INFORMATICA TWEEDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS ALLE STUDIERICHTINGEN BEHALVE KANTOOR EN VERKOOP



Vergelijkbare documenten
3KA Toegepaste informatica

VAK Informatica. LP NR September 2007 LICAP BRUSSEL D/2007/0279/046 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. TV [specialiteit]/toegepaste INFORMATICA

Microsoft Office 2003

ALLE STUDIERICHTINGEN BEHALVE KANTOOR EN VERKOOP

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave - 3

Uitgeverij cd/id multimedia

Deel 1 Werken in Office Deel 2 Aan de slag met Word Deel 3 Aan de slag met Excel

Eindtermen. Opleiding Grensbewaking (OGB)

INFORMATICA TWEEDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS ALLE STUDIERICHTINGEN BEHALVE KANTOOR EN VERKOOP

INHOUD. Ten geleide Inleiding 15

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Inhoudsopgave Initiatie in de informatica Windows 7

Leerlijn basisvaardigheden ICT SCHOLENGEMEENSCHAP KOBRA BRASSCHAAT

Trainingsomschrijving Excel 97 / 2000 / 2003 NL

INHOUDSOPGAVE. Excel 2016 basis 1 INTRODUCTIE 1

1. OpenOffice.org downloaden en installeren Downloaden en installeren Achtergrondinformatie Tips... 21

- ict leerlijnen Springplank Heusden-Zolder -

Registratie ICT-doelen

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 2010

INHOUD. Ten geleide De computer van dichtbij bekeken 15

Europees Computer Rijbewijs. module 4. Excel Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: september 2004 ISBN:

WERKOMGEVING... 3 INSTELLINGEN... 3 BASISVAARDIGHEDEN... 3 INVOEREN GEGEVENS... 3 OPMAAK... 3

Onze Microsoft gecertificeerde unieke Excel e-learning cursussen zijn incl.:

Vak: Toegepaste informatica

SG ANKER CONCRETE INVULLING LEERLIJNEN ICT

Spreadsheets. Spreadsheets

INHOUDSOPGAVE 2 INSTRUCT

Advies inzake het Vlaams ICT-attest, een kosteloos alternatief voor ECDL

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 2010

INHOUD. Ten geleide Starten met Excel 13

Inhoudsopgave. Deel 1 - Word 15

Registratie ICT-doelen

Inhoudsopgave. Deel 1 Word 13

Ergonomisch Advies: Sneltoetsen

Inventarisatie Microsoft Office

2.12 Een document opslaan als Oefeningen Achtergrondinformatie Tips... 54

3. Afbeeldingen en vormen Afbeeldingen invoegen... 78

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 15 De website bij het boek 15 Hoe werkt u met dit boek?

Informatie- en communicatietechnologie. 1e graad 1e leerjaar A en/of 2e leerjaar

MS Excel. Module 0. MS Excel, versie 2000 (NL) Nummer: 252 ( ) The Courseware Company

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 15 De website bij het boek 15 Hoe werkt u met dit boek?

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: mei 2013

Registratie ICT-doelen

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 15 De website bij het boek 15 Hoe werkt u met dit boek?

Presentatie. Presentatie. In deze module wordt van de kandidaat verwacht dat hij laat zien competent te zijn in het gebruik van presentatiesoftware.

Hoofdstuk 2 Basiskennis Muistechnieken Windows Verkenner

Microsoft Office. Interactieve Online Training. Microsoft Office. Maatwerk Online Training. Aangeboden door:

ERGONOMISCH ADVIES : SNELTOETSEN

Sneltoetsen in PowerPoint 2016 voor Windows

MS Publisher. Module 0. tccbk MS Publisher, versie 2000 (NL) Nummer: 228 ( ) The Courseware Company

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 15 De website bij het boek 15 Hoe werkt u met dit boek?

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2007

Leerlijn basisvaardigheden ICT

Inhoud Basiscursus. Excel 2010

Inhoudsopgave. Inleiding 11

7 Kantoor/Verkoop Toegepaste informatica

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

LEERLIJN BASISVAARDIGHEDEN ICT

Inhoud Online Training Modules

Jaarplan Softwarepakketten

Sneltoetsen bij Microsoft

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 15 De website bij het boek 15 Hoe werkt u met dit boek?

VAK Informatica. LP NR September 2011 VVKSO BRUSSEL D/2011/7841/039 KSO LEERKRACHT Kris Cauberghe

Werken aan de hand van. Microsoft Excel. Schooljaar V. Schelkens, C. Kaivers, F. Thomas

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 8 Introductie Visual Steps 8 Meer over andere Office programma s

bla bla Documenten Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave Voorwoord Nieuwsbrief Introductie Visual Steps Wat heeft u nodig? De volgorde van lezen...

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2010

Computeropleidingen mét een persoonlijke aanpak COMPUTEROPLEIDINGEN VOOR SENIOREN BEGINNERS GEVORDERDEN

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 15 De website bij het boek 15 Hoe werkt u met dit boek?

Een korte handleiding door Frederic Rayen

INHOUDSOPGAVE Ms Access 2007

WERKEN MET ELEKTRONISCHE POST

Inhoudsopgave. Voorwoord Introductie Visual Steps Wat heeft u nodig? Uw voorkennis Hoe werkt u met dit boek?...

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Uw TEKSTEDITOR - alle iconen op een rij

Excel Van rookie tot wizard. Willem De Meyer Hans Vanlanduyt. Acco Leuven / Den Haag

Inhoud training Microsoft Word

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop 22 Werken met dialoogvensters 23 Onderdelen van dialoogvensters 24 Het snelmenu 28

Sneltoetsen bij Microsoft

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Word Beginners , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: augustus 2012

Docentenhandleiding. AaBeeCee-Digitaal. Rekenen met Excel

INFORMATIE VAN HET INTERNET VERWERKEN

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

DEMO. Excel 2016 UK Instruct, Postbus 38, 2410 AA Bodegraven - 1 e druk: augustus 2016 ISBN:

Kalenderaanbod Light-versie 2015

Leidraad bij het leerplan Informatica TSO Toerisme 2 e graad

Inhoudsopgave. Deel 1 - Word 15

Excel 2010 in 17 stappen

1. Sneltoets-combinaties bij MS Windows. 2. Sneltoets-combinaties bij MS Word

2013 Visual Steps - Dit is de inhoudsopgave van de Visual Steps-titel Windows 7 voor senioren deel 1 ISBN

Inhoud Basiscursus PowerPoint 2010 NL-NL

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

Algemene basis instructies

INHOUDSOPGAVE Ms Word 2013

4. Documentweergave kiezen 5. Afbeeldingen 6. Tabellen 113 Computergids Word 2019, 2016 en Office 365

INHOUD. Ten geleide Excel Basis 15

Inhoudsopgave Voorwoord 11 Nieuwsbrief 11 Introductie Visual Steps 12 Wat heeft u nodig? 12 Uw voorkennis 13 Hoe werkt u met dit boek?

