VOORWOORD. Rotterdam, juni 2004 J.A.M. Hartman, Directeur AZRR / RHRR S. Hesselink, Directeur AZRR / BIOS-groep L. van den Ouden, Hoofd MKA



Vergelijkbare documenten
AZRR - jaarverslag :37 Pagina 1

VOORWOORD. Rotterdam, juni 2004

INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding 3

Op weg naar een efficiënte zorgverlening

AZRR jaarverslag 2006

Collegevoorstel 193/2002. Registratienummer Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Aanrijdtijden Brandweer en Ambulance Tot en met 30 september 2013

Notitie. Lenneke Kriek T E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen

CONVENANT met betrekking tot de implementatie van de Wet ambulancezorg (Waz)

Gezie Pelkmans van Unen Directiesecretaris Met vriendelijke groet,

Ambulancezorg en ziekenvervoer

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 1 juni 2010 Corr. nr.:

Behandeld door adres Kenmerk directie Zorgmarkten Cure JKUK/mbrd/CI/08/01c

Strategisch document Ambulancezorg Nederland

Bijlage 2: Overzicht meest gestelde vragen en antwoorden over voorgenomen uitbreiding belang VRR in coöperatie AZRR U.A.

Staat van vaste activa Financiering deelnemende gemeenten Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV

Ons kenmerk C220/ Aantal bijlagen 1

Begroting 2017 en het Jaarverslag 2015 Regionale Ambulance Voorziening (RAV)

Highlights Ambulances in-zicht 2011

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond

MARAP II RAV BRABANT MWN januari tm augustus 2014 Toelichting Dagelijks Bestuur

[Geadresseerde (organisatie)] [Naam persoon] [Adres] [Postcode] [PLAATS] Geachte leden van de raad,

JAARVERSLAG Rekenkamercommissie Raalte

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Hartveilig wonen

Onderwerp: Overzicht ontwikkelingen en maatregelen aanrijtijden RAV Haaglanden

AGENDAPUNT /08

Implementatieplan interactief beleid

Documentnummer: : Eindnotitie implementatie privacy

Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam

Gemeentebladnummer: 2010/08 Vergaderdatum: 4 februari 2010 Agendapunt: 15.

Highlights Ambulances in-zicht 2010

Bijdrage gemeenten in ROC problematiek. B&A Consulting Peter van der Loos 20 oktober 2009

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

Personele gevolgen De voorgenomen reorganisatie brengt een wijziging in de

CCvD Datastandaarden Een gezamenlijk initiatief van SIKB en IHW

Evaluatie en verbetering kwaliteitsysteem

Beleidsplan Initiatiefnemer: Jeroen Donkers

RaadsbijlageVoorstel inzake de analyse en Plan van Aanpak van de

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 28 oktober 2011

PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige

Activa Passiva

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

OPENBAAR LICHAAM VOLWASSENENEDUCATIE WGR-GEBIED RIJNMOND

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Hoe voorspellend is MKA triage voor A1 en A2?

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o.

Voorstel raad en raadsbesluit

Jaarplan Sint Jozefschool Moordrecht

Specifiek Kader Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Procedure communicatie & gewondenspreiding tijdens opgeschaalde zorg / rampopvang

Ambulancezorg in Nederland

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RMC regio Rijnmond

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden

Advies: Instemmen met de inhoud van bijgaande RIB over ontwikkelingen rond de ODRU en deze vervolgens doorleiden aan de raad.

Er ligt een visie/onderwijsmethodiek ten grondslag aan de uitwerking van de opleiding

Beroepsnorm Deskundigheidsbevordering verpleegkundigen & verzorgenden

Oefenen inzet ambulancezorg bij rampen en grootschalige ongevallen.

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LEERPLICHT Gemeente Capelle aan den IJssel en gemeente Krimpen aan den IJssel

Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

REKENKAMERCOMMISSIE TYNAARLO JAARVERSLAG Rekenkamercommissie Tynaarlo Jaarverslag 2007, vastgesteld 6 maart

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RMC regio Rijnmond

Medezeggenschapsstatuut van Stichting "Het Rijnlands Lyceum" te Wassenaar, primair onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Raad Agenda nr. 5 Vaststellen Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Someren 2014

Bestuurlijke rapportage Toenemende druk op de acute zorg in Voorne-Putten

Ambulancechauffeur i.o.

Heronderzoek naar de kwaliteit van Wmo-ondersteuning door zorgcentrum Sophora

Reglement Raad van Toezicht

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Bestuursovereenkomst voor het Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

o~~çëîççêëíéä= jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 15 07/304

Gemeenschappelijke Regeling Regionale Hulpverleningsdienst

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

AGENDAPUNT NO. 16. AAN DE RAAD

Communicatieplan Energie- & CO 2

Intern Besluitvormingsproces ROAZ regio AMC/VUmc. Ter vaststelling op 19 juni 2015

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen

Stafmedewerker opleiden

RAV BRABANT MIDDEN-WEST-NOORD KADERBRIEF BEGROTING 2020

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

VOORSTEL AAN DE RAAD. De werkgroep Gemeenschappelijke Regelingen heeft de volgende reactie gegeven: Volgnr

2. Financiën. Budgetverdeling regionale inkoop

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Voorstel voor de Raad

Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal. Eindverantwoording Screening en matching vergunninghouders 2018

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Convenant Centrum voor Jeugd en Gezin. NWN gemeenten

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Herstelprogramma. GGD Zuid-Holland West. Bram Anker 2 juli 2012 concept 0.3. concept juli

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

Ambulancechauffeur (i.o.) standplaats Amsterdam-West

Zorginkoopbeleid Ambulancezorg 2020

Overzicht afspraken RAVBZO en uitzendbureaus

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Transcriptie:

AZRR Jaarverslag 2004

VOORWOORD Hierbij presenteren wij het tweede jaarverslag van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond, inclusief het Kwaliteitsjaarverslag van de Meldkamer Ambulancezorg. Daar waar dat in dit jaarverslag wenselijk was, zijn de gegevens van de verschillende organisaties in tekstuele zin samengevoegd tot één geheel. In die gevallen waar dat ten koste ging van het informatieve gehalte van dit verslag of waar dat onmogelijk bleek, zijn de gegevens van de verschillende organisaties naast elkaar gezet. We verwachten dat we met dit jaarverslag een goed beeld geven van de activiteiten die de verschillende organisaties vorig jaar hebben uitgevoerd. Om als één organisatie naar buiten te treden, hebben de beide ambulancediensten één hoofdnaam aangenomen: AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond. Ook in het verslagjaar is weer een belangrijke impuls gegeven aan de samenwerking tussen de publieke dienst AZRR / RHRR, de private dienst AZRR / BIOS-groep en de Meldkamer Ambulancezorg. Door de oprichting van het MT AZRR is in het verslagjaar in RAV-kaders een eenduidige en transparante besluitvormingsstructuur geïntroduceerd. Bovendien wordt door de oprichting van het MT AZRR in de RAV-structuur de link gelegd tussen de directies en het operationeel management. Met de vorming van één MT is weer een belangrijke stap gezet in het streven om te komen tot één uitvoeringsorganisatie voor ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond. In het verslagjaar kregen we weer te maken met een aantal belangrijke externe ontwikkelingen. Zo heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 19 oktober 2004 de nieuwe Wet Ambulancezorg aangeboden aan de Tweede Kamer. Als ambulanceorganisaties hebben we laten weten dat we afwijzend staan ten opzichte van de nieuwe wet. De kritiek richt zich daarbij onder meer op het voornemen slechts één vergunning per regio te verlenen en het voornemen deze vergunning door middel van aanbesteding toe te kennen. Vooruitlopend op de nieuwe Wet Ambulancezorg heeft de Minister in mei 2004 het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid vastgesteld. Dit Referentiekader gaat uit van negen standplaatsen in de regio Rotterdam-Rijnmond in plaats van de huidige zestien standplaatsen. De standplaatsen uit het Referentiekader zijn tot stand gekomen op basis van een rekenkundig model. Het is aan de regio zelf om dat verder in te vullen, in samenspraak met de zorgverzekeraars. Op basis van eigen onderzoek komt AZRR tot een gewijzigde spreiding van standplaatsen. Besluitvorming hierover vindt in 2005 plaats. De interne en externe ontwikkelingen hebben ons er niet van weerhouden, onze primaire taak zo goed als mogelijk uit te voeren. Uiteindelijk draait ambulancezorg om het verlenen van zorg aan de patiënt. We bedanken bestuur, medewerkers en ondernemingsraad voor hun inzet en constructieve bijdrage aan de ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond. Rotterdam, juni 2004 J.A.M. Hartman, Directeur AZRR / RHRR S. Hesselink, Directeur AZRR / BIOS-groep L. van den Ouden, Hoofd MKA 3

