bedrijven en instellingen geïnteresseerd zijn in bridge en de rol van het district: promotionele, raakvlakken met hun kernactiviteiten (o.m. sport, gezondheid, marketing, reizen, recreatie, educatie, ouderenzorg). Op dit moment zijn er vanuit het district nauwelijks regelmatige contacten met bedrijven en instellingen. Vanuit 17

18 de clubs bestaan deze contacten wel bijvoorbeeld vanwege sponsoring, beschikbaar stellen van faciliteiten of materialen e.d. - Andere sportbonden en -clubs. Er zijn meerdere voorbeelden van sportcombinaties die aan populariteit winnen. Het meest bekende voorbeeld is de combinatie van bridge en golf. Het district heeft op dit moment (nog) geen aandacht voor mogelijke combinaties. 18

19 6. Wat willen wij van Inleiding Wat wij willen is op hoofdlijnen onze missie, visie, strategie en doelstellingen weergegeven. Hierin is de reikwijdte van de strategie langer dan de termijn van dit beleidsplan. De doelstellingen gaan meer in op de periode Deze worden verder uitgewerkt in dit hoofdstuk waarbij rekening gehouden is met de inzichten, die tijdens het maken van dit beleidsplan zijn ontstaan Competities De deelname aan de competities van het district is in 2018 met 20% gestegen door: Soort competities. Het huidige aanbod viertallen, open paren, damesparen, KObeker, districtsdag - de kern van de competities te laten blijven. Voorlichting. Verbetering van de voorlichting aan de clubs en haar leden zodat aantal deelnemers gaat toenemen. Kwaliteit competities. Aantrekkelijker maken van de competities waarbij rekening gehouden wordt met de weerstand (o.m. reisafstanden) en de aantrekkelijke kanten (speellocaties en planning van data en tijdstippen zoals avond én middag; wijze van ontvangst van clubs). Bridgevormen. Bedenken van nieuwe bridgevormen binnen en tussen de clubs waardoor de animo voor bridge en de deelname aan de competities gaat toenemen. Samenwerken met andere districten. Nagaan of de uitwisseling van kennis en informatie tot kwaliteitsverbetering en innovatie kan leiden Ontwikkeling aantal leden Om de doelstelling van een groei van 5% in ledenaantal bij de clubs in 2018 te halen wordt het volgende ondernomen: Promotie. De bekendheid van bridge en het totaal aantal bridgers in alle lagen van de bevolking te laten toenemen. Er wordt een nulmeting gedaan om de begin situatie in 2014 vast te stellen. 16 Opleidingsplan. Op basis van de uitkomsten van de nulmeting wordt er samen met enkele regionale partijen (zie hoofdstuk 5.6) een voorlichtings-, promotie-, bridge- en opleidingsplan gemaakt en uitgevoerd. Onderdeel van de nulmeting is het aanbod op internet aan bridgemogelijkheden, materialen, software, speelmogelijkheden, ondersteuning e.d. Grijze clubs. Er wordt met alle bridgeclubs die geen lid zijn van het district contact opgenomen om voorlichting te geven over de voordelen van aansluiting bij het district en/of een club die al lid is van het district. De niet aangesloten clubs krijgen op proef een aantrekkelijk, tijdelijk en gratis kennismakingsaanbod. Best practises. De best practises van de aangesloten clubs worden in kaart gebracht, beschreven en aan de andere clubs beschikbaar gesteld. Indien nodig kunnen deze clubs gebruik maken van de club- en/of onderwijsadviseur. Voorbeelden van best practises zijn: middagbridge, passagebridge, flexibele 16 Het district Utrecht heeft een goed voorbeeld van een integrale aanpak: van promotie, opleiden tot integratie (in clubs). Er wordt onderzocht of HBO-studenten de nulmeting kunnen uitvoeren. 19