Transcriptie:

INFORMATICA TWEEDE GRAAD BSO ALLE STUDIERICHTINGEN BEHALVE KANTOOR EN VERKOOP LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2008 VVKSO BRUSSEL

INFORMATICA TWEEDE GRAAD BSO ALLE STUDIERICHTINGEN BEHALVE KANTOOR EN VERKOOP LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL September 2008 (vervangt leerplan D/2003/0279/008 met ingang 1 september 2008) Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Inhoud Concept...5 Benaming...5 1 LEERLINGENGROEP EN BEGINSITUATIE...6 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN...7 2.1 Basisvaardigheden voorbereiding op integratie...7 2.2 Polyvalente vorming...7 2.3 Kennismaking met vakgerichte software...7 3 BASISLEERPLANDOELSTELLINGEN EN -LEERINHOUDEN...8 3.1 Computerapparatuur...8 3.2 Programmatuur...10 3.3 Eenvoudig bestands- en schijfbeheer...11 3.4 Tekstverwerking...13 3.5 Werken met het Internet...14 3.6 Rekenblad...16 3.7 Gegevensbeheer...18 3.8 Presentaties maken...20 3.9 Sleutelvaardigheden en attitudes...21 3.10 ICT en maatschappij...22 4 SPECIFIEKE LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN...23 4.1 Voorraadbeheer en inventaris...23 4.2 Simulatie van een CNC-draaibank...25 4.3 Simulatie van een CNC-draaibank...26 4.4 Sturing van een snijmachine Initiatie CAD-CAM...27 4.5 Gezonde voeding...28 4.6 Initiatie in Paint en desktop-publishing...29 4.7 Het uitwerken van specifieke toepassingen...31 5 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN...32 6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN...35 6.1 Programmatuur...35 6.2 Apparatuur...35 7 EVALUATIE...36 8 BIBLIOGRAFIE...37 2de graad bso 3

Concept Enerzijds verwerven de leerlingen de nodige basisvaardigheden in verband met ICT (zie hoofdstuk 3). Afhankelijk van de studierichting wordt tot drie vierden van het aantal wekelijkse lestijden (zie hoofdstuk 5 Algemene pedagogisch-didactische wenken) besteed aan deze basisvaardigheden. Anderzijds is er een specifiek gedeelte (zie hoofdstuk 4) dat in functie staat van de specialiteit(en) van de studierichting en dat ongeveer één vierde van de lestijden inneemt (zie hoofdstuk 5 Algemene pedagogischdidactische wenken). Hierin wordt kennis gemaakt met vakgerichte software. Benaming De pedagogische vakbenaming (de benaming die gewoonlijk binnen het dagelijkse schoolgebeuren wordt gebruikt) is. Daarnaast is er de administratieve vakbenaming (verwijzend naar de classificatie van het vak en de specialiteit van de betrokken leraar). Omdat de inhoud van het vak deels basisvaardigheden ICT, deels specifieke vakgerichte toepassingen omvat, kan het vak ook worden toegewezen aan een leraar zonder specifieke onderwijsbevoegdheid voor Toegepaste informatica. Vandaar wordt voor de administratieve vakbenaming de keuze gelaten. In het fundamenteel gedeelte van elke bso-studierichting van de tweede graad (met uitzondering van de studierichtingen Kantoor en Verkoop) wordt dus telkens opgenomen: Leerplan Pedagogische uur/week Administratieve Nummer vakbenaming vakbenaming 2008/0037 1 1 TV Toegepaste /[Specialiteit] Enkele voorbeelden voor de administratieve vakbenaming : - TV Toegepaste /Kleding in de studierichting Moderealisatie en -presentatie; - TV Toegepaste /Huishoudkunde in de studierichting Verzorging-voeding; - TV Toegepaste /Slagerij in de studierichting Slagerij en vleeswarenbereiding. De schuine streep ('/') betekent dat de school zelf beslist welke leraar het vak geeft. In het voorbeeld van de studierichting Moderealisatie en presentatie ofwel een leraar met de bekwaamheidsbewijzen voor TV Kleding, ofwel een leraar met de bekwaamheidsbewijzen voor TV Toegepaste. 2de graad bso 5

1 LEERLINGENGROEP EN BEGINSITUATIE Dit graadleerplan voor het vak is bestemd voor de leerlingen van de tweede graad bso, alle studierichtingen, met uitzondering van de studierichtingen Kantoor en Verkoop. In het eerste jaar van de B-stroom (1B) hebben de leerlingen reeds kennis gemaakt met Eenvoudig Computergebruik (één van de verkenningsgebieden binnen Technologische opvoeding), vervolgens is er een raamplan Basisvaardigheden ICT voor BVL. Ook de leerlingen die overkomen uit de A-stroom, hebben in de eerste graad reeds kennis gemaakt met ICT, want er is daar ook in een raamplan ICT voorzien. 6 2de graad bso

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN 2.1 Basisvaardigheden voorbereiding op integratie De leerlingen verwerven de basisvaardigheden, nodig bij het praktisch gebruik van de computer. De leerlingen hebben immers in de eerste graad reeds geleerd hoe ze de computer en een programma starten, hoe het toetsenbord efficiënt bediend wordt, hoe ze omspringen met muis en printer, hoe ze kiezen uit een menu, hoe vensters gemanipuleerd worden... In de tweede graad moeten de leerlingen in staat zijn om eenvoudig schijf- en bestandsbeheer toe te passen en het internet efficiënt te gebruiken. Zo krijgen ze een voorbereiding op de integratie van de ICT in de praktijkgerichte vakken van de derde graad. De leraar van de derde graad die ICT wil integreren in zijn vak kan dan onmiddellijk met de professionele software beginnen. 2.2 Polyvalente vorming De leerlingen leren de computer ook gebruiken voor toepassingen die niet rechtstreeks verband houden met de gekozen beroepsopleiding. Dit bevordert een polyvalente vorming. De leerlingen ontdekken nieuwe mogelijkheden van de computer: tekstverwerking, bewerkingen uitvoeren met een rekenblad, een gegevensbank gebruiken, presentaties maken... 2.3 Kennismaking met vakgerichte software De leerlingen leren voor het eerst werken met vakgerichte software binnen de gevolgde studierichting. Aan de hand van eenvoudige specifieke software worden de leerlingen voorbereid op het gebruik van meer gecompliceerde vakgerichte programma s. 2de graad bso 7

3 BASISLEERPLANDOELSTELLINGEN EN -LEERINHOUDEN Deze basisdoelstellingen en -leerinhouden gelden voor alle studierichtingen. De schuingedrukte items zijn uitbreidingsdoelstellingen en -inhouden. 3.1 Computerapparatuur LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.1.1 De rol van de processor in algemene bewoordingen toelichten. 3.1.2 De rol van het werkgeheugen (intern geheugen) en de belangrijkste kenmerken ervan toelichten. 3.1.3 Computersystemen vergelijken op basis van enkele belangrijke kenmerken. 3.1.4 De belangrijkste actuele media voor de opslag van gegevens kennen en gebruiken. 3.1.5 De kenmerken van enkele belangrijke soorten gegevensdragers onderling vergelijken. 3.1.6 Het onderscheid kennen tussen RAM en ROM. 3.1.7 De eenheden waarmee de capaciteit van een geheugen uitgedrukt wordt, kennen en kunnen gebruiken. Het verband aangeven tussen de capaciteit van een geheugen en de omvang van bestanden. 3.1.8 Het begrip randapparatuur toelichten. Van de belangrijkste randapparaten de functie en het gebruik kennen. 3.1.9 De verbindingskabels tussen de systeemeenheid en sommige randapparaten aanwijzen. Losgekomen verbindingen tussen randapparaten en de systeemeenheid opnieuw aansluiten. 3.1.10 De printer bedienen, eenvoudige problemen detecteren en oplossen. 3.1.11 Potentiële gevaren voor gezondheid en veiligheid herkennen en voorkomen. 3.1.12 Enkele elementaire regels kennen en toepassen betreffen de ergonomisch verantwoorde inrichting van de werkplek. LEERINHOUDEN Centrale verwerkingseenheid Capaciteit, vluchtigheid Processortype, klokfrequentie, capaciteit van werkgeheugen en van harde schijf Harde schijf, cd, dvd, USB-stick, geheugenkaart Capaciteit, overschrijfbaarheid RAM, ROM Byte, kbyte, mbyte, gbyte, tbyte... Toetsenbord, muis, beeld scherm, harde schijf, cd-eenheid, dvd-eenheid, printer, scanner, multimedia-componenten,... Verbindingen tussen systeemcomponenten Eenvoudige problemen, zoals geen papier aanwezig, niet on line, inktpatroon of toner leeg Bijvoorbeeld slordige bevestiging en opberging van kabels, diffusie van gevaarlijke producten (tonerstof, ozon) Onder meer afstand tot het scherm, plaats van het toetsenbord, lichtweer spiegeling in het beeld scherm, tegen licht, afstelling van de stoel 8 2de graad bso