INHOUDSOPGAVE Voorwoord 3 1 Profiel van de organisatie 7 2 Interne ontwikkelingen 13 3 Externe ontwikkelingen 17 4 Verslag Raad van Commissarissen AZRR / BIOS-groep 21 5 Verslag Bestuurscommissie AZRR / RHRR 25 6 Productie 29 7 Middelen 33 8 Primair proces 37 4 Jaarverslag AZRR 2004

10 Medisch management 43 11 Regionale opleidingscoördinatie 47 12 Informatievoorziening 53 13 Samenwerking en afstemming 57 14 Kwaliteitsbeleid AZRR 63 15 Kwaliteitsbeleid MKA 71 16 Bedrijfsbureau en Financiële Administratie 79 17 Personeelszaken 83 5

HOOFDSTUK 1

1 PROFIEL VAN DE ORGANISATIES AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond bestaat uit twee organisatie-onderdelen: enerzijds de publieke dienst AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond / RHRR, anderzijds de private dienst AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond / BIOS-groep. Verder is een stafbureau in het leven geroepen dat stafdiensten verricht ten behoeve van de beide organisaties. Het gaat daarbij concreet om ondersteuning op het terrein van beleidsvorming, opleidingen, informatievoorziening, medisch advies, ketenpartners, communicatie en kwaliteit. De beide ambulancediensten presenteren zich onder één hoofdnaam: AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond. Om de samenwerking tussen de twee diensten en de MKA gestalte te geven, is in 2004 een gezamenlijk MT in het leven geroepen. In dit MT hebben de beide directeuren, het hoofd van de MKA, de beide operationeel managers, het hoofd van het stafbureau en een communicatieadviseur die tevens optreedt als secretaris zitting. Bij AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond werken meer dan 300 medewerkers. Gezamenlijk voeren wij per jaar zo n 70.000 ritten uit. De ambulancezorg van AZRR strekt zich uit over de 22 gemeenten in het verzorgingsgebied. Deze gemeenten zijn Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. Om zoveel als mogelijk de norm van vijftien minuten aanrijtijd te kunnen behalen, beschikken wij over 55 ambulances verdeeld over zestien standplaatsen. Daarvan zijn er vijf in Rotterdam gesitueerd. 7

De andere posten zijn gevestigd in Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Krimpen aan den IJssel, Hellevoetsluis, Hoogvliet, Maassluis, Ridderkerk, Schiedam en Spijkenisse. AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond staat dag en nacht paraat om de 1,2 miljoen inwoners in het verzorgingsgebied in geval van nood bij te kunnen staan. Het gaat daarbij zowel om spoedals om besteld vervoer. De omzet bedraagt ruim 25.000.000,= per jaar. Naast de entiteiten die gezamenlijk AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond vormen, is ook de Meldkamer AmbulanceZorg (MKA) van groot belang. De MKA maakt deel uit van het Regionaal Commando- en Verbindingscentrum (RCVC). Onder het RCVC valt ook de Regionale Alarmcentrale van de brandweer Rotterdam. Bestuurlijk is de Meldkamer AmbulanceZorg opgehangen 8 Jaarverslag AZRR 2004

aan de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond. Er bestaat een dienstverleningsovereenkomst tussen de samenwerkende ambulancediensten en de MKA. Wie 112 belt, wordt voor wat betreft brandweer of ambulance doorverbonden met de alarmcentrale van de RHRR. Afhankelijk van de melding zorgt de alarmcentrale voor de alarmering van de noodzakelijk voertuigen en hun bemanning. Naast meldingen via 112 komen daar voor de oproep van ambulances meldingen binnen via directe telefoonlijnen. De alarmcentrale zorgt ook voor de opschaling van de operationele eenheden en diensten tijdens rampen en voor de coördinatie van het besteld vervoer. 9

HOOFDSTUK 2

2 INTERNE ONTWIKKELINGEN Met ingang van 1 januari 2003 zijn de ambulancediensten van GGD Rotterdam e.o., GGD Zuidhollandse Eilanden en GGD Nieuwe Waterweg Noord samengevoegd tot AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond / RHRR. In de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond (RHRR) is bepaald dat het Openbaar Lichaam RHRR wordt belast met het verrichten van ambulancezorg voor zover dat onder verantwoordelijkheid van de gemeenten in het samenwerkingsgebied wordt uitgevoerd. Het Algemeen Bestuur RHRR heeft daartoe een bestuurscommissie ingesteld die de bevoegdheden heeft van het dagelijks bestuur op dit taakgebied. Na het besluit in het Algemeen Bestuur van de RHRR moesten de 22 gemeenten ieder voor zich instemmen met de wijziging van de gemeenschappelijk regeling. De laatste gemeente heeft begin 2004 ingestemd met de wijziging, waarna de Provincie Zuid-Holland de gemeenschappelijke regeling formeel heeft ingeschreven in haar register. Eveneens is in 2003 het besluit genomen om Silo en Bornkamp met te laten fuseren. Nadat in 2003 de beide ambulancediensten operationeel werden samengevoegd, zijn deze organisaties met ingang van 1 januari 2004 ook juridisch samengevoegd en opereert de nieuwe organisatie onder de naam AZRR / BIOS-groep. De twee ambulancediensten hebben in het kader van de steeds nauwere samenwerking allebei dezelfde hoofdnaam aangenomen: AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond. Door met één 11

