Ontruimingsplan Van Brienenoordschool Percevalweg NK Rotterdam M. Bijekic Lemaro Brandveiligheid Malrovedonk BN Spijkenisse

Transcriptie

1 Van Brienenoordschool Percevalweg NK Rotterdam M. Bijekic Lemaro Brandveiligheid Malrovedonk BN Spijkenisse

2 Uitgegeven door: Adres: Contactpersoon: Telefoon: Opdrachtgever: Samenstelling en redactie: Lemaro Brandveiligheid Malrovedonk BN Spijkenisse Mladen Bijekic info@lemaro.nl Van Brienenoordschool Lemaro Brandveiligheid Datum: Versie: 1 Documentnummer: MB Status: Definitief

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel van dit collectieve ontruimingsplan Opbouw van het collectieve ontruimingsplan Toelichting Situatie Complex beschrijving Algemeen Brandcompartimentering Brandmeldinstallatie Vluchtwegen Vluchtroutes Openingstijden en aantal personen Belangrijke telefoonnummers Interne organisatie Bedrijfshulpverleningsorganisatie Communicatiemiddelen Locatie van het ontruimingsplan Alarmeringsprocedure intern en extern Interne alarmering Externe alarmering Stroomschema alarmering Wijze van ontruimen Verzamelplaats Wat te doen bij brand of ontruimingsalarm door personeel Wat te doen bij het ontdekken van brand Hoe te handelen bij een brand of ontruimingsalarm Taken Hoofd bedrijfshulpverlener Bij een telefonische of mondelinge brandmelding Bij een brandmelding via een handbrandmelder Bij een brandmelding door middel van een rookmelder CHECKLIST HOOFD BEDRIJFSHULPVERLENER Taken bedrijfshulpverlener Bij een telefonische of mondelinge brandmelding Bij een brandmelding via een handbrandmelder Bij een brandmelding door middel van een rookmelder CHECKLIST BEDRIJFSHULPVERLENER Taken directeur / directie Taken van de directeur / directie Belangrijk Algemeen Afhandelen procedure Pagina 3

4 16 Ongeval / letsel Personeel Hoofd Bedrijfshulpverlener BHV-ers Ontruimingstekeningen Symbolen en afkortingen Bommelding Wat te doen bij een Bommelding BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE Pagina 4

5 1 Inleiding Het doel van een ontruimingsplan is mede ter voorkoming van ongevallen en het beperken van de gevolgen van ongevallen/ incidenten. De overheid heeft mede hiervoor de Arbeidsomstandigheden wet in het leven geroepen (Arbowet). In deze wet worden de elementen veiligheid, gezondheid en welzijn in de werksfeer geregeld. De gebruikers zijn in het beginsel verantwoordelijk voor naleving van de Arbowet met betrekking tot de bedrijfsruimte waarin de onderneming wordt gedreven en zijn ook verantwoordelijk voor de bescherming en veiligheid van het gehele pand gelegen aan de Percevalweg 4 te Rotterdam en de personen die hierbinnen aanwezig zijn. Daarnaast wordt in het Bouwbesluit 2012 aangegeven dat een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie een ontruimingsplan dient te hebben. In de toelichting van het Bouwbesluit 2012 wordt aangegeven dat voor het opstellen van een ontruimingsplan de NEN 8112 gehanteerd kan worden. In dit plan wordt de NEN 8112, als leidraad gehanteerd. In ieder gebouw kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat bezoekers en personeel het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten, dit kan om de volgende redenen gebeuren: - brand; - wateroverlast; - stormschade; - bommelding; - gaslekkage; Daarnaast kan het bevoegd gezag doen besluiten om het pand te ontruimen en zijn er nog andere voorkomende gevallen die ervoor kunnen zorgen dat het pand ontruimd moet worden. Met het instellen van dit ontruimingsplan worden de daartoe noodzakelijke maatregelen getroffen, zowel in de preventieve, preparatieve als repressieve sfeer. Ondanks alle genomen maatregelen, zoals bouwkundig, installatietechnische en organisatorische voorzieningen (opleiding, training) mag en kan een incident nooit geheel worden uitgesloten. Pagina 5