DIDACTISCHE WENKEN Het is niet de bedoeling encyclopedische kennis op te bouwen of in te gaan op technische details. Theoretische lessen moeten zoveel mogelijk vermeden worden; het is wenselijk dat de leerlingen zo snel mogelijk achter de computer plaatsnemen. 3.1.1 Enkel de functie toelichten, niet ingaan op de technische realisatie, de interne busstructuur e.d. 3.1.2 Enkel de functie (tijdelijke opslag van programma s en gegevens) toelichten, niet ingaan op technische details. Wat betekenen capaciteit en vluchtigheid voor de gebruiker: wat zijn de gevolgen van een stroomuitval, 3.1.3 Vergelijk advertenties in kranten, weekbladen of reclamebrochures. De klemtoon ligt op het kunnen vergelijken, niet op de technische details. Informatie verduidelijken over grafische kaart en geluidskaart. Snobisme aan de kaak stellen. 3.1.4 Aangesloten digitale camera s gedragen zich meestal ook als een schijfeenheid! 3.1.5 Benaderen vanuit functioneel opzicht: welke gegevensdrager is het meest geschikt voor welke doeleinden? 3.1.7 Ervaringsgericht werken, benaderen vanuit functioneel opzicht. Bijvoorbeeld: hoeveel bytes zijn nodig om een document van één pagina te bewaren. Geen ASCII-codes, geen berekeningen met binaire of hexadecimale codestelsels. 3.1.8 Beperken tot terminologie, niet ingaan op de technische werking van de apparaten. Hier kan men ook verder ingaan op andere randapparaten, zoals multimediacomponenten, scanner of plotter. 3.1.9 Het computersysteem demystificeren. Niet ingaan op technische aspecten zoals het aantal pinnen of het onderscheid tussen parallel en serieel. De kabels traceren tot aan het contactpunt op de systeemeenheid. Het verschil met kabels voor stroomtoevoer beklemtonen. Ervaringsgericht werken. Beseffen dat niet noodzakelijk voor elk probleem hulp moet worden ingeroepen. Zelf kleine problemen leren oplossen (eventueel onder begeleiding van de leraar). 3.1.10 De zelfredzaamheid van de leerling bevorderen. Leren wachten op een afdruk. Geen 10 printopdrachten geven als de printer niet of niet snel genoeg reageert. Leren problemen detecteren en oplossen (eventueel onder begeleiding van de leraar). 2de graad bso 9

3.2 Programmatuur LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.2.1 Van een gegeven computersysteem de belangrijkste kenmerken vaststellen. 3.2.2 De belangrijkste taken van een besturingssysteem kennen, zijn centrale rol correct in schat ten en het verband leggen met de systeemeenheid. 3.2.3 Het belang van systeeminstellingen inzien en eenvoudige systeeminstellingen doorvoeren. 3.2.4 Zeer eenvoudige noodoplossingen toepassen, indien een programma vastloopt. 3.2.5 Het toetsenbord met aanvaardbare vlotheid gebruiken. 3.2.6 De onderdelen van een venster kennen en gebruiken. 3.2.7 Actief gebruik maken van de courante interactiemogelijkheden van een softwarepakket. 3.2.8 De meldingen en aanduidingen op het scherm lezen, beoordelen en desgevallend opvolgen. LEERINHOUDEN Type en versie van processor en van besturingssysteem, capaciteit van werkgeheugen en van harde schijf Besturingssysteem Bijvoorbeeld: systeemdatum of -tijd aanpassen, schermbeveiliging instellen, beeldschermresolutie aanpassen Bijvoorbeeld: Ctrl-alt-del, reset, uit-/aanschakelen Toetsenbord Titelbalk, werkbalk, menubalk, statusbalk, schuifbalk, taakbalk Menu s, pictogrammen, knoppen, tabbladen, dialoogvensters, snelmenu s Statusbalk, dialoogvenster, berichten, foutmeldingen 3.2.9 Efficiënt kopiëren, knippen en plakken. Kopiëren, knippen, plakken 3.2.10 Een programma starten en afsluiten. Meerdere programma s gelijktijdig open houden. Tussen geopende programma s schakelen. Starten en afsluiten van programma s DIDACTISCHE WENKEN 3.2.1 Meestal is rechtsklikken op het pictogram van deze computer of van de schijf reeds voldoende. 3.2.3 Hiervoor kan eventueel een pc gebruikt worden zonder systeembeveiligingen. De land- en, taalinstellingen, getal-, valuta- en datumnotatie in verband brengen met de BIN-normen. De noodzakelijke beveiliging van een systeem met een wachtwoord kan hier ook aan bod komen. 3.2.4 De zelfredzaamheid van de leerling bevorderen. De gradatie van de genoemde ingrepen beklemtonen. 3.2.7 Sommige besturingselementen zijn niet altijd actief. Steeds streven naar de meest geschikte werkwijze. 3.2.8 Leren selecteren wat belangrijke informatie is, met het oog op zelfredzaamheid. Extra aandacht opbrengen voor waarschuwingen van het systeem, bijvoorbeeld bij het verwijderen of overschrijven van bestanden. 10 2de graad bso

3.3 Eenvoudig bestands- en schijfbeheer LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.3.1 Elementaire handelingen op het niveau van een schijf(volume) uitvoeren. 3.3.2 Inzicht hebben in de logische organisatie van een harde schijf(volume). 3.3.3 Weten dat een map actief gemaakt moet worden vooraleer men ermee kan werken. De actieve map herkennen. Elementaire bewerkingen met mappen uitvoeren. LEERINHOUDEN Onder meer: de actieve schijf herkennen, een schijf(volume) activeren, de vrije geheugenruimte op een schijf(volume) bepalen, een diskette formatteren Mappen en submappen Onder meer een map activeren Onder meer een map creëren, verwijderen 3.3.4 Efficiënt navigeren binnen de organisatiestructuur van een schijf. 3.3.5 Een bestandenlijst opvragen en sommige eigenschappen van een bestand aflezen. 3.3.6 Een bestandenlijst opvragen volgens bepaalde criteria. 3.3.7 Het verband kennen tussen de bestandsextensie en de toepassing waarmee het bestand verwerkt kan worden. Eigenschappen zoals naam, datum en grootte Criteria zoals bepaalde volgorde, bepaalde selectie Bestandsextensie 3.3.8 De betekenis van * als jokerteken kennen. Jokerteken 3.3.9 De begrippen computerprogramma en bestand in algemene bewoordingen omschrijven. Het onder scheid tussen een uitvoerbaar en een niet-uitvoerbaar bestand duiden. 3.3.10 Elementaire handelingen op bestanden uitvoeren. 3.3.11 Een bestand waarvan (een deel van) de naam gekend is, zoeken. 3.3.12 Een bestand vanuit een toepassing geheel of gedeelte lijk afdrukken. Het verloop van de drukopdracht opvol gen. Een druk opdracht annuleren en verwijderen. 3.3.13 Een bestand bewaren onder een betekenisvolle naam. Programma versus bestand Onder meer: selecteren, kopiëren naar een andere map of naar een diskette, een nieuwe naam geven, verwijderen, verplaatsen Bestand zoeken Afdrukken, afdrukbeheer Naamgeving van nieuwe bestanden: bewaren onder dezelfde naam of onder een andere naam, in dezelfde map of in een andere map 2de graad bso 11