hoofdnaam naar buiten te treden, wordt het streven tot uiting gebracht om te komen tot één gezamenlijke uitvoeringsorganisatie in de regio Rotterdam-Rijnmond. In aansluiting op de ambitie van de beide ambulancediensten om zich naar buiten te presenteren als één organisatie en het streven van het bestuur van de Meldkamer AmbulanceZorg (MKA) om te komen tot een geïntegreerde meldkamer, heeft het DirecteurenOverleg RAV (DORAV) vastgesteld dat het zwaartepunt van de beleidsontwikkelingen rond ambulancezorg ligt bij de samenwerkende ambulancediensten. In het verslagjaar is naar aanleiding van aanbevelingen in een notitie over de Interne Communicatie besloten te komen tot de vorming van één Managementteam voor de virtuele organisatie AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond. In dit MT AZRR hebben de volgende functionarissen zitting: directeur AZRR / RHRR, directeur AZRR / BIOSgroep, hoofd stafbureau, hoofd MKA, hoofd operationele zaken AZRR / RHRR, hoofd operationele zaken AZRR / BIOS-groep en de communicatieadviseur, die tevens optreedt als secretaris. Een managementassistente zorgt voor secretariële ondersteuning. Met de oprichting van het MT AZRR wordt in RAV-kaders een eenduidige en transparante besluitvormingsstructuur geïntroduceerd. Bovendien wordt door de oprichting van het MT AZRR in de RAV-structuur de link gelegd tussen de directies en het operationeel management. Met de vorming van één MT wordt een belangrijke stap gezet in het streven om te komen tot één uitvoeringsorganisatie voor ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond. De RAV-vorming is echter nog niet afgerond en de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie is nog niet volledig gerealiseerd. De drie ambulanceorganisaties in de regio blijven nog steeds zelfstandige organisaties. Iedere directeur behoudt de volledige verantwoordelijkheid voor het functioneren van de eigen organisatie. Gelijktijdig met de vorming van het MT AZRR zijn twee Operationeel Management Teams (OMT) gevormd voor AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep. Aan deze OMT s wordt deelgenomen door het Hoofd Operationele Zaken, de Teamleiders en de Teammanagers. Beschikbaarheidsplan Sinds 1998 bestaat er een spanningsveld tussen de planning en de financiering. Er zijn niet voldoende financiële middelen beschikbaar om het formele paraatheidsplan uit 1995 uit te voeren. Als gevolg daarvan is in de afgelopen jaren de beschikbare formatie langzaam maar zeker teruggebracht en zijn minder ambulances ingezet. Immers, de kosten en baten moeten met elkaar in overeenstemming worden gebracht. In het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid is op basis van landelijke normen een berekening gemaakt van het noodzakelijke aantal ambulances. Dit leidt voor onze regio, met name op werkdagen overdag tot een teruggang van het aantal parate 12 Jaarverslag AZRR 2004

ambulances. Berekend is dat met de huidige financiële middelen precies het beschikbaarheidsplan uit het Referentiekader kan worden gerealiseerd. Aan het einde van het verslagjaar is dan ook besloten om dit beschikbaarheidsplan te implementeren. Dat leidt in de praktijk tot een achteruitgang van het aantal beschikbare wagens op werkdagen overdag. Waar het formele paraatheidsplan uit 1995 uitging van gemiddeld 36 parate ambulances op werkdagen overdag, werd dit aantal in de praktijk de laatste jaren al niet meer ingezet. Het Referentiekader gaat uit van 29 parate wagens op werkdagen overdag. Met ingang van 1 januari 2005 worden nog 31 wagens ingezet. Overleg met zorgverzekeraars Periodiek vindt overleg plaats tussen AZRR en de zorgverzekeraars. Dit overleg heeft betrekking op de voortgang van de RAV-vorming in zijn algemeenheid, op het toekennen van de zogenoemde trekkingsgelden en op de besteding van de middelen uit de vrije margeregeling. Met name zijn de ontwikkelingen besproken rond het spreidingsplan, het beschikbaarheidsplan, de huisvesting en het project tijdsverbetering. In 2004 heeft vijf maal overleg plaatsgevonden. De positie van de zorgverzekeraars is aan verandering onderhevig als gevolg van de verwachte wijzigingen in de wetgeving. Project opkomstplaatsen In het verslagjaar is onderzoek gedaan naar het optimale aantal opkomstplaatsen in de regio. Conclusie van het onderzoek was dat naast een opkomstplaats in Dirksland twee à drie opkomstplaatsen noodzakelijk zijn aan de Ring van Rotterdam. Voorgenomen is de organisatie te organiseren vanuit drie opkomstplaatsen. 13

HOOFDSTUK 3

3 EXTERNE ONTWIKKELINGEN Wet AmbulanceZorg Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 19 oktober 2004 de nieuwe Wet Ambulancezorg gepresenteerd. Aansluitend is genoemde wet ter behandeling naar de Tweede Kamer gestuurd. Gestart is met een schriftelijke vragenronde die is geëindigd op 15 december 2004. De beantwoording van deze vragen door de Minister vindt in 2005 plaats. De verwachting is dat de wet vervolgens in de Tweede Kamer aan de orde wordt gesteld. In AZN-verband is duidelijk geworden dat de sector als zodanig afwijzend staat tegenover het wetsvoorstel. De kritiek richt zich daarbij voornamelijk op het voornemen slechts één vergunning per regio te verlenen en het voornemen deze vergunning door middel van aanbesteding toe te kennen. In de nieuwe wet wordt de mogelijkheid tot samenwerking geboden, mits het samenwerkingsverband voldoet aan de criteria die in het Programma van Eisen worden gesteld en de vergunning ook daadwerkelijk aan het samenwerkingsverband wordt toegekend. Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Vooruitlopend op de nieuwe Wet Ambulancezorg heeft de Minister in mei 2004 het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid vastgesteld. De Provincie Zuid-Holland heeft vervolgens besloten de ontwikkeling van een nieuw Provinciaal Spreidingsplan te staken. Het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid beschrijft in welke postcodegebieden naar de mening van VWS een standplaats zou moeten zijn. Bij het berekenen van de stand- 15

plaatsen is uitgegaan van een netto rijtijd van dertien minuten. Dat houdt in dat twee minuten beschikbaar zijn voor de melding en de uitruk. Het Referentiekader gaat uit van negen standplaatsen in de regio Rotterdam-Rijnmond in plaats van de huidige zestien standplaatsen: negen standplaatsen zouden kunnen worden geschrapt, zeven standplaatsen kunnen blijven bestaan en twee nieuwe standplaatsen zouden moeten worden gesticht. De standplaatsen uit het Referentiekader zijn tot stand gekomen op basis van een rekenkundig model. Het is aan de regio zelf om dat verder in te vullen, in samenspraak met de zorgverzekeraars. Op basis van eigen onderzoek komt AZRR tot een gewijzigde spreiding van standplaatsen. Besluitvorming hierover vindt in 2005 plaats. Lidmaatschap AZN In het derde kwartaal van 2003 hebben de drie ambulanceorganisaties in de regio Rotterdam- Rijnmond het lidmaatschap opgezegd van AmbulanceZorg Nederland. De ambulanceorganisaties waren van mening dat de structuur van AZN onvoldoende recht doet aan de positie van een werkgeversvereniging. Verder was de werkwijze onvoldoende gericht op het zoeken naar vereniging van verschillende standpunten van de leden. Het beleid van AZN had bovendien onvoldoende oog voor het oplossen van fundamentele regio-overstijgende knelpunten. Tot slot heeft AZN onvoldoende regie gegeven aan de beleidsontwikkelingen. Naar aanleiding van het opzeggen van het lidmaatschap heeft AZN in 2004 opdracht gegeven om de structuur, werkwijze en taken van AZN te evalueren. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen als advies aan de Algemene Ledenvergadering op 16 september 2004. De ambulancediensten en CPA s binnen de regio s Haaglanden, Amsterdam en Rotterdam-Rijnmond hebben op hun beurt ten behoeve van de genoemde ledenvergadering een notitie geschreven waarin de verschillende knelpunten worden toegelicht en wordt beschreven in hoeverre de voorstellen van het Algemeen Bestuur een oplossing bieden voor deze knelpunten. De opstellers van de notitie hebben op alle punten gelijk gekregen en zullen weer lid worden of blijven van AZN. FLO Het bestuur van het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) heeft medio 2003 besloten om de beleidsregel FLO voor ambulance-instellingen per 1 januari 2005 te beëindigen. De middelen die hiermee vrijvallen dienen per 1 januari 2005 te worden ingezet voor ouderenbeleid dat voor iedere werknemer in de ambulancesector gelijk is. Aangezien het landelijk macrobudget gelijk blijft, leidt dat voor publieke diensten tot derving van circa 35 procent van het budget van circa 8 miljoen. In afwachting van de uitkomst van CAO-onderhandelingen worden nog steeds verplichtingen opgebouwd met een looptijd van tien jaar, de duur van het FLO. In 2004 zijn door de VNG en AZN de mogelijkheden van een herallocatietraject voor de eerste jaren en de vorming van een "stroppenpot" voor de langlopende verplichtingen geïnventariseerd. Na het bereiken van 16 Jaarverslag AZRR 2004