6 1.1 Doel van dit collectieve ontruimingsplan - het voldoen aan de Arbowet; - het vaststellen van de te volgen procedures en in te zeilen middelen voor de hulpverlening in geval van calamiteiten, tot aan het moment dat de externe hulpdiensten de hulpverlening overnemen; - het bevorderen van calamiteitenbeheersing in het door Van Brienenoordschool in gebruik hebbende bouwwerk gelegen aan de Percevalweg 4 te Rotterdam. 1.2 Opbouw van het collectieve ontruimingsplan Dit ontruimingsplan geeft een beschrijving van de interne organisatie, de locatie, de beschikbare middelen en de actieplannen die zijn opgesteld om in geval van een incident de bestrijding ervan zo snel en efficiënt mogelijk te kunnen starten, teneinde: - alarmeren en opvangen van hulpverlenende instanties; - andere personen te beschermen c.q. in veiligheid te brengen; - het onder controle krijgen en houden van de situatie; - hulp aan gewonden op gang te brengen; - het op de hoogte brengen van direct betrokkenen; - schade als gevolg van de calamiteit tot een minimum te beperken. 1.3 Toelichting a) Van het ontruimingsplan moeten alle medewerkers het hoofdstuk Wat te doen bij ontruimingsalarm door personeel kennen. b) Alle leden van het directieteam en bedrijfshulpverleningsteam moeten het ontruimingsplan goed kennen. c) Alle medewerkers moeten opdrachten en commando s van het bedrijfshulpverleningsteam opvolgen. d) In situaties waarin niet is voorzien, zal naar bevinding van zaken moeten worden gehandeld. e) De directie is, volgens Arbowet artikel 15, verantwoordelijk voor de bedrijfshulpverleningsorganisatie in het gebouw. Handtekening directie, datum Pagina 6

7 Ontruimingsplan 2 Situatie Pagina 7

8 Ontruimingsplan 3 Complex beschrijving Functie van het object Naam Adres Postcode / plaats 3.1 : : : : Onderwijsfunctie Van Brienenoordschool Percevalweg NK Rotterdam Algemeen Van Brienenoordschool is gehuisvest in een zelfstandig gebouw, gelegen aan de Percevalweg 4 te Rotterdam. Het gehele bouwwerk bestaat uit 2 bouwlaag en is opgebouwd uit een betonconstructie. Het bouwwerk heeft één hoofdingang en meerdere nooduitgangen. In het gebouw is geen vaste receptie aanwezig. In het bouwwerk van Van Brienenoordschool zijn voldoende brandslanghaspels, vluchtrouteaanduiding en blusmiddelen voorhanden. 3.2 Brandcompartimentering Het bouwwerk bestaat uit meerdere brandcompartimenten. Brandcompartimenten hebben als doel een eenmaal uitgebroken brand beheersbaar te houden binnen een bepaald oppervlak binnen een bepaalde tijd, in dit geval 60 minuten. Iedere verdieping een op zich zelfstandig brandcompartiment. Pagina 8