DIDACTISCHE WENKEN 3.3.1 Formatteren kan een middel zijn om een gebruikt(e) schijf(volume) opnieuw leeg te maken. De vrije ruimte kun je gemakkelijk bepalen door het gebruik van het snelmenu (rechter muistoets). Ook het kopiëren van en naar schijven kan hierbij aan bod komen. 3.3.2 Voorstelling van mappen en submappen door middel van pictogrammen. De leerlingen moeten inzien dat bestanden in een hiërarchische structuur kunnen worden opgeborgen. De attitude ontwikkelen om orde en systematiek na te streven. 3.3.4 Het gaat vooral om navigatie binnen een beperkt deelgebied van de harde schijf. De leerlingen hoeven bijvoorbeeld niet de volledige structuur van een harde schijf te doorlopen. 3.3.8 De uitdrukking *.doc kan als filter ingesteld zijn bij het oproepen van de bestandenlijst met een tekstverwerker. In die zin kan het nuttig zijn dat de leerling weet wat de gevolgen daarvan zijn. 3.3.9 De leerling moet beseffen dat de computer niet werkt zonder programma. Om met een gegevensbestand te werken, heb je een programma nodig. 3.3.10 De klemtoon ligt op het foutloos uitvoeren met een aanvaardbare vlotheid. Bij het kopiëren of verplaatsen van bestanden moet de leerling een goede kijk hebben op bron en bestemming van de operatie: waar bevond het bestand zich oorspronkelijk, waar is het nu naartoe? Wijzen op de gevaren van het hernoemen, verwijderen, overschrijven of verplaatsen van bestanden waarvan men de functie niet kent. Een bestand verplaatsen bij voorkeur toepassen via knippen en plakken, niet via slepen. Voor deze items liever niet werken op de harde schijf, maar met een extern medium. 3.3.12 Opletten met het gebruik van de printknop in de werkbalk. Geen nutteloze afdrukopdrachten geven. 3.3.13 Hierop letten voor alle oefeningen, het ganse jaar door. Streven naar korte, eenduidige en relevante naamkeuze. Spaties en diakritische tekens in de naam vermijden. 12 2de graad bso

3.4 Tekstverwerking LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.4.1 Tekstentiteiten maken, herkennen en selecteren. 3.4.2 Tekstfragmenten in een document zoeken en eventueel vervangen. Zich bewust zijn van de risico s, verbonden aan automatisch zoeken en vervangen. 3.4.3 Spellingcontrole toepassen, de aanwijzingen interpreteren en zo nodig verbeteringen aanbrengen. Weten wat grammaticale controle en automatische tekstcorrectie doen. 3.4.4 Weten wat een opmaakprofiel is en een bestaand opmaakprofiel gebruiken. 3.4.5 Enkele belangrijke opmaakkenmerken op het niveau van teken, alinea en pagina kennen en herkennen, en deze vlot en efficiënt toewijzen en ongedaan maken. De opmaak van een tekstfragment kopiëren. 3.4.6 Tabellen creëren en elementaire bewerkingen er op uitvoeren. 3.4.7 Een afbeelding in een tekst inlassen en eenvoudige aanpassingen aan de lay-out aanbrengen. 3.4.8 Een grafiek of (deel van een) rekenblad in een tekst inlassen en eenvoudige aanpassingen aan de lay-out aanbrengen. LEERINHOUDEN Tekstentiteiten zoals teken, woord, regel, alinea, pagina Scheidingstekens zoals spatie, regel einde, alinea-einde, pagina-einde Zoeken en vervangen (manueel en automatisch) Spellingcontrole, grammaticale controle, automatische tekstcorrectie Opmaakprofiel Centreren, links uitlijnen, uitvullen Instellen van marges en tabulaties Superschrift, subschrift Opsomming Paginanummering, kop- en voetteksten Afdrukstand Onder meer een tabel creëren, opmaakkenmerken van een cel wijzigen, rijen en kolommen toevoegen en verwijderen, hoogte en breedte aanpassen Onder meer vergroten, verkleinen, verplaatsen, tekstomloop aanpassen Onder meer vergroten, verkleinen, verplaatsen, tekstomloop aanpassen DIDACTISCHE WENKEN 3.4.2 Wijzen op de gevaren van Alles vervangen. 3.4.5 Zorg voor een aantrekkelijke en overzichtelijke lay-out, niet overdrijven. Denk aan de BIN-normen. 3.4.6 Voordelen van het werken met tabellen tegenover het werken met tabs. 2de graad bso 13

3.5 Werken met het Internet LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.5.1 Weten dat pc s met elkaar in een netwerk verbonden kunnen zijn. Enkele voordelen en enkele risico s noemen van het verbinden van computers in een netwerk. 3.5.2 De begrippen server en werkstation omschrijven. 3.5.3 Het onderscheid kennen tussen lokale en wereldwijde netwerken. 3.5.4 Het begrip Internet en enkele mogelijkheden ervan eenvoudig toelichten. 3.5.5 De functie van een dienstenleverancier (provider) toelichten. Enkele voorbeelden van Internetdiensten beschrijven. 3.5.6 Enkele soorten connecties noemen en met elkaar vergelijken. 3.5.7 Een zoekinstrument gebruiken om eenvoudige, gerichte zoekopdrachten op het Internet uit te voeren. Logische operatoren toepassen. 3.5.8 Een kritische houding aannemen tegenover de gevonden informatie. 3.5.9 De belangrijkste elementen van een e- mailbericht kennen en hun functie omschrijven. LEERINHOUDEN Netwerken Server, werkstation Lokale en wereldwijde netwerken Internet. Bijvoorbeeld: Mailen, chatten, downloaden; Videoconferentie, telewerken, telebankieren Provider Bijvoorbeeld www, e-mail, ftp, irc Breedband versus smalband Zoekinstrumenten Complexe zoekopdrachten (EN, OF,NIET) Betrouwbaarheid van de informatie in vraag stellen Onder meer bestemmeling, onderwerp, kopie (cc), blinde kopie (bcc), aangehecht bestand 3.5.10 Correct e-mailgebruik nastreven. Netiquette, bijvoorbeeld in verband met correct taalgebruik, taal- en typefouten, kettingbrieven, spam, nutteloze e-mails 3.5.11 Taakgericht werken met e-mail. Onder meer een e-mailbericht openen, afdrukken, invoeren, verzenden, beantwoorden, doorsturen en verwijderen 3.5.12 Werken met aangehechte bestanden. Onder meer een aangehecht tekstbestand openen en afdrukken, een bestand aan een e- mailbericht hechten en verzenden 3.5.13 Weten hoe een e-mailadresboek wordt samengesteld en actueel gehouden. E-mailadresboek 3.5.14 Teksten en figuren van het Internet kunnen invoegen in een eigen document binnen het tekstverwerkingsprogramma. 14 2de graad bso

DIDACTISCHE WENKEN 3.5.1 Geen theoretische bagage, wel praktische kennis. Niet ingaan op historische, technische of commerciële aspecten. 3.5.3 Lokaal netwerk, het Internet. Beperken tot terminologie. Niet ingaan op historische, technische of commerciële aspecten. 3.5.5 Ook de mogelijkheid om iets te vertellen over nieuwsgroepen. 3.5.6 In dit verband letten op de toegangstijd en het kostenaspect, iets zeggen over het protocol. 3.5.7 Gebruik Nederlandstalige zoekmachines. 3.5.8 De klemtoon ligt op de attitudevorming. 3.5.9 Elke leerling beschikt bij voorkeur over een persoonlijk e-mailadres. 3.5.10 De attitudevorming primeert: de leerlingen moeten aandacht opbrengen voor correct e-mailgebruik. Het is niet de bedoeling te sanctioneren voor taal- of typefouten. 3.5.11 Er naar streven dat de activiteiten van de leerlingen taakgericht zijn: de leerlingen versturen niet zomaar berichten, maar deze berichten passen bijvoorbeeld in een project. 3.5.12 Opletten met virussen. Eventueel een verdacht bericht onmiddellijk definitief verwijderen, controleer ook steeds de extensie van de bijlage (bv. exe, com, vbs). 2de graad bso 15