CAO-afspraken kunnen de consequenties van de intrekking van de beleidsregel FLO in omvang worden bepaald. In december 2004 is definitief besloten tot herallocatie van de middelen. 17

HOOFDSTUK 4

4 VERSLAG RAAD VAN COMMISSARISSEN AZRR / BIOS-GROEP De Raad van Commissarissen bestond in 2004 uit de volgende personen: E.P. Cassee (voorzitter), de heer A.P. van Gelderen en de heer A. Joustra. Sinds de fusie van de organisaties Silo en Bornkamp per 1 januari 2003 heeft de Bios-groep de tijd gehad om zich te bewijzen als een gezonde onderneming voor het leveren van verantwoorde zorg. Onlangs heeft de Raad van Commissarissen de jaarrekening voor het jaar 2003 van de Bios-groep vastgesteld. De resultaten over de afgelopen periode zijn positief en de fusie heeft naar verwachting haar vruchten afgeworpen. De Raad van Commissarissen heeft op grond van de jaarcijfers en de ontwikkelingen in het afgelopen jaar vastgesteld dat de Bios-groep over het geheel een gezonde onderneming is. AZRR / BIOS-groep en AZRR / RHRR hebben dit jaar het plan ontwikkeld om een stichting AZRR op te richten. Het doel van de stichting zal onder meer zijn om gezamenlijk beleid te ontwikkelen en te voeren om voor de toekomst de samenwerking tussen de twee organisaties verder te versterken. Mogelijk zal de oprichting van de stichting de eerste stap zijn naar de vorming van 19

de RAV door de twee ambulancediensten in de regio Rotterdam-Rijnmond. Het bestuur van de Bios-groep heeft aangegeven dat de vorming van de stichting tevens een goede voorbereiding is op de aankomende wijzigingen in de wetgeving voor de continuering van de ambulancezorg. Verder heeft de Bios-groep besloten om te investeren in nieuwe huisvesting. Het is de bedoeling om de diensten die waren gehuisvest op de locatie aan de Rijsoordstraat in Rotterdam te verplaatsen naar Barendrecht om daarmee te voldoen aan de voorstellen die in het spreidingsplan zijn gedaan. Vooruitlopend op de voltooiing van het nieuwbouwpand in Barendrecht is de locatie aan de Rijsoordstraat in het najaar van 2004 al ontruimd en zijn de diensten tijdelijk ondergebracht op de locatie Kolding in Barendrecht. Het is de bedoeling dat deze diensten definitief worden gehuisvest in het nieuwbouwpand bij de voltooiing eind 2005. Een verrassende ontwikkeling was het verzoek van AZRR / RHRR om de mogelijkheid van gezamenlijke huisvesting te 20 Jaarverslag AZRR 2004

onderzoeken. Dit onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot het besluit om te komen tot gezamenlijke huisvesting van de AZRR in 2006. De medewerkers en het materieel van AZRR op de locatie Baan zal verdeeld worden over Barendrecht en de Brugwachter, waarbij opgemerkt moet worden dat Barendrecht het hoofdkantoor wordt van AZRR. Het verzoek van AZRR / RHRR heeft geleid tot een schaalvergroting van het nieuwbouwpand van de twee voorziene verdiepingen naar een totaal van vijf verdiepingen. De Raad van Commissarissen is vol vertrouwen dat gelet op de voornemens van het bestuur van de Bios-groep de komende periode positieve resultaten zal opleveren. De Bios-groep is door de in het verleden getroffen maatregelen weer een gezonde onderneming geworden en de huidige ontwikkelingen in de samenwerking binnen de AZRR voorspellen een goede toekomst. 21

HOOFDSTUK 5

5 VERSLAG BESTUURSCOMMISSIE AZRR / RHRR De Bestuurscommissie AZRR / RHRR bestond ultimo 2004 uit T.P.J. Bruinsma, burgemeester van Vlaardingen en voorzitter, mevrouw M.J.J. van den Anker, wethouder Veiligheid en Volksgezondheid van de Gemeente Rotterdam, mevrouw E.J. Groosman, wethouder Volksgezondheid van de Gemeente Maassluis en de heer P.E. de Jong, wethouder Volksgezondheid van de Gemeente Spijkenisse. De Bestuurscommissie heeft in het verslagjaar vijf maal vergaderd. De reguliere vergaderingen hebben plaatsgevonden op 26 maart, 25 juni, 24 september en 10 december. Op 21 december heeft een extra telefonische vergadering plaatsgevonden met betrekking tot de huisvesting van de organisatie. Besloten is directie, overhead en voorwaardenscheppende afdelingen met ingang van 1 januari 2006 te verhuizen naar Barendrecht. Tijdens de reguliere vergaderingen op het gemeentehuis van Vlaardingen zijn tal van onderwerpen aan bod gekomen. Op de agenda stonden onder meer onderwerpen als begroting, jaarrekening, jaarverslag, Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid, registratie aanrijtijden, financiering FLO, het beschikbaar stellen van afgeschreven ambulances, de bereikbaarheid van hulpverleningsdiensten en het project Tijdsverbetering. De laatste reguliere vergadering van het jaar stond voor een groot deel in het teken van het Spreidings- en het Beschikbaarheidsplan. In het licht van de nieuwe Wet Ambulancezorg is besloten een bijeenkomst met de Raad van Commissarissen van AZRR / BIOS-groep plaats te laten vinden als besluitvorming hierover in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden. 23

HOOFDSTUK 6

6 PRODUCTIE Productieafspraken 2004 Jaarlijks worden met de zorgverzekeraars productieafspraken gemaakt voor het aantal declarabele ritten en EHBO-ritten. RHRR BIOS TOTAAL Declarabele ritten 38.579 62,3 % 23.316 37,7 % 61.895 100 % EHBO-ritten 9.143 70,9 % 3.750 29,1 % 12.893 100 % Totaal 47.722 63,8 % 27.066 36,2 % 74.788 100 % 25

Productiegegevens 2004 De productie in een bepaald jaar is afhankelijk van de zorgvraag. Uiteindelijk heeft AZRR in het verslagjaar de volgende productie geleverd. AZRR / RHRR AZRR / BIOS-groep Totaal Declarabele ritten 38.952 79,9% 23.153 84,3% 62.105 81,5% EHBO-ritten 8.817 18,2% 3.808 13,9% 12.625 16,6% Loze ritten 948 1,9% 502 1,8% 1.450 1,9% Totaal 48.717 100% 27.463 100% 76.180 100% A1-vervoer (inclusief EHBO) 24.506 51,4 % 12.237 45,4 % 36.743 49,2% A2-vervoer 11.361 23,7 % 6.106 22,7 % 17.467 23,3% B-vervoer 11.902 24,9 % 8.618 31,9 % 20.520 27,5% Opname 27.050 14.535 41.585 Ontslag 1.846 1.749 3.595 Poliklinisch 2.502 2.159 4.661 Overplaatsing 3.839 1.909 5.748 Interklinisch 3.715 2.801 6.516 Aantal gereden 1.181.298 865.369 2.046.667 kilometers In het totaal aantal ritten zien we een toename in aantallen vergeleken met het voorgaande jaar. In de onderlinge verhouding zien we een toename van ritten tussen de ziekenhuizen, de zogenoemde overplaatsingen en interklinische ritten. 26 Jaarverslag AZRR 2004

