Studiehandleiding Ontwikkeling van het kind Hogeschool Rotterdam Instituut Sociale Opleidingen Opleiding : Pedagogiek Modulecode : PEDOVK01RD Studiebelasting : 3 Bestemd voor : Deeltijd Jaar 1, kwartaal 2 Versie : 2014-2015 Modulebeheerder : Irina Nojoredjo
Inhoudsopgave 1. Algemene omschrijving van de module 3 1.1 Inleiding 1.2 Relatie met andere onderwijseenheden 1.3 Kwalificaties/competenties en leerdoelen, 1.4 Inhoud 1.5 Verplicht studiemateriaal 1.7 Overige bronnen 2. Programmaoverzicht 5 2.2 Wekenschema 2.3 Verantwoording studielast 3. Toetsing en beoordeling 7 3.1 Deelnamevereisten toetsing 3.2 Toetsprocedure 3.3 Toetsvereisten o Technische en inhoudelijke vereisten 3.4 Beoordeling o Beoordelingscriteria o Vaststellen cijfer en toekenning studiepunten o Inzage in toetsresultaat 3.5 Herkansing 4. Beschrijving van de lessen en opdrachten 8 5. Bijlagen bij de opdrachten 9 2
1. Algemene omschrijving van de module 1.1 Inleiding De opleiding Pedagogiek leidt op tot pedagogen die als professionals werkzaam zullen zijn in een werk- en beroepenveld waarin zij te maken krijgen met kinderen en jeugd, opvoeders en medeopvoeders in hun maatschappelijke context. Hierbij staat de pedagogische relatie steeds centraal. Om op de diverse vragen waarmee een pedagoog in de beroepspraktijk geconfronteerd wordt een professioneel antwoord te kunnen geven, is theoretische kennis over en inzicht in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jeugd noodzakelijk. Deze module gaat over de ontwikkeling van het kind in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar. Het betreft hier een eerste, algemene theoretische verkenning van de ontwikkeling en de levensloop van het kind. 1.2 Relatie met andere onderwijseenheden Het onderwijs in het eerste leerjaar is opgebouwd langs de vier domeinen waartoe de HBO-pedagoog wordt opgeleid (kinderopvang, onderwijsondersteuning, opvoedingsondersteuning en jeugdzorg). Het eerste jaar staat in het teken van Oriëntatie van Beroep Verder behoort deze module nog tot een andere lijn die te zien is in het eerste jaar van de opleiding Pedagogiek, namelijk een lijn die is opgebouwd naar de leeftijd van het kind. Zo is deze module de voorganger van de conceptuele module Opgroeien van de adolescent in de stad, waarin de ontwikkeling en de levensloop van de adolescent van 12 tot 24 jaar centraal staat. Ook wordt aangesloten op de module Als opvoeden niet centraal staat. In deze module staat de ontwikkeling die niet vanzelfsprekend of met problemen verloopt centraal. Het betreft hier een module in de kennisgestuurde leerlijn. Voor deze module betekent dit dat het accent wordt gelegd op het leren van theorieën, uitgangspunten en concepten die de basis vormen voor het professioneel handelen in de beroepspraktijk. 1.3 Kwalificaties /competenties en leerdoelen Door het volgen van deze module wordt met behulp van de inhoud en de leerdoelen van de module een bijdrage geleverd aan het verwerven van een aantal competenties. Hieronder staan deze competenties genoemd en zijn gespecificeerd naar algemene HBOcompetenties en beroepsspecifieke competenties. De leerdoelen van deze module zijn ook hieronder te vinden. Beroepsspecifieke kerntaken en prestatie-indicatoren - Kerntaak 1.1 Verkent en analyseert de opvoedingssituatie en de achtergrond van het kind / de jongere en verheldert de pedagogische vraag. 1.b) Heeft kennis van de ontwikkelings- en levenslooppsychologie, in het bijzonder van kinderen/jongeren van 0-23 - Kerntaak 4.1Voorwaarden scheppen voor ontwikkeling en opvoeding van kinderen en jongeren, met name in een grootstedelijke context 1.a) Kent de basisbehoeften van kinderen/jongeren in de relatie met de ouder/opvoeder 3