3.6 Rekenblad LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.6.1 De belangrijkste structuurelementen van een werkmap kennen en hanteren. 3.6.2 Verschillende gegevenstypes herkennen en efficiënt invoeren en wijzigen. Verschillende notatievormen toepassen op een cel of een groep cellen. 3.6.3 De belangrijkste structuurelementen efficiënt opmaken. 3.6.4 Een formule opstellen en correct en efficiënt invoeren. 3.6.5 Enkele belangrijke standaardfuncties kennen en gebruiken. 3.6.6 Cellen automatisch vullen met een opeenvolgende reeks waarden. 3.6.7 Een aantal rijen sorteren in oplopende of aflopende volgorde. LEERINHOUDEN Werkblad, cel, bereik, rij, kolom Actief structuurelement, celadres (celverwijzing) Getal, tekst, datum Decimale notatie met bepaald aantal cijfers na de komma Bijvoorbeeld: lettertype en lettergrootte, vet, cursief, verschillende vormen van uitlijning, kolombreedte en rijhoogte aanpassen Formules en operatoren Relatieve en absolute celverwijzing Onder meer som, gemiddelde, aantal, als Automatisch vullen Sorteren 3.6.8 Rijen en kolommen invoegen en verwijderen. Invoegen en verwijderen 3.6.9 Cellen en groepen van cellen efficiënt kopiëren, verplaatsen, wissen en verwijderen. 3.6.10 Het onderscheid toelichten tussen de inhoud van een cel en het weergegeven resultaat. 3.6.11 De cursor efficiënt naar de gewenste cel verplaatsen. Structuurelementen vlot en efficient selecteren. 3.6.12 Een grafische voorstelling maken van (een deel van) een werkblad. 3.6.13 Navigeren tussen verschillende werkbladen binnen één werkmap. Kopiëren, verplaatsen, wissen en verwijderen Inhoud versus weergave Cursorverplaatsing Selecteren Enkele soorten grafische voorstellingen, bijvoorbeeld staafdiagram, cirkeldiagram, lijndiagram Opmaak van de grafische voorstelling 3.6.14 Een afdrukvoorbeeld bekijken en beoordelen. Afdrukvoorbeeld 3.6.15 Rekenbladen met eenvoudige vakgerichte toepassingen aanmaken en/of aanpassen. 16 2de graad bso

3.6.16 Het nut van elektronische rekenbladen waarderen: berekeningen, simulaties,... 3.6.17 Efficiëntie nastreven bij het werken met rekenbladen. DIDACTISCHE WENKEN 3.6.4 Formules beperken tot de vier hoofdbewerkingen. 3.6.5 Ook Max en Min behoren nog tot de eenvoudige standaardfuncties. 3.6.6 Hierbij de vulgreep gebruiken. 3.6.14 Geen papier verkwisten, eerst het afdrukvoorbeeld bekijken op het scherm. 3.6.15 Het is belangrijk de voorbeelden te kiezen in functie van de studierichting. 3.6.16 Een ICT-les is geen rekenles. 2de graad bso 17

3.7 Gegevensbeheer LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.7.1 Het begrip tabel en de belangrijkste structuurelementen ervan omschrijven en hanteren. 3.7.2 De belangrijkste gegevenstypes kennen en gebruiken. 3.7.3 Enkele eigenschappen van velden kennen, interpreteren en aanpassen. Betekenisvolle veldnamen hanteren. LEERINHOUDEN Tabel, record (rij), veld (kolom) Onder mee tekst, getal, datum, logisch Onder meer veldlengte, toegelaten waarden 3.7.4 Een primaire sleutel definiëren. Primaire sleutel 3.7.5 Efficiënt navigeren in een tabel. De gegevens in een tabel raadplegen en interpreteren. 3.7.6 Een rij opzoeken, op basis van een bepaald gegeven of een combinatie van gegevens. 3.7.7 Eenvoudige logische uitdrukkingen opbouwen. 3.7.8 Op basis van een gegeven informatiebehoefte een gegevensbank bevragen en de gegevens rangschikken. Zoeken De logische operatoren En, OF, NIET Filter, selectiequery 3.7.9 Een tabel updaten. Records (rijen) aanpassen, toevoegen of verwijderen 3.7.10 De functie van een formulier toelichten. Een bestaand formulier gebruiken. Weten hoe aan passingen aan een bestaand formulier doorgevoerd worden. Formulier 3.7.11 Een nieuw formulier ontwerpen aan de hand van een wizard. 3.7.12 De functie van een rapport toelichten. Een bestaand rapport gebruiken. Weten hoe aan passingen aan een bestaand rapport doorgevoerd worden. 3.7.13 Een nieuw rapport ontwerpen aan de hand van een wizard. 3.7.14 Relaties tussen twee of meer tabellen begrijpen en aan de hand van een eenvoudig gegeven voorbeeld toelichten. Het begrip relationele databank toelichten. 3.7.15 Het nut inzien van een elektronische gegevensbank. Formulierontwerp Rapport Rapportontwerp Relaties, relationele databank, refererende sleutel Gegevensbestand, database 18 2de graad bso

3.7.16 Rijen volgens een gegeven volgorde rangschikken. 3.7.17 Gegevens groepsgewijs in een tabel wijzigen of eruit verwijderen. 3.7.18 Een tabel ontwerpen voor een eenvoudige welomschreven probleemstelling. Een bestaande tabel aanpassen. 3.7.19 Een eenvoudige nieuwe gegevensbank aanmaken. Rangschikken Actiequery Tabelontwerp Starten met een nieuwe database DIDACTISCHE WENKEN Werken met praktische herkenbare voorbeelden van elektronische gegevensbanken, die nauw aansluiten bij de studierichting. De grafische gebruikersinterface zoveel mogelijk benutten: gegevens tonen en invoeren via formulieren, afdrukken via rapporten en uitzoeken via enkele eenvoudige filters en query s. 2de graad bso 19

3.8 Presentaties maken LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.8.1 Verschillende vormen van schermopbouw in een presentatie gebruiken. 3.8.2 De vormelijke componenten van de presentatie kiezen, opmaken en aanpassen. LEERINHOUDEN Onder meer titel, opsomming, genummerde lijst, grafische voorstelling Lettertype, achtergrond en opsommingstekens 3.8.3 Ontwerpsjablonen gebruiken en aanpassen. Ontwerpsjablonen 3.8.4 Spontaan en op sobere en functionele manier gebruik maken van de mogelijkheden die het pakket biedt. Onder meer beeldopbouw, diaovergangen, animatie-effecten 3.8.5 Grafische vormen toevoegen (pijl, cirkel, ). Grafische vormen 3.8.6 Statische objecten invoegen. Bijvoorbeeld afbeelding of tabel 3.8.7 In een bestaande presentatie dia s tussenvoegen, verwijderen, verplaatsen en dupliceren. 3.8.8 De presentatie op verschillende wijzen afdrukken. 3.8.9 Een presentatie voorwaarts en achterwaarts doorlopen op het scherm. Een automatisch doorlopende presentatie maken. Tussenvoegen, verplaatsen, verwijderen, en dupliceren Hand-outs Presenteren 3.8.10 Het nut van een presentatie inzien. DIDACTISCHE WENKEN 3.8.9 Help (F1) bij diavoorstelling gebruiken. 20 2de graad bso

3.9 Sleutelvaardigheden en attitudes LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.9.1 Inzicht hebben in de functionaliteit van softwarepakketten en een verantwoorde keuze maken uit de beschikbare software voor het efficiënt realiseren van de oplossing van een gegeven probleem. 3.9.2 Zelfredzaamheid ontwikkelen teneinde zelfstandig oplossingen te realiseren. 3.9.3 Aandacht besteden aan leesbaarheid, aan uniforme, esthetisch verantwoorde en doeltreffende vormgeving en aan normering. 3.9.4 Een kritische instelling ontwikkelen t.a.v. gegevens en oplossingen, deze controleren en zo nodig corrigeren. 3.9.5 Een preventieve houding ontwikkelen ten aanzien van het verlies van gegevens. Alert zijn voor het geregeld veilig opslaan van bestanden. 3.9.6 De gevolgen kennen van het binnendringen van virussen in een computersysteem, een preventieve houding ontwikkelen ten aanzien van de verspreiding van virussen en weten hoe gepast te reageren bij de confrontatie met een virus. LEERINHOUDEN Functionaliteit van softwarepakketten: tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer, presentatie,... Zelfredzaamheid Vormgeving BIN-norm NBN Z01-002 Kritische instelling Back-up, automatisch bewaren van bestanden Virussen DIDACTISCHE WENKEN De sleutelvaardigheden en -attitudes zijn fundamenteel. Ze dienen te worden nagestreefd tijdens elke les. 3.9.5 Spontaan veiligheidskopieën maken. Gegevens kunnen verloren gaan om verschillende redenen: de harde schijf is gecrasht, een bestand is per vergissing verwijderd of overschreven, een virus is binnengedrongen, 3.9.6 Onder meer verdachte bestanden en e-mail van verdachte of onbekende herkomst weren. Onder meer de werking van het programma stopzetten en de leraar verwittigen. Het verwijderen van virussen kan waarschijnlijk beter door de leraar zelf gedaan worden. 2de graad bso 21