20 arrangementen, open competities (ook voor niet-nbb-leden), knipkaarten, boerenbridge e.d. Sociale media. Het optimaal benutten van de sociale media om de toegang tot bridge te verkleinen. Interesse in bridge. Het doen van een verkennend onderzoek in naar kansen en cases, bedreigingen en mogelijkheden voor het vergroten van de interesse voor bridge bij jeugdigen én de instroom van jeugdigen (6 25 jaar) in de bridgeclubs van het district. De uitkomsten van deze verkenning bepalen het beleid voor de periode Ontwikkeling bestuur en organisatie Om de doelstellingen te kunnen halen worden bestuur en organisatie op de volgende punten ingericht: Aantal en samenstelling bestuur. Vanwege de eisen die aan het bestuur worden gesteld voor de uitvoering van dit beleidsplan: opnieuw vaststellen van het aantal bestuursleden, de portefeuilleverdeling en de verbindingen met de organisatie (ondersteunende professionals; zie hoofdstuk 4). 17 Onderwijsadviseur. De aanstelling van een Onderwijsadviseur. 18 Uitvoering beleidsplan. De uitvoering van het beleidsplan is leidend voor het functioneren van bestuur en organisatie. Over de stand van zaken in de uitvoering wordt in de (bestuurlijke en overige) vergaderingen gerapporteerd. In het verlengde hiervan: het invoeren van kengetallen. 19 Algemene ledenvergaderingen. We zijn statutair verplicht 2 keer per jaar (voorjaar en najaar) een ALV te houden. Deze ALV nog aantrekkelijker maken door naast de onderlinge uitwisseling van club ervaringen periodiek een actueel onderwerp te behandelen. (spreker, inleider). De stand van uitvoering van het beleidsplan is een belangrijk agendapunt. Vorming kader. Jaarlijks houden van centrale kaderdagen. Opleiding CLA/B cursus. NBB voert uit, het district faciliteert. Nagaan bij de clubs wat hun behoefte is. Bijscholing kader. De behoefte aan bijscholing in kaart brengen. Op basis daarvan een plan maken voor de periode Workshops. Opzetten en uitvoeren van workshops voor o.m. rekenprogramma, opzetten clubwebsite e.d Omgeving Om de mogelijkheden die externe partijen bieden voor een samenwerking en uitwisseling met het district wordt het volgende gedaan: 17 In dit kader zal worden nagegaan of 'promoten' van het bridge binnen de portefeuilleverdeling opgenomen moet worden. 18 De vraag is of onderwijsadviseur een juiste aanduiding is voor hetgeen gedaan moet worden, Wellicht is onderwijscoördinator een meer passende benaming. 19 Voorbeelden van kengetallen zijn: aantal aangesloten clubs, aantal en samenstelling van de leden (i.c. bridgers), de verhouding aangesloten clubs overige clubs, participatiegraad (het aandeel van de clubbridgers t.o.v. het totaal aantal bridgers in de regio), aantal kaderleden e.d. Dit soort kengetallen kunnen ook gebruikt worden om de ranking en positionering van ons district t.o.v. andere districten te bepalen. 20

21 Samenwerkingsverbanden. Er wordt bij de clubs een onderzoek gedaan naar bestaande samenwerkingsverbanden met externe partners en de behoefte aan ondersteuning vanuit het district. Andere districten. Met de aangrenzende districten wordt contact opgenomen om na te gaan of er samenwerkings- en uitwisselingsmogelijkheden zijn. Provincie. Met de provincie wordt contact opgenomen om te bepalen of er beleidsmatige en/of concrete samenwerkingsmogelijkheden zijn in hun beleid over ouderen, jeugd en onderwijs. Ouderenorganisaties. Met ouderenorganisaties worden de mogelijkheden besproken voor initiatieven om ouderen te laten kennismaken met bridge in al zijn facetten. Koepelorganisaties. Met de regionale koepels van onderwijsorganisaties wordt besproken of zij belangstelling hebben voor bridge in al zijn mogelijkheden die het biedt. 21

22 7. Begroting en kostendekking periode Bij het maken van onderstaande is rekening gehouden met hetgeen ieder kalenderjaar nodig is voor de realisering van de doelstellingen (zie 2.4) in de periode Er zijn dus meer inkomsten nodig om: - het aantal leden te laten toenemen, - het bridgeniveau te verhogen, - de deelname aan de competities te vergroten. Per kalenderjaar Inkomsten Uitgaven Soorten Bedrag ( ) Posten Bedrag ( ) Contributies Districtscompetities NBB retributie Opleidingen en cursussen NBB bijdrage opleidingen Districtsdag Overige inkomsten PM Bestuurs- en secretariaatskosten, ICT Huur ruimten Reiskosten Materialen 500 Kaderdag TOTAAL De kaderdag wordt 1x in de drie jaar gehouden. 22

