Uitgeverij cd/id multimedia

Transcriptie

1 Computer Basis boek Office 2010 Word, Excel & PowerPoint Korte inhoud Inhoudsopgave 5 Voorwoord 13 Deel 1 Werken in Office Deel 2 Aan de slag met Word Deel 3 Aan de slag met Excel Deel 4 Aan de slag met PowerPoint Deel 5 De Helpfuncties in Office Register (c)

2 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Deel 1 Werken in Office Word, Excel en PowerPoint starten en afsluiten 17 1 Over dit hoofdstuk 17 2 Word, Excel en PowerPoint starten 18 3 Word, Excel en PowerPoint afsluiten 18 2 Opdrachten geven in Office Over dit hoofdstuk 21 2 Opdrachten geven via het tabblad Bestand 22 3 Opdrachten geven via de werkbalk Snelle toegang 23 4 De werkbalk Snelle toegang aanpassen 23 5 Opdrachten geven via de tabbladen 24 6 Opdrachten geven via het snelmenu 25 7 Een actie ongedaan maken 26 8 Meerdere acties ongedaan maken 27 9 Een actie opnieuw uitvoeren 27 3 Werken met vensters 29 1 Over dit hoofdstuk 29 2 De schuifbalken en de pijltjesknoppen 30 3 Bladeren tussen pagina s 31 4 Wisselen tussen vensters via de taakbalk 31 5 Wisselen tussen vensters via de opdracht Andere Vensters 32 4 Wat is nieuw in Office 2010? 35 1 Over dit hoofdstuk 35 2 Werken met het lint en tabbladen 37 3 Het tabblad Bestand gebruiken 37 4 'Onzichtbare' tabbladen gebruiken 37 5 De werkbalk Snelle toegang gebruiken 38 6 De miniwerkbalk oproepen 38 7 Live voorbeeld gebruiken 39 8 Het bestandsformaat wijzigen 40 9 De keuze Opties voor Word, Excel en PowerPoint Opdrachten in Office 2003 terugvinden in Office (c)

3 Basisboek Office 2010 Deel 2 Aan de slag met Word Beginnen in Word 49 1 Over dit hoofdstuk 49 2 Een nieuw document maken 50 3 Een nieuw document maken met een sjabloon 50 4 Waarom je een document moet opslaan 52 5 Een document opslaan 52 6 Een document opslaan als 53 7 Opslaan als *.doc of *.docx? 54 8 Een document openen 55 9 Een document sluiten 56 6 Documenten weergeven 57 1 Over dit hoofdstuk 57 2 De weergave Concept 58 3 De afdrukweergave 58 4 Lezen in volledig scherm 58 5 Weblay-out 60 6 De weergave Overzicht 60 7 Snel schakelen tussen weergaven 61 8 Meer dan één pagina 61 9 In-/uitzoomen Meer dan één actief venster Het navigatievenster 64 7 Bewerken van een document 67 1 Over dit hoofdstuk 67 2 Tekst selecteren 68 3 Sneller selecteren 68 4 Tekst invoegen 69 5 Letters verwijderen 69 6 Woorden, zinnen of alinea s verwijderen 69 7 Kopiëren en plakken 70 8 Kopiëren en plakken via het snelmenu 70 9 Knippen en plakken Verzamelen en plakken Een woord of tekst zoeken via het navigatievenster Het dialoogvenster Zoeken en vervangen Een woord zoeken en vervangen (c)

4 Inhoudsopgave 8 Een document opmaken 79 1 Over dit hoofdstuk 79 2 Het lettertype veranderen 80 3 De lettergrootte veranderen 81 4 De letterkleur veranderen 82 5 Tekst vet weergeven 83 6 Tekst cursief weergeven 83 7 Tekst onderstrepen 84 8 Tekst uitlijnen 84 9 Teksten centreren Teksten uitvullen Regelafstand wijzigen De stijl wijzigen Tekstopmaak wijzigen met de miniwerkbalk 87 9 Meer mogelijkheden om je tekst op te maken 89 1 Over dit hoofdstuk 89 2 Opsommingstekens gebruiken 90 3 Nummering gebruiken 91 4 Lijst met meerdere niveaus maken 91 5 Paginanummers invoegen 92 6 Kop- en voetteksten 93 7 Symbool invoegen 95 8 Kolommen maken Opmaak met grafische elementen 99 1 Over dit hoofdstuk 99 2 Een voorblad invoegen Een afbeelding invoegen Het taakvenster Illustraties Zoeken naar illustraties Illustraties invoegen vanuit het taakvenster Illustraties Favoriete illustraties opslaan WordArt gebruiken Paginaranden Arcering Een paginakleur kiezen Vormen, SmartArt en grafieken invoegen Over dit hoofdstuk Vormen gebruiken SmartArt-objecten invoegen (c)