Leerdoelen Kennis Aan het einde van deze module: - weet de student wat de basisbegrippen betekenen zoals deze zijn besproken in het boek en de colleges - weet de student wat en hoe kinderen van 0 tot 12 jaar zich ontwikkelen binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden - kent de student de theorieën en visies over de ontwikkeling van een kind van 0 tot 12 jaar zoals deze zijn besproken in het boek en de colleges - heeft de student een Engelstalig artikel bestudeerd en weet de student meer over een actualiteit over de ontwikkeling van het in het buitenland. Inzicht Aan het einde van de deze module: - kan de student de in de colleges en het boek besproken begrippen en theorieën met elkaar in verband brengen 1.4 Inhoud De in deze module behandelde onderwerpen, (thema s, feitenkennis, begrippen, procedures) /of: geoefende vaardigheden / of: te beoefenen beroepstaken/ of: uit te oefenen beroepsactiviteiten,zijn: - De belangrijkste ontwikkelingstheorieën: Piaget, Vygotsky, Freud, Erikson, Mahler, Erikson, leertheorie, informatieverwerkingstheorie - Invloeden op de ontwikkeling: genetische invloeden, omgeving, SES, cultuur, stressvolle gebeurtenissen - Ontwikkeling van motoriek, zintuigen, cognitie, sociaal-emotie, problemen specifiek per leeftijdsfase: Prenataal, perinataal, post-nataal, baby, peuter, kleuter en het schoolkind 1.6 Verplicht studiemateriaal Studiehandleiding Ontwikkeling van het kind: november 2012 Boek(en), artikel(en) Verhulst, F (2008) De ontwikkeling van het kind. Assen: Koninklijke van Gorcum ISBN 978 90 232 4121 8 LET OP: Hoofdstuk 10 is GEEN tentamenstof 4
2. Programmaoverzicht Het hoorcollege is een verduidelijking van het boek. Het werkcollege dient als verdieping of verbreding van de theorie uit de literatuur 2.1. Wekenschema 1 Hoorcollege Inleiding Lezen H 1-3-4 Boek De ontwikkeling van het kind 2 Werkcollege Weekpresentaties Ontwikkelingstheorieën Verschillende theorieën vergelijken, en mening vormen Boek De ontwikkeling van het kind + 2 andere bronnen 3 Hoorcollege Baby/Peuter Lezen H 5-6-7-8 Boek De ontwikkeling van het kind 4 Werkcollege Weekpresentaties Nature/nurture Film over tweelingen en discussievragen Link naar film; uitleg presentatie in week 6 5 Hoorcollege Kleuter/Basisschoolkind Lezen H 9+10 Boek De ontwikkeling van het kind 6 Werkcollege Weekpresentaties 7 Eindpresentaties Problemen Actualiteit problemen ontwikkeling Presentatie actualiteit; koppeling NL en buitenland Vakbladen, en minimaal 2 Engelstalige bronnen per groep Boek De ontwikkeling van het kind 8 Responsie en proeftoets Belangrijke begrippen/responsiecoll ege/proeftoets Boek De ontwikkeling van het kind 10 TOETS TOETS TOETS TOETS 5
2.2. Studielast van de module Studieactiviteit Uren Contact-tijd Hoorcollege: 4 x100 min =7 uur werkcollege: 4 X 100 min =7 uur Leestijd Schrijftijd +/-135 pagina s X 5 pagina s per uur NVT =27 uur NVT NVT Opdrachten Buiten de contacttijd voorbereid = 35 uur Toetstijd =100 min Overig Engelstalige literatuur Wetenschappelijke artikelen =6 uur totaal module 84 uur 6
3. Toetsing en beoordeling 3.1 Deelnamevereisten toetsing Er geldt een 80% aanwezigheidsplicht bij de werkcolleges (2x afwezig). Bij de 3 e keer afwezig; vervangende opdracht (essay van 2 a4tjes over het thema van de week) Deelname aan de weekpresentaties 3.2 Toetsprocedure Toetsnaam Combi MC en OV. School/ Thuis Toetsvorm Toetsduur Weging (%) Tijdstip schooltoets Week v. kwart School Combi X 100 min 100% 10 2 3.3 Toetsvereisten Technische en inhoudelijke vereisten De toets zal worden gemaakt aan de hand van de verplichte literatuur en de voorafgestelde leerdoelen. 3.4 Beoordeling De studiepunten worden toegekend bij een 5,5 of hoger, mits de student voldaan heeft aan de aanwezigheidsplicht. De student heeft recht op inzage van de gemaakte toets. 3.5 Herkansing De herkansing vindt plaats in kwartaal 3. 7