9 3.3 Brandmeldinstallatie Het gehele bouwwerk is voorzien van een brandmeldinstallatie. De brandmeldcentrale bevindt zich in het kantoor conciërge concierge op begane grond. De brandmeldinstallatie is een gecombineerde brandmeld- en ontruimingsinstallatie met handbrandmelders en rookmelders. De bewakingsomvang is een niet-automatische bewaking met ruimte bewaking als aanvulling en heeft GEEN directe doormelding naar de brandweer. Niet-automatische bewaking betekent dat er enkel handbrandmelders zijn gesitueerd, een aanvulling van de ruimte bewaking op 1e verdieping i.v.m samenvallende vluchtweg. De ontruimingsinstallatie is een luidalarm type B installatie. Bij een brandalarm zal in het gehele gebouw een slow-whoop signaal klinken, die te herkennen is aan een op één lopende toon. Zowel de handbrandmelders als eventueel aanwezige rookmelders zullen het ontruimingssignaal activeren. 3.4 Vluchtwegen Op de 1 e verdieping links zijn twee vluchtmogelijkheden. Dit betreffende (nood)trappenhuis gelegen aan beide zijde van het bouwwerk. Op de 1e verdieping rechts is een vluchtwegmogelijkheid. Deze deel van de verdieping is bewaakt met rookmelders om beginnende brand snel ontdekken. 3.5 Vluchtroutes De vluchtroutes, worden aangemerkt door vluchtrouteaanduiding. De vluchtrouteaanduiding moet bij aanwezigheid van personen permanent branden en zit aangesloten op een noodstroomvoorziening. Daarnaast hangen er door het gehele gebouw noodverlichtingsarmaturen, zodat bij stroomuitval altijd voldoende licht aanwezig is om het gebouw veilig te verlaten. De vluchtroutes moeten vrij blijven van opslag en obstakels. Nooddeuren moeten in één handeling te openen zijn, zonder hiervoor gebruik te hoeven maken van een sleutel of ander los voorwerp. Deze deuren mogen niet afgesloten worden. Pagina 9

10 4 Openingstijden en aantal personen Van Brienenoordschool heeft openingstijden gedurende de normale schoolweek. De openingstijden zijn: Maandag tot en met vrijdag van uur tot 18:00 uur Schooltijden: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 08:30 uur tot 15:00 uur Woensdag van 08:30 uur tot 12:30 uur Het aantal personen dat gemiddeld gelijktijdig aanwezig is bedraagt: gemiddeld 200 personen leerlingen 275 personen personeel 20 personen Pagina 10

11 5 Belangrijke telefoonnummers Gebruiker: Van Brienenoordschool Rotterdam Tel: Locatie: Percevalweg NK Rotterdam Politie: Alarmnummer 112 Tel: Brandweer: CPA / Ambulance: Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond: Alarmnummer 112 Tel: (algemeen) Meldkamer Rotterdam Rijnmond: Tel: 112 Pagina 11

12 6 Interne organisatie 6.1 Bedrijfshulpverleningsorganisatie De bedrijfshulpverleningsorganisatie bestaat uit: - Er zijn te allen tijde voldoende BHV-ers aanwezig. Er zal te allen tijde minimaal 3 BHV-ers aanwezig moeten zijn. - Er is één aangewezen BHV-er die fungeert als Hoofd BHV-er. Herkenbaarheid BHV-ers: Gekleurde hesjes Pagina 12

13 7 Communicatiemiddelen De communicatie zal verlopen door middel van telefoons en mondeling aanspreken. 7.1 Locatie van het ontruimingsplan Het ontruimingsplan komt in het kantoor begane grond te liggen en zal digitaal worden verstrekt aan de bedrijfshulpverleners. Pagina 13

14 8 Alarmeringsprocedure intern en extern 8.1 Interne alarmering De interne alarmering is bedoeld om de aanwezigen in het bouwwerk te waarschuwen en de bedrijfshulpverlening op te starten. Bij een calamiteit werkt de alarmering als volgt: - De bedrijfshulpverleners worden gewaarschuwd door het ontruimingssignaal. - De bedrijfshulpverleners begeven zich naar het algemene coördinatiepunt (kantoor conciërge). - De bedrijfshulpverleners worden aangestuurd door de Hoofd BHV-er, deze zal zich direct naar het brandmeldcentrale begeven. - Overige aanwezigen worden gewaarschuwd door het ontruimingssignaal en/of door de opgestarte bedrijfshulpverleningsorganisatie. 8.2 Externe alarmering Externe alarmering is bedoeld om hulpdiensten ter plaatse te krijgen. - Via het landelijk alarmnummer 112. Zij zullen diverse vragen stellen. Geef antwoord op de gestelde vragen, belangrijke gegevens: naam; locatie / adres plaats; welke dienst noodzakelijk is (Brandweer / Politie / Ambulance); aard van de calamiteit; eventuele slachtoffers / gewonden (aantallen); aard van verwondingen (bij bewustzijn of niet) Pagina 14