27

HOOFDSTUK 7

7 MIDDELEN Het jaar 2004 heeft bij AZRR / BIOS-groep voornamelijk in het teken gestaan van de verhuizing van de Rijsoordstraat te Rotterdam naar de tijdelijke nieuwbouw locatie aan de Kolding in Barendrecht. Deze verhuizing heeft een behoorlijke cultuurverandering met zich meegebracht, na vele jaren te hebben doorgebracht op een locatie in Rotterdam-Zuid. De nieuw betrokken locatie zal in het begin van 2006 worden verplaatst naar de uiteindelijk nieuw te bouwen huisvesting in Barendrecht. In 2004 is eveneens besloten de directie, de staf en de voorwaardenscheppende afdelingen van AZRR / RHRR met ingang van 1 januari 2006 in Barendrecht te vestigen. In zijn algemeenheid is hard gewerkt om de ambulancediensten nog intensiever met elkaar te laten samenwerken om tot een nog betere AZRR-organisatie te komen. Zo is onder meer besloten gebruik te maken van elkaars standplaatsen. Bij AZRR / RHRR heeft het jaar 2004 in het teken gestaan van nadere afstemming van de drie samengevoegde ambulancediensten en AZRR / BIOS-groep. Het uitgangspunt hierbij is dat er sprake dient te zijn van één uitvoeringsorganisatie. Ergo; het volledig op elkaar afstemmen van middelen, zoals (medische) apparatuur en gebruiksartikelen, maar ook van (voorraad- en bestel-) procedures. De organisatie is verder gegaan op het in 2003 ingezette traject van het centraal gestuurd voorraadbeheer. In AmbuWeb is een start gemaakt met de integratie van een regionale lijst van medische- en gebruiksartikelen en de daarmee gemoeide bestelformulieren. Voor de gehele regio geldt nu dat het pakket gebruiksartikelen via één bestellijst wordt aangeleverd aan 29

de leveranciers. Met leveranciers zullen nieuwe kortingsafspraken worden gemaakt op basis van de nieuw gemaakte bestellijsten vanuit het kader: één uitvoeringsorganisatie. Wagenpark Het totale onderhoud van de ambulancevoertuigen is in 2004 voor wat betreft AZRR / BIOSgroep ondergebracht bij de dealers. In het verslagjaar is een start gemaakt voor het vervangen van diversen ambulances. Na een offerteronde tussen twee grote ambulanceleveranciers is de keuze gevallen op De Vries Ambulances uit Assen en zijn er vier Mercedes Emergency Sprinters en vier Chevrolet Chevy Van ambulances besteld. De laatste voertuigen zijn uitgevoerd met een benzinemotor en kunnen worden overgeschakeld op gas. Deze voertuigen zullen gefaseerd in 2004 en 2005 worden afgeleverd. AZRR / RHRR heeft vanwege het grote aantal ambulances in 2003 een openbaar aanbestedingstraject gelopen waaruit uiteindelijk een leverancier voor de eerst komende vijf jaar de gunning heeft verkregen. Dit heeft weer geleid tot een beroepsprocedure van de "verliezende leverancier". Het traject van de aanbesteding heeft in 2003 geresulteerd in de aflevering van de eerste zes voertuigen door De Vries BV te Assen. In 2004 zijn in dit kader vier nieuwe voertuigen in gebruik genomen. Eind 2004 werd duidelijk dat het bestaande ambulancetype in de dieseluitvoering niet meer leverbaar zou zijn voor het volgende jaar. In afwachting van de uitkomst van onderzoek rondom spreiding en paraatheid van ambulances in deze regio en de daaraan gekoppelde effecten op formatie en voertuigen werd besloten om de afname van voertuigen in 2005 30 Jaarverslag AZRR 2004

op te schorten. De door de firma Miessen gestarte bodemprocedure rondom de aanbesteding van voertuigen is in 2004 aangehouden. De verwachting is dat medio 2005 hierin uitspraak zal worden gedaan door de rechtbank in Breda. In het onderhoud van de voertuigen wordt evenals voorgaande jaren voorzien middels een onderhouds- en reparatieovereenkomst bij Roteb-Lease. Het dagelijkse onderhoud is gecentraliseerd en wordt ter hand genomen door de wagenparkbeheerder. Op verzoek van het Medisch Centrum Rotterdam-Zuid (MCRZ) is een start gemaakt met het onderzoeken en aanschaffen van een MICU-ambulance (Mobile Intensive Care Unit) in een samenwerking met AZRR en MCRZ. Wat betreft de keuze van het type voertuig is bewust gekozen voor een grootschalig voertuig om een ziekenhuisbed inclusief trolley te kunnen vervoeren. Ook kan het voertuig worden ingezet als ambulance voor speciale transporten. Er is gekozen voor een Mercedes Benz type Vario 615D die wordt omgebouwd bij Carrosserie Akkermans in Oud-Gastel. Begin 2005 kan de MICU-ambulance in de exploitatie worden genomen. Bedrijfskleding De samenvoeging van de drie diensten in 2003 tot AZRR / RHRR heeft geresulteerd in de noodzaak om het bedrijfskledingpakket nader op elkaar af te stemmen. Bij de drie locaties gold voorheen een zelfstandig beleid met betrekking tot aanschaf en bewassing. In 2004 is een start gemaakt met het nader op elkaar afstemmen van pakket en procedures. Verdere stappen zijn gezet om te komen tot een organisatiebrede uitvoering van beleid. Bij AZRR / BIOS-groep is in 2004 alle ambulancekleding voorzien van het nieuwe logo. In het najaar heeft er een onderzoek plaatsgevonden om de ambulancekleding niet meer op naam maar op maat uit te leveren, dit in samenwerking met een centraal uitgifte-systeem. De resultaten van het onderzoek zullen medio 2005 bekend worden gemaakt. Medische apparatuur en verbruiksmaterialen Binnen AZRR is in het verslagjaar begonnen met het regionaal besteltraject voor brancards en onderstellen. Hiertoe heeft een voorselectie plaatsgevonden, door onder meer de producten van drie leveranciers te onderwerpen aan onderzoek door de werkvloer door middel van een enquête. Ook zijn de betreffende leveranciers onderworpen aan een leveranciersonderzoek. In 2005 zal een besluit worden genomen. Binnen AZRR is overeenstemming bereikt over de inhoud van spoedkoffers en de kinderkoffers naar aanleiding van wijzigingen in het Landelijk Protocol Ambulancezorg. 31

HOOFDSTUK 8

8 PRIMAIR PROCES In 2004 is verder invulling gegeven aan de opbouw van de nieuwe organisatie AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep. Begrijpelijkerwijs heeft de samenvoeging en de fusie van alle betrokkenen veel geëist. AZRR heeft in gezamenlijkheid gewerkt aan de verdere uitbouw van de uitvoeringsorganisatie. Eind 2004 is bekend geworden dat er twee nieuwe opkomstlocaties worden ingericht: één aan het Vaanplein en één aan het Schieplein. Om de cultuuromslag met daarbij alle externe gebeurtenissen goed te laten verlopen is op leidinggevend niveau gestart met groepscoachingstrajecten. Tijdens deze trajecten is ook gestart met zogenoemde feedbacktrainingen voor de ambulancechauffeurs en verpleegkundigen. De operationeel leidinggevenden van zowel AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep hebben een regulier overleg opgestart om de samenwerking op alle fronten verder op elkaar af te stemmen. Voorbeelden hiervan zijn de uitwerking van één inventarislijst voor alle ambulances en de afstemming van alle materialen en leveranciers. Ook de uitwisseling van medewerkers en materiaal begint soepel te verlopen. Eén uitvoeringsorganisatie Materialen van de beide ambulancediensten worden op elkaar afgestemd in een gezamenlijke inkoopcommissie. Communicatie via één gezamenlijk Intranet (Ambuweb) vindt zeer frequent plaats. Medewerkers hebben de mogelijkheid om zeer veel informatie over allerlei onderwerpen tot zich te 33