4. Beschrijving lessen en opdrachten Week 1 : Hoorcollege Prenataal - Lezen hoofdstukken uit het boek De ontwikkeling van het kind Hoorcollege - Bespreken theorie uit hoofdstuk 1-3-4-5 Week 2: Werkcollege Prenataal - Weekpresentatie van de Expertgroep en de Actualiteitengroep Werkcollege - Ontwikkelingstheorieën met elkaar vergelijken (zie bijlage 2) Week 3: Hoorcollege Baby en Peuter - Lezen hoofdstukken uit het boek De ontwikkeling van het kind Hoorcollege - Bespreken theorie uit hoofdstuk 6-7 Week 4: Werkcollege Baby en Peuter - Weekpresentatie van de Expertgroep en de Actualiteitengroep Werkcollege - Film kijken over nature/nurture en vragen beantwoorden (zie bijlage 3) Week 5: Hoorcollege Kleuter en Schoolkind - Lezen hoofdstukken uit het boek De ontwikkeling van het kind Hoorcollege - Bespreken theorie uit hoofdstuk 7-8 Week 6: Werkcollege Kleuter en Schoolkind - Weekpresentatie van de Expertgroep en de Actualiteitengroep Werkcollege - Uitleg Bronnenpresentatie/verslag Ontwikkelingsproblematiek (zie bijlage 4) Week 7: Bronnenpresentaties/ verslag - Bronnenpresentaties/verslag Ontwikkelingsproblematiek Week 8: Responsiecollege en proeftoets - Vragen mailen naar nojis@hr.nl, tot uiterlijk woensdag 23 januari 2013 - Alle hoofdstukken leren Werkcollege - Responsiecollege en proeftoets maken en bespreken 8
5. Bijlagen bij de opdrachten Bijlage 1 Weekpresentaties Jullie krijgen heel veel nieuwe informatie te verwerken. Het is daarom belangrijk dat je elke week de hoofdstukken leest die er op het programma staan. In het werkcollege worden enkele begrippen die in het hoorcollege naar voren zijn gekomen herhaald en verdiept. Aan jullie is de opdracht om te testen of jullie klasgenoten de belangrijke begrippen ook wel echt begrijpen. Doel 1. Testen of de klas weet wat de belangrijke begrippen van de week zijn (PER leeftijdsfase) en of ze zijn blijven hangen. 2. Mening vormen over een actualiteit Middel en criteria Per week zijn er twee groepen die verantwoordelijkheid zijn voor de weekpresentaties; de Expertgroep die de kernbegrippen gaat toetsen, en de Actualiteitengroep die de discussie gaat leiden aan de hand van een actualiteit. Als een student niet aanwezig is en geen bijdrage heeft geleverd aan de presentatie, dan krijgt hij/zij een vervangende opdracht. De Expertgroep: Toetst minimaal 8 begrippen: Hierin mogen jullie creatief zijn. Denk aan een proeftoets, speurtocht, quiz, spelshow, filmpje, casus, hints, verboden woorden, etc. Maak het uitdagend, interactief en leuk voor jezelf en voor de klas! Minimaal 10 minuten, maximaal 20 minuten. Maar mochten jullie een geweldig idee hebben dat meer tijd gaat kosten, dan is dat in overleg (van tevoren) met de docent ook mogelijk. De Actualiteitengroep: Bespreekt een actualiteit (krantenknipsel, nieuwsbericht, stukje uit een tijdschrift, actualiteitenprogramma oid) Verzint een prikkelende stelling die aansluit op de actualiteit Leidt de discussie Doet aan tijdsbewaking, maximaal 15 minuten Vult het begrippenformulier in Groepenindeling Week 2 Prenataal (H1-3-4, h2 NIET!!) 1. Expertgroep: 2. Actualiteitengroep: Week 4 Baby en peuter (H6-7) 3. Expertgroep: 4. Actualiteitengroep: Week 5 Kleuter en schoolkind (H8-9) 5. Expertgroep: 6. Actualiteitengroep: 9
Bijlage 2 Ontwikkelingstheorieën Psychologen hebben onderling altijd ruzie. Of het nou gaat over het nature-nurture debat, het mind-body probleem, of de discussie over of mensen te vergelijken zijn met dieren of niet. Ze zijn het nooit eens met elkaar. Ook over de ontwikkeling van het kind bestaan verschillende visies. In hoofdstuk 2 worden een aantal theorieën nader besproken: 1. Cognitieve ontwikkeling van Piaget 2. Socioculturele theorie van Vygotsky 3. Informatieverwerkingstheorie 4. Psychoanalytische theorie van Freud 5. Separatie-individuatie en de theorie van Mahler 6. Psychosociale ontwikkeling van Erik Erikson 7. Leertheorie Jullie gaan per groep één van de invalshoeken bestuderen. Gebruik het boek De ontwikkeling van het kind als basis en zoek minimaal 2 andere bronnen erbij, boeken, vakbladen, internet, webpagina s. We houden het simpel. Je moet 3 vragen kunnen beantwoorden: Hoe ontwikkelt een mens zich volgens deze theorie? Is het meer nature. meer nurture, of een combinatie? Kunnen jullie je vinden in deze visie? Zet de belangrijkste kernwoorden op een sheet, en vertel kort aan de klas wat je te weten bent gekomen van deze invalshoek. 10