3.10 ICT en maatschappij LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.10.1 Alert zijn voor het feit dat ontwikkelingen binnen ICT een maatschappelijk-ethische dimensie kunnen inhouden. 3.10.2 Bij de verwerking van persoonsgegevens respect opbrengen voor de persoonlijke levenssfeer. Een kritische reflex ontwikkelen ten aanzien van de verzameling en het gebruik van persoonsgegevens door derden. 3.10.3 Een correcte houding ontwikkelen ten aanzien van de auteursrechtelijke aspecten van software en van digitaal tekst-, beeld- en geluidsmateriaal. 3.10.4 Alert zijn voor de milieu-effecten van computer gebruik en spontaan voorzorgsmaatregelen nemen. 3.10.5 Aandacht opbrengen voor de hedendaagse evolutie van computerapparatuur. 3.10.6 Bereidheid ontwikkelen om op eigen initiatief levens lang bij te leren en op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. LEERINHOUDEN Maatschappelijk-ethische aspecten van ICT Persoonlijke levenssfeer Auteursrechtelijke aspecten, onder meer op het Internet. Bijvoorbeeld beperking papier- en inkt- of tonerverbruik, afdrukvoorbeeld op het scherm, energiebesparende functies van apparaten, recycleren van pc s, printers en toners Evolutie van computerapparatuur Levenslang leren DIDACTISCHE WENKEN Deze doelstellingen worden best verweven binnen de overige leerplan doel stellingen, bij voor beeld naar aanleiding van het actualiteitsgebeuren. 3.10.1 Geschikte gelegenheden doen zich vaak voor naar aanleiding van krantenartikels over actuele gebeurtenissen of evoluties. 3.10.3 Legaal softwaregebruik! Het onrechtmatig kopiëren van computerprogramma s, beelden, muziekbestanden, films e.d. ontraden en ontmoedigen. Aandacht voor bronvermelding en toestemming van de auteur. De klemtoon ligt op attitudevorming. 3.10.5 De introductie van een nieuwe technologie in de maatschappij (bijvoorbeeld chipkaart, MMS, WAP, cd s aankopen op het Internet, leerlingenregistratie via magneetkaart) kan de leraar gebruiken om de leerlingen te leren op een rationele manier de voordelen af te wegen tegen de nadelen. 22 2de graad bso

4 SPECIFIEKE LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN 4.1 Voorraadbeheer en inventaris De leerlingen maken kennis met het beheer van een voorraad via de computer. Artikelen, leveranciers en klanten worden ingevoerd. Artikelen worden besteld, geleverd en verkocht. De leerlingen kunnen de inventarisgegevens opvragen en eventueel aanpassen. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.1.1 De gegevens op de artikelensteekkaart interpreteren: de betekenis kennen van de velden voorraad, in bestelling, bestelpunt en bestelhoeveelheid. LEERINHOUDEN Artikelsteekkaarten invullen 4.1.2 Het verband weergeven tussen voorraad, in bestelling en bestelpunt. 4.1.3 Inzien dat wijzigingen, aangebracht in één bestand, invloed hebben op andere bestanden. 4.1.4 De computer waarderen bij het beheer van een voorraad. 4.1.5 Een doelmatig denkpatroon ontwikkelen bij het oplossen van problemen. Automatische aanpassingen 4.1.6 De firmagegevens invoeren en aanpassen. Firmagegevens 4.1.7 Een artikelen-, leveranciers- of klantentabel aanpassen: toevoegen, veranderen of verwijderen van steekkaarten. 4.1.8 Bladeren in de artikelen-, leveranciers- of klantentabel. 4.1.9 Lijsten van leveranciers, artikelen en klanten afdrukken. 4.1.10 Een voorraad inventariseren en de waarde ervan bepalen tegen inkoop- en verkoopprijs. 4.1.11 Artikelen bestellen, indien de voorraad onder het bestelpunt komt. 4.1.12 Extra bestellingen plaatsen, als de voorraad nog niet onder het bestelpunt ligt. 4.1.13 De voorraadbewegingen boeken, waardoor de artikelensteekkaarten automatisch aangepast worden. Klantenkaart, leverancierskaart Gegevens opzoeken Lijsten afdrukken Verwerken van inventarisgegevens Artikelen bestellen Extra bestellingen Leveringen en bestellingen boeken 2de graad bso 23

4.1.14 Een reële bedrijfssituatie verkennen en eenvoudige praktische problemen in verband met voorraadbeheer oplossen. Nieuwe klanten en leveranciers, bestellingen, leveringen invoeren DIDACTISCHE WENKEN 4.1.3 Laten zien hoe de wijzigingen in de inventarisgegevens een invloed hebben op de artikelsteekkaarten. 4.1.5 Oog hebben voor de automatische aanpassingen bij bestellingen, leveringen, verkopen. 4.1.14 Het aantal steekkaarten beperken. 24 2de graad bso

4.2 Simulatie van een CNC-draaibank De leerlingen leren werken met de X-, Y- en Z-coördinaten via een programma dat een CNC-freesmachine simuleert. Via invoer van de N-, G-, X-, Y-, Z-, I- en J-codes komen puntsturingen en lijnsturingen aan bod. De juistheid van de codes wordt gecontroleerd door simulatie op het scherm. Daarna worden die codes door de leerlingen vertaald in een CNC-programma dat aan de DIN 66025-norm voldoet. Via simulatie evalueren de leerlingen hun programma. Eventuele fouten kunnen verbeterd worden (een foutmelding geeft aan wat er precies misgelopen is). Programma's en codelijsten kunnen op schijf bewaard of van de schijf ingelezen worden. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.2.1 De betekenis kennen van de X-, Y- en Z- coördinaat van een punt. 4.2.2 De betekenis kennen van de N-, G-, X-, Y-, Z-, I- en J-codes van CNC-programma's. 4.2.3 Het onderscheid kennen tussen de begrippen ijlgang en voeding. 4.2.4 De begrippen wijzerzin en tegenwijzerzin onderscheiden. LEERINHOUDEN Coördinaten van een punt CNC-codes bij frezen IJlgang en voeding Wijzerzin, tegenwijzerzin 4.2.5 Een computersimulatie waarderen. 4.2.6 Puntsturingen simuleren. Puntsturingen 4.2.7 Lijnsturingen simuleren. Lijnsturingen 4.2.8 De sturing van cirkelbogen simuleren. Bogen frezen 4.2.9 Het frezen van figuren simuleren. Figuren frezen 4.2.10 Gegevens invoeren, bewerken, opslaan en ophalen. DIDACTISCHE WENKEN 4.2 Numerieke gegevens altijd eerst op papier zetten, daarna pas invoeren in de computer. 2de graad bso 25

4.3 Simulatie van een CNC-draaibank De leerlingen leren werken met de X- en Z-coördinaten via een programma dat een CNC-draaibank simuleert. Via invoer van de N-, G-, X-, Z-, I-, K- en T-codes komen langsdraaien, nadraaien en gleufsteken aan bod. De juistheid van de codes wordt gecontroleerd door simulatie op het scherm. Daarna worden die codes door de leerlingen vertaald in een CNC-programma dat aan de DIN 66025-norm voldoet. De leerlingen evalueren hun programma door simulatie. Eventuele fouten kunnen verbeterd worden (een foutmelding geeft aan wat er precies misgelopen is). Programma's en codelijsten kunnen op schijf bewaard of van de schijf ingelezen worden. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.3.1 De betekenis kennen van de X- en Z- coördinaat van een punt. 4.3.2 De betekenis kennen van de N-, G-, X-, Z-, I-, K- en T-codes van CNC-programma's. 4.3.3 Het onderscheid kennen tussen de begrippen ijlgang en voeding. LEERINHOUDEN X- en Z-coördinaat van een punt CNC-codes bij draaien IJlgang, voeding 4.3.4 Een computersimulatie waarderen. 4.3.5 Langsdraaien simuleren, ook met kegelvormig verloop. Langsdraaien (ruwen) 4.3.6 Nadraaien simuleren. Nadraaien (een beitel volgt de contouren van het werkstuk en neemt de oneffenheden weg) 4.3.7 Gleufsteken simuleren. Gleufsteken (het sturen van de insteekbeitel) 4.3.8 Gegevens invoeren, bewerken, opslaan en ophalen. DIDACTISCHE WENKEN 4.3 Numerieke gegevens altijd eerst op papier zetten, daarna pas invoeren in de computer. 4.3.1 Aantonen (visualiseren) waarom de Y-coördinaat ontbreekt bij het draaien. 26 2de graad bso