nemen. Er is gestart met een nieuw roosterpakket dat moet leiden tot een efficiënte inzet van medewerkers in het 24 uurs-rooster. Vooralsnog is dit een apart rooster per organisatie maar over de aanvangstijden en benoeming van de diensten is overeenstemming. Door de ingebruikname van dit pakket is het mogelijk geworden om op zeer efficiënte wijze overzichten te genereren, knelpunten in roosters te signaleren en op te lossen en daarmee staan er diverse managementtools ter beschikking van de leidinggevenden. Voor alle betrokkenen is het mogelijk om op elk gewenst tijdstip vanaf elke plek met een Internet-aansluiting te zien wat het rooster is voor een individuele medewerker. Tevens is een managementoverzicht beschikbaar van verlofkaarten en ziekteverzuimoverzichten. Ritformulier Aansluitend aan de implementatie van het landelijk vastgestelde begrippenkader is in samenwerking met de ambulancedienst van Zuid-Holland Zuid gewerkt aan het ontwerp van een nieuw ritformulier. Dit begrippenkader moet ertoe leiden dat de ambulancesector uniforme gegevens genereert waardoor onder meer prestatie-indicatoren met zorgverzekeraars kunnen worden afgesproken. Daarmee kan vervolgens een benchmark met andere regio s plaatsvinden. Binnen AZRR is een uitbreiding gemaakt in het formulier ten behoeve van de functioneringsgesprekken, waardoor er zeer gericht over het functioneren van medewerkers gesproken kan worden. Onderdeel van dit formulier zijn de uit het bedrijfsprocessysteem gegenereerde cijfers die aangeven welke handelingen ambulancebemanningen hebben ingesteld. Deze cijfers kunnen ook dienen om gerichte scholing aan medewerkers te kunnen geven. De operationeel managers van beide organisaties hebben zeer frequent onderling contact om het primaire proces op elkaar af te stemmen. Daarnaast is een wekelijks overleg opgestart tussen de operationeel managers van AZRR, de MKA en de GHOR teneinde afstemming te verkrijgen over alle operationele zaken. Tijdregistratie AZRR heeft samen met de MKA een systeem ontwikkeld om een betrouwbare registratie van de ambulanceritten te krijgen, waarbij tevens wordt gewerkt aan een efficiëntere wijze van registratie. Met behulp van digitale technieken, export- en import-functies, automatische voertuiglocatiesystemen die zijn gekoppeld aan automatische plaatsbepaling is een betrouwbare registratie mogelijk. Op basis van deze registratie kan worden geconcludeerd dat in het begin van 2005 het overschrijdingspercentage zich op 25,3 procent bevond. Mede onder invloed van het project Tijdsverbetering is het overschrijdingspercentage gedaald naar 22,3 procent over het gehele jaar 2004. 34 Jaarverslag AZRR 2004

Overschrijdingspercentage 2004 op het spoedvervoer (A1) in de regio Rotterdam-Rijnmond Gem. Gem. Gem. Rij- MKA- AMB- Rij- tijd Gemeenten >15 >16 >17 >18 >19 >20 >25 delay delay tijd >13 Albrandswaard 39,4% 32,5% 25,4% 20,1% 17,8% 14,8% 5,3% 2,65 3,04 9 15,4% Barendrecht 39,5% 32,6% 24,6% 18,9% 15% 13,6% 5,6% 2,86 2,75 9,08 15,3% Bergschenhoek 44,4% 37,4% 30,3% 24,2% 18,2% 13,1% 5,1% 2,81 2,90 9,50 13,1% Berkel en Rodenrijs 61,5% 51,6% 36,9% 29,5% 25,4% 17,2% 9% 2,72 3,19 11,03 22,1% Bernisse 40% 27,5% 23,8% 17,5% 15% 12,5% 6,3% 2,76 3,53 8,66 7,5% Bleiswijk 60% 60% 40% 40% 40% 20% 0% 2,29 1,58 12,79 20% Brielle 20,6% 19% 19% 12,7% 8,7% 5,6% 3,2% 2,71 3,07 5,35 11,1% Capelle a/d/ IJssel 22,1% 18,4% 18,4% 12,5% 11% 9,6% 5,2% 2,56 3,05 7,07 10,1% Dirksland 16,4% 16,4% 16,4% 16,4% 16,4% 14,5% 7,3% 2,54 2,83 5,49 12,7% Goedereede 41,6% 36,8% 29,6% 21,6% 20% 16,8% 7,2% 2,56 2,67 8,93 23,2% Hellevoetsluis 38,6% 30% 23,9% 16,9% 13,9% 10,3% 3,6% 2,72 3,04 8,21 11,4% Krimpen a/d IJssel 20,4% 17,7% 13,1% 11,2% 8,5% 7,7% 3,1% 2,51 2,82 5,59 8,5% Maassluis 30,6% 21,9% 17,6% 13% 11% 10% 5,6% 2,78 3,07 8,43 9,3% Middelharnis 13,3% 13,3% 11,7% 10,9% 9,4% 8,6% 3,1% 2,51 2,87 5,49 9,4% Oostflakkee 55,1% 46,9% 38,8% 30,6% 26,5% 18,4% 6,1% 2,83 2,86 10,77 24,5% Ridderkerk 35,5% 27,5% 21,3% 17,4% 14,4% 11% 5,2% 2,63 3,16 7,87 11% Rotterdam 19,9% 16,8% 14% 11,7% 10,3% 9,1% 4% 2,62 3,01 6,18 9,9% Rozenburg 51,4% 36% 24,3% 18% 10,8% 10,8% 2,7% 272 3,15 9,39 8,1% Schiedam 17,9% 16,3% 14,6% 13,3% 11,9% 10,8% 5,3% 2,49 3,16 5,73 12,4% Spijkenisse 20,8% 18,8% 15,5% 13,5% 11,4% 9,9% 4,5% 2,71 3,21 5,78 11,6% Vlaardingen 16,3% 14,7% 13,2% 11% 10,1% 9,1% 4,9% 2,58 3,07 5,50 9,8% Westvoorne 42,3% 34,1% 30,9% 28,5% 24,4% 17,9% 8,9% 2,67 3,05 9,48 21,1% Totaal 22,3% 18,8 15,5% 12,9% 11,2% 9,7% 4,4% 2,62 3,03 6,46 10,6% Zorgverlening Ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond staat inhoudelijk op een kwalitatief hoog niveau. Er wordt gewerkt volgens landelijke protocollen waarvan de nieuwste versie in 2004 geïmplementeerd is. Ook de materialen zijn in de regio onderling op elkaar afgestemd. Bij uitval van de specifiek opgeleide medewerkers is het moeilijk om vervanging te krijgen. Hierdoor staat er vaak een druk op het rooster. Met de ziekenhuizen en andere ketenpartners in de regio vindt periodiek overleg plaats om de zorgverlening op elkaar af te stemmen. 35

Beschikbaarheid De noodzaak om budgettair neutraal te werken heeft er toe geleid dat niet alle diensten zoals in het Provinciaal Paraatheidsplan uit 1995 zijn vastgesteld, konden worden ingezet. Het is de vraag of het leveren van minder ambulances heeft geleid tot tijdoverschrijdingen. Essentieel is hierin de planningsrol van de MKA. Opleidingen, inzetten bij de GHOR en inzetten bij evenementen leggen een zeer grote druk op de beschikbaarheid. Onderzocht wordt of differentiatie van vervoer een mogelijke oplossing voor dit knelpunt is. 36 Jaarverslag AZRR 2004

