Werkbalk Snelle toegang Titelbalk. Tabbladen

Transcriptie

1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 PowerPoint verkennen POWERPOINT kan worden opgestart via. Als POWERPOINT al vaker is gestart kun je direct op Microsoft PowerPoint 2010 in het menu Start klikken. Typ anders in het zoekvak de eerste letters van PowerPoint en klik op Microsoft POWERPOINT Werkbalk Snelle toegang Titelbalk Tabblad Overzicht Groepen Tabbladen Lint Lint minimaliseren Tabblad Dia s Diavenster Statusbalk Via het pijltje achter de werkbalk Snelle toegang kun je knoppen aan de werkbalk toevoegen of knoppen weghalen: - 1 -

2 Via het tabblad Bestand kun je bestanden bijvoorbeeld opslaan, openen of afdrukken. POWERPOINT geeft een naam aan elke nieuwe presentatie, bijvoorbeeld: Presentatie1, Presentatie2, enzovoort. Die naam zie je in de titelbalk van POWERPOINT. POWERPOINT kun je afsluiten via het tabblad, of door op de rode sluitknop ( ) rechtsboven in het venster te klikken. Het is mogelijk dat je vervolgens een venster ziet, waarin je ervoor kunt kiezen de wijzigingen wel of niet op te slaan. Presentatie openen Via het tabblad kun je een bestaande presentatie openen. Via zie je de laatst geopende presentaties. Door op een presentatie te klikken wordt deze geopend. Als de presentatie er niet bijstaat klik je op Openen, selecteer je de juiste map en open je het bestand. Een nieuwe presentatie maak je met de sneltoets <Ctrl+N>. Een presentatie kun je sluiten via het tabblad,

3 Weergavemogelijkheden en navigeren PowerPoint kun je in verschillende weergaven bekijken, via één van de vier knoppen rechts onderin: Normaal, voor het maken of wijzigen van een presentatie. Tabblad Dia s Navigeren door dia s Dia s kopiëren en verplaatsen Tabblad Overzicht Tekst invoeren, wijzigen Diavenster Tekst bewerken, opmaken en afbeeldingen invoegen De randen tussen de verschillende vensters kun je verslepen

4 Diasorteerder, voor een goed overzicht van je dia s. In deze weergave kun je dia s kopiëren en verplaatsen door ze te verslepen. Via de zoomschuifregelaar ( ) kun je in- en uitzoomen. Je kunt op verschillende manieren een andere dia opvragen: Dia Eerste dia <Home> Laatste dia <End> Willekeurige dia In het linkervenster in de weergave Normaal, Dia s klikken op een dia. Leesweergave, om de presentatie te lezen en te bekijken. Diavoorstelling, om te zien hoe het publiek de presentatie zal zien

5 Tekst op een dia Tekst op een dia staat altijd in een tekstvak. Dit kun je selecteren door op de rand te klikken. Tekst op een dia heeft standaard altijd een opsommingsteken, behalve de titel. Tekst selecteer je door erover te slepen. Je selecteert een tekstvak door op de rand te klikken. Tekst verwijder je met de <Backspace>-toets of met de <Delete>-toets. In een presentatie moet je de dia s duidelijke titels geven, zodat je zelf weet wat de inhoud van de dia is. Bij het wijzigen van een dia, bijvoorbeeld in de Overzichtsweergave, kun je de dia eenvoudig vinden. In de diavoorstelling kun je snel de gewenste dia in beeld brengen. In een presentatie gebruik je korte teksten. Om de tekst overzichtelijk weer te geven gebruik je opsommingstekens, het liefst met verschillende niveaus. Ook als je gebruik maakt van nummering krijg je overzichtelijke dia s. Ongedaan maken en opnieuw uitvoeren Met (Ongedaan maken) worden veranderingen ongedaan gemaakt. Met andere woorden: de oude situatie wordt hersteld. Met de pijl achter kun je meer handelingen tegelijk terughalen, bijvoorbeeld: Met (Opnieuw) worden handelingen die ongedaan gemaakt zijn, opnieuw uitgevoerd. Opsommingstekens en nummering Tekst op een dia heeft standaard altijd een opsommingsteken, behalve de titel. Een opsommingsteken kan verschillende niveaus hebben

6 Eerste niveau Tweede niveau Derde niveau Met ga je naar een volgend niveau. Met ga je een niveau terug. Als je opsommingstekens wilt veranderen in een nummering, selecteer je de tekst en klik je op. Je kunt de opsommingstekens en nummering uitzetten door nogmaals op of te klikken. Via de pijltjes achter de knoppen opsommingstekens en nummering een ander opsommingsteken kiezen of een ander soort nummering., kun je Presentatie opslaan Een presentatie die nog niet is opgeslagen kun je opslaan via het tabblad,, of via in de werkbalk Snelle toegang. Daarna kies je in het venster Opslaan als de map en vul je de bestandsnaam in. Een presentatie kun je met dezelfde naam opslaan via de knop of in de werkbalk Snelle toegang. Opslaan met een andere naam (of op een andere plaats) kan via het tabblad,

7 Tekst kopiëren en verplaatsen Je kunt een geselecteerd gedeelte of een tekstvak verplaatsen (knippen en plakken) en/of kopiëren (kopiëren en plakken): Knippen, Kopiëren en Plakken Omschrijving Knop Snelmenu Sneltoets Knippen (Knippen) Knippen <Ctrl+X> Kopiëren (Kopiëren) Kopiëren <Ctrl+C> Plakken (Plakken) Plakken <Ctrl+V> Op deze manier kun je ook een selectie verplaatsen en kopiëren naar een andere dia. Je kunt op dezelfde dia een selectie verplaatsen door deze te verslepen. Spellingcontrole Een verkeerd gespeld woord is meestal onderstreept met een rood golflijntje. Klik je met de rechtermuisknop op zo n woord dan kun je het woord verbeteren door een ander woord te selecteren. Via Negeren (overslaan), of Alles negeren wijzig je het woord niet. Let op: Is er in (bijvoorbeeld) woorden een o vergeten, dan staat er worden. Dat is een bestaand woord. Dat wordt niet door de spellingcontrole opgemerkt

8 De diavoorstelling Een Diavoorstelling start je met <F5>. De voorstelling start dan bij de eerste dia. Met de knop start de voorstelling met de dia die in beeld is. Met <Enter> blader je door de dia s. Met naar de vorige dia. ga je naar de volgende dia en met Met <Home> ga je naar de eerste dia. De laatste dia kun je opvragen met <End>. Met het snelmenu kun je naar elke willekeurige dia of de voorstelling beëindigen (of met <Esc>)