23 8. Bijlage 1 Overzicht bridgeclubs gegevens 8.1. Overzicht aangesloten bridgeclubs Naam vereniging Gemeenten Oprichting Toetreding NBB Inwoners 01 BC Nederweert Nederweert BC Klaver Elf Venlo BC Cuijk '71 Cuijk BC Venray Venray BC Weert Weert Bergense BC Bergen Horner BC Leudal BC Helden Peel en Maas BC De Bok Boxmeer BC Leudalkwartier Leudal BC Reuver Beesel BC Sans Rancune Boxmeer BC Nepomuk Roermond BC Horst Horst BC Nicotinee Boxmeer BC De Niers Gennep BC Grubbenvorst Horst BC Melick Roerdalen BC Brits Bridge Peel en Maas BC Meijel Peel en Maas BC De Commanderij Gemert BC Never Down Peel en Maas NRBC Venray Venray RBC A la Carte Weert BC Never Down Leudal Leudal 37 Passage Bridgeclub Boxmeer BC Denken & Doen Roermond BC Rooy Venray JPC De Brug Venray TOTAAL Bron: 23

24 8.2. Overzicht ledenaantal per januari BC Nederweert BC Klaver Elf BC Cuijk BC Doublet 07 BC Weert Bergense BC Horner BC BC Helden BC De Bok BC Leudalkwartier BC Reuver BC Rancune BC Nepomuk BC Horst BC Nicotinee BC De Niers BC Grubbenvorst BC Melick BC Brits Bridge BC Meijel BC De Commanderij BC Never Down NRBC Venray BC A la Carte BC Never Down Leudal Passagebridgeclub Boxmeer BC Denken & Doen Roermond BC Rooij JPC De Brug 25 Totaal

25 9. Bijlage 2 Organogram NBB 9.1. Organogram NBB Hieronder het organogram waarin de bestuurlijke en inhoudelijke (tussen gediplomeerd kader) relaties binnen de NBB-structuur zijn aangegeven. Daarin treden de districten niet (meer) op als vertegenwoordiger van de aangesloten clubs in hun district. Vanuit de NBB zijn er voor het district drie kerngebieden geformuleerd: a) algemeen advies aan clubs: de clubadviseur. b) de verbinding met het bridgeonderwijs: de onderwijsadviseur. c) de bridgewedstrijden: de districtscompetitieleider (DKL). NBB (Bondsbestuur) District (Districtsbestuur ) Verengingen (Verengingsbestuur / Technischkader) Verengingen (Verengingsbestuur) TeCo / DKL / Regioleider(s) Leden Leden Technischkader (WL, Arbiters, TeCo verengingen) 25

26 10. Bijlage 3 Referenties Geraadpleegde literatuur - Concept Bestuursovereenkomst bridgedistrict Noord en Midden Limburg (21 januari 2014). - De plaats van het district binnen de NBB (april 2011). - Functieomschrijving districtcompetitieleider NBB (juni 2011). - Functieomschrijving clubadviseur NBB (juni 2011). - Functieomschrijving onderwijsadviseur NBB (juni 2011). - Kansen Verzilverd. Beleidsplan NBB (oktober 2008). - District Noord en Midden Limburg jaarboek (april 2013). - NIVEL Jaarboek Opleidingsplan Utrecht (M. Slagmolen 2013). - Programma Spelverbetering (district Utrecht 2013). - Tijd voor bridge. Beleidsplan NBB (november 2012). - Toekomstvisie district Nijmegen (augustus 2012) Geraadpleegde websites - District Noord en Midden Limburg ( - Huis voor de sport, Limburg. ( - Nederlandse Bridgebond (NBB) ( - District Utrecht ( - Metatopos ( - Vlaamse Bridge Liga ( Geraadpleegde personen - Nancy de Boer (NBB). - Louis Dekkers (lid van verdienste D-N&ML). - Kees Ermshaus (district Nijmegen). - Gijs van de Scheer (NBB). - Just van der Kam (NBB). - Lotty Tonn (lid van verdienste D-N&ML). - Bauke Schoustra (DKL). 26