37

HOOFDSTUK 9

9 MEDISCH MANAGEMENT MMA-overleg In 2004 is een structureel overleg nieuwe stijl gestart tussen de Medisch Manager Ambulancezorg (MMA) en de drie ambulanceorganisaties in de regio. Hieraan wordt deelgenomen door de locatie- en de teammanagers en de operationele hoofden van de beide ambulancediensten en van de meldkamer. Feitelijk fungeren de drie ambulanceorganisaties als één uitvoeringsorganisatie. Ook de GHOR is vertegenwoordigd in het MMA-overleg. De MMA neemt deel aan het Management Team voor zover inhoudelijke, c.q. medischorganisatorische zaken worden besproken. De MMA neemt deel aan het ambulancezorgoverleg van de meldkamer en voert structureel overleg met de verpleegkundig stafmedewerker van de meldkamer. Landelijk maakt de MMA deel uit van de sectie MMA van de BVA. Protocollen en werkwijzen Eind 2003 is de zesde versie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) vastgesteld (LPA6). Dit protocol is in 2004 geïmplementeerd door middel van vier refereeravonden in januari en februari. 39

In 2004 zijn diverse regionale richtlijnen, instructies en protocollen ontwikkeld en geïntroduceerd, waaronder aanvullingen op de huidige cardiale begeleidingsformulieren. Daarmee zijn diverse behandelstrategieën voor cardiale patiënten zoals prehospitale trombolyse en de primaire PCI verder geïntensiveerd. Dit geldt eveneens voor patiënten met een neurologische aandoening (CVA) door middel het gebruik van Stroke-Units. Ook is er met de vaatchirurgen intensief overleg geweest om te komen tot een betere afstemming en open deur policy waar het acute abdominale aneurymata s (AAA s) betreft. In 2004 is gestart met deelname aan een nieuw wetenschappelijk onderzoek naar de toepassing van een thrombolyticum bij een waargenomen en vastgestelde hartstilstand (VF/VT en non VF/VT). De MMA participeert in deze studie, die wereldwijd is opgezet. De studie staat bekend als TROICA (Thrombolysis In Cardiac Arrest study) en heeft tot doel de mortaliteit (sterfte) alsmede de morbiditeit (restverschijnselen ten gevolge van intravasale stolling in de hersenen) te beperken. In 2005 wordt de Landelijke Standaard Meldkamer Ambulancezorg (LSMA) in de meldkamer ambulancezorg van de regio Rotterdam-Rijnmond geïntroduceerd. Evenals de LPA is de LSMA een leer- en naslagwerk ten behoeve van de deskundigheidsbevordering. Het vormt tevens de basis tot betere toetsing, evaluatie en een profcheck voor MKA-centralisten. Door het ontbreken van een landelijk eenduidig leermiddel is tot dusverre nooit een profcheck voor MKA-centralisten ontwikkeld. Kwaliteit van de uitgevoerde zorg De MMA is 24 uur per dag laagdrempelig bereikbaar voor de medewerkers van de ambulancediensten en de meldkamer voor consultatie en advies. In 2004 is ongeveer vijftig keer buiten kantooruren gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Sinds 2004 wordt dit in GMS geregistreerd en mutaties worden ter kennis gebracht van de verpleegkundig staffunctionaris van de MKA gebracht. De MMA beoordeelt de (afwijkende) feedbackformulieren en stelt waar nodig vragen via de teamleiders / managers over de handelwijze van het ambulancepersoneel. Deze informatie kan zowel schriftelijk als mondeling worden geëvalueerd. Daarnaast wordt de MMA betrokken bij het beoordelen van klachten op medische componenten van zowel de meldkamer als de twee ambulanceorganisaties. 40 Jaarverslag AZRR 2004

De deskundigheid van de medewerkers De MMA bewaakt de deskundigheid van de medewerkers. Aanvankelijk waren de leerprogramma's van de ambulancemedewerkers vooral gericht op het toetsen van de voorbehouden handelingen en daaruit voortvloeiende bekwaamheidsverklaringen. Inmiddels is het accent geleidelijk verschoven naar een totaal lespakket waarbij ook de nodige aandacht aan de pathosfysiologische kennis van het ambulancepersoneel en meldkamercentralisten wordt geschonken. Het gaat hierbij tenslotte om een goede inschatting van de zorgbehoefte op basis van het stellen van een werkdiagnose of toestandsbeeld binnen de juiste context op grond waarvan bepaalde protocollen van toepassing zijn. Dit is mede een reden geweest om met de meldkamercentralisten casuïstiek te gaan bedrijven als onderdeel van bijscholing en kwaliteitsborging. De toetsing van ambulancemedewerkers bij het afgeven van bekwaamheidsverklaringen en profchecks wordt afgenomen door instructeurs. Daarbij kan ook de MMA aanwezig zijn. De instructeurs worden getoetst door de MMA zelf. Getoetst worden de voorbehouden handelingen en de context waarin deze plaatsvinden (dus conform LPA). Vervolgens wordt een bekwaamheidverklaring afgegeven in het portfolio met een geldigheidsduur van drie jaar. De instructeurs krijgen een selectieve profcheck en het overige personeel een diagnostische. De profchecks worden landelijk afgenomen door daarvoor specifiek getrainde instructeurs.

HOOFDSTUK 10

10 REGIONALE OPLEIDINGSCOÖRDINATIE Inleiding In 2004 is veel aandacht besteed aan het beter structureren van de scholingen en het beter registreren van nascholingen. Daarnaast heeft het ROC prioriteit gegeven aan de registratie van opleidingsgegevens. Landelijke scholingen De landelijke nascholing F is in 2004 afgerond. Alle ambulanceverpleegkundigen, ambulancechauffeurs en centralisten behoren deelgenomen te hebben aan deze nascholing. Eind 2004 heeft de SOSA bezemgroepen samengesteld van medewerkers die nog onderdelen moesten volgen. Het afronden van nascholing F zal onderdeel worden van de herregistratie. Op landelijk niveau is men op dit moment bezig om de eisen voor herregistratie vast te stellen. Initiële opleiding In 2004 zijn drie chauffeurs gestart met de initiële opleiding tot ambulancechauffeur en hebben zeven andere chauffeurs de opleiding met goed gevolg afgerond. Vijf verpleegkundigen zijn gestart met de initiële opleiding en vijf verpleegkundigen hebben de initiële opleiding tot ambulanceverpleegkundige eveneens met goed gevolg afgerond. 43