5 Basisboek Office Een grafiek maken Tabellen maken Over dit hoofdstuk Een tabel maken Een tabel tekenen Een rij of kolom toevoegen Een tabel verwijderen Rijen of kolommen verwijderen Rijen of kolommen uitgummen Tabellen bewerken Spelling en grammatica Over dit hoofdstuk Een tekst controleren tijdens het typen Een woord toevoegen aan de woordenlijst De automatische spellingcontrole uitschakelen De spelling en grammatica achteraf controleren Synoniemen gebruiken Documenten afdrukken Over dit hoofdstuk De marges rondom een document instellen Afdrukstand veranderen Het papierformaat van een document wijzigen Het Afdrukvoorbeeld Afdrukken Snel afdrukken 136 Deel 3 Aan de slag met Excel Beginnen in Excel Over dit hoofdstuk Wat is een werkmap? Een nieuwe werkmap maken Een werkmap opslaan Een werkmap opslaan in een andere bestandsindeling Tussentijds opslaan van je werk Een werkmap openen Een werkmap sluiten (c)

6 Inhoudsopgave 16 Werken met werkbladen Over dit hoofdstuk De naam van een werkblad wijzigen Een nieuw werkblad invoegen De volgorde van een werkblad wijzigen Een werkblad verwijderen Gegevens in cellen invoeren Over dit hoofdstuk Getallen en tekst invoeren Getallen en tekst invoeren via de formulebalk Een cel of celbereik selecteren Cellen verplaatsen met de muisaanwijzer Cellen verplaatsen door te knippen Verplaatsen via het klembord Celinhoud wijzigen Cellen automatisch met gegevens vullen Cellen automatisch vullen met getallen Kopiëren door te slepen Een celbereik transponeren Werken met kolommen, rijen en cellen Over dit hoofdstuk Kolom invoegen Kolom verwijderen De kolombreedte aanpassen Problemen bij lange invoer oplossen Rij invoegen Rij verwijderen Rijhoogte aanpassen Lege cellen invoegen Cellen verwijderen De breedte of hoogte van alle cellen wijzigen Rekenen met Excel Over dit hoofdstuk Decimalen Valutatekens invoegen Meer over getalnotatie Getalnotatie wissen Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen Optellen met de SOM functie (c)

7 Basisboek Office Gemiddelde berekenen Automatisch berekenen gebruiken Absolute en relatieve celverwijzing Over dit hoofdstuk Relatieve celverwijzing Een relatieve celverwijzing gebruiken Absolute celverwijzing Een absolute celverwijzing gebruiken Formules controleren Grafieken maken Over dit hoofdstuk Een grafiek maken Een grafiektype wijzigen Een grafiek bewerken Grafieklocatie veranderen Celinhoud opmaken Over dit hoofdstuk Lettertype en tekengrootte veranderen Opmaak veranderen met de miniwerkbalk Celinhoud accentueren Celinhoud uitlijnen of centreren Randen om een celbereik aanbrengen Cellen opvullen met kleur Opmaaksjablonen gebruiken Voorwaardelijke opmaak Opmaken als tabel Een celstijl kiezen Werkbladen afdrukken Over dit hoofdstuk Het afdrukvoorbeeld gebruiken Staand of liggend afdrukken Het papierformaat wijzigen De marges van een werkblad instellen Een werkblad met rasterlijnen afdrukken Een afdrukbereik selecteren Het tabblad Afdrukken gebruiken Een werkblad afdrukken via de knop Snel afdrukken (c)