15 9 Stroomschema alarmering Inkomende telefoongesprekken snel (laten) afhandelen BRAND Brandmelding slow-whoop Hoofd-BHV Melding intern Door een rookmelder Door een handmelder Melding intern BEL 112 Hoofd-BHV beslist ontruiming Actie BHV-ploeg Ontruiming door BHVploeg BEL 112 Brandweer ter plaatsen Resultaat melden aan Hoofd-BHV Brandweer ter plaatsen (Hoofd)-BHV blijft bij hoofdingang Opvang brandweer Pagina 15

16 10 Wijze van ontruimen Bij het afgaan van het ontruimingsalarm zorgen de gealarmeerde BHV-ers dat zij z.s.m. gereed staan voor instructies of informatie. Het coördinatiecentrum waar dit zal geschieden is zoals aangegeven bij het kantoor conciërge. De Hoofd BHV-er is de coördinerend BHV-er en zal zo snel mogelijk de overige BHV-ers aansturen om op verkenning te gaan binnen hun gebruiksgebied. De Hoofd BHV-er zal vanuit de begane grond zijn aansturingen verrichten. Uitgangspunt is, bij een brandalarm direct gehele brandcompartiment ontruimen, waar de calamiteit zich voordoet. Men begeeft zich naar de andere zijde van de brand- en rookwerende deuren, dan waar de calamiteit zich bevindt. Houd deze deuren zoveel mogelijk in gesloten toestand, anders dan er personen door moeten. Een ieder die een handbrandmelding maakt, geeft in principe opdracht voor de ontruiming. Bij een ontruimingssignaal als gevolg van een brandmelding wordt altijd het gehele brandcompartiment ontruimd. Anders dan bij een handbrandmelding kan het bouwwerk worden ontruimd als gevolg van de eerder aangegeven oorzaken. Het ontruimen kan plaatsvinden in 3 fasen, te weten: Fase 1: ontruimen van het bouwdeel (ruimte) waar de calamiteit zich voordoet. Fase 2: ontruimen van de aangrenzende ruimten (horizontaal en verticaal) (alleen indien dit noodzakelijk is) Fase 3: ontruimen van het gehele object (alleen indien dit noodzakelijk is) Het ontruimen zal worden begeleid door de bedrijfshulpverleners / externe hulpverlening. Belangrijk Dit ontruimingsplan is gericht op de organisatie van het geheel Van Brienenoordschool. Dit ontruimingsplan zal dienen voor alle gebruikers van het gehele bouwwerk. Er zal met de medewerkers / eventueel andere gebruikers onderlinge afspraken gemaakt moeten worden en bij voorkeur zal er jaarlijks met het gehele bouwwerk een oefening gehouden moeten worden Verzamelplaats De verzamelplaats bij ontruiming: Bij een calamiteit waarbij ontruimd moet worden is de 1 e verzamelplaats buiten het gebouw gelegen aan de voorzijde van het gebouw. Pagina 16

