Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Belasting toegevoegde waarde Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Belasting toegevoegde waarde Van wie en waarover? Kenmerken De omzetbelasting is een algemene, niet-cumulatieve, Hoe wordt dit bereikt? Via het stelsel van belasting over toegevoegde waarde. Dit zou kunnen door de brutowinstmarge te belasten. boer melkfabriek winkelier verkoopprijs 150 350 600 inkoopprijs 0 150 350 brutowinst 150 200 250 600 consument Leveringen en diensten Ondernemer Maatstaf van heffing en tarief kostprijsverhogende verbruiksbelasting. BTW 6% 9 12 15 36 Totaal 36 Enkele bezwaren tegen belasten brutowinst: strijdig met gedachte verbruiksbelasting; ondernemer moet OB financieren; hoe t.a.v. OB op overige kosten? 1 2 3 1
Verschuldigde OB -/- voorbelasting 1 van 2 Oplossing Ken aan ondernemer een recht toe tot aftrek van voorbelasting en belast de omzet. De voorbelasting is de OB op de inkopen, kosten en de investeringen. boer melkfabriek winkelier prijs ob prijs ob prijs ob verkoopprijs 150 9 350 21 600 36 consument OB op: - inkopen 0 0 150 9 350 21 600 36 Saldo 9 12 15 Totaal 36 Verschuldigde OB -/- voorbelasting 2 van 2 Het grote voordeel voor de handel wordt duidelijk als wij ook rekening houden met de OB op kosten en investeringen. ondernemer prijs ob prijs ob prijs ob verkoopprijs 150 9 350 21 600 36 OB op: consument - inkopen 0 9 21 600 36 - kosten 2 3 5 - investeringen 30 boer melkfabriek winkelier > 2 > 42 > 26 Saldo 7-21 10 Er wordt nu per saldo -4 aan OB geheven. Toch betaalt de consument 36 OB. Hoe kan dit? Van wie en waarover 1 van 2 Elke belasting moet antwoord geven op de vragen: Wie moet betalen? (= belastingsubject) Wat wordt belast? (= belastingobject) Waarover wordt de belasting berekend? (= maatstaf van heffing) Hoeveel is de belasting? (= tarief) Voor de OB staat het antwoord voor een deel in artikel 1. Art. 1 onderscheidt vier groepen belastbare feiten (het object) en geeft per categorie aan wie de belasting verschuldigd is (het subject). 4 5 6 2
Groep 1: leveringen en diensten Artikel 1 Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van: a. leveringen van goederen en diensten, welke in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer onder bezwarende titel worden verricht; Wat staat hier eigenlijk? Wat helpt, is de tekst uiteenrafelen. (a) Leveringen en diensten (b) in Nederland (c) door ondernemers + in kader van hun onderneming (d) onder bezwarende titel Subject: de ondernemer die als ondernemer handelt Object: leveringen en diensten in Nederland 7 Wat is een levering? Art. 3, lid 1 leveringen van goederen zijn: a. overdracht van een goed uitvoering overeenkomst; Een koop valt in twee delen uiteen: het sluiten van de deal, de overeenkomst en de uitvoering ervan, de levering. De OB sluit bij de laatste aan. b. afgifte van een zaak speelt bij huurkoop; c. oplevering van een onroerende zaken door vervaardiger; f. overgang van een roerende zaak bijv. uitlaat onder auto monteren. 8 Uitbreiding begrip levering (1 van 2) Lid 2: De vestiging etc. van beperkte rechten op onroerende zaken m.u.v. hypotheek en grondrente (bijv. erfpacht). Lid 3: Letter a privégebruik door de ondernemer. Gaat om het onttrekken van goederen voor privédoeleinden van: de ondernemer zelf of personeel van de ondernemer zonder betaling MITS de inkoop-btw in aftrek is gebracht. 9 3
Uitbreiding begrip levering (2 van 2) Wat zijn diensten? In Nederland 1 van 2 Lid 4: afwikkelen van een a-b-c-overeenkomst Artikel 4 Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen in de zin van artikel 3. Art. 1-a vereist een tegenprestatie gratis dienst is geen dienst maar... Lid 2: gratis dienstverlening op niet-zakelijke gronden wordt toch belast. Art. 1-a: alleen belast als feit in Nederland wordt verricht. Het is dus belangrijk te weten waar een prestatie wordt verricht. Art. 5: plaats van levering. Lid 5: Lid 7: verkoop via veiling verplicht ABC stoffelijk objecten + elektra, gas, warmte, koude. Het gaat met name om dienstverlening aan: het privé van de ondernemer, of personeel van de ondernemer. MITS recht bestond op aftrek voorbelasting Wordt het goed vervoerd? ja Waar vervoer aanvangt. nee Waar goed zich bevindt. 10 11 12 4
In Nederland 2 van 2 Tussenpersonen art. 6a Wet OB Onroerende goederen art. 6b Wet OB Art. 6 hoofdregel plaats van dienst Wordt de dienst aan een andere ondernemer verleend? ja B2B: waar de afnemer woont, is gevestigd of vaste inrichting heeft. Tussenpersoon verleent dienst aan een andere ondernemer? ja Volgt de hoofdregel B2B Dienst wordt verleend voor een bepaald onroerend goed? ja Waar het onroerend goed is gelegen B2C: waar dienstverlener woont, is gevestigd of vaste inrichting heeft. Een ondernemer is gevestigd waar de bestuurstaken worden verricht - HvJ 28 juni 2007, C-73/06, Planzer. Volgt de eraan ten grondslag liggende hoofdprestatie HvJ, 27 mei 2004, C-68/03, Lipjes (verkoop jacht). Hoofdregel toepassen. Op deze hoofdregel bestaan een aantal uitzonderingen. De uitzonderingen gaan voor op de hoofdregel - HvJ 26 sep 1996, C-327/94, Dudda. 13 14 15 5