Van de meldkamer is één medewerker gestart met de initiële opleiding tot verpleegkundig centralist. De opleiding voor niet verpleegkundig centralist is in 2004 niet van start gegaan omdat men de competenties voor deze opleiding wilde actualiseren en afstemmen op de behoeften van het werkveld. In 2005 gaat de opleiding waarschijnlijk weer van start. Landelijke nascholingen De cyclus van verplichte landelijke nascholingen F is in 2004 afgesloten. In 2005 start een nieuwe 5-jarige nascholingscyclus G. Het merendeel van de medewerkers heeft cyclus F afgerond. Maar, het ROC heeft nog geen volledig zicht op de scholingsgegevens van alle medewerkers. In 2005 zal dit scholingsoverzicht waterdicht moeten worden. Diagnostische Profchecks De profchecks zijn dit jaar wederom regionaal afgenomen. In totaal hebben dertien ambulancechauffeurs en twaalf verpleegkundigen een profcheck gedaan. Een diagnostische profcheck wordt afgesloten met een evaluatierapportage. Hierin staat hoe de profcheck is uitgevoerd en indien nodig wordt een trainingsadvies gegeven. Medewerkers die een trainingsadvies hebben gekregen worden in 2005 door het ROC in overleg met de leidinggevende in de gelegenheid gesteld om hun vaardigheden te trainen bij het ROC. Regionale nascholingen In 2004 zijn vier regionale scholingsdagen georganiseerd. De regionale nascholingen zijn bestemd voor alle medewerkers die de initiële SOSA opleiding hebben afgerond. In totaal gaat het om 258 medewerkers van AZRR/RHRR en AZRR-/BIOS groep. Voor de meldkamer betreft het een groep van 40 medewerkers. De nieuwe landelijke ambulanceprotocollen (LPA 6) zijn in 2004 in een viertal refereeravonden geïntroduceerd. De tweede regionale nascholingsdag had als thema de ACLS, PALS, AED en vluchtmaskers. De derde dag had als thema de eerste ambulance. De uitvoering is in samenwerking met de GHOR gebeurd. Het protocol eerste ambulance is getraind en de taken van de GHOR en OVDG zijn behandeld. De vierde dag is ingevuld met een herhaling van regionale nascholingen, zodat alle medewerkers in de gelegenheid worden gesteld om de nascholing die zij gemist hebben in te halen. Het ROC heeft ook bekwaamheidsverklaringen afgegeven. Dit zal een jaarlijks terugkerende activiteit worden van het ROC. Door deze opzet wordt iedere medewerker in de gelegenheid gesteld om aan zijn/haar bekwaamheid te blijven werken. Ter voorbereiding op de profchecks voor ambulancechauffeurs en verpleegkundigen krijgen de kandidaten gelegenheid om vooraf te trainen bij het ROC. 44 Jaarverslag AZRR 2004

Regionale Nascholing Meldkamer De medewerkers van de MKA hebben op eigen initiatief kunnen deelnemen aan de regionale nascholingsdag 1, de introductie LPA6. Tijdens de nascholingsdag waarin het protocol Eerste Ambulance werd getraind zijn veertien centralisten aanwezig geweest. De overige centralisten nemen deel in 2005. Alle centralisten hebben in november en december deelgenomen aan een regionale nascholing over het gebruik van de GMS, Communicator, Habimat, VI+, de grip-procedures en (kinder)reanimatie. Het inwerkschema voor centralisten is geactualiseerd en nieuwe collega s hebben al gewerkt met dit vernieuwde schema. De meldkamer heeft een begin gemaakt met het ontwikkelen van een regionale profcheck voor de centralisten. Management Onderstaande scholingen zijn door het management bijgewoond of geïntroduceerd. Het NIGZ heeft een workshop Beter Gezond gehouden over ziekteverzuimbeleid binnen de organisatie. Aan deze workshop hebben veertien vertegenwoordigers van de directie en het management van AZRR deelgenomen. In het kader van het cultuurproject is een college gegeven door bureau Smits & Beerends over effectief communiceren. Aandacht werd besteed aan het geven en ontvangen van feedback. Het college vormde de aftrap van de trainingen feedback geven, die in 2005 voor alle medewerkers van AZRR/BIOS en AZRR/RHRR van start gaan. Bedrijfsopvangteams In 2004 is de eerste groep van zes medewerkers gestart met vervolgtrainingen voor de BOTleden. De training is door het Nederlands Instituut voor Psychotrauma uitgevoerd. De cursisten hebben de training positief geëvalueerd en in 2005 staan twee groepen gepland voor deze vervolgtraining. Opleidingscoördinator Vanaf januari 2004 is een nieuwe regionaal opleidingscoördinator in dienst gekomen. Prioriteit is gegeven aan een efficiëntere registratie van de nascholingen en een betere communicatie met het management over scholingsresultaten. Een nieuwe ontwikkeling is dat van alle afgeronde nascholingen evaluatierapportages zijn opgesteld die aan het management en directie van de organisaties gepresenteerd zijn. Daarnaast is op scholingsdagen een directe terugkoppeling geweest m.b.t. de presentie. 45

De communicatie van het ROC naar de medewerkers is verbeterd door het openen van een ROC-pagina op Ambuweb. De medewerkers krijgen informatie over de regionale nascholingen, landelijke nascholingen en zij hebben zicht gekregen op hun eigen nascholingsstatus. Aandachtspunt is de communicatie en samenwerking met de werkbegeleiders. Dit thema staat op de prioriteitenlijst van 2005. Digitale Portfolio Het digitale portfolio is medio augustus in gebruik genomen. Het systeem wordt gebruikt naast het portfolioboekje, dat iedere medewerker in bezit heeft. Het systeem geeft per medewerkers de scholingen weer waaraan een medewerker heeft deelgenomen. Daarnaast wordt een stap gemaakt naar het genereren van informatie dat het management van de organisaties kan gebruiken in het kader van hun personeelsmanagement. Dit houdt in dat het pakket in 2005 uitgebreid moet worden. Afsluitend De druk op de formatie bij de ambulancediensten is in het verslagjaar groot geweest. Daardoor kende de tweede regionale nascholingsdag een lage opkomst. Over het algemeen is de opkomst redelijk tot goed te noemen. Het Regionaal OpleidingsjaarPlan van 2004 is in grote lijnen volgens de planning uitgevoerd. 46 Jaarverslag AZRR 2004

47

HOOFDSTUK 11

11 INFORMATIEVOORZIENING Betrouwbaarheid gegevens In 2004 is een systeem in gebruik genomen dat automatisch de vertrektijd en de aankomsttijd patiënt van ambulances vastlegt. Dit systeem werkt onder meer op basis van positiebepaling door middel van satellieten (GPS). In de loop van 2004 hebben wij moeten constateren dat de satellietontvangst niet optimaal was, dat de software nog verder verbeterd moest worden en dat bepaalde administratieve handelingen een nadelige invloed hebben op de betrouwbaarheid van onze gegevens. Er is een traject gestart om deze zaken te verbeteren en medio 2005 zullen de gegevens naar verwachting een goed betrouwbaarheidsniveau bereiken. Management Informatie Systeem Er is het afgelopen jaar nagedacht en gesproken over het opzetten van een RAV-breed managementinformatiesysteem (MIS). Het principebesluit dat er behoefte is aan een MIS is genomen en het idee is in 2004 nader uitgewerkt. In 2005 wordt hieraan verder gestalte gegeven. Ambuweb / Roosterweb Het intranet van AZRR, Ambuweb, is in 2004 uitgebreid met de module Roosterweb. Deze module maakt het mogelijk om roosteraangelegenheden online te verwerken, zodat het actuele rooster altijd zichtbaar is voor de ambulancemedewerkers. Verder kunnen zij via Roosterweb verlof aanvragen, de vakantiekaart bekijken en maandelijks elektronisch akkoord 49

geven op het maandoverzicht met ingediende overwerkmeldingen en onkostenvergoedingen. Bij AZRR / BIOS-groep is Roosterweb zelfs gekoppeld aan de salarisadministratie. Het verwerken van de salarissen gebeurt hierdoor zo efficiënt mogelijk. In het laatste kwartaal van 2004 is ook de Meldkamer Ambulancezorg aangesloten op Ambuweb. In de toekomst zullen zij wellicht ook aansluiten op Roosterweb. Randapparatuur C2000 Met een afvaardiging van het personeel van de ambulancediensten, de MKA en de GHOR zijn er gebruikerseisen en -wensen geformuleerd ten aanzien van C2000 randapparatuur. Ook is er duidelijkheid gekomen over het gelieerdenbeleid en zijn de gelieerden aangemeld bij de C2000 projectorganisatie. Er zijn werkgroepen gevormd om thema's als werkprocessen, aanbesteding, logistiek het hoofd te bieden. Naar verwachting gaat de regio Rotterdam-Rijnmond op 1 oktober 2005 operationeel met C2000. 50 Jaarverslag AZRR 2004