17 11 Wat te doen bij brand of ontruimingsalarm door personeel 11.1 Wat te doen bij het ontdekken van brand 1. Voorkom paniek, blijf rustig. 2. Sla alarm door de dichtstbijzijnde handmelder te activeren. 3. Breng in gevaar zijnde personen in veiligheid. 4. Maak indien mogelijk een aanvang bij de brandbestrijding, denk daarbij aan uw eigen veiligheid en die van anderen. 5. Uitbreiding voorkomen; Sluit ramen en deuren 6. Gebruik nooit de lift. 7. Maak gebruik van de dichtstbijzijnde (nood-)uitgang. 8. Volg de instructies van de BHV (herkenbaar aan de hesjes). 9. Blijf bij rookontwikkeling zo laag mogelijk bij de grond. 10. Ga naar de verzamelplaats, voor het bouwwerk. 11. Verlaat nooit de verzamelplaats zonder toestemming Hoe te handelen bij een brand of ontruimingsalarm 1. U wordt gewaarschuwd door het ontruimingsalarmsignaal (tweetonige alarmtoon). 2. Pak zo nodig waardevolle papieren. 3. Sluit ramen en deuren. 4. Instrueer uw leerlingen en/of bezoekers, u bent verantwoordelijk voor hen. 5. Verlaat direct de brandcompartiment waar de calamiteit zich bevindt en ga naar de dichtstbijzijnde (nood-)uitgang. 6. Gebruik nooit de lift. 7. Volg de instructies van de BHV (herkenbaar aan de hesjes). 8. Blijf bij rookontwikkeling zo laag mogelijk bij de grond. 9. Ga naar de verzamelplaats, voor het bouwwerk. 10. Verlaat nooit de verzamelplaats zonder toestemming. Pagina 17

18 12 Taken Hoofd bedrijfshulpverlener De Hoofd BHV-er heeft bij een inzet de algehele leiding over de inzet Bij een telefonische of mondelinge brandmelding 1. Neem de melding aan en noteer de gegevens. 2. Sla zelf, of laat de melder een handmelder in slaan. 3. Bel zelf, of laat 112 bellen. 4. Alarmeren en onderhouden contact met hulpverleners. 5. Alarmeer en informeer de BHV-ers. Plaats en aard van de melding doorgeven. 6. Al het binnenkomende telefoonverkeer snel afhandelen (extern). 7. Start de ontruiming en zorg voor goede opvang brandweer. Stel sleutels en eventuele plattegronden beschikbaar. 8. Houdt contact met de BHV-ers, welke zich bevinden in de brandcompartimenten waar de calamiteit zich niet bevindt. 9. Coördineer de ontruiming. 10. Volg instructies van de brandweer op. 11. Laat geen leerlingen en/of bezoekers meer toe in het gebouw. 12. Hanteer checklist en geef de verstrekte informatie door aan de brandweer Bij een brandmelding via een handbrandmelder 1. Verzamel op het algemene coördinatiepunt (receptie); 2. Alarmeer en informeer de BHV-ers. Locatie van de melding BHV-ers op verkenning sturen en laten informeren Brandalarm betekent direct ontruimen. 3. Na ontvangst informatie (echt of onterecht alarm), locatie / omvang, alarmeer bij echt alarm de hulpdiensten (112). 4. Al het binnenkomende telefoonverkeer snel afhandelen (extern). 5. Start de ontruiming en zorg voor goede opvang brandweer. Stel sleutels en eventuele plattegronden beschikbaar. 6. Houdt contact met de BHV-ers, welke zich bevinden in de brandcompartimenten waar de calamiteit zich niet bevindt. 7. Coördineer de ontruiming. 8. Volg instructies van de brandweer op. 9. Laat geen leerlingen en/of bezoekers meer toe in het gebouw. 10. Hanteer checklist en geef de verstrekte informatie door aan de brandweer. Pagina 18

19 12.3 Bij een brandmelding door middel van een rookmelder 1. Verzamel op het algemene coördinatiepunt (receptie); 2. Alarmeer en informeer de BHV-ers. Locatie melding BHV-ers op verkenning sturen en laten informeren Brandalarm betekent direct ontruimen. 3. Na ontvangst informatie (echt of onterecht alarm), locatie / omvang, alarmeer bij echt alarm de hulpdiensten (112). 4. Al het binnenkomende telefoonverkeer snel afhandelen (extern). 5. Start de ontruiming en zorg voor goede opvang brandweer. Stel sleutels en eventuele plattegronden beschikbaar. 6. Houdt contact met de BHV-ers, welke zich bevinden in de brandcompartimenten waar de calamiteit zich niet bevindt. 7. Coördineer de ontruiming. 8. Volg instructies van de brandweer op. 9. Laat geen leerlingen en/of bezoekers meer toe in het gebouw. 10. Hanteer checklist en geef de verstrekte informatie door aan de brandweer. CHECKLIST HOOFD BEDRIJFSHULPVERLENER Zijn brandweer of andere hulpdiensten al gewaarschuwd? Is de BHV geïnformeerd en ingezet? Zorg voor terugkoppeling van de BHV-ers Wordt de brandweer opgevangen? Krijgt de brandweer informatie, sleutels en plattegronden? Is begeleiding brandweer geregeld? Loopt de ontruiming goed (let op terugkoppelingen)? Is er opvang bij de verzamelplaats? Pagina 19