Vervoersdiensten art. 6c Wet OB Cultuur, sport, wetenschap art. 6d Wet OB Met B2C-vervoer samenhangende diensten De Wet OB maakt onderscheid in: 1. personenvervoer art. 6c-1 Wet OB, waar feitelijk verricht. 2. goederenvervoer: a. goederen voor ondernemers hoofdregel waar afnemer woont. b. intracommunautair goederenvervoer art. 6c-3 Wet OB voor andere dan ondernemers lidstaat van vertrek. c. niet-intracommunautair goederenvervoer art. 6c-2 Wet OB, voor andere dan ondernemers. waar feitelijk verricht. Diensten in verband met culturele etc. activiteiten worden verricht waar de activiteiten feitelijk plaatsvinden. Denk aan beurzen, tentoonstellingen, wedstrijden, e.d. De regel geldt ook voor samenhangende diensten. Samenhangende diensten Diensten die een noodzakelijke voorwaarde vormen voor de verwezenlijking van de culturele, etc. activiteit. HvJ, 26 sep 1996, C-327/94, Dudda geluidstechnicus Met vervoer samenhangende dienst wordt verleend aan andere ondernemer? Waar feitelijk verricht ja Hoofdregel B2B 16 17 18 6
Diensten m.b.t. roerende zaken voor niet-ondernemers Dienst m.b.t. roerende zaken verleend aan andere ondernemer? Waar feitelijk verricht ja Hoofdregel B2B Restaurant- en cateringdiensten Dienst wordt verricht aan boord van schip, trein of vliegtuig tijdens EU-deel van het personenvervoer? Waar feitelijk verricht ja Waar het vervoer aanvangt. Verhuur van vervoermiddelen art. 6g Wet OB Betreft de verhuur van een schip? ja > 90 dgn? nee Waar feitelijk verricht ja > 30 dagen ja verleend aan ondernemer ja Hoofdregel B2B: waar afnemer woont HvJ: diensten van dierenartsen vallen niet onder art. 6e Wet OB maar onder de hoofdregel van art 6 Wet OB. HvJ 2 mei 1996, C-231/94, Faaborg-Gelting gebruik maaltijd aan boord van veerboot. Waar feitelijk verricht Hoofdregel B2C: waar dienstverlener woont 19 20 21 7
Elektronische diensten art. 6h Wet OB Aangewezen diensten art. 6i Wet OB Voorkomen van concurrentieverstoringen Ondernemer buiten EG elektronische diensten Niet-ondernemer binnen EG Ondernemer binnen EG aangewezen dienst Niet-ondernemer buiten EG Voorkomen van onbelastbaarheid bij gebruik en exploitatie binnen EU door niet-ondernemer. Plaats van dienst: waar de afnemer is gevestigd. Elektronische diensten: zie bijlage II van de BTW-richtlijn. Kenmerkend is dat deze diensten via het internet of een ander elektronisch netwerk worden verleend en dat informatietechnologie daarbij onontbeerlijk is. (webhosting, het leveren en bewerken van software, het beschikbaar stellen van databanken, levering van films, muziek, e.d. en het verstrekken van onderwijs op afstand). Plaats van dienst: waar de afnemer is gevestigd. a. Het verlenen en de overdracht van rechten art. 6i-1-a Wet OB b. Diensten op het gebied van reclame art. 6i-1-b Wet OB c. Diensten door raadgevende personen art. 6i-1-c Wet OB. e. Bank-, financiële en verzekeringsverrichtingen art. 6i-1-e Wet OB f. Beschikbaar stellen van personeel art. 6i-1-f Wet OB g. Verhuur van roerende zaken m.u.v. vervoermiddelen art. 6i-1-g OB i. Telecommunicatiediensten art. 61-1-i Wet OB j. Radio en televisie art. 6i-1-j Wet OB Het gaat om volgende diensten door ondernemers van buiten de EU verricht aan niet-ondernemers binnen de EU: Verhuur vervoermiddel; diensten bedoeld in art. 6i-1-a t/m art. 6i-1-g Wet OB verricht lichaam/niet-ondernemer in de zin van de AWR; telecommunicatie-, radio- en televisieomroepdiensten verricht voor niet-ondernemers. 22 23 24 8
Maatstaf van heffing Artikel 8 1. De belasting wordt berekend over de vergoeding. 2. De vergoeding is het totale bedrag dat of ( ) de totale waarde ( ) ter zake van de levering of de dienst in rekening wordt gebracht, de omzetbelasting niet daaronder begrepen. Ingeval ter zake van de levering of de dienst meer wordt voldaan dan hetgeen in rekening is gebracht, komt in plaats daarvan in aanmerking hetgeen voldaan is. Dus: OB wordt berekend over de vergoeding; Vergoeding is bedrag ex OB; Wordt meer ontvangen dan berekend, dan OB voldoen over het ontvangen bedrag. Tarief Artikel 9 1. De belasting bedraagt 19 procent. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting: a. 6 procent voor leveringen van goederen en diensten, genoemd in de bij deze wet behorende tabel I; b. nihil voor leveringen van goederen en diensten, genoemd in de bij deze wet behorende tabel II, mits is voldaan aan de bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden (zie artt. 12 en 12a Uitv.besl.OB). 0%-tarief geldt bij export. Bij 0%-tarief is formeel sprake van een belaste prestatie zodat recht bestaat op aftrek voorbelasting. EINDE (De tabellen vind je na art. 55 Wet OB) 25 26 27 9