4.4 Sturing van een snijmachine Initiatie CAD-CAM De leerlingen maken een tekening op het scherm met de muis of via het invoeren van absolute of relatieve coördinaten (CAD). Het programma genereert een CNC-code die naar een snijmachine gestuurd wordt. Op die manier worden letters, figuurtjes... uitgesneden uit piepschuim (CAM). De tekeningen kunnen op schijf bewaard worden of kunnen van de schijf ingelezen worden. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.4.1 De betekenis kennen van de X- en Y- coördinaat (absoluut en relatief) van een punt. LEERINHOUDEN Absolute en relatieve coördinaten in het XY-vlak 4.4.2 De begrippen CAD en CAM onderscheiden. CAD - CAM 4.4.3 Weten dat voor de computersturing van een machine CNC-code nodig is. 4.4.4 Het nut van CAD-CAM-programma s inzien. 4.4.5 Het nut van een CNC-sturing inzien. 4.4.6 Snijden van figuren bestaande uit horizontale, verticale en schuine lijnstukken. Lijnstukken tekenen, lijnsturingen uitvoeren 4.4.7 Snijden volgens cirkelvormige baan. Cirkelbogen tekenen 4.4.8 Uitsnijden van figuren, bestaande uit lijnstukken en cirkelbogen. DIDACTISCHE WENKEN 4.4 De creativiteit van de leerlingen aan bod laten komen. 4.4.6 De coördinaten eerst op papier zetten, daarna invoeren in de computer. 4.4.8 Aantonen dat ook 3D-figuren (bv. Eiffeltoren) kunnen uitgesneden worden. 2de graad bso 27

4.5 Gezonde voeding Een dagmenu kan ingevoerd worden. Het dagmenu wordt vergeleken met en eventueel aangepast aan de normen voor een gezonde voeding. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.5.1 Het onderscheid kennen tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen. LEERINHOUDEN Voedingsstoffen, voedingsmiddelen 4.5.2 Het belang van een gezonde voeding inschatten. 4.5.3 Het nut van de computer inzien bij het opstellen van een gezond dagmenu. 4.5.4 De waarde van een computersimulatie inschatten bij het opstellen van een dagmenu. 4.5.5 De hoeveelheid voedingsstoffen (eiwitten, vetten, koolhydraten...) en energie in een voedingsmiddel vinden. 4.5.6 Snel een voedingsmiddel opzoeken in de alfabetische lijst van de voedingsmiddelen. Voedingsstoffen, voedingsmiddelen Voedingsmiddelen zoeken 4.5.7 De dagelijkse voedingsbehoefte vaststellen. De dagelijkse voedingsbehoefte 4.5.8 Een dagmenu invoeren. Menu s invoeren 4.5.9 De voedingswaarde van het dagmenu bepalen en vergelijken met de normen voor een gezonde voeding. 4.5.10 Het dagmenu aanpassen, zodat het voldoet aan de normen voor een gezonde voeding: een voedingsmiddel verwijderen, de hoeveelheid ervan aanpassen, een nieuw voedingsmiddel toevoegen. 4.5.11 De Quételet-index bepalen, afhankelijk van geslacht, leeftijd en grootte. De voedingswaarde Aanpassen aan de normen van gezonde voeding De Quételet-index DIDACTISCHE WENKEN 4.5.9 Herkenbare menu s gebruiken (klaspraktijk, thuis, school). 28 2de graad bso

4.6 Initiatie in Paint en desktop-publishing Dit leerplanonderdeel is uitsluitend bedoeld voor de studierichting Publiciteit en etalage. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.6.1 Het onderscheid kennen tussen lettertypen in bitmapuitvoering, Postscript (Adobe) en Truetype. 4.6.2 Het onderscheid kennen tussen letters met schreef, zonder schreef en fantasieletters en in grote lijnen hun toepassingsgebieden kennen binnen de grafische sector. 4.6.3 Elementaire kennis verwerven over bestandsformaten voor tekst en illustraties. 4.6.4 Elementaire kennis verwerven over schermresolutie, printresolutie en kleurkwaliteit. LEERINHOUDEN Bitmap-, Postscript- en Truetype-lettertypen Schreef en schreefloos Bestandsformaten Resolutie (scherm, printer), en kleurkwaliteit 4.6.5 Pictografische boodschappen op hun juiste waarde inschatten. 4.6.6 Ordelijk, doordacht en accuraat werken. 4.6.7 Zin voor creativiteit en afwerking ontwikkelen. 4.6.8 Efficiënt werken door ervoor te zorgen dat de verschillende hulppaletten goed bereikbaar zijn naast het document en trachten in zo weinig mogelijk stappen het gewenste beeldende resultaat te bereiken. 4.6.9 Verschillende corpsgrootten leren gebruiken in een grafisch document. Paletten manipuleren met knoppen, gereedschappen, kleuren, lijnen en vulpatronen Lettertypen, formaten 4.6.10 Werken met stijlen en opmaakprofielen. Opmaakprofielen, stijlen 4.6.11 De regelafstand aanpassen. Regelafstand 4.6.12 De dikte van lijnen, kaders en pijlen veranderen. Lijndikte 4.6.13 Pagina s automatisch nummeren. Paginanummering 4.6.14 Tekstkleur aanpassen. Tekstkleur 4.6.15 Eenvoudige typografische schikkingen uitvoeren, in combinatie met illustraties. Typografische schikking 4.6.16 Titels verticaal plaatsen, titels op een gekleurde achtergrond plaatsen. 2de graad bso 29

4.6.17 Objecten procentueel vergroten en verkleinen. Titels bewerken 4.6.18 Objecten vrij roteren. Objecten bewerken 4.6.19 De pictografische voorstelling van menucommando s gebruiken. Werken met pictogrammen 30 2de graad bso

4.7 Het uitwerken van specifieke toepassingen Met behulp van het pakket dat gebruikt wordt bij het aanleren van de basisvaardigheden, worden vakgerichte toepassingen uitgewerkt: vakgerichte tekeningen en pictogrammen maken, vakgerichte reclameblaadjes, een elektronische agenda bijhouden, De cognitieve, affectieve en psychomotorische doelstellingen zijn afhankelijk van de studierichting en van de uitgewerkte toepassingen. 2de graad bso 31

5 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De basisvaardigheden worden aangebracht aan de hand van een modern geïntegreerd pakket, met voorbeelden uit de eigen leef- en beroepswereld van de leerlingen. Het praktisch gebruik van de computer staat hierbij centraal. Voor het specifieke gedeelte kan het onderstaande overzicht een leidraad zijn om een keuze te maken uit de te behandelen onderwerpen (zie 4). STUDIERICHTING ONDERWERP Textiel Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Moderealisatie en presentatie Sturing van een snijmachine (zie 4.4) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Verzorging-voeding Gezonde voeding (zie 4.5) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Nijverheid Simulatie van een CNC-freesmachine (zie 4.2) Metaal Simulatie van een CNC-draaibank (zie 4.3) Sturing van een CNC-snijmachine (zie 4.4) Hout Simulatie van een CNC-freesmachine (zie 4.2) Simulatie van een CNC-draaibank (zie 4.3) Elektrische installaties Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Simulatie van een CNC-freesmachine (zie 4.2) Sturing van een CNC-snijmachine (zie 4.4) Haarzorg Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Bouw Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Restaurant en keuken Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Gezonde voeding (zie 4.5) Brood- en banketbakkerij Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Slagerij en vleeswarenbereiding Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Gezonde voeding (zie 4.5) 32 2de graad bso