Bijlage 3 Nature of Nurture? Het Nature/Nurture-debat is al jaren aan de gang. Aan de ene kant zeggen aanhangers van de Evolutietheorie dat de mens is gevormd door wat er vroeger is gebeurd, alles in aangeboren. Aan de andere kant zeggen Behavioristen dat de mens als lege pagina wordt geboren, alles is aangeleerd. Maar wie heeft er gelijk? In deze film wordt persoonlijkheid onder de loep genomen. Is persoonlijkheid aangeboren (Nature) of aangeleerd (Nurture)? Bedenk voordat je de video gaat kijken: 1. Is persoonlijkheid aangeboren of aangeleerd? 2. Hoe wordt dat onderzocht? Bekijk de film en beantwoord de volgende vragen: 3. Hoe is omgeving van invloed op het vormen van de persoonlijkheid? 4. Hoe zou je de persoonlijkheid van de tweeling Philipo en Pietro typeren? 5. Wat is er interessant aan de tweeling Daphne en Barbara? 6. Wat is in ieder geval NIET genetisch bepaald (muzikanten-tweeling) 7. Wat is wel genetisch bepaald (en is onderbouwd met onderzoeksresultaten) 8. En de hamvraag: Vind je dat persoonlijkheid aangeboren is of aangeleerd, en waarom? 11
Bijlage 4 Bronnenpresentatie/verslag Ontwikkelingsproblematiek Sla een willekeurige krant open en je ziet wel een bericht dat te maken heeft met de ontwikkeling van kinderen. kinderen eten ongezond kinderen zijn te dik TV en internet verpesten de creativiteit van kinderen kinderen worden te vaak gediagnosticeerd met ADHD etc. In elke leeftijdsfase zijn er mogelijke problemen waarmee het kind te maken kan krijgen. In het boek De ontwikkeling van het kind worden een aantal problemen kort besproken, waaronder lichamelijke afwijkingen, verstandelijke beperking, autisme, hechtingsstoornis, ADHD, angststoornissen, gedragsstoornissen, riskant gedrag, depressie en anorexia. Maar er zijn ook algemene gevaren te noemen die kenmerkend zijn voor onze maatschappij. Denk aan slecht voedsel, ouders die weinig aandacht besteden aan kinderen omdat ze veel werken, slechte kinderopvang, (cyber)pesten, invloed van geweld op tv en videospelletjes, invloed van vrienden en jeugdculturen, loverboys, en ga zo maar door. Opdracht Vorm een groepje van 4 of 5 studenten. Zoek op internet/krant/tv/tijdschriften en vakbladen een actualiteit over de ontwikkeling van het jonge kind. Je mag zelf kiezen waarover je het wilt hebben, als er maar een link is naar de ontwikkeling van het kind. OF Gebruik een casus van een kind op je werkplek. Bedenk het volgende: Wat zou je willen onderzoeken over de problematiek. Tip: Maak de onderzoeksvraag specifiek! Dus niet Wat is ADHD, maar Waarom hebben jongens vaker ADHD dan meisjes of Waarom komt ADHD in verhouding vaker voor in Amerika dan in China? Zoek daarbij vakliteratuur (uit vakbladen, boeken, GEEN internet) uit de mediatheek of een bibliotheek. Gebruik minimaal 1 bron per persoon, waarvan minimaal 1 Engelstalige bron. Maak een presentatie met visuele ondersteuning (powerpoint, poster, film). In de presentatie moet minimaal naar voren komen: - Waar ben je dit onderwerp tegen gekomen? - Wat wilden jullie onderzoeken? - Wat heb je gevonden in vakliteratuur over dit onderwerp? - Conclusie - Bronvermelding De presentatie duurt ongeveer 10 minuten. OF Maak een verslag van de bronnen, waarbij je bovenstaande criteria in een verslag verwerkt. In week 7 worden de presentaties gehouden, of de verslagen ingeleverd. 12