20 13 Taken bedrijfshulpverlener 13.1 Bij een telefonische of mondelinge brandmelding 1. Neem de melding aan en noteer de gegevens. 2. Sla zelf, of laat de melder een handmelder in slaan. Dit is alleen van belang als de calamiteit zich binnen voordoet, zodat het ontruimingssignaal afgaat. 3. Volg eventueel instructies op van de Hoofd BHV-er. 4. Informeer tijdens de inzet / verkenning de Hoofd BHV-er. 5. Volg instructies van de brandweer op. 6. Laat geen leerlingen en/of bezoekers meer toe in het gebouw. 7. Hanteer checklist en geef de verstrekte informatie door aan de brandweer Bij een brandmelding via een handbrandmelder 1. Verzamel op het algemene coördinatiepunt (receptie). 2. De Hoofd BHV-er informeert de BHV-ers. Locatie van de melding 3. Volg instructies van de Hoofd BHV op. 4. Ontruim het pand en zorg voor goede opvang brandweer. Stel sleutels en plattegronden beschikbaar. 5. Informeer de Hoofd BHV-er. 6. Volg instructies van de brandweer op. 7. Laat geen leerlingen en/of bezoekers meer toe in het gebouw. 8. Hanteer checklist en geef de verstrekte informatie door aan de brandweer Bij een brandmelding door middel van een rookmelder 1. Verzamel op het algemene coördinatiepunt (receptie). 2. De Hoofd BHV-er informeert de BHV-ers. Locatie melding 3. Volg instructies van de Hoofd BHV op. 4. Ontruim het pand en zorg voor goede opvang brandweer. Stel sleutels en plattegronden beschikbaar. 5. Informeer de Hoofd BHV-er. 6. Volg instructies van de brandweer op. 7. Laat geen leerlingen en/of bezoekers meer toe in het gebouw. 8. Hanteer checklist en geef de verstrekte informatie door aan de brandweer. Pagina 20

21 CHECKLIST BEDRIJFSHULPVERLENER Zijn brandweer of andere hulpdiensten al gewaarschuwd? Loopt de ontruiming goed (let op terugkoppelingen)? Wordt de brandweer opgevangen? Krijgt de brandweer informatie, sleutels en plattegronden? Is begeleiding brandweer geregeld? Is er opvang bij de verzamelplaats? Pagina 21

22 14 Taken directeur / directie 14.1 Taken van de directeur / directie - Heeft de eindverantwoordelijkheid van de ontruiming. - Draagt verantwoordelijkheid voor het optreden van eigen organisatie. - Draagt zorg voor inlichtingen van de familie bij eventuele slachtoffers. - Informeert de nieuwsmedia (alleen in overleg met de brandweer / aanwezige hulpdiensten) Belangrijk De directie blijft te allen tijde verantwoordelijk. Indien de directie niet aanwezig is op de locatie dient op het moment van een calamiteit de Hoofd BHV-er telefonisch contact opnemen met de directie en deze informeren. Indien noodzakelijk zal deze ter plaatsen gaan Algemeen De directie draagt zorg voor de naleving van de instructies en voorschriften met betrekking tot de veiligheid, voorgeschreven in de Arbowet en in het Bouwbesluit (brandweer). De directie is verantwoordelijk voor de geoefendheid van het gehele personeel bij: - brand; - hulpverlening; - ontruiming; - en verder. Daarnaast is de directie verantwoordelijk voor het regelmatig laten controleren van: - draagbare blusmiddelen; - aanwezige (eigen) installaties; - bereikbaarheid van het gebouw (let op sneeuw en ijzel) ; - het vrij en toegankelijk houden van vluchtwegen; - actualiseren plattegronden, veiligheidssystemen en sleutels. Voor een periodiekschema, zie bijlage 2. Pagina 22