STUDIERICHTING ONDERWERP Publiciteit en etalage Initiatie in paint en desktop publishing (zie 4.6) Sturing van een CNC-snijmachine (zie 4.4) Drukken Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Paardrijden en verzorgen Landbouw Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Tuinbouw Schilderwerk en decoratie Sturing van een CNC-snijmachine (zie 4.4) Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Diamantbewerking Voorraadbeheer en inventaris (zie 4.1) Goud en juwelen Specifieke toepassingen met het geïntegreerd pakket (zie 4.7) Uurwerkmaken Leerlingen uit het bso zijn sterk aan het concrete gebonden. Daarom zal het verwerven van de basisvaardigheden het best geschieden aan de hand van voorbeelden die eigen zijn aan hun leefwereld en interessesfeer of aan de beroepsopleiding die ze volgen. Samenwerking met de leraar praktijk en/of technologie is aangewezen. Het gebruik van het geïntegreerd pakket mag niet ontaarden in het systematisch doorlopen van de verschillende menu's en deelmenu's aan de hand van een handleiding. Leerlingen uit het bso leven sensitief: ze begrijpen met de zintuigen. In dit verband is het gebruik van presentaties belangrijk om het lesgebeuren aanschouwelijk voor te stellen. Bso-leerlingen zijn ontmoedigd als ze bij hun inspanningen geen direct resultaat zien. Om die reden is het afdrukken van hun eigen teksten en tekeningen een must. Leerlingen uit het bso zijn nerveuzer en prikkelbaarder dan hun leeftijdsgenoten uit het aso, kso of tso. Ze kunnen zich niet lang op hetzelfde concentreren. Daarom moet het typwerk beperkt blijven: de ICT-les mag immers geen dactyloles zijn. Hou het dus bij korte teksten met korte zinnen. Stimuleer het gebruik van de muis bij menukeuzen en blokbewerkingen. Door het bijhouden van een klassikale documentatiemap wordt de interesse van de leerlingen voor ICT gestimuleerd. Hierin kunnen niet alleen teksten en gegevens over de nieuwste ontwikkelingen maar ook artikelen over de sociaal-economische impact van de nieuwe informatietechnologie bewaard worden. Uiteraard worden die artikelen klassikaal besproken. De leerlingen werken maximaal per twee aan een computer. Dat kan stimulerend werken voor de zwakkere leerlingen van de klas. Zorg ervoor dat niet steeds dezelfde leerling al het werk doet. De leerplanonderdelen weerspiegelen geen chronologische volgorde. Het volgende lestijdenschema kan misschien een leidraad zijn bij het opmaken van de jaarplanning. 2de graad bso 33

LEERPLANONDERDEEL AANTAL LESTIJDEN Configuratie en bestandsbeheer 4 Tekstverwerking 7 Internet 5 Rekenblad 9 Database 5 Presentaties 6 Specifieke toepassingen 14 Totaal 50 34 2de graad bso

6 MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 6.1 Programmatuur 6.1.1 Basis alle studierichtingen De school kiest het pakket waarmee ze de doelstellingen kan realiseren.windows XP/Vista zijn momenteel geschikte platformen. Daarbij een degelijke geïntegreerde suite zoals Microsoft Office 2003/2007. Ook de MAC-systemen met hun grafische gebruikersinterface en hun eigen geïntegreerde suites zijn zeker geschikt. Het werken met een grafische gebruikersinterface (zoals bijvoorbeeld in Windows en Macintosh standaard ingebouwd) is dus verplicht. De school kiest zelf de software waarmee gewerkt wordt. De gebruikte softwarepakketten moeten actueel en tevens toereikend zijn om de doelstellingen te realiseren en de leerinhouden te verwerven. 6.1.2 Vakgerichte software ITEM PROGRAMMA Voorraadbeheer en inventaris Voorraadbeheer en inventaris. VVKSO Simulatie van een CNC-frees-machine Een computergestuurde freesmachine. VVKSO Simulatie van een CNC-draaibank Een computergestuurde draaibank. VVKSO Sturen van een CNC-snijmachine FiloCAD. Uwe Diener 1998/2008 Düsseldorf Gezonde voeding Nubel voedingsplanner. Nubel vzw Brussel Initiatie in Paint en DTP ClarisWorks 6.2 Apparatuur Deze leerstof wordt aangeboden in een computerklas, uitgerust met een voldoende aantal pc s in netwerk. Per pc zit bij voorkeur slechts één leerling. De pc s zijn geschikt om vlot te werken met de beschikbare software. De aanwezigheid van een projectiesysteem voor computerbeelden is sterk aanbevolen. De leerlingen dienen hun uitgevoerde opdrachten soms af te drukken. Dit moet vlot kunnen gebeuren in de klas. In functie hiervan heeft de school het aantal en het type printer(s) in de computerklas vastgelegd. De school heeft een internetaansluiting, zodat alle leerlingen van een klas vlot en tegen aanvaardbare snelheid kunnen gebruikmaken van de mogelijkheden van het internet. Het is nuttig dat zowel leraar als leerlingen toegang kunnen hebben tot enkele vaktijdschriften, documentatie en naslagwerken. Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (leerplannen.vvkso@vsko.be) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, nummer. Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren. 2de graad bso 35

7 EVALUATIE Bij leerlingen uit het bso is het kunnen belangrijker dan het kennen. Definities en redeneringen zijn niet aan hen besteed. Het zijn doe-leerlingen. Daarom moet het praktische gebruik van de computer centraal staan: de leerlingen verwerven de nodige basiskennis over ICT via het gebruik van de computer. Dat impliceert ook dat de psychomotorische en affectieve doelstellingen primeren boven de cognitieve doelstellingen. De leerlingen worden bij voorkeur permanent geëvalueerd. Daardoor is een aparte toets tijdens de periode van de summatieve toetsen niet noodzakelijk. Bij permanente evaluatie doet de leraar er goed aan vooraf een lijst samen te stellen van de vaardigheden en attitudes waarop er zal geëvalueerd worden en met elke vaardigheid of attitude een beoordelingswijze te associëren, teneinde de mate waarin de leerling deze doelstellingen verworven heeft, zo nauwkeurig mogelijk te evalueren. Periodiek dienen de leerlingen te bewijzen dat zij bepaalde basisbegrippen, -vaardigheden en -attitudes verworven hebben. Dat gebeurt aan de hand van een praktische proef waarbij de leerling eventueel gebruik mag maken van zijn handboek en/of persoonlijke nota s. De mate waarin de leerling zelfredzaamheid verworven heeft, is immers een belangrijk element bij het meten van zijn vorderingen. De leraar streeft naar een evaluatie waarbij de leerlingen thuis niet over een computer moeten beschikken: geen overdreven aandacht voor technische kneepjes. Het bezit van een pc thuis mag niet bepalend zijn voor het al dan niet geslaagd zijn van een leerling. Evalueer niet het memoriseren van sneltoetsen, menu s, commando s,... maar wel de zelfredzaamheid van de leerling. Evaluatie wordt zeker niet gebruikt als orde- of tuchtmaatregel. Tot de leerlingendocumenten die bewaard moeten worden met het oog op een schooldoorlichting door de onderwijsinspectie behoren ook de werkstukken die een leerling op diskette of op een andere gegevensdrager realiseert. Concreet betekent dit dat van álle regelmatige leerlingen alle werkstukken (zowel op papier als in digitale vorm) bewaard moeten worden die (mede) de basis gevormd hebben voor de studiebekrachtiging en dat van 3 regelmatige leerlingen naar keuze per leerjaar en per structuuronderdeel álle werkstukken bewaard moeten worden. De bewaringsduur van de werkstukken is beperkt tot het lopend schooljaar en het vorig schooljaar. Vanzelfsprekend dient de school er eveneens voor te zorgen dat de bewaarde werkstukken achteraf nog gelezen kunnen worden, ook indien de school overgestapt is op andere computersystemen, gegevensdragers of softwarepakketten. 36 2de graad bso