8 Deel 4 Aan de slag met PowerPoint 2010 Inhoudsopgave 24 Een presentatie maken Over dit hoofdstuk Een dia toevoegen Een dia-indeling wijzigen Een dia verplaatsen Een dia kopiëren en plakken Dia's verwijderen Dia s weergeven Over dit hoofdstuk De weergave Normaal De Diasorteerderweergave De Notitiepagina De Leesweergave De diavoorstelling Tekst toevoegen aan dia's Over dit hoofdstuk Werken met tekstvakken Tekstvakken selecteren Tekstvakken vergroten of verkleinen Tekstvak verplaatsen Tekstvak verwijderen Tekst uit een ander bestand invoegen Opsommingstekens wijzigen Opsommingstekens verwijderen Alinea-niveaus aanbrengen Opmaak Over dit hoofdstuk Lettertype veranderen De lettergrootte veranderen Vet, cursief, onderstrepen of schaduw toevoegen Tekstkleur wijzigen Tekstvakken opmaken Een omtrek maken Vormeffecten gebruiken Een thema toepassen Een ontwerpsjabloon gebruiken (c)

9 Basisboek Office Werken met illustraties, overgangen en effecten Over dit hoofdstuk Afbeeldingen invoegen Illustraties invoegen Dia-overgangen gebruiken Animatie-effect gebruiken Animatie-effecten aanpassen Werken met modellen Over dit hoofdstuk Een diamodel openen Een diamodel bewerken Indeling van het diamodel wijzigen Diavoorstelling geven Over dit hoofdstuk Diaformaat aanpassen Een aangepaste voorstelling maken Handmatige of automatische diaovergang Instellen van een diavoorstelling Een diavoorstelling beginnen en beëindigen Notities en hand-outs Over dit hoofdstuk Notitiepagina's gebruiken Notitiepagina s afdrukken Hand-outs maken 270 Deel 5 De Helpfunctie in Office De Helpfunctie gebruiken Over dit hoofdstuk De Helpfunctie openen met de <F1>-toets Off- en online informatie vinden Online informatie zoeken Offline informatie zoeken Informatie vinden via een zoekterm De knoppen in het Helpvenster gebruiken 277 Register (c)

10 Voorwoord XXX Op veel computers zijn de programma's van Microsoft Office geïnstalleerd. Hoewel er verschillende Officepakketten te koop zijn, is ieder pakket in elk geval uitgerust met de programma's Word, Excel en Power- Point. Deze programma's vormen een belangrijk basispakket voor iedere computergebruiker die de uitgebreide mogelijkheden van de computer wil benutten. Een brief of rapport schrijven in Word, de boekhouding doen in Excel of een presentatie met animaties in PowerPoint maken: het gaat zo gemakkelijk als je eenmaal bekend bent met deze programma's. In dit boek leer je Word, Excel en PowerPoint 2010 kennen en gebruiken. Het richt zich op de onervaren gebruiker: van het eerste begin tot aan de wat ingewikkeldere zaken zoals een tekst opmaken, een grafiek maken van de gegevens in een werkblad of animaties en effecten toevoegen aan een presentatie. Hoewel Word, Excel en PowerPoint drie heel verschillende programma's zijn, hebben ze ook veel overeenkomsten. De manier waarop de programma's openen en sluiten, de wijze waarop je opdrachten geeft of werkt met vensters is exact hetzelfde. In deel 1 van dit boek worden daarom de gemeenschappelijke onderdelen van de programma's in een keer besproken en niet apart per programma. Als je weet hoe dit in het ene programma werkt dan weet je het ook voor beide andere. Daarnaast vinden computergebruikers die bekend zijn met oudere versies van Office, zoals Office 2000 of 2003, in deel 1 uitleg over de nieuwste Office versie. Vanaf Office 2007 zijn de programma s namelijk ingrijpend veranderd ten opzichte van de eerdere versies. De vertrouwde menustructuur is vervangen door een nieuw ontwerp van tabs en tabbladen waarop de opdrachten te vinden zijn. Omdat deze nieuwe structuur voor alle drie de programma's hetzelfde is, is het hoofdstuk 'Wat is nieuw in Office 2010 ook opgenomen in deel (c)

11 Basisboek Office 2010 In de delen 2 t/m 4 worden de specifieke taken per programma uitgelegd en leer je wat je kunt doen met Word, Excel en PowerPoint. Het laatste deel gaat over de gemeenschappelijke Helpfunctie die je op verschillende manieren kunt raadplegen als je meer wilt weten over de werking van de Office programma's. Je zult zien dat je Office 2010 snel onder de knie krijgt. En ben je even vergeten hoe je een bepaalde opdracht moet geven, dan kun je dit boek als naslagwerk gebruiken en rustig nalezen hoe het ook alweer moest. Veel plezier bij je eerste verkenning van Office Bart Uhde Cécile Sanders Amsterdam, juli (c)