23 15 Afhandelen procedure Het zal met enige regelmaat kunnen voorkomen dat er een brandalarm afgaat en dat het om een nodeloos alarm gaat, veel voorkomende gevallen zijn: - storing in het systeem of - rook door bouw- en of schoonmaak werkzaamheden. Na iedere melding (echt of onterecht) moet dit worden vermeld in het logboek. Dit is belangrijk, omdat bij onderhoud van de installaties ook in het logboek wordt gekeken. De installateur kan dan zo nodig bepaalde melders na lopen / schoonmaken en/of vervangen. Als er een echte brand is geweest zal de brandweer het pand uiteindelijk overdragen aan de directie / BHV. Zij zullen aangeven of er nog instanties in kennis zijn gesteld zijn, (voor schadebeperking en de verzekering) of de arbeidsinspectie. Hierbij kunnen zij aangeven wanneer zij verwacht zullen worden. Ook zullen ze aangeven of het pand wel of niet in gebruik genomen mag worden. Het hoe nu verder kan per calamiteit verschillen. Pagina 23

24 16 Ongeval / letsel Uiteraard is het belangrijk dat er direct hulp geboden wordt aan een slachtoffer. Dit moet dan ook direct na de melding door de melder gebeuren, tot aan het moment dat de BHV / EHBO-er aanwezig is en aangegeven wordt dat hij of zij het over zal nemen. Om z.s.m. eerste hulp te kunnen verlenen zijn er een aantal EHBO dozen die bij calamiteiten gebruikt kunnen worden. De basis principes voor hulpverlening: - In principe wordt het slachtoffer niet verplaatst; - Indien het slachtoffer in een levensbedreigende omgeving ligt moet het verplaatst worden, dit dient bij voorkeur te gebeuren met de Rautekgreep / sleepmethoden; - men dient te allen tijde te letten op de eigen veiligheid. Belangrijk - Let op gevaar; - ga na wat er is gebeurt en wat iemand mankeert; - stel het slachtoffer gerust; - zorg voor deskundige hulp; - help iemand, op de plaats waar hij/zij ligt of zit. Actielijst ongeval/letsel 16.1 Personeel - Let op uw eigen veiligheid; - Waarschuw de (Hoofd) BHV-er; - verleen hulp indien mogelijk; - laat het slachtoffer niet alleen; - geef het slachtoffer géén drinken; - verplaats slachtoffer(s) niet, tenzij dit dringend noodzakelijk is in verband met de veiligheid (brand, rookontwikkeling, gevaar voor ontploffing etc.); - u assisteert zo nodig de BHV-er(s) die ter plaatse komen. Pagina 24

25 16.2 Hoofd Bedrijfshulpverlener - Noteer: naam van de melder; tijd van de melding; plaats van het ongeval; aard van het letsel; aantal slachtoffers. - Al het binnenkomende telefoonverkeer snel afhandelen (extern), houdt telefoonlijnen zoveel mogelijk vrij; - blijf contact onderhouden met de BHV-ers; - waarschuw op advies van de BHV-ers: brandweer, politie en/of ambulance; - zorg voor opvang externe hulp; - maak, na afloop, rapport op en spreek deze door met BHV-ers BHV-ers - let op uw eigen veiligheid - verricht (levensreddende handelingen) eerste hulp ter plaatse; - vang het slachtoffer op; - informeer de Hoofd BHV-er over nadere bijzonderheden en eventueel noodzakelijke assistentie; - u assisteert externe hulp; - begeleid slachtoffer naar het ziekenhuis ( i.o.m. de Hoofd BHV); - maken rapport op van hun bevindingen voor in het rapport van de Hoofd BHV